Een bleke, magere man met een ingevallen gezicht en grijze plukken haar opent de deur. Hij leunt op een kruk. xml:namespace prefix = o ns = "urn:schemas-microsoft-com:office:office" />
Volg maar, zegt hij. En hij waggelt de trap op naar de woonkamer op de eerste verdieping. De leuning wiebelt vervaarlijk heen en weer als hij zich eraan naar boven trekt. Zijn kruk bonkt bij elke stap keihard op de houten treden. Zijn vrouw wacht in de living. De man laat zich naast haar in de zetel neerploffen.
Ik bezoek deze familie omdat ze een persoonlijk assistentiebudget voor hun dochter met een beperking aangevraagd hebben. Ik begeleid hen bij de opstart ervan. Mijn uitleg kan ik slechts met mondjesmaat geven, want de man trekt het gesprek telkens weer naar zichzelf toe.
Vroeger was ik een kerel, ze. Ik woog wel honderd kilo. En werken dat ik kon. Ik werkte vijftien uur per dag. En daarna nog thuis voor mezelf. Hij wrijft met zijn hand over zijn voorhoofd. Maar nu, na een paar uur moet ik al rusten. Ik heb voortdurend hoofdpijn. Even valt hij stil. Dus begin ik over hoe ze een assistent kunnen zoeken. Ik zou er nu zelf ook een kunnen gebruiken, valt hij me in de rede. En zeggen dat ik vroeger nooit iemand om hulp vroeg. Integendeel, iedereen deed een beroep op mij. Hij kraakt zijn vingers. Ik vertel zijn vrouw welke taken assistenten mogen doen. Hij springt recht. Ik zal eens een foto tonen, ze.
Sorry voor mijn man, zegt de vrouw als hij de woonkamer uit is, Straks is hij alles wat hier gezegd wordt vergeten. Hij onthoudt niks meer. Ze zucht. Laten we het maar weer over assistentie voor C. hebben.
Die kans krijgen we echter niet, want haar man sjokkelt de living in met een ingekaderde foto van een beer van een vent met lange, donkere haren naast een motor. Hij draagt een lederen pak. Dat ben ik! Met mijn Ducati! Hij klinkt trots.
Ik herken de man op de foto niet. Hij moet het merken, want hij zegt: Echt! Zijn stem hapert. En in één seconde was alles weg. Mijn motor. Ikzelf. Mijn leven. Ik slik. De hele verdere dag spookt zijn verhaal in mijn hoofd rond.
s Avonds komt Manlief veel later dan voorzien thuis. Ik ben het grondig beu, moppert hij, Die verdomde files. Ik denk dat ik mij een motor aanschaf.
|