Vanuit Tikal gaat het in een hele lange fietsdag richting Belize. In een eerste fase zijn de wegen best aanvaardbaar. De benen zijn ondertussen beresterk en in de eerste 4 uren maal ik ruim 100 kilometer af. Daarna gaat het van kwaad naar erger. Onverharde wegen baren me al lang geen zorgen meer, maar hier werd het toch indrukwekkend. Aan amper 10 km/u probeer ik zoveel mogelijk putten te ontwijken. Zo nu en dan wordt de fiets tot meer dan de helft van de wielen ondergedompeld in het water. Als bij wonder slaag ik er steeds in op de fiets te blijven en de waterdichte tassen bewijzen hier hun nut. Belize is een beetje een vreemde eend in de Centraal-Amerikaanse bijt. Relaxen lijkt hier een levenskunst te zijn en de gemiddelde bevolking beheerst die kunst met een bewonderenswaardige kalmte. De inwoners zijn het best te vergelijken met Benjamin. Wie zich in mijn periode doorheen de RENO geworsteld heeft, krijgt nu meteen het beeld van een altijd lachend zwart rastamannetje. De specialiteit van Ben (de hele naam uitspreken kost hem teveel moeite) is niets doen; hij is daar dan ook behoorlijk goed in!
Hij probeert ons altijd wijs te maken dat zijn roots in Kongo liggen, maar plaats hem in Belize en hij past perfect in het plaatje! 90% van de bevolking hier is zwart. De overgrote meerderheid van de mannen heeft een indrukwekkende bos rasta's op z'n hoofd hangen en specialiseert zich in het roken van dikke joints en het luisteren naar reggeamuziek. De voertaal is een grappige mengelmoes van Engels, Spaans en een beetje van hun eigen ingrediënten. Het lijkt heel belangrijk om aan het eind van iedere zin nog eens langgerekt "man" te zeggen... De natuur is van een ongekende schoonheid. In het binnenland overheersen heuvels en dichte wouden. Regelmatig passeer ik een rivier waar altijd locals aan in het ontspannen zijn. Op zoek naar wat verkoeling volg ik meestal hun voorbeeld.
Het neemt me een dag of 3 in beslag om tot aan de kust te fietsen. Onderweg kan ik telkens bij de locals terecht. Ze ontvangen me met open armen. Elektriciteit of stromend water moet je hier nooit verwachten, maar het land en de rivier schenkt hen alles wat ze nodig hebben om hun rustige leventje zonder zorgen te kunnen leven...
De noordzijde van Belize is bezaaid met resorts en dure duiksites waar jaarlijks miljoenen toeristen met iets meer centen dan ik heen trekken om zich lekker in de watten te laten leggen. De zuidelijke kant is nog onontgonnen gebied. Hier beleef je net zoals in het binnenland nog de ongeschonden authenticiteit van een Caraibisch paradijs. Parelwitte stranden met wuivende palmen en azuurblauw water; helemaal voor mij alleen!
Ik fiets verder tot Placencia. Een landtong die 18 km ver de zee intrekt en populair is bij rugzaktoeristen. De 'weg' ernaartoe is een regelrechte aanslag op de fiets en mijn onderrug. Langzaam worstel ik me tot het dorpje Placencia. Bij aankomst bots ik meteen op de Australier Michael die ik in Mexico leerde kennen. Samen zijn we bijzonder sterk in het verkopen van klinkklare onzin en we trainen ons in de nationale sporten: chillen en rondhangen...
Langer dan 2 dagen kan ik het hier echter niet rekken. Het grootste nadeel aan Belize is dat de prijzen bijna op Europese standaarden liggen. Mijn budget wordt dus aan hoog tempo gekelderd en ik besluit dat ik zo snel mogelijk naar het goedkopere Honduras moet. Om daar te geraken vertrekt om 9u30 een boot die je in 2 uren tot Honduras moet brengen. De kapitein heeft uiteraard geen haast en vertrekt om 11u. Een half uur later meren we ergens aan voor grensformaliteiten. De douanebeambte is er even niet, dus neemt iedereen maar tijd voor een hapje en een drankje. Uiteindelijk lopen we een vertraging op van goed 3 uren, maar niemand lijkt er om te malen; iedereen blijft vrolijk lachen...
|