|
We zijn de 16de week van 2024
|
|
|
|
Rustig genieten van gedichten, liedjesteksten, muziek, vertellingen, prenten en foto's. |
Welkom in mijn thuishaven. Zoals het klokje thuis tikt, tikt het nergens. |
|
10-06-2017 |
Uren 2. Constant Eeckels |
U ken ik, wonder uur, volschoon ontloken
wen ik zeewaarts op verbeeldingsbaren vlood,
rats tegen de rots der werkelijkheid gebroken.
U ken ik, schuchter uur, gekleed in nevel,
met als een vrezend vragen in uw blik,
en lip-geroer bij durend smeek-geprevel.
U ken ik, treurig uur uit de winterlanen,
het gelaat vermagerd door gebrek en schrik,
en sporen tonend van vergoten tranen.
Wees allen welkom in de woon van het heden,
met dezelfde liefde zie ik u allen weer,
wijl ik luister naar uw keuvelen of gebeden
vlijt zich mijn geest op deemoedslagen neer.
10-06-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
09-06-2017 |
Uren 1. Constant Eeckels |
Kom liefste, uit de weggedreven dagen,
kom dierbare uren, door de tijd gemerkt,
en spreidt voor moede geest de pluimen-lagen
van deemoed, die met rust verkwikt en sterkt.
U ken ik, uur der minne, met het staren
uwer mysterie-ogen, diep en klaar,
waarin ik een nieuwe wereld kon ontwaren.
U ken ik, goedig uur, bekoorlijk tussen
het gewone van uw bleke zusterschaar,
met het bedwelmen onzer eerste kussen.
U ken ik, helend uur, vol kalme vrede
bij het wemelen van vervagend avondrood,
en het klokgeklep voor de simpele angelusbede.
09-06-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
08-06-2017 |
Dat regenen op de ruiten 2. Constant Eeckels |
Of is het een tokkelen op de sidderende ruiten
door knokkelvingeren van de beenderige dood,
een treurmars traag getromd, na het slijpen van de zeisen,
voor het ongeboren wicht dat sterft in de moederschoot?
Hoe naar, hoe treurig toch dat regenen op de ruiten,
dat spetterend pletsen van het schuin neerstriemend vocht,
hoe naar, hoe treurig toch dat staag, ontstelpbaar wenen
van wrede wereldsmart, die zwoegt langs de grauwe locht.
08-06-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
07-06-2017 |
Dat regenen op de ruiten 1. Constant Eeckels |
Hoe naar, hoe treurig toch dat regenen op de ruiten,
dat spetterend pletsen van het schuin neerstriemend vocht,
hoe naar, hoe treurig toch dat staag, onstelpbaar wenen
van wrede wereldsmart, die zwoegt langs grauwe locht.
Ach, dat eentonig, kort geklepper op de ruiten,
bewaasd door weemoed, waar de zieke vreugde in zonk,
een poosje blonk de zon langs blijen trans, tot ze, alras
verdoofd door bozen wrok, in de wolkenzee verdronk.
Zijn het haar tranen, die nu droppelen op de ruiten,
schreit ze om het schoon, dat ze eens met stralenpraal omglom,
om het schoon van lente en hoop, vergaan in de vloed der vlagen,
lijk bij een aprilbui een te vroeg ontloken bloem?
07-06-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
06-06-2017 |
Weemoedigheid 3. Constant Eeckels |
Vertedering trekt naar u de stijfste nekken,
op uw verwelkt gelaat lijnt de zachtheid, die nooit faalt,
wat smachten toch in uw visioen-zoekende ogen,
sinds al de illusies naar de tuin der wensen togen,
die echter aan de wijde ontgoocheling-heide paalt.
Uw lippen kenden eens de gloed der zoenen,
liefde-fluisteren en het overwinningslied,
thans zijn ze bloedeloos, maar toch niet gram verwrongen,
hoewel de bruiloft-hymne is uitgezongen,
en smart u haar holle kaak te kussen biedt.
Want gij, gij kent de wereld, ziet wat elk genoegen
bemaskert, wat er schuilt onder de schelp van schijn,
O, ik heb u lief, en wil betrouwvol naast u treden,
we zullen keuvelen over het uitgeleefd verleden,
over al wat eens was, en wat er nu moest zijn.
06-06-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
05-06-2017 |
Weemoedigheid 2. Constant Eeckels |
Kom, kom. We zullen gaan door onbewoonde streken,
waar niets het aangrijpend plechtige der stilte stoort,
waar onze ziel alleen haar eigen pramen hoort
en wederliefde, in onverschilligheid geweken.
We zullen gaan, heel ver, vanwaar we zijn gekomen,
toen wij beslist de tocht begonnen naar het licht,
gij, wetend, streng maar goed, ik, moed op het aangezicht,
en in mijn ogen het spiegelen van veroveringsdromen.
We zullen het land weerzien, doch niemand meer van dezen
die het vaarwel wuifden bij ons afscheid. Want sinds lang
vernam ik in het gewaai hun schrille stervenszang,
en sloot de smalle kist voor elk versteven wezen.
Maar toch. Het zal goed zijn, ginds te bidden op hun graven,
te planten midden gras en mos het wakend kruis,
en dan, voor het laatst, ik beloof het, bij het vervallen huis
der jeugd nog eens mijn dorst aan de oude bron te laven.
05-06-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
04-06-2017 |
Weemoedigheid 1. Constant Eeckels |
Kom, oude zuster, die in uw vergrijsde haren
ontkleurde, maar nog scherp gedoornde bloemen draagt,
en starlings naar het bewolkte westen staat te staren,
waar gij het gehavend zongezicht vertreuren zaagt.
Het is wel droef, maar toch zo innig, traag te waren
langs lange lanen, wijl de herfstwind snokkend vlaagt,
en het droog geknerp te horen van verdorde blaren,
bij het mussen-piepen, dat om de dode zomer klaagt.
Vele dagen drentelde ik door groen-bewassen landen,
met jonge levenslust, die dartel naast me sprong,
en schaterend het lied van wassende ogen zong.
Ik maaide en dorste. Ik hou wat kaf nog in de handen,
het lied verzwakte. Nu is alles kaal en stom.
Mijn oude zuster, lang, te lang verlaten, kom.
04-06-2017, 09:39
Geschreven door André
|
|
|
03-06-2017 |
De Fontein. Constant Eeckels |
In de kale tuin van het najaarskalm verleden
straalt de fontein der klare herinneringen,
als zilver blinkt ze tussen de oude bomen,
de naakte bomen van verbloeide dromen.
Zoet gonst het betekenisvolle droppelzingen:
een weemoedslied om veel verdwenen dingen
uit de jeugd die gauw verging, heel lang geleden.
Het lijkt bidden soms van diep-gebogen vromen,
dan is het weer of men fluistert schone sagen,
beweegloos staan, als luisterend, de oude bomen,
die nooit meer het groen der lente zullen dragen.
03-06-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
02-06-2017 |
Avondvrede 2. Constant Eeckels |
Geen rimpel kreukt den plas. De zoete vrede zonk
in de brede vijverschoot, en houdt het water tegen,
de varens slapen, daar haar beeld geheel verblonk;
en rond de bomen waast de weelderigste zegen
die ooit uit een volle hoorn van zoete vrede zonk.
De stilte is thans een zang, zo zacht, zo wonderfijn,
dat elk geluid, hoe teer, dit sprokig schoon zou breken,
o, zo in den avond, ver van het leven, hier te zijn,
zo ademloos luisterend. God in het stil te horen spreken
bij het bidden van de ziel, zo zacht, zo wonderfijn.
02-06-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
01-06-2017 |
Avondvrede 1. Constant Eeckels |
De dag verdroomt allengs in het spiegelend vijvervlak,
waarop een strakke rust heimzinnig komt gezegen,
stil hangt het bruin geblaarte aan de knobbelige tak,
en varens zijn in peins naar eigen beeld genegen
dat in het diep verlijnt van het spiegelend vijvervlak.
Hoog boven het wijde land, waarover de avond schuift
met vage schemering, die alles week omwikkelt,
met heilig zwijgen, lijk in een kloosterkerk, huift
de donker-purpere lucht, waardoor het gesternte tikkelt,
steeds heller flikkerend naar al nader de avond schuift.
