Ontspannen was haar dag gestart.
Ze voelde zich goed, gelukkig, blij gemutst.
Ze had een afspraak, of liever, ze had er twee.
De ene was er een van lichamelijke gezondheid.
Een jaar voordien werd ze verlost van een pijnlijk, nutteloos stuk.
De pijn was wel teruggekomen, wat eigenlijk niet kon.
Ze maakte er dan ook niet echt een punt van, voelde zich kiplekker.
Ze zou het enkel melden.
De tweede afspraak was op dezelfde locatie,
maar dan wel eentje van rust en steun en zoveel meer,
met haar steeds aanwezige beste vriend, haar zielsverwant.
Om 9 uur vertrok ze en toen pas werd ze aangepakt door zenuwen,
had file overal, stond stil voor elk rood licht dat ze kon tegenkomen.
Ze wou er zijn, wou alles snel achter de rug hebben, zodat ze kon genieten
van wat zich aankondigde als een prachtige dag.
Eindelijk was ze er. Hij kwam haar tegemoet, een lach, een blik, een knuffel
en een zoen.
Weg zenuwen...
Het inschrijven ging vlot. De wachtzaal, dicht bij mekaar, genietend van het praten,
tot de muziek haar veel te luid werd.
Ze had beweging nodig, een plaats waar het iets stiller was.
Ze kreeg het warm en werd gestoord door een opkomende hoofdpijn.
Hij paste de muziek aan, een soort dat hen deed lachen omwille van de vroomheid.
Het was aan haar.
Gezwind stapte ze binnen, kreeg vragen voorgeschoteld, gaf informatie door,
werd doorgelicht, aanhoorde het verdict dat ze wou horen : 100% OK.
Maar
Ze had het kunnen weten, eenmaal een evenwicht gevonden,
wordt dit zonder pardon verstoord.
Haar blijdschap sloeg om in ontgoocheling.
Ze moest een afspraak maken, een CT-scan, om alles uit te sluiten.
Met papier en glimlach ging ze buiten, tien stappen verder was ze boos.
Zou ze nu nooit eens, al was het maar een tijdje, rust krijgen in haar leven?
Opstandig was ze. Ze wou geen nieuwe afspraak,
nog minder een CT-scan van haar buik, geschoven in een tunnel!
Er knakte iets in haar. Ze wou hier weg, naar buiten,
ze wou wat frisse verse lucht inademen.
Hij leidde haar tot daar, tot aan die groene bank, in de zalige zon.
Zo lief als hij was, stak hij voor haar een sigaret op,
al had hij zelf het roken opgegeven.
Steeds wist hij hoe haar op te vangen.
Hij liet haar even doen tot ze bedaarde en hem vertelde wat ze voelde.
Niet de angst voor het onderzoek, wel het feit dat ze geen onderzoek meer wou.
Ze was de ziekenhuizen beu, had het gevoel dat ze de laatste jaren
niets anders meer gedaan had, waardoor ze telkens weer geconfronteerd werd
met herinnering en beelden van pijn, verdriet.
Ze was het allemaal zo moe.
Hij liet haar, zoals steeds, vertellen. Hij luisterde, zoals hij altijd deed,
bekommerd om haar innerlijk gevoel, haar steunend zoals steeds.
Hij begreep haar want hij voelde haar.
Hij zei haar : maak gewoon die afspraak, nadien kan je beslissen of je verder
gaat. Het ongewisse zal je blijven volgen. Naarmate de pijnfrequentie toeneemt,
zal ook het ongewisse groeien in je hoofd.
Ze wist dat hij gelijk had, want ze vertrouwde hem
zoals ze nooit eerder vertrouwde.
En samen gingen ze weer binnen, de afspraak werd geregeld.
Ze werd een week later weer verwacht.
De rest van de dag hebben ze genoten, samen, van de mooie dingen,
de rust en het geven aan mekaar.
Ze vertrouwt hem, ziet hem graag.
30-09-2012 om 00:00
geschreven door Fieke
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
Categorie :Zij