terra's memories
Inhoud blog
  • Eind goed .....
  • Hanen en hun gekraai
  • streektaalboekje
  • Tijdverzetter
  • Vermist
  • Kosten en baten
  • Van heel ver weg naar heel dichtbij
  • NAGERECHT, TOESPIJS of TOETJE
  • FAQ
  • Pa's identiteit
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Aanbevolen adressen
  • Spinnenkop
  • opgeschreven herinneringen
    18-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Paaseieren

    Sommigen kunnen er niet genoeg van krijgen. Ze lusten er wel pap van. Ik heb het nu even over eieren. Niet over de legsels van, laten we zeggen, schildpadden en slangen, maar over de kakelfrisse producten, in bruin danwel wit, die onze gevederde vrienden, de kippen, ons in ruime mate aanbieden.

    Ik wil de discussie over de manier waarop eieren gelegd worden niet uit de weg gaan. Maar nu even niet. Dus even geen argumenten pro of contra over het aantal vierkante centimeters dat een legbatterijkip wordt gegund. Of over het aantal minuten die een kip toegestaan worden  rond te dwalen in het buitengras tijdens de vrije uitloop. Nee, wij hebben het nu even over het ei-an-sich.

    Vroeger thuis werden eieren met mate gegeten. Dat wil zeggen: voor zover onze eigen kippen, die wij in een hokje achter in de tuin hielden, bereid en in staat waren ons van eieren te voorzien. In tijden dat de kippen van de leg waren kwam er dus geen ei op tafel. Maar áls er eieren geserveerd werden, waren die van een buitengewoon goede kwaliteit. Dat kwam ook omdat mijn moeder haar kippen vertroetelde met allerlei lekkere etensrestjes.

    Eieren werden gekookt – vijf minuten in kokend water als het tamelijk grote eieren waren – of gebakken. (Een vriendje had het eens over gebraden eieren, en dat vond ik een wel heel rare uitspraak.) De derde mogelijkheid voor consumptie was het geklopte ei. Een of twee rauwe eieren werden, samen met een schep suiker, in een kommetje gedaan en daar met een vork grondig geklopt oftewel door elkaar geroerd. Over smaak valt niet te twisten. Maar een feit is dat ik tot op de huidige dag zo'n geklopt ei verafschuw. Mijn moeder vond het een delicatesse (en een probaat middel tegen verkoudheid bovendien), maar ik vond het buitengewoon vies.

    ‘Af en toe’ is een goede uitdrukking om te vertellen hoe vaak wij een eitje aten. Zeker niet iedere dag en aan de mode om met Pasen heel veel eieren te eten deden wij slechts in beperkte mate mee. Op de Eerste Paasdag was de tafel extra mooi gedekt. En bij ieder bord stond een leeg eierdopje. Mijn moeder zette dan een pan met gekookte eieren op tafel. Twee eieren voor iedereen en dat was ook genoeg vond men. Met mijn broertje of mijn zus die bij mij in de buurt zaten speelde ik dan het beroemde spel: eiertje tikken.

    Eieren verstoppen en die dan later gaan zoeken, deden wij in onze familie niet. Wij hebben ook nooit eieren beschilderd. Waarom niet? Ach, zei mijn moeder, laten we maar zuinig zijn met dingen die je kunt eten en er geen rare fratsen mee uithalen. Het waren de jaren na de oorlog; sommige levensmiddelen waren nog op de bon en de mensen waren de hongerjaren nog lang niet vergeten.

    Tenslotte laat ik u zien hoe de opvatting over het beschilderen van paaseieren daarna veranderd is. Hieronder ziet u een serie van door mijn jongste broer beschilderde paaseieren. (Ze zijn niet uitgeblazen en als je de eieren voorzichtig schudt, kun je de versteende dooier zachtjes horen rammelen.) Ik schat dat ze ongeveer dertig jaar oud zijn. Mijn broer heeft er echte kunststukjes van gemaakt. Waard om bewaard te worden. Geschikt om u prettige paasdagen mee te wensen. Wat ik hierbij doe.












    18-04-2014, 16:50 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Tags:pasen,paaseieren
    10-04-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gebed zonder end

    Bij mij zijn het vaak de kleine dingen uit mijn vroege jeugd die blijven hangen. Zo zitten wij, vader en moeder met vijf kinderen waaronder uw dan 6-jarige verhalenverteller, kort na na de oorlog, rond de tafel om het avondeten tot ons te nemen. Plotseling vertelt mijn oudste zus Narda die dan naar het lyceum in Doetinchem gaat: “Ik mocht vanmiddag mijn boterhammen thuis bij mijn vriendin Ria Reinders opeten. En weet je wat ze daar doen? Daar bidden ze bij het eten maar één keer!”

    Op mij, een nieuwsgierig kereltje tussen pa en ma gezeten, maakte die opmerking een verpletterende indruk. Zo sterk, dat ik na zoveel jaren het verhaal en zelfs de naam van de vriendin ben blijven onthouden.

    Wat was er zo vreemd aan dat bidden bij het eten? Bij ons thuis werd er, net als in alle overige gezinnen waar ik wel eens kwam, gebeden bij het eten. Twee keer: ervóór en erná. Vóórdat je ging eten werd er gebeden; ná het eten werd er voor dat gegetene gedankt. Het bijzondere bij de familie Reinders uit Doetinchem was dat ze in plaats van twee, één keer blijkbaar voldoende vonden. Daarover heb ik in de dagen daarop veel nagedacht. Deden ze het uit tijdsgebrek? Of hebben ze bidden en danken gecombineerd tot één gebed? Vonden ze bidden wél en danken niet nodig, of omgekeerd? Een bevredigend antwoord kon niemand mij geven.

    Thuis werd bij het eten altijd gebeden en gedankt. Twee keer dus. Mijn vader, aan het hoofd van de tafel, bad hardop een soort standaardgebed dat wij allemaal uit ons hoofd kenden en met spanning luisterden wij dan naar pa of hij ook van zijn standaardtekst afweek, wat bijna nooit het geval was. Nog hoor ik zijn murmelend stemgeluid. Flarden van zijn standaardgebed zitten nog steeds in mijn hoofd.

    Wanneer mijn vader afwezig was, bad mijn moeder. Geen standaardgebed, maar meestal het Onze Vader of een tafelgedichtje. Het gedichtje bij het begin van de maaltijd ken ik nog uit mijn hoofd. Zonder te spieken kan ik het u nog steeds opzeggen:

     

    O Vader, die al ’t leven voedt,

    Kroon deze tafel met uw zegen.

    En spijs en drenk ons met dit goed,

    uit Uwe milde hand verkregen.

    Leer ons voor overdaad ons wachten,

    dat w’ons gedragen zo ’t behoort.

    Doe ons het hemelse betrachten,

    sterk onze zielen door Uw Woord.

     

    Het bijzondere aan dit tafelvers is dat het, voor een zesjarig jongetje in ieder geval, volstrekt onbegrijpelijk is. Toen en wellicht nu voor een deel ook nog. Spijs en drenk met dit goed? Waarop wacht je als je op overdaad wacht? Wat is dat precies: het hemelse betrachten? Het geheim van dit vers zit niet in de betekenis van de woorden, maar in de herkenning en herhaling van vreemde klanken en woorden. Het wordt langzamerhand een soort gregoriaans dat je ook niet precies begrijpt maar dat je wel vertrouwd in de oren klinkt.

     Hoewel het gebed vóór en na het eten uit de mode is geraakt, doen we het thuis nog steeds. Niet in de vorm van een standaardgebed of een hardop uitgesproken verlanglijstje van wensen en verlangens. Wij zoeken het meer in een moment van stilte en bezinning. Persoonlijk denk ik ook dat het eten nóg beter smaakt wanneer je ervoor en erna gebeden en gedankt hebt. Maar daar heb ik geen wetenschappelijk bewijs voor.

    En wat lees ik gisteren in mijn favoriete ochtendblad? Spirituele handelingen, zoals bidden, mediteren, vasten en dergelijke, bevorderen het lichamelijk welzijn. Bidden is goed voor je gezondheid! Ook al is het een eenvoudig rozenkransgebed of een gebed voor het eten. Dat beweert in ieder geval een mevrouw die er binnenkort op hoopt te promoveren. Het zou mij niets verbazen.


    Hieronder: twee heerlijkheden waar je best voor kunt bidden: bruine bonen en dubbelvla.



     






    10-04-2014, 11:26 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Tags:gebed,bidden,voedsel,eten,rituelen
    30-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Schrijfspelletje


    Waarschijnlijk kent u het Groot Dictee der Nederlandse Taal. Dan weet u ook dat de winnaar meestal uit Vlaanderen komt. Wat daar de reden van is? Vermoedelijk besteden de Vlaamse scholen meer aandacht aan het correct spellen van onze onvolprezen Nederlandse moedertaal dan de onderwijsinstellingen van boven de Moerdijk. Het kan ook zijn dat de Vlamingen in het algemeen meer van een correct geschreven en gesproken Nederlands houden en daar meer moeite voor doen. Een feit is wel dat betrekkelijk veel Nederlandse scholen het belang van een correcte spelling langzamerhand loslaten. De gevolgen daarvan zijn dagelijks te bewonderen. Leest u maar eens een aantal willekeurige twitterberichten of facebookverhalen.

    Hoe u ook denkt over het belang van een correcte schrijfwijze, het hoeft natuurlijk niet uitsluitend te gaan over het spellen van het zogenoemde Algemeen Beschaafd Nederlands. Zo dacht een aantal jaren geleden een clubje lieden uit Oost-Nederland dat zich bezig hield met het spreken en schrijven van het aldaar gesproken dialect. Waarom, was de vraag, organiseren we ook niet een streektaaldictee? Waarom zoeken we ook niet uit wie het beste is in het orthografisch correct, dat betekent met zo weinig mogelijk spelfouten, opschrijven van de streektaal?

    Voor de correcte schrijfwijze van het ABN gaan we te rade bij de talloze woordenboeken en de groene en anderskleurige boekjes die ons leren hoe een goed Nederlands woord als ‘dictee’ geschreven moet worden. Maar hoe schrijf je het fraai klinkende dialectwoord ‘töwken’ (touwtje)?

    Voor de streek waarin ik woon is er het WALD. Dat is de Woordenlijst van het Achterhoekse en Liemerse Dialect. (De Achterhoek en de Liemers zijn twee onderdelen van Oost-Gelderland en dat is weer een deel van de provincie Gelderland.) Het voert hier te ver om alle kenmerken van het WALD te noemen, maar neemt u van mij aan dat u uit de WALD-documenten te weten kunt komen hoe u de verschillende klanken en grammaticale vormen van het Oost-Gelderse dialect kunt schrijven. Ik schrijf met opzet ‘kunt’, want een spellingsvoorschrift is geen wet van meden en perzen. Het is een verzameling afspraken. Of u zich daaraan wenst te houden, moet u zelf weten, maar wij raden het u wel aan. Want als iedereen haar of zijn eigen spelling bedenkt, is het hek van de dam.  

    Binnen de kortste keren kroep ie deur alle heuke van de kamer. En veurda’j ’t wet, loop ie as ’n kiefte. Ie stiefelt met grote passen deur 't laeven. At de bene neet meer wilt? Dan gebruuk ie de rollator oftewel  't geiselkeurken.

    Bovenstaande zin stond in het streektaaldictee 2014. Het is een zin in het Achterhooks. Als u weet dat een kiefte een kievit is en dat laeven leven betekent, begrijpt u de hele zin. Vooral als u beseft dat geiselen hetzelfde is als hard lopen en een keurken een klein karretje is.

