Inhoud blog
  • Zipf & Pareto
  • Machtswetten
  • Enkele referenties
  • De kuddetheorie & het urnschema van Pólya
  • De mathematische fundering van de kuddetheorie
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    stijfvreters blog over taal
    bespiegelingen over Verkavelingsvlaams en kuddegedrag
    09-04-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De mathematische fundering van de kuddetheorie

    De precieze wiskundige formules die het verloop van de waarschijnlijkheden in de kuddetheorie beschrijven zijn als volgt. Laat (er zijn de volgende drie parameters):

    k = het aantal categorieën - oftewel: tekens - waaruit te kiezen (d.w.z. de grootte van het alfabet sym)
    m = de multiplicatiefactor (d.i. het argument mul)
    i = de iteratie (gaande van 0 tot het getal gespecificeerd in het argument sim)

    Dan duiden we de waarschijnlijkheid van een bepaald symbool tijdens de i-de iteratie aan als: p(i).

    Nu geldt dat de beginwaarschijnlijkheden - vóór er ook maar enige symbooltransmissie heeft plaatsgevonden - uniform verdeeld zijn, wat wil zeggen dat voor elk symbool:

    p(0) = 1/k

    Met elke iteratie worden de symboolwaarschijnlijkheden dan als volgt geüpdatet:

    Geuite symbool:     p(i+1) = [(k + i*m) * p(i) + m] * 1/[k + (i+1)*m]
    Overige symbolen:    p(i+1) = (k + i*m) * p(i) * 1/[k + (i+1)*m]

    09-04-2009 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:kuddegedrag, kuddetheorie
    26-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Van de kudde naar de (vee)markt
    De meest voor de hand liggende uitbreiding van duolog is natuurlijk van twee naar meerdere sprekers. Zo creëren we in de virtuele wereld de pendant van wat in de taalwetenschappelijke literatuur een linguïstische markt wordt genoemd - het geheel van communicatieve uitwisselingen tussen sprekers. Het programmaatje dat zulks doet is dialog:

    dialog <- function(sym,num,mul=1,sim=10000) {
     len <- length(sym)
     spr <- 1:num
     out <- matrix(1,nrow=len,ncol=num,dimnames=list(sym,paste("spr",spr,sep="")))
     while ((((sum(out)/num)-len)/mul)<sim) {
      for (one in spr) {
       two <- spr[-one][floor(runif(1,1,num))]
       out[,two] <- out[,two]+mul*rmultinom(1,1,(out[,one]/sum(out[,one])))
       }
      }
     out
     }


    Het aantal sprekers is op voorhand vrij te kiezen - het argument num in de functiebeschrijving. Elke iteratie kiest elk van deze sprekers willekeurig een andere spreker - en willekeurig betekent dus dat iedere spreker evenveel kans maakt om gekozen te worden - waaraan hij vervolgens een symbool uit op dezelfde manier als in duolog. Die spreker past dan zijn kansverdeling aan - eveneens zoals in duolog.

    Bij een simulatie met tien sprekers krijgen we de volgende resultaten:

      spr1 spr2 spr3 spr4 spr5 spr6 spr7 spr8 spr9 spr10
    a 3156 3061 3045 3029 3115 3100 3092 3088 2952  3141
    b 1675 1788 1716 1741 1686 1696 1686 1736 1651  1675
    c 1603 1618 1613 1651 1623 1632 1705 1677 1650  1622
    d 2575 2543 2553 2529 2667 2630 2605 2534 2596  2615
    e 1000 1002 1040 1006  935 1002 1002  986 1008   999


    De kansverdeling voor iedere spreker wordt daarbij gevisualiseerd in figuur decasimm.png in bijlage.

    Ook de Chikwadraattoets geeft aan dat alle sprekers dezelfde frequentieverdeling hebben (vergaard):

    X-squared = 34.0765, df = 36, p-value = 0.5603

    Bijlagen:
    decasimm.png (8.6 KB)   

    26-03-2009 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:kuddegedrag, linguïstische markt, simulatie
    19-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kuddetheorie - een simulatie
    De kuddetheorie kan beschreven worden worden in niet meer dan negen regeltjes programmacode. Omdat we daarbij een goede random-numbergenerator nodig hebben, is onze keuze gevallen op het statistische pakket R (gratis downloadbaar via: www.r-project.org).

