SPELMATERIAAL
Het spelmateriaal bestaat uit 52 spelkaarten, 6 dobbelschijven, 1 schijf 'geld' en 1 schijf 'kaarten', 36 zegepunten, 3 rode en 3 blauwe dobbelstenen, 1 witte dobbelsteen en het geld. Alles zit in het middenvak van een kleine maar stevige speldoos. Ook het materiaal is van goede kwaliteit.
SPELBESPREKING
Inleiding
Doe je het door het bouwen van imposante gebouwen, door het beïnvloeden van de juiste personen of door het inzetten van een leger, het maakt niet uit. Het doel heiligt de middelen, probeer de macht over Rome te krijgen.
Voorbereiding
De dobbelschijven worden in stijgende volgorde in een rij gelegd. Links en rechts ervan worden de geldschijf en de kaartschijf gelegd. Beide spelers krijgen 10 zegepunten en 3 dobbelstenen in één kleur. Alle kaarten worden geschud en elke speler krijgt er 4 op handen. 2 daarvan worden aan de andere speler gegeven. De jongste speler legt zijn kaarten gedekt voor de dobbelschijven, daarna doet de andere speler hetzelfde. Nu worden de kaarten omgedraaid en kan het spel beginnen.
Spelverloop
Een beurt bestaat uit 3 fasen. Afwisselend voeren de spelers telkens een volledige beurt uit.
Fase 1 : onbezette dobbelschijven evalueren.
Voor elke onbezette dobbelschijf moet een speler een zegepunt inleveren.
Fase 2: dobbelstenen gooien.
De speler gooit de drie dobbelstenen. Indien de 3 dobbelstenen hetzelfde resultaat tonen mag de worp overgedaan worden.
Fase 3: acties uitvoeren.
Er zijn 4 mogelijke acties. Ze mogen herhaaldelijk en in gelijk welke volgorde uitgevoerd worden.
- Kaarten spelen: afhankelijk van de kaart kosten zij een hoeveelheid geld. Je legt de kaart vervolgens aan een dobbelschijf aan de eigen kant. Een nieuwe kaart mag een oude kaart vervangen.
- Geld nemen: leg een dobbelsteen op de geldschijf en neem evenveel geld als de dobbelsteen aangeeft.
- Kaarten trekken: leg een dobbelsteen op de kaartschijf en trek evenveel kaarten als de dobbelsteen aangeeft. Neem één ervan op handen en leg de rest af.
- Kaarten activeren: leg een dobbelsteen op de dobbelschijf met hetzelfde aantal ogen, de kaart aan die dobbelschijf wordt nu geactiveerd.
- Gevechtkaarten maken het mogelijk aan te vallen. Eerst moet je aanduiden welke kaart je wil aanvallen, daarna gooi je met de witte dobbelsteen. De aanvaller wint als de waarde van de dobbelsteen groter of gelijk is aan de verdedigende waarde van de aangevallen kaart.
- Andere kaarten beïnvloeden de dobbelsteen worpen, zorgen voor zegepunten, blokkeren een dobbelschijf, verlagen de verdedigende waarde van de tegenstander, enz..
De winnaar
Als één speler geen zegepunten meer heeft verliest hij het spel. Als de voorraad zegepunten op is, wint de speler met de meeste zegepunten.
(met dank aan Spellenclub13)
|