terra's memories
Inhoud blog
  • Eind goed .....
  • Hanen en hun gekraai
  • streektaalboekje
  • Tijdverzetter
  • Vermist
  • Kosten en baten
  • Van heel ver weg naar heel dichtbij
  • NAGERECHT, TOESPIJS of TOETJE
  • FAQ
  • Pa's identiteit
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Aanbevolen adressen
  • Spinnenkop
  • opgeschreven herinneringen
    20-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vlinders en andere dassen

    Misschien herinnert u zich het nog: Prins Claus, de geliefde echtgenoot van onze eveneens geliefde oud-koningin Beatrix, die voor de ogen van het ganse volk zijn stropdas begint te ontknopen en die vervolgens voor zijn voeten op de grond werpt met de woorden: "Laten wij om te beginnen onszelf onze vrijheid teruggeven". Of woorden van gelijke strekking. De stropdas als metafoor voor onze zelfopgelegde dwang en onvrijheid.

    Ongeveer vijftien was ik, toen ik mijn eerste stropdas aangemeten kreeg. En als spoedig kon ik met behulp van de moeilijke Windsor-knooptechniek een lang smal stuk textiel veranderen in een prachtige halsversiering. De meeste mannen laten het knopen van hun stropdassen over aan hun echtgenoten of andere vrouwelijke familieleden, maar ik deed en doe het altijd zelf. Zonder problemen en tot in de puntjes.

    Een bijzondere soort stropdas is de vlinderstrik of het vlinderdasje (meestal als verkleinwoord). Een paar jaar nadat ik mij gewend had aan een traditionele stropdas was de tijd gekomen voor mijn eerste vlinderdas. Vlinderdasjes moet je eigenlijk ook zelf knopen, vooral die van fijne zijde, maar dat is mij nooit gelukt omdat we de gebruiksaanwijzing kwijt waren. Een geluk was dat je vlinderdasjes vóórgeknoopt kon kopen, waarbij je alleen maar de twee in je nek afhangende slippen aan elkaar moest knopen. Toch bleef de vlinderdas meestal in de kast liggen; het was ook geen gezicht.

    Veel jaren later deed zich de tweede gelegenheid voor waarbij ik een vlinderdasje droeg. Dat was bij mijn promotie en het protocol bij de universiteit waar de promotie plaatsvond eiste dat de promovendus gekleed was in smoking: in het zwart met een wit vest en een dito vlinderdasje. Het duurde overigens maar een halve dag en het verhoogde het plechtige en feestelijke karakter van de promotie zeer (vond iedereen).

    Voorlopig de laatste gelegenheid om met een vlinderdasje te pronken had plaats toen wij veertig lange jaren gelukkig getrouwd waren. Mijn vrouw had het lumineuze idee van allerlei kleurige stoffen overblijfselen een vest te fabriceren, inclusief bijpassend vlinderdasje. Het resultaat ziet u hieronder. Op het feest werd het resultaat van de noeste vrouwenarbeid zeer bewonderd.

    Het pronkstuk van de collectie komt als slotstuk. Dat is een quilt, eveneens door mijn vrouw gemaakt, waarbij een aantal vlinderdassen gecombineerd zijn in een vernuftig patroon. De quilt, die zoals bekend verondersteld mag worden uit drie lagen bestaat, heeft een toplaag die bestaat uit restanten van enkele van de vele stropdassen uit mijn in de loop der jaren bijeengegaarde verzameling. Is dat niet bijzonder? Ik kreeg de quilt als een verjaarsgeschenk en een mooier cadeau is niet denkbaar.



     










    20-02-2015, 17:23 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:vlinderdas,stropdas,vlinderdasje
    06-02-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Per abuis

    De door mij zeer heilig geachte Nicolaas (in dit geval plaatsvervangen door mijn jongste broer) verraste mij op 5 december 2006 met een echte surprise: een stripalbum over een zekere meneer Pimpelmans die met vakantie gaat. Geschreven en getekend door G. Th. Rotman en (her)uitgegeven door een kwartet regionale dagbladen. De avonturen van meneer Pimpelmans stonden halverwege de vorige eeuw in onder andere De Graafschapper, een krant die wij thuis lazen. Het waren de dagen van Bulletje en Bonestaak die in Het Vrije Volk furore maakten, maar het was uitgesloten dat een dergelijke rode krant ooit bij ons op de mat zou vallen. Het was de tijd van de wederopbouw, van de verstikkende bekrompenheid, van de desintegrerende verzuiling.

     

    Mijnheer Pimpelmans is een veearts in ruste. Hij geniet van een onbezorgde levensavond, samen met zijn vriendelijke en hartelijke echtgenote. Hoe meneer Pimpelmans met zijn voornaam heet, weten we niet. Misschien heeft hij die niet eens. Wel dat hij een ouderwetse monocle draagt, zo’n bril zonder pootjes, aan een touwtje, die je op je neus klemt. Het belangrijkste fysieke kenmerk van meneer Pimpelmans is ongetwijfeld zijn omvang. Hij weegt schoon aan de haak minstens 250 pond. De eerlijkheid gebiedt te zeggen dat zijn geliefde echtgenote hem daarbij op de voet volgt.

    Maar dit valt allemaal volkomen in het niet als je oog hebt voor het belangrijkste aan meneer Pimpelmans: hij trekt onheil aan en roept het over zich af. Dat doet hij ongewild en nooit expres: het overkomt hem. Het gebeurt per abuis. Hij is de levende Wet van Murphy: alles wat maar fout kan gaan, gaat in de nabijheid van mijnheer Pimpelmans gegarandeerd fout. Mijnheer Pimpelmans vervult zijn slachtofferrol met verve. Zijn zonnig gemoed helpt hem er altijd weer bovenop, hoezeer het onheil hem ook treft.

     

    In de tijd dat de verhalen van mijnheer Pimpelmans in de krant te zien en te lezen waren, bevond ik mij in een wat ontwikkelingspsychologen noemen rustige periode. Tussen 5 en 11 jaar (om en nabij), tussen de eerste identiteitscrisis en de woelingen van de opkomende puberteit. Een tijd waarin je de wereld om je heen in je opzuigt, een tijd waarin je leert hoe de zaken zo’n beetje in elkaar zitten. Een tijd ook waarin iets leren geen straf, maar een plezier is. Je luistert met open oren naar de gesproken verhalen en overleveringen van mensen die het kunnen weten. En omdat je het op school pas hebt geleerd, gebruik je die nieuwe vaardigheid om alles te lezen wat los en vast zit. Wat een geluk dat je ouders ook van die leesfanaten zijn en dat het huis wemelt van gevulde boekenkasten.

    De kranten? Wij lazen Trouw. Voor het landelijke en buitenlandelijke nieuws, gewoon omdat het toen ook al een van de betere kranten was en – niet te vergeten - omdat hij in de oorlog zuiver op de graat was geweest. Het was immers een verzetsblad. Trouw lazen wij samen met een buurvrouw, een lieve domineesweduwe die op 250 meter afstand woonde. ’s Avonds tegen zevenen rende ik met Trouw naar de buurvrouw, niet zelden op kousenvoeten omdat je dan ongekende snelheden kon bereiken. Voor de heen- en terugweg had ik zo’n 35 seconden nodig. Dat weet ik, omdat ik soms de tijd opnam en menig record heb verbeterd.

    Voor het plaatselijke en streeknieuws hadden wij De Graafschapper. Deze krant, later tot ons verdriet omgedoopt tot Zutphens Dagblad (nu De Stentor), had een grote concurrent, namelijk De Graafschapbode (nu De Gelderlander). Als je De Graafschapbode zei, zei je ook meteen Misset in Doetinchem. Daar werd de krant gemaakt. Bijna iedereen in ons dorp las De Graafschapbode en ik weet nog dat mijn vriendjes raar opkeken toen ze merkten dat onze krant een andere was dan die zij van thuis kenden. Aanvankelijk lazen wij thuis ook De Graafschapbode, maar toen een correspondent van dit blaadje een nogal negatieve recensie schreef over de uitvoering van het zangkoor waarvan mijn vader voorzitter was, ontstak deze (vader) in woede en stapte over op de concurrerende periodiek. Achteraf gelukkig, anders had ik nooit kunnen smullen van mijnheer Pimpelmans escapades. Iedere dag knipten wij de strip uit en plakten deze met gluton in een verzamelschrift. Het spijt me tot op de dag van vandaag dat we op een of andere manier het Pimpelmansschrift zijn kwijtgeraakt. Gelukkig hebben we nu een kopie.

     

    Juist had hij de koffer dicht, toen zijn vrouw binnen kwam. Ze bracht meteen nog wat dingen mee, die er ook in moesten. Zelfs de fles hoeststroop, die nog op de wastafel stond, ging er ook in. De koffer puilde naar alle kanten uit. Maar met het sluiten hadden ze niet de minste last. Ze gingen er samen boven op staan.

    Ik zal wel zorgen dat ie beneden komt”, sprak mijnheer Pimpelmans kordaat. “Ga jij maar vast.” Inderdaad zorgde mijnheer Pimpelmans er voor dat de koffer beneden kwam. Er klonk een hevig rommeldebommel op de trap en mevrouw werd bedolven onder overhemden, jurken en sokken. Het goede mens wist niet hoe ze het had.

    (Originele tekst)

     

    Mijnheer Pimpelmans ten voeten uit. Alles wat hij onderneemt, loopt verkeerd af. Wij allen thuis, Ma niet in het minst, moesten hier vreselijk om lachen. Zelf vond ik het af en toe de spuigaten uitlopen. Waarom moest die arme mijnheer Pimpelmans zo lijden onder de grillen van het lot? Waarom vergat de schrijver van het verhaal die dingen te noemen die wél goed gingen? Ik had medelijden met meneer Pimpelmans, maar ik zag wel hoe zeer iedereen om mij heen genoot van Pimpelmans’ avonturen, dus kon het niet anders dan grappig zijn. En dus lachte ik mee. Maar niet altijd van harte.

    Nu ik na zoveel jaar de tekeningen terugzie en de strip nog weer eens lees, vier ik een feestje van herkenning. Zoals bij de tekening van de hagelwitte kluit ijs die mijnheer Pimpelmans, staande op het balkon, laat vallen op de blote rug van mevrouw Ribbenspek die nietsvermoedend op het terras beneden een kopje thee drinkt. Het gebeurt allemaal per abuis. En de herinnering aan haar wraak is springlevend: ze slingert hem niet alleen de heftigste verwijten naar het hoofd, maar ook het thonetstoeltje. Ook per abuis. Maar wat betekende, wist ik niet toen ik het verhaal voor het eerst las. Nu nog niet precies, trouwens.

