Dit is een heel leuk gedichtje dat ik gevonden heb op internet geschreven door ene Erje
Wie kent hem nog de oude bedde stee
aan het voeteneind vaak een schoorsteen
Heerlijk warm kon je erin slapen
met zijn tweeën, drieën of ook alleen
Een paar klapdeuren in de kamer
het leek gewoon op een kamerkast
Onder de bedstee opslag van aardappelen
gelukkig zijn we daardoor niet vergast
Wij als kinderen moesten er slapen
ook als er twintig man op visite was
Dat we dan stiekem door de kieren keken
wisten visite, vader en moeder al ras
Toch was deze nostalgie een heerlijkheid
de bedstee komt nog maar weinig meer voor
Ik zou het heden ook te bekrompen vinden
benvoor kleineruimtes allergie`s hoor
De stropdas
In de Middeleeuwen werden criminelen opgehangen. Na de terechtstelling werd het lijk losgesneden. Het stuk touw om de nek werd de 'stropdas' genoemd. Het is van oudsher geen symbool voor een glansrijk leven
Toen vrouwen nauwelijks kansen en nog minder waardering kregen, was de Duitse abdis Hildegard van Bingen, een uitzondering. Zij was mysticus, dichter, wetenschapper, genezer, profeet, prediker, componist en maatschappijcriticus. Zij was zeker één van de opmerkelijkste figuren in het middeleeuwse Europa. Hildegard werd geboren in 1908, in een adelijke familie, die woonde in de buurt van de domstad Mainz aan de Rijn. Op 3 jarige leeftijd kreeg ze haar eerste visioenen, die vergezeld gingen met een verblindend licht. Misschien mede daarom vertrouwden haar ouders haar opvoeding en opleiding toe aan Jutta, een heilige vrouw en overste van het nonnenklooster van een benedictijner-abdij in de buurt. Ze leerde heel veel van haar, en na Jutta's dood volgde Hildegard, toen 38j, haar op als abdis. Uit onzekerheid over de bron van haar visioenen had Hildegard er nooit veel over gesproken. Toen ze abdis werd, kreeg ze een visioen dat haar leven voorgoed zou veranderen. De hemel opende zich en een verblindend, uitzonderlijk helder licht vulde haar hoofd. God gaf haar het bevel alles op te schrijven wat ze zag en hoorde. Met grote tegenzin begon ze alles op te schrijven, heel gedetailleerd met beelden over onderwerpen als de val van Lucifer, de schepping en het Laatste Oordeel. "Mijn geest was getransformeerd " schreef ze later over deze periode, " het was alsof ik mezelf niet meer kende, alsof uit Gods hand regendruppels neervielen op mijn ziel ". Velen wilden haar echter bijzonder graag kennen. Nadat de kerk haar goedkeuring gegeven had kwamen de hoogste leiders delen in haar door God gegeven inzichten, onder wie vier pausen, twee keizers, vorsten als Eleonora van Aquitanie en Hendrik II van Engeland. In 1150 verhuisde Hildegard met haar nonnen naar Rupertsberg, bij de stad Bingen aan de Rijn. Het klooster floreerde en ze stichtte een tweede op de andere oever. De visioenen die zij tijdens haar leven had gezien lijken bij haar dood door velen te zijn gedeeld. Op de dag dat ze stierf, 81 jaar oud, zouden stralende kruisen en cirkels de hemel hebben verlicht, alsof haar volgelingen een blik van het hemelrijk werden gegund.
Bij schandstraffen of kaakstraffen, werden delinquenten openbaar vernederd. Zij zouden al in de Oudheid voorgekomen zijn. Hun grootste bloei kenden ze in de Middeleeuwen en in de Moderne Tijden, om slechts in de negentiende eeuw te verdwijnen. In Belgie zijn ze pas afgeschaft bij het invoeren van het nieuwe strafwetboek van 1867, zij het dat er reeds in 1834 en 1849 ernstige pogingen werden ondernomen om deze straffen te weren. Als hoofdstraf werd de kaakstraf uitgesproken voor kleine vergrijpen als verboden kansspelen, valsspelen, valse aanklacht, meineed, godslastering, overspel, bigamie, koppelarij, prostitutie, landloperij, kleine diefstallen, het zingen van schunnige liederen, laster en vechtjasserij. Schandpalen werden ook gebruikt voor andere doeleinden zoals het tentoonstellen van afgesneden lichaamsdelen, van namen van voorvluchtigen, en soms ook voor het afficheren van verordeningen. De schandstraf werd uitgevoerd op een dag en uur dat er veel volk op straat was, bijvoorbeeld op een marktdag tussen 10 en 12 uur. Door de schuldige aan de paal vast te ketenen, werd hij aan de algemene bespotting prijsgegeven. In principe beschikte elke heerlijkheid met hoge rechtspraak op het einde van het Ancien Regime over een schandpaal. Na de verovering van onze gewesten door de Fransen vielen de schandpalen weg omdat ze een symbool waren van de feodale heerschappij van lokale heren. De schandstraffen werden echter al in 1791 opnieuw ingevoerd.
25-06-2009
Oude beroepen
Slide 4Slide 2Slide 1Slide 3Lantaarnopsteker op ladder
Jagen : trekken van een boot. Man en vrouw trekken een vrachtschip door een binnenkanaal in 1931
Poppenkastspeler op weg met zijn poppenkast in 1935 Melkboer in 1956
Het studenten lied "De Blauwvoet "door Albrecht Rodenbach
Nu het lied
der Vlaamse zonen,
nu een
dreunend kerelslied,
dat in
wilde noordertonen
uit het diepste
ons herten schiet.
Ei! het
lied der Vlaamse zonen,
met zijn
wilde noordertonen,
met het
oude Vlaams Hoezee.
Vliegt de
blauwvoet? Storm op zee!
't Wierd
gezeid dat Vlaanderen groot was,
groot
scheen in der tijden wolk,
maar dat
Vlaanderland nu dood was,
en het
vrije kerelsvolk.
Maar dan
klonk een stemme krachtig
over 't
oude noordzeestrand
en het
stormde groots en machtig,
in dat dode
Vlaanderland.
En hier
staan wij, 't hoofd omhoge,
vuisten
siddrend, kokend bloed;
vlam in 't
herte, vlam in de oge,
en ons naam
ons trillen doet!
Van de
blonde noordse stranden,
dwang en
buigen ongewend,
onze vaders
herwaarts landden,
leden,
streden, ongetemd.
Ja wij zijn
der Vlamen zonen,
sterk van
lijve, sterk van ziel,
en wij
zou'n nog kunnen tonen,
hoe de
klauw der Klauwaerts viel.
Op ons vane
vliegt de Blauwvoet,
die
voorspelt het zeegedruis,
en de Leeuw
er met zijn klauw hoedt
't lieve
dierbaar Christi kruis.
Weg de
bastaards, weg de lauwaards.
ons behoort
het noordzeestrand,
ons de
kerels, ons de Klauwaards,
leve God en
Vlaanderland!
De
Blauwvoet is het bekende strijdlied van de katholieke Vlaamse
studentenbeweging. Het wordt ook "Het lied der Blauwvoeten" of "Nu het lied der
Vlaamse zonen" genoemd, naar de eerste regel van het lied. Het was
oorspronkelijk het strijdlied van de 19e eeuwse studentenbeweging
Blauwvoeterij.
Het lied
werd door Albrecht Rodenbach gedicht op 25 september 1875. De muziek werd
gecomponeerd door Emiel Hullebroeck. Er bestaat ook een minder bekende
toonzetting van Johan Destoop.
Het lied
past in de strijdlyriek van de 19de-eeuwse Romantiek.
Het lied
wordt nog gezongen in sommige KSA-bonden, die zich als erfgenaam beschouwen van
de katholieke Vlaamse Studentenbeweging
16-06-2009
Wet op zondagsrust
Op 26 juli 1905 werd de wet op zondagsrust afgekondigd, deze had betrekking op alle arbeiders en bedienden, zowel volwassenen als minderjarigen. Het wetsvoorstel werd ingediend door de socialisten en door een deel van de katholieke rechtervleugel. Het voorstel viel helemaal niet in goede aarde bij vele doctrinaire katholieken en liberalen die daarin een aanslag op het vrije ondernemerschap zagen. Daarnaast waren de meeste liberalen, zelfs als ze het principe van de verplichte arbeidsrust aanvaardden, ertegen gekant omdat ze er een bemoeienis van de kerk inzagen. Liever kozen ze voor een willekeurige dag in de week. Deze regeling zou echter weer tot gevolg hebben dat, indien man en vrouw werken, beiden niet dezelfde rustdag zouden hebben. De wet sprak overigens niet van verplichte rust maar van een verbod om loontrekkenden te laten werken op zondag, behalve huispersoneel en familieleden.
15-06-2009
Pyramide van het kapitalistisch systeem
Dit is een poster uit 1911
De arbeiders staan aan de voet van de piramide van onderdrukking.
Hun arbeid ondersteunt het rijke leven van de burgerij, het leger,
de clerus en de monarchie, 1901.
Institut Emile Vandervelde, Brussel
12-06-2009
Emile Claus en het landleven
Emile Claus werd geboren in 1849 te Sint-Eloois-Vijve en hij stierf te Astene in 1924 Hij was de belangrijkste vertegenwoordiger van het
impressionisme in België. Hij bewonderde het Franse impressionisme en
paste deze stijl toe in de realistische uitbeelding van zijn vertrouwde
plattelandsomgeving. Claus werd door schrijvers en schilders van zijn
tijd op de handen gedragen. Emile Claus liet zich in zijn werken vaak inspireren door de Leie, zijn omgeving en het werk op het platteland.
Op 15 november 1902 vuurde de Italiaanse anarchist Gennaro Rubino (43j)
drie schoten af op de derde koets in de koninklijke stoet, die
terugkwam van een rouwdienst voor de overleden koningin in de Brusselse
Sint-Michiels-kathedraal. Niemand werd gewond.
'Omdat zij rijk zijn en wij arm' verklaarde de schutter. Na zijn daad
moest de schutter beschermd worden tegen de woedende menigte. Hij was
een werkloze boekhouder die sinds een tweetal weken te Brussel verbleef.
Pas na zijn aankomst in Laken vernam de koning van de aanslag. Het leek
hem niet te deren. De kranten schreven toen dat het de schuld was van
de sosialisten.
15-05-2009
Koningin Maria Hendrika
Op 19 september 1902 om tien voor acht is Maria Hendrika, koningin van
Belgie, op 66 jarige leeftijd plotseling temidden van haar papegaaien,
overleden in haar woning te Spa. Daar leidde zij sedert 1893 een
teruggetrokken bestaan.De koningin leed sinds enkele maanden aan een
hartzwakte. 's Middags had ze nog geinformeerd naar de uitslag van
de paardenrennen en bij haar oude vriend, de kunstschilder Van
Severdonck, enkele aquarellen besteld. Echtgenoot Leopold II
verbleef op het moment van haar overlijden te Bagnères de Luchon in
Frankrijk. Nadat hij telegrafisch was gewaarschuwd reisde Leopold naar
Spa. De Belgische koning had zijn vrouw in maanden niet gezien. Koningin Maria Hendrika was erg ongelukkig aan het Belgische hof. Toen
haar echtgenoot Leopold een maîtresse bleek te hebben, ging zij naar
haar buitenverblijf in Spa.
Maria Hendrika was een groot liefhebster van paarden. Ze was een uitstekende amazone en dresseerde zelf paarden. Koningin Maria Hendrika was een dochter van aartshertog Jozef van Oostenrijk. Ze was sinds 1853 met Leopold getrouwd.
15 april 1912 - Op zijn eerste tocht over de Atlantische Oceaan van de thuishaven Southampton naar New York, is het splinternieuwe Britse passagiersschip Titanic 's nachts op een ijsberg gelopen. Onde de waterlijn werd de romp van de oceaanstomer over een grote lengte opengereten. Na eerst langzaam zwaar slagzij te hebben gemaakt, brak het schip, waarvan gezegd was dat het niet kon zinken, doormidden. Onder de 2206 opvarenden ontstond grote paniek, doordat er niet voldoende reddingsmiddelen aan boord waren. 1503 mensen, de meesten gekleed in avondkostuum in verband met het feestelijke karakter van de tocht, vonden de dood in de bruisende golven. De ramp had tot gevolg dat er strengere maatregelen genomen werden voor de veiligheid van oceaanschepen.
Vanaf 1451 stond in de Breestraat tegenover de
Papengracht het Heilige Geesthuis. Een vreemde naam voor een nu vreemd begrip.
Aan het begin van de 14e eeuw was de Heilige Geest echter een begrip in Leiden.
Wat werd er onder verstaan? De Heilige Geest was in die tijd een instelling
voor Armenzorg. De armste inwoners van de stad konden er aankloppen voor
voedsel, een paar schoenen, kleding of een zak turf. De kerk en het stadsbestuur
werkten samen om de allerarmsten uit de samenleving te beschermen. Aanvankelijk
stonden de tafels van de Heilige Geest in de Leidse parochiekerken. Onder
toezicht van de Heilige Geestmeesters vonden daar de uitdelingen plaats. In de
loop van de 15e eeuw werd echter het aantal armen in Leiden steeds groter. De
Heilige Geestmeesters en de stedelijke overheid konden de zorg voor de armen
bijna niet meer aan. De toeloop van behoeftigen was enorm. In de kerkelijke
parochies werd om die reden een zogenaamde loodmeester aangesteld. Weer zon
vreemd begrip. Bij de loodmeesters ontvingen de armen een speciaal geslagen
muntje, een loodje. De arme Leienaar ging met zijn loodje naar de plaatselijke
bakker, de slager, de kleermaker of de schoenlapper voor een of ander begeerd
artikel. Na verloop van tijd stapte de winkelier met een zak vol loodjes naar
de Heilige Geestmeesters om af te rekenen. Een uniek systeem van Armenzorg dat
nu nog voortleeft in een uitdrukking uit de volksmond. Wie het laatste loodje had
gelegd werd tenslotte door de Heilige Geestmeesters in een graf voor de armen
begraven. Een eigen huis voor de Heilige Geestmeesters Toen de Heilige
Geestmeesters in 1451 de beschikking kregen over een eigen huis, konden zij ook
arme stadgenoten zonder onderdak opnemen. Dat waren in het bijzonder de vele
pasgeboren kinderen die te vondeling werden gelegd. In de tweede helft van de
15e eeuw ging het Leiden niet voor de wind. De stad verarmde en de armen werden
steeds armer. Iedereen leed onder malaise waaronder de stad gebukt ging. Ouders
konden zelfs niet meer voor hun kroost zorgen en iedere pasgeborene was een
ramp voor de verarmde gezinnen. Een nieuwe mond kon niet worden gevoed. De
kindertjes werden gewoon te vondeling gelegd. In 1491 begonnen de meesters van
de Heilige Geest met het bijhouden van vondelingenboekjes. Veel van die
gevonden kleintjes die aan hun lot waren overgelaten leefden helaas maar kort.
Zij waren maar al te vaak verzwakt en naakt achtergelaten en de meesters
tekenden in de boekjes aan dat weer een vondeling was gestorven. Gelukkig liep
niet voor ieder kind het verblijf in het Heilige Geesthuis zo triest af. Soms
waren de kinderen maar tijdelijk opgenomen als de moeder wegens ziekte
verpleegd moest worden en er geen vader was die voor zijn kind kon zorgen. Soms
gebeurde dat een moeder na jaren bij het Heilige Geesthuis aan de deur klopte
om haar kind op te halen. Zij moest dan wel de verzorgingskosten betalen. Soms
ontfermden kinderloze echtparen zich over een vondeling om het op te voeden en
een vak te laten leren. Gelukkig nam in de loop van de 16e eeuw het aantal
vondelingen af. Vanaf die tijd kregen de meesters van de Heilige Geest echter
veel weeskinderen te verzorgen. Men ging zelfs de Heilige Geestmeesters
Weesmeesters noemen. Voor al die wezen werd echter het pand aan de Breestraat
te klein en toen in 1583 de panden van het Onze Lieve Vrouwegasthuis aan de
Hooglandse Kerkgracht leeg kwamen te staan, trokken de Weesmeesters met de
wezen daar naar toe. Toen werd het Heilige Geesthuis het Weeshuis van Leiden.
weeshuis van de Heilige Geest