De storm jaagt wolken zand en schuim over het strand. Je rug gebalde weerstand recht je hoge kraag. Ik ken jouw wens:
altijd een zondag als vandaag, zo'n zweepslag in de mist van dit verwaterd
land.
Ik? Hoor Sibelius, een verre achtergrond, zie door het raam het
wuiven van mijn liefste boom. Het huis een warme haven voor intens
gedroom, glas binnen handbereik, pantoffels en de hond.
Zo leeft elkeen
op zondagen zijn kleine wens. Hoewel er in de schriften staat dat God die
dag tevreden zijn gedane werken overzag, denk ik dat Hij op 't laatst nog
even tot de mens
gesproken heeft: bekijk en kies, want alles mag. Dat
deelden wij, die avond na de rijke dag.
*idee en eerste versregel zijn van Joop Komen, waarvoor dank.
Categorie:Sonnetten
Gemis
ik weet niet van waaruit ik schrijf vanuit mijn
hart mijn maag mijn darmen vanuit de kriebel in mijn armen het stormen in
mijn helse lijf
of schrijf ik om het woord te leggen geheel gespreid
gestreeld gekozen een maagdeke dat ligt te blozen om wat het zich zichzelf
hoort zeggen
welneen, ik schrijf vanuit mijn ogen als orfeus die
verloren zingt nadat hij omkeek, omkeek mens!
naar haar die op de
teerste vliezen genadeloos - in één moment de tijd gebald - werd
uitgeprent
Categorie:Op rijm gezet
De terugkeer
Ze keek tot hij verdween in haar pupillen, de leegten die
haar doodgeboren droom naar binnen zogen in die dunne schroom, bij alles
wat ze ooit had durven willen
en dat haar stom ontglipte. Dat
fantoom- verdriet in kelen die niet kunnen gillen een onbestemde honger
moeten stillen: de wortelresten, de gevelde boom.
Maar door de tunnel,
achter zwarte gaten, ziet zij een nooit gedachte lente aan: zijn kind, zijn
naam, hij heeft haar niet verlaten.
Ze weet het nu, ze zal zijn wegen
gaan. Het spoor dat hij haar stervend heeft gelaten blijft in de welving
van haar voeten staan.
*in samenwerking met en naar een idee van Joop
Komen
Categorie:Sonnetten
Meeting
[de spreker stapt op de trede]
Behorend tot de
minderheden verhef ik thans mijn stem! We hebben nu genoeg geleden zeg
ik nogmaals met klem.
De haringen zijn uitgedeeld, en zie ons hier nu
staan! De een te veel, de and're niets om mee naar huis te
gaan!
Wie weet waar zijn zij heengegaan, die alte kameraden één
meldde zich al dood, morsdood!!
Want zonder haring, minstens
drie, wordt niemand hier nog groot!
[gaat af]
*levendige herinnering
aan de korte maar bruisende 'sterretjes'-tijd op Schrijf.Net, een initiatief van Gerard Dupree, die, samen met een onbekende jury, 'talentvolle dichters' met één tot drie *-retjes beloonde. Er was gemor, te voorzien, maar er roerde tenminste wat!
Categorie:Waar is de tijd
Laat mij
laat mij niet langer weten wat ik weet van
woorden de gestelde wetten leg mij geen kaarten voor waarop de weg met
naam geschreven staat en het waarheen
zeg niet dit is zeg
niets ik luister niet ik kijk veel liever weg tot is ontbloot wat
mij nooit eerder werd getoond
geschoond misschien zal ik dat kunnen
zeggen waar ik zwijg
Categorie:Dichten & zo
Perelieren
Op Schrijf.Net organiseerden Hubert Voorhoeve en Jeanine Hoedemakers een wedstrijd:
"Schrijf een gedicht
over een of de PEER."
De debuutbundel van Danny Degenaar
"Eternelle lust geen bollen" werd ingezet als prijs.
Ik
noemde mij voor die gelegenheid Popote, en won de bundel met onderstaand
vers:
Gezellig perelieren
kom hier, jij
beurzeken vol sap jij malse venusdochter uit de verre bongerds van
mijn jeugd
je bent niet recht je bent niet krom je hebt geen
stekels of geen bolster je valt niet om gelijk een pruim
je zit
waar ik je zet. we kunnen dagen perelieren jij en ik, totdat je mij
verleidt het water langs mijn tanden loopt
wat mij genoopt te
bijten in je buik je kruikje van genietingen verzadigd
beet adam
in een appel? wat een grap!
uit: De keuken van
Popote
Ik had het gedichtje in 't Vlaams willen schrijven, dat vond
ik veel sappiger klinken, maar ik zou me daardoor te snel verraden
hebben tussen al de Nederlanders op deze .nl-site.