    Het programmaatje dat de hele kuddetheorie in één formule samenvat - en dat er dan ook de formele neerslag van is, waarop in het vorige bericht gealludeerd werd - heet duolog:

    duolog <- function(sym,mul=1,sim=10000) {
     len <- length(sym)
     out <- matrix(1,nrow=len,ncol=2,dimnames=list(sym,c("ann","bob")))
     while ((((sum(out)/2)-len)/mul)<sim) {
      out[,2] <- out[,2]+mul*rmultinom(1,1,(out[,1]/sum(out[,1])))
      out[,1] <- out[,1]+mul*rmultinom(1,1,(out[,2]/sum(out[,2])))
      }
     out
     }


    Het laat twee sprekers, genaamd: 'Ann' en 'Bob', om beurten een bepaald symbool uiten, waarbij zoals gezegd de corresponderende kans van het geuite symbool bij de andere spreker verhoudingsgewijs lichtjes stijgt. In het programma is de precieze lijst van symbolen (in technisch jargon heet dit het 'alfabet') variabel gelaten - dit is het argument sym in het programma - maar voor onze bespreking stellen we die gelijk aan het rijtje uit het vorige bericht: "a", "b", "c", "d" en "e".

    sym <- c("a","b","c","d","e")

    A priori willen we van zo weinig mogelijk aannames uitgaan, en daarom stipuleren we dat aan het begin - voordat er nog maar één uiting plaatsgevonden heeft - de waarschijnlijkheden van de symbolen voor beide sprekers uniform verdeeld zijn, wat wil zeggen dat elk symbool bij elke spreker aanvankelijk 1/5 kans heeft om geuit te worden. Daarna laten we beurtelings Ann een symbool aan Bob communiceren, en Bob aan Ann, waarbij de ontvanger telkens zijn/haar kansverdeling met een bepaalde kwantiteit aanpast - die kwantiteit wordt gegeven door het argument mul, en is in principe eveneens vrij te kiezen, hoewel we die standaard op 1 gezet hebben (wat te maken heeft met een eigenaardigheid van het R-pakket zelf: in R wordt bij een kansverdeling de noemer van de waarschijnlijkheden automatisch berekend als de som van de tellers, zodat het niet per se nodig is om een noemer te specificeren; enkel de tellers zijn al voldoende, en daar wordt de mul-kwantiteit meer bepaald bij opgeteld). Dat heen en weer verzenden laten we zich een aantal malen herhalen - wat we opnieuw zelf kunnen bepalen: dit is het argument sim - waarna we de uiteindelijke frequentieverdeling voor beide sprekers in een tabel verzamelen.

    Na één enkele uitvoering van het programma met de default opgegeven 10000 iteraties verkrijgen we de volgende cijfers:

       ann  bob
    a  464  472
    b 2933 2957
    c 3703 3649
    d 1082 1088
    e 1823 1839


    Relatief gezien wordt dat (beide kolommen delen door hun respectieve kolomtotalen):

       ann  bob
    a 0.05 0.05
    b 0.29 0.30
    c 0.37 0.36
    d 0.11 0.11
    e 0.18 0.18


    Zoals ook de figuur in bijlage visualiseert, hebben beide sprekers inderdaad dezelfde (niet-uniforme) frequentieverdeling voor de vijf symbolen "a", "b", "c", "d" en "e".

    Op de koop toe kan het laatste restje twijfel de kop worden ingedrukt door middel van de geijkte test voor de gelijkheid van frequentieverdelingen: de Chikwadraattoets. Toegepast op de tabel met absolute frequenties geeft die de volgende uitkomst:

    X-squared = 0.6493, df = 4, p-value = 0.9574

    Dit is toch een opmerkelijk resultaat: zelfs met onze hoge frequenties (en zoals bekend is chikwadraattoets daar gevoelig voor: de teststatistiek neigt sterker naar significantie naarmate het totale aantal observaties toeneemt) kan de nulhypothese van homogeniteit niet verworpen worden.

    Bijlagen:
    kuddesim.png (3.6 KB)   

    19-03-2009 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:kuddegedrag, simulatie, R, www.r-project.org
    17-03-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De kuddetheorie

    De centrale gedachte achter de kuddetheorie kan in één zin samengevat worden, en luidt als volgt:

    Wij zijn er instinctief toe geneigd om elkaars gedrag over te nemen.

    Laat dit een nog weinig opzienbarende stelling zijn - alhoewel het in sommige kringen toch al menig discussie verhitten zou, en dat gaat het vooral over filosofisch aangelegde menswetenschappers - het bijzondere aan de kuddetheorie is de precieze, lees: mathematische, uitwerking ervan. Voor het eerst wordt kuddegedrag namelijk in termen van wiskundige formules beschreven. Omdat de kuddetheorie in de eerste plaats bedoeld is om taalgebruik te verklaren blijven we daarbij in taalkundige sfeer.

    Stel twee personen, A en B, die met elkaar communiceren, en daarbij de keuze hebben - we houden het even eenvoudig - uit bijvoorbeeld vijf symbolen, te weten: "a", "b", "c", "d" en "e". Elke spreker uit daarbij zijn symbolen met een bepaalde kansverdeling. Voor spreker A is de waarschijnlijkheid van symbool "a": paA, van "b": pbA, "c": pcA, "d": pdA, en "e": peA. Voor spreker B is het analoog: "a": paB, "b": pbB, "c": pcB, "d": pdB, en "e": peB (en aangezien het hier om waarschijnlijkheden gaat, geldt natuurlijk - we vermelden het maar voor de zekerheid - zowel paA + pbA + pcA + pdA + peA = 1 als paB + pbB + pcB + pdB + peB = 1).
    Het cruciale punt is nu dat telkens als één van de sprekers een bepaald symbool uit, bij de andere spreker de corresponderende waarschijnlijkheid een ietsje toeneemt, terwijl de waarschijnlijkheden voor de vier andere symbolen verhoudingsgewijs lichtjes afnemen. Als bijvoorbeeld spreker A het symbool "c" uit, dan zal bij B de kans pcB een beetje stijgen, terwijl evenredig daarmee paB, pbB, pdB en peB dan weer ietsjes zullen dalen.

    Dat is kort de kuddetheorie in woorden. Nog duidelijker zou evenwel zijn als één en ander concreet geformaliseerd werd - in de vorm van een computersimulatie, bijvoorbeeld.

    17-03-2009 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:kuddetheorie, kuddegedrag, kudde-instinct
    29-01-2009
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.wrap-up
    Het wordt tijd om samen te vatten.

    Wie het één en ander in deze blog naleest komt veel hortende en haperende formuleringen tegen. Zo wordt er gewag gemaakt van puntmutsen en in het eerste bericht (genaamd: "de Vlaming spreekt GEEN Nederlands") staat te lezen: "... uit het taalgebruik van deze geëmancipeerde Vlamingen zou zich mechanisch een 'lokaal gekleurd' (Algemeen) Belgisch-Nederlands - ABN - ontwikkelen."

    Dat is een wat weerbarstige zin. Er had beter automatisch in plaats van mechanisch gestaan.

    Hoe dan ook wordt het tijd om het mechaniekje waarvan sprake, die automaton eens nader uit te klaren. Het wordt tijd om samen te vatten.

    Wat we weten is dit:
    Door de socio-economische veranderingen in Vlaanderen na de Tweede Wereldoorlog - zoals: de stijging van de welvaart, de uitbouw van de materiële infrastructuur evenals het onderwijs, de opkomst van de massamedia, e.d. - werd het dagdagelijkse leven van de Vlamingen drastisch ontsloten: de leefwereld van de modale Vlaming breidde zich uit van de plaatselijke dorpskom of stadswijk (Gemeinschaft) naar de samenleving in haar geheel (Gesellschaft). Deze maatschappelijke verdichting en verburgerlijking verhoogde voor dialectkenmerken de kans op een ruimere, interlokale verspreiding: de emancipatie van Vlaanderen ging weliswaar aanvankelijk gepaard met de overname van de standaardtaal uit Nederland, maar de genoemde processen in de jaren '60 en '70 werkten in zulke mate democratiserend dat ze vooral leidden tot een massale toevloed van niet altijd even standaardtalig sprekende Vlamingen naar het openbare leven. Met hen kwamen dialectische elementen in publieke omloop. In deze toestand van linguïstische turbulentie - een talige "bellum omnium contra omnes" ('oorlog van allen tegen allen'; de frase komt uit Leviathan van Thomas Hobbes) - zou zich vervolgens spontaan een (nieuwe) conventie ontwikkelen. Het onderlinge samenspel van invloed en overname tussen individuen stabiliseerde/consolideerde automatisch tot de omgangstaal, die we vandaag de dag het Verkavelingsvlaams noemen.

    Rest ons nog uit de doeken te doen hoe dat komt: hoezo stabiliseert talige turbulentie zich automatisch in een nieuwe conventie? Oftewel, nogmaals: wat is die automaton, dat mechaniekje dat erachter schuilt?

    Het antwoord luidt dat dit ligt in ons kudde-instinct, maar dat is dan weer het onderwerp voor een volgend bericht.

    29-01-2009 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Vlaanderen, verburgerlijking, emancipatie, democratisering, kudde-instinct
    14-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3-de referentie: Van Haeringen (1924)
    Het artikel van Van Haeringen, waar Van der Horst naar verwijst, heeft als titel "Eenheid en nuance in beschaafd-Nederlandse uitspraak" en is in 1924 verschenen in De Nieuwe Taalgids 18 (pp. 65-86). Het kan on-line gevonden worden op:

    http://www.dbnl.org/tekst/haer001eenh01_01/haer001eenh01_01_0001.htm

    14-12-2008 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Van Haeringen, 'Eenheid en nuance in beschaafd-Nederlandse uitspraak', Van der Horst
    13-12-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2 referenties

    Ongeveer tegelijkertijd met Tussen spreek- en standaardtaal (± april 2008) verschenen er twee boeken die in hoge mate dezelfde materie behandelen. Het gaat om:

    - Cas Wouters, Informalisering. Manieren en emoties sinds 1890. Bert Bakker
    - Joop van der Horst, Het einde van de standaardtaal. Een wisseling van Europese taalcultuur. Meulenhoff

    Het eerst is een sociologische studie van etiquetteboeken verschenen tussen ca. 1890 en 2000 in Nederland, Duitsland, Groot-Brittannië en Amerika, en de verander(en)de opvattingen daarin. Het tweede is meer een cultuurhistorisch essay met de focus specifiek op standaardtaal.

    Wouters biedt het theoretische kader waartegen de resultaten ook in Tussen spreek- en standaardtaal geïnterpreteerd worden. Hij stelt in concreto:

    "Op een soortgelijke manier ging de sociale code van de gevestigde coterieën steeds meer maatschappelijke lagen representeren naarmate die lagen zich emancipeerden en in de samenleving geïntegreerd raakten. Ter vermijding van sociale conflicten en omwille van het handhaven van hun hogere positie zagen de mensen die deel uitmaakten van de machtscentra en hun coterieën zich geroepen en gedwongen om sterker met de sociaal en politiek gestegen groepen rekening te houden. Daartoe behoorde ook het tonen van minder dedain en meer respect tegenover de idealen, de gevoelens, de moraal en de manieren van die groepen. Vandaar dat de dominante code van goede manieren, gemodelleerd naar het voorbeeld van de gevestigde coterieën, ernaar tendeert de vigerende machtsbalans tussen alle groepen en lagen die in een samenleving zijn geïntegreerd, te reflecteren én te representeren." (Wouters 2008, 40)

    Van der Horst komt met betrekking tot het Standaardnederlands tot vrijwel identieke conclusies als in Tussen spreek- en standaardtaal neergeschreven staan - wat toch des te opmerkelijker mag heten aangezien dat vanwege de gelijktijdige publicatiedatum onafhankelijk van elkaar gebeurde. Na zo'n 250 bladzijden beschrijvende geschiedenis formuleert hij uiteindelijk zijn verklarend principe. Hij deelt het 'ABN' daarbij op in 3 fasen. De eerste fase is die van het "chique" ABN, waarin het Standaardnederlands als distinctiemiddel fungeerde: een manier van leden uit de hogere regionen van de maatschappij om zich van de lagere klassen te onderscheiden. Vervolgens beweert Van der Horst:

    "Dat chique ABN duurt tot ongeveer 1920. Er voltrokken zich in de twintigste eeuw namelijk grote sociale en demografische veranderingen, met verstrekkende gevolgen voor de taal, en in essentie in heel Europa gelijk. In enkele decennia verandert er in het leven van de meeste mensen meer dan in hele eeuwen daarvoor. Van het vele dat hier te noemen valt, vermeld ik slechts de toenemende welvaart, de leerplicht, het algemeen kiesrecht; meer mensen gaan meer onderwijs volgen; vanaf 1920 is er de radio, en eerder al de telefoon. De mensen worden mobieler. En ze zien al gauw dat de toegangspoort tot sociale vooruitgang gelegen is in: ...ABN spreken. De middenstander, de geschoolde arbeider, de ontwikkelde dialectspreker, kortom de sociale middenlaag gaat ABN spreken. Niet van de ene dag op de andere, maar stapje voor stapje. Dat gebeurt in de periode 1920-1970. Het aantal sprekers van het ABN, of toch mensen die het waar nodig kúnnen spreken, neemt daarmee sterk toe. Van de luttele procenten rond 1900 naar misschien wel 40 à 50 procent in 1970. Het is niet perfect, het is niet vlekkeloos, maar het is een aanvaardbaar soort algemeen Nederlands." (Van der Horst 2008, 271)

    Er wordt met andere woorden meer standaardtaal gesproken naarmate meer lagen uit de maatschappij zich emanciperen. Op het eerste gezicht lijkt dat net een weerlegging te beduiden van de these als zou de erosie van het Standaardnederlands samenhangen met emancipatie, maar Van der Horst gaat verder. Verwijzend naar Van Haeringen die al in 1924 voorzag dat "democratisering uiteindelijk niet zal halt houden bij de circa 40 procent sociale middenlaag" stelt hij:

    "En dat is inderdaad wat we zien gebeuren vanaf ongeveer 1970: een verder voortgaande democratisering van de samenleving in het algemeen, en van het onderwijs in het bijzonder. Ook een verder toegenomen welvaart, een grotere mobiliteit, en een grotere mondigheid.
    Maar de verdere opmars van het ABN en de standaardtaal hapert. Zo succesvol als het ABN tot 1970 was geweest, steeds meer sprekers, steeds eenduidiger norm, zo miserabel gaat het ermee na 1970. De eenduidige norm is weg. Of eigenlijk, er zijn nu verschillende normen naast elkaar. Misschien is het aantal sprekers van het traditionele ABN vergeleken bij 1950 niet eens erg afgenomen. Alleen, die andere 60 procent van de bevolking, die vroeger zweeg in het openbare leven, zwijgt niet langer. Die kun je nu ook dagelijks op de tv horen, in de scholen en in de universiteiten." (Van der Horst 2008, 272)

    Oftewel: zolang er een maatschappelijke onderklasse is om zich tegen af te zetten, zal er een voorkeur bestaan om de standaardtaal te spreken; is dat niet langer het geval en zijn de leden uit de laagste regionen van de maatschappij voldoende geïntegreerd om zich in het openbare leven te roeren, dan zal de linguïstische markt ernaar tenderen om, in de woorden van Wouters, de 'vigerende machtsbalans te reflecteren en te representeren'.

    13-12-2008 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Joop Van der Horst, 'Het einde van de standaardtaal', Cas Wouters, 'Informalisering'
    23-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.VRT-Taalcharter
    Het Taalcharter van de VRT kan on-line teruggevonden worden op de volgende webpagina:

    http://taal.vrt.be/taaldatabanken_master/taalbeleid/taalcharter.shtml

    Een PDF-formaat ervan kan gedownload worden via deze URL:

    http://taal.vrt.be/extra/taalcharter.pdf

    23-10-2008 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Taalcharter, VRT, Ruud Hendrickx
    18-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De paradox: verburgerlijking en informalisering
    De participatie van voorheen 'proletarische' bevolkingsgeledingen aan het maatschappelijke leven heeft natuurlijk geleid tot een massale influx van omgangvormen die oorspronkelijk beperkt waren tot de 'onderkant' van het sociale verkeer: in intieme contacten, onder leden van de lagere klassen, enz. Als gevolg daarvan werd uiteindelijk de hele cultuur geïnformaliseerd. Dat is dan gebeurd in alle landen waar het naoorlogse proces van verburgerlijking is ingezet (te weten: de Westerse): de postmoderne revolutie met haar onthiërarchisering van de hogere versus lagere cultuur, die zich in de jaren '60 en '70 in elk van deze samenlevingen heeft voltrokken, valt precies op deze manier te verklaren.

    Eén en ander leidt evenwel tot een paradox. Tegen de bovenstaande redenering kan namelijk opgeworpen worden dat informalisering net het tegendeel van verburgerlijking beduidt: verburgerlijking zou in die optiek betekenen dat de proletarische bevolking - samen met hun hogere socio-economische status - ook de burgerlijke levensstijl overneemt. Het feit dat zulks niet gebeurt, maar dat integendeel de hele sociale omgang versoepelt in de richting van het lagere niveau, wordt dan ook geïnterpreteerd als eerder een 'verarbeiderlijking van de burgerij' (in plaats van 'verburgerlijking van de arbeidersklasse').

    Voor het Nederlands in Vlaanderen houdt dit in dat de opmars van het Verkavelingsvlaams de these als zou Vlaanderen verburgerlijkt zijn ronduit weerlegt. Verburgerlijking zou namelijk hebben neergekomen op een verdere verspreiding van het VRT-Nederlands (dat inderdaad ooit door een kleinschalige Vlaamse maatschappelijke elite als voertaal gekozen is).

    Met name wordt hierbij steevast ingehaakt op het gebrek aan een zogenaamde spraakmakende gemeente - dat is dat deel van de bevolking dat door haar invloed en uitstraling het taalgebruik binnen een taalgemeenschap constitueert; sociaal gezien valt de spraakmakende gemeente normaliter natuurlijk samen met de maatschappelijke elite (d.i. de geëmancipeerde toplaag in de samenleving). In zekere zin mag zelfs gesteld worden dat dit standpunt in de Vlaamse taalpolitiek het orthodoxe is. In het Taalcharter van de VRT - hét officiële document van wat voor vele Vlamingen hét referentiepunt bij uitstek inzake taalzaken is - staat bijvoorbeeld:

    "In Vlaanderen wordt de standaardtaal immers niet of nauwelijks gedragen door een 'spraakmakende gemeente'. In onze buurlanden wordt die mede gevormd door politici, bedrijfsleiders en academici, maar in Vlaanderen kan hun taal bezwaarlijk een voorbeeld worden genoemd." (Hendrickx 1998)

    Oftewel, enigszins lapidair samengevat: in Vlaanderen vandaag de dag is er geen spraakmakende gemeente, omdat degenen die het kunnen zijn - de maatschappelijke elite - geen correct (VRT-)Nederlands spreken.

    De redenering loopt evenwel mank. Het probleem is dat de burgerij (oftewel, de maatschappelijke elite) als socio-economische entiteit - met name: de bezitters van kapitaal, en dan niet alleen in economische zin, maar ook 'cultureel kapitaal' (kennis) en 'sociaal kapitaal' (connecties) - wordt vereenzelvigd met een bepaalde levenswijze, te weten: de "burgerlijkheid", die er dan typisch voor wordt geacht (met soms de welbekende associaties - stijve gemaniëreerdheid of zelfs bekakte formaliteit, etiketten die inderdaad nogal eens op het Algemeen Nederlands worden geplakt). Dat is echter geenszins zo; de burgerlijke levensstijl is niet meer dan een historische toevalligheid. Ter illustratie: als de negentiende-eeuwse bourgeoisie toevallig puntmutsen was beginnen dragen in plaats van hoge hoeden of de Engelse bolhoeden, dan hadden wij vandaag de dag dát wellicht stijf en bekakt gevonden. De gelijkschakeling van burgerij met burgerlijkheid is dan ook wat de marxistische denker Georg Lukács reïficatie noemt: de (foutieve) beoordeling van sommige toevallige en accidentele elementen als integendeel wezenlijk en onveranderlijk (overigens zijn er interessante verbanden tussen Lukács' reïficatie-begrip en de nominalistische zienswijze omtrent 'universalia' uit de Middeleeuwse Scholastiek; daar komen we later nog op terug). Dat kapitaalsverhoging (nogmaals: niet louter in economische zin) zou samenhangen met een toename in vormelijkheid of plechtstatigheid is dus hoegenaamd niet noodzakelijk. In de twintigste eeuw is de naoorlogse informalisering daar wel een mooi voorbeeld van.

    18-10-2008 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:Vlaanderen, verburgerlijking, informalisering, paradox, reïficatie, nominalisme
    10-10-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Verkavelingsvlaams en verburgerlijking
    De karakterisering van de maatschappelijke veranderingen in Vlaanderen na de Tweede Wereldoorlog (zie: 'de modernisering van Vlaanderen') als een overgang van een Gemeinschaft naar een Gesellschaft is op de keper beschouwd enigszins vertekend. Tönnies doelde met de term Gemeinschaft namelijk in de eerste plaats op het soort maatschappelijk leven zoals zich dat afspeelt in bijvoorbeeld een feodale structuur - een Gesellschaft is dan meer een geïndustrialiseerde samenleving. Op het moment van de besproken verandering was Vlaanderen dan ook al een Gesellschaft: België - in casu: Wallonië - was in de negentiende eeuw het eerste continentaal-Europese land dat zich industrialiseerde; daarmee werden de Vlamingen overigens overwegend tot een proletariaat onder een hoofdzakelijk Franstalige bourgeoisie.

    Het is dan ook juister te stellen dat de veranderingen uit de jaren '60 en '70 eerder neerkwamen op een proces van verburgerlijking: het feit dat het merendeel van de bevolking 'ingekapseld' werd in een burgelijke levensstijl - lees: martktparticipatie en massaconsumptie (dat heet dan emancipatie). Een belangrijk aandeel daarin vormde de uitbouw van de verzorgingsstaat: de overheid die instaat voor tal van sociale voorzieningen op het vlak van gezondheidszorg, werkloosheidssteun, onderwijs, enz. Als gevolg daarvan steeg zoals overal in Europa het gemiddelde peil van de welvaart ('verzorgingsstaat' is dan ook synoniem met 'welvaartstaat'), zodat verburgerlijking natuurlijk nagenoeg tot een evidentie werd.

    Zoals gezegd betekende deze verburgerlijking, en de toegenomen interregionale en intersituationele contacten die daarmee gepaard gaan, de intrusie van vanouds dialectische elementen in de algemene omgang - wat dan leidde tot "erosie" van het officieel standaardtalige VRT-Nederlands: deze werd als het ware 'gebeitst' met dialectische couleur locale. Het Verkavelingsvlaams is dan ook de taal van de verburgerlijking van Vlaanderen.

    10-10-2008 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:modernisering, verburgerlijking, verzorgingsstaat, Vlaanderen
    28-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Geert van Istendael over Verkavelingsvlaams
    Voor de citaten over het 'Verkavelings-Vlaams' heb ik gebruik gemaakt van de herdruk uit 2005, hoewel het boek al van 1989 dateert. De volledige passage luidt als volgt:

    "Er is trouwens iets nieuws, iets vuils de taal in de Zuidelijke Nederlanden aan het aantasten, aan het doodknijpen. Het is een manke usurpator in kale kleren, maar hij heeft de verwaandheid en de lompheid van de parvenu. Hij heet verkavelings-Vlaams.
    Verkavelings-Vlaams, dat is de taal die gesproken wordt in de betere villa's op de verkavelde grond van onze verminkte dorpen. Het is de taal van de jongens en de meisjes die naar een deftige school gaan en andere kinderen uitlachen omdat die zo onbeschaafd praten.
    De woordenschat van die jongens en meisjes is niet plat, o nee, maar ze is arm. Hun zinsbouw is niet dorps, maar krom. Hun uitspraak is niet echt lelijk, maar karakterloos.
    Geef mij Hoog-hollands of Boerenmeetjeslands, geef mij arbeiders-Gents van de Muide of de Statenvertaling, geef me alles maar dat niet. Van het verkavelings-Vlaams verlos ons Heer!
    Bovendien denken die lammelingen dat ze fatsoenlijk Nederlands spreken!
    Ze vinden zichzelf te goed voor dialect en Hollands haten ze. Ze halen hun neus op voor het goeie, door en door Nederlandse oe-sj-itte-gaë (hoe heet-e gij) van het dialect en vragen oe noemde gij en antwoorden: ik noem Jan. Wie beweert dat er een verschil is tussen heten en noemen is een spelbreker en wil Vlaanderen overleveren aan de Hollanders. Het zijn de mensen die vragen wadduur iest (wat uur is het, letterlijk quelle heure est-il) om te weten hoe laat ze naar een Vlaams-nationale vergadering moeten gaan.
    Verkavelings-Vlaams, het is de taal van een nieuwsoorting, door en door vals Vlaams zelfvertrouwen, het is de taal die uit minachting voor de spraak van gewone mensen en uit angst voor Nederlands geboren is, een wangedrocht is het, die taal van het nieuwe Vlaanderen, dat blaakt van intellectuele luiheid. Het allerergste is dat het waardeloze Verkavelings-Vlaams steeds vaker door gewone mensen wordt overgenomen. Hoorde ik laatst de slager niet zeggen: Ik heb e goe contact naar mijne zoon toe?" (Van Istendael 2005, 123-124)

    28-09-2008 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    Tags:Geert Van Istendael, Het Belgisch Labyrint, Verkavelings-Vlaams
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De modernisering van Vlaanderen

    De veranderingen in Vlaanderen van na de Tweede Wereldoorlog (zie het vorige bericht) komen in wezen neer op dan een (verlaat) proces van modernisering zoals bestudeerd door de allereerste sociologen. Het is, in het bekende begrippenpaar van Ferdinand Tönnies, de overgang van een Gemeinschaft naar een Gesellschaft. Een Gemeinschaft (gemeenschap) is een landelijke en agrarische samenleving zoals zich dat nog typisch in dorpen afspeelt onder de kerktoren. Een Gesellschaft (maatschappij) daarentegen is de hoog technologische en sterk verstedelijkte samenleving uit de huidige industrielanden.

    Linguïstisch gezien is de taal van de Gemeinschaft het dialect; die van de Gesellschaft een meer algemene en gestandaardiseerde taal. Die associatie is niet nieuw; ze is al door vele auteurs aangestipt. In zijn boek over Het regiolect uit 1993 schrijft de taalkundige Cor Hoppenbrouwers bijvoorbeeld:

    "In sociaal opzicht is de wereld van het dialect nogal doorzichtig. Veranderingen gaan er langzaam en de omgeving waarin de kinderen opgroeien lijkt in hoge mate op die van hun ouders. Het dagelijkse leven wordt er voornamelijk bepaald door de gang van de seizoenen en kent weinig verandering. Het is een stabiele samenleving, zonder de duidelijke stratificatie die onze maatschappij kenmerkt. De negentiende eeuwse Duitse socioloog Tönnies typeert deze samenleving met de term Gemeinschaft. Deze Gemeinschaft zet hij af tegen de huidige samenleving die als Gesellschaft wordt aangeduid. Er zijn wel bezwaren gemaakt tegen zijn romantische opvattingen waar zelfs iets van een verloren paradijs in doorklinkt. Zijn Gemeinschaft is een idyllische samenleving waarin het individu gebakerd heette te zijn in een beschermende cocon van de sociale verhoudingen (...)." (Hoppenbrouwers 1993, 15)

    Met de 'Vergesellschaftung' van Vlaanderen na de Tweede Wereldoorlog kwam dus het Verkavelingsvlaams in de plaats van het dialect. Dat heeft dan nog een andere socio-economische implicatie. De modernisering van Vlaanderen betekende namelijk dat een voorheen 'proletarische' bevolking van dialectsprekende boeren en arbeiders geleidelijk aan werd verburgerlijkt: de geëmancipeerde, 'nieuwe' Vlamingen van na de Tweede Wereldoorlog vormen typisch een burgerij. Daarmee staat het dialect tot het Verkavelingsvlaams zoals de arbeidersklasse staat tot de bourgeoisie. Ook die associatie is niet nieuw. Geert van Istendael definieert het Verkavelingsvlaams zelfs in termen van de socio-economische afkomst van haar sprekers:

    "Verkavelings-Vlaams, dat is de taal die gesproken wordt in de betere villa's op de verkavelde grond van onze verminkte dorpen. Het is de taal van de jongens en de meisjes die naar een deftige school gaan en andere kinderen uitlachen omdat die zo onbeschaafd praten." (Van Istendael 2005, 123)

    28-09-2008 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Vlaanderen, modernisering, Gemeinschaft, Gesellschaft, Ferdinand Tönnies, verburgerlijking
    20-09-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.START: de Vlaming spreekt GEEN Nederlands
    Ondanks de officiële naamgeving - zeker met de huidige communautaire spanningen in de Belgische politiek - is de taal die vandaag de dag in Vlaanderen gesproken wordt NIET het Nederlands. Dat is al zo'n dertig jaar niet meer zo. Al sinds de jaren tachtig hanteren Vlamingen het zogenaamde "Verkavelingsvlaams", oftewel een 'tussentaal'.

    De term 'Verkavelingsvlaams' is afkomstig van Geert van Istendael, die in zijn boek Het Belgisch labyrinth uit 1989 als eerste de aandacht vestigde op het jonge talige fenomeen:

    "Verkavelings-Vlaams, het is de taal van een nieuwsoortig, door en door vals Vlaams zelfvertrouwen, het is de taal die uit minachting voor de spraak van gewone mensen en uit angst voor Nederlands geboren is, een wangedrocht is het, die taal van het nieuwe Vlaanderen, dat blaakt van intellectuele luiheid. Het allerergste is dat het waardeloze verkavelings-Vlaams steeds vaker door gewone mensen wordt overgenomen. Hoorde ik laatst de slager niet zeggen: Ik heb e goe contact naar mijne zoon toe?" (Van Istendael 2005, 124)

    Schetst dat laatste zinnetje al enig beeld van het verschijnsel Verkavelingsvlaams, op de taaldatabanken van de VRT somt taalraadsman Ruud Hendrickx enkele van de meest typische kenmerken op (http://taal.vrt.be/taaldatabanken_master/taalbeleid/tussentaalcampagne.shtml). De lijst heeft als motto's "Laat ons ne keer te goei naar onszelf luisteren" en "Dag Karl, gij ept voor ons dienen dikken boek elemaal uitgelezen. Vertelt ne keer.".

    Op 5 juni 2008 is er aan de KULeuven een doctoraat verdedigd over deze en andere in het oog springende elementen uit het Verkavelingsvlaams. Het proefschrift draagt de naam Tussen spreek- en standaardtaal en is vrij te raadplegen via de filehandle http://hdl.handle.net/1979/1760 - hoewel de ondertitel (nog) fout gecatalogiseerd staat. Het is een statistische studie naar het feitelijke taalgedrag in verschillende spreeksituaties, waarbij elke taaluiting gespecificeerd is voor sprekerkenmerken zoals sekse, regio, leeftijd, opleidingsgraad en beroepsgroep.

    De centrale conclusie van het proefschrift luidt: de verbreiding van het Verkavelingsvlaams is te wijten aan het feit dat Vlaanderen na de Tweede Wereldoorlog een gemoderniseerde en geëmancipeerde, post-industriële samenleving is geworden. Voorheen kende Vlaanderen nog een voornamelijk agrarisch maatschappelijk bestel met op taalkundig vlak een lappendeken aan dialecten. Vanaf de jaren vijftig kwam er evenwel een stijging van de welvaart, uitbouw van de materiële infrastructuur en vooral democratisering van het onderwijs, waardoor er vanaf de jaren zestig en zeventig een generatie kapitaalkrachtige, hoog opgeleide en (zowel geografisch als sociaal) mobiele Vlamingen zou opstaan. De voorwaarden voor het Verkavelingsvlaams waren daarmee geschapen. De wederzijdse beïnvloeding van sprekers op elkaar doet immers de rest: uit het taalgebruik van deze geëmancipeerde Vlamingen zou zich mechanisch een 'lokaal gekleurd' (Algemeen) Belgisch-Nederlands - ABN - ontwikkelen.

    Dat laatste is natuurlijk een woordspeling. Aanvankelijk was de rol van bovenregionale standaardtaal namelijk weggelegd voor het bekende 'VRT-Nederlands' (± de taal van Martine Tanghe). Het kaderde zelfs als expliciete doelstelling in de vernoemde democratisering van het onderwijs om zo veel mogelijk Vlamingen snel en efficiënt deze taalvariëteit aan te leren. Eén van de aangevoerde argumenten daarbij was dat het de emancipatie van Vlaanderen zou bevorderen: de beheersing van een algemeen inzetbare omgangstaal zou leiden tot meer participatie aan het publieke leven. Dat toont maar aan hoe het VRT-Nederlandse standaardiseringsproject zijn eigen graf heeft gedolven: het Vlaamse emancipatieproces was van die aard dat het beoogde resultaat ook zonder het VRT-Nederlands tot stand is kunnen komen. Het VRT-Nederlands heeft zichzelf ondermijnd.

    20-09-2008 om 00:00 geschreven door stijfvreter  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Tags:Verkavelingsvlaams, tussentaal, emancipatie, democratisering, modernisering, post-industrieel


    Archief per week
  • 24/08-30/08 2009
  • 03/08-09/08 2009
  • 27/07-02/08 2009
  • 06/04-12/04 2009
  • 23/03-29/03 2009
  • 16/03-22/03 2009
  • 26/01-01/02 2009
  • 08/12-14/12 2008
  • 20/10-26/10 2008
  • 13/10-19/10 2008
  • 06/10-12/10 2008
  • 22/09-28/09 2008
  • 15/09-21/09 2008

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    ilse
    www.bloggen.be/ilse

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs