Alles voor 't plezier van 't schrijven
reactieversjes op
-de zich 'objectief'
noemende dichters en recensenten -de maniakale woordverkrachters -de
vrijdenkende anti-sonnettirannen -de magerzuchtigen -de uitvinders van de
naamwoordvervoeging en het jejijen -de scouts-op-zondag-van-de-straat -de
veelplempers -enzovoort
testcase
de dichterkens op 't
wereldwijdeweb ze lurken aan de tijd al bakkeleiend als mottenballen
tantes pinkhoog vleiend elkanders en een anders holle kweb
een enkel
keertje zinken heel omzichtig hun afgeroomde ogen in het dik ze schrikken
dan en murmelen doorzichtig: ik vind, nou ja, ik meen, maar wie ben
ik?
eens thuisgekomen schoppen ze hun toffels niet onder stoel of bank
maar door de ruit en trekken zij hun stoute schoenen aan
dan gaan ze
anoniem en zonder moffels -hoe tegendraads dit hier ook staat te staan- zo
dagen zij de rauwe waarheid uit
eigen weurden
zeer langwerpig slingerapen zich de miksoepweurden van het grootste naar het kleiner grut der blaters aan de dunharige draden van
het winternet
bakelei een koekoeksklok van eigen deeg hoor hoor hoe
aborigineel ze interapig in de potten slepelen want eigen weurden eerst en
wie niet meedoet
is een vlieger voor de klater van hun
zelfrijzende zandtaarten de staart onwederroepelijk
verkleefd vercollageend in saamgeraapsel niets staat nog
apart de
eigeneerstigheid blendeert ogen oren mond we eten wortelkool en preibes
peerknollen met zie naast appelsaus en kelen onze slikken
in
vrij moet
en kent er iemand nou een fijner
nummer dan stappen op de maat van het sonnet de slenterende straat een
neus gezet met hakken op de klinkers als een drummer
en tussentoontjes
fluiten voor de pret tot ergernis van menig scheve hummer die zwalkt van
hot naar her of nog de hm'er de laaggebrilde hooggeneusde wet
die jou
in vrijheids naam een voetje licht de prei de selder alles voor je soep de
krant de mug de olifant een troep
van dingen die je liefhebt op de
stoep en niemand hoort je stomverbaasde roep je reutel in jouw ongelikt
gedicht
minimalisme
de gezette gesettelde dichter
schrijft
ik zit op waarop? de gezette dichter hoort zijn zwaar te
dragen lezer lichtjes denken
schrapt op weegt voeg ik iets
toe? schrapt ik
zitten
zit
door De Gezette
Dichter uit: "Het Niets"
de gezette dichter is
tevreden een geur van puur humaan geluk omkrult zijn zinnen nadat
hij als poogde hij om op te staan een bil verheft
vanuit het
centrum vult de periferie zich met vlucht de vleugels van zijn
neus verwijden fijner nu geniet hij zich een zelf
vertoevend in een
geur van onderbuiks geluk snuift hij de geest
je nept me
nipt
je tippelt steels mijn ogen je horizont mijn zicht je
wil mij mede dogen je valst mijn ochtendlicht
je nept me nipt. de
stilte kamert rondom ons bed dat davert van de bilte je zweet je handen
wet
ik boxershort mijn delen maar jij behaat geen moer je deurt in
ambergelen je draait en baadt me loer
nooit zal ik nog bebillen een
blauwe pelikaan ik rood mij nu ik shirt me ik trek mijn schamen
aan
doeternietoe hoehoe
allez hup et on y
va! geen gedoe geen tralala dichies aan ballonnetjes
waaien boven
festivals hippig hopt een nieuwe wals boven bier in tonnetjes
en
wie wet ons en wat let ons poëzie? is blablabla maar zo'n festi! vals
of... zeg maar dat brengt centjes in de la
Categorie:Waar is de tijd
|