     

     










    06-02-2015, 11:11 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:strip,stripverhaal,De Graafschapper,Mijnheer Pimpelmans
    27-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Muzikaliteiten


    Nu eens - voor de broodnodige variatie - een informatieve tekst waarvan u het een en ander kunt opsteken, maar die u nochtans ook met een korreltje zout kunt nemen.

    Want wat is het geval? Vanuit diverse invalshoeken bereiken mij vragen over het muziektijdschrift "Hoor & Wederhoor". Vragen in de trant van: bestaat het blad nog? En verschijnt het ook nog wel eens? In een zowel digitale als non-digitale versie? Bekleedt Evert-Jan Vioolsleutel nog steeds het hoofdredacteurschap? Is de rubriek FAQ-rubriek nog steeds dezelfde onovertroffen vraagbaak? In het navolgende antwoorden op deze en andere vragen.

    Bestaat "Hoor & Wederhoor" nog? Jazeker, en in volle omvang en glorie. Er was vorig jaar juli sprake van een mogelijke opheffing, maar niet omdat er te weinig abonnees zouden rondlopen. Integendeel, het blad ging bijna ten onder aan de vloed van abonnees, interessante artikelen en goede bedoelingen. Na het stellen van een aantal limieten: niet meer dan 76 pagina’s, maximaal 20 advertenties en hoogstens 2345 abonnees ligt H&W weer volledig op stoom en koers. Wij laten u beneden alvast de omslag van het komende februarinummer zien waarop de befaamde komponist Willibald Glücklich zo te zien oefent voor een gastoptreden in DWDD.

    Inderdaad zit de heer E-J Vioolsleutel als vanouds op de plaats waar normaliter de hoofdredacteur zit. Hij schrijft nog steeds zijn in het oog springende columns over vergeten composities en dito componisten. Bovendien heeft hij een nieuwe aandachttrekkende rubriek geïntroduceerd waarin musicerende belangstellenden van allerlei kunne een date kunnen afspreken. Hierdoor is bijvoorbeeld de LAT-relatie tussen de Bach-kenner Klaas Welgemoed en gambaspeelster Katrien Vroeginhetbos ontstaan. De laatste gloriedaad van Evert-Jan is het verijdelen van de opstand van de Beethoven-fractie in de H&W-redactie. Gelukkig maar, twitterden velen.

    H&W kan sinds kort zowel analoog als digitaal gelezen worden. U wordt verzocht voor het adres uw klassieke appstore te raadplegen. Het abonnementsgeld is overigens wat hoogte betreft niet veranderd. Hoeveel ieder voor een abonnement moet betalen kunnen wij hier niet bekendmaken. Dit, omdat iedereen naar draagkracht betaalt en vanwege de privacy.

    Zeker, nog immer is de FAQ-rubriek met veelgestelde vragen en antwoorden het meest gelezen onderdeel van H&W. Velen slaan als eerste pagina 45 op en proberen de daar gestelde vragen te beantwoorden, niet voordat zij de antwoorden van de experts hebben gelezen. Soms verschijnt er op pagina 12 een ingezonden brief van iemand die het oneens is met het antwoord van een FAQ-man of vakvrouw.

    Zo was er een verschil van mening tussen FAQ-redacteur Henk Groetjes Jr. en de geachte lezer J. de Bruin uit (niet toevallig) Bruinisse. De heer de Bruin meende dat de hoofdbedekking van de Vuurwerkcomponist G. F. Händel (H&W, septembernummer 2012) een afgezakte pruik was, terwijl Groetjes met hand en tand de stelling verdedigde dat wij hier Händel zien met de slaapmuts die hij op had tijdens het schrijven van zijn Watermuziek. (Zie de betreffende afbeelding.) De discussie duurt voort, evenals het voortbestaan van H&W.

     





    27-01-2015, 22:05 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Hoor & Wederhoor, klassieke muziek, muziiektijdschrift
    20-01-2015
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Supermarktgeluksgevoel

    Elke dinsdagmiddag, dus ook vandaag, komt mijn reclamepostbode. ’s Morgens heeft mijn trouwe ochtendblad de brievenbus voor zich alleen, maar wanneer ik ’s avonds nog eens een keer kijk en de klep open doe, valt een hele lading papieren reclame op de grond. En omdat wij in het grensgebied tussen Nederland en Duitsland wonen, bevinden zich onder de reclamefolders ook veel veelkleurige aanbiedingen van-over-de-grens van winkelketens als daar zijn Edeka, Netto, Penny en natuurlijk de grootgrutters Lidl en Aldi.

    Aan mij hebben de makers van de supermarktreclames een slechte, want in de meeste gevallen verdwijnt op de dinsdagavond de hele folderstapel ongelezen in de oud-papier-container.

     Ook aan boodschappen doen heb ik een broertje dood. Het is dat de mens af en toe moet eten om te blijven leven, anders kwam ik nooit in een supermarkt. Het enige interessante uit zo’n winkel zijn de observaties van de bezoekers. Net als zomers op een terrasje kijk ik graag naar de voorbijslenterende klanten met hun volle boodschappenwagentjes en luister ik naar hun gesprekken wanneer zij met diezelfde inkoopskarren mij de weg versperren. Af en toe zie of hoor je in de supermarkt iets waarvan je denkt: daar moet ik toch eens een blogje over schrijven zodat ook anderen van mijn ervaring kunnen profiteren.

    De volgende, echt waar gebeurde, gebeurtenis speelde zich vorige week maandagmorgen af toen ik noodgedwongen de als een olifant zo grote Jumbo bezocht die zich aan de rand van het dichtstbijzijnde dorp bevindt. Ik ga voor het gemak even over in de tegenwoordige tijd.

     

    Ik sta net bij de handsinaasappelen in de groenteafdeling als ik in de korte rij bij kassa 2 iets bijzonders zie gebeuren. Een wat oudere vrouw onderhandelt met de kassière over de afhandeling van de aankoop. Achter haar straat een man van zeer middelbare leeftijd rustig zijn beurt af te wachten. Het schijnt dat de blijkbaar zwakbegaafde vrouw te weinig geld meegebracht heeft voor het vele dat ze mee naar huis wil nemen. Met opmerkingen als “Heb je dit wel nodig?” en “Eén pak frisdrank in plaats van twee kan toch ook wel?” probeert de kassière de kosten van de mee te nemen waren in overeenstemming te brengen met het beschikbare geld. Maar de oudere mevrouw houdt voet bij stuk en weet van geen wijken. Net zo min als de vriendelijke kassière die blijft volhouden dat de mevrouw zeven euro en zeventig cent tekort komt.

    Dan gebeurt het wonder: de middelbare man achter hen komt naar voren en zegt: “Zo komen we geen steek verder. Weet je wat: ik zal de rest wel betalen. Zo, van een tientje krijg ik zelfs nog twee euro dertig terug.”

    Het lijkt of een golf van geluk neerdaalt over de betrokken personen. De oudere mevrouw bedankt de gulle gever uitbundig en schommelt even later vrolijk met haar volle kar richting uitgang. De kassière bedankt evenzo hartelijk en vertelt het verhaal aan een collega die gemerkt heeft dat er wat bijzonders aan de hand is. En ikzelf, nog altijd geïnteresseerd toekijkend bij de handsinaasappelen, verheug mij zeer omdat er blijkbaar toch nog steeds mensen op deze wereld rondlopen die iets voor een ander over hebben. Mijn dag kan niet meer stuk. Dat geldt voor iedereen uit het verhaal, behalve voor die enkele kniesoor die zijn hoofd schudt bij het idee dat iemand zo dom kan zijn de schulden van een onbekend iemand in een supermarkt te betalen. Maar zo’n soort mensen hou je altijd. Daar halen wij onze schouders over op.








    20-01-2015, 18:37 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:supermarkt,geluksgevoel
    27-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Pubquiz

    De combinatie van een pub (inderdaad: een Engelse eet- en drinkgelegenheid) en een quiz mag u op het eerste gezicht wat vreemd voorkomen. Maar toch, ook in Nederland doen zich gelegenheden voor waarbij een aantal teams elkaar in een cafézaaltje proberen de loef af te steken wat betreft hun kennis van feiten en weetjes. Zo gingen afgelopen zondag in een dorp niet ver van mijn woonstede niet minder dan 13 teams (bestaande uit minimaal drie personen) met elkaar in het strijdperk. De dienstdoende DJ’s, die normaliter de kost verdienen met het draaien van allerlei opbeurende plaatjes, hadden ook deze keer weer een scala van vragen opgesteld over de meest verschillende onderwerpen. Zoals daar zijn: actuele politiek, kunst en cultuur, regionale kennis, sport, popmuziek, koken en voedsel, noem maar op. Drie rondes werden er gespeeld, elk met 10 vragen, waarbij die vragen weer onderverdeeld waren in een aantal deelvragen. Het team dat door goede antwoorden blijkt geeft het meest te weten, verdient de eerste prijs en is bovendien verzekerd van eeuwige roem.

    Een van mijn zonen is samen met een aantal vrienden en vriendinnen – het team heet ꞌKlok en Klepelꞌ - een enthousiast pubquizdeelnemer. Omdat verleden zondag echter een paar teamleden (klokken of klepels, dat weet ik niet meer) verhinderd en dus afwezig waren, had mijn zoon zijn vader, zijn oudere broer en een van zijn neven  uitgenodigd om voor één keer de ontbrekenden te vervangen. Klokslag zondagmiddag vier uur werd de openingsvraag gesteld. De dertien teams plus hun begeleidende supporters zorgden voor een volle zaal en een inspirerende stemming. De quiz vond plaats in het zaaltje bij het beroemde café Schiller. Ongetwijfeld genoemd naar de grote Duitse dichter, zodat bij voorbaat niet aan de kwaliteit van de gestelde vragen hoefde te worden getwijfeld.

    Voordat ik u het verdere verloop van deze spannende quizgeschiedenis vertel, even iets anders. Eerder vorige week had ik als gast op de kerstviering van de plaatselijke plattelandsvrouwen de eer hen iets te vertellen over buitenlandse kersttradities. Daarbij kwamen onder andere de Russische Vadertje Vorst, de schone Zweedse Lucia met haar kaarsenkroon, Papa Noël en de Amerikaanse Santa Claus op de proppen. Ik vertelde bijvoorbeeld hoe de op de Noordpool wonende Kerstman Santa Claus, die komische mengeling van de heidense oppergod Wodan, (of Odin, of Yul, zo u wilt,) Father Christmas en Sint Nicolaas, op een door acht rendieren getrokken slee door het zwerk zoeft. Om niet helemaal voor schut te gaan had ik van te voren nog eens goed de kersttraditieliteratuur doorgenomen.

    Terug naar de quiz. Nadat de quizmaster vooraf de deelnemers nog even op het hart had gebonden vooral niet te ꞌgoogelenꞌ naar antwoorden, begon de eerste ronde. Veel vragen en onderwerpen kwamen aan de orde en ik merkte al gauw hoe vlug de algemene kennis van mens en wereld vervliegt. Vaak zat ik nog over een vraag te dubben terwijl de quizmaster al met de volgende bezig was. Gelukkig konden de andere teamleden het tempo volgen. Na de eerste ronde werden de antwoordbladen gewisseld zodat elk team de antwoorden van een ander kon nakijken. Na de eerste ronde verkondigde de DJ een eerste tussenstand. Het ꞌKlok en Klepelꞌ-team bevond zich in de voorhoede van het deelnemersveld, maar het peloton zat nog relatief dicht bij elkaar.

    In de tweede ronde gebeurde iets bijzonders, iets wat mijn jongere broer ongetwijfeld met het begrip synchroniciteit zou hebben bestempeld. (Van synchroniciteit is sprake wanneer twee geheel op zichzelf staande gebeurtenissen elkaar in de tijd ontmoeten.)

    Wat was er aan de hand? Vraag 3 had betrekking op kersttradities. De vraag was: ꞌSanta Claus vliegt, zoals wij allen weten, op een door acht rendieren getrokken slee door de lucht. Noem de voornamen van de acht rendieren. Een punt voor elke goede naam!ꞌ (Rudolph, het roodneuzige negende rendier dat later is toegevoegd, telde natuurlijk niet mee.) Later bleek dat alleen de groep ꞌKlok en Klepelꞌ het juiste antwoord had gegeven. Want volgens Terra heetten de rendieren achtereenvolgens: Dasher, Dancer, Comet, Cupido, Prancer, Vixen en tenslotte Doner en Blixen (Donder en Bliksem).  

    Normaliter had ik misschien twee of drie namen geweten. Alleen door mijn verhalen over US-kersttradities drie dagen eerder wist ik alle namen. Toeval of …? In elk geval was het zo dat de quizgroep ꞌKlok en Klepelꞌ hierdoor een voorsprong nam die zij tot het einde toe behield. De eerste prijs bestond uit een aantal flessen (goede) wijn. Daarbij natuurlijk begeleid door de bewondering van de hele zaal, plus roem en eer die aanhouden tot aan het begin van de volgende pubquiz over enkele weken.    

     

    Hieronder ziet u een van de quizgroepen zich mentaal voorbereiden. Omdat de quiz samenviel met Serious Request (daarom ook de naam: Schillers Request) was de inleg van ieder team bestemd voor dat goede doel. Daaronder proberen leden van de groep ꞌKlok en Klepelꞌ bij Ronde II, vraag 3, te ontdekken welke personen op het scherm zijn afgebeeld.

     






    27-12-2014, 12:10 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Tags:pub,pubquiz,quiz
    19-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kerstbuke (enkelvoud: kerstboek)

    Vandaag, op een van deze donkere dagen voor Kerst, zet ik u voor de afwisseling een verhaal in de streektaal voor. Dit dialect wordt gesproken in de zuidelijke Achterhoek, dat is een deel van de Nederlandse provincie Gelderland.  

     

    D’r wazzen, in ’t Dinxper (Dinxperlo) van 1949, nauweleks verschillen tussen de grote schole en de zondagschole. ’t Gebouw was ’tzelfde: de schole van Hazenberg an de Terborgseweg en ook de klassen wazzen dezelfde met de 1e, 2e en 6e klasse op de begane grond en de klassen 3, 4 en 5 op de eerste verdieping. Ook de klasgenoten wazzen dezelfden. Veur mi-j zatten - zommer en winter, deur de waeke en op zondag - Doortje Schuurman van Anna Barink en Gerda ter Horst van ’t bruggesken. Hans Rutgers en Hannie Lieftink zag i-j op waekdagen wel, maor zondags niet, want de kinder van de Vergadering der Gelovigen hadden eur eigen zondagschole, ergens achter ’t postkantoor, dichte bi-j ’t olde kerkhof. Wi-j heurn zondags dezelfde biebelverhalen as deur de waeke en zongen dezelfde lieder.  Wi-j wazzen op zondag net as op maondag dan weer ’s ondeugend en vrech, dan weer zute en onderdanig met de arme aover mekare.


    Het grote verschil tussen de normale laegere schole en de zondagschole was - behalve d’n dag dan - dat t’r gin echte meisters of juffrouwen veur de klasse stonnen, maor gewone vrouwluu en mansluu die in de waeke gewone beroepen hadden en gewoon wark deien waor ze gewoon veur betaald wiern. Leken zogezegd, die zonder enige vorm van opleiding, geacht wieren um viefendertig kinder in de klasse  in ‘t gareel te hollen. Sommige zondagschoolmeisters konnen d’r met permissie ezegd niks van en anderen hadden dat orde hollen en dat ‘managen’ van een klasse van zichzelf al in de vingers. Die hoeven i-j niks meer te vertellen, want dat deien ze zelf al.

    In de buurtschap De Heurne was dat anders: daor hadden de gewone meisters en juffrouwen ook op zondag dienst. Niet zo in Dinxper: daor stond op zondag de timmerman veur de klasse of de jonge mevrouw die deur de waeke altied bi-j de boerenleenbanke an ’t loket zat. De gewone leerkrachten zag i-j op zondag niet. Die hadden ’t zeker te druk met ’t bi-jkommen van de vermoeienissen van de afgelopen waeke.   

    De zondagschole kennen twee hoogtepunten. ’t Eerste was ’t  uutstapjen zommers naor de spöltuin in Engbergen. Een paar boeren stellen peerd en wagen beschikbaor, de zondagschoolkinder wiern op-eladen, en daor ging ’t hen. De melkbusse met ranja mos ook met, net as de doze met gesmeerde breudjes met keze. Bli-j en voldaon kwam i-j ’s aovends weer thuus met een winkelhaok in de   ni-je pofbokse en een bratse an de kop umda’j van de draejmölle wazzen evallen.

    ’t Tweede en eigenlek échte hoogtepunt was ’t kerstfeest in de grote dorpskerke. Op een aovend in de waeke wier ’t ehollen en um half zes ko’j de verschillende klassen van de zondagschole samen de kerke zien binnenkommen, de kinder allemaole schoon ewassen en ekamd en gewapend met een köpken met een lint um de nekke. Zondags most i-j in de kerke de mond hollen, maor op ’t kerstfeest was d’r een geroezemoes van wonder en geweld. Maor dán mocht dat. Tutdat ’t opperhoofd van de zondagschool ’t woord nam en ’t kerstfeest begon. Dan was iederene stille en eerbiedig. Onder ’t zingen van de bekende kerstliederen en ’t luusteren naor ‘t kerstevangelie ha’j gelegenheid de kerke rond te kieken en de lempkes in de kerstboom te tellen.

    Twee verhalen wieren d’r verteld. Het Kerstverhaal en een kerstverhaal. Het eerste verhaal uut Lucas 2 kennen wi-j al zowat uut de kop, zodat d’r weinig verrassing bi-j kwam kieken. ’t Andere kerstverhaal, dat nao de pauze verteld wier, ging vake aover iemand den heel iets naars aoverkommen was, maor dat op ’t ende toch nog goed afliep.

    In de pauze wier deur vri-jwilligers cacao eschonken en daorbi-j kwam ’t met-ebrachte köpken goed van pas. Soms met een kerstkransjen d’rbi-j. I-j kregen ook nog een sinaasappel, maor meestal pas an ’t ende, a’j naor huus gingen.

    Nao ’t slotlied “Ere zij God” kwam veur mi-j ’t ultieme, absolute hoogtepunt. Iets waor’k ’t hele jaor naor had uut-ekken. De klassen van de zondagschole kroppen ergens in de  kerke bi-j mekare. Zitten wachten op de juffrouw die uut de konsistoriekamer terugge kwam met een doze vol buke. Ze ging op een banke staon, nam ’t baovenste boek van de stapel, laezen de naam op van degene den op ’t etiket stond, kek effen rond en gaf ’t boek an de gelukkige ontvanger.

    Een kerstboek: een mooier kerstkadootjen kö’j ow nauweleks veurstellen. En dan ’t liefste een boek met een hard kartonnen kaft en ene met völle bladzijden. Anders ha’j ’t boek te gauw uut.

     

    In 1949 kreeg ik ’t boek “Van verdrukking naar de vrijheid” uut-ereikt, een verhaal aover de Franse tied, eschreven deur een zekeren H. Schouten met plaatjes van Jan Lutz. Een boek met niet minder dan 92 bladzijden en een hard kaft. Ik was de koning te rieke. ’t Boek wier mien uut-ereikt deur zondagschoolmeister Willy Lammers, in die tied personeelschef bi-j de metaalgaasweverij-e van Hallen en in zien    vri-je tied verwoed schaker en veurzitter van KEV.

    Een paar jaor later, in 1954, kreeg mien latere echtgenote Rikie Westerveld van Beesterni-jhuus op ’t kerstfeest van de Heurnse zondagschole ”Ergens in de wijde wereld” eschreven deur de beroemde W.G. van der Hulst. ’t Enige jammere was dat ’t een jongensboek was.

     

    En now, in 2014? In een van onze boekenkasten, ergens op een planke bi-j mekare, staot nog altied een riege kerstbuke. Te mooi um weg te doen.



     Met dit streektaalkerstverhaal wens ik al mijn lezers en lezeressen prettige kerstdagen!




      





    19-12-2014, 21:10 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:kerstmis,zondagschool,boeken,kerstfeest
    13-12-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het hoofd in de boeken

    Twee foto’s laat ik u aan het einde van dit verhaal zien. De eerste toont de boekenkast in mijn achterkamer (zelf in elkaar getimmerd, jawel) en op de tweede ziet u twee rijen boeken. Voor deze gelegenheid op z’n kant gezet, zodat u de boektitels kunt lezen. Want over boeken gaat dit verhaal.

    Waarom ik u een aantal boekruggen laat zien? Noch om mijn belezenheid te bewijzen, noch om te laten zien hoe smaakvol boeken gearrangeerd kunnen worden. Zomaar, van de weeromstuit zogezegd, heb ik twee willekeurige planken uit twee evenzo willekeurige boekenkasten gefotografeerd. Toevallig zijn dit twee planken uit onze slaapkamerboekenkast. De boeken staan altijd zo; ze zijn niet voor deze gelegenheid extra rechtop gaan staan. Ook heb ik niet stiekem een boek wat u niet zou aanstaan of waarvoor ik me schaam even vervangen door een ander exemplaar met een meer welgezinde titel. Het zijn niet persé mijn lievelingsboeken, hoewel ik er geen enkele wil missen. Dat zij hier staan, op déze plank en in déze kast, is louter toeval.

    Hoewel wij de gewoonte hebben te lezen met onze ogen en in het verlengde daarvan met onze hersenen, is het opvallend dat echte liefhebbers graag neuzen in eigen en andermans boekenkasten. Het tweede wat ik doe bij een eerste visite aan een nieuwe kennis (het eerste is voeten vegen) is kijken wat de gastvrouw of gastheer qua boekenbezit in de aanbieding heeft. En omdat ik vanwege mijn calvinistische opvoeding niet anders kan, verbind ik daar altijd een waardeoordeel aan: wel of niet veel soeps. Interessant wordt het als de gastvrouw van dezelfde soep houdt als de gast: ‘Ja hè, Hella Haasse is hier onovertroffen!’ (Net of wij er verstand van hebben.)

    Sommigen vinden boekenkasten sta-in-de-weggen. Anderen conformeren zich aan de heersende opvatting uit de meubelcatalogi: in godsnaam geen boekenkasten in het binneninterieur, maar ik vind het bijna een doodzonde als mensen willen leven in een boekloze omgeving. Een excuus als ‘maar wij hebben toch een digitaal e-boek’ vind ik eerlijk gezegd nogal gezocht.

    Boeken zijn op hun best in speciale kasten. De echt mooie, die van vloer tot plafond, met glazen deurtjes en een laddertje om Gullivers Reizen van de bovenste plank te kunnen pakken, kunnen wij ons niet veroorloven. Maar onze kasten hebben weer een ander voordeel. De onze zijn dieper dan normaal zodat wij boeken waarvoor wij ons eigenlijk schamen ze te bezitten ergens achter de frontrij aan het gezicht kunnen onttrekken.

    Kunt u mij een aangenamere bezigheid noemen dan het uit de kast pakken van een boek, het liefkozend betasten en voelen van omslag en papier, het opsnuiven van tussen pagina’s opstijgende geuren die vaak zo lang hebben opgesloten gezeten, en het genieten van de sierlijke, zelfgeschreven eigenaarsnaam, het artistieke ex-libris en de bijna onleesbare opdracht? (Voor Terra van N. ter herinnering aan 12 september 1979).

    Gelooft u mij, wat lezen echt tot een verrukking maakt is de herhaling. Het voor de tweede keer lezen van een boek mag men met het cliché ‘een feest der herkenning’ afdoen, het is wél waar. Hoe groot immers is niet de voldoening als je bij de herhaalde lezing van een boek een plot begrijpt die je de eerste keer volledig was ontgaan! Hoe verassend toch en aanvankelijk onopgemerkt blijkt bij nader inzien de woordkeus van de auteur te zijn!

    Merkwaardig, maar toch waar: het opperste leesgenot is onafhankelijk van de inhoud. Wát je leest is voor een himmelhoch jauchzende leeservaring niet doorslaggevend. Het gaat om de herinnering aan die allereerste keer. Het is de originele ervaring en het unieke gevoel dat daarbij hoort. Het boek dat je samen met je geliefde op een zwoel zomeravondterrasje las tijdens de vakantie in Bergamo,  dat onherroepelijke, irreversibele, door-niets-te-bederven-of-te-overtreffen-gevoel. Iedere liefhebber van het geschreven woord begrijpt wat ik bedoel. En iedere keer als je het Bergamo-boek uit de kast pakt, komt dát gevoel terug.  

    Tussen de bedrijven door wil ik u nog even voor een voor de hand liggend misverstand behoeden. Leden van boekenclubs zeggen vaak tegen elkaar: ‘Leer mij uw boeken kennen en ik leer u kennen.’ Dat mag zo lijken, maar vergis u niet. Als u denkt dat u uit de titels van de boeken uit de kast het karakter van de eigenaar kunt afleiden, slaat u de plank mis. Ik zal het illustreren met een voorbeeld. Op mijn plank ziet u Toon Tellegens epos Misschien wisten zij alles staan. U moet daar niet uit concluderen dat ik een encyclopedist ben, een verzamelaar van feitjes en boulevardnieuwtjes. Integendeel, ik hecht meer aan onbekommerd inzicht dat zich niets aantrekt van de ervaring van alledag, maar ook dat kunt u niet zomaar uit mijn boekenkeuze afleiden.

    Tenslotte mag ik u nog even wijzen op enkele bijzonderheden uit mijn getoonde boekenvoorraad.

    ·        U ziet enkele boeken die direct of indirect verwijzen naar Zuid-Afrika (Breytenbach, Robben Island, Afrikaanse zinnen, Nuwe stemme, Bobbejane). Dat komt omdat ik er een aantal jaren geleden wat heb rondgereisd. (En het Afrikaans is méér dan alleen de taal van de apartheid.)

    ·        Over Sebastian Haffners Anmerkungen zu Hitler hoef ik het niet te hebben. Daar is het laatste woord allang over gezegd. (Aanbevolen.) Duitse boeken zoals dit gedragen zich overigens wat vreemd in de boekenkast. Je moet ze altijd op hun kop zetten.

    ·        Annie Makkink is een verre kennis uit de tijd dat ik werkte voor mijn geld. Helden op sokken is een terecht bekroond boek, ook door de mooie tekeningen van Marit Törnquist. (Kinderboeken worden vaak veel mooier uitgegeven dan grote-mensen-exemplaren, maar dat verdienen ze ook wel, vind ik.)

    ·        Boeken over feitelijkheden (Sachbücher, non-fictie dus) lees ik graag. Eskimo en IJspret zijn twee van dat soort boeken.

    ·        Met schaamte noem ik De wijsheid van de genen (Christopher Wills). Een mooie uitgave van Uitgeverij De Haan (Houten, 1991). Gekregen van mijn broer op 5 december 1992, lees ik op het voorkaft. (Met bisschoppelijke groet, heeft hij er bijgeschreven.) De schaamte heeft te maken met het feit dat ik het boek nooit heb gelezen en waarschijnlijk nooit zal lezen, hoe mooi het blijkbaar ook is. Ik begin er aan, maar maak het niet af. Ik kom er aan, maar ik kom er niet toe.

    En voor het overige, kies maar uit wat van uw gading is. Misschien is er wel een boek bij dat ook uw boekenkast siert.

     






    13-12-2014, 20:41 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:boeken,lezen,boekenkasten
    29-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hartenkreten

    In deze tijd van het jaar, november, wanneer de eerste nachtvorsten toeslaan, is het weer de tijd van de in formatie overvliegende trekvogels. Zij geven er hiertelande de brui aan, verzamelen zich en vliegen groepsgewijze naar zuidelijker oorden waar zij de winter heelhuids proberen door te komen. Dat vliegen gebeurt in de traditionele v-vorm: ergonomisch zeer verantwoord en efficiënt bij het leven. Schuin achter hun voorganger (waarvan de voorste als leider fungeert) vliegen zij met zo weinig energieverbruik als maar denkbaar is achter elkaar aan. Af en toe wordt iemand anders voor een poosje de leider, zodat men niet kan beweren dat maar één vogel de dienst uitmaakt en de route uitzet. Hier in het buitengebied zijn wij eraan gewend af en toe formaties kraanvogels of ganzen luid informatie uitwisselend naar het zuidoosten te zien vliegen. Wanneer het zwanen zijn, die toch veel liever tamelijk solitair vliegen, lijkt het wel of ik weet niet welke lawaaischopper bij ons over de zandweg rijdt, zo’n gezoef en vleugelgeklapper horen wij dan.

    Sinds kort zien we een nieuw fenomeen aan ons zwerk. Een tot dusver onbekende groep trekvogels die wij vorige week voor het eerst zagen deed min of meer geslaagde pogingen om in v-vorm te vliegen. Omdat ik niet meteen ras en soort kon ontdekken, hebben we eerst onze toevlucht gezocht bij de alwetende wikipedia. Maar die bood geen soelaas. Tenslotte lazen wij bij toeval een ingezonden brief van de tamelijk befaamde ornitholoog Klaas van der Zijp Gzn. die over hetzelfde schreef. Het zou gaan om een tot nu toe onbekende ganzensoort: de roze hartengans. Het roze slaat op de kleur van het verenpak, en de harten verwijzen naar de globale vliegvorm. Dat wil zeggen: als zij in v-formatie overvliegen, krijgt hun uiterlijk hartvormige trekjes.

    Het meest bijzondere van de roze hartengans is toch wel het opschrift. Iedere hartengans heeft tijdens het vliegen een bericht, zeg maar een message, op zijn rug staan dat natuurlijk tot lezen uitnodigt. En met een beetje geluk en doorzettingsvermogen is het mij – als voorlopig eerste en enige – gelukt de hartenwensen te lezen en te fotograferen. Het zijn korte éénwoordsuitroepen die niets te raden overlaten. Ik heb de laatstelijk overgekomen formatie van tien gefotografeerd en ik kwam bij nader inzien tot kreten als: LIEF! STOP! HALT! HELD! KUSJE! (Ik schrijf ze met uitroeptekens, maar ook zonder die zijn ze zeer indrukwekkend!) Bij een tamelijk achteraan in de rij vliegende gans die schijnbaar zeer met de tijd was meegegaan, las ik: SMS! De TWEET! heb ik nog niet kunnen ontdekken.

    De meest indrukwekkende, zelfs een beetje ontroerende rugopschriften, omdat ze tot mij persoonlijk gericht leken, vond ik die van de twee laatste ganzen in de rij. Op de rug van de op-één-na-achterste stond te lezen DOEI! en op de laatste, die ik toevallig even apart kon nemen: ADIOS! Dat zeg ik nu ook tegen u.

     

     








    29-11-2014, 20:08 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:trekvogels,ganzen,
    13-11-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lezen, schrijven en rekenen
    Ach, zei de nu in vergetelheid geraakte Nederlandse pedagoog/schrijver/politicus Theo Thijssen (1879-1943) op de vraag wat voor belangrijks hij eigenlijk vroeger op de lagere school geleerd had: “Lezen, schrijven en nog wat kleine dingetjes”.

    Tot die kleine dingetjes heeft ongetwijfeld ook het oplossen van rekenproblemen behoord. Of de kinderen goed hebben leren lezen kan ik u niet met voorbeelden bewijzen. Maar dat kinderen een eeuw geleden op school goed leerden rekenen (vooral cijferen) kan ik bewijzen met een bladzijde uit het rekenschrift van mijn schoonoom (oom van mijn vrouw) Johan W.

    Op de 19e juli in 1913, ruim honderd jaar geleden, tijdens de rekenles op een fraaie, zomerse schooldag, kregen tienjarige kinderen in som 5 een rekenprobleem voorgelegd waarbij ze geldbedragen moesten omrekenen naar diverse muntsoorten. In een zelf-getekende tabel (zie hieronder) met de kolommen gros, cent, stuiver, halve gros, halve cent, kwartje, mark, halve stuiver moet je bijvoorbeeld laten zien dat 5 gros hetzelfde waard is als 30 cent, 6 stuiver, 10 halve gros, 60 halve cent, ½ mark, en 12 halve stuiver. Opvallend is natuurlijk het gebruik van oude muntsoorten als halve centen en stuivers en de munten gros en mark. Destijds, in 1913, volop in gebruik.

    Oom Johan laat zien dat hij na enig rekenwerk de systematiek beheerst. 588 halve centen zijn evenveel waard als 294 hele centen en die zijn weer even duur als 4 mark en 54 losse centen.

    Heel goed gedaan, Johan! roepen wij. En dat vindt de meester ook. Hij schrijft met pen en rode inkt zijn goedkeuring dwars door de sommen heen.

     

    Ook zijn niet minder fameuze prestaties op het gebied van het (schoon)schrijven kan ik u laten zien. Op de eerste regel van iedere bladzijde in het schoonschrijfschrift staat een voorbeeld gedrukt. Vaak een spreuk met een moraliserend tintje. Vanmorgen schrijft oom Johan een aantal keren de wijsheid: De nederigheid gaat voor de eer na. Prachtig geschreven, want je kunt nauwelijks verschil zien tussen het gedrukte voorbeeld bovenaan en de daarop volgende schrijfregels van oom Johan. De meester mag dan wel aanmerkingen maken op het schrijven van de letter g en Johan vragen naar het voorbeeld te kijken, voor mij verdient oom Johan voor deze schrijfkunst een 10 en een zoen van de juffrouw uit de eerste klas.




    13-11-2014, 11:55 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:onderwijs, historische onderwijskunde, rekenen,shcrijven,schoonschrijven, muntsoorten
    28-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Slaapkameroudheden

    De enige veranderingen in Oma’s slaapkamer - sinds haar komst als bruid op de boerderij in 1940 - zijn de centrale verwarmingsplaat die veertig jaar later is aangebracht en de quilts die er recent zijn opgehangen om de muren op te vrolijken. Stelt u zich voor: een slaapkamer op het noorden en oosten – dus op de koude kant - met halfsteens muren, betengeld met latten en triplex om nog voor een beetje isolatie te zorgen. Een kamer waar het vocht ervoor zorgt dat het behang langzamerhand naar beneden komt. Een kamer met een bed, twee nachtkastjes, twee stoelen, een klerenkast en een ouderwetse wastafel met een opstaande spiegel en een lampetkan.

    Ook de attributen die op het richeltje voor de spiegel staan, zijn sinds tientallen jaren dezelfde. We zien een aardewerken potje met deksel, waarin een paar oude fietsplaatjes, naast een rij nog half gevulde eau-de-cologne-flesjes. Een lampetkan van Duits aardewerk, compleet met bijpassend zeepbakje. In het deksel van het zeepbakje zitten twee gaatjes. Om de zeepgeur te kunnen ruiken?

    Het metalen fietsplaatje laat de jaren 1934/1935 zien. Het is het bewijs dat de grootvader van mijn vrouw destijds oprecht en eerlijk zijn rijwielbelasting heeft betaald. (Ik neem aan dat je zo’n plaatje na betaling op het belastingkantoor kon meenemen en het vervolgens om de stang van je fiets moest klemmen.)

    Eén van de eau-de-cologne-flesjes is van het merk Tosca. Niet afkomstig van het beroemde huisnummer 4711 uit Keulen, maar van de concurrent. Ik zie het voor me: oma die zich klaar maakt om naar de kerk te gaan en vooraf wat druppels odeklonje op haar witgesteven schone zondagse zakdoek doet. Nu, in 2014, zou je deze procedure kunnen herhalen want bij het opendraaien van het flesje komt de typische toscageur je nog steeds tegemoet.










    28-10-2014, 14:59 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:slaapkamer,meubilair,ouderwets
    08-10-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mysterieus poëziealbum

    Bij het rommelen in oude spullen vond ik ergens in een oude boekenkast dit boekje: een bijna antiek poëziealbum. U weet wel, zo’n boekje vol met lieve versjes en dito plaatjes die familieleden, vriendinnetjes, vrienden en bekenden erin hebben geschreven. Ook de meesters en juffen van school werd gevraagd er een gedicht in te schrijven. Vroeger had ieder meisje dat zichzelf respecteerde zo’n poëziealbum (spreek uit: poeziealbum); voor jongens was zoiets niet weggelegd.

    Het wat beschimmeld ruikende poëziealbum dat ik vond stamt uit de jaren 20 van de vorige eeuw. De eigenaresse was Johanna, die altijd Hanna werd genoemd. Hanna was een Duits meisje, van bij ons net over de grens, dat dienstmeisje werd op een Hollandse boerderij en daar verliefd werd op de buurjongen met wie ze in 1929 trouwde. Die buurjongen was mijn latere schoonvader. Het huwelijk heeft niet lang standgehouden. Groot was het verdriet toen Hanna in 1936 na een ernstige ziekte overleed. Later, in 1940, is mijn schoonvader opnieuw getrouwd, ditmaal met mijn schoonmoeder. Bijzonder is dat die tweede echtgenote ook Hanna heette.

    Thuis doet een aantal tastbare dingen ons nog steeds aan de eerste Hanna denken. Zoals een ouderwetse lampetkan met dito nachtkastjes, een rood geverfde klerenkast en enkele sieraden. De trouwbijbel uit 1929 is er nog en dan ook dit aandoenlijke poëziealbumpje. Met allemaal versjes (geen plaatjes) in een taal die ik niet kan lezen noch begrijpen. Het lijkt wel een geheimschrift met rune-achtige tekens die iemand, zo mooi mogelijk schrijvend, met pen en inkt aan het papier heeft toevertrouwd. Aan het eind van dit verhaal ziet u een voorbeeld.

    De kwestie is dat deze albumversjes in het zogenoemde Sütterlin-schrift zijn geschreven. Dat schijnt in het Pruisen van 1900 de gewoonte te zijn geweest. Zó leerden daar de kinderen op school dus schrijven. (Dat heeft geduurd totdat in de NS-tijd rond 1930 dit Sütterlinschrift is afgeschaft. Sindsdien leren de Duitse kinderen op school schrijven in het internationaal gangbare schrift dat wij ook gebruiken.)

    Om deze poëziealbumversjes te lezen moet je dus twee dingen kunnen: je moet de Duitse taal machtig zijn én je moet het Sütterlin-schrift beheersen. In combinatie bovendien. Bovendien moet je wel erg nieuwsgierig van aard zijn om perse te willen weten wat daar nu precies te lezen is. Dat laatste is bij mij het geval.

    Zo denk ik dat in het eerste voorbeeld Hanna’s zuster Berta aan het woord is. Ze schrijft (en ik vertaal het meteen even voor u) deze behartenswaardige woorden:

     

    Liebe Schwester (Lieve zuster)

    Wenn des Lebens Stürme toben (Als de levensstormen woeden)

    Richte deinen Blick nach oben (richt je blik naar boven)

    Geschrieben von deiner Schwester Berta (geschreven door je zus Berta)

     

    Datum en plaats worden ook genoemd: Wertherbruch, de 28ste december 1930.

    Het lezen en begrijpen van deze versjes kost dus enig hoofdbrekens. Zeer merkwaardig is dat het schrijven van een tekst op de Sütterlin-manier mij heel gemakkelijk afgaat. Aan u de opdracht te achterhalen hoe het mogelijk is dat ik het tweede voorbeeld in luttele minuten klaar speel.  

    Kijkt u maar. Helemaal beneden staat een klassiek Nederlands poëziealbumvers, geschreven in het Sütterlin-geheimschrift. Het luidt aldus:

     

    Lieve Johanna,

     

    Rozen verwelken,

    schepen vergaan,

    Maar onze vriendschap

    zal eeuwig bestaan!

     

    Je Terra

     






    08-10-2014, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:poëziealbum,Sütterlin
    20-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wandversiering

    Het is natuurlijk een kwestie van opvullen. Muurvlakken tussen ramen moeten worden voorzien van een of andere wandversiering. Dat was al zo bij de ouderwetse ‘beste kamers’ van oude Achterhoekse boerderijen. Tussen de ramen bij de voordeur hing meestal de grote spiegel met zijn fraai bewerkte lijst en daaronder het onvermijdelijke kammenbakje. Ook de klok, een al of niet Friese staartklok of een regulateur met een veertiendaags uurwerk, kreeg een prominente plaats evenals de kooi met de tortelduif boven de voordeur. Wat er dan nog over bleef aan muurvlak werd vaak gevuld met gravures of litho’s met religieuze of anderszins moralistische voorstellingen. Zoals het echtpaar op de akker dat het Angelus van het kerkklokje in de verte meebidt.

    In de grote kamer in het huis van mijn schoonouders heeft jarenlang zo’n fraaie prent gehangen. Ingelijst en achter glas dat af en toe van vliegenstipjes moest worden bevrijd. Wat zagen we? Een slapende, min of meer te vondeling gelegde baby, een adelaar die bedreigend komt aanvliegen en een hond van een onbestemd ras die duidelijk van plan is de eventuele aanvaller te verjagen. Vigilance – waakzaamheid – is de naam van het kunstwerk en als wij dat al niet zo op het oog zouden zien, dan zouden wij het onderaan op de afbeelding kunnen lezen. Op de schuurzolder heb ik onlangs de zuigeling met waakzame hond en wegvliegende adelaar, alle drie bedekt onder een dikke laag stof, teruggevonden. 

    Op het Mulo-examen vroeg iemand mij of ik wist wat een allegorie was. Zonder te begrijpen wat ik zei, antwoordde ik dat het een zinnebeeldige voorstelling was. Waarop de examinator uitbarstte in lofgezang omdat tot dus ver geen enkele andere kandidaat dat had geweten. Vigilance is een allegorie, neemt u dat maar van mij aan.

    Het tweede plaatje dat ik u wil laten zien is geen wandversiering in de letterlijke zin. Het is een deurversiering. Het is de meer dan honderd jaar oude alkoofdeur in onze boerderij die toegang geeft tot de gang en verder naar uitgangen naar buiten. In den beginne was de deur in een Spaans oudrood geschilderd, maar in de loop van de jaren bedekten nieuwe overschilderingen in andere kleuren het origineel. Totdat er iemand het idee kwam de deur te beschilderen met een iets figuratiefs. Een luchtbellen producerende vis in het water, lange, sierlijke lisdodden op de oever en daarboven tenslotte een wolkdoorbrekende hemelse zon die alleen al door er naar te kijken voor hittegolven zorgt.

    Je hebt van die onverwachte en onvermoede momenten. Ogenblikken waarop je verf en penseel ter hand neemt en zomaar begint te schilderen. Op een stokoude alkoofdeur. Je begint met de van Gogh-zon en al schilderend kom je tenslotte uit bij opstijgende luchtbellen.

    Je hebt ook van die momenten waarop je gaat zitten en denkt: wel, laat ik eens een verhaaltje schrijven over onze wandversieringen.   






    20-09-2014, 15:01 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:wandversiering,plaatwerk,
    11-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beeld en Gezang
    Een tijdje geleden liet een oude bekende mij een even oude foto zien met het portret van een jonge vrouw. De foto kwam, zo vertelde de oude bekende, uit de nalatenschap van een wederzijds ver familielid. Men vermoedde, nog steeds volgens de oude bekende, dat de vrouw op de foto iemand uit mijn familie zou zijn. Mijn moeder misschien?

    Natuurlijk, dat is ze. Mijn moeder. Op deze dag heeft zij zich, in haar beste kleren gehuld, aan de fotograaf en daardoor ook  aan ons allen geopenbaard en prijsgegeven. Alleen beeldelijk natuurlijk. Ze laat zien wie zij is en hoe zij door ons gezien wil worden: een jonge vrouw, een boerendochter. Zij vindt dat de fotograaf er een echt staatsieportret van heeft gemaakt (en dat vinden wij natuurlijk ook). Ongetwijfeld heeft de hele familie en de uitgebreide vriendinnenschaar deze foto gekregen. Net zoals zijzelf van al haar tantes, nichten en vriendinnen zo’n foto had.

    Nadat de oude bekende mij de foto had achtergelaten en vertrokken was, zat ik te denken aan een andere foto van mijn moeder op deze leeftijd. Op die andere foto zien wij een gemengde zangvereniging. (Even scrollen naar beneden svp.) Mijn moeder zit ergens op de eerste rij; kijkt u maar eens of u haar vinden kunt. Aan de ernstige gezichten en de dito kleding te zien was het geen erg vrolijke bedoening.

    Beide foto’s zijn in de oorlogsjaren gemaakt en dan bedoel ik de eerste wereldoorlog, zo rond 1916. Ze zijn dus bijna een eeuw oud. Mijn moeder was toen zeventien of achttien jaar. Mensen worden tegenwoordig weliswaar erg oud, maar het lijkt mij uitgesloten dat er van de geachte dames en heren van het koor nog iemand leeft. Veel van de afgebeelde koorleden heb ik persoonlijk gekend, daarom kijk ik graag naar de foto om mij voor de geest te halen wat voor mensen dat ook al weer waren.

    Mij interesseert ook wát het koor destijds zong. Wat was het repertoire? Waren het uitsluitend geestelijke liederen of zong men ook wel eens een schlager, een smartlap of een vlot meezingnummertje? Dat het koor veel geestelijke liederen zong blijkt uit de naam: Soli Deo Gloria. Voor allen die het schoolse latijn verleerd zijn volgt de vertaling op de voet: Alleen God zij eer.

    Nu wil het toeval dat van enkele uitvoeringen uit die dagen het programma bewaard gebleven is. Bijvoorbeeld dat van het concert op Nieuwjaarsdag 2016 zoals dat in de dorpskerk van D. te horen moet zijn geweest. Veel geestelijke liederen, zoals verwacht, maar ook andere, profane. Opvallend is de variatie. Af en toe wordt het koorgezang afgewisseld met een solo of een kwartet. Ook de mannelijke leden van koor krijgen apart de gelegenheid te laten horen wat ze kunnen.

    Was het om de koorleden rust te geven na een aantal inspannende liederen? In ieder geval zien we op het programma dat het laatste onderdeel van het programma vóór de pauze opgevuld wordt door een rede. Een of andere hoogmogende hotemetoot uit een naburige gemeente was opgetrommeld om een referaat te houden over een religieus onderwerp. En dat voor een gehoor van vrouwen en mannen die aan niets liever dachten dan aan het gezellig met elkaar kunnen keuvelen over allerlei belangrijke zaken tijdens de pauze.

    Wat wij ook mogen zeggen: niemand kan beweren dat het concert geen afwisseling bood. Voor elk wat wils, net wat u zegt. Belangwekkend is ook de mededeling op het programma dat een toegangskaartje 25 cents kostte. En wilde je een gereserveerde zitplaats op een strategisch belangrijke plek, dan kostte dat het dubbele. Wat wij ook graag zien is de strenge waarschuwing dat het roken in de kerk ten strengste verboden was.

    Nu weten wij wie er zong en wat men zong. Maar hoe zou het geklonken hebben? Voorzichtig aarzelend, met benepen, omfloerste stemmen of uit volle borst en op volle toon? Jammer dat we dat nooit zullen weten.

     










    11-09-2014, 20:39 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:1916,staatsieportret,koor,zangkoor,
    01-09-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wapentuig van de richel

    In de VS is de eeuwige discussie over toelaatbaar privé-wapenbezit weer in alle hevigheid losgebarsten. Een aanleiding om jezelf eens af te vragen: heb jij zélf wel eens geschoten? Raak geschoten?

    Het schieten begon in de derde klas met knikkervormige, papieren kogeltjes. Je pakte een kladblaadje, frommelde dat in elkaar, deed er een kloddertje spuug op en draaide het tussen je handen tot een hard rond balletje. Met je wijsvinger van de ene gaf je het op de andere hand liggende balletje vaart en richting zodat Ingrid van de vierde rij achter haar fraai gevormde oor werd getroffen. Propjes schieten: langzamerhand waren we zo geoefend dat we meester van de Berg op een haar na konden raken.

    Moeilijker en gevaarlijker was de katapult. Schieten met de katteprul zeiden we tegen elkaar als we een rond kiezelsteentje in een elastiek deden – zo’n rond elastiek dat je moeder gebruikte bij het wecken van appelmoes - en dat je tussen duim en wijsvinger spande. Trek aan het tussen het elastiek verborgen steentje en als je eerder goed kon propjes schieten, kon je nu raak schieten met je katapult. Getrainde katteprulschutters gebruikten een gevorkt houtje en maken daar hun elastiek aan vast. Na schooltijd voelde ik mij met mijn katapult David die Goliath met zijn slinger een steentje voor het voorhoofd schoot zodat deze dodelijk getroffen ter aarde stortte.

     

    Er bestaan twee manieren van schieten die aan de buitenkant erg op elkaar lijken, maar in hun bedoeling fundamenteel verschillen. De eerste manier heeft tot doel iemand te raken, te verwonden, te doden, uit te schakelen. De jager die een wild zwijn afschiet, probeert dat op de eerste manier te doen met één schot.

    Schiet je op de tweede manier, dan is mikken, raken en scoren het enige oogmerk. Het jongetje uit de derde klas schiet op Ingrid om haar te raken, om haar aandacht te trekken, om haar een beetje te plagen, niet om haar pijn te doen. Natuurlijk niet.

    Vroeger schoot ik ook wel eens met een luchtbuks, een windbuks zeggen wij. Met die buks schoot ik op een kartonnetje met ringen en cijfers. Het kleine rondje in het midden heeft het hoogste getal: twaalf. Hoe verder van het centrum, hoe kleiner het getalletje, hoe lager mijn score. Soms draaide ik de loop van de buks naar de andere kant. Dan schoot ik een leeg appelmoesblikje van een paaltje.

     

    Ik heb van mijn leven met allerlei wapentuig geschoten, maar steeds op de tweede manier. Toen wij in het leger waren, zei de schietinstructeur wel dat het in tijden van oorlog en andere narigheid ook nodig was om op de eerste manier te kunnen schieten, maar dat namen we met een korreltje zout. Je moest er immers niet aan denken.

    Het kleinste wapen waarmee ik heb geschoten was een pistool. Geen revolver waarvan je het magazijn ronddraait zoals bij Russisch roulette in The Deer Hunter, maar een pistool met zo’n houdertje waar een stuk of wat kogels in gaan. Ga op 25 meter afstand van de kartonnen schijf staan, schiet vijf keer en probeer vijf kogelgaatjes te produceren die zo dicht mogelijk bij elkaar liggen, zei sergeant Janssens. (Janssens met drie essen waarvan twee in het midden.) Hij noemde dat een groepje. Van twaalf, van tien, van twintig, al naar gelang de grootste afstand tussen twee gaten. Aan het eind van de middag op de schietbaan vertelde een andere dienstdoende onderofficier dat soldaat Terra gewonnen had. Bij mij was de grootste afstand tussen twee kogelgaatjes zes centimeter.

    Het grootste wapen dat ik ooit heb bestuurd, was een 4.2-inch mortier. Een kachelpijp in een loodzwaar gietijzeren frame waar je van boven een granaat in gooide die er evenzo vrolijk uit de bovenkant weer uitkwam en vervolgens tien kilometer verder neerstortte. Ik was degene die moest uitrekenen hoe je die gevaarlijke krengen moest richten opdat hun brisantgranaten precies terechtkwamen waar je wilde. Het doel was vaak een middeleeuwse, aftandse tank ergens op de Veluwse hei. Bij een voltreffer steeg er een gejuich op en trakteerde de kapitein op een extra rondje ’s avonds in de kantine.

    Schaamte overvalt mij. Want iemand die met kennelijk plezier vertelt van zijn hoge scores bij het schieten met een granaatwerper moet in de grond van zijn hart een voos en slecht karakter hebben. Ook al heb je nog nooit van je leven met een geweer een levend wezen van dat leven beroofd. Je doet of je een spel speelt, zoals je een schietspelletje speelt op je x-box, maar in waarheid leidt wapengebruik, ál het wapengebruik, tot dood, ellende en verderf. Je moest je dood schamen.


    Ik kan het niet laten. Heel af en toe - met de nadruk op heel – loop ik naar een van de bijgebouwtjes achter de boerderij. Ergens aan de houten wand hangt de oude, lichtelijk met roest overdekte windbuks. En ergens op de richel daaronder staat een doosje met loden windbukskogeltjes naast een tiental schietkaarten met ringen en getallen. Dan pak ik de buks, loop naar de boomgaard, trek de loop naar mij toe om te spannen, loer over het vizier naar het kaartje dat ik op een boomstam heb getimmerd en druk af. Het geluid lijkt op ‘fletsj’.  Met enige trots zie ik dat ik een 2½ en een 9 heb geschoten. De 2½ uit de losse pols en de negen opgelegd: de loop steunend op een stoelleuning. Ik schaam me bijna om het te zeggen, maar ik heb er nog steeds plezier in. Terwijl iedereen die een wapen oppakt door het wapen zal vergaan, staat er ergens geschreven. Mensen die met plezier schieten: tuig van de richel.










    01-09-2014, 11:36 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:wapens,windbuks,wapenbezit,schieten,
    14-08-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schoolconcert voor blokfluit en basso continuo

    Het is al weer jaren geleden dat de Nederlandse beroepsopleiding voor leraren basisonderwijs (Pabo) de PA werd genoemd oftewel de Pedagogische Academie. Nog weer veel jaren dáárvoor heette de PA simpelweg de kweekschool. Wat er precies gekweekt werd, weet ik niet, maar meisjes en jongens van zo tussen 16 en 20 jaar gingen naar een kweekschool om schooljuffrouw of schoolmeester te worden.

    In de tijd dat ik een kweekschool bezocht, zag je enkele keren per jaar een troepje oudere leerlingen – het waren toen nog geen studenten - de grote toneelzaal annex gymnastiekzaal veranderen in een heuse concertzaal. Uit de kelder kwamen grote rollen kokosmat tevoorschijn die over de glimmende parketvloer werden uitgerold. Daarop werden rijen stoelen neergezet zodat iedereen, alle docenten en leerlingen, een plekje had om te zitten en aandachtig te luisteren naar vooraanstaande muzikanten die een zogenoemd schoolconcert kwamen geven. Als er een pianist kwam spelen, rolden we de zware piano uit het muzieklokaal naar het podium waar hij achter fluwelen gordijnen wachtte op het moment dat hij zijn klankkunsten moest vertonen.

    Tijdens een schoolconcert was het doodstil in de zaal. Op praten met je buurman en schuifelen met je stoel stonden zware straffen. Kuchen en hoesten tijdens het concert was ten strengste verboden. (Op straffe van twintig dagen op water en brood.) Veel aankomende meesters en juffen hadden een hekel aan deze ceremonieën, vooral omdat ze niet van klassieke muziek hielden. Maar je aanwezigheid was verplicht en spijbelen was er niet bij, zeiden ook de  surveillerende docenten. Daardoor was een schoolconcert van een uur zonder pauze voor velen kommer en kwel. Niet voor mij overigens.

    Op deze woensdagmiddag luisterden wij naar een wat oudere dame die een zelf meegebrachte klavecimbel bespeelde, een meneer met een grote cello en een nog jonge muzikant die blokfluit speelde. Ik was zo onder de indruk dat ik de namen van de musici nu nog feilloos weet op te noemen. De klavier spelende dame was mevrouw Janny van Wering, de cellist heette Carel van Leeuwen Boomkamp die overigens in zijn overige vrije tijd in het beroemde Concertgebouworkest speelde. De jonge blokfluitist was niemand minder dan Frans Brüggen, toentertijd ongeveer 25 jaar en algemeen beschouwd als de beste blokfluitspeler uit Nederland en verre omstreken.

    De directeur van de school – ik noem zijn naam met eerbied: F. Roosjen – had de goede gewoonte de uitvoerende musici na afloop van een schoolconcert uit te nodigen voor een kopje thee en een gezellig napraatje in de directeurskamer. Enkele muziekdocenten waren daar meestal ook bij aanwezig evenals een redacteur van het driemaandelijks te verschijnen schoolblaadje, een leerling dus. Omdat ik zowel van klassieke muziek hield én redacteur van het leerlingenblad was, heb ik op uitnodiging van de directeur diverse napraatsessies bijgewoond. Zo ook deze.

    Links van mij zat de directeur en rechts meneer van Leeuwen Boomkamp. Tegenover zat Frans Brüggen mij aandachtig, een beetje argwanend, maar toch ook wel weer vriendelijk aan te kijken. Het gesprek ging over muzikale koetjes en kalfjes. Waarover precies weet ik niet meer. Wel weet ik dat Frans Brüggen er zich over verwonderde dat het geachte (jonge) publiek tijdens het hele concert zich zo voorbeeldig had gedragen. Toen de gasten aanstalten maakten naar de verre Randstad terug te keren zei de directeur tegen mij: maak er maar een mooi verhaaltje van voor het schoolblad.

    Gisteren, de dertiende van de achtste, werd bekend dat Frans Brüggen is overleden. Hij werd bijna tachtig. Na die ene keer tijdens het schoolconcert heb ik hem nooit meer in levenden lijve gezien of met hem gesproken. Zijn lp’s met blokfluitmuziek heb ik nog en ook enkele cd’s met het Orkest van de Achttiende Eeuw waarvan hij oprichter en dirigent was. Op het laatst van zijn leven dirigeerde hij – een breekbare man, zittend op een stoel, met afgemeten handgebaren – zijn orkest dat muziek speelde van Beethoven en andere beroemde componisten op een manier die diezelfde componisten aangenaam in de oren moet hebben geklonken.


     

     








    14-08-2014, 11:53 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:blokfluit,schoolconcert,Frans Brüggen
    08-08-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZEVEN

    Wat het ook is, het getal 7 (zeven) is in ieder geval een bijzonder getal. In veel filosofieën, astrologieën, godsdiensten, geestelijke stromingen en sportieve lichaamsbewegingen speelt het een speciale rol. Ik noem u de kabbalistiek, het zeven dagen durende scheppingsverhaal, en het magische rugnummer 14 dat Johan Cruijff droeg in de beoefening van het edele voetbalspel. (Om uw weggezakte rekenkennis even op te wekken: 14 =  2 keer 7.)

    Voor zeer velen onder ons is 7 een geluksgetal. Ook in de psychologische wetenschappen is de notie doorgedrongen dat er iets aan de hand is met het getal 7. De Wet van Jost bijvoorbeeld leert ons dat zeven keer drie beter en meer is dan drie keer zeven ( 7x3 ˃ 3x7 ). Die wet gaat over het onthouden van iets, maar is ook op andere gevallen van toepassing. Zo is het verstandiger kleine porties te eten, maar dan wel vaak, dan grotere porties minder vaak. En een zekere Georg Miller is erin geslaagd aan te tonen dat wij, in onze pogingen zaken te onthouden, maximaal 7 van die zaken toelaten tot ons korte-termijn-geheugen, plus of minus 2, dat wel. Hij spreekt van het magische getal 7 ± 2.


    In de systematiek van het cijfers geven aan schoolprestaties betekent de 7 een ruime voldoende. Wat voldoende is, weten we wel. We krijgen een voldoende van de meester wanneer we naar diens oordeel voldoende hebben geleerd. Of voldoende vraagstukken goed hebben beantwoord. Maar wat is ruim voldoende, hoe ruim is ruim? Joost mag het weten.

    Ik wil niet zeuren, er niet meewarig over doen, want er zijn per slot van rekening ergere dingen die je kunnen overkomen, maar ik werd gedurende mijn gehele schoolleven hinderlijk achtervolgd door het cijfer zeven. Ik werd er zogezegd door gestalkt. Wanneer de tijd aanbrak dat er cijfers op rapporten verschenen, stonden drommen zevens klaar om op mijn lijst te komen. Dat was op zich al erg, maar zij belemmerden andere cijfers om hetzelfde te doen.

    Het gevolg is dus dat het wemelt van de 7’s op mijn rapporten en getuigschriften. Als illustratie laat ik u hieronder een wasechte imaginaire kopie zien van mijn MULO-rapport (Klas IIIa).

    Heb ik gelijk of niet? Het is toch om dol van te worden! En voor andere klassen, scholen, vakken en leraren gold hetzelfde. Overal waar ik verscheen, was de 7 niet ver weg. En het ongerijmde verschijnsel woekert voort. Stel dat mijn cursus ‘Trekzak leren spelen in één winter’ die ik straks via de Open Universiteit volg, wordt  afgesloten met een diploma met cijferlijst, dan hoef ik u niet te vertellen welk cijfer daarop zal prijken. 

    ‘Te weinig variatie’ schrijft iemand op mijn rapport en dat is een afschuwelijke, maar ware constatering. Alles aan mij is van een eenvormigheid en eentonigheid waar de mensen die het weten kunnen geen brood van lusten. Ken je die Terra, ja die van de Memories? Is dat niet degene die alles kan, maar alles met mate? Is dat niet die saaie man, zo voorspelbaar en onkreukbaar dat je bijna medelijden met hem krijgt? Iemand zonder ultieme gelukservaringen en nooit eens lekker zum Tode betrübt. Geen uitbundige uit-de-band-sprong, maar altijd en schijnbaar noodgedwongen vertoevend in de mazen van het alledaagse, van het evenwichtige, van het gewone. Koning van de ruime voldoende, nooit eens een volwassen zware onvoldoende, nooit eens een grandioze 10 voor een unieke prestatie.

    Natuurlijk overdrijf ik schromelijk. En even natuurlijk lijd ik niet onder mijn tamelijk gematigd temperament. Maar het is waar dat ik soms wel eens een beetje jaloers ben op mensen die iets heel speciaals heel goed kunnen. Daar moet je overigens wel behoorlijk kieskeurig in zijn. Vijf en twintig meter figuurzagen in 5 mm triplex en dat in 4 minuten wil ik helemaal niet kunnen. Maar een bestseller schrijven bijvoorbeeld, dat lijkt me wel iets.

     Tenslotte laat ik aan het eind van dit lied nog even mijn oude lagere-school-juf verschijnen. Zij geeft mij een dik verdiende zoen plus een lei. Daarop kan ik een 10 met een griffel schrijven. Ik doe het met een krijtje, want de griffels zijn langzamerhand uit de tijd.

     






    08-08-2014, 17:50 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:zeven,cijfer,rapportcijfers,geluksgetal
    17-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.KOOKPUNT

    Enkele tv-meteorologen hebben in hun onmetelijke wijsheid voorspeld dat het komend weekend (19-20 juli 2014) knap warm wordt. Een maximum temperatuur van dik boven de dertig graden wordt niet onmogelijk geacht. Voor zonaanbidders op de stranden en voor bbquende campinggasten een aantrekkelijk vooruitzicht dat nauwelijks getemperd wordt door de eveneens weerkundige dooddoener dat deze hittegolf door enkele pittige onweersbuien  wordt afgelost.

    Over het weer gesproken, het lijkt erop – of vergis ik mij en is mijn feitelijke kennis van zaken door de warmte vertroebeld – dat de weersveranderingen zich meer en meer tussen extremen bewegen. Als het regent, regent het harder met meer watertoevoer per vierkante meter dan vroeger. De winters zijn gemiddeld niet meer zo koud als destijds, maar áls het vriest, dan kraakt het ook. Vraag het aan de weerdames en  dito heren uit De Bilt en Ukkel: weerrecords worden bij de vleet gebroken.

    Dat je, ondanks de hitte, nooit te oud bent om te leren, leert het volgende verhaal. Jarenlang, vanaf mijn vroegste jeugd tot heden, heb ik genoten van de uitspraak: “Het was zó warm: de mussen vielen dood van het dak.” En in mijn barre fantasieën zag ik de mussen die onze boerderij bevolken op een bloedhete dag in scharen van het pannendak vallen. Net als lemmingen die zich in panische angst vanaf de klippen in zee storten.

     

    Totdat een illustere schrijver van dagkalenderspreuken mij het volgende voorhield. Je ziet het helemaal verkeerd. De uitspraak moet luiden: “Het was zó warm: de mossen vielen van het dak.” Waarop ik terstond naar buiten liep om te kunnen constateren dat de geachte kalenderschrijver gelijk had. Door de hitte en de aanhoudende droogte liet het mos op onze schuurdaken los. En op een gegeven ogenblik schoof een deel van het mostapijt naar beneden en viel op de begane grond te pletter.

    Weer een illusie armer en een beetje kennis rijker bezie ik nu de weersontwikkelingen op korte en lange termijn. Komt er een tijd dat wij op onze zonnepanelen zonder probleem spiegeleieren kunnen bakken? En ’s winters sneeuwmassa’s inkuilen om die koude-energie later weer te gebruiken voor koeling en airco?

    Hoe het ook zij, wist u wel dat mosjes op het dak in een vochtige toestand prachtig zijn om naar te kijken? Daar kunnen natte mussen niet tegenop.










    17-07-2014, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:warmte,temperatuur,klimaat,mos,mus,weerspreuk
    06-07-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Digitaal overgeleverd

    Wat denkt u, kunt u zonder de computer? Kunt u zich een leven voorstellen zonder hard- en software, zonder internet en email, zonder sms, getwitter, gechat en gehyves, een bestaan zonder ipod, usb-stick, monitor, smartphone, ipad, externe harde schijf en powerpoint? Ik vraag maar. Kunt u nog een vulpen hanteren en daar een brief (in inkt op papier) mee schrijven, of bent u helemaal overgeleverd aan uw Worddocumentje dat u – net als ik - met twee vingers typt en zodoende laat verschijnen op uw schermpje en dat u straks gaat printen en versturen? Of meteen als bijlage in een mail meesturen, dat is natuurlijk nog veel handiger. (Om uw vraag vóór te zijn: zelf ben ik langzamerhand overgeleverd aan de digitaliteit. Behalve als het om het lezen van teksten gaat, dat doe ik nog steeds het liefst van écht papier.)

    De eerste keer dat ik persoonlijk met een computer van doen kreeg, was eind jaren 70 van de vorige eeuw. Ik was tweedejaarsstudent aan de universiteit van Nijmegen en zat af en toe in de computerzaal van het Erasmusgebouw. De computer zélf (een bakbeest van een apparaat) stond in een aparte zaal op dezelfde verdieping. Wij hadden alleen maar een toetsenbord onder onze vingers en een monitor voor onze ogen. We hadden ook al een paar programma’s: een ingewikkeld mathematisch programma om  nog ingewikkelder rekensommetjes te kunnen maken. En een tekstverwerkingsprogramma waarmee je een onderzoeksverslagje kon schrijven. Het besturingsprogramma was te vatten in drie letters: DOS.  Printers waren er niet. Als je wat te printen had, gaf je het main-frame een mysterieus printcommando en na een paar uur kon je in het grote universitair rekencentrum (vijf minuten fietsen) uit een bak zo’n kettingformulier halen waar je tekst op stond. Alsof het gedrukt was.

    Niet veel later had iedereen de beschikking over een personal computer, waardoor je onafhankelijk werd van de grote universiteitscomputer. De ontwikkeling verliep zo snel dat je moeite had om alle vernieuwingen bij te houden. Maar nog steeds herinner ik mij de Dell-laptop die ik op zeker moment op mijn bureau had staan. Met een spreadsheat-programma CALC, een tekstverwerker WordPerfect (versie 4.1) en Powerpoint versie Nul waarmee je mooie presentaties kon maken. Bijzonder was dat de kleine laptop een ingebouwde printer had met een rol thermisch papier.

    In diezelfde 80-er jaren viel mijn oudste zoon voor de Commodore 64 en mijn jongste zoon voor diens opvolger: de Amiga. Fantastische apparaten waarmee je uren, nee dagen zoet was. Zelf speelde ik er biatlon mee, een onderdeel van de spelletjesreeks Olympic Winter Games. (Ik kan virtuele kasten vullen met gouden medailles die ik daarmee heb gewonnen.) Je kon de Commodore ook aansluiten op je tv-scherm beneden en daar getweeën met joysticks goed zichtbaar op het tv-scherm ijshockey spelen.

    Toen al bleek dat de zonen computerdeskundigen in de dop waren. Binnen de kortste keren wisten ze alles tien keer beter dan hun vader. Zo gaat dat meestal met vaders en zonen.

    Momenteel barst het bij ons thuis van harde en softe waren. Veel te veel. Veel zaken die helemaal niet zo onmisbaar zijn als ze lijken. En daar bovenop komt het gevoel dat we, gezien de onophoudelijke snelle ontwikkeling, ergens toch de boot missen. Misschien wordt het tijd voor een periodieke onthouding. Of een retraite. Een digitale ramadan? Of schiet je daar ook niets mee op?






    06-07-2014, 20:40 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Tags:digitaal,computer
    28-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Doellijntechnologie

    Het wereldkampioenschap voetbal in Brazilië is nu twee weken oud en langzamerhand stijgt de stemming. Dat die stemming er überhaupt in zit komt ook, en niet in de laatste plaats, door het feit dat zowel de Rode Duivels als de Oranje Leeuwen de tweede ronde hebben bereikt. Met een beetje optimisme en veel goede wil zit het erin dat we binnenkort bij de finale kunnen spreken van een ouderwetse Holland-België (of omgekeerd). En reken maar dat wij dan de leeuw niet in zijn hempie zullen laten staan. Nee, zolang er gewonnen wordt straalt de spelvreugde behalve op de spelers en de trainer (de onovertroffen Louis van Gaal: verguisd tot op het bot en nu opgehemeld tot en met) ook op ons allen neer.  

    Toch is er ook hier sprake van een toenemende onzekerheid. Ik bedoel wat betreft het uitleggen en toepassen van de regels van het edele voetbalspel. Hebt u geteld hoeveel scheidsrechters er bij iedere wedstrijd langs de kant staan? Het is een soort existentiële onzekerheid die bezit van ons heeft genomen. Wij kunnen zelfs niet meer vaststellen of de bal de doellijn wél heeft gepasseerd of net niet.

    Vroeger, als kleine jongens, speelden wij een potje voetbal op een zandveldje tussen de nieuwbouwhuizen en we deden dat zonder één scheidsrechter. Probleemloos. En nu? Ondanks de tientallen extra camera’s, de video-scheidsrechter bij hockey en rugby, de challenge in het Wimbledon-tennis en nu weer de doellijntechnologie bij de voetballers is onze onzekerheid alleen maar toegenomen. Heeft de als zeer vredelievend bekend staande Uruguayaan Suarez in een schouder gebeten of was het een appel die hij stiekem uit de kleedkamer had meegesmokkeld? Wie zal het zeggen? Het is die knagende onzekerheid die ons parten speelt.

    Intussen zijn de fundamentele basisregels van het voetbal niet veranderd. Twee teams met ieder elf spelers spelen twee keer 45 minuten tegen elkaar. De rust (inclusief een kopje thee) duurt 15 minuten. Het elftal dat aan het eind de meeste doelpunten heeft gescoord heeft gewonnen. En aan het eind van de partij zal blijken dat dat Duitsland is.

     

    Voor de liefhebbers onder ons nog even een beeld van een Nederlandse speler, spits van professie. Het is, velen kennen en bewonderen hem, Klaas-Jan Huntelaar. Het poppetje stamt uit het jaar 2010, van de vorige wereldkampioenschappen in ZA toen Klaas-Jan net als nu op de reservebank zat. Mijn voetbalverstand zegt mij dat wij nog van hem zullen horen. Maar ook hier ben ik er niet zeker van.











    Naschrift: zondagavond 29 juni, acht uur. Wat heb ik gezegd? Huntelaar doet het!

    28-06-2014, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:doellijntechnologie,Huntelaar,WK
    20-06-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Zomerkoning

    een verhaal voor kinderen en iedereen die graag kind had willen blijven

    passend bij de langste dag van het jaar

     

     

    Hieronder – daar waar de plaatjes staan – zie je Frits, koning Frits,

    koning Frits die vorig jaar zijn kroontje kwijt was,

    ja die, wij kennen hem wel.

    hij heeft vandaag een oranje kroontje op

    omdat er voetballen is

    op de televisie:

    de oranje leeuwen tegen de rode duivels (grapje)

    wie zal er winnen?

     

    koning Frits is winterkoning;

    koning als de r in de maand zit,

    ’s winters als het koud is

    roept hij zijn naam:

    Frits, Frits,

    koning-ben-ik, koning-ben-ik

     

    wat doet onze koning Frits ’s zomers?

    ’s zomers rust hij uit,

    hij is met vakantie,

    zomervakantie,

    in september komt hij terug,

    uitgerust en wel.

     

    hij maakt iedere dag een wandeling,

    elke dag een rondje door de tuin.

    gisteren de bloementuin,

    vandaag de groentetuin,

    hij staat stil bij een aardbei.

     

    zo, zegt koning Frits,

    jij noemt jezelf ook koning,

    kleine zomerkoning, zomerkoninkje,

    verbeeld je maar niks,

    je bent maar een aardbei,

    een doodgewone aardbei.

     

    zal ik je eens wat zeggen?

    je komt nog eens slecht terecht:

    in een aardbeientaart,

    onder de slagroom,

    je wordt opgegeten,

    eigen schuld,

    dikke bult (slagroom).

     






    20-06-2014, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:aardbeien,zomer,zomerkoning,winterkoninkje
    Archief per week
  • 05/04-11/04 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 23/11-29/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 25/11-01/12 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 11/12-17/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 14/12-20/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs