Het windje toetert zachtjes aan
op zijnen rieten fluit,
het toetert:"gij moet slapen gaan,
het zonnelicht gaat uit".
En wordt er nog een stem gehoord,
ze ruist zo vredig vroom,
dat zij de nacht geen wijlken stoort,
in zijnen zoeten droom.
Kie, hoort ge het kirre, kirre, kie?
het windje luistert stil,
het fluistert:"is er iemand die
mijn lied beletten wil"?
Doch, kirre kirre, het krekelt al
met scherp en schel geluid,
en het windje zucht:"in dat geval
berg ik mijn rieten fluit".
04-06-2016, 00:00
Geschreven door André
|