De wind zwoelt langs mijn rug zo zacht,
de zon luwt mild, en straalt,
fijn strelend over gans mijn lijf,
het is of het smelten gaat,
van louter wonne en plezier,
van voelen fris en fijn,
het leven in zich, sterk en fors,
hoe goed is het mens te zijn.
xxxxxxx
Lui en lekker,
lekker lui,
lig ik in mijn rode trui,
door het zonneke vertroeteld,
door het windeke gepaloeterd,
door de zingezang gesust,
van de baren bij de kust,
die al ziedend, zonder pozen,
het natte zand, witschuimend kozen,
voelen, voelen, wat een genot,
danke Jezeke, danke God.
xxxxxxxx
Alles is zo stille stil,
het is of het gras niet roeren wil,
het windeke luiert in het zuid,
niets beweegt er, geen geluid,
hier noch daar, maar ginder ver
blikkert reeds de eerste ster.
25-06-2015, 00:00
Geschreven door André
|