Door de kleine ruiten van het lage huisje, ver
verloren staande in het veld, gloort gelig licht, ontstoken
voor de sombere uren die beginnen: schuchtere ster,
die vriendelijk fonkelen zal op de armen, daar verdoken
in ongerepte peis van het lage huisje ver.
01-06-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
31-05-2017 |
Een avondlichtje voor de Lieve Vrouw. Constant Eeckels |
Mijn hart hangt als een lampje voor uw beeld,
dat in een nis door de avond wordt omdonkerd,
zie, hoe verblijd het liefdevlammetje flonkert,
en hoe beschroomd het rode schijnsel speelt
op uw aanminnig beeld.
Het flonkt zo hel door het venstertje van eerbied,
ter hoogte van uw goud-geschoeide voet,
ik ben verrukt als gij, voor kleinen goed,
op het gloeiend hart, op het groeiend vlammetje ook neerziet.
Is het u zo wel? Bevalt u het simpel licht?
Mag het altijd zo voor uw voeten blinken?
En zult ge steeds, bij het rijzen of bij het zinken
der zon, uw blik gemoedelijk gericht
houden op het harte-licht?
Ik wil al mijn glans hier bij uw beeld vergloren,
totdat de wiek de levensolie derft,
maar wen hij dan, na zwak geflakker, sterft,
hij worde hoog toch, voor uw troon, herboren.
31-05-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
30-05-2017 |
Avondstond. Constant Eeckels |
Ovalig rekt het vlammetje en wiegelt zoet,
terwijl de stonden in bescheiden stoet
uit de klokkenkast door de kleine kamer glijden,
en zakken in het graf van vroegere tijden.
Het is of het laatste leven sneven moet,
kort klopt door het hart het loom-bewegend bloed,
als klepelslag na uitgestreden lijden,
wijl vrome handen het dodenlaken spreiden.
Het lampje brandt zo ziekelijk, zo mat,
er sluipen geesten door het winnend duisteren,
en blijven in de hoeken steelsgewijs fluisteren.
Het lijkt of men lange litanieën bad,
klagende litanieën die nooit einden,
om lichtjes, die, beroofd van olie, kwijnden.
30-05-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
29-05-2017 |
Populierenlaan. Constant Eeckels |
De populieren staan gelijk volwassen dromen
in de schemering, die de avond rond hun takken weeft,
wijl langs verpaarste lucht de dag, vermoeid van het zwalpen
op het azuren meer, zijn slappe zeilen reeft.
Geen wind sluipt door hun kruin, noch doet de blaren fluisteren
van het mystiek-heilig schoon, dat in hun schaduw leeft,
zelfs het lied der nachtegalen zou nu het zwijgen schenden,
dat ontzagwekkend over de landouwen zweeft.
De massa's lijnen zwart op gladde sterrenboog,
als reuzige armen, door de biddende aarde hoog
geschreven naar den Heer tot sprakeloos, machtig smeken.
De grassen, die ootmoedig buigen rond hun stam,
zijn, evenals het gebladerte, van dikke tranen klam,
die voor de zonden van den dag berouwend leken.
29-05-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
28-05-2017 |
Slaapliedje 2. Constant Eeckels |
Breng me op uw wieken naar het wonderland,
waar het liefdeslot rijst aan het veilig strand,
waar blauwe baren van het sprokenmeer
graflieders ruisen voor het droef weleer.
Waar statige palmen wuiven in het woud,
waar vreemde vogels orgelen in het hout,
slaap goede vader, koos toch uw kind,
krank, daar het al te veel heeft bemind.
Licht geeft ge een ure, licht geeft ge een stond
heil, dat het wakend zocht, doch niet vond.
28-05-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
27-05-2017 |
Slaapliedje 1. Constant Eeckels |
Slaap, zoete dover van felle brand,
kom, sluit mijn ogen met fulpen hand,
kom, wieg mijn weeën op uwen schoot,
kom, draag mijn trachten naar rustige dood.
Sprei over het krijt, waar het verlangen strijdt,
uw donzen deken voor luttel tijd,
laat al dat graven van het scherp gedacht
wat staken, het voerend in vrede-nacht.
Weef wollen windsel rond diepe wond,
kus gloeiende ogen met malsen mond.
27-05-2017, 11:12
Geschreven door André
|
|
|
26-05-2017 |
Het duistert 2. Constant Eeckels |
Het duistert. De aarde slaapt bedwelmend. Als dromend
staan de sterren thans rond de oude maan,
en zien hoe wolken, die van heel ver komen,
loom nader glijden en naar het Westen gaan.
Ze drijven naar de dag, ginds weggezonken,
en hoorden het gerummel niet van rusten
voor hen die keren naar bekende kusten,
en zien de lampen niet, die vriendelijk lonken.
Ze drijven voort, naar de dode dag. Wij blijven
saam bij de nacht, die klammig ons omkleeft;
Het gevaar steekt op, lijk vroeger, wijl elk sterkte
als vege kaarsvlam bij een sterfbed beeft.
Wij, God, wij blijven bij de nacht, en voelen,
wijl we in vertwijfeling naast elkander dringen,
zijn noorden-adem het hete hart verkoelen,
en horen diep in het woud een uitvaart zingen.
26-05-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
25-05-2017 |
Het duistert 1. Constant Eeckels |
Voelt ge om uw hoofd ook de avondkoelte labberen:
een aaien van de te vroeg gestorven dag,
die ons beblonk met een verarmde zon,
en smakkend ons groet met een meepse lach? (1)
Hij groet ons nog van het uiterste der wereld,
waar anderen, minnend ook, zijn zoenen wachten,
en laat ons als troost, de loze nachten,
waarvan reeds blo een sterrenoogje perelt.
Het duistert. Schimmen vlotten langs de velden,
en waren rond de bomen, die daar plomp
oparmen als in wanhoop, en sluiks ritselen,
of elke tak voor de nakende winter kromp.
Het duistert. Het grote bos waardoor we dwaalden,
dreigt donker, roerloos. Moe-gestoeide winden
suizen gedempt, of zij het gebed herhaalden
der dolers, die in het woud hun weg niet vinden.
(1): meeps=zwak
25-05-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
24-05-2017 |
Kaarsen 2. Constant Eeckels |
Rond Zijn gebogen koningshoofd
drumt weer het zwart geweef,
dat in het gruwelijke zoeningsuur
voor brekende ogen dreef.
Langs dunne kaarsen rollen zwaar
de wassen tranen neer,
en stollen gauw, als het ware gestremd
bij het lijden van den Heer.
De rosse vlammen wemelen
met rusteloos gesis,
en spatten rode vonkjes in
de dikke duisternis.
Soms krimpen ze, of een grote schrik
door hun lijven sluipt,
en doven smokig, of er bloed
op hun wieken druipt.
24-05-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
23-05-2017 |
Kaarsen 1. Constant Eeckels |
De lange, gele kaarsen staan
als magere wachters rond
de Boeter, die daar hangt aan het kruis,
één ijselijke wond.
Het ziekelijk vlammenschijnsel schimt
vaal op het beenderige lijf,
met blauwe striemen overstreept,
uiteengerokken, stijf.
Als aarzelend waart het rond de gleuf
die wijd de lippen spart,
en glimt op het uitgedropte bloed
van het wreed doorspeerde hart.
Maar verder hoger trilt het niet
dan de afgebeulde borst,
alsof het wat daarboven is
niet meer beklaren dorst.
23-05-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
22-05-2017 |
Oude herinnering. Constant Eeckels |
Nu wankelt weer langs wegen van het verleden
de oude herinnering, die haar doden zoekt,
door het leven in vergetelheid geboekt.
Ze komt aan het kerkhof, door het genot gemeden,
omringd met popels, ritselende jammerzangen,
met wilgen, die laag de armen laten hangen.
De bleke vrouw sluipt ruisloos langs de zerken,
en spelt met moeite het half-verwiste schrift,
in grof arduin van ieder graf gegrift:
"Geluk....Vertrouwen....Liefde...."
Grillig vlerken
de vleermuizen rond bij avonddalen,
gelijk gedachten die in waanzin dwalen.
22-05-2017, 00:00
Geschreven door André
|
|
|
|
|
|