Ik ben Jaclien, °19 december 1955. Ik werkte lange tijd in de tuinbouwsector, volgde onlangs de opleiding Begeleider Animator voor Bejaarden en werk nu in een woon- en zorgcentrum met ouderen met dementie. Ik ben getrouwd met Echtgenoot en mama van vier kinderen: Dochter (°1988), Oudste Zoon (°1990), Middelste Zoon (°1992) en Jongste Zoon of kortweg Jongste (°1999). Ik schrijf graag. Heb jarenlang meegewerkt aan de Wist-je, het schoolkrantje van de plaatselijke basisschool. Ook voor allerlei gelegenheden brouw ik wel eens een tekstje. Op dit blog wil ik graag wat van mijn dagdagelijkse ervaringen, herinneringen en bedenkingen, afgewisseld met vroegere spinsels, meedelen.
In ons WZC ben ik, net als de andere animatoren, verantwoordelijk voor de animatie op een leefgroep.
Vorige week hebben we op onze leefgroep ons langlopend crea-project
afgerond. Ruim een maand lang hebben we, tijdens de creatieve
activiteiten, geknutseld met herfstmaterialen. Bedoeling was de gangen
en woonruimtes van onze afdeling te decoreren. Wat daarbij werd beoogd:
De bewoners moesten hieraan uiteraard voluit kunnen meewerken. Soms in groep, soms individueel. Vooral het vierkante herfststuk op schildersdoek leende zich voor een één op één bezig zijn.
Het resultaat moest "volwassen" ogen. Ook met mensen met dementie
is het mogelijk om dingen te maken met een volwassen uitstraling.
Daarvan zijn er trouwens ook op andere leefgroepen kunstige bewijzen te
zien.
Het fijne van op de leefgroep te werken is dat ook de
mensen met een diepe vorm van dementie, die niet meer echt meedoen, toch
erbij kunnen zitten. Mensen blijven het lang fijn vinden om in
gezelschap te zijn. Zo bekom je soms ook een "natuurlijke" manier van
"snoezelen": laten voelen aan een dennenappel, een veertje, ...
Onze afdeling is nu dus "gedecoreerd", en dat hebben we gevierd met een
klein feestje. Ziehier enkele foto's van de resultaten van ons werk.
Ik help mee de ouderen van hun leefgroep naar de polyvalente ruimte te brengen voor het zang-uurtje. Brengen en halen is soms ook animatie. Ook nu: we zingen samen al wat af onder het stappen. "Mooi, 't leven is mooi! Zolang er zon, muziek en kinderen zijn...!" zing ik op een moment.
Jan kijkt me aan met intense blik. "Der zijn hier geen kinderen hé...?!" bedenkt hij. "Neen," glimlach ik "hier zijn geen kinderen."
Hij buigt zich naar mij toe, wijst met een "onderons"-gebaar van hem naar mij en terug: En nodigt samenzweerderig uit: "Zullen wij kinderen maken?"
Ik wist het niet eerder, maar zij, een bewoner van ons woonzorgcentrum, blijkt tweetalig te zijn. En op dit moment, als ik haar van de zaal naar de leefgroep wil brengen, kiest ze voor het Frans om met mij te converseren. "Gaat u met mij mee?" vraag ik haar. Ze kijkt me aan: "Mais oui, je vous connais! Oui, je vous accompagne! Je viens avec vous!" Ik glimlach en probeer haar in haar taalkeuze tegemoet te komen. "Bien, venez avec moi...!" Al een geluk dat ik mijn basis Frans nog niet zo lang geleden heb opgefrist, bedenk ik onderwijl. We komen buiten. Ze merkt op dat de zon uitbundig schijnt. "Oh, il fait beau!" roept ze opgetogen uit. "Oui, il fait beau!" beaam ik. Ik wijs naar de deur aan de overkant, om haar de richting waarin we gaan stappen te tonen: "On va par là!" En plotsklaps wisselt ze van taal. Ze schakelt over op plat "Antwaarps" als ze antwoordt: "Langs daor? Amaai...! Maor dad is veul te vààr!"
Wij, twee vrouwen, even oud of preciezer, zij, op de kop af, een half jaar jonger dan ik.
Allebei zijn we mama ook, en vorig jaar studeerden haar dochter en mijn zoon op hetzelfde moment af aan de hogeschool.
Allebei moeder, maar alleen ik heb weet van de kommer en vreugde die het hart bezwaart en vervult.
Zij, door de groeiende mazen in haar brein, heeft van alsmaar minder weet.
Zorg draagt ze niet meer, ze ís nu zorg.
En het niet meer kennen, weten, herkennen en beheersen, maakt haar vaak zo triest en boos.
Maar niet nu.
We wandelen samen en ze geniet. Wendt haar gelaat naar de zon, en een grasspriet, een bloem, het kleinste blad brengt haar bijna in een staat van extase.
Ze wijst en wijst, spreidt blij de armen: "Zie hoe schoon!" en "Kijk hoe dat blinkt..!" En ik zie het dan ook: hoe oud al de zomer, toch doet het zonlicht de bladeren glanzen.
We wandelen samen in het park,
zij beleeft de vreugde van de verwondering en ik verwondering om haar vreugde.
Al meer dan een jaar geleden dat ik nog wat postte op dit blog. Maar ineens heb ik er weer zin in. Vandaag toch.
Vandaag was ik aan het mijmeren over een gedichtje dat ik leerde als kind en dat al onze ouderen nog kennen.
Daar alleen kan liefde wonen, daar alleen is 't leven zoet, waar men, stil en ongedwongen, alles voor elkander doet.
Aanleiding waren kleine gebeurtenissen. Zoals het moment, vorige week, toen ik, laat thuisgekomen met de boodschappen, besloot om eerst het eten maar alvast op het vuur te zetten. Jongste, ondertussen al zo goed als 16 jaar, kwam binnen, zag hoe de boodschappen nog in bakken op tafel stonden en begon ze ongevraagd weg te bergen. Deugd dat zoiets doet...
Toen ik een klein meisje was werd zo'n houding erin gepompt. Onder andere met een stichtend dichteke als dit. Ondertussen leerde ik wel dat je met "alles voor elkander doen" ook in overdrive kan gaan.
En toch vind ik het mooi. Toch denk ik dat het daarover gaat. Dat veel geluk te vinden is in dat heel eenvoudig, niet metend en berekenend, zorg dragen voor elkaar. In wederkerigheid.
En dus kwam dat gedichtje me weer voor de geest. En ging ik eens googelen naar de oorsprong ervan en of het misschien deel uitmaakt van een langere tekst. Dat laatste blijkt ook zo te zijn. En de dichter is Hieronymus van Alphen, de man die ook het overbekende oude kindergedicht "Jantje zag eens pruimen hangen" schreef. Hij leefde en schreef zijn gedichten in de tweede helft van de 18de eeuw, in de spelling van die tijd. Hier is het dus voluit:
Vader leeft met onze moeder altoos vergenoegd en blij, o, hoe lieven zij elkander, nimmer knorren zij als wij.
Toont er een iets te verlangen, dan zegt de ander: dat is goed. Moeder is het best tevreden, als zij iets voor vader doet.
Vader poogt altoos te weten, wat de wensch van moeder is, en hetgeen haar moet verveelen, geeft aan vader droefenis.
Vader gaf de beste perzik laatst aan Moeder met een zoen, hij wou zelf er niet van eeten: Klaartje, zouden wij dit doen?
Liefste zusje! Liefste broertjes! O, het strekt ons tot verwijt, dat wij dikwijls zoo krakkeelen, ach gij weet niet hoe 't mij spijt.
Kom, mijn liefjes, laat ons leven tot elkanders nut en vreugd! Laat ons pogen na te volgen vaders liefde en moeders deugd.
Daar alleen kan liefde woonen, daar alleen is 't leven zoet, waar men, blij en ongedwongen, voor elkander alles doet.
daar het verlangt dat het oog en oor en weerwoord vangt
en liefst van al: een glimlach..
Een tekstje lenen? Soms publiceer ik een dichttekstje op mijn blog. Is er één dat u aanspreekt en u graag wil lenen voor een gelegenheid? Ik zou mij heel vereerd voelen. Maar toch wil ik er graag enkele afspraken rond: -Dat mijn initialen er onder gezet worden (jb). -Dat er niets meer in gewijzigd wordt. (Wil het a.u.b. laten weten als er taal- of tikfouten in staan.) -Uiteraard niet te gebruiken voor commerciële doeleinden.
Gastenboek
Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek