Wat doe ik mezelf toch aan?
Angst, paniek, fobie, depressie, verdriet, woede

Zelfhulpgroep voor mensen met faalangst, sociale angst, agorafobie, straatvrees, hoogtevrees, claustrofobie, angst om te blozen, angst om te zweten, angst om te trillen, angst om te slikken, angst om te spreken, angst om te stotteren, angst voor slangen, angst voor bijen, angst voor spinnen, angst voor muizen, angst voor honden, angst voor katten, angst voor de dood, mensen die lijden aan hypochondrie, mensen die lijden aan hyperventilatie, mensen die lijden aan smetvrees, mensen die lijden aan paniek, mensen die lijden aan paniekaanvallen, gegeneraliseerde of algemene angststoornis.

In deze pagina's heb ik een vooruitgave van mijn boek over "negatieve gevoelens" on-line geplaatst. Het is nog niet helemaal af.
Ik doe mijn best om regelmatig het vervolg te schrijven en te publiceren.
Klik alsjebief de GoogleAds als kleine financiële ondersteuning.

Foto

Over mijzelf

Mijn naam is Genis.  Ik heb een praktijk in Antwerpen waar ik hypnotherapie, regressie- en reïncarnatietherapie toepas.  Mijn hobby's zijn : bewustwording, innerlijke vrede en mensen helpen op hun pad naar heelwording.
Wie ben ik? Ik ben net zoals jij, een geest die in een lichaam zit, een geest die in zijn menselijke gedaante probeert uit te vissen wat hij op deze aarde eigenlijk komt doen. Voor een groot deel heb ik het antwoord hierop al gevonden: leven, zijn, liefde en helen.
Beoordeel dit blog
  Zeer goed
  Goed
  Voldoende
  Nog wat bijwerken
  Nog veel werk aan
 
Blog als favoriet !
Google

De Zoektocht

 Al duizenden jaren zijn mensen spiritueel zoekend en voor velen is het een zoeken gebleven.
Alleen hebben er enkelen, verdwaald in een woestijn, hun zoektocht moeten loslaten en zijn daardoor tot inzicht kunnen komen.

François Rönne


DOOD
(De Witte Heks, 13 jaar)

Dood gaan, dood gaan is niet eng.
Voor dood gaan ben ik niet bang, het leven duurt al zo lang.
Dood gaan is makkelijk, dood gaan is fijn,
maar je doet het niet voor de gein.
Je gaat pas dood als je klaar bent met leven,
als je gedaan hebt waarvoor je gekomen bent.
Dan slaap je wel 100 jaren
en word je als Doornroosje weer wakker.
Dan ga je weer,
langs een zilveren koord naar beneden
en je ligt in je wieg.
Dat is lang geleden.
Je begint te huilen,
waarom moest ik nou wakker worden,
waarom ben ik terug ?
Dat merk je later wel.

Ik hou van het leven.
Maar toch ben ik altijd klaar om dood te gaan.

Nawoord :
Ik moet nog heel veel leren
en ik zal ook altijd blijven leren.
Ik hoop dat jullie ook altijd mogen blijven leren.
Maar ik kom er wel,
al ben ik nog niet ver.

Gebed van een klein meisje

”Lieve God,
maak de slechte mensen goed
en de goede lief.”

God said No...
(Author Unknown)

I asked God to take away my pain.
God said, No.
It is not for me to take away, but for you to give it up.

I asked God to make my handicapped child whole.
God said, No.
Her spirit was whole, her body was only temporary.

I asked God to grant me patience.
God said, No.
Patience is a by-product of tribulations; it isn't granted, it is earned.

I asked God to give me happiness.
God said, No.
I give you blessings. Happiness is up to you.

I asked God to spare me pain.
God said, No.
Suffering draws you apart from worldly cares and brings you closer to me.

I asked God to make my spirit grow.
God said, No.
You must grow on your own, but I will prune you to make you fruitful.

I asked God for all things that I might enjoy life.
God said, No.
I will give you life so that you may enjoy all things.

I asked God to help me love others, as much as he loves me.
God said...
Ahhhh, finally you have the idea.

Iedereen zou beter
in de eerste plaats proberen zijn eigen aard te verbeteren,
daarna pas die van anderen.

(Geplukt uit De Druivelaar)


Uit de Goudkorrel
(Valeer Deschacht)

De dagen kunnen grijs
en zelfs heel donker zijn.

We kijken te veel
naar wat ons tegengaat,
naar de teleurstellingen
die onze verwachtingen doorkruisen
en naar wat niet heeft mogen zijn.

Te weinig zien we
wat we zomaar krijgen:
de gave van het leven,
de trouw van vrienden
die ons niet in de steek laten
en met wie we de uitdagingen van het leven
aandurven.

Te weinig zien we
wat we zelf mogen geven:
de aandacht voor anderen
die ons laat ervaren:
“Ik heb niet vergeefs geleefd.”


Leven en sterven is één
(Inayat Khan)

Treur niet over de dood van uw geliefde.
Roep de reiziger niet terug die op reis is naar zijn bestemming,
want gij weet niet wat hij zoekt,
gij zijt van de aarde, maar hij is nu van de hemel.
Door over de dood van hem te wenen,
bedroeft gij de ziel van hem, die niet op aarde terug kan keren;
doch door naar gemeenschap met hem te verlangen,
kunt gij hem niets anders dan hinderen.
Hij is gelukkig in de plaats, waar hij is aangeland.
Het verlangen naar hem toe te gaan, helpt hem niet ;
uw levensdoel houdt u nog op aarde.
Geen schepsel dat ooit geboren is,
heeft in werkelijkheid ooit aan een ander behoord.
Iedere ziel is de geliefde van God.
Heeft God niet lief, zoals wij mensen dat niet kunnen ?
De dood daarom doet niet anders dan de mens met God verenigen.
Want aan wie de ziel in waarheid toebehoort,
aan hem keert zij vroeger of later terug.
Waarlijk achter de sluier van de dood, is een leven verbonden
dat het begrip van de mens op aarde te boven gaat.
Indien gij de vrijheid van die wereld kende en wist
hoe de bedroefde harten van hun lasten worden bevrijd.
Indien gij wist hoe de zieken daar worden genezen
en wonden worden geheeld ;
indien gij de vrijheid kende en begreep, die de ziel ervaart naarmate zij zich van dit aardse leven van begrenzingen verwijdert,
gij zoudt niet meer treuren over hen, die zijn heengegaan, maar bidden voor het geluk en de vrede van deze ziel
op zijn verdere reis.


Google
24-07-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.5. Interne oorzaken van angst
Klik op de afbeelding om de link te volgen

    5. Interne oorzaken van angst




Hoewel de externe oorzaken ertoe leiden dat we angstig worden, kunnen we daar toch weinig of niets aan veranderen.  Waar we wel iets kunnen aan doen zijn de interne oorzaken van angst omdat die de enige zijn waarover we controle kunnen krijgen.  Eigenlijk is er maar één echte interne oorzaak van angst, namelijk ons eigen denken.  Dit kunnen we opsplitsen in tal van vormen van verkeerd denken.  Ik zal hier de voornaamste overlopen.

De gekleurde bril

 Als we naar de wereld kijken, zien we hem niet zoals hij werkelijk is.  We hebben ons in de loop der jaren een idee gevormd over alles en nog wat en we nemen dat aan voor waarheid.  Je kan het vergelijken met een gekleurde bril die het echte beeld vervormt tot wat wij zien.  Door al onze bedenkingen, vooroordelen en veronderstellingen zijn we niet meer in staat een zuiver beeld te vormen van wat werkelijk is.  Ons beeld is vertroebeld door de bril die we opzetten.  Doordat we niet meer de zuivere werkelijkheid zien, blijven we oude angsten voeden.  Zodra we in staat zijn de bril af te zetten, kunnen we opnieuw de werkelijkheid zien en zullen onze angsten smelten als sneeuw voor de zon.

 Materieel bezit

Wij leven op aarde en dat is inderdaad in de materie.  We vergeten dat wij die materie niet zullen kunnen meenemen wanneer wij sterven.  We doen ons best om bezittingen te verwerven en ze te behouden.  Maar zelfs al hebben we die bezittingen met vaak zuurverdiende centjes moeten kopen, toch bezitten wij niets.  Wij mogen dat alles gebruiken tot de dag dat we deze aarde weer verlaten, tot de dag dat we uit de materie stappen.  Het heeft dus weinig zin om ons eraan te hechten.  Het heeft nog minder zin om met deze materie te pogen een status of een imago te creëren, want hierdoor wenden we ons alleen maar af van het ware leven door middel van afleiding van de werkelijkheid.  We creëren een illusie die ons van het ene moment op het andere kan ontnomen worden.  Het ergste is dat we dat weten en toch maakt het ons angstig om die illusie te verliezen.

 Meningen en visies

We hebben allemaal onze eigen gedachten, meningen en visies.  Bij de een zijn die al wat sterker uitgesproken dan bij de ander, maar verschillen doen ze.  Sommigen hebben meer behoefte om hun mening aan anderen door te geven.  Sommigen laten zich eerder de mening van anderen opdringen of gaan er zelfs vanuit dat ze geen eigen mening hebben.

Het is goed om jouw mening te willen doorgeven.  Dat getuigt van een sterk geloof in jezelf, maar bedenk steeds dat jouw mening, alhoewel ze nu voor jou heel goed aanvoelt, niet noodzakelijk goed is voor een ander of althans niet op dit moment.  Jouw mening kan trouwens over enkele dagen, weken of jaren sterk wijzigen en zal dan zelfs niet meer goed aanvoelen voor jezelf.  Hoe kan jij dan weten of jouw mening nu goed is voor die ander?  Als je dus jouw mening doorgeeft, doe het dan zo dat de ander nog steeds het gevoel heeft dat hij of zij met die mening kan doen wat goed aanvoelt voor zichzelf, want wanneer ons meningen opgedrongen worden waarbij we ons niet goed voelen, kan dat enorme chaos en verwarring, dus onzekerheid, teweegbrengen en onzekerheid creëert angst.

Schuldgevoelens

 Van in onze prilste jeugd worden we opgezadeld met schuldgevoelens.  Het wordt ons niet altijd zo letterlijk gezegd, maar voor talloze incidenten nemen we als kind de schuld voor onze rekening.  Het is mijn schuld dat mijn ouders ruzie maken want ik heb daarnet iets gedaan dat zij niet leuk vonden.  Ook God wordt dikwijls gebruikt om ons met schuldgevoelens te beladen.  De Kerk heeft daar lange tijd haar best voor gedaan om de gelovigen onder de knoet te houden.  Gelukkig zijn mensen verstandiger geworden zodat de macht van de Kerk door onderdrukking niet zo succesvol meer is.  Keerzijde van de medaille is dat het merendeel zich van de Kerk heeft afgewend, wat wil zeggen dat de positieve kanten van de Kerk geen impact meer hebben.

We hebben allemaal een geweten en maar goed ook.  We dienen te beseffen dat we alles en iedereen dienen te respecteren, maar dat bij die “iedereen” ook “ik” bedoeld wordt gaat vaak verloren in de massa.  Voor alles wat wij “verkeerd” doen voelen wij ons schuldig.  Het werd ons zo geleerd.  En alle schuld vraagt om boete, straf.  Het is niet omdat anderen dat beweren dat dit berust op waarheid.  Natuurlijk moet iemand die misdadige feiten pleegt gestraft worden.  Niet iedereen luistert naar de regel om alles en iedereen te respecteren en daarvoor bestaat een rechtssysteem om die mensen in eerste instantie daarin te ontmoedigen en zonodig te straffen.

Het probleem is echter dat wij voornamelijk door de Kerk en onze ouders zijn opgevoed met de gedachte dat alles wat wij verkeerd doen onze schuld is en dat daarbij de nodige straf hoort.  Het is ons zo goed meegegeven dat we onszelf gaan straffen als we denken dat we iets verkeerd gedaan hebben.  We gaan ons dus straffen met schuldgevoelens.  Hierdoor geraken we op de duur nog onzekerder over onszelf, dus nog angstiger.

 Angst voor de dood

 Hoewel we weten dat we vroeg of laat er het bijltje zullen bij neerleggen, blijven heel wat mensen angst hebben voor de dood.  De Katholieke Kerk gelooft niet in reïncarnatie, maar eerder in een soort leven na de dood dat zich zal voltrekken in de hel, het vagevuur of de hemel.  Er zijn in de loop der jaren en in verschillende religies tal van theorieën verkondigd.  

Persoonlijk geloof ik dat wij in eerste instantie geest zijn, op zoek naar bewustwording die in een geestelijk bestaan niet kan ervaren worden.  Als geest kan je geen emoties hebben, want er is geen lichaam.  Als geest kan je ook niets verbergen voor de anderen, want elke geest is als een open boek voor de anderen.

Daarom zijn we hier op aarde, om lessen te leren.  Ons leven is te vergelijken met, zeg maar, een leerjaar op school waarin we een aantal dingen leren.  Als we slagen dan mogen we overgaan naar het volgende leerjaar.  Zoniet worden we geplaagd met herexamens en als we daar ook niet in slagen moeten we dat jaar nog eens overdoen.  Wel zo ongeveer zie ik het leven ook.  We worden verondersteld om uit de lessen die ons aangeboden worden te leren.  Als we niet ingaan op die lessen of we blijven voortdurend dezelfde fouten herhalen, dan komen er herexamens, d.w.z. dat we met onze neus op de feiten gedrukt worden om ons zo nog een kans te geven die lessen in dit leven te leren.  Dat gebeurt dan door ziekte of tegenslag.  Slagen we er dan nog niet in, dan zullen we in een volgend leven dezelfde lessen opnieuw aangeboden krijgen (bissen).  Tussen onze levens in zit meestal een periode die ons toelaat over het voorbije leven na te denken en te beslissen hoe we het volgende leven zullen aanpakken.  Hierbij krijgen we de steun van verder geëvolueerde zielen die ons ook tijdens ons aardse leven bijstaan en sturing geven.

De bedoeling is dus niet dat wij in ons leven moeten lijden, zoals sommige mensen dat denken, maar dat wij ons uit ons lijden kunnen verlossen door zelfontplooiing en bewustwording.  Hoe langer wij daarover doen, des te langer zullen we in ons lijden blijven steken.  De hel bestaat niet na de dood, maar wij creëren haar zelf hier op aarde door ons leven verkeerd aan te pakken.  Na de dood bestaat er enkel de hemel, maar we zullen telkens opnieuw moeten terugkeren naar een menselijk bestaan totdat we ook daarin de hemel gevonden hebben.  Het heeft dus ook geen enkel nut om dit leven eigenhandig in te korten, want dezelfde lessen zullen opnieuw moeten geleerd worden in een volgend leven.

Als je met de dood op die manier kan omgaan, dan is de dood eerder een opluchting in plaats van dat het een onzekerheid is of zelfs een zekerheid dat het er minder goed zou zijn dan hier.  Hoewel het leven kostbaar is en dient gerespecteerd te worden is de dood toch niets anders dan een soort van thuiskomen.  We keren terug van waar we gekomen zijn.  Als je de dood beschouwt als het grote onbekende of eraan twijfelt dat de dood iets goeds te bieden heeft kan het niet anders dan een bron van angst zijn.

Angst om te leven

 Nog meer dan voor de dood hebben vele mensen angst om te leven.  Wat belet hen te leven?  Allerlei dingen, maar vooral tijd en zekerheid, of tenminste de illusie van tijd en zekerheid, want zekerheid bestaat niet, behalve dat we op een dag zullen sterven en tijd bestaat al evenmin.

 Laten we het eerst eens hebben over zekerheid.  We stellen ons voor dat het leventje dat we nu leiden ons zekerheid biedt.  We proberen alles onder controle te houden zodat we zeker zijn dat er niets zal fout lopen.  Maar wat hebben we onder controle?  Een geliefde die ons verlaat door weg te gaan of te sterven, of die door ziekte of ongeval plots zwaar hulpbehoevend wordt, of ons werk dat ons wordt ontnomen, een financiële blunder waardoor we blut geraken,…  Hebben we dat alles onder controle?  En als het zich voordoet, hoe ingrijpend zou dat ons leven niet veranderen?

 We hebben niets onder controle.  We kunnen onze gedachten, gevoelens en emoties niet eens onder controle houden.  Hoe zouden we dan andere mensen en externe gebeurtenissen kunnen controleren.  Moeten we daar angst voor hebben?  Natuurlijk niet, maar de nood aan zekerheid belet ons te leven, want we houden ons zo sterk bezig met het pogen alles onder controle te houden dat we leven als robots.  We houden onszelf gevangen.  We durven niet meer afwijken van het stramien, het programma waarin we verstrikt zitten.  Echt leven, denken we later wel te zullen doen, als de kinderen het huis uit zijn of als we met pensioen zijn, maar dan komen de kleinkinderen, dan worden we ouder, futlozer en moedelozer en komt het er ook niet meer van. 

Dat brengt ons bij het begrip tijd.  Nu hebben we daar allemaal geen tijd voor om te leven, om eens een risicootje te nemen of om ons eens in het leven te verdiepen.  Nu hebben we zoveel andere dingen te doen dat we zelfs geen tijd meer hebben om een boswandeling te maken, om eens rustig over onszelf na te denken, om even te bezinnen, om eens te doen wat we werkelijk graag doen.  Alles is in functie van de zekerheid opbouwen en vasthouden.  We kunnen niet meer genieten van de kleine dingen, van de natuur, van onze kinderen.  We hebben geen tijd meer om het leven te observeren.  We hebben van zoveel dingen afstand genomen, want de weinige momenten dat we tijd hebben, moeten we die doorbrengen om maximaal te genieten, spectaculaire dingen te doen, op zoek te gaan naar duur vertier.

 Hoewel we in een wereld leven waar communicatiemiddelen een hoogtepunt bereikt hebben, slagen we er niet meer in om tijd te vinden om met elkaar eens echt te praten.  Een goed gesprek vergt tijd, maar dat wordt tegenwoordig gezien als tijdverlies, want het moet kort gehouden worden en dus kan het niet anders dan of oppervlakkig zijn (een beleefdheidsgesprekje) of functioneel.  Met dat laatste bedoel ik dat het een extra waarde moet toevoegen aan onze illusie van controle, macht, imago, status… en we mogen vooral onze gevoelens niet prijsgeven want dat zou de illusie die we naar de anderen toe creëren kunnen ondermijnen.

 We durven niet te leven uit angst dat we de controle zouden verliezen en aldus uit angst voor het onbekende en tevens uit angst onvoldoende tijd over te houden om die controle te kunnen handhaven.

 Het ego

 Het ego is onze persoonlijkheid, datgene wat ons eigenlijk uniek maakt.  Het ego bepaalt hoe we ons gaan gedragen, hoe we handelen en wat we beslissen.  Het ego bepaalt niet wat we voelen, maar of we bepaalde gevoelens al dan niet toelaten, hoe we er verder mee omgaan en in welke mate we er rekening willen mee houden.  Het ego bepaalt dus hoe we naar buiten treden, hoe we ons naar anderen toe presenteren.  Het bepaalt de rol die we willen spelen in de maatschappij.

Er zijn tal van opvattingen over het ego.  Daarover is het laatste woord nog lang niet gezegd.  De een zegt “Het ego is je vijand die je moet onderdrukken.  Het ego dient afgelegd te worden.”  De ander beweert “Zonder ego kan je niet geestelijk gezond zijn.”  Wie heeft gelijk?  In elk geval voel ik het meest voor die laatste uitspraak, op voorwaarde dat het ego niet overontwikkeld geraakt.

Als we geen ego hebben, zijn we niet in staat ons eigen leven te leiden.  We hebben een sterk ego nodig om ons door het leven te gidsen, beslissingen te nemen, keuzes te maken en te handelen.  Zonder ego zijn we daar niet toe in staat.  Sommige mensen verhullen hiermee hun futloosheid, hun twijfels en schuiven daarmee elke verantwoordelijkheid voor hun eigen leven af.  Om tot bij ons Ware Zelf te komen hebben we dus absoluut een gezond ego nodig.  Zonder ego kunnen we geheel niet ons Ware Zelf ontdekken en dat Ware Zelf is nu juist onze essentie, onze natuurlijke bron, onze goddelijkheid.  Vergeet niet dat wij geschapen zijn naar Gods gelijkenis.  Die gelijkenis is vast niet te vinden in onze menselijke gedaante, maar in ons Ware Zelf.

Een te sterk ego heeft dan ook zijn nadelen.  Wie zijn ego centraal stelt en geen respect meer opbrengt voor de medemens, voor alles wat leeft en onze aarde die voor voeding en schoonheid zorgt, kan ook niet bij zijn Ware Zelf komen.  Al te zeer geconcentreerd zijn op eigenbelang, roem en macht belet het Ware Zelf te leren ontdekken.

Dat we ons ego moeten “afleggen”, zoals in de eerste stelling staat, is ook juist.  Dit kan men pas doen als het ego voldoende ontwikkeld is.  Iemand met een zwak ego zal die stap graag willen overslaan, misschien uit luiheid, maar mogelijk ook omdat het als een te zware klus wordt ervaren.  Het is een stap die niet mag overgeslagen worden, omdat dat tot nog meer zwakheid zou leiden.

Gebrek aan ego schept angst door twijfels, zwakheid en onzekerheid.  Een te sterk ego creëert een gevoel van macht en zoals eerder reeds gezegd, macht is angst.

Het denken

 Een belangrijk deel van het ego is het denken.  Dat denken is sinds onze kindertijd beïnvloed door onze ouders, leraars, familie en kennissen.  Als klein kind denken we nog niet erg voor onszelf.  We laten dat over aan de anderen, de ouderen die het allemaal weten.  En als we al eigen gedachten hebben die conflicteren met die van onze opvoeders, dan worden die vaak in de kiem gesmoord.  We nemen dus aanvankelijk sterk het denken over van onze opvoeders en later laten we onze gedachten beïnvloeden door onze omgeving.

We slorpen al die invloeden op zoals een droge spons water opslorpt.  Een groot deel van dat water is zuiver, maar we nemen ook het vuil op, net zoals wanneer we met een spons over een vuile venster wrijven.  Als de spons dan tijdig weer met schoon water gespoeld wordt gaat het meeste vuil wel weg, maar gebeurt dat niet grondig genoeg, dan blijft dat vuil hangen en krijgen we de spons tenslotte niet meer helemaal schoon.  Zo ook blijven bij ons bepaalde negatieve invloeden hangen: vernederingen, minderwaardigheid, faalangst, inprentingen,…

Al naargelang onze opvoeders onze spons weer schoon konden maken, zal meer of minder van dat vuil blijven zitten.  Ook de mate waarin we in staat waren naar ons Ware Zelf te luisteren en zelf onze spons konden schoonspoelen, zal bepalen hoezeer dat vuil in onze spons van gedachten kon blijven steken.  Plaats twee kinderen in identiek dezelfde omstandigheden en toch zullen zij er verschillend uitkomen.  Zelfs een eeneiige tweeling, die meestal alles samen doet in een identieke omgeving, zal verschil in gedachten hebben.  De ene spons is de andere niet.

Wat wij ons denken noemen is niet meer ons denken, maar het denken van ons ego dat zich gevoed heeft met tal van gedachten, illusies en meningen van buitenaf.  Al deze externe informatie heeft ons ingepalmd en we geloven dat die de waarheid is.  De waarheid komt niet van buitenaf, maar zit binnen in ons.  Het is ons Ware Zelf.  En hoewel we niet veel meer van ons Ware Zelf kunnen horen omdat de stem van ons Ware Zelf overdonderd is door die van ons individuele denken, voelen we toch dat ons denken in conflict is met ons Ware Zelf.  We voelen dat het niet klopt.  We voelen dat wat we geloven niet de waarheid is, maar we weten van niet beter en geloven dat zwakke stemmetje van ons Ware Zelf niet meer omdat het zo nietig is en omdat ons ego het telkens opnieuw negeert, overbluft en vooral veel luider en overtuigender doorkomt.  Zelfs al geloven we ons Ware Zelf niet meer, het gevoel van dat conflict blijft en een conflict dat blijft hangen schept onbehagen dat overgaat in twijfel en onzekerheid en hoeft het nog gezegd: dat alles is een vruchtbare bodem voor angst.

Verschillende persoonlijkheden tegelijk

 We merken dat wanneer we denken dit vaak geschiedt in de vorm van een dialoog.  Wie spreekt er?  Wie luistert?  Als we even stilstaan bij de verschillende manieren waarop we met mensen omgaan en de soms totaal verschillende houdingen die we dan aannemen, kunnen we vaststellen dat we precies een rol spelen: bij de een zijn we de leraar of de wijze, bij de ander de leerling, soms worden we slachtoffer, dan weer rechter of redder, bij de een voelen we ons het kleintje, bij de ander de gelijke of misschien de grote broer of zus,…  We kunnen zelfs bij bijna iedere persoon elk van deze rollen aannemen, maar voor elke persoon die we kennen gaan we een basisrol aannemen.  Is dat niet vreemd?

Zelf kan ik hieruit alleen maar besluiten dat we in wezen opgesplitst zijn in een aantal deelpersoonlijkheden waarbij al naargelang de situatie en onze gemoedstoestand een bepaalde deelpersoonlijkheid naar de voorgrond schuift.  Zijn we dan met zijn allen schizofreen?  In zekere zin wel, maar schizofrenie is een veel extremere vorm waarbij een of meerdere deelpersoonlijkheden totaal overnemen ofwel ervaren worden als echte levende mensen, die natuurlijk alleen maar door de schizofrene persoon kunnen waargenomen worden.

Je kan je dus voorstellen dat met zo’n bende volk in huis de meningen nogal eens kunnen verschillen.  Soms kunnen hun stemmen weerklinken als een marktplein dat overspoeld is met mensen en waar marktkramers tegen elkaar opschreeuwen om hun waar aan te prijzen.  Zo kunnen ook onze deelpersoonlijkheden hun meningen opdringen en ware discussies en conflicten in ons hoofdje veroorzaken.  Chaos, twijfel en conflict werken beangstigend.

Oordelen

 Tussen al onze deelpersoonlijkheden bevindt zich ook de rechter.  Als we die niet in de gaten houden, dan oordeelt en veroordeelt die er op los zonder blikken of blozen.  Hij oordeelt over alles en iedereen, met de nadruk op iedereen, want hij oordeelt niet alleen over de anderen, maar voornamelijk ook over ons.  De rechter heeft de wetteksten uit onze jeugd en ons verdere leven goed onthouden en refereert voortdurend naar de precedenten die er toen geweest zijn.  Niet alleen zijn we vroeger gestraft geworden voor hetgeen wij verkeerd deden in de ogen van de anderen, maar nu, vele jaren later, blijft onze innerlijke rechter ons daarover beschuldigen en ervoor straffen.  Telkens opnieuw haalt hij uit naar wat wij verkeerd doen of niet kunnen, hij haalt naar ons uit en verwijt ons dat we laf zijn, dat we zwak zijn en totale nietsnutten.  Hij duwt ons in de slachtofferrol, we voelen ons onderdrukt, niet meer in staat om tegen te pruttelen.  We worden bang voor onszelf.

Ons zelfbeeld

 We streven allen naar volmaaktheid, maar beseffen niet dat we volmaakt geschapen zijn.  We laten ons beïnvloeden door de media, waar (behalve in de nieuwsberichten) een beeld van volmaaktheid gecreëerd wordt dat geen weerga vindt.  In films, series en reclames ziet men bijna uitsluitend wondermooie, gelukkige, sterke, succesvolle en in luxe badende mensen.  Wij willen ook zo volmaakt zijn.  Alleen beseffen we maar al te weinig dat televisie en reclame pure illusie zijn.  Het ziet er allemaal zo echt uit, maar het is fictie, show.  Toch is het dat beeld van volmaaktheid dat wij ons voorhouden.  Zo willen wij ook zijn.  Die illusie van volmaaktheid wordt echter continu doorprikt door de werkelijkheid waarin wij leven.  We worden bang die volmaaktheid nooit te zullen bereiken.

Zoals ik eerder al zei: alsof het nog niet erg genoeg geweest is dat ons zelfbeeld door anderen werd neergehaald in het verleden, blijft onze innerlijke rechter ons herinneren aan onze fouten, mislukkingen en minpunten.  Telkens opnieuw herhaalt hij die negatieve elementen of incidenten.  We worden niet eenmalig gestraft, maar de rechter straft ons honderden, misschien wel duizenden keren voor de dingen uit het verleden.  Omdat de rechter deel is van onszelf, doen we het dus ook zelf.  We halen ons zelfbeeld volledig onderuit omdat we ons vastklampen aan ons verleden.  We worden zwak, kroppen een hoop schuldgevoelens op en vinden onszelf maar niets.  We leren onszelf te haten.

We zijn niet meer in staat om van onszelf te houden.  Nochtans heeft Jezus ooit gezegd “Bemin uw naaste als uzelf.”  Als we niet van onszelf houden, hoe kunnen we dan van iemand anders houden?  Moeten we iedereen dan haten en afwijzen zoals onszelf?  God heeft ons geschapen naar zijn eigen beeltenis.  God is liefde.  Ons Ware Zelf is liefde.  Dat kunnen we toch niet weggooien.  Het tegendeel van liefde is angst.


Ontdek de onwaarschijnlijke mogelijkheden van hypnotherapie


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (39 Stemmen)
24-07-2006, 00:00 geschreven door Rustpunt  
23-07-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.4. Externe oorzaken van angst
Klik op de afbeelding om de link te volgen

    4. Externe oorzaken van angst




Een eerste oorsprong van angst

 Nog voor we geboren werden bestonden reeds een heleboel overeenkomsten, afspraken, wetten, gedragscodes.  Er was reeds een cultuur, een religie, een regering, kortom: een maatschappij.  Toen wij geboren werden kwamen we dus terecht in een gevestigde structuur, een conjunctuur.  Ik zou dit in zijn geheel willen noemen: het Establishment (de gevestigde orde).

 Van niets van dit Establishment hadden we enige notie, maar we hebben wel het vermogen om te leren meegekregen.  Het is onze natuurlijke aard om reeds in de eerste levensmaanden op ontdekkingsreis te gaan in de kleine wereld die ons omgeeft.  We doen allerlei indrukken op, we zien kleuren en vormen, we proeven en vooral we voelen al heel veel, niet alleen met onze handjes of ons lichaam, maar met ons hart.  We voelen de zachte, warme, vertederende liefde, genegenheid en veiligheid van onze omgeving, maar misschien voelen we nog andere dingen, zoals spanning, woede, angst, verdriet, onvermogen, bedreiging, wanhoop,…  Al gauw doen we een heleboel indrukken op en ervaren we dezelfde gevoelens als die welke in onze onmiddellijke omgeving heersen.  Alleen kennen we nog geen woorden, we denken nog niet met woorden.  We denken nog steeds met beelden, geuren, geluiden en gevoelens.  Deze indrukken, goed of slecht, zullen reeds hun sporen nalaten.

 Opvoeding

 Dan komt er een nieuwe belangrijke indruk op ons af: we beginnen de taal te leren.  Vermits onze ouders zich verplicht zien om ons te doen beantwoorden aan het Establishment, gaan zij ons reeds heel vroeg de dingen aanleren zoals zij die kennen en waarin zij geloven.  We hebben blind vertrouwen in hen en geloven dus ook alles wat ze ons aanleren.  Onze eigen wil wordt sterk onderdrukt door wat zij ons opleggen.  Ook al beseffen we het niet, we leren om te zijn zoals zij dat willen dat we zijn door te gehoorzamen om straf te vermijden of om wat positieve aandacht te krijgen, want als ik doe wat zij zeggen dan zijn zij tevreden en word ik gewaardeerd, zoniet zwaait er wat.  We worden dus al heel vroeg geleerd om onszelf te verloochenen en de rol te spelen die zij voor ons weggelegd hebben net zoals zij dat vroeger ook ondergaan hebben.  We kunnen het hen niet verwijten, want ze weten niet beter.  Het Establishment slaat onverbiddelijk toe en verbreidt zich voortdurend.

Veel hangt natuurlijk ook af van hoe onze ouders ons opvoeden.  Wij kunnen opgevoed worden met veel liefde en begrip, maar desondanks kunnen ouders het op bepaalde momenten toch nog ernstig verknoeien.  Eén enkel incident, waarvan zij zelf de gevolgen niet konden overzien, is soms voldoende om ons geloof in onszelf te verliezen of ons voor altijd angstig te maken voor bepaalde dingen.  Anderzijds kunnen zij ons ook opvoeden in een sfeer van tirannie, brutaliteit en bedreiging.  Onvermijdelijk creëert dit angst.  De een zal hierdoor zelf op zoek gaan naar controle en macht uit angst om die onderdrukking opnieuw te moeten ondergaan.  De ander krijgt gevoelens van minderwaardigheid, schuld of schaamte en zal gebukt lopen onder die angst in een slachtofferrol.

De School

 Ook op school gaat het er op dezelfde wijze aan toe.  Tegenwoordig kunnen kinderen in de klas gemakkelijker hun eigen mening kwijt en komt er meer tolerantie voor wat de leerlingen zelf willen.  Nog niet zo lang geleden echter kon men op school zijn mening niet kwijt.  Er moest gehandeld en gedacht worden zoals de leraar dat wou.  Alles moest geslikt worden als zoete koek.  Er was zeer weinig ruimte voor zelfontplooiing in de letterlijke zin van het woord.  Er moest en er zou gehoorzaamd worden.  Als we onszelf wilden zijn, dan werd dat steevast gekraakt.  We moesten zijn wat de anderen van ons verlangden.

Hoeveel mensen plaatsen hun kind niet in een studierichting die veel te moeilijk is voor dat kind, gewoon maar voor het prestige, het imago.  Hun kind volgt die of die richting en dat wil toch wat zeggen.  Als het kind die richting niet aankan, dan is het niet alleen gedoemd om te mislukken, maar zal het bovendien, zeer gefrustreerd geraken, mogelijk gepest en uitgelachen worden door de medestudenten en een zeer lage eigenwaarde krijgen want AL de anderen kunnen het en ik ben niets waard.

Hetzelfde komt voor bij kinderen met bijvoorbeeld een hoge artistieke aanleg.  Ook die moeten eerst en vooral een serieus diploma halen zodat ze een degelijke baan kunnen vinden en goed geld verdienen.  Dat is de wens van de ouders, maar die houdt geenszins rekening met de wens van hun kind dat er misschien helemaal niet op uit is om een rijkelijk bestaan te leiden, maar gewoon zichzelf wil zijn.  En ja, dat kind zou het later financieel misschien wat moeilijker kunnen hebben, maar dat is nog lang niet zeker.  Tenslotte, wie zegt dat geld gelukkig maakt?  Veel geld verdienen en niet jezelf kunnen zijn, maakt dat gelukkig?  Ik geloof van niet.

Werken

 Hoeveel mensen voelen zich echt gelukkig met hun job?  Hoeveel mensen werken niet uitsluitend voor het geld?  Hoeveel mensen laten zich niet uitbuiten door hun werkgever en voelen zich daar uiterst slecht bij?  Hoeveel mensen proberen niet hogerop te geraken door anderen te benadelen of voelen zichzelf bedreigd omdat een collega dezelfde promotie beoogt als zijzelf?  Pesten op het werk, mopping, geruzie, geroddel, jaloezie, getouwtrek, stress, bedrog, zwartmakerij en noem maar op, het is schering en inslag in vele werkgelegenheden.  Maakt dat allemaal zo gelukkig?  Is dat beetje meer geld verdienen, een prestigieuze functie of een hogere machtspositie dat allemaal waard?

Iedereen moet geld verdienen.  Geld is nodig om eten te kopen, af en toe naar de dokter te kunnen als we ziek zijn, een dak boven ons hoofd te hebben en een minimum aan comfort te kunnen genieten.  Maar de offers die we brengen voor dat beetje meer zijn vaak onoverzichtelijk.  En toch doen we het voor het imago, het prestige, het erbij horen, uit angst om uitgesloten te worden of gewoon voor de kick om ons allerlei luxe te kunnen veroorloven.

Vaak gaan beide ouders in een gezin werken.  Ik heb er niets op tegen dat vrouwen uit gaan werken.  Ik vind dat een absoluut recht en zou het tegenovergestelde discriminerend vinden.  Wat mij echter stoort is dat gezinnen perfect zouden kunnen rondkomen met slechts één werkende ouder, de man of de vrouw.  Diegene die het hoogste inkomen heeft en/of het meeste plezier beleeft aan de job zou kunnen instaan voor het gezinsinkomen terwijl de ander het huishoudelijk werk voor zijn of haar rekening zou nemen.  Als je ziet hoeveel er extra uitgegeven wordt aan poetsvrouwen, kinderopvang, uit eten gaan, extra belasting, een tweede auto, enz. dan blijft van dat tweede inkomen eigenlijk niet veel meer over.  Soms steekt men er nog aan toe.  Is de taak van huisman of huisvrouw dan zo ondergewaardeerd geraakt.  Zijn er dan geen mogelijkheden voor hen tot verdere evolutie, voor sociaal contact en zelfontplooiing in die functie?

De media

 Dankzij de media zijn we beter geïnformeerd en weten we meer van wat er in de wereld gebeurt.  Anderzijds zien wij in het nieuws bijna uitsluitend de vreselijke dingen die in de wereld gebeuren.  De nieuwsberichten hebben het voornamelijk over moorden, oorlog, rampen, strijd, bedrog en noem maar op.  Dat er duizenden vrijwilligers zijn die mensen in bejaardentehuizen en instellingen onbaatzuchtig helpen, wordt zelden of nooit vermeld.  Wel dat vrijwilligers helpen bij grote rampen, als de magnitude maar groot genoeg is om de pers te bereiken.  Het moet altijd spectaculair en sensationeel genoeg zijn vóór iets in de pers komt.  We vinden het dus triest als er weer eens onrecht ergens in de wereld heerst, maar we zijn niet in staat om het onrecht dat onze naasten ons aandoen en wij onze naasten aandoen aan te pakken.

 Een ander aspect van de media is de reclame.  We worden verleid tot het kopen van een heleboel rommel die we niet nodig hebben.  Men durft in reclames te verkondigen dat een product lekker smaakt.  Wacht maar tot je het geproefd hebt.  Men maakt de (potentiële) klanten wijs dat hun product het beste is, terwijl er andere net evengoed of zelfs beter zijn.  Er worden (half)naakte vrouwen en mannen ten tonele gevoerd voor producten die niets met het lichaam te maken hebben om ons te verleiden hun product te kopen.  Vooral de kinderen worden nog eens extra beïnvloed door zinnetjes als “Dit moet je gewoon hebben!”.  Alles is veroorloofd zolang we maar kopen.  Waar men het niet over heeft is het prijskaartje van al die reclame, want wie betaalt al die reclame, denk je?  Wie anders dan de consument?  Zonder reclame zouden de meeste producten nog hooguit de helft kosten.

Maar ja, we worden verleid om erbij te horen, want als we er niet bijhoren zullen we ons imago en onze status verliezen en bijgevolg ook onze vrienden.

Besluit

 Er zijn heel wat externe factoren die ertoe leiden dat we angstig worden.  Toegegeven, het leven wordt ons niet gemakkelijk gemaakt.  Er wordt zoveel aan gedaan opdat we niet onszelf kunnen worden of zijn.  We worden met alle macht meegesleurd in het Establishment en wee jou als je niet wil meespelen in dit dramatisch toneelstuk.

Maar hoezeer we ook met de vinger wijzen naar de externe factoren, het zal ons niet verlossen van onze angsten.  Het kan ons enige opluchting bezorgen dat wij tenslotte allemaal slechts slachtoffers zijn van slachtoffers.  We kunnen niemand wat verwijten, want ook zij waren niet in staat de illusie te doorprikken.  Iedereen leeft in zijn of haar illusie en op basis daarvan creëren wij onze eigen illusie.  Hierdoor zijn we aangekomen bij de interne factoren.


Ontdek de onwaarschijnlijke mogelijkheden van hypnotherapie


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (30 Stemmen)
23-07-2006, 00:00 geschreven door Rustpunt  
22-07-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.3. Wat is angst?
Klik op de afbeelding om de link te volgen

    3. Wat is angst?




Angst is een emotie.  Daarover bestaat niet de minste twijfel.  Maar wat is een emotie?  Carl Gustav Jung maakt een onderscheid tussen gevoel en emotie.  Een emotie, zegt hij, is een gevoel waarbij er een lichamelijke reactie is.  Je voelt het in je lichaam: hartkloppingen, beklemdheid, versnelde of stokkende ademhaling, hyperventilatie en noem maar op.  Angst brengt ook lichamelijke reacties teweeg. 

Een emotie is echt en op het moment dat die er is, kan je er met de rede weinig aan veranderen.  Dit is vooral het geval bij angst omdat die alles overheerst.  Je bent niet in staat om die emotie eventjes opzij te zetten en rustig na te denken wat je er nu aan kan doen.  Het is als een storm die moet uitrazen en die je niet kan tegenhouden.  Pas achteraf kan je de schade vaststellen en jezelf afvragen wat je bezield heeft om je zo te laten meeslepen met die verpletterende emotie.

Angst is een natuurlijk ingebouwd mechanisme dat ons is meegegeven om ons te beschermen.  Door angst wordt een pijnlijke of gevaarlijke situatie in ons geheugen gegrift om te voorkomen dat ons een volgende keer hetzelfde zou overkomen.  Voornamelijk kinderen hebben hier baat bij om te onthouden dat bvb de kachel zo heet is dat zij er zich kunnen aan verbranden.  Als zij zich eenmaal verbrand hebben of gevoeld hebben dat dat ding heet is, zullen ze bang zijn om zich opnieuw te verbranden of die onaangename prikkel van hitte te voelen en zullen zelfs als de kachel niet brandt er niet te kortbij komen.  Wanneer we ouder worden hoeven we geen angst meer te hebben voor die kachel.  We beseffen dat die kachel alleen maar “gevaarlijk” is wanneer die aanstaat.  Het verstand neemt over.  De angst verandert in voorzichtigheid.  Dat is althans de bedoeling.

Gelukkig hoeven we ons niet allemaal eerst eens te verbranden aan die kachel om te weten dat er verbrandingsgevaar is.  Daarvoor bestaat een ander hulpmiddel: opvoeding.  Om te voorkomen dat onze kinderen die uiterst onaangename ervaring moeten meemaken, zullen we hen hiervoor waarschuwen en hen proberen in te prenten dat wanneer zij die kachel aanraken ze daardoor pijn moeten voelen.  Opvoeding is dus een zegen.  Misschien is het toch voorzichtiger om deze uitspraak niet zomaar te aanvaarden zonder haar eerst aan een kritische analyse te onderwerpen.  De volgende hoofdstukken zullen daar nader op ingaan.


Ontdek de onwaarschijnlijke mogelijkheden van hypnotherapie


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (24 Stemmen)
22-07-2006, 00:00 geschreven door Rustpunt  
21-07-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.2. Een opsomming van angsten
Klik op de afbeelding om de link te volgen

    2. Een opsomming van angsten




Faalangst

 Wie voortdurend twijfelt aan zichzelf of zich onzeker voelt, vertoont onvermijdelijk tekenen van angst.  Iedereen twijfelt wel eens of staat eens langer stil bij de vraag “Ben ik nu wel goed bezig?”  Dat is niet meer dan normaal.  Het is zelfs goed om even bij die vraag stil te staan en een beetje aan zelfkritiek te doen.  We willen immers onze verantwoordelijkheid nemen en ervoor zorgen dat er geen stommiteiten of zelfs ongelukken gebeuren.  Ik kan me niet voorstellen dat een automechanicus de remmen van mijn auto vervangt zonder ze eerst uit te testen.

 Wanneer het echter een constant patroon geworden is om aan alles in het leven te gaan twijfelen en zich onzeker te voelen bij alles wat men doet of moet beslissen dan is er duidelijk sprake van angst.  Men is bang geworden om iets verkeerd te doen.  Niet zozeer is men bang dat wat men gedaan heeft iemand zou kunnen schaden (zoals de automechanicus er zich wil van verzekeren dat de remmen die hij net verving wel goed functioneren), maar gewoon dat men het niet goed doet.  Men zou wel eens kunnen verweten worden dat het eten niet lekker is of dat een formulier voor een of andere instantie niet correct ingevuld is.  Erger nog: “Voed ik mijn kinderen wel goed op?”  “Ben ik wel een goede vader/moeder?”

En het wordt alsmaar erger.  Je raakt niet meer tot bij de bakker want je zou onderweg wel eens kunnen gaan hyperventileren of flauwvallen.  De kinderen van school afhalen met de auto, een presentatie voor een kleine groep mensen, allemaal dingen die je vroeger misschien wel kon en nu ineens lijken die kleine molshoopjes wel Kilimanjaro’s.           
Op de duur wordt het nog erger.  Je durft nergens nog aan te beginnen want er kan altijd iets mislopen.  Wat als…? is de typische vraag voor iemand met faalangst.

Woedeuitbarstingen

 Elke vorm van woede is een uiting van machteloosheid of frustratie.  We slagen er niet in de dingen te laten verlopen zoals we dat wensen en reageren dat af in een woedebui of we laten ons op stang jagen door een futiliteit.  Of we zijn door omstandigheden in een rotbui waardoor we voor het minste dat ons stoort ontploffen.  Alles kan ons plots mateloos irriteren.  We zijn onze innerlijke vrede totaal verloren, geraken gefrustreerd en lopen rond als een tikkende tijdbom.

Elkeen wordt al eens woedend, maar sommige mensen verkeren bijna in een ononderbroken staat van woede.  Het is hen niet meer mogelijk om op een kalme manier te reageren op situaties die daar in feite het beste mee zouden gediend zijn.  In het verkeer komt het zo vaak voor dat mensen nogal brutale lichaamstaal gebruiken, terwijl zij vaak zelf de oorzaak zijn van de door hen aangeklaagde situatie, om nog maar te zwijgen van verkeersagressie en gevaarlijke manoeuvres.  Frustratie alom.

 Perfectie, zekerheid

 Als je de dingen zelf doet ben je zeker dat ze goed gedaan zijn.  Je kan op niemand rekenen, want dan loopt het met zekerheid verkeerd af.  Je voelt je mateloos verantwoordelijk voor alles dat je opgedragen is.  Het moet allemaal perfect in orde zijn, anders is het niet goed genoeg.  Voor wie?  Voor jezelf natuurlijk.  Je baas, partner, ouders of leraar zouden met veel minder inspanning van jou al meer dan tevreden zijn.  Perfectie is zeer uitputtend en kan je naasten vaak sterk op de heupen gaan werken. 

 Tegenwoordig kan je voor alles en nog wat een verzekering nemen, zelfs een uitvaartverzekering.  Wel, als ik doodga – en dat ik op een dag zal sterven, is het enige dat ik met zekerheid weet – hoef ik geen grootse begrafenis in een pracht van een mahoniehouten kist of zo.  Ik zal het toch niet meer weten en hoe minder die ganse onderneming kost, hoe meer mijn nabestaanden overhouden om van hun leven te kunnen genieten, of niet soms?

Voor velen biedt geld de zekerheid op een gelukkig leven.  Is dat zo?  Word je gelukkig omdat je veel geld hebt?  Dat weet ik niet.  Geld maakt het leven gemakkelijker, dat is waar, want alles kost geld, maar wat moet je er allemaal niet voor opofferen om véél geld te verdienen?  Dure jobs vergen het onderste uit de kan en eisen dat je voor je werk leeft.  En je gezin dan?  En jij zelf dan?  Nou ja, je verwent je dan maar met een peperdure auto, een mooie villa en een super-de-luxe vakantie om dat allemaal te compenseren.  In plaats van ’s avonds gezellig wat te koken, haal je er nog maar eens een babysit bij en ga je uit eten.  Geen tijd meer voor de kinderen, geen tijd meer voor elkaar, geen tijd meer voor een diepgaand gesprek.  Alles voor het werk en het luxeleventje dat het meebrengt.  Dat heet dan gelukkig zijn, zeker.     
En dan pech: herstructurering, faillissement, loonsinlevering,noem maar op.  Job kwijt, dure afbetalingen met alle gevolgen van dien.  Zekerheid bestaat nu eenmaal niet.  Het is pure menselijke illusie.  Sorry als ik jou hierdoor nog meer angst bezorg, maar het zal verder nog wel duidelijk worden waarom dat niet zo hoeft te zijn.

Controle, macht

 Een andere vorm van zekerheid is de uitoefening van controle en in ergere mate, macht.  Als je alles onder controle houdt dan heb je macht.  Dat kan zijn macht over anderen, macht over een situatie, macht over jezelf (jezelf onder controle hebben).  Jezelf, je gedachten en handelingen onder controle krijgen is ten zeerste aan te bevelen ter bevordering van zelfontplooiing en bewustwording.  Anderen kan je nooit echt onder controle houden.  Je kan daar misschien vanuit gaan, maar vroeg of laat verlies je die controle en dan ruimt het gevoel van veiligheid en zekerheid het veld voor onzekerheid, angst.

De meeste mensen beseffen niet eens dat die hunker naar controle en macht gevoed wordt door hun angst om de grond onder hun voeten te verliezen.  Als zij enkele keren de controle verloren hebben, worden ze onzekerder en bij de minste tegenkanting gaan ze er tienvoudig op achteruit, waardoor zij aan zichzelf gaan twijfelen, de verkeerde besluiten trekken en de verkeerde beslissingen nemen met als gevolg dat zij de moed verliezen en wegzinken naar een bodem van machteloosheid, futloosheid en angst om dit nooit te boven te kunnen komen.  Het komt niet zelden voor dat succesvolle managers en hooggeplaatsten in de psychiatrie belanden.  Burn-out is ook een typische aandoening van managers.

 Verdriet

 Als we verdriet hebben om een dierbaar iemand die ons verlaten heeft, is dat niet voor die persoon, maar om onszelf.  We zullen het vanaf nu moeten stellen zonder die persoon.  Van nature staan wij wantrouwig en onrustig voor het onbekende en dat is waar we angst voor hebben en wat ons verdriet veroorzaakt.  We komen in een nieuwe situatie waarbij we al het oude vertrouwde kwijt zijn.  We kunnen er niet meer op rekenen dat die persoon ons zal koesteren, steunen, zijn of haar gebruikelijke klusjes doen.  Kortom we hebben het gevoel er nu alleen voor te staan.  Dit gevoel maakt ons verdrietig en is in wezen angst voor het onbekende.

Een nieuwe situatie kan ons ook verdrietig maken.  Er is iets veranderd, maar niet ten goede.  We missen de dingen zoals ze vroeger waren, maar zijn niet in staat om ze terug te halen.  We kunnen de nieuwe situatie misschien wel aanvaarden met ons verstand, maar niet met ons hart.  We voelen er ons rot en verdrietig bij en worden op de duur neerslachtig.  Tenslotte komt de vrees dat we niet meer uit die neerslachtigheid zullen geraken en zakken mogelijk weg in een depressie.  Een voorbeeld:

Els heeft een baantje als secretaresse waarbij ze zich tamelijk goed voelt.  Ze verdient wel niet zoveel, maar vindt er toch haar draai.  Haar man, krijgt op zijn kantoor een aanbod om in Azië te gaan werken, waardoor hij niet alleen een flinke promotie maakt, maar meer dan het dubbele kan verdienen dan wat zij nu samen verdienen.  Hij bespreekt het met Els en ze besluiten het erop te wagen.  Eens ter bestemming aangekomen verloopt alles prima, maar na een tijdje is Els er nog steeds niet in geslaagd om vrienden te maken.  Ze leert de lokale taal, maar die is voor haar zo moeilijk dat ze er niet veel van bakt.  Op die manier is het moeilijk om vrienden te maken, maar zelfs al kende ze de taal heel goed, dan nog zou ze het moeilijk hebben om door de lokale bevolking echt aanvaard te worden.  Ze mist haar familie en vrienden uit haar vaderland.  Het is niet wat ze zich ingebeeld had.  Haar man heeft het druk en ze zit vele avonden alleen.  Ze wil ook niet bij hem klagen, want hij lijkt er geen problemen mee te hebben en ze wil hem daar niet mee lastig vallen, want hij heeft het al druk genoeg.  Dus slikt Els het maar in haar eentje door…

 Dit lijkt misschien een extreem geval, maar mensen die bijvoorbeeld bij de ambassades werken en om de drie, vier jaar naar een ander land verhuizen hebben het niet zo gemakkelijk als ze het allemaal laten uitschijnen.  Tal van hen zijn in psychotherapeutische behandeling, net zoals hun partners.

Achter een opwelling van verdriet kan ook een ander verdriet schuilen, een verdriet dat nog onverwerkt is en sluimerend onder de oppervlakte leefde.  Dat oude verdriet zat te wachten om weer naar boven te komen en heeft gretig gebruik gemaakt van de huidige verdrietig makende situatie om mee uit te breken en aldus het huidig verdriet veel heviger te maken dan men normaal zou kunnen verwachten.  Het verdriet staat buiten proportie voor de actuele situatie die eerder fungeert als een soort dekmantel voor het oude verdriet.  Zonder het te beseffen schuift men de totaliteit van het verdriet op de nieuwe situatie en is men er zich niet van bewust dat er nog iets anders kan zijn dat dit verdriet veroorzaakt.  Zo een oud verdriet kan ook losbarsten zonder enige directe aanleiding.  Als extraatje komt er dan nog onbegrip bovenop.  “Wat gebeurt er toch met mij?” of “Wat heb jij toch zeg?”

Een bijkomende moeilijkheid is dat elkeen zijn eigen tijd nodig heeft om dingen te verwerken, dus ook verdriet.  Hoe lang moet je verdriet hebben?  Hoe lang mag je verdriet tonen?

Schuldgevoelens

 Telkens wanneer we het gevoel hebben niet te voldoen aan wat onze naaste omgeving van ons verwacht krijgen we te maken met schuldgevoelens.  We voelen ons schuldig omdat we faalden, omdat we zonder rede boos werden, omdat we iemand verwijten naar het hoofd geslingerd hebben die we niet echt meenden, omdat we iemand tot last zijn, omdat we tekort geschoten zijn, omdat we anderen in moeilijke situaties brengen.  Zijn er nog redenen om schuldgevoelens te krijgen?  Heel zeker, ik ken er nog geen honderdste van.  Schuldgevoelens creëren angst want we zijn bang dat de anderen ons zullen in de steek laten, ons niet meer zullen accepteren, ons als een blok aan hun been zullen zien.  We zijn ook bang dat we telkens opnieuw diezelfde fouten zullen maken, dat we het nooit zullen leren en dat we alleen maar een last zijn voor onze naasten en de omgeving.  We zijn lang niet zoveel waard als de anderen want wij doen niets dan stommiteiten, we kunnen niets doen dat goed is.  “Hoe zou er in Gods naam toch iemand van mij kunnen houden?  Hoe zou ik van mezelf kunnen houden?”  Klinkt dat bekend? 

 Zorgen, zorgen en nog eens zorgen

Ons zorgen maken is een soort bedekte vorm van angst.  Wie zorgen heeft beseft vaak niet dat het stuk voor stuk angstgedachten zijn.  “Als dat maar goed afloopt!” en “En wat als…?” en “Waarom…?” zijn de zorgverwekkers.

Gaat het niet over onszelf, dan gaat het wel over onze partner, de kinderen, de kleinkinderen, ouders, enz...  Er is wel altijd iets of iemand waarover we ons zorgen kunnen maken.  We zijn vaak niet in staat om het leven van anderen los te laten.  Ook al willen we er ons niet eens mee bemoeien, het baart ons toch zorgen.  En bemoeien we er ons wel mee en uiten we onze zorgen (die toch op jarenlange ervaring berusten!!!), ze willen verdorie niet luisteren en ze zullen met open ogen hun hoofd tegen de muur stoten

We kunnen ons suf piekeren over de zorgen die we ons baren.  Steeds opnieuw draaien ze als een molentje rond in onze hersenen.  We geraken er niet doorheen.  We vinden geen sluitende oplossing.  Alvast niet voor de zorgen over onszelf.  Voor de problemen van anderen vinden we wel pasklare oplossingen, maar ja, die willen niet luisteren.  In beide gevallen geraken we gefrustreerd.  Zo lang we die zorgen niet kunnen loslaten zakken we alsmaar dieper, worden we ziek of krijgen psychosomatische klachten en zakken langzaam weg in een depressie.

Depressie

Depressie is geen angst op zich, maar is vaak een gevolg van angst, zorgen of verdriet.  De opstapeling en lange duur hiervan kan gemakkelijk leiden tot neerslachtigheid of wanhoop die op hun beurt een depressie in de hand werken.

 Anderzijds kan depressie ook een gevolg van levensmoeheid zijn, geen doel meer hebben of door zoveel tegenslagen de kern van het leven verloren zijn.  Depressie kan veel aanleidingen hebben die niets met angst te maken hebben, maar toch kan er een parallel getrokken worden in het ontstijgen van een depressie met het overwinnen van angst op het gebied van de methoden die hiertoe zullen omschreven worden.

 Paniekaanvallen zonder schijnbare oorzaak

 Op onverklaarbare wijze worden sommige mensen overvallen door een paniekaanval die uit het niets opduikt.  Meestal kan men wel ergens een aanleiding vinden, maar de intensiteit van de paniekaanval staat dan wel geheel buiten proportie met die mogelijke aanleiding.  Het kan gaan om een lichte mentale verzwakking door bijvoorbeeld stress ofwel is de aanleiding een bepaalde gebeurtenis of een uitspraak door iemand.

 In vele gevallen gaat het om een eenmalige aanval of vermindert de frequentie en intensiteit van de aanvallen door er niet te veel aandacht aan te besteden en het zoveel mogelijk los te laten.  Blijft het probleem echter aanhouden dan is er gevaar dat deze aanvallen uitmonden in een angstpsychose.  Voorzichtigheid is hier dus zeker geboden.

Meer dan waarschijnlijk ontstaat de eerste paniekaanval tengevolge van iets dat een verband legt met een oud trauma dat op zich niet meer in het geheugen aanwezig is, maar wel nog ergens in een schuifje van het geheugen zit.  De herinnering zelf zit te diep in de schuif opgeborgen om eruit te geraken, maar de emotionele reactie op het trauma ontsnapt wel zoals de stoom met grote kracht uit een snelkookpan vliegt terwijl de inhoud ervan niet onmiddellijk bereikbaar is.  Het betreft dan een niet of slecht verwerkt trauma dat via regressietherapie een goede kans maakt om nog op een degelijke manier verwerkt te worden.

Andere vormen van angst

 Er zijn uiteraard nog een heleboel andere vormen van angst, zoals hoogtevrees, claustrofobie, agorafobie, smetvrees, angst voor bepaalde diersoorten, om er slechts enkele te noemen.  Op zich genomen zijn die niet altijd zo erg, maar je zal er maar mee zitten.  Je moet er dag in dag uit mee leven en het maakt het moeilijk om op een “normale” manier die dingen te doen waar anderen geen probleem mee (lijken te) hebben.  Het is op zijn minst hinderlijk en je zal je zeker beter af voelen zonder.


Ontdek de onwaarschijnlijke mogelijkheden van hypnotherapie


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (72 Stemmen)
21-07-2006, 00:00 geschreven door Rustpunt  
20-07-2006
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.1. Inleiding
Klik op de afbeelding om de link te volgen

    1. Inleiding




De titel van dit boek zou wel eens oordelend of zelfs veroordelend kunnen overkomen.  Toch is het geenszins de bedoeling om een oordeel te vellen of je met een schuldgevoel hierover op te zadelen.  Het is inderdaad zo dat je jezelf een en ander aandoet, maar dat gebeurt niet bewust.  Wel is het zo dat als je door het lezen van dit boek je ervan bewust wordt dat het inderdaad zo is dat je het jezelf aandoet en je er iets kan aan veranderen met de technieken die in dit boek aangeboden worden.

Bijna iedereen heeft vroeg of laat te kampen met enigerlei vorm van angst, al dan niet in sterke mate.  Natuurlijk spreek ik hier niet over onze instinctieve, gezonde angst die bedoeld is om ons te beschermen voor allerlei gevaren.  Zo is er uiteraard een hemelsbreed verschil tussen een zekere angst als men zich op een onbeschermde plaats op grote hoogte bevindt - waar ik evenmin de clown zal uithangen - en hoogtevrees als men nog maar op een stoel staat.
Er bestaan zoveel vormen van angst.  Voor de buitenstaander zijn ze meestal totaal onverklaarbaar, op niets steunend of gewoon zelfs absurd.  Wie met angst zit kan er vaak zelf geen verklaring voor geven.  Het is gewoon zo. 

 Angst toont geen enkele fysieke tekortkoming.  Men kan het dus niet zien, behalve als er zich paniekbuien voordoen, maar dan is dat voor de buitenwereld ook maar een waanbeeld dat men met een druk op de juiste knop kan afzetten.  Er zal wel een pilletje zijn dat de oplossing biedt.  Sorry hoor, pillen kunnen misschien wat soelaas bieden, maar zullen je niet uit jouw lijden halen.  Mocht je kiezen voor erkende psychische begeleiding, zoek dan een goede psychotherapeut of een goede psychiater die tevens psychotherapie of gedragstherapie doet, want anders riskeer je binnen het kwartier weer buiten te zijn met alleen maar een voorschrift voor bij de apotheek.

 Het ergste is dat diegenen die met angst zitten zich niet begrepen voelen.  Vaak zal hun omgeving hen onbewust nog meer angst bezorgen, alleen al omdat die hen niet begrijpt.  De anderen zijn “normaal” en ik ben dat niet.  De anderen kunnen alles en ik kan niets…

 Zij die angst hebben, kunnen meestal zichzelf niet helpen omdat ze er zo door opgeslorpt worden, erdoor in beslag genomen worden, dat zij niet meer in staat zijn op een redelijke manier te denken.  Paniek is allesoverheersend, totaal verlammend.  Wanneer ze niet angstig zijn willen ze er niet aan denken.  Ze willen het zo snel mogelijk vergeten.  Uit zichzelf kunnen zij dus de oplossing niet vinden. 

 Daarvoor is dit boek bedoeld.  Het is gericht aan diegenen die angst hebben, maar evenzeer of zelfs meer aan diegenen die leven met iemand die angst heeft.  Angstige mensen hebben voortdurend bevestiging en herhaling nodig.  De oplossingen moeten hen voortdurend weer ingeprent worden als een soort hersenspoeling.  Zij hebben een absolute behoefte aan een coach waarop zij bijna te allen tijde kunnen terugvallen. 

 Angst en depressie zijn geen ziekten.  Het is belangrijk om dit te weten om zich niet te laten wegglijden in de persoonlijke onmacht tegen ziekte met de gedachte dat de dokter het zal oplossen.  De enige die er iets kan aan doen is de persoon zelf.  Juiste steun en hulp van buitenaf zullen zeker een snellere herstelling teweegbrengen, maar niemand anders kan het doen in plaats van de persoon zelf.  Dit wil niet zeggen dat de persoon zich schuldig dient te voelen om tot die geestelijke toestand teruggeslagen te zijn.  Schuld bestaat niet, tenzij er opzet mee gemoeid is en ik geloof niet dat iemand met opzet angstig of depressief wordt.


Ontdek de onwaarschijnlijke mogelijkheden van hypnotherapie


0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (136 Stemmen)
20-07-2006, 00:00 geschreven door Rustpunt  

ANGST
(Roy Martina)

Aangeleerde
Negatieve
Geloofsovertuigingen
Systematisch
Toegepast
E-mail mij

Als je opmerkingen over het boek hebt of mij persoonlijke vragen wil stellen, kan je die hier altijd kwijt. Ik probeer zo snel mogelijk te reageren.


Hoe overwin je onzekerheid ?
(“The Masters”, Brian Weiss, uit “Achter de waarheid van de dood”)

“Bedenk”, zei de stem, “bedenk dat steeds iemand van je houdt.  Je wordt steeds beschermd, je bent nooit alleen… je bent een wezen van licht, wijsheid en liefde… je kunt niet vergeten worden.  Je wordt niet over het hoofd gezien of genegeerd.  Je bent immers niet je lichaam; niet eens je hersenen, alleen je geest.  En al wat je hoeft te doen is ontwaken, je alles herinneren.  Geest heeft geen ruimte, geen grenzen, niet die van je lichaam, niet van het intellect of van je gedachten.


Als een Kind
(Jedidja)

‘k Wil zijn als een kind
als het spelende kind
dat lacht naar het leven,
dat alles bemint.
‘k Wil zijn als het kind
dat door liefde gevoed,
de vreugde bezit
van een zuiver gemoed.
‘k Wil zijn als het kind
met zijn open gezicht,
zijn heldere lach
en zijn ogen vol licht.
‘k Wil zijn als het kind
dat eenvoudig en rein
de kleinste,
de minste,
van allen wil zijn.

Vrees niet
(Monda De Munck)

De beproevingen die wij op onze weg ontmoetten,
zijn niet deze die wij verwachtten,
en het geluk dat ons te beurt valt,
hadden wij nooit vermoed.


Gevoel en intellect,
de menselijke kwaal
(Ramesh Balsekar)

Menselijke wezens gaan er in beginsel vanuit dat ze verschillend zijn van andere objecten. Maar ze zijn alleen in zoverre verschillend, dat menselijke wezens net als dieren en insecten extra uitgerust zijn met het vermogen te voelen.
Het menselijk wezen heeft het vermogen te voelen én hij heeft intellect. Als gevolg van de aanwezigheid van intellect wil het menselijk wezen vragen stellen.
Evenzeer is het het intellect dat hem zich ellendig laat voelen. Als er een dreigend gevaar gevoeld wordt, is het dier onmiddellijk waakzaam. Maar zodra het gevaar geweken is, ontspant het dier zich. Onder die omstandigheden laat bij het menselijk wezen het intellect hem vooruit blikken. Hij zegt: "Wat zal ik doen als er iets gebeurt? Wat zal ik doen als het niet gebeurt?"
Dus het intellect brengt een gevoel van angst met zich mee, omdat het intellect zekerheid wil. Het intellect verwerpt verandering en wil zekerheid. Omdat dat soort van denken bij het dier er niet is, maakt het zich geen zorgen over zekerheid.

Daar is geen bezorgdheid.

Er is geen bezorgdheid, omdat er geen verstand is dat denkt of begrippen en denkbeelden maakt.


Ik ben dat niets
(Ramesh Balsekar)

In het tijdperk van kleine koninkrijken was er eens een gelegenheid om feest te vieren. De koning, zijn ministers en alle belangrijke mensen zouden bijeenkomen. Alle mensen kregen een plaats toegewezen volgens de hiërarchie. Er was een troon voor de koning. De eerste minister wachtte op de komst van de vorst en het begin van de plechtigheid.
Plotseling komt er een soefi mysticus in haveloze kledij binnenwandelen. Tot afgrijzen van de premier loopt hij recht op de troon af en neemt plaats.
"Wat denk jij dat je doet?" De soefi zegt: "Ik zit hier alleen maar."
De minister zegt: "Je bent niet eens de premier, want dat ben ik." De soefi zegt: "Ik ben meer dan de eerste minister."
De minister vraagt: "Ben jij soms de koning?" De soefi antwoordt: "Nee, ik ben niet de koning. Ik ben meer dan de koning."
De minister vraagt: "Ben jij de keizer?" De soefi antwoordt: "Ik ben niet de keizer. Ik ben meer dan dat."
Dus vraagt de minister: "Ben jij dan de profeet?" "Nee, ik ben niet de profeet. Ik ben meer dan dat."
Uiteindelijk vraagt de eerste minister ten einde raad: "Ben jij dan God?" De soefi antwoordt: "Nee, ik ben niet God. Ik ben meer dan dat."
Vervuld van ergernis roept de minister uit: "Maar niets is meer dan God!"
Zegt de soefi: "Precies, ik ben dat niets."


(adsbygoogle = window.adsbygoogle || []).push({});

Blog tegen de wet? Klik hier.
Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs