Eén van de nieuwe herfsttitels van TMG is deze “Dungeon of Fortune”. Naar alle waarschijnlijkheid gaat er nu een belletje rinkelen en denk je dat dit al een ouder spel is. Nee, jij denkt aan Dungeon roll, maar dat is geen schande, want zowel qua materiaal als spelverloop gaat u hier héél wat overeenkomsten vinden.

Dungeon of Fortune speelt zich af in dezelfde wereld als Dungeon roll, het artwork is identiek en alle symbolen die je op de dobbelstenen terugvond, zie je nu op fiches verschijnen. Ook nu weer ga je jouw geluk beproeven in de diepe kerkers waar gedrochten je het leven zuur proberen te maken. De meest moedige speler die de diepste schatten opdelft, zal aan het langste eind trekken en het spel winnen. Maar pas vooral op voor de draak!

In het doosje vind je : meer dan 100 gezelschaps/ervaringsfiches, 80 kerkerkaarten, 96 buitfiches, 12 niveaufiches en 12 karakterborden.

Elke speler kiest één van deze 12 verschillende karakterkaarten. Elke kaart levert je een verschillend gezelschap op waarmee je het spel begint en daarnaast een speciale eigenschap die je tijdens het spel kan gebruiken. De speelervaring zal dus telkens een beetje anders zijn als je met een ander karakter aan de slag gaat. Je plaatst een niveaumarker op de eerste plaatsen van het kerkerniveau en het karakterniveau. Tenslotte krijgt elke speler alvast het afgebeelde gezelschap aan fiches dat op z’n karakterbord staat afgebeeld.

Er worden een aantal buitfiches uit het spel genomen, afhankelijk van het aantal spelers. De resterende worden gedekt geschud en klaargelegd. De kerkerkaarten worden geschud en in het midden van de tafel gelegd. De moedigste speler wordt als startspeler verkozen.

Het spel bestaat uit diverse ronden, die opgravingen worden genoemd. Tijdens elke opgraving spelen de spelers om beurten tot elke speler z’n schatten heeft geborgen of is moeten vluchten. Tijdens je beurt ga je steeds kiezen of je verder gaat delven of dat je jouw schatten gaat opbergen.

Indien je gaat delven trek je de bovenste kerkerkaart en leg je ze voor je neer.  Je moet de afgebeelde gevaren het hoofd gaan bieden. Er zijn drie types van kaarten : kerker-, draken- en steelkaarten.
De kerkerkaarten tonen vijf rijen die overeenkomen met de kerkerniveaus op je karakterbord. Je moet enkel kijken naar de rij van het niveau waarin jij je op dat moment bevindt. Elke rij toont een combinatie van monsters en schatten. Om de monsters te verslaan moet je de gevraagde compagnons uit je gezelschap opofferen, draai deze fiche om naar z’n ervaringskant (1 punt) en laat het voorlopig nog bij je gezelschap liggen. Indien je de monsters niet de baas kan, moet je vluchten (later meer). Er zijn ook twee types schatten : buit en kisten. Indien er op de kerkerkaart een buit staat afgebeeld, neem je een buitfiche en leg je deze gedekt op de buidel op je karakterbord. Kisten moeten opengemaakt worden door één van je compagnons te gebruiken. Als je dit doet, neem je wederom een buitfiche en leg je deze gedekt op de buidel op je karakterbord. De gebruikte compagnon wordt terzijde gelegd en is niet meer beschikbaar deze ronde, maar je krijgt geen ervaringspunten voor het openen van een schatkist.

Stoot je op een drakenkaart dan heeft dit andere gevolgen. De eerste en twee drakenkaart gaan nog gewoon zonder gevolgen voorbij, maar eens een derde drakenkaart voor je komt te liggen, moet je de draak bekampen of vluchten. Een draak vraagt 3 compagnons om hem te verslaan. Elke draak heeft echter ook een zwakke plek en heeft één soort compagnon dat hem makkelijker de baas kan. In dit geval ga je naast deze compagnon nog maar één andere moeten spelen. Alle gebruikte compagnons worden omgezet in ervaring. Als je een draak verslaat, worden de kaarten afgelegd en neem je 2 buitfiches die je op de buidel legt.

Trek je een steelkaart tenslotte, dan mag  je één buitfiche bij een tegenspeler wegnemen en deze, zonder te bekijken, op jouw buidel leggen.

Sommige kaarten hebben ook een perkamentsymbooltje. Indien je een zulk een kaart voor je hebt liggen, mag je deze altijd afleggen als je een kaart trekt die je niet wil bekampen. Je moet daarna wel een andere kaart trekken.

Indien je tijdens je avontuur moet vluchten, laat je alle buitfiches en ervaring van deze ronde achter en blijf je met lege handen achter. Eens gevlucht neem je niet meer deel aan deze ronde.

In plaats van een kaart te trekken en dieper in de kerkers te gaan, kan je er ook voor opteren om je buit op te bergen. Je stapt dan vrijwillig uit de lopende ronde en legt al je verworven buitfiches in je rugzak (daar zijn ze veilig voor de rest van het spel). Alle verworven ervaring wordt in het hiervoor voorziene vak gelegd en kan nu worden omgezet in een hoger karakterniveau. Pas ook je gezelschap aan als je een hoger niveau bereikt zoals aangegeven op je karakterbord. Als je niveau 5 bereikt, krijg je overigens nog een unieke eigenschap. Tenslotte kijk je hoeveel “trap”symbolen er op de kaarten staan die voor je liggen en pas je ook het kerkerniveau desbetreffend aan. (je kan echter max. 1 niveau per ronde zakken).

Ben jij de laatste, moedige speler die nog in een ronde aanwezig is, krijg je een bonus van 2 buitfiches om toe te voegen aan je rugzak. Deze speler wordt ook de startspeler in de volgende ronde. Elke speler vult z’n gezelschap terug aan overeenkomstig z’n karakterniveau.

Het gezelschap :

- tovenaar : kan één willekeurig monster verslaan OF alle slijmmonster (ooze) OF kan een schatkist openen
- vechter : kan één willekeurig monster verslaan OF alle goblins OF kan een schatkist openen
- priester : kan één willekeurig monster verslaan OF alle skeletten OF kan een schatkist openen
- dief : kan één willekeurig monster verslaan OF alle schatkisten openen
- kampioen : kan alle monsters van één soort verslaan OF alle schatkisten openen

Wanneer de laatste buitfiche uit de voorraad is genomen, eindigt het spel onmiddellijk. Alle spelers draaien nu hun verzamelde buitfiches open. De meeste leveren gewoon 1,2 of 3 punten op. Sommige tonen echter edelstenen, deze leveren je één punt op per desbetreffende edelsteen in je voorraad. Alle ervaringspunten zijn ook nog punten waard. De speler met de meeste punten wint!

Titel : Dungeon of Fortune
Auteur : Ken Gruhl & Quentin Weir
Uitgeverij : TMG
Aantal spelers : 2-6
Speelduur : 30 min.
Leeftijd : 8+