Hier dan:
Gezellig perelieren
kom hier, gij
beurzeken vol sap gij malse venusdochter uit de verre bongerds van
mijn jeugd
ge zijt niet recht ge zijt niet krom ge'n hebt geen
stekels of geen bolster ge rolt niet weg gelijk een pruim
ge zit
waar ik u zet. we kunnen dagen perelieren gij en ik, totdat ge mij
verleidt het water langs mijn tanden loopt
wat mij genoopt te
bijten in uw buik dat kruikje van genietingen verzadigd
beet
adam in een appel? wat een grap!.
Categorie:Waar is de tijd
Dichterbij
ik moest maar eens wat minder dichten zei de
dichter tegen zijn vrouw die naast hem stond en muffins bakte in de vormen van
papier waarop hij verzen schreef daar hij haar nog niet elders had zien
staan dan in zijn dompig brein waarin ze rook naar ambrozijn en koeler
maan verbaasd keek zij hem aan
legde
de vaatdoek in zijn handen toonde hem de weg de waarheid en het leven
dat hij met beide handen greep in schuimend sop de kommen en de koppen
van de menger klopper kneder en hoe hij nu wist dat zij niet langer geurde áls maar
echt een ovenwarme muffin was en hij volmondig at van haar
Categorie:Dichten & zo
Life sucks
op honger drijven wij gezellen naar de overkant
er
vaart een boot voorbij een dwaze vlag gebaart de oorlog is
gedaan een dode jongen gooit zijn lichaam overboord
de kapitien in
polychroom staat twee minuten uit de wind
wij vreten
gulzig zingen zelfs en zinken
Categorie:Korte verzen
Boegbeeld
de kleine kromgegroeide vrouw die
ik eerst grijs zag staan als leunde ze tegen de even grijze golven
aan die achter haar op witte regels een oneindig voortbewegen
schreven
zij stond zo stil
of toch niet want heel even heel
langzaam wiegde ze haar smalle schouders, haar getaand gelaat toonde
die glimlach die ik niet noemen kan
ze was niet grijs
verholen
kleuren lichtten op oud-rood een zindering van zijde een toets van
goud nog zichtbaar bij haar hals en vele blauwen in het
ogenschijnlijk vale van haar jas
een boegbeeld zag ik
dat ooit
gesneden uit nog te jong nog bijna bloeiend hout nu oud verweerd maar waardig voorwaardelijk de boot blijft sieren
Categorie:Over mensen
Het dagje wel
hijs de vlag de Friesche Vlag strooi
Completa in Moccona Petit Déjeuner van Lu pak de dag met
Compactuna Polifila in de scheuren Piwel staalwol schuurpapieren Levis
Mur Fluid Injection heksentoeren Sadolin Rubson Trimetal Satijn aan de
uitgestreken wanden
Fix & Finish schuur je handen zet de ladders
aan de kant plof en lees
de ochtendkrant
Categorie:Over dingen
Kleding-ketens
Ze zou 't klassieke pakje niet meer dragen. Het knelde, werd wat sleets na
zoveel jaar. Zo! Met een triompfantelijk gebaar trok zij het uit en stelde
zich geen vragen.
In blits-moderne snit wou ze behagen: gedurfd, uniek,
o noem het gerust raar! En nieuw van top tot teen tot in d'r haar: aan
rode piekjes wou ze zich ook wagen.
In trendy look trad zij in 't
openbaar. Men bracht meteen de handen op elkaar. Een groot succes!
Aanbidders! Hoe conform
het kledingstuk nauw aansloot op zijn doel. Ze
pronkte, praalde in haar zelfgevoel, maar eer ze 't wist was zij... in
uniform.
*in samenspraak met en naar een idee van Joop Komen
Categorie:Sonnetten
Een bloemetje
o -o°O°o- °°O°° | | | ik kies die morgen voor je uit een hele
mooie kijk de zon loopt al ontbloot langs het gordijn we zijn voor
haar niet ver verwijderd van elkaar we liggen samen in haar oog te
slapen nog ze schuift geluidloos langs de schakelaars vult kamers met haar
licht van blauw naar rozerood-oranje tot een dag we kunnen onze
ogen sluiten droevig zijn en weifelen we doen het niet
*een
bloemetje voor J., toen jarig en wat ziekjes... - 25 april 2004
Categorie:Lichtjes typo
Zomerjeremiade
klamme dagen kleven op de nachten en
versmachten ze met laat lawaai
straten zwaar van oude
warmte in de gevelstenen opgesloten wijl de wind lamlendig ligt te
staken
open ramen lokken zelfs geen speeltjes uit met glasgordijnen en
het kleine anders o zo fris en kittel-lachend windorgeltje hangt er roerloos bij als dood
ik
zucht de woorden briesje... koelte... god,
waarom
verlaat gij mij
Categorie:SeiZoenen
Van de hitte
de straten stinken ingedikte hitte gist in de
cloaca van mijn stad
belegen zweet de tijd uit gore roosters goten
garen vuiligheid die niet verwaait niet eens met blikjes vrolijk meer de
nacht in danst of ritselt langs de gevel vriendelijk nog even navertelt
over hoe goed
de ijsco was
de dag blijft aan de avond kleven al
ligt de zon nu als een rijpe bes achter de huizen, zijn de schaduwen
gewist, de stenen houden al haar warmte binnen langzaam langzaam gaar
ik tussen lakentjes
van bladerdeeg
Categorie:SeiZoenen
Zonneslag
laat mij linnen hemelbogen spannen over
alle torens van mijn stad
zie de schepen binnenvaren porseleinen
uit Limoges op de langgerekte tafels
zachte leren van de
meesters uit Cordoba over stoelen lichte eiken
uit de wouden waar
het lommer heel een zomerlang blijft hangen
roep de donkere
zigeuners hun violen en hun ongeschoren bloed
blozend toont Babette
de wijnen terwijl Christo achter sari's
stenen eilanden
verbergt
Categorie:SeiZoenen
Zotte zomer
'hebban olla vogala nestas
hagunnan hinase hic anda thu...'
de bomen o bomende
waaiende bomen de bomen uit waaibomenhout
ze staan op hun dooie gemakje de
dromen te rooien in 't zonneveldwoud
het blauw te herkauwen van zuchtende
luchten de waters van klaterend goud
die komen hun wortelgestellen
bevruchten besluipen tot hoog in hun kruin
de takken waar vogelen
vedelend nestas hagannan aan de bazuin
van de engel de aap o!
calyptuslied het zingt en het klingt allemaal
hinase hic anda de
valkparkiet die stierf in een ander verhaal
Categorie:SeiZoenen
De belofte
ik zou zo graag eens in je auto rijden zei Daantje die
al op zijn sterfbed lag. toen ze de holten rond zijn ogen zag en wist: hij
is zijn dood aan't voorbereiden,
vertroostte ze: komt heus nog wel een
dag dat ik je bij je arm zal begeleiden dan kan je met me mee een ritje
rijden zodra je even uit je bedje mag...
mijnheer op kamer zes is
overleden. ze keek naar hem en dacht: we doen het, Daan en klampte op
de gang een zuster aan
ze heeft haar auto voor de deur gereden, en in
de witte stilte van die nacht is hij naar 't mortuarium
gebracht.
*Opgedragen aan Yvonne, beste vriendin en verpleegster op rust, want haar waar
gebeurd verhaal uit een kleine kliniek, anno 1950-55 ongeveer.
Categorie:Sonnetten
Breekpunt
hij weet geen wijsjes meer ineen te flansen kan niet meer draaien voor z'n
daaglijks brood. het aapje op het orgeltje is dood bezweken aan het al te
gekke dansen
en aan het bedelen, het rokje rood van schaamte, aan het
knagende verlangen als vroeger in een speelse boom te hangen van alle
tinkelbelletjes ontbloot.
hij leeft, maar weet zich nu met alle
ogen die hij uiteindelijk begrepen heeft geen raad. zijn allermooiste
mededogen
zit diep in 't lijf, dat bang benepen leeft de huid te dun
en tranen die niet drogen een hart dat breekbaar in zijn handen beeft
Categorie:Sonnetten
Alluretje
Kan het zijn dat de man die
sonnetjes bakt dat die jambische hersentjes heeft? Dat ie 's morgens zijn
das met een jambische knoop al een jambisch alluretje geeft?
Dat ie
machteloos lonkt naar de anapest, het orakel dat over de kloof van de
tweebeners hups op een driepikkel zit en verlekkerd is op het
geloof
in het rime het rijm en de metrumpijn, in de dans van de
ooi-ievaar Ach ik weet het niet eens, ik beweer het ook niet wat ik stel
is een vraagje zomaar
Categorie:Dichten & zo
Een eind weegs
ik weet nog: het was bijna nacht waar
ik stond de auto's als haastige beesten met ogen te dicht bij de
grond, de weg met aan 't einde de warmte, het nest
ik hoopte niet
meer
ik ging achteruit en de wenk 'neem me mee' had eerder het
lome van wuiven naar niets want jou had ik niet meer
verwacht.
je zat hoog en je tilde mijn tas
er was koffie, dat
eerst, zei je want ik ben moe wil je praten, de hele tijd door, wil je
dat? ik móet niet meer ver...
maar ik hoorde: ik kán niet... ik
praatte op leven of dood
*geschreven n.a.v. "autostop" met een vrachtwagenchauffeur die écht voortdurend in slaap dreigde te vallen. Een beetje (?!)bang was ik wel...