Buongiorno
Het is al acht dagen
geleden. Acht. Dan moet er toch wel wat gebeurd zijn, niet?
Wel, als ik mijn gsm moet
geloven (waar ik altijd dingen die ik wil vertellen in neerschrijf),
maar twee dingen op dezelfde dag. Gelukkig is mijn geheugen niet
altijd een zeef, en kan ik er nog wel wat verhaaltjes bij flansen.
De vorige keer ben ik
geëindigd net voor mijn laatste stukje op de havenlijn 762. Dat was
zaterdag 9 februari.
Op die lijn heb ik op
de 4 uur dat ik moest rijden niet veel meegemaakt. Wel twee
Parijsenaars die niet goed wisten waar ze waren (met letterlijk de
vraag: où sommes-nous?)
en ik uitleggen dat ze in Antwerpen, België waren. Dan wilden ze
betalen met de kaart... gaat niet. Geld zoeken, 5,35 (een ticket voor
twee is zes euro). Jha. Ik heb het dan maar zo gelaten en hen een
ticket voor twee gegeven in ruil voor 5,35 euro.
Dan
werden ze helemaal enthousiast toen ik de bus opstartte: het was een
hybride-VDL, en die stabiliseert zichzelf automatisch. Dus als ik het
contact insteek, blaast die zichzelf eventjes naar links en rechts
op. Dat vonden ze heel grappig. Ze waren ook gefascineerd door het
start-go systeem. Ik herinner me dat vooral omdat start-go
in het Frans bijzonder sexy klinkt. Alsof het een Japans woord is
voor iets sensueels.
Mijn
eerste vrije dag was naar goede gewoonte vooral ontspannen en een
kaartmomentje met mijn grootouders (oma verloren, opa gewonnen, ik
ertussenin) en een (kort) bezoekje aan mijn mama en broers.
Maar
maandag was een topdag: na twee maanden kon ik eindelijk nog eens
afspreken met mijn beste vriend. Dat maakte me héél blij en er was
ook veel te bespreken. Wat had ik hem gemist!
We
zijn ook gaan biljarten iets wat ik heel lang niet meer gedaan
had. Ook dat had ik gemist. Het is geëindigd op een 3-3 stand, dus
er zal ooit wel een rematch geschieden...
Alleszins,
zo begon de normale week zeer positief.
Dinsdag,
daarentegen, was de minste dag van de week. Het was mijn eerste
werkdag dus normaal is dat een late, maar per uitzondering kreeg ik
een B-dienst of gesplitste dienst. Om 6u21 buitenrijden tot 9u38, en
dan van 12 u tot 17 (ruwweg). Dat was dus een lange dienst, op lijn 1
twee keer.
Lijn
1, naar Hoboken en Hemiksem, is een aangename lijn om te rijden,
ondanks een vrij lastige omleiding. Maar op den duur ben je dat al
gewoon.
Mijn
eerste stuk verliep zonder incidenten (en erg rustig voor een
ochtendspits) maar het tweede, daar heb ik na lang nog eens een geval
van (louter verbale) verkeersagressie meegemaakt.
De
situatie is de volgende: ik draai in in een straat van zone 30. Aan
mijn kant is er alleen een voetpad, aan de andere kant staan
geparkeerde auto's. Een auto en een bus kunnen er vrij vlot passeren.
Ongeveer in het midden van de geparkeerde auto's staat een
bestelwagen van een koerierdienst voor een stuk op de baan
geparkeerd. Hij vormt een obstakel voor tegemoetkomend verkeer.
Ik
kom daar aan, en een kleine, witte bestelwagen rijdt het obstakel
voorbij. Maar ik ben al aan de bestelwagen dus we moeten beiden vrij
hard remmen en staan met onze linkerkanten op ongeveer een halve
meter van elkaar. Dankzij de (slecht geparkeerde) koerier kunnen we
dus niet parkeren. Ik schrik en merk dat de andere bestuurder ook wat
schrikt. Ik kijk hem wat verveeld aan, want hij moet stoppen en mij
doorlaten en ik weiger met mijn bus (en een hele resem auto's achter
mij) achteruit te gaan. Hij probeert achteruit te rijden, maar daar
staan ook al auto's die op hem beginnen toeteren.
Gevolg:
hij stopt en stapt uit. Eerst begint hij wat ambetant te doen naar de
koerierswagen (de koerier zat er niet in) en dan krijgt hij in de
smiezen dat mijn raampje open is. En dan begint het:
Hè,
puit (blijkbaar betekent dat stommerik), kunt gij niet stoppen?
Ge ziet toch dat ik aan het voorbijsteken ben? Hè? Kunt gij niet
stoppen? Zijde gij blind of wa? Puit! Gij moet stoppen, gij zijt in
fout hè! Puit! (ik overdrijf niet hoeveel hij puit riep)
Dus
ik: Excuseer meneer, maar u heeft het obstakel aan uw kant dus u
moet stoppen.
Gij
zijt in fout! 't Is niet omdat ge met een bus rijdt dat ge niet moet
stoppen hè! Puit! Dan liep hij naar de andere kant van de bus om
te checken of ik niet nog opzij kon. Toen hij zag dat ik met mijn
wielen letterlijk tegen de drempel zat, repte hij zich snel weer naar
mijn raampje om nog een resem onzin uit te kramen in de trant van:
Gij zijt in fout Puit Gij moet stoppen of nog
mooier: Ik zal de nummer van uw bus eens opschrijven en naar uw
maatschappij schrijven se waarop ik: Doet u maar.
De
kans is bijzonder klein dat hij dat doet en dat het wat loze
dreigementen zijn en zelfs als hij het doet, dan nog heb ik niets
verkeerd gedaan.
Toen
vertrok de koerier (met een schuddend hoofd en smalende glimlach
omdat iedereen die onze situatie zag al doorhad wie er in de fout
was...) en stapte hij in. Dan reed hij weg.
De
reizigster die vanvoor zat zei nog: Meende die dat nu? Zijn fout
echt niet toegeven? Ik knikte. Sommige mensen zijn echt niet te
geloven. Ik kon niet anders dan haar gelijk geven. Maar het doet
wel goed als reizigers zoiets zeggen: dan sta je niet alleen.
Alleszins,
het volgende uurtje wel met wat gestegen stress gereden, maar niet
dat het me beïnvloedde. Ik was het snel weer vergeten.
Het
tweede, maar veel minder ernstige, was een bestuurder die in Hemiksem
opeens remde voor een groen licht. Een groen licht, ja. Goed, volgens
de wegcode moet hij niet doorrijden. Maar opeens gaan remmen terwijl
ik er aan kom rijden? Ik heb, tegen mijn gewoonte in, toch eventjes
mijn toeter gebruikt en hem weggejaagd. Hij stak zijn hand naar mij
op en vertrok snel weer.
Maar
ook dat was even schrikken.
En
dan, de dag daarop was het staking. Met alle respect voor mensen die
staken uit overtuiging (niet voor de mensen die het doen voor een
vrije dag), maar ik staak niet mee. Ik heb weinig
verantwoordelijkheid in mijn leven, maar ik neem alle
verantwoordelijkheid bijzonder serieus. Ik vind het mijn
verantwoordelijkheid om mensen van vervoer te voorzien en dus mijn
dienst te rijden.
Ik
zat eerst 4 uur op lijn 20 en dan 2 uur op lijn 19.
Het
was een vrij goed aangekondigde staking. Slechts drie mensen die
opstapten wisten het niet. Ik heb niemand kwaad gehad.
Integendeel,
waar normaal amper 70% mij erkent als een mens (de rest loopt mij,
ondanks dat ik goedendag zeg, gewoon voorbij, ongeveer 25% zegt iets
terug, en 40% glimlacht wel eens of knikt, en 5% is van de
onbeschofte soort die mij gewoon vies aankijkt als ik hen begroet;
geen wetenschappelijke studie, gokken op gevoel), heb ik die dag denk
ik 95% van de mensen gehad die mij aankeken en zo'n 80% die mij
begroette. De mensen die niet op mijn bus zaten staarden meer: Wat
doe die bus hier? Moet die niet staken?
Nee
dus. Maar het was wel een bijzonder rustige dag. Er was niet meer
verkeer, maar vooral amper reizigers. Niemand rekent op een bus, dus
dat is een voordeel. Ik heb amper gewerkt.
Alleen
op lijn 19 (Deurne Zuid Sportpaleis, niet mijn favoriete lijn)
was het bijzonder druk aan het Sportpaleis.
De
kroon spant een jonge man die aan het Bosuilstadion opstapte: Seg,
bent u de enige lijn 19 die rijdt vandaag?
Ik
denk het, ja.
Ja,
ik wacht hier al van 10 uur vanmorgen. (Het was 20u!) Blijkt dat
hij wel te voet tot hier was gekomen, en dan heeft gewacht op een bus
terug, maar er geen heeft gezien. Hij was tussendoor wel wat gaan
drinken met zijn oog op de bushalte. Alleszins, straf...
De
staking was dus wel geslaagd. Dat merkte ik ook aan de busstelplaats:
bijna alle bussen stonden er nog.
Volgens
de man van de tankdienst moest hij 15 bussen tanken die avond.
Normaal zijn het er meer dan 100.
Maar
de stakingsdag was dus een zeer aangename dag.
De
twee volgende dagen, respectievelij op lijn 22 en lijn 20, zijn
zonder noemenswaardige incidenten verlopen.
Dit
weekend was ook alweer geslaagd: gisteren (zaterdag) zijn twee neven
gekomen en hebben we de hele dag een gezelschapsspel met
miniatuurtjes gespeeld (Heroscape, waar ik vrij veel van bezit) wat
heel leuk was. Of ik gewonnen heb? De last man standing niet, de
punten wel. Dus half om half.
Vandaag
was ook een hele rustige dag. Ik heb bezoek gekregen van mijn mama en
we hebben van het mooie weer genoten in het Rivierenhof.
Voila,
dat was het alweer. De laatste 4 dagen waren dus hoogdagen: want
alles is stabiel, er is niets gebeurd en daar geniet ik enorm van. Ik
heb genoeg labiliteit in mijn leven gehad om van deze stabiele
periode in mijn leven elke dag te genieten. Zalig.
Alleszins,
tot de volgende!
|