Ik heb vertrouwensproblemen
Geen kleine, maar grote
serieuze vertrouwensproblemen. Ik heb ze in die mate dat ik eigenlijk enkel
mensen vertrouw die ik al ontzettend lang en goed ken of mensen die gewoon
rottig doen tegen mij. Die eerste vertrouw ik omdat ze eerlijk en direct zijn,
ze weten dat zoiets kan bij mij, die laatste omdat iemand meestal alleen rottig
doet als hij of zij echt zo is. Alle andere mensen vertrouw ik niet of amper.
Alhoewel, dat is niet helemaal correct. Het zijn eigenlijk enkel mannen die ik
niet vertrouw.
Misschien trek ik gewoon het verkeerde soort mannen aan. Het
soort dat bereid is om heel ver te gaan om je in bed te krijgen of naakt. Het
soort dat bereid is om wekenlang lief te zijn, berichten te sturen en je zelfs
te vragen om een relatie met hen te hebben om je dan als een baksteen te laten
vallen. En dat is dan echt letterlijk te nemen. Dit zijn het soort mannen dat
gewoon niets meer van zich laat horen en nergens meer op reageert.
Ik begrijp niet dat zon mensen bestaan en hoe ze zou kunnen
zijn. Dat ze de moeite nemen je te leren kennen, weten hoe kwetsbaar je bent en
integer, hoe eenvoudig te breken. Dat ze exact weten hoe je te overtuigen dat
ze anders zijn, wetende wat ze gaan doen, en dat ze dan toch besluiten om
zichzelf te zijn. Dat ze niet het punt bereiken waarop ze beseffen dat ze
zoiets niet kunnen maken bij jou. Dat je zoiets niet verdient en dat het gewoon
fundamenteel fout is.
Ik zie wat goed is in mensen, maar ik heb het er steeds
moeilijker mee. Steeds vaker betrap ik mezelf op achterdocht, op een
automatische aanname dat iemand toch weer hetzelfde is. Ik ben niet bitter,
niet gesloten, niet eens venijnig of haatdragend, maar ik heb wel
vertrouwensproblemen. En toch blijf ik keer op keer mensen kansen geven,
probeer ik ze te begrijpen, te doorgronden en te bereiken. Wil ik weten wat hen
drijft, wat maakt dat ze zo zijn. Mocht iemand hun zus of dochter zo
behandelen, ze zouden gek worden van woede, maar blijkbaar vinden ze het wel ok
wanneer zij diegenen zijn die op die manier met mensen omgaan.
Ik schrijf hen aan wanneer ik bemerk hoe ze in elkaar
zitten. Je kunt er prat op gaan dat ze dan van de aardbol verdwijnen, overtuigd
zijn dat je hen iets aandoet wanneer ze zouden reageren. Of dat ze het gewoon
naast zich neerleggen en op zoek gaan naar een volgend slachtoffer, hoewel ik
mezelf liever niet in die rol zie. Ik hoop hen te bereiken in hun ziel, hen te
laten beseffen wat ze anderen aandoen, maar ik betwijfel of het nut heeft. Wie
zo vol is van zichzelf, heeft geen ruimte om een ander te zien zoals die
werkelijk is. Laat staan om empathie te krijgen voor een ander zijn of haar
gevoelens.
En heel af en toe blijkt iemand anders te zijn, kan iemand
mij verbazen. Dat wil niet zeggen dat ik die dadelijk mijn vertrouwen zal
schenken. Zelfs al mocht ik dat willen, ik zou het niet kunnen. Maar ik geef
wel mijn aandacht en mijn tijd. Ik doe wel de moeite om openheid te creëren en
te luisteren naar wat iemand te vertellen heeft. Want nog steeds geloof ik dat
mensen niet slecht zijn. Ik denk dat ze handelen vanuit onwetendheid,
onzekerheid of gekwetstheid. Het zijn meestal de mensen die zelf het meest
hebben afgezien die dat later bij anderen doen.
En dat is wat ik zeker niet wil worden, iemand die anderen
pijn doet als weerwraak op zoveel verkeerde mannen die mijn leven in en
uitgewandeld zijn. Het is fout om dat te doen. Niemand leert er wat mee, je
zorgt er hooguit voor dat nog meer mensen vanuit pijn gaan handelen. En
verdriet is snel voorbij, wat je mist is uiteindelijk de illusie van wie iemand
had kunnen zijn en niet van wie iemand in werkelijkheid is. Maar het gemis is
wel even echt en hard. Je kunt niet missen wat je niet kent, maar wel wat nooit
heeft bestaan. Althans, als jij het als echt ervaren hebt.
En voor diegenen die de moeite hebben genomen om tot het
einde te lezen, voel je niet dadelijk aangesproken, tenzij je echt zo bent.
Misschien wordt het dan tijd om eens een blik in de spiegel te werpen en jezelf
af te vragen wat je ziet. Het is nooit te laat om eerlijk te zijn tegen mensen
en schade ongedaan te maken. Ik zou nooit kwaad zijn op iemand als die mij zegt
dat die fout gehandeld heeft tegenover mij. In tegendeel, ik zou moeiteloos een
nieuwe kans geven. Ik ben enkel kwaad op diegenen die een leegte achterlaten en
iets meenemen dat hen niet toebehoort, een stuk van wie je was, van je
zorgeloosheid, van je ziel.
|