    Op een mooie donderdagavond in maart hadden zich veel dialectliefhebbers in een zaal in Hummelo verzameld om hun kennis van de schrijfwijze van het Achterhoekse en Liemers dialect te toetsen. Een inwoner uit Tolkamer las op welluidende en fraaie toon het Liemerse deel van het dictee voor, gevolgd door een mevrouw uit het Noord-Achterhoekse Laren die even fraai, duidelijk en welluidend (en tevens op dictee-tempo) de Achterhoekse versie voor haar rekening nam.

    Gelijktijdig braken de toehoorders/schrijvers zich het hoofd over de vraag of je het telwoord zeven nu zó schrijft: zeuven of toch zó: zöven?

    Na een pauze en enkele muzikale intermezzo’s maakte de voorzitter van het organiserend comité de uitslag bekend. Een jonge dialectspreker uit Grolle was de beste met negen fouten. Tot aan de datum van het volgende streektaaldictee 2015 kunnen zijn dagen niet meer stuk. Maar het ging natuurlijk niet om de knikkers, maar om het spel. Om het plezier van het zelf spreken en schrijven van dialect. Aangevuld met het luisteren naar en lezen van dialectteksten die iemand anders bedacht heeft.

     

    Meer weten? Ga even langs op het adres www.streektaaldictee.nl . Daar kunt u het gehele dictee nog eens even nalezen. Hopelijk begrijpt u ook wat u leest.

    Op de foto’s hieronder ziet u de aankondiging voor het dictee van dit jaar, enkele in gespannen aandacht wachtende deelnemers van het 2013-dictee en de voorlezers van dit en verleden jaar.







    30-03-2014, 21:32 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Tags:dialect,streektaal,dictee,spelling
    15-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Preludium in ZA

    Voordat dit verhaal echt begint, moeten mij twee dingen van het hart. Het zijn contextgegevens, niet bijzonder belangrijk, maar nodig om het volgende verhaal te begrijpen: zure appels waar u even doorheen moet.

    1)    Ik speel een klein beetje piano, met de nadruk op klein. Dat is geen onterechte over- of onderschatting van eigen talenten, maar de waarheid. Met mijn rechterhand kan ik een eenvoudig melodietje spelen, terwijl de linker de daarbij behorende begeleiding vindt. Ik heb geen pianoles gehad – wat mij spijt tot op de dag van vandaag – maar wanneer een vrolijk groepje Tulpen uit Amsterdam ten gehore brengt, kan ik dat op de piano begeleiden zonder dat het veel afbreuk doet aan het geheel. Het summum is de beroemde C-groot Preludium uit het Wohltemperierte Klavier van Bach die ik na lang oefenen uit het hoofd en zonder fouten speel.

    2)    Een tiental jaren geleden had ik het genoegen beroepshalve twee keer per jaar Zuid-Afrika te bezoeken. Samen met drie Nederlandse collega’s gaf ik daar workshops aan mensen die op de provinciale Ministeries van Onderwijs werkten. De volgende historische gebeurtenis heeft zich afgespeeld in 1998, toen wij in Pietersburg (nu Polokwane geheten), de hoofdstad van de Noord-provincie (nu Limpopo), zo’n workshop gaven. De Amos uit het verhaal is de assistent-concierge van de school waar de workshop plaats vond. (Hij was de eerste zwarte leerling met een einddiploma en daarnaast een groot Ajax-supporter.) Tot zijn taak behoorde onder meer ons van hot naar her te vervoeren in het VW-schoolbusje.

     

    Op dinsdagmiddag na afloop van de workshop kwam Amos langs met de mededeling dat ‘de chief’ ons de volgende middag verwachtte. Hij keek daarbij heel gewichtig en liet doorschemeren dat wij dat – een audiëntie bij de chief himself - als een buitengewoon grote eer dienden op te vatten. Waar hij, naar achteraf bleek, ook gelijk in had. Immers, niet iedereen wordt door het stamhoofd ontvangen. En de chief bleek in het Zuid-Afrikaanse locale maatschappelijke verkeer een zeer grote rol te spelen. Voor mij had Amos nog een speciaal verzoek, of liever gezegd een dringende, niet te ontlopen eis in petto. Of ik maar zo vriendelijk wilde zijn de chief te vergasten op mijn pianospel. (Het was maar goed dat ik dat verzoek per ongeluk opvatte als een grapje, anders had ik er ’s nachts niet van geslapen.)

    Hoe het ook zij, de volgende middag reed Amos ons in zijn busje naar De Matoks, een streek zo’n 60 kilometer van Polokwane verwijderd, het gebied waar de chief de scepter zwaaide. Terwijl de weg aanmerkelijk in kwaliteit inboette, vertelde Amos iets meer over zijn stamhoofd. “Hij is oud en ziekelijk, maar wordt nog steeds bijna letterlijk op handen gedragen.” Dit gezegd hebbend parkeerde hij het busje achter een grote veekraal: ‘de rest gaan we te voet’. We liepen door de avondzon tussen de lemen huizen van het dorp door totdat we een wat afgelegen huis op een verhoging zagen: het huis van de chief. Amos en nog enkele andere vrouwen en mannen uit het dorp die zich zwijgend bij de stoet aansloten, gingen ons voor, de trap op naar boven. Daar verzocht een dienstdoende bewaker ons te wachten.

    Het was een groot, kraakhelder huis en een grote ruimte waarin we uitgenodigd werden. De chief bleek inderdaad een oude, zieke man te zijn. Hij zat in wit ondergoed gehuld in een leunstoel en veegde af en toe met een witte doek langs zijn kin. Ik, die precies tegenover hem kwam te zitten, zag dat er kleine bloedspoortjes in zijn speeksel zaten. Zijn verzorgers hadden een oliegevulde radiator als bijverwarming bij zijn stoel gezet. Desondanks hing er om deze gebrekkige oude man een aureool van wijsheid en  soevereiniteit. De gasten namen plaats en werden getrakteerd op thee met koekjes. In een naburig vertrek waren enkele vrouwen bezig. Er werd zacht gesproken. De stemming was ietwat geheimzinnig, maar niet onaangenaam. De chief onderhield zich met ons in de taal van zijn stam; zijn woorden werden door behulpzame stamleden in het Engels vertaald. In een gesprekspauze keek ik de kamer door en zag hem staan.

    Zwart gepolitoerd was hij, de piano, en van een onverwacht goede kwaliteit. Geen afgepeigerde tingel-tangel, maar een klasse-instrument. Alle toetsen en pedalen waren aanwezig en zaten op de goede plek. En nog belangrijker: de piano bleek gestemd en op toon. Niets stond een grandioze performance in de weg. Toen kwam de vraag van de chief of ik zo goed wilde zijn iets voor hem te spelen.

    Door de opwinding en consternatie – het was dus geen grapje! – weet ik nauwelijks meer wat en hoe ik gespeeld heb. Ongetwijfeld heeft Bachs Preludium geklonken en dat moet in die kamer in het Zuid-Afrikaanse bushveld iets bijzonders zijn geweest. Ik weet ook niet goed of de chief het pianospel heeft gewaardeerd. Wel weet ik dat hij, aan het eind van het recital,  zich rechtstreeks tot mij wendend, mij in vlekkeloos Engels overviel met de vraag: ‘Kunt u ook een stukje jazz spelen?’ Dat genoegen kon ik hem niet doen. Ik kan immers maar een klein beetje piano spelen, met de nadruk op klein.

    ---------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------------
     

    Op de foto’s hieronder ziet u om te beginnen een gezelschap te voet door het dorp lopen op weg naar het huis-op-de-heuvel. Daaronder een plaatje van Amos met zijn moeder. Zij is de directrice van de plaatselijke lagere school. Zij is ook degene die naast de chief zit en zijn woorden voor ons vertaalt.

         








    15-03-2014, 15:29 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Zuid-Afrika,pianospel
    01-03-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Fluitjes van een cent

    Wanneer voetbaltrainer Dick Advocaat – en hij is niet de enige – ziet dat een van zijn spelers zijn waarschuwingen in de wind slaat en dingen doet die hij beter kan laten, staat hij (Dick) op en blaast even op zijn vingers. Zelfs in overbevolkte stadions dringt dat snerpende fluitje tot ieders oor door. De betreffende speler hoort het, bedenkt zich op tijd en keert op zijn schreden terug.

    Velen kunnen dat: op hun vingers fluiten. Je hebt er zelfs die hele opera-aria’s op hun vingers na kunnen fluiten. Kunstfluiters noemen ze zich en mijn ontzag voor hen is grenzenloos. Dat komt omdat ikzelf niet goed een deuntje, zelfs geen bekende meezinger, tussen mijn tanden, laat staan op mijn vingers, kan meefluiten.   

    Wat ik wél kan, is blokfluiten. En dat komt zó. Op mijn veertiende kwam ik op aandringen van mijn vater in de dorpsfanfare terecht, waar ik bugel en saxofoon leerde spelen en een beetje leerde hoe dat rare notenschrift met al die kruisen en mollen in elkaar zat. Op mijn zestiende kreeg ik op de kweekschool – pedagogische academie zeggen ze tegenwoordig ten onrechte – een blokfluit in mijn handen geduwd. Want een beetje schoolmeester of schooljuffrouw werd in die tijd geacht een liedje te kunnen blokfluiten waarna de hele klas het zou kunnen nazingen. Zo’n simpele blokfluit zorgde ervoor dat er in de klas een absolute tweedeling ontstond.

    Daar had je aan de ene kant een paar studenten voor wie het blokfluiten een fluitje van een cent was. Tot die groep behoorde ikzelf. Aan de andere kant bevond zich de grote groep jonge dames en heren voor wie het wekelijkse blokfluitlesuurtje op de zaterdagmorgen een kwelling, voor enkelen zelfs een drama was. Zij slaagden er -  ook na veelvuldig oefenen - niet in hun sierlijke vingers op de desbetreffende blokfluitgaatjes te zetten zodanig dat er bij het blazen een door de leraar gewenste toon te horen viel. Voor veel aankomende schooljuffrouwen en heren leraren, die later over uitmuntende pedagogische kwaliteiten bleken te bezitten, was de fluit een struikelblok. Zo niet voor mij. Op het examen speelde ik de sonatine in G-groot van als ik mij niet vergis een zekere Frantiszek Unglaublich (met de delen allegro, andante en allegro ma non troppo), daarbij op de piano begeleid door mijn muziekleraar. Met als beloning een cijfer 9. Een tien kon er niet af. Want, zei men, daar gaat ie van naast zijn schoenen lopen.

    Hoewel ik tijdens en na mijn schoolmeestertijd de blokfluit nauwelijks meer heb aangeraakt, houdt het instrument tot op de dag van vandaag een bijzonder plekje in mijn fysieke en mentale, muzikale omgeving. Zo heb ik een blokfluitenplankje gemaakt waarop al mijn fluitjes (plus nog wat andere exotische muziekinstrumenten) kunnen worden tentoongesteld. Mijn eigen blokfluiten kunt u daar zien, een gewone sopraanblokfluit, maar ook een hogere, kleinere sopranino, en een groenmetalen Ierse folk-fluit. Er zijn ook wat buitensporige exemplaren bij die ik op een of andere buitenlandse reis als souvenir heb gekocht.

    Met het ouder worden worden de vingers strammer en de adem korter. Ik weet niet of ik het allegro uit de sonatine van Unglaublich nog enigszins hoorbaar en genietbaar kan spelen. Maar geef mij een week, en ik geef u op een briefje dat welluidende blokfluittonen mijn huiskamer zullen vullen. Jammer natuurlijk dat verder niemand het hoort.

      








    01-03-2014, 15:14 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:blokfluit,blokfluiten
    25-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Prutswerk

    Wat handenarbeid en handvaardigheid betreft ben ik, al zeg ik het zelf, een redelijke prutser. Van sommige, écht handige mensen wordt wel eens gezegd dat zij, wat ze met hun ogen zien, met hun handen kunnen maken. Van mij zou je kunnen zeggen: wat hij met zijn ogen ziet, maakt hij met zijn handen kapot. Lichtelijk overdreven, maar een kern van waarheid steekt er wel in.

    Geen enkel probleem heb ik met het uit elkaar halen van interessante voorwerpen. Maar het weer-in-elkaar-zetten levert de nodige hoofdbrekens op. Niet dat ik enkele moertjes en schroefjes over hou, dat natuurlijk ook, maar het simpel terugveranderen in de originele (werkende) staat, lukt vaak niet. Mijn nieuwsgierigheid wint het van de verstandige opvatting dat je met je vlerken moet afblijven van voorwerpen die precies doen waarvoor ze gemaakt zijn. Ik wil het naadje van de kous weten. En als ik die weet, past de kous niet meer.

    Neem nou zoiets fascinerends als onze vaatwasser. Bestaande uit twee schuifladen, inclusief een bestekverzamelplaats, alles van geplastificeerd draad. Beneden twee opbergplaatsen voor respectievelijk glans- en spoelmiddel en een zoutvaatje. Daarboven een draaiende slurf die, naar gelang, heet of koud spoelwater over de vaat giet om zodoende enig vuil te verwijderen. Interessant! Op de schuifladen voor de bekers, glazen en andere kop-en-schotels zie je opklapbare plastic rekjes. Een soort beker-standaardje. Je klapt ze overeind om er koppen en bekers rechtop en op-kop tegen aan te zetten. Dan kan het water van beneden ook de moeilijkste plaatsen bereiken. Handig!

    Zo'n flexibel rekje kun je verwijderen. Dat is geen kunst. Ergens zit een haakje dat achter een palletje valt dat precies past op een horizontaal lopende as. Aan de andere kant zit een klemmetje met een gat dat je ergens aan een vertikaal onderdeeltje kunt vastklikken. Simpel als wat: een kind kan de was doen.

    Onlangs heb ik het flexibele rekje weggehaald. Ik wilde weten hoe dat nou precies bevestigd was in het oerwoud van plastic draden. Want je kunt het rekje door het vast te klikken rechtop zetten, maar je kunt het ook plat op zijn rug leggen. Maar hoe breng je zo'n rekje terug in de oorspronkelijke positie? Minstens een half uur heb ik nodig gehad om erachter te komen hoe alles werkte. Bijna had ik de moed opgegeven.

    Daarom één goede raad. Nee, twee. (1) Werkt alles naar behoren, blijf er dan met je handen – tengels had ik bijna gezegd - van af. (2) Of maak even een foto-van-dichtbij van iets in de goed werkende situatie, dan kun je dáár later op terugvallen. Maar pas op dat je de foto's niet kwijtraakt! Want dan heb je een extra probleem.








    25-02-2014, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:vaatwasser,handenarbeid,handigheid
    10-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Magische ijsmuts

    Het moet in de zeventiger jaren van de vorige eeuw geweest zijn dat mijn vrouw zich op een koude winteravond in een hoekje van de huiskamer terugtrok met breiwol in de twee kleuren oranje en bruin benevens enkele breipennen. Zij was, zei ze, van plan voor onze zoon, die toentertijd ongeveer drie was, een echte ouderwetse, Hollands-warme ijsmuts te breien. Plus in dezelfde kleuren een even warme sjaal. (Een woord dat je in die dagen nog zó schreef: shawl.) Het patroontje voor muts en sjaal vond zij in het gerenommeerde damesvrijetijdsblad Ariadne.

    Na enkele dagen waren zowel muts (compleet met een fraai wolbolletje boven-op) als sjaal klaar. Op een foto beneden ziet u hoe onze zoon, gewapend met zijn nieuwe kledingstukken, doende is het pad naar de straat sneeuwvrij te maken.

    Anno 2014 bestaan ijsmuts en sjaal beide nog: de tand des tijds heeft hen nauwelijks of niet toegetakeld. Ze worden ook nog gedragen. Niet meer door mijn zoon, maar door mij hoogstpersoonlijk. De muts is nog even warm als vroeger. En dat is op koude dagen en rekening houdend met het feit dat het aantal haren op mijn hoofd drastisch is afgenomen, een niet te onderschatten genot. Vooral omdat je de muts ook nog half over je oren kunt trekken. De sjaal zorgt er nog steeds voor dat de koude bovenstromen niet via de ruggegraat naar beneden kunnen trekken.

     

    Even iets totaal anders. Dezer dagen worden in het Russische Sochi de Olympische Winterspelen gehouden. De Nederlanders, vooral de langebaanschaatsers onder hen, stapelen succes op succes. Zo op 8 februari toen zegge en schrijve drie Nederlanders op de 5000 meter voor mannen de eremetalen goud, zilver en brons onder zich verdeelden. Maar het meest verbaasd was ik toen ik hen op het erepodium zag in hun outfit. Allen getooid met een traditionele Hollandse oranje ijsmuts en dito shawl! Sprekend gelijkend op die van ons!

    Ik veronderstel dat het zó gekomen is. Tijdens de voorbereiding zat een vooraanstaand vrouwelijk lid van het Nederlandse Olympische Comité te bladeren in oude Ariadnes. Waar zij een breipatroontje zag voor een echte Hollandse ijsmuts. Toen was de keuze gauw gemaakt. Daarom lopen de Nederlandse sporters en officials daar in Sochi allemaal met ónze oranje/bruine ijsmuts rond. Hij brengt blijkbaar geluk en succes. Het is een muts met verborgen, magische krachten. President Poetin schijnt ook al om het patroontje gevraagd te hebben.

     

    Naschrift: ik heb niets teveel gezegd. Na Kramer c.s en Wüst hebben we vandaag (10 februari) op de 500 meter sprint weer drie medailles gewonnen. Het kan niet op. En er komen er nog meer, wat ik je zeg. Het komt allemaal door die magische muts.








    10-02-2014, 21:01 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Tags:ijsmuts,breipatroon,schaatsen,Olympische Winterspelen,Sochi
    02-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kleur en zwart/wit

    Als u wilt zien hoe de kleur ‘groen’ er in het echt uitziet, nodig ik u uit met mij mee te gaan naar Staphorst. Dat de inwoners van dat dorp verstand hebben van kleuren blijkt ook uit het feit dat, toen de Schepper nadacht over een kleur die Hij van plan was ‘blauw’ te noemen, hij te rade ging bij de inwoners van Staphorst.

    Staphorst, een dorp in de Nederlandse provincie Overijssel, in het veenachtige grensgebied met Friesland en Drente, is vooral bekend door het feit dat de inwoners tot voor enkele jaren in een prachtige, maar lichtelijk onhandige klederdracht gekleed gingen. Insiders wisten ook al wel langer dat je om te weten wat weidegroen is, naar de beschilderde boerderijdeuren in Staphorst moest kijken. De deskundigen op het gebied van het met kleurige bloempatronen bedrukken van stoffen kennen allen het Staphorster stipwerk. Anno 2014 mag dan de klederdracht in Staphorst zijn verdwenen, de kleuren zijn gebleven.

    Het was nog in de zwart/wit periode van de fotografie, in de jaren zestig van de vorige eeuw, dat ik als een piepjonge schoolmeester met mijn klas een bezoek bracht aan Staphorst. We waren eigenlijk op weg naar Giethoorn om daar met een punter te gaan varen en zodoende de buurt onveilig te maken. Onderweg stapten we even uit omdat ik de kinderen de Staphorster kleuren en de dito klederdracht wilde laten zien.

    Ergens, tussen boerderij en schuur, zag ik hen: moeder en dochter. Beiden in klederdracht. Ik pakte mijn camera om het prachtige beeld voor de eeuwigheid vast te leggen. Omdat ik wist dat veel Staphorsters het niet op prijs stellen ongevraagd gefotografeerd te worden vroeg ik de mevrouw: “Mag ik van u en uw dochtertje een foto maken?” Waarop de mevrouw het ongelooflijke antwoord gaf: “Dat moet ik binnen even vragen.” Waarschijnlijk moest haar vader toestemming geven, want een man, ik denk haar echtgenoot, stond opzij instemmend naar mij te knikken.

    Toen is deze foto gemaakt. Ik kijk er nog vaak met plezier naar. Toentertijd was de kleurenfoto voor ons, simpele amateur-fotografen met een provisorische donkere kamer om foto’s te ontwikkelen, te duur en dus onbereikbaar. Daarom deze foto in zwart/wit. De kleuren moet u er zich maar bij denken.

     








    02-02-2014, 13:42 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:kleur,Staphorst,stipwerk,klederdracht
    24-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PK, KK en MK

    Je hebt volk en je hebt paardenvolk. Dat zijn lieden die zowel paarden houden als ván paarden houden. Vroeger gebruikte je een paard vooral om zijn trekkracht. Het paard voor de wagen spannen, of voor de mestkar, voor de ploeg, voor een voer hooi of een vracht rogge. Mijn grootvader van vaders kant was een paardenman in hart en nieren. ’s Morgens spande hij zijn zwarte paard voor de lijkwagen, want hij had als een van zijn vele bijbaantjes de taak van lijkwagenkoetsier op zich genomen. In de namiddag kon je het span dan op de akker bezig zien het haverland te slichten. Dat is Achterhoeks voor eggen.

    Om iets te kunnen trekken heeft een paard een haam nodig. Dat is een aan de bovenkant beweegbaar, ovaalvormig stuk hout, met een opening aan de onderkant. Aan de binnenkant met zacht leer bekleed. De bedoeling is dat een paard zijn hoofd en zijn hals erdoor steekt, zodat het ovaal tegen zijn borst en schouderpartij aan ligt. Daarom is het haam van leer voorzien, zodat het paard geen pijn lijdt. Aan het haam maak je vervolgens allerlei kettingen vast die aan de andere kant aan een ploeg, aan een kar of aan een lijkwagen vastzitten. Zo trekt dus een paard. Vaak is een haam kunstig versierd met houtsnijwerk, pluimen en belletjes. Want het oog wil ook wat. Ook een paardenoog.

    Op een foto hieronder ziet u zo’n haam. Door mij gefotografeerd in een van de bijgebouwtjes rond onze boerderij. Het is wel in een deplorabele staat, maar dat komt doordat het tientallen jaren niet is gebruikt en ergens in de schuur in een hoekje heeft gestaan. De muizen hebben er hun nesten in gebouwd, net als de houtwormen en spinnen. Maar de oorspronkelijke vorm en functie is met een beetje goede wil nog goed zichtbaar. Wat opvalt is de geringe grootte. Om te kunnen vergelijken heb ik er een 5kilo-gewicht naast gezet. Moet hier een paard zijn hoofd en hals door steken? Of is dit misschien een haam voor een pony?

    De oplossing komt als geroepen. Het is, houd u even vast, geen haam voor een paard, het is een haam voor een koe. Inderdaad, het is een koehaam.

    Je zult maar koe zijn op zo’n keuterboerderijtje ergens in de Achterhoek. Daar waar de zandgrond schraal en het leven hard is. Je geeft de familie melk, waarna de vrouw des huizes er boter, kaas en zelfs karnemelkse pap van maakt. Na je afsterven wordt van je hele lichaam geprofiteerd. De huid, het vlees, zelfs je gebeente, alles wordt gebruikt. En dan zou je bij leven en welzijn ook nog dienst moeten doen als last- en trekdier? Van ossen, van slag geraakte stieren, kunnen wij het ons voorstellen, want die zijn van nature oersterk. Maar onze melkkoe, die wij de mooie naam Emma 13 geven, die wij liefkozen, verwennen met een lekkere voederbiet of een bodempje lijnmeel, haar spannen wij toch niet voor ons karretje?

    Déze koe, die u op een andere foto hieronder ziet, trekt een kar vol bietenloof naar huis. Om haar hals draagt zij een koehaam. Wat u op haar rug ziet (en waarachter de boer zich tevergeefs probeert te verbergen zodat alleen zijn hoofd te zien is) is het zadel. Met hulp van een brede riem die over dat zadel loopt, worden de twee bomen van de kar gedragen.

    Nu weet u wat 1 KK betekent: 1 koekracht, vergelijkbaar met 1 P(aarden)Kracht. Maar het kan nog erger: behalve 1 PK en 1 KK bestaat er ook 1 MK, één menskracht. Dat is bijvoorbeeld het geval bij mevrouw Olde Salemink (geboren Jentink) die zich door haar man laat vervoeren

    Ze gaat zo te zien naar een feestelijke gelegenheid, een bruiloft misschien, want ze heeft haar prachtige wit-gesteven knipmuts op, compleet met het zwarte ondermutsje om het wit te vrijwaren van het vette hoofdhaar. Verder heeft zij haar zwarte, zelfgehaakte omslagdoek om en haar gepoetste zondagse schoenen aan. En waarom niet per fiets met zo’n handig transportbakje voorop? Zo, dwars gezeten als een Achterhoekse amazone, geniet ze van het voorbijflitsende landschap en kan ze commentaar geven op alles wat ze ziet. “Zie’j dat Hendrik, bi-j de Akkermaote steet de rogge d’r mooi bi-j.”

    Hendrik, haar echtgenoot, moppert dat ze niet zo veel moet praten en stil moet zitten. Want van al dat gepraat gaat de fiets slakkern. Dat is Achterhoeks voor slingeren.

     







    24-01-2014, 13:13 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Pk,paardenkracht,KK,koekracht,MK,menskracht
    18-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Polonaise

    In de streek waar ik woon zijn de grootschalige bruiloften (van koper, zilver, goud en andere edele en onedele metalen) uit de mode geraakt. Bruiloften met enkele honderd genode gasten en dito bruiloften met een polonaise.

    Ik haat de polonaise. Tot in het diepst van mijn hart. Op het gevaar af dat u mij een spelbederver of een zeurpiet noemt, ik blijf er bij. Zelfs als u mij ervan beschuldigt een blaaskaak en een snob te zijn, u brengt mij niet van mijn a propos af.  De polonaise was met afstand het meest onplezierige onderdeel van wat ooit zo prettig begon: een feestelijke gebeurtenis. Op een teken van iemand die zich ceremoniemeester noemde, verzamelde oud en jong zich op de dansvloer, vormde met de handen op elkaars schouders, in paren of eenpersoons, een langwerpige rij en marcheerde onder de meest afschuwelijke marsmuziek die u zich maar kunt bedenken stampvoetend van genoegen door de zaal, waarbij af en toe kunstzinnig gedachte figuren werden gevormd. Zoals een poortje waar ik met mijn partner geacht werd vrolijk onder door te lopen. Het hoogtepunt kwam aan het einde van de rit wanneer het bruidspaar op een paar stoelen werd gezet en - omringd door een kring bruisende feestgangers – zich hoog liet leven. Lang zullen ze leven, zij wel, maar mij niet gezien, niet op déze manier.

    Stel je niet aan! zegt u. Maar om aan te tonen dat het nog veel erger is dan u op het eerste gezicht denkt, laat ik hier nu een potpourri (een typisch polonaise-woord waar mijn maag van opspeelt, ook dat nog!) volgen van teksten die onder het marcheren meegebruld werden. Wij beginnen, zei het vijfmans-orkestje voor bruiloften en politieke partijen, dat zijn kunnen vooral baseerde op meegebrachte ingeblikte polonaisemuziek-op-cd-rom, met een mars. Alte Kameraden, het zal toch niet waar zijn! Gevolgd door:

    en dat-te-we toffe jongens zijn, dat willen we weten

    ouwe taaie, jippie, jippie, jé, hé, hé,

    laat nu de klok maar luiden, laat nu de klok maar slaan,

    en hoeperdepoep zat op de stoep en laten we vrolijk wezen

    op een slof en een ouwe voetbalschoen

    geef mijn maar Amsterdam (voor de enkele Rotterdammer gevolgd door)

    hand in hand, kameraden,

    mijn sariemareis die zakte door het ijs

    waar in ’t bronsgroen eikenhout ’t nachtegaaltje zingt,

    nachten in Brabant zijn lang

    olé, olé, olé, olé, wie aar ze sjempions, wie aar ze sjempions

    en de bruigom durreft zijn bruidje niet te kussen, falderalderiere!

    Lang zullen ze leven! In de gloria!

    Hieperdepiep HOERA!

    En zoiets maakt deel uit van de een-of-andere canon van de Nederlandse volkscultuur! Als ik ingeburgerd moest worden, zou ik absoluut weigeren het zelfs maar mee te neuriën. Tot aan de Hoge Raad zou ik gaan om mijn gelijk te halen.

    Het ligt niet aan de polonaise an-sich of aan het woord. Een polonaise is van oorsprong een statige Poolse dans die een modieuze Franstalige naam heeft aangenomen. Ziet u het voor u? In prachtige volksdracht getooid loopt het gezelschap in den ronde, de mannen aan de binnenkant, de inner circle, de vrouwen lopen de buitenbocht. Af en toe staat men stil. Dan maakt de man een buiginkje en  de vrouw een knicksje. Voor de vele musici onder de lezers laat ik hieronder even de grondritmes zien  waarop rondgeschreden wordt. Een beetje hortend en stotend, dat wel, maar dat zou ook aan de Polen kunnen liggen.

     

     

    Toegift: Het bovenste van Wikipedia geleende fotootje laat enigszins zien wat ik bedoel. Een rij vrolijk hossende heren die om wat voor reden dan ook (carnaval? opheffen van de taalgrens? voetbalkampioen?) een polonaise proberen.


     

     

     






    18-01-2014, 20:23 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:polonaise,bruiloft,traditie
    08-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ordentelijke beroepen

    Een verhaal om te lezen en om vóór te lezen.

    Een verhaal voor jonge lezers en voor hen die dat hun hele leven willen blijven.

     

     

    Vier geniale broers uit één gezin, heb je ooit zoiets gehoord?

    Op de eerste foto hieronder weten ze nog niet dat ze geniaal zijn. Ze zijn boos en verdrietig. Ze zitten maar een beetje te mokken en te kniezen.

    Vader zegt: Trek de wijde wereld in en leer eerst maar eens een ordentelijk beroep.

    Ordentelijk is een moeilijk woord. Ik weet ook niet wat het betekent.

     

    Op een goeie dag gaan ze weg. Je kunt vier kanten op: noord oost, zuid en west. Meer kanten zijn er niet. Vader gaat mee tot het kruispunt. Dag jongens! Tot over een jaar, dan komen jullie immers terug!

     

    Het jaar vliegt voorbij. Voor je het weet staan de vier broers weer bij vader op de stoep. Vader vraagt: nou, vertel maar, heb je een ordentelijk beroep geleerd waarmee je de kost kunt verdienen? Vertel het mij om de beurt; de oudste begint.

     

    Oudste zoon: Lach niet, maar ik ben dief geworden. Zakkenroller eerste klas. Ik zal jullie laten zien dat ik bij een broedende ekster ginds in die boom vier eieren kan weghalen zonder dat die het merkt. Kijk maar. Hier zijn de vier groengestipte eieren. Ik leg ze op tafel.

    Zoon twee legt op alle vier hoeken van de tafel een ei. Hij zegt dat hij jager is geworden. Dan pakt hij zijn jachtgeweer, mikt even goed en schiet met één schot in één keer alle vier eieren stuk! Je ziet het voor je ogen gebeuren, maar je gelooft het niet!

    Vlug! vlug! zegt de derde zoon. Die is nu kleermaker, eigenlijk couturier. Je zegt koe-tuu-rie-jee, ongeveer net zo als hol-la-die-jee. Hij pakt uit een naaigarnituurtje een flinterdunne naald en een bijna onzichtbare draad en naait alle kapotte eierschalen weer netjes aan elkaar. De zakkenroller brengt de gerepareerde eitjes terug naar de ekster in zijn nest. Die zegt later dat hij niets heeft gemerkt.

    Ga mee naar buiten, naar de wei, zegt de jongste zoon die nu aan de beurt is. Ik ben kapper. Geen gewone, maar een vliegende. Ik kan fietsende mensen op weg naar hun werk knippen, scheren en lekker laten ruiken. Hij laat zien hoe hij een toevallig langslopende haas inzeept en scheert. Zo glad als een biljartbal en zonder een sneetje of een druppeltje bloed! Doe hem dat maar eens na!

     

    Nou, zegt vader, ik ben erg onder de indruk. Jullie hebben allemaal een ordentelijk beroep geleerd, ik kan niet anders zeggen.

    Dat vinden de vier geniale broers ook. Alleen zie je hieronder op de tweede foto dat ze nog steeds zitten te kniezen en mokken. Ze weten nog steeds niet wat ordentelijk betekent.

     

    Terra heeft dit verhaal vroeger in een dik boek gelezen. Hij weet niet meer precies in welk. Hij gelooft het sprookjesboek van de geniale broers Grimm.









    08-01-2014, 14:33 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Tags:sprookje,beroepen,
    31-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.GESORTEERDE NIEUWJAARSGAVEN

    De mate waarin een traditie stand houdt, is recht evenredig met het profijt dat men ervan trekt. Veel minder ingewikkeld geformuleerd: een traditie blijft bestaan wanneer er iets te halen valt. Dat geldt zeker voor het zogenaamde nieuwjaar winnen*). Een gebruik dat – vroeger en nu - op de eerste dagen van het nieuwe jaar plaats vindt. Hóe precies wij dat deden, lang geleden, leest u in het vervolg van deze bijdrage die ons al bij voorbaat het water in de mond doet lopen.

    Het ritueel voltrok zich als volgt. Met tassen gewapende kinderen liepen – alleen of in groepen – naar de huizen van familie en buren en spraken daar aangekomen een nieuwjaarswens uit. Kinderen uit protestantse nesten riepen: ‘Veel heil en zegen’, terwijl katholieke kinderen het hielden bij het traditionele ‘Zalig Nieuwjaar!’ Kinderen van ouders die het allemaal niet meer zoveel kon schelen, wensten iedereen een niet minder welgemeend ‘Gelukkig Nieuwjaar!’ Als beloning kregen de kinderen een bruine, papieren zak, gevuld met wat ik voor het gemak maar even zal noemen: ‘lekkernijen’.  De centrale vraag uit deze herinnering is: wat zat er eigenlijk allemaal in die zak? Bij het antwoord ga ik dus uit van de situatie ruim een halve eeuw geleden.

    Sprekend over de inhoud van de nieuwjaarszak (in ons dialect een ni-jjaorstoete met een lange oe) is het nuttig te onderscheiden tussen kwantiteit en kwaliteit, en rekening te houden met zaken als volume, gewicht en omvang. Ook speelde de smaak van de ontvanger een niet onbelangrijke rol.

    Statistieken liegen, maar door de bank genomen zat er in een nieuwjaarszak

    -         een appel (meestal goudrenet) niet zelden voorzien van enkele beurse plekjes; later meestal vervangen door een sinaasappel

    -         een krentebroodje (zonder tussen-n maar met krenten en rozijnen)

    -         een oliebol of pufferken (poffertje)

    -         een handvol pinda’s

    -         pepernoten

    -         walnoten of hazelnoten (alleen als men beschikte over desbetreffende bomen)

    -         flikjes, schuimpjes en andere snoepgoed

    -         een nogablok, in ruitvorm, verpakt in groenachtig zilverpapier

    -         gekleurde drolletjes suikerglazuur op een bedje van biscuit (zogenaamde daisy’s)

    -         een reepje chocolade of kwatta; geen normale reep maar een dunne versie

    -         koekjes, biskwietjes en dan vooral opzettertjes. Dat waren koekjes met een voorstelling als een huisje of een haan met een uitstulping aan de onderkant die paste in een ronde staander met een gat in het midden, ook van biscuit.

    -         een pakje kauwgom (met voetbal- of filmsterplaatjes) of een rolletje drop. De laatste twee zaken kwamen voor in zakken van meer bevoorrechte lieden.

    Wanneer u het rijtje afloopt – dat niet volledig is, maar dat zal u niet verwonderen: dat zijn op statistieken gebouwde lijstjes nooit – kunt u nagaan welk van de genoemde kwaliteitsaspecten van toepassing is. Bij de appel en krentenbol gaat het natuurlijk om het volume en het gewicht; bij de chocolade om de kwaliteit en de smaak. Zo heeft iedere gave wel wat.

    Thuisgekomen werden de ontvangen nieuwjaarsgaven gesorteerd. Wij gebruikten daar moeders inmaakglazen voor (bedoeld zijn natuurlijk de u welbekende Weckglazen). Eén glas met pinda’s, één met chocoladerepen, één met pepernoten en biscuitjes, enzovoort; zo kreeg alles netjes een plaats. Tenminste, als het niet van tevoren opgegeten was. Zelf was ik iemand die na enkele dagen in het nieuwe jaar alleen nog maar lege glazen had. Mijn zusje daarentegen pronkte eind januari nog met haar glas chocoladerepen. De waarheid gebiedt te zeggen dat ik haar bij het ledigen van haar glazen wel eens geholpen heb.

     

          *)  Nieuwjaar winnen is een wedstrijd. Je hebt gewonnen wanneer je de nieuwjaarswens éérder uitspreekt dan degene die je plotseling ontmoet.  Je zegt dan: ‘ik heb jou het nieuwe jaar afgewonnen.’

            

    Alles wat u hieronder ziet, zat in de nieuwjaarstoete van 2014. Kant en klaar te koop bij de buurtsuper. De appelflappen daar weer onder (nog lekkerder dan pufferkes) zijn zelfgebakken.

     






    31-12-2013, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    22-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Quiltwensen
    Vraag mij niet om het verschil haarfijn uit te leggen, maar een quilt is niet hetzelfde als een patchwork-werkje en quilten is heel iets anders dan patchworken. Patchwork is een nuttig vrouwelijk handwerk waarbij lapjes stof (wol, zijde, katoen, noem maar op) vernuftig aan elkaar worden genaaid. Die lapjes hebben een bijzondere vorm waarover goed is nagedacht, zodat het uiteindelijke product gezien mag worden.

    Een patchwork is eigenlijk het vóórstadium van een quilt. (Spreek uit als ‘kwilt’, anders heb je in de quiltgemeente de poppen aan het dansen, want een kilt is een Schots mannenrokje.) Een echte quilt bestaat uit een aantal lagen, meestal drie: a) de bovenlaag waarvan het artistieke niveau en het vakvrouwschap duidelijk af te zien is, b) een tussenlaag van vliseline of iets dergelijks voor de vulling, en c) een stevige onderlaag. De kunst bestaat hierin om deze drie lagen met veel creativiteit en handvaardigheid met elkaar te verbinden. Dat gebeurt (met de naaimachine, maar echte quilters doen het met de hand) met behulp van kleine, fijne rijgsteekjes. En niet alleen volgens vaste rechte lijnen, maar ook golvend en buigend. Die vloeiende lijnen van rijgsteekjes geven aan de quilt een bijzondere uitstraling.

     

    Mijn in 2012 overleden vrouw was een fanatiek quilster. Fanatiek in de goede betekenis van het woord, maar practisch elke vrije minuut werd aan het quilten besteed. Zij verzamelde van heinde en ver afkomstige stofjes en lapjes van elk denkbaar materiaal, sorteerde die naar kleur en vorm in dozen, en wanneer de tijd daar was, werd er een nieuwe quilt op stapel gezet.

    Zij was mede-oprichter van een regionale quiltclub bestaande uit een tiental volgens dezelfde principes handwerkende dames. Eenmaal per maand kwam deze groep quilters bij ons thuis bijeen om met elkaar te beraadslagen over nieuwe projecten en om elkaars werk te bewonderen.

    Deze quiltclub heeft zich ontfermd over de talloze dozen met stofjes en lapjes die mijn vrouw heeft nagelaten. Het eerste werkstuk dat met dit materiaal is gemaakt bestond uit een herinneringsquilt. Elk lid van de club heeft haar steentje bijgedragen: ieder heeft voor een eigen blok gezorgd.  In september 2013 hebben de dames van de quiltclub deze herinneringsquilt aan mij aangeboden. Sindsdien hangt hij bij mij thuis te pronken in de gang.

    Te pronken, ja, want de quilt is erg mooi en het verhaal erachter eveneens.

     

    Met twee plaatjes van mijn herinneringsquilt, de complete quilt en een detail, wens ik al mijn lezeressen en lezers prettige kerstdagen en een gelukkig en gezond nieuwjaar.








    22-12-2013, 17:59 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
    Tags:quilt,patchwork,kerstwens,nieuwjaarswens
    14-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Weetjes - een verhaal om wat van te leren

    Je hebt mensen die verschrikkelijk veel weten. Feitjes, bedoel ik dan, en wel uit hun hoofd. Zaken die wij vergeten omdat ze van nul en gener waarde zijn, zoals: op welke breedtegraad ligt Coevorden? schudden zij zo maar even uit hun mouw. Handig voor twee minuten over twaalf of hoe die quiz ook weer heet, of voor de Vlaamse blokkers onder ons.

    Volgens de boekjes waar al die weetjes in staan, was de laatste persoon die werkelijk alles wist wat er toentertijd te weten viel de filosoof en mathematicus Gottfried W. Leibnitz (1646-1716). Nu is het op drie jaar na driehonderd jaar geleden dat hij gestorven is. Misschien bestond er toen nog niet zo veel weetbaars, maar dan nog. Iemand die alles weet! Stel je dat eens voor! Leibnitz was dus een man van weetjes. Hij was echter nog veel meer: hij was ook wiskundige die voor ons het differentiaalrekenen heeft uitgevonden. Van bewondering en ontzag val ik met terugwerkende kracht bijna van mijn stoel.

    Sorry voor deze wat lang uitgevallen inleiding, maar ik moest hieraan denken toen ik weer eens geconfronteerd werd met de uitdrukking op het wat stoppelige gezicht van mijn imaginaire Russische vriend Wassili Ibramovich. Voor zijn vrienden en mijzelf  dus gewoon Wassi.  Want Wassi was indertijd ook zo iemand die alles wist. Hij had wel zijn specialisaties. Omdat hij van huis uit geoloog was, kon je hem alles vragen over aardrijkskunde, biologie, fysica, natuurlijke historie en wat dies op het gebied van de zaakvakken nog meer in huis had.

    Wassi heeft op een goed moment zijn baantje als geoloog vaarwel gezegd om zich te kunnen toeleggen op het exploiteren van zijn ongekende talenten. Hij reisde in de toenmalige Sovjet Unie stad en land af en gaf in elke schouwburg die hij kon vinden een avondvullende voorstelling van zaken. Wassi, het antwoord op al uw vragen! stond er niet bijster origineel op het affiche.

    Laten we in gedachten de schouwburg in Swerdlovsk binnengaan waar Wassi vorig jaar om deze tijd optrad. De entree bedroeg vijf roebel, maar je kon de portier ook voor hetzelfde geld omkopen, dan kwam je er ook in. Veel bezoekers dienden van te voren vragen in, schriftelijk, op een in vieren gevouwen papiertje zodat Wassi zich niet even kon voorbereiden. Je kon natuurlijk ook de zaalmicrofoon gebruiken en stante pede een vraag stellen.

    De spanning knisperde door de zaal. Die zat bomvol en de verkoper van pindaatjes en chips deed goede zaken, temeer omdat hij ook papieren zakdoekjes verkocht die gebruikt konden worden door geëmotioneerde toeschouwers. Klokslag half acht begon de voorstelling. De balalaikagroep Niet mooi, maar wel hard, die Wassi op al zijn tournees begeleidde, zorgde voor een aangename stemming. Daarna kwam de maestro zelf. Wassi dus, gekleed in een donker, onopvallend driedelig grijs. Hij bleek een melodieuze zachte microfoonstem te hebben die moeiteloos tot in alle hoeken doordrong. Wie gedacht had, dat de avond zou beginnen met een aantal relatief gemakkelijke vragen om ‘er in te komen’ zag zich bedrogen. Neen, het ging meteen met volle kracht vooruit en Wassi diende hem vanaf het begin van katoen te geven, om niet nóg meer irritante cliché’s te gebruiken.

    Wat moeten wij ons voorstellen bij de inhoud van de gestelde vragen? Ik geef enkele sprekende voorbeelden.

                Wassili Ibramovich, hoe breed is de Wolga op zijn smalst? Het antwoord graag in kilometers en meters respectievelijk mijlen en inches. Bij voorbaat hartelijk dank.

                Hoeveel omwentelingen om de aarde maakte onze gevierde astronout kameraad Yoeri Gagarin tijdens zijn eerste ruimtevlucht? (Buitengewoon gemakkelijk, want dit leert ieder Russisch kind al in de tweede klas.)

                Zoals u weet hebben alle spinnen acht poten. Er is echter een gemuteerde en gemankeerde Mongoolse variant met slechts zeven ledematen. Wat is zijn gewicht (met twee cijfers achter de komma) als hij de leeftijd van 6 maanden heeft bereikt?

                Op 13 oktober 1877 gaf Pjotr I. Tsjaikowski in deze zaal een concert. Welke snaar brak toen hij verwoestend uithaalde in het derde deel van de Mondscheinsonate?       

    Dit type vragen kreeg Wassi te beantwoorden. Ogenschijnlijk vol zelfvertrouwen en steeds vriendelijk ogend deed hij dat. Na ieder goed antwoord braken golven van applaus los. Gezegd moet worden dat de vragen na de pauze iets moeilijker waren en meer tijd vergden qua antwoord. Enkele vragen moesten worden afgewezen omdat zij de privacy van bepaalde mensen aantastten. Zoals: ..met welke zuipschuit had mijn nicht Tanja eergisteravond in Riga een blind-date? Nee, op zulke vragen ging Wassi niet in.

    Na aanvankelijk enig succes in de provincie bereikten Wassi’s ongekende talenten een grote nationale populariteit. Zijn shows werden live op tv uitgezonden. Er werd zelfs op hem gewed. Met grote bedragen aan roebels, want voor minder deed men het niet. En het was niet alleen de Moskouse penose die meedeed. De vraag was natuurlijk: wie stelt een vraag aan Wassi die deze NIET kan beantwoorden. Wedden dat het mij lukt? Wedden dat het jou niet lukt? 

    Iedereen dacht natuurlijk dat als er zoiets als kennis bestaat, er ook grenzen aan kennis zijn. Er zijn grenzen aan macht, er zijn ook grenzen aan de macht-van-het-alles-weten. Niemand kan alles weten. Echt alles. Leibnitz is al eeuwen dood. Er moet toch een onderwerp zijn waarop we Wassi kunnen pakken?

    Drie maand geleden gebeurde het. Tijdens een voorstelling in Спасйбо in de zuidflank van de Oeral. Nadat Wassi zoals altijd met superieur gemak moeilijke weetjes ten beste had gegeven, kwam een oudere bedachtzame man met deze volgende vraag.

                  - Wassili Ibramovich, wat is de meisjesnaam van uw schoonmoeder?

    Later op de avond, tijdens een inderhaast ingelaste persconferentie, sprak een lijkbleke Wassi die zijn einde al voelde naderen. ‘Echt waar, ik heb jaren nodig gehad om erin te slagen alle kennis omtrent mijn schoonmoeder te verdringen. En nu wordt dát mij noodlottig.’

    Die avond hebben miljoenen roebels hun eigenaar gewisseld. Sommige Moskovieten en Sintpetersburgers gingen van het ene op het andere moment bankroet. U kunt hen tegenwoordig zien bij het schoonvegen van het pleintje voor de metro-ingang.

    Met Wassi ging het in razend tempo bergaf. Zijn gezondheid vertoonde diepe deuken en zijn geheugen begon hem in de steek te laten. Het einde kwam niet geheel onverwacht. Na zijn overlijden opende men zijn testament. Daarin stond dat hij zijn brein vermaakte aan het Psychologisch Laboratorium in Спасйбо. Daar kunt u het nu zien, samen met zijn schedel, het omhulsel. Als je goed kijkt, zie je tussen de hersenplooien de weetjes nog zitten.

     






    14-12-2013, 20:55 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:weetjes,feitenkennis,geheugen,satire
    05-12-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bruine bonen en groene erwten
    Een oud sprookje dat best eens waar zou kunnen zijn. 

     

    Er leefden eens, in een land hier ver vandaan, twee mannen, twee buren: Jan-Willem en Willem-Jan. Ze konden goed met elkaar overweg, hielpen elkaar waar nodig en hetzelfde gold voor hun beider gezinnen.

    Eenmaal per jaar, op de tweede dag van het nieuwe jaar (op de eerste hadden ze andere zaken aan hun hoofd) kwamen de twee mannen bij elkaar om hun goede voornemens uit te wisselen. Op de voorlaatste dag van het jaar (op oudejaarsdag hadden ze wel betere dingen te doen) troffen ze elkaar weer om na te gaan wat er van hun goed bedoelde plannen was terechtgekomen.

    Voor dit jaar luidden de afspraken als volgt.

    Willem-Jan beloofde: Iedere keer wanneer iemand of iets mij erg gelukkig maakt doe ik als herinnering een bruine boon in een leeg bloempotje.

    Jan-Willem: Ik hou erg veel van mijn lieve echtgenote, maar ik kan het niet helpen dat ik ook wel eens een oogje op andere vrouwen werp. Dit jaar zal ik iedere keer dat ik met begerige blikken naar een andere vrouw kijk een groene erwt in een leeg bloempotje doen.

     

    Op de afgesproken dag aan het eind van het jaar komen de twee vrienden bij elkaar en zetten de meegebrachte bloempotjes naast elkaar op tafel: één met bruine bonen; één met groene erwten.

    Bij het tellen van Willem-Jans bonen blijkt dat zijn bloempot 75 bruine bonen bevat. Willem-Jan: Het hadden er met gemak nog veel meer kunnen zijn, zoveel gelukkig makende zaken heb ik meegemaakt. Zoals: de lach van mijn jongste kind, het prachtige fluiten van de merel in het topje van de kastanjeboom, Willem-Jan-junior die slaagt voor zijn rijbewijs, een lied van het mannenkoor, noem maar op.

    In Jan-Willems bloempotje zitten vijf erwten.

    Jan-Willem: Ik geef toe dat ik een paar keer een oogje heb laten vallen op een of andere knappe dame die toevallig mijn pad kruiste. En ik weet ook wel dat je niet mag begeren wat van je naaste is. Er zitten nu vijf erwten in het potje. Ik had bijna vergeten te vertellen dat ik er trouwens dit jaar al wel twee keer erwtensoep van heb gekookt.

    Zoals het betaamt leefden ze nog lang en gelukkig.






    05-12-2013, 19:22 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    Tags:sprookje, groene erwten,bruine bonen
    30-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meibomen (3)


    (Lezeressen en lezers die zich al surfend op het wereldwijde web vergaloppeerd hebben en voor het eerst of per ongeluk op deze site zijn terechtgekomen en desondanks verbaasd zijn over de inhoud en het artistieke c.q. literaire niveau van de teksten, raden wij dringend aan eerst de delen (1) en (2) - welke hieronder zijn afgedrukt - van dit drieluik over meibomen te lezen.)

    Dit drieluik wordt thans besloten met een verhandeling over het meiboomgedicht gevolgd door een concreet, actueel voorbeeld ervan.

     

    Het onderstaande meiboomgedicht voldoet aan de elementaire eisen die je aan een meiboomgedicht kunt stellen. Zoals daar zijn:

    1) een meiboomgedicht bevat een even aantal regels. Hoeveel? Dat hangt af van de kwaliteit van de dichtader van de maakster/maker;

    2) van eventuele rijmvoorschriften hoeft een meiboomgedicht zich niets aan te trekken. Dus ook niet van zaken als regellengte, rijmschema of rijmritme;

    3) een goed meiboomgedicht bevat hier en daar (het liefst aan het eind van een regel) een rijmwoord. Daarop rijmt het laatste woord van de volgende regel;

    4) van een meiboomgedicht wordt verwacht dat het recht uit het hart komt. Van dat hart wordt geen moordkuil gemaakt;

    5) elk meiboomgedicht wordt op ooghoogte aan de boom bevestigd zodat elkeen het vanaf de stilstaande fiets kan lezen;

    6) meiboomgedichten worden bewaard totdat de aanleiding en de naam van de dichter(es) niet meer bekend zijn;

    7) de naam van de dichter(es) hoeft niet bekend gemaakt te worden. Wél de afzender: de buurt, de familie of nog weer een andere groepering.

     

    Bij het navolgende voorbeeld handelt de gedichte geschiedenis over een zekere Hans en Ellen die achter hun huis een nieuwe schuur hebben gebouwd (laten bouwen). Na veel wederwaardigheden en vertragingen is de bouw uiteindelijk zo voorspoedig verlopen dat de buurt grote moeite heeft gehad boom en gedicht op tijd klaar te hebben. Het verhaal is gedicht in een fraai Oost-Nederlands dialect dat met enige moeite door iedereen begrepen en gewaardeerd zal worden. De foto's dienen als bewijs van echtheid en authenticiteit. Zij tonen de meiboom en een gedeelte van het geschreven gedicht.

     

     

    Mo-j, beste buurluu Hans en Ellen,

    I-jluu laot ons de hartslag inens versnellen.

     

    Poe, i-j hadden ons haost te grazen,

    inens ha'j 't dak dichte, wat ons toch hevig verbazen!

     

    De bouw van een ni-je schure wier zo'n jaor of vief al rond verteld.

    Dat 't nów pas wat is, kump ook umdat de materialen niet altied kompleet wazzen besteld.

     

    En zo ha'j nog wel meer van die vertragingen,

    zo kwam Ellen in de raod veur een positief advies in de vergaderingen.

     

    De fundering en zo was eigenlijk een fluitjen van een cent,

    met een dag of vier was 't zo hard as een bikkel, den cement.

     

    Toen kwammen de weekendvakluu an de slag,

    't lek haost dat de bouw veur op 't schema lag.

     

    Toen kwam 't deur raegenachtige zaoterdagen: stene op, tropenweer, cement op,

    dachte wi-j as buurte: ze zit nog lang niet in de top.

     

    As buurte wazze wi-j al één maol bi-j mekare ewest,

    "Meiboom zetten wördt nog wel kerstmis, al doet ze nog zo goed eur best."

     

    Dat ha'w toch niet goed, hals aover kop mot 't now gebeuren,

    iedereen mos ziene plannen bi-jstellen en niet zeuren.

     

    Dus jongens en vrouwluu, een boom: 20 meter lang en mooi rond,

    10 meter baoven en 10 meter in de grond.

     

    En zo hebt wi-j onze plicht edaon,

    want eerlijk is eerlijk: veur zo'n mooie schure heurt een mooien boom te staon.

     

    Völle plezier met owluu mooie schure en wieters kent i-jluu wel de gebruken,

    of niet Hans en Ellen,

    a'j 't d'r een kere naor hebt mo'j ons dat maor 's kommen vertellen.

     

    De buurluu

     





    30-11-2013, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (1 Stemmen)
    Tags:meibomen,traditie,huizenbouw,Oost-Nederland
    23-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meibomen (2)

     

    Voor het daadwerkelijk (rechtop)zetten van een meiboom heb je twee zaken nodig: een plank en veel handen die licht werk maken. Dat er veel  helpers nodig zijn voor het tillen, versjouwen en verplaatsen ligt voor de hand, maar hoezo een plank? Daarover kom ik straks nog te spreken. Eerst halen we op de afgesproken avond de boom, die overdag gekapt is, uit het bos. Daar ligt hij, met zijn lengte van zeg twaalf meter en een stamdoorsnede van 40 centimeter. Hij wordt door veel handen opgetild en met zijn zware voet op een boerenwagen gelegd. Dat de top enigszins over de grond sleept, kan weinig kwaad, daar zorgen wij wel voor. Een tractor brengt wagen met boom naar het huis van de naaste buurman, de zogenaamde noodnaober. (Zoals het woord al zegt, is dit een raadgever in moeilijke zaken en een helper in de nood.) Daar wordt de boom versierd en voorzien van krans en gedicht. (De dichteres uit de buurt die dagen lang heeft lopen zweten, krijgt van alle kanten pluimpjes voor haar artistieke hoogstandje.) Voordat de boom op zijn  uiteindelijke plek ter aarde wordt besteld, wachten wij totdat het donker is en nemen voor alle zekerheid even een neutje of twee. De noodnaober die nuchter moet blijven, neemt spa-blauw.

    Het laatste stuk van de tocht is van een angstaanjagende schoonheid. Er heerst relatieve stilte – de bewoners van het nieuwe huis mogen niet merken dat er zich iets bijzonders rondom hun nieuwbouw afspeelt. Wij kiezen een plekje uit, zo’n tien meter voor de nieuwe voordeur en graven een gat. Niet zomaar een kuil, maar een recht, diep gat met steile wanden.

    En dan komt het wonder van de plank. Een gladde, zware houten plank wordt vertikaal langs een van de wanden van het gat geplaatst, voorzichtig om niets te laten instorten. En dan verzamelen allen die een stukje boom kunnen dragen zich aan weerszijden van de stam. De zware voet wordt tegen de plank aangezet. Tegelijk wordt de top omhoog getild. (Dat gebeurt met een ladder, maar is te ingewikkeld om u te vertellen.) In ieder geval gaat de top steeds verder omhoog terwijl de voet langs de gladde plank in het graafgat zakt. Net zolang tot de bodem bereikt is en de meiboom fier rechtop staat. Meteen worden stenen en ander materiaal in het plantgat gegooid en met palen en balken aangestampt. Opvullen met zand en steeds weer aanstampen, dat is de remedie. Ondertussen bekijken de stuurlui aan de wal of de meiboom wel netjes rechtop staat. Hoe groot is de voldoening, wanneer tenslotte een trotse meiboom zijn slingers laat vieren in de wind en de krans mooi recht onder de top hangt. Wij hebben eer van ons werk! Dat vinden ook de nieuwe bewoners die op het lawaai afkomen en de meiboom moeten keuren. Want ook dat hoort bij de regels: wij kunnen bomen zetten wat we willen, maar de toekomstige bewoners moeten de boom erkennen als bewijs van hulpvaardigheid en vriendschap en als zodanig accepteren.

    Laten we aannemen dat de toekomstige bewoners tevreden zijn met onze meiboom. Dan worden enkele ogenblikken gewijd aan pogingen om bij het licht van een zwakke zaklantaarn,  knipslöchte genaamd, het meiboomgedicht te lezen. Als alles naar tevredenheid is, worden de meiboomzetters vriendelijk verzocht even binnen te komen, een drankje en een hapje te nuttigen en bij te komen van de zware werkzaamheden.

    Dat is nog niet het einde. De traditie wil – en daar willen we niet aan tornen, er is al teveel onzekerheid in deze wereld – dat de bewoners eenmaal tot rust gekomen in hun nieuwe huis hun buren en vrienden nogmaals uitnodigen in een of ander stamcafé teneinde de meiboom ‘nat te maken’, zoals de volksmond zegt. En wat dat betekent hoef ik u zeker niet uit te leggen.

    Wij vinden dat deze traditie alles in zich heeft om tot in lengte van jaren gekoesterd te blijven. Als er wat te halen valt, houdt iedere traditie stand. En een huis-in-aanbouw zonder meiboom ervoor, is toch geen gezicht? Zeg nou zelf.

     

    Hieronder twee foto's. Op de eerste ziet u welk magnifiek effect er ontstaat wanneer een nieuwbouwhuis wordt omgeven door drie meibomen. De tweede foto bevat een deel van het meiboomgedicht op één van de drie bomen: die van de buurt.







    23-11-2013, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:meiboom,Achterhoek,traditie
    20-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Meibomen (1)

    Voor de afwisseling nu eens een drieluik. Drie verhalen over een oud maar nog springlevend gebruik in de Gelderse Achterhoek. Deze eerste bijdrage leidt het onderwerp bij u in, zodat u enigszins van de hoed en de rand weet. Deel 2 beschrijft het fascinerende proces van het meiboomzetten zélf. In deel 3 sluiten wij dit van meibomenhout gemaakte drieluik af met een authentiek meiboomgedicht. 


    Af en toe lees je nog wel eens iets over mensen die gezellig een boom opzetten. Over het nut van een katoenen onderhemd om het overtollig trimzweet op te vangen bijvoorbeeld of over de onzin van tolheffingen om het fileprobleem effectief te lijf te gaan. Bomen opzetten of kortweg bomen doe je met passie en overgave en met behulp van zinnige argumenten. Bomen opzetten en verhalen vertellen lijken in eerste aanleg twee gescheiden gebieden, maar dat is schijn. Je kunt een verhaal vertellen over mensen die bomen opzetten; je kunt ook een boom opzetten over de kunst van het verhalen vertellen.

    Je kunt ook letterlijk een boom opzetten: een meiboom. Oorspronkelijk een overblijfsel uit Germaanse en middeleeuwse riten is het nu in het kleine stukje Nederlandse Achterhoek waar wij wonen een teder gekoesterd gebruik bij de inwijding van een nieuw huis. U moet zich niets aantrekken van het noemen van de bloeimaand; een meiboom past in ieder seizoen en op elke dag van het jaar. Ik geef u om te beginnen enkele kenmerken van een goede meiboom.

    a)     Het is een lange, rechte, dunne, nochtans stevige dennenboom; de onderste takken zijn verwijderd zodat er slechts boven aan de top een plukje naalddragende uitsteeksels zitten. De boom moet zo lang zijn dat de top boven het dak van het nieuwe huis uitsteekt.

    b)    Je kiest een passende boom uit in een dennenbos, maar laat hem afzagen of anderszins kappen door deskundigen zoals boswachters of houtvesters. Je hebt bovendien al je energie nodig voor het vervoer van de meiboom naar het nieuwbouwhuis.

    c)     De meiboom komt voor een nieuw te bouwen huis te staan. Dat laatste neem je met een korreltje zout. Renovatie, het bijbouwen van een schuur of een nieuwe kap op het huis (compleet met hypotheek) kan een reden zijn voor een meiboom. Wanneer er iets te vieren valt, is veel toegestaan. Het enige waaraan nooit en te nimmer getornd wordt, is de eis dat een meiboom er staat vóórdat het dak dicht is.

    d)    Elke zich respecterende meiboom is prachtig versierd met crêpepapieren roosjes en slingers. Zelf mogen wij daar graag enkele in de wind tinkelende voorwerpen bijhangen, zoals lege bierflesjes. Of een fiets zoals wij bij onze Duitse buren, net over de grens, hebben gezien,want ook daar kent men de meiboom. Bovendien hangt onder de top aan drie draden een eveneens versierde stralenkrans om onheil af te wenden.

    e)     Wij noemen het pas nu, maar er moet vanaf het begin rekening mee worden gehouden dat élke meiboom een gedicht heeft. Dat wordt in de regel gemaakt door een dichteres uit de buurt en op ooghoogte aan de meiboom bevestigd.

    f)      Wie, vraagt u, heeft het recht om een meiboom te zetten? De traditie kent van oudsher een alleenrecht toe aan de buurt, de jonge buurt welteverstaan. Dat zijn alle lieden in de buurt (de naoberschap in ons dialect) die (nog) niet getrouwd zijn. Met dit voorschrift wordt momenteel zwaar de hand gelicht. Dat komt omdat er zo weinig jonge buurt over is. Wij komen volk tekort. Daarom nodigen wij vaak vriend en vijand uit om mee te helpen.

    Genoeg gepraat. Voorlopig althans. Ik zal u hieronder eerst eens een paar plaatjes van rechtgeaarde meibomen laten zien. In dit geval wordt een nieuw huis gebouwd en niet minder dan drie partijen hebben er een meiboom bij gezet: de buurt, de familie van de huiseigenaar en last but not least de vrienden van de bewoners uit de voetbalclub – de toekomstige bewoner is in zijn vrije tijd begeleider van een pupillenelftal en tevens grensrechter; allen hebben hun boom bijgedragen.

    Voor een beschrijving van het eigenlijke proces: het zetten van een meiboom, verwijs ik u graag naar deel 2 van dit drieluik dat over enkele dagen het licht ziet.






    20-11-2013, 00:00 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:meiboom,traditie,huizenbouw,Gelderse Achterhoek
    14-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Vijven en zessen
    Lang duurt het niet meer dat de schoolkinderen met hun Kerstrapport thuiskomen. De intrigerende vraag die ons hier nu bezighoudt, is: waarom krijgen kinderen op school voor hun prestaties een cijfer? Waarom bijvoorbeeld krijgt Ahmed uit IIb voor zijn schriftelijke overhoring met veel vijven en zessen een 8 en geen 9? Of was een 7½ achteraf misschien toch eerlijker geweest? We proberen een antwoord te vinden op de vraag of het niet beter is onbegrijpelijke cijfers te vervangen door begrijpelijke woorden. Dat doen we aan de hand van onbeschrijflijk imaginaire taferelen die zich onlangs in het Limburgse hebben afgespeeld.  

     

    Op 14 mei vloog de kogel door de kerk en op 14 juli, twee maanden later, brak de pleuris uit. We hebben het over de gebeurtenissen in Ubach-dichtbij-de-Maas te Limburg en meer in het bijzonder de voorvallen ten aanzien van de voor velen wereldvreemde ideeën op de plaatselijke St. Bernadetteschool, waar men besloten had op de overgangsrapporten voor de zomervakantie geen cijfers meer te vermelden. Maar, het verhaal is al ingewikkeld genoeg, laat ik u de gebeurtenissen chronologisch schilderen.

    Het idee kwam van schooldirecteur de heer J. Maertens Kzn (Jaap voor collega’s en meester Jaap voor ouders en kinderen), daarbij gesteund door de schoolbegeleidster Francoise Molenhoek. Uit Jaaps verantwoording is ons een tweetal argumenten bijgebleven. In de eerste plaats, zei Jaap, is een eerlijke cijferwaardering voor een geleverde prestatie op school zo goed als onmogelijk. Waarom krijgt Jan-Jaap een 8 voor zijn vogelnestje aan de ringen? En waarom verdient Rosita maar een 6 voor een dictee waar ze zó haar best op heeft gedaan? Cijfers als zodanig zeggen niets, beweerde Jaap met grote stelligheid. Ook niet wanneer je de verklarende tekst er bij neemt. Een 6 is blijkbaar voldoende en een 7 ruim voldoende, en wat dan nog? Laten we verstandig zijn en hier op de St. Bernadetteschool, te beginnen met het rapport bij de overgang, de cijfers op het rapport vervangen door woorden: het cijferrapport wordt een woordrapport. Woorden zeggen meer dan cijfers, schreef Jaap in het net op tijd verschijnende schoolkrantje.

    Het andere doorslaggevende argument kwam van juf Ingrid uit Groep 7 (IT-specialist van de school) die eveneens met hulp van Francoise in EXCEL een stramien had ontwikkeld waarbij elke leerkracht handig en gemakkelijk  de prestaties van de leerlingen in woorden kon vatten. (Zie onderstaande illustratie.) Het systeem kon bij wijze van spreken morgen ingevoerd worden, zo sprak zij.

     

    Aldus geschiedde. Een gewogen en afgewogen oordeel van het lerarencollege, tot stand gekomen met instemming van de schoolraad. In een aparte, bijzondere uitgave van het St. Bernadetje, de schoolkrant die huis-aan-huis in Ubach wordt bezorgd (ook bij de dragers van NEE-stickers) werden de ouders en de gehele Ubach-dichtbij-de-Maasse-gemeenschap op de hoogte gebracht. Al op de dag van verschijnen (12 juli) gonsden de eerste geluiden van onmin en wrevel over de hoofden van de ouders die om kwart voor twaalf hun kinderen stonden op te wachten op de parkeerplaats. Die avond ontstond spontaan een Comité tot Behoud van het Cijferrapport i.o. terwijl zich eveneens diverse spontane actiegroepen vormden die hun domicilie kozen in een van de talrijke Ubachse cafés. De misprijzende geluiden waren tussen alle alcoholdampen op onmiskenbare wijze voortekenen van naderend onheil.

    Op 13 juli te 17.00 uur werd een demonstratieve optocht gehouden, compleet met lawaai, spandoeken, papieren vlaggetjes en inderhaast door de RK-Vrouwenbond gefabriceerde T-shirts. De protesterenden, ongeveer 237 in getal, onder leiding van de beroepsopruier Henk Laplazarus, eisten een plenaire, openbare ouderavond op korte termijn om de problematiek eens goed aan de orde te stellen.

    De alles beslissende ouderavond vond plaats op 15 juli om 19.30 uur. De aula van de St. Bernadetteschool was afgeladen vol met ouders en donateurs (zonder stemrecht). Op de foto ziet u het vrouwelijk smaldeel. (De mannen zaten meer naar rechts, zo dicht mogelijk bij de tap.) Laat ik u niet vermoeien met allerlei protocollaire handelingen. Het op één na belangrijkste agendapunt was de korte toespraak van directeur. Hij gaf het woord aan Juf Straatman, sinds jaar en dag leerkracht in Groep 3. Juf Annie zoals zij liefdevol werd genoemd, achter in de 50, door de wol geverfd, zoals alle oudere onderwijzeressen lief en ook een beetje pinnig,  was al een kwart eeuw in dienst van de school. (Overigens een briljante strategische zet van meester Jaap: toen Juf Annie het woord nam, werd het doodstil in de zaal, want veel ouders hadden vroeger bij haar in de klas gezeten.) Uit haar zacht gesproken betoog, maar hoorbaar tot in alle hoeken van de zaal, halen wij de belangrijkste punten.

    1.    Een beoordeling, of het nu met cijfers of woorden gebeurt, is tamelijke onzin als je niet van tevoren afspreekt wat elk kind zo’n beetje moet kennen en kunnen, bijvoorbeeld aan het eind van een leerjaar.

    2.    Voor veel kinderen, vooral voor die kinderen die langzaam, moeilijk en weinig leren, is een cijferrapport een steeds terugkerende bevestiging van falen en teleurstelling.

    3.    Waar we naartoe zouden moeten, is een soort leerafspraak. De school, de ouders/verzorgers en het kind spreken aan het begin (van een jaar, van een periode) af waar je aan het eind (van het jaar, van de periode) wilt uitkomen. Als het blijkt te lukken, steek je de vlag uit en als het niet lukt, probeer je het op een andere manier.

    4.    Je moet verschillende kinderen ook verschillend beoordelen. Van supertalenten vraag je veel meer dan van zogenaamde kneusjes. (En denk erom! sprak zij met stemverheffing, het woord kneusje wil ik niet meer horen!’)

    5.    De school vraagt aan de ouders om een beetje te kunnen experimenteren met beoordelingen. Met of zonder punten, met of zonder grote woorden. En de school verbiedt de talrijke ouders die minder dan 200 meter van de school wonen om hun kinderen per auto te brengen en te halen. Zij vormen immers een gevaar op de weg, vooral tegen twaalf uur.

    Precies op tijd, toen directeur Jaap ontdekte dat juf Annie een punt aan de orde stelde dat buiten die orde was, en er aarzelend enig rumoer in de zaal ontstond, nam hij het woord terug. Hij bedankte de juf zeer voor haar wijze woorden. Hoe goed is het, sprak hij, dat er steeds iemand is die de zaken helder kan voorstellen. (Dat hij mede zichzelf bedoelde, duiden wij hem niet euvel.)

    Tegen half elf verlieten de aanwezigen de zaal. De meesten moesten nog even langs hun stamcafé omdat zij daar hun paraplu hadden achtergelaten. De enige die zeer hoorbaar zijn ontstemming over het verloop van de vergadering liet blijken, was opruier Laplazarus, maar hij had tegen de juf geen schijn van kans.

    Overigens is het pleit nog niet beslecht. Woorden of cijfers, cijfers of letters, nog steeds een kwestie van wikken en wegen. Over de definitieve afloop kunnen wij slechts speculeren, maar wij houden u op de hoogte.






    14-11-2013, 20:06 Geschreven door terra38  
    Reageren (0)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:schoolprestaties,cijferbeoordeling,rapport,onderwijs,school
    03-11-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bewaarstof

    Wie veel loze ruimte heeft, heeft veel rommel om te bewaren. Ik woon in een oude boerderij met veel bijgebouwen: een grote schuur, voormalige kippenhokken en diverse ruimtes met elk een eigen functie. Zoals een fietsenhok, een garage, een  hobbyruimte, een winterbewaarplaats voor overblijvende bloemen en planten, plus een hokken en schuurtjes inclusief zolders die nergens meer voor worden gebruikt. Behalve natuurlijk om de antieke kast van grootmoeder, zwaar onder invloed van de houtworm, in op te slaan. Want één ding is zoals gezegd zeker: wie veel opslagruimte heeft, bewaart alles. Zo iemand kan niets met de vuilnis meegeven. Want, zeg je, jammer om de antieke wasmachine weg te doen. Weet je wat, we zetten hem zo lang in de oude paardenstal. Daar staat hij niemand in de weg. Ja, als je zo redeneert, kom je tenslotte om in je eigen overtolligheid.

    Soms doe je vreemde herontdekkingen. Je vindt dingen terug die je zo goed had opgeborgen dat je ze bijna niet meer terug kunt vinden. ‘Vroeger,’ zeg ik tegen mezelf, ‘vroeger had jij een donkere kamer, toen ontwikkelde jij zelf je foto’s en vroeger had jij ooit een vergrotingsapparaat. Daarmee maakte jij vergrotingen op Ilford fotopapier van 24*36mm kleinbeeldnegatieven. Soms maakte jij een foto met grandioze afmetingen, wel 30 bij 40 centimeter. Weet je dat niet meer? Lang geleden, inderdaad, maar niet zo lang als de Gouden Eeuw verleden tijd is. Later, toen het tijdperk van de kleurenfoto en de dia aanbrak, heb je de hele zwart-wit ontwikkelarij inclusief het vergroten en afdrukken van negatieven aan de wilgen gehangen. Je fotospullen heb je in een houten eierkist gestopt en die ergens op een zolder weggeborgen. Ja, ergens, maar waar?'

    In een hoekje van de schuurzolder, op een schemerdonker, schimmig plekje – de ramen zijn aan de binnenkant bedekt met een laag stof en aan de buitenkant dreigt de klimop alles te overwoekeren - zodat je geen hand voor ogen ziet, dáár tref ik na jaren mijn vergroter aan. Toeval, want ik was op zoek naar heel iets anders.

    Voorzichtig haal ik hem uit de eierkist en zet hem voor deze gelegenheid even voor het open bovendeurtje, in de frisse lucht. Een doosje waarin fotopapier heeft gezeten, een rubberen gladstrijker waarmee je de luchtbellen uit het natte fotopapier rolde, een klokje om de belichtingstijd tot op tienden van seconden in te stellen en een slangetje om de ontwikkelaar in het bakelieten ontwikkeltankje te laten stromen vergezellen hem.

    Decennia oud stof bedekt het apparaat. De houten bodemplaat is vroeger geel geweest, maar dat zie je er niet van af. Schoonmaken zou kunnen, maar waarom zou je? Vroeger, toen de vergroter in je donkere kamer stond, was stof volksvijand nummer één. Want elk stofje zag je later als een vlekje of draadje op je vergroting terug. Nu kijk je met een nostalgische blik naar je oude Opemus-vergroter en ruik je in je gedachten de zure fixeer. Je vraagt aan jezelf: ‘Zou hij het nog doen?..’

    Met behulp van een verlengkabel zorg ik voor 220 Volt. Snoeren, schakelaars en stekkers zijn zo te zien in orde. Dat geldt ook voor de lamp boven in de vergroter. Routineus draai ik een rood glaasje tussen de lichtbron met lens en de bodemplank. Met het glaasje op rood zorgde ik er vroeger voor dat de beelden haarscherp op het fotopapier - dat niet gevoelig was voor het rode gevaar - verschenen. (Bij de definitieve belichting van het fotopapier draaide je dat rode glaasje decent opzij.)

    Ja hoor, de tijd heeft stilgestaan. Het apparaat werkt. Het doet alsof  gisteren de laatste keer was dat hij gebruikt werd. Lichtstralen vallen van boven af via de vergrotingslens op de rand van het afdekglaasje. In betere tijden was dit rood, maar het stof verandert rood in oranje. Of is het de tijd die verandert?


     

     






    03-11-2013, 18:47 Geschreven door terra38  
    Reageren (1)

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:fotografie,vergrotingsapparaat,stof,bewaren
    Archief per week
  • 05/04-11/04 2021
  • 25/01-31/01 2021
  • 23/11-29/11 2020
  • 19/10-25/10 2020
  • 05/10-11/10 2020
  • 29/06-05/07 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 20/04-26/04 2020
  • 13/01-19/01 2020
  • 30/12-05/01 2020
  • 25/11-01/12 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 24/12-30/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 18/06-24/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 11/12-17/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 07/12-13/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 19/01-25/01 2015
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 08/12-14/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 15/09-21/09 2014
  • 08/09-14/09 2014
  • 01/09-07/09 2014
  • 11/08-17/08 2014
  • 04/08-10/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 13/01-19/01 2014
  • 06/01-12/01 2014
  • 31/12-06/01 2013
  • 16/12-22/12 2013
  • 09/12-15/12 2013
  • 02/12-08/12 2013
  • 25/11-01/12 2013
  • 18/11-24/11 2013
  • 11/11-17/11 2013
  • 28/10-03/11 2013
  • 21/10-27/10 2013
  • 14/10-20/10 2013
  • 07/10-13/10 2013
  • 30/09-06/10 2013
  • 23/09-29/09 2013
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 02/09-08/09 2013
  • 19/08-25/08 2013
  • 12/08-18/08 2013
  • 29/07-04/08 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 24/06-30/06 2013
  • 17/06-23/06 2013
  • 10/06-16/06 2013
  • 03/06-09/06 2013
  • 20/05-26/05 2013
  • 29/04-05/05 2013
  • 15/04-21/04 2013
  • 08/04-14/04 2013
  • 01/04-07/04 2013
  • 18/03-24/03 2013
  • 04/03-10/03 2013
  • 25/02-03/03 2013
  • 18/02-24/02 2013
  • 28/01-03/02 2013
  • 14/01-20/01 2013
  • 17/12-23/12 2012
  • 10/12-16/12 2012
  • 19/11-25/11 2012
  • 05/11-11/11 2012
  • 01/10-07/10 2012
  • 18/06-24/06 2012
  • 11/06-17/06 2012
  • 04/06-10/06 2012
  • 21/05-27/05 2012
  • 30/04-06/05 2012
  • 23/04-29/04 2012
  • 09/04-15/04 2012
  • 02/04-08/04 2012
  • 12/03-18/03 2012
  • 27/02-04/03 2012
  • 20/02-26/02 2012
  • 06/02-12/02 2012
  • 30/01-05/02 2012
  • 23/01-29/01 2012
  • 16/01-22/01 2012
  • 09/01-15/01 2012
  • 26/12-01/01 2012
  • 12/12-18/12 2011
  • 28/11-04/12 2011
  • 21/11-27/11 2011
  • 14/11-20/11 2011
  • 31/10-06/11 2011
  • 24/10-30/10 2011
  • 17/10-23/10 2011
  • 03/10-09/10 2011
  • 19/09-25/09 2011
  • 05/09-11/09 2011
  • 29/08-04/09 2011
  • 22/08-28/08 2011
  • 08/08-14/08 2011
  • 01/08-07/08 2011
  • 25/07-31/07 2011
  • 18/07-24/07 2011
  • 11/07-17/07 2011
  • 04/07-10/07 2011
  • 27/06-03/07 2011
  • 20/06-26/06 2011
  • 13/06-19/06 2011
  • 30/05-05/06 2011
  • 23/05-29/05 2011
  • 09/05-15/05 2011
  • 02/05-08/05 2011
  • 25/04-01/05 2011
  • 11/04-17/04 2011
  • 04/04-10/04 2011
  • 28/03-03/04 2011
  • 21/03-27/03 2011
  • 14/03-20/03 2011
  • 28/02-06/03 2011
  • 21/02-27/02 2011
  • 14/02-20/02 2011
  • 31/01-06/02 2011
  • 24/01-30/01 2011
  • 17/01-23/01 2011
  • 10/01-16/01 2011
  • 03/01-09/01 2011
  • 20/12-26/12 2010
  • 22/11-28/11 2010
  • 15/11-21/11 2010
  • 25/10-31/10 2010
  • 18/10-24/10 2010
  • 04/10-10/10 2010
  • 27/09-03/10 2010
  • 13/09-19/09 2010
  • 06/09-12/09 2010
  • 23/08-29/08 2010
  • 16/08-22/08 2010
  • 19/07-25/07 2010
  • 05/07-11/07 2010
  • 21/06-27/06 2010
  • 07/06-13/06 2010
  • 31/05-06/06 2010
  • 24/05-30/05 2010
  • 17/05-23/05 2010
  • 03/05-09/05 2010
  • 26/04-02/05 2010
  • 19/04-25/04 2010
  • 12/04-18/04 2010
  • 05/04-11/04 2010
  • 29/03-04/04 2010
  • 22/03-28/03 2010
  • 15/03-21/03 2010
  • 08/03-14/03 2010
  • 01/03-07/03 2010
  • 22/02-28/02 2010
  • 15/02-21/02 2010
  • 08/02-14/02 2010
  • 01/02-07/02 2010
  • 25/01-31/01 2010
  • 18/01-24/01 2010
  • 11/01-17/01 2010
  • 28/12-03/01 2016
  • 14/12-20/12 2009
  • 23/11-29/11 2009
  • 09/11-15/11 2009
  • 02/11-08/11 2009
  • 19/10-25/10 2009
  • 05/10-11/10 2009
  • 28/09-04/10 2009
  • 14/09-20/09 2009
  • 07/09-13/09 2009
  • 24/08-30/08 2009
  • 17/08-23/08 2009
  • 10/08-16/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 20/07-26/07 2009
  • 13/07-19/07 2009
  • 06/07-12/07 2009
  • 29/06-05/07 2009
  • 15/06-21/06 2009
  • 08/06-14/06 2009
  • 25/05-31/05 2009
  • 11/05-17/05 2009
  • 20/04-26/04 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 30/03-05/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 09/03-15/03 2009
  • 02/03-08/03 2009
  • 23/02-01/03 2009
  • 16/02-22/02 2009
  • 09/02-15/02 2009
  • 02/02-08/02 2009

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Zoeken in blog



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs