Aan het begin van de 1e eeuw arriveerden de Bourgondiërs aan de benedenloop van de Wisła. Daar waren zij voortdurend betrokken in conflicten met de omwonende Goten, Vandalen en Semnonen. Vanaf 150 werden de Bourgondiërs naar het westen verdreven en omstreeks 250 verschenen zij aan de bovenloop van de Main. Hier raakten zij slaags met de Alemannen die het onderspit dolven. De Bourgondiërs namen een deel van het Alemaans gebied in bezit en vestigden zich hier.
Invallen in het Romeinse Rijk
Gebruik makend van de chaotische toestand aan de grenzen van het Romeinse Rijk, voerden de Bourgondiërs vanaf 260, evenals hun buurvolk de Alemannen, voor het eerst plundertochten uit in de Romeinse Provincie Gallië. Het herstel van de Romeinse macht door de Gallische keizer Postumus in 262 maakte een voorlopig einde aan deze invallen. Toen de grenzen na 276 opnieuw zwak verdedigd werden, drongen de Bourgondiërs wederom Gallië binnen. D itmaal maakte keizer Probus een einde aan de invallen. Hij trok ten strijde tegen de oorlogszuchtige Germaanse volken en omstreeks 280 was de Rijngrens weer hersteld. In de winter van 287/288 vielen de Romeinen het gebied van de Bourgondiërs binnen om deze van nieuwe invallen te weerhouden.
Op het einde van de 3e eeuw was de rust aan de Rijngrens zodanig hersteld dat de Bourgondiërs geen invallen meer deden. Een tiental jaren later sloten de Romeinen een verdrag met hen, zodat ze dienst konden nemen in de Romeinse legers. Gedurende de 4e eeuw lieten de Bourgondiërs zich kennen als trouwe bondgenoten. In tegenstelling tot de Alemannen en Franken steunden zij de wettige keizers.
Het koninkrijk Bourgondië
Tijdens de Grote Volksverhuizing in de 5e eeuw drongen de Bourgondiërs toch het Romeinse Rijk binnen. Ze vestigden zich aan de Midden-Rijn. In 413 sloten zij een nieuw verdrag met de Romeinen en kregen ze de status van foederati. Hun strijd en nederlaag tegen de Hunnen wordt beschreven in het Nibelungenlied. Hierdoor was hun macht in Midden-Rijngebied gebroken.
Omstreeks 440 kregen ze de status van foederati aan de Midden-Rhône bij Genève. Van hieruit breidden ze hun territorium verder uit tot Bazel in het noorden en Avignon in het Zuiden. Ook verdreven zij de Alemannen uit Langres en drongen in 481 naar het zuiden langs de Saône en Rhône tot de Middellandse Zee en verspreidden zich omstreeks 485 in Champagne.
Einde aan de zelfstandigheid
Na 500 kregen de Bourgondiërs te maken met de machtshonger van de Frankische Merovingische koningen. Uiteindelijk werden ze door de Franken verslagen en in 534 ingelijfd bij het Frankische rijk. De oorspronkelijke Bourgondiërs gingen op in de omringende Gallo-Romeinse bevolking, maar ze gaven hun naam aan het gebied dat tenslotte de kern werd van het hertogdomBourgondië, dat in de late Middeleeuwen nog een belangrijke zelfstandige rol zou spelen.