Noorwegen 1995xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Aan de tafel naast de onze doen een tiental sportief ogende meisjes zich met nogal veel lawaai tegoed aan het ontbijt.
Dat is onze Olympische skiploeg, fluistert de hoteleigenaar ons trots toe.
We kijken of ze iets speciaals eten of drinken, want ook wij willen ons vandaag op de latten wagen. En dat voor het eerst in zomersneeuw.
Een uurtje later staan we in een zonnige variant van ons skipak bovenaan de Tystigbreen, de gletsjer waar we willen af skiën.
Het sneeuwtapijt is zachter dan we gewoon zijn van onze wintersportvakanties. Manlief vindt dat zalig als hij valt. Maar de sneeuw is ook losser en ik vind dat vooral moeilijk om overeind te blijven. We glijden dus eerder langzaam naar beneden. Dat Manlief onderweg vele plaatjes schiet, maakt het tempo er ook niet hoger op.
Plots horen we een gevloek van jewelste. De meisjes van in het hotel zoeven langs ons heen.
Oei, we zijn blijkbaar op de Olympische piste terechtgekomen.
|