Er zijn zaken die je als fysiekpersoon betreffen, die je graag
veranderd zou willen zien. Je flaporen bijvoorbeeld. Of je te kleine mopsneusje. Toch
kunnen sommige persoonskenmerken niet veranderd worden, ook al zet je een buidel
met geld klaar. Je lichaamslengte is zon voorbeeld. Door de bank genomen worden
de Nederlanders en de Belgen veel langer dan hun vorige generatie en daar is
geen medicijn tegen.
Met je naam is
iets vergelijkbaars aan de hand. Voornaam of achternaam, je moet het ermee
doen. Je hele leven. Tenzij natuurlijk de wetgever ook vindt dat een dergelijke
naam een schandvlek is waarmee je onschuldig en ten onrechte bent opgezadeld.
Dan is diezelfde wetgever bereid water in de wijn te doen en je naam te
wijzigen.
Persoonlijk moet ik bekennen dat ik geen enkele moeite heb
met mijn naam. Noch met voornaam, noch met achternaam. Mijn achternaam (Boland)
laat zien dat enkele buitengewoon verre voorouders in een onvruchtbare
moerassige streek opgroeiden (dat accepteer ik verder zonder pijn) en met mijn
voornaam (Theodoor) hebben mijn ouders twee zaken duidelijk willen maken. In de
eerste plaats zagen zij mij (en natuurlijk gold dat voor al hun kinderen) als
een Godsgeschenk en in de tweede plaats wilden zij oma (mas moeder) een plezier
doen door mij naar haar te noemen. Er is duidelijk over mijn naam nagedacht.
Toen ik zon tien jaar geleden voor het eerst in Zuid-Afrika
was en met mijn Nederlandse collegas in onze huurauto rondtoerde in de
West-Kaap, gebeurde er iets dat mij persoonlijk erg raakte. Wij waren ongemerkt
in een streek beland waar te pas en te onpas mijn achternaam ijdel werd
gebruikt. Hij stond met grote letters te lezen op het plaatselijk bankfiliaal,
werd genoemd op een groot schoolgebouw (Boland College) en was duidelijk
zichtbaar op talloze uithangborden bij supermarkten. Later zag ik dat niet
alleen de locale wijncorporatie ernaar was genoemd, maar zelfs enkele
wijnflesetiketten droegen mijn naam. En daar wisten wij thuis niets van!
Bevriende ZA-collegas nodigden ons s middags uit om in het stadion aan de
rand van de stad (Wellington) te komen kijken naar de verrichtingen van de plaatselijke
rugbyclub. En, werkelijk waar, die club was ook al getooid met ónze achternaam!
Welke snoodaard probeerde hier mij een poets te bakken? Sort of practical joke
soms?
Tegen de voorzitter van de rugbyclub zei ik dat ik mij zeer
vereerd voelde. Deze, op zijn beurt, glimlachte wat besmuikt en zei dat het
toch een misverstand was. Het woord dat ik ervan verdacht mijn achternaam te zijn,
was hier de naam van een landstreek, een district. Net als bij ons in Nederland
Twenthe of De Kempen in België. En net zoals je bij ons spreekt over het
Twenthe College sprak je daar over de Boland Bank, de Boland Store, en de
rugbyvereniging the Boland Kavaliers.
Na die eerste keer ben ik er herhaalde malen terug geweest,
daar in die Boland. En steeds heb ik het gevoel dat ik een beetje thuiskom. Uit
en toch thuis. Thuis draag ik graag het t-shirt en het petje van de Boland
Kavaliers. Ook al begrijp ik nog steeds niet alles van die rare spelregels.
Maar het is natuurlijk wel mijn club. Dáárom.
-------------
Naschrift. Als je vanaf het noorden komt, uit de droge
savanne, en het landschap wordt plotseling groen, dan weet je dat je Boland
binnenrijdt. Kan niet missen. Kijkt u maar op een van de fotos. De spoorlijn
op de foto leidt (links gaand) naar Kaapstad. Van hieruit is het nog zon 120 kilometer. Op een
andere foto ziet u de outfit van een Boland-rugbyer en op weer een andere krijgt
u een idee in welk mooi landschap daar in Zuid-Afrika rugby wordt gespeeld.