Bericht voor nieuwe bezoekers aan deze site:
Dit is een blog, dat betekent dat je in het middengedeelte van deze site mijn recentste belevenissen kunt terugvinden. Je kunt hier telkens de laatste 20 berichten die ik heb achtergelaten lezen, de recentste staan bovenaan.
Wie hier voor het eerst komt begint dus helemaal onderaan de site of in het archief bij mei 2006
Wie oudere berichten wil lezen klikt in de rechter kolom op archief.
Klik op het zonnetje hieronder om te zien welk weer het momenteel is in de regio waar ik rondhang.
Onvergetelijke avonturen, pakken adrenaline, extreme kou, uitzonderlijke hoogtes, buitenaards mooie landschappen, heel veel goed gezelschap, nog maar eens de grenzen van mijn eigen kunnen afgetast... Alle ingrediënten om van de afgelopen week één van de meest memorabele van de reis te maken!! Nu heb ik weinig tijd, want het avontuur gaat aan superhoge snelheid voort, maar binnenkort komen jullie weer sterke verhalen en enkele van de allerbeste foto´s tegemoed!
Tot die tijd: alvast een heel leuke vakantie voor alle collega´s en studenten!
Ik vertelde jullie al dat La Paz zelf me niet echt kon boeien, maar dat de omgeving des te meer te bieden heeft. Één van die dingen kon ik als fietsreiziger onmogelijk links laten liggen. In de buurt van La Paz loopt namelijk "el camino de los muertos", vrij vertaals naar "the deathroad" of "de dodenweg". Op een hoogte van goed 4700 m start een duizelingwekkende afdaling. Oorspronkelijk gaat het over een goede asfaltweg, maar al snel verandert het traject in een kiezelpad. Aan de linkerkant is er nonstop een gigantische afgrond terwijl je tot 1300 meter daalt, werkelijk indrukwekkend. De dodentol op dit pad bleef in de eerste helft van 2006 op 43 slachtoffers steken. Voor wie het lot wil tarten worden vanuit La Paz tours georganiseerd om deze afdaling te fietsen. Ik informeer om dit met de eigen fiets te doen, maar dan kan ik geen verzekering krijgen en dat wil ik mijn oudjes toch niet aandoen... Ik krijg een blitse Trek met vering en schijfremmen onder mijn kont geschoven en zie het helemaal zitten! Toch valt het me in den beginnen zwaar tegen. Ik zit met twee koppels opgescheept en de twee gidsen willen de groep koste wat het kost samen houden. Het stuk op de asfaltweg moet ik me beperken tot het bestrijden van de kou en de vaak. Op de offroad laat ik af en toe een groot gat om dat in 1 ruk toe te knallen en dus kan ik me al iets meer uitleven. Jammer genoeg beperkt de bewolking en de regen het zicht, dus van mooie vergezichten is amper sprake. De dieperik inkijken is echter steeds weer zeer spektaculair! Toch moet ik er steeds gaan bijdenken dat ik met mijn eigen volgeladen tweewieler af veel en veel gekkere afdalingen heb gereden. Net terwijl ik me zit te bedenken dat het eigenlijk zonde is van mijn geld, komt de achterste gids naast me rijden. Hij heeft in de mot dat ik wel met een fiets overweg kan en dat ik me begin te vervelen. Hij komt me vertellen dat er ons maar een half uurtje meer rest en dat ik me daarin mag uitleven. Ik kan de glimlach op mijn gezicht niet verbergen en vraag hem hoe ik weet waar het afgelopen is. Hij gaat ook aan het lachen en daagt me uit. Er wacht ons een lekker stuk afdaling en een slotklimmetje van zowat anderhalve kilometer, boven is een dorpje. Als ik voor hem in het dorpje aankom hoef ik de 38 dollar niet te betalen!! Ik check nog even of hij het wel meent, maar nog voor ik antwoord krijg gaat hij er als een bezetene vandoor. Het is duidelijk dat hij de afdaling kent als zijn broekzak, dus moet ik me beperken tot het op een veilige afstand volgen van zijn spoor. Na een tijdje kijkt hij om en zie ik de verbazing op zijn gezicht dat ik nog volg. Hij is merkbaar vastberaden me er af te rijden en drijft de risico's wat op. Het is onverantwoord dat ik in deze natte steenslag met de dieperik aan mijn linkerkant de limieten opzoek, maar wie dit hier af en toe heeft gevolgd weet dat er geen stoppen aan is als de adrenaline eenmaal de bovenhand haalt. We leven ons helemaal uit, tot op de limiet en erover. Meer dan eens voel ik zowel voor- als achterwiel schuivers maken. Meer dan eens komen beide wielen los van de grond en meer dan eens kom ik akelig dicht bij de afgrond, maar ik bijt me vast in het achterwiel van de gids... Zodra het slotklimmetje begint ga ik naast hem rijden. Hij kijkt me met vragende ogen aan en een tikkeltje arrogant geef ik hem een 'Paul-Herrygers-schouderklopje'. Ik ga recht op de trappers staan en met een paar stevige lendenrukken laat ik hem voor goed achter. Gedreven door de adrenaline en de bijna 10 000 trainingskilometers ga ik niet meer neerzitten en maak er 1 lange sprint van. Terwijl ik sta na te genieten komt de brave man met een groen lachje op zijn gezicht ook aangereden. "Coureurs scheren toch hun benen?", zegt hij. Hij daagt nooit toeristen met geschoren kuiten uit, maar dit keer heeft hij duidelijk buiten de waard om gerekend... Nog maar eens Lucky Ruben dus! Ik slaag er in Bolivië sowieso al niet in om mijn dagbudget van 25 euro uit te geven en dan laten ze me de leukste dingen ook nog eens gratis doen...
Na een uiteindelijk toch nog leuke afdaling van de deathroad wil ik weer mijn eigen grenzen verkennen. Vanuit La Paz zie je overal de majestueuze berg 'Huayna Potosí' uitdagend loeren. Deze imposante mastodont van 6 088 meter hoof is bij alpinisten vanover de hele wereld beroemd en berucht vanwege "La Pared" of "De Muur"... Op een hoogte van ruim 5800 meter wacht de dappere klimmer namelijk een beest van een afsluiter. Door velen begeerd, lang niet voor allen weggelegd besluit ik de uitdaging aan te gaan.
De klim wordt over twee dagen verdeeld. Ik vertrek vanuit La Paz samen met twee sportieve Denen van 22 jaar en een lokale gids. We krijgen een heleboel klimuitrusting mee, maar de eerste dag is dat alleen maar extra belasting. We vertrekken namelijk op een geplaveid pad. De temperatuur is hier nog om en bij de 15 á 20 graden en met de zware rugzakken (met klimlaarzen, crampons, ijsbijl, slaapzak, eten en drinken, ...) is het zweten geblazen. Langzaam maar zeker vervaagt het pad en uiteindelijk houdt het op te bestaan. De lucht wordt ijler, de temperatuur daalt, de omgeving wordt ruwer en robuuster en het gevoel dat we een berg aan het beklimmen zijn maakt nu echt zijn intrede.
Die dag zwoegen we ons tot het 'highcamp'. Op 5130 m hoogte wacht ons een berghut waar we in de vooravond moe maar tevreden onze zware rugzakken kunnen droppen. We genieten van een zoveelste schitterende zonsondergang en duiken heel vroeg de slaapzak in voor wat een ijskoude nacht beloofd te worden...
Geduld oefenen leer je in Zuid-Amerika op de harde manier. Nu is het ook even aan jullie... Ze schoppen me buiten uit het internetcafé, dus moeten jullie eventjes geduld oefenen om te weten of we uiteindelijk de magische kaap van de 6000 meter hebben weten te overschrijden!
Morgen meer nieuws over de beestachtige klim en de onvergetelijke dagen die daarop volgden. Er is ook een nieuw filmpje op weg en zoals beloofd komen er ook een heleboel schitterende foto's online.
Toen ik in La Paz was vierden ze daar 'San Juan', de langste en koudste nacht van het jaar... Reden om alles waar ze beslag op kunnen leggen in brand te steken, om tonnen vuurwerk af te steken en om liters gluhwein naar binnen te gieten. Je kunt je dus gaan inbeelden dat het daar op meer dan 5000 meter alweer een ijskoude nacht zou gaan worden. Ik was echter voorbereid en met vele lagen kleren kruip ik in een dikke slaapzak en trek daar nog eens mijn eigen flinterdunnen slaapzakje boven. Rond 18u zitten we er al in, want het is de bedoeling om om middernacht op te staan en ons klaar te maken voor een zoveelste avontuur.
Mijn nachtrust verloopt jammer genoeg ver van ideaal. Er liggen in de berghut 12 dapperen (gidsen inbegrepen) en er zijn er duidelijk enkelen die last hebben van de ademhaling. Er wordt naar hartelust gesnurkt en aan weerszijden heb ik een Deen die heftig in mijn gezicht ligt te blazen. Bovendien heb ik voor het eerst verschijnselen die wijzen op soroche (hoogteziekte). Ik heb schele koppijn en veel zin om over te geven. Het ene moment zweet ik me te pletter in al mijn kleren en enkele minuten later lopen koude rillingen over mijn rug. Van slapen komt amper of niets in huis. Ik draai en keer me in alle mogelijke posities en maak van pure ellende enkele uitstapjes naar buiten. Een bijzonder heldere maan verlicht de witte bergflanken en dit fraaie tafereel verzacht de pijn toch een beetje. Als we om middernacht gewekt worden voor het ontbijt twijfel ik ten zeerste of ik hier wel wil aan beginnen. Opgeven staat niet in mijn woordenboek, maar ergens niet aan beginnen gaat me veel beter af. Terwijl iedereen zich enthousiast begint op te maken blijf ik nog even liggen, maar de blijde gezichten om me heen steken het vuur toch aan de lont. Ik sleep me van mn flinterdunne matrasje en bij het stevige ontbijt prop ik mn mond vol met cocabladeren. Als grondstof voor cocaine en de verdoving van tandartsen missen deze bladeren hun effect niet. De hele dag lang lopen we er met zn allen naar hartelust op te kauwen...
Rond half 2 `s morgens staan we paraat. Ik heb van het agentschap alle nodige materiaal en kledij in bruikleen gekregen. Lekker warm en comfortabel. Ik lijk wel zo'n beetje op de kleurboek van een driejarige; maar soit... Vandaag verloopt het volledige traject over ijs en sneeuw. Onder de stevige sneeuwlaarzen komen crampons. Dit zijn ijzeren onderstukken met gemene tanden waardoor het zo goed als onmogelijk wordt om weg te glijden en waarmee je je lekker in de sneeuwwand kunt vasthaken. We hijsen ons alle drie in een harnas en worden met een klimtouw en elkaar bevestigd. De bedoeling hiervan is dat de valpartij van een ongelukkige opgevangen wordt door de anderen die aan het touw hangen. Tot slot krijgen we ook nog een stevige ijsbijl mee. Na een korte uitleg en een beknopte oefensessie vatten we de klim aan. De hoop is om binnen 6 uur de top te berijken en daar de zon te zien opkomen...
Eenvoudige stroken zitten er op deze hoogte en op deze ondergrond nooit bij. Ondanks het feit dat ik bijna niet heb geslapen voel ik me toch in m'n nopjes. De maan verlicht nog steeds de hele omgeving, er zijn ontelbaar veel sterren aan het firmament en ik heb er nu wel lekker zin in om dit varkentje eens te wassen. Snelheid maken is niet de bedoeling. Voetje voor voetje schuifelen we vooruit. Elke inspanning kost hier pakken energie en het is zaak om nog wat over te houden voor "de muur". Na enkele uren gestaag opwaarts stappen wacht ons een eerste technische strook. We moeten een dertigtal meter recht omhoog. De ijsbijl gebruikten we voorheen gewoon als veredelde wandelstok, maar nu bewijst hij echt zijn nut. Telkens weer moet je dat ding hoog boven je hoofd in de ijswand zien te kloppen. Daarna gebruik je de combinatie van arm- en beenkracht om lijf en leden wat omhoog zien te werken. Doseren zit er hier niet in. Eenmaal boven moeten we allemaal even gaan zitten om naar adem te happen. Met veel plezier stel ik vast dat ik een pak sneller recupereer dan mijn gezellen en hier begin ik er in te geloven dat ik de top wel haal. Langzaam maar zeker tsjokken we verder. We zijn betrekkelijk laat vertrokken en nu beginnen we 1 voor 1 lijken op te rapen. Sommigen volharden in de boosheid, anderen keren met tranen in de ogen terug, zij halen het niet... Na een urenlange combinatie van afzien en genieten is het zover! We staan voor "de muur"... Al van heel ver zagen we hem blinken. Onmenselijk lijkt het als je er eenmaal voorstaat. Je bent helemaal aan het einde van je krachten en dan krijg je dit op je boterham. De enige mogelijkheid om de absolute top te bereiken is een imens steile wand van meer dan 250 meter hoog. Door het hoge steigingspercentage is rust of recuperatie op dit stuk geen optie. Het is alles of niets. Velen houden het ten einde raad op niets en wachten hier op de zon. Ook 1 van de Denen ziet het niet zitten... We kunnen hem echter overtuigen en na een preventieve pauze en een laatste stuk chocolade, een slok water en een nieuwe lading cocabladeren gaan we er tegenaan. Verstand op nul en tot het uiterste gaan, daar hou ik van! Ijsbijl inkloppen en omhoog. Ijsbijl inkloppen en omhoog. Ijsbijl inkloppen en omhoog... Ruim een uur doen we er over, maar het gevoel op de top is onbeschrijflijk!! De timing is perfect, aan de horizon zien we de kleurschakeringen en langzaam maar zeker komt de zon boven de grillige horizon piepen. Compleet uitgeput moeten we er even gaan bij liggen. Aan de andere kant van de berg zien we de schaduw van deze prachtige piek uitstrekken over de hoogvlakte tot aan het Titicacameer. In de bergvallei hangt een wolkendek dat samen met de opkomende zon voor een onvoorstelbaar kleurenspel zorgt... Trots nemen we de tijd om er even bij stil te staan. 6088 meter! Nog goed 2500 meter scheiden ons van het dak van de wereld, zo heb ik weer iets om van te gaan dromen...
Het gevoel op de top is voor mij weer een energiebom geweest, maar de Denen hebben het moeilijk. De afdaling weegt zwaar door op de dijbenen en er moeten heel veel pauzes ingelast worden. Na ruim drie uur dalen komen we afgepeigerd terug bij het highcamp. Tijd voor een lichte maaltijd, de rugzakken weer inpakken en nog een uur of 2 verder dalen...
Ook dit is weer maar eens een onvergetelijke ervaring geweest. Terwijl jullie daar mijn dagen zitten af te tellen heb ik het gevoel dat het steeds maar beter wordt en dat er geen einde lijkt te komen aan de aaneenschakeling van hoogtepunten!!
Eerlijk is eerlijk, jullie zijn niet de enigen die mijn dagen zitten af te tellen. Ik ben me ten volle bewust dat het begint in te korten en dus gaat het aan een iets intensiever reistempo. Na de tweedaagse klim waren we rond 16u terug in La Paz. Om 19u zat ik al in de lokale nahtbus naar Uyuni. In het busstation had ik gelukkig nog iets kunnen eten en was er zelfs een warme douche (vooral geluk voor wie die nacht naast me op de bus moest zitten). In de bus zit nog een toerist, een Israeli. Ik heb in mijn hele leven nog maar weinig Israeli's ontmoet die me niet op mijn zenuwen werken. Ze zijn over het algemeen ontzettend arrogant, luidruchtig en vuilpotten. Amid lijkt de uitzondering op de regel te zijn en bij aankomst in Uyuni gaan we die morgen meteen op zoek naar het goedkoopste agentschap voor een driedaagse excursie richting zoutvlaktes en dergelijke.
Een paar uur later zitten we in een LandCruiser. In ons gezelschap een chauffeur, een kokkin, twee Britten en een Japans koppel. We zetten koers richting zoutvlaktes. Deze plek ligt eigenlijk behoorlijk ver van mijn route af, maar ik had er al zoveel leuke dingen over gehoord dat de omweg wel gerechtvaardigd leek. En ik heb het me geen seconde beklaagd. We zitten hier constant tussen 3500 m en 5500 m hoogte, maar ooit was dit een oceaan. Bij het verschuiven van de platen raakte een stuk oceaan gevangen tussen reizende bergen en het water evaporeerde, maar het zout blijft voortbestaan. Resultaat is honderden kilometers (2000 km2) schitterende zoutvlaktes. Het betoverende landschap lijkt niet van deze planeet te zijn... We passeren bij een 'eiland' bezaaid met cactussen en overnachten in een hotel dat volledig van zout is gemaakt. Alles, maar dan ook werkelijk alles is van zout. Dat gaat van de muren, over stoelen en tafels tot zelfs de bedden...
De volgende dagen rijden we verder doorheen buitenaards lijkende taferelen. We komen nabij Chili waar ik voor de lol even de grens overspring en vlakbij de Argentinie. Het landschap varieert van dorre woestijn, over actieve vulkanen, tot sprookjesachtige lagunes bij besneeuwde bergen. Bij de vele stops leeft de spiderman in mij zich uit op de vreende lavaformaties. De extreem koude nachten proberen we te verzachten met grote hoeveelheden Boliviaanse en Chileense wijn. Ik moet zeggen dat het werkt! De ochtend van dag drie zijn we nog maar eens voor dag en dauw uit de veren. De zonsopgang maken we dit keer mee van bij geisers. De atieve vulkaanbodem puft onafgebroken sulferrook uit. In de bodem borrelt een heet goedje onder onze voeten. De stoom die het geheel afstoot stinkt naar rotte eieren, maar is zo lekker warm dat we er toch met veel plezier gaan bovenhangen. Rond 6u30 geeft de thermometer een temperatuur van -15 graden Celsius aan. Aangekomen bij natuurlijke warmwaterbronnen twijfel ik dan ook geen moment om de duik te maken. Voor de zoveelste keer word ik gek verklaard, maar al snel volgen mijn reisgezellen mijn voorbeeld en komt er nog wat volk het hete water in. Ik weet niet hoe het paradijs er uitziet, maar dit komt volgens mij aardig dicht in de buurt!
Drie dagen lang heb ik me op een andere planeet gevoeld. Geen tekenen van beschaving, enkel een aaneenschakeling van de vreemdst mogelijke landschappen, coole activiteiten en bovendien aangenaam gezelschap...
De zoutvlaktes hadden indruk op me gemaakt en het leek me een uitgelezen plek om met de fiets nog eens helemaal van de wereld te zijn. Bij terugkomst van de excursie bleef ik dus in Uyuni plakken en pakte de volgende dag mijn boeltje om te fietsen tot ik niets anders meer zag dan wit en blauw... Het lijkt allemaal fake en toch is het puur natuur! Alleen op de wereld, geen teken van leven te bespeuren! Geweldig!
In Bolivië zijn ze er nogal trots op om het te kunnen hebben over de hoogste... De hoogste hoofdstad van de wereld, het hoogste voetbalstadion van de wereld, het hoogst bevaarbare meer van de wereld, de hoogste top van het continent en nu ben ik in de hoogste stad van de wereld. Potosì is vooral bekend voor de mijnen waar alles nog in erbarmelijke omstandigheden en manueel gebeurt. Gisterenvoormiddag ben ik daar dus eens een kijkje gaan nemen en een mens zou er stil van worden. Het doet me eens te meer beseffen dat ik het getroffen heb als leraar in België en ik vrees een beetje als er weer eens een begint te zagen over zijn werk als ik terug ben, dat die een schop in zijn kont krijgt en hier eens mag komen kijken... http://www.youtube.com/watch?v=sQ6r7qNmNYc
Voorlopig hang ik nog wat rond in het verder wel gezellige stadje Potosì. Morgen spring ik weer voor een paar dagjes de fiets op en zeg zo voor goed (wat deze reis betreft) vaarwel aan het Andesgebergte.
Tijdelijke aanbieding: 'mini Lucky Ruben' hier gepresenteerd door Chester. Vervaardigd uit soepel plastiek is het gadget in alle mogelijke bochten te plooien, maar toch is het lekker zacht genoeg voor een warme knuffel! Praat echt!
Prijs: 30 Schriftelijk te bestellen via het secretariaat op het gekende adres. Aanbod geldig tot 9 augustus 2007.
It looks like it will be a close call on the vote on the right side of the blog. The vote is about the length of my hair by return to Belgium. At this very moment there is a tie of 94 votes between '11cm' and 'you will never come back at all'. Let me know what your opinion is! (btw: the 3 mm when I left was f*cking comfortable! and also a bit sexy?)
Op de poll over mijn haar gaat het er al de hele reis lang razend spannend aan toe. Oorspronkelijk ging het tussen drie resultaten, maar hoe langer hoe minder mensen lijken te denken dat ik mijn haar nog weer afscheer vooraleer ik terugkeer (dat was nochtans belachelijk comfortabel!!) Met precies 383 stemmen is er voorlopig een ex-eaquo met 94 stemmen voor zowel '11cm' als 'Jij komt helemaal niet meer terug'.
Met nog iets meer dan een maand te gaan voor de oorspronkelijk voorziene terugvlucht heb ik het nog niet gemeten, maar begint het toch vulgair lang te worden en komt de 11cm misschien wel in de buurt. Aan de andere kant: ik amuseer me hier hoe langer hoe meer en bovendien lijken er rare dingen aan de hand te zijn ivm met mijn terugvlucht. Een teken aan de wand voor de laatste optie?
From Pisco in Peru I continued by bike to the town of Ica and I spent a couple of days in the beautifull lagoon of Huacachina. This lagoon is right on the side of sand desert that is bigger than the Sahara in Africa. It was the perfect spot for some relaxing, but also for crazy rides in sandbuggies and for a lot of sandboarding. After the break, the ride continued to Nasca, where I flew over the famous Nasca-lines. From Nasca I realized that I had to start moving a bit faster so I went to Arequipa by bus. It was great to come back to one of my favorite cities after 6 years and to see some old friends again. I already knew the area around Arequipa, Puno and the Titicaca-lake, so I started a busmarathon to La Paz. The highest capital in the world stroke me as dirty, chaotic and very touristy, but it's amazingly cheap and there's heaps to do in the area. That's how I had my kicks on the famous 'deathroad' downhillmountainbiking and I went climbing the 6088 metres high (19 976 feet) mountain Huayna Potosi. Exhausted as I was after that climb I took another bus to Uyuni. This is way off my route, but it has a 3-day excursion through the surreal saltflats and the extraterrestrial landscapes surrounding them! This was certainly worth the detour!! Rightnow I'm in Potosi, the highest city in the world. Tomorrow I start riding again and in a few days I will leave the Andes mountains behind me and head for warmer areas again...
De afgelopen weken waren dus superleuk geweest, maar nogal hectisch. Ik keek er naar uit om het weer wat rustiger aan te gaan doen, maar verrassend genoeg viel dat niet mee. De bedoeling was om in twee rustige dagen ontspannen de 160 km van Potosí tot Sucre te gaan afhaspelen. Ik wist maar al te goed dat het verlaten van Potosí wel eens spannend zou kunnen gaan worden. Boze mijnwerkers en studenten spannen over het hele land al enkele dagen samen om alle grote steden lam te leggen door middel van wegblokkades. Niets van verkeer raakt de 5 grootste steden van het land in of uit. 'Leven en laten leven', denkt Lucky Ruben dan en ik beproef mijn geluk toch. In de stad zelf passeer ik enkele studentenblokkades, maar die laten me met de glimlach passeren. Enkele kilometers verderop ziet het er minder rooskleurig uit. De mijnwerkers zijn een stuk radicaler dan de studenten en er ontstaat een hevige discussie of ze me laten passeren of niet. Ik slaag er in om met de glimlach de gemoederen te bedaren en uiteindelijk wenst het gezelschap me een vrolijke reis... Twee 'zwaantjes' hebben het gebeuren blijkbaar van op een afstand gevolgd en komen verhaal bij me halen. Ze zijn ontzettend verbaasd dat ik met fiets en al de stad uitgeraakt ben en dringen er voor mijn eigen veiligheid op aan om me een tijdje te escorteren. Mij lijkt het volledig overbodig, maar het is weer eens wat anders. Zo'n tiental kilometer lang rijden beide heren statig voor me uit. Als ik aanstalten maak om een foto te nemen gaat het vingertje streng de lucht in en duchtig heen en weer. Als ze er uiteindelijk genoeg van hebben kan ik vluchtig toch nog een wazig kiekje nemen. Ik bedank ze uitgebreid voor bewezen diensten en ze verzekeren me dat ik nu veilig verder kan. De politie: uw vriend!
Rustig peddel ik dus verder en na bijna 50 km gebeurt dan toch het ondenkbare! Na bijna 9 maanden en bijna 10 000 km op het Amerikaanse continent: een klapband!! Eerlijk is eerlijk, de achterband verloor al een tijdje geleidelijk aan minieme hoeveelheden druk. Te lui om mijn handen vuil te maken om een klein gaatje te zoeken en te plakken pompte ik elke dag een klein beetje bij... Uiteindelijk eist dat dus zijn tol. In volle afdaling en in een bocht is het van dat. Een plofje en de hele fiets gaat zwaar aan het slingeren. Een klapband op zich is geen probleem, uiteraard heb ik een reservebinnenband bij, maar bij het slingeren van de fiets is weer maar eens een spaak gebroken. Sinds ik in Peru vrede moest nemen met een minder sterke spaak is het evenwicht uit het acheterwiel ver zoek en nu breekt dus nog een spaak. Omdat het vooral bergaf gaat en ik vrees voor meer schade bij grote snelheden ga ik aan het liften. Dat valt natuurlijk niet mee, want er geraakt niets van verkeer de stad in of uit. Na goed een uur stopt dan toch een vrachtwagen en ik kan achteraan bij de rest van het liftende gezelschap.
Aangekomen in Sucre (zo'n 1500 m lager en dus lekker warm) besluit ik mezelf dan toch nog maar eens in de watten te gaan leggen. Het was geleden van toen ik in Noord-Peru ziek was dat ik nog eens echt goed onderdak had en dat is toch al bijna 2 maanden geleden. Bolivië is bovendien dé plaats om jezelf te verwennen. Voor de prijs van een goedkoop motel in de USA neem ik hier mijn intrek in een 4*-hotel recht op de Plaza de Armas. Er staat een ventje in apenpak klaar om de deur voor me te openen, ik heb een gigantisch en stevig bed, een warme douche mét druk op het water, een wc-bril, kabeltelevisie en als klap op de vuurpijl... een enorm ontbijtbuffet!
Het lijkt wel of ze het met opzet doen! Vrijgezellenfeesten en huwelijksfeesten terwijl Ruben er net even niet is... Speciaal voor de trouw van Christophe en Cindy bleef ik nog een weekje langer in het land. Maar tijdens mijn afwezigheid slaagden achtereenvolgens meneer en mevrouw Embo, meneer en mevrouw Strumaantje en meneer en mevrouw Lenny erin zich in de echt te verbinden. Vandaag 07/07/07 is het dan de beurt aan meneer en mevrouw Krukke. Ik was er graag bijgeweest, want de kans dat Krukke (hier op zijn vrijgezellenavond omringd door Strumaantje, Zwaaf en Vdb) weer één van zijn legendarisch lompe stunts uithaalt is behoorlijk groot. In gedachten ben ik er alvast bij en als alles goed gaat is er straks ook even online contact. Tot sebiets Dieter en in afwachting alvast een dikke proficiat voor beiden!
Zowel in een dorpje als in de stad ben ik met het fototoestel in de aanslag de straat opgetrokken voor een mini-reportage van 'het leven zoals het is: Bolivië'. Bedoeling was om vooral mensen en de gewone taferelen op de gevoelige plaat vast te leggen. Het langzame leven van elke dag, de tafereeltjes waar ik jammer genoeg niet meer vreemd van op kijk. Omdat de mensen steeds de schaduw opzoeken zijn de kleuren niet altijd ideaal en omdat ze liever niet gefotografeerd worden en ik me ook schaam om ostentatief foto's van hen te staan nemen, is de kwaliteit soms bedenkelijk. Maar ik hoop vooral dat ik een beetje een beeld kan scheppen van het dagelijkse leven hier. Hoewel, als ik me niet vergis hebben de fanaten van Peking-Express al een portie 'Bolivië zoals het is' achter de kiezen.
Mijn uittocht uit Bolivië deed me mn beide handjes samenleggen dat ik met de fiets op reis ben getrokken en niet steeds de onnoemelijk slechte bussen inmoest. Om tijd te winnen nam ik in Bolivië toch nog eens een bus richting Braziliaanse grens. Er werd me verteld dat de rit 18 uur in beslag zou nemen, maar omdat we om de haverklap stilstonden om wielen te vervangen en de motor te laten afkoelen werden het uiteindelijk 30 uren. In zo´n gammele bus is dat lastiger dan een hele dag op de velo!
De grensovergang tussen Bolivia en Brazilië was mijn allerlaatse van deze reis en meteen ook de eerste die me echte problemen oplevert... Voor het binnenkomen van Bazilië heb een bewijs nodig van inenting tegen gele koorts. Ik heb die inenting al lang geleden gehad en natuurlijk weet ik dus die inentingskaart nergens meer zijn. Ik had gehoopt dat wat goede uitleg of wat smeergeld me toch gemakkelijk over de grens zou brengen, maar niets is minder waard. Ze sturen me terug naar Bolivië waar ik 20 dollar zal moeten betalen voor de inenting, maar als klap op de vuurpijl moet ik bovendien nog eens 10 dagen wachten vooraleer ik het land in mag... Ik trek er me niet veel van aan en ga zonder stempel in mijn paspoort toch het land in tot de volgende stad. Ik probeer de volgende dag met een extra portie dollars in de hand nog eens, maar net als ik mijn hele uitleg heb gedaan en mn geld wil boven halen schiet de brave man achter me mij te hulp. Hij is blijkbaar arts in de stad en kan me gratis een inenting bezorgen. Bovendien verwijt hij de douanebeambte voor alles wat mooi en lelijk is en zorgt ervoor dat ik toch meteen het land in mag...
Met fiets en al en met alle papieren netjes in regel trek ik richting Pantanal. De Pantanal is een groene zone met de omvang van Frankrijk waar de beestjes het nog voor het zeggen hebben. Met een netjes georganiseerde tour trek ik samen met nog wat andere avonturiers doorheen rivieren op zoek naar kaaimannen en krokodillen. Bij de eerste die we vinden blijven we een kwartier staan gapen, maar ondertussen heb ik ze in alle maten en gewichten gezien; genoeg voor de volgende 20 jaar... We trekken te paard de wildernis in, gaan met een bootje naar pirana´s vissen en maken heel veel lange wandelingen doorheen de schitterende natuur... Na een dag of 4 enthousiast foto´s nemen gaat het met de bus verder naar Campo Grande. In de enige stad van enig formaat in deze uitgestrekte wildernis kijk ik naar de finale van de Copa America voetbal. 5 jaar nadat ik samen met Kurt getuige was van de Braziliaanse viering van het winnen van het wereldkampioenschap wou ik dit voor geen geld van de wereld missen! Brazilië veegde de vloer aan met favoriet Argentinië en won met droge 3-0 cijfers. Toch bleef het feestje ingetogen, de Copa America lijken ze niet zo héél belangrijk te vinden en bovendien waren ze niet te spreken over het spelniveau op weg naar de finale (ondanks een 6-0 in de kwartfinale)...
Daarna wou ik graag met de bus verder tot Sao Paolo om van daaruit Rio de Janeiro binnen te fietsen, maar niet 1 buschauffeur wou mijn fiets meenemen... De laatste 1600 km met de fiets afleggen is jammer genoeg geen optie omdat ik dan wel heel veel te laat zou zijn om vdb in Rio te gaan verwelkomen. In Campo Grande valt echter niets te beleven dus stap ik maar op een bus naar Rio en kom daar een dag of 2 te vroeg op mijn eindbestemming aan. Ik heb een beetje een dubbel gevoel bij mijn aankomst in Rio... Ik ben superblij dat ik mijn eindbestemming na een onvergetelijke tocht goed en wel bereikt heb, maar aan de andere kant was ik toch graag Rio binnengefíétst en bovendien betekent dit zowat het einde van mijn grote fietsavontuur... Gelukkig moet het iets mindere gevoel al snel plaats ruimen! Rio is een fantastische stad en in het hostal word ik alweer met open armen ontvangen. Ik spring snel de douche in en meteen trek ik met een internationaal gezelschap het Braziliaanse nachtleven in. Ik hou het hele toeristische gedoe tegoed voor als vdb hier is, dus doe ik 2 dagen en 3 nachten niets anders dan de allerleukste bars en clubs afschuimen en crashen op de beroemdste stranden van de wereld.
Op vrijdagavond ben ik ruim te laat om vdb te gaan oppikken, maar gelukkig heeft ook hij een pak vertraging, dus is er geen vuiltje aan de lucht. Beiden zijn we klaar om er andermaal 3 onvergetelijke weken van te maken en we zijn alvast in stijl begonnen! Ik laat Christophe zelf aan het woord over zijn eerste dagen hier en binnenkort laat ik ook de vele leuke foto´s op jullie los. Hou het hier dus in de gaten...
Na een lange en vermoeiende reis van een slordige 23 uur kwam ik op vrijdagavond aan in Rio de Janeiro. Gelukkig is alles goed verlopen al had ik geen zo´n goed gezelschap als toen ik naar Mexico vloog in december. In de aankomsthal zat Ruben me netjes op te wachten. We namen samen de bus richting hostal, waar Ruben reeds een tweetal dagen verbleef. Het hostal is eigenlijk vrij goed gelegen, op zo´n 200 meter van het gekende Ipanema beach dat naast Copacabana tot de gekendste stranden van de wereld behoort.
Eens ik al mijn bagage in het hosal gedropt had, gingen we nog kort even de buurt verkennen en namen we ook nog even de tijd om een stukje te eten. Uiteindelijk zat ik na 27 uur wakker zijn in mijn bed.
De volgende dag kuierden we wat rond in de stad en kwamen we zo in de buurt Lapa terecht. Van daaruit gingen we verder naar de Corcovadoberg. Op deze berg staat het 38 meter hoge Christusbeeld dat onlangs tot de wereldwonderen opgenomen werd naast de Chinese muur, het Colosseum in Rome,...Om tot de top te komen dienden we een treintje te nemen dat volgepropt was met toeristen. Maar dit was nog niks vergeleken met de massa mensen op de top van de Corcovadoberg. Echt ongelooflijk hoeveel volk daar was en hoeveel zotte stunten de mensen uithalen om toch maar een unieke foto te hebben van het beeld met al dan niet zichzelf er bij...Eerlijk gezegd lieten wij er ons ook toe verleiden...
Gisteravond pikten we een wedstrijdje voetbal mee : Vasco Da Gama - Atletico Minas Grais. Dit bleek een klassieker te zijn zoals wij Club Brugge - Anderlecht hebben...Wat we daar zagen is niet te vergelijken met wat we in België hebben...Relletjes voor de wedstrijden alom, en de politie die er eigenlijk niks aan doet en gezellig staat te kijken, 20.000 gekken samen in het stadion die 90 minuten zingen en het voetbal beleven op een manier die wij niet kennen, vuurwerk,...echt alles erop en eraan. Enig minpuntje was dat de gekende voetballer Romario niet meespeelde omdat hij zich wat ziek voelde. Toch zagen we hem vanop zo´n 10 meter in de loge zitten en genieten van de 4-0 overwinning die Vasco Da Gama behaalde.
Na het voetbal konden we nog meegenieten van de beachvolleybalfinale vrouwen. Op 13 juli zijn in Rio de Janeiro de Panamerikaanse spelen van start gegaan en wordt er in diverse sportdisciplines gestreden om de gouden plak. Op het strand van Copacabana was er een beachvolleytempel opgezet. Kaartjes om deze bij te wonen waren nogal duur maar vlak achter het stadion konden met een massa enthousiaste mensen de finale bijwonen op groot scherm. Deze finale werd beslecht tussen Cuba en...Bräzilië. Brazilië won die ook...Na de finale kuierden we over de stranden van Copacabana en Ipanema naar ons hostal.
Vandaag werd een (luie) stranddag. We besloten wel om de zonsondergang mee te pikken vanop de Suikerberg. We waren net op tijd boven met behulp van de kabellift. Vanop de berg heb je een prachtig zicht op Rio de Janeiro, zoals we ook vanop de Corcovadoberg hadden...We zagen het donker worden (vanaf half zes gaat de zon hier onder) en genoten nog even van de vele lichtjes die de stad rijk is...
Morgen verkassen we naar Paraty, een kustplaatsje zo´n 200 km ten zuiden van Rio de Janeiro.
Foto´s komen binnen enkele dagen online en een vervolg van het verhaal ook.
Na ons uitje naar de Suikerberg, gingen we nog iets drinken met een aantal hostalgenoten : 4 Mexicanen (die bezeten waren van Capoeira en die in Brazilië waren om deze sport nog beter onder de knie te krijgen), een Noor (die speciaal naar Rio gevlogen was om een oude geliefde te bezoeken maar twee uur na zijn aankomst prompt aan de deur gezet werd), een Braziliaan, een scheve Israëliet, twee Italiaanse zusjes, Lucky Ruben en ikzelf. Het werd een gezellige boel en we sloten de avond af met een pintje op Ipanema Beach omstreeks half vijf.
Maandag waren we eigenlijk van plan om verder te reizen naar Parati, een klein koloniaal stadje zo´n 200 km ten zuiden van Rio de Janeiro dat aan de kust ligt. De Italiaanse zusjes Lucia en Cinzia hadden het lumineuze idee om Ihla Grande te bezoeken voor een tweetal dagen en ze vroegen ons of we geen zin hadden om hen te vergezellen. Dit leek ons best gezellig en zo geschiedde. Maandagmiddag gingen we de bus op richting Angra Dos Reis om vandaar de boot te nemen naar Ihla Grande. Ihla Grande is een eiland dat voor de Braziliaanse kust ligt en was vroeger een pirateneiland, even later een eiland waar mensen met lepra gedropt werden en tot zo´n vijftig jaar geleden was er een gevangenis waar criminelen opgesloten werden.
Tijdens de bootreis leerden we een Braziliaan kennen die gerant was van een hostal op het eiland. Hij beloofde ons mooiste kamer van het eiland aan een zeer degelijke prijs. Waarom hij dit deed blijft voor ons nog steeds een raadsel maar hij hield zich wel aan zijn woord : Lucia, Cinzia, Ruben en ik kregen de kamer met een eigen balkon (met twee hangmatten : niet onbelangrijk) en dit met zicht op zee en de talrijke vissersbootjes die de kust rijk was. Dit alles voor de prijs van ongeveer 8 euro per man per nacht. Ongelooflijk! Dezelfde avond nog genoten we in de hangmatten op ons balkon van een aantal caiperiñas. Dinsdag werd een dagje genieten op een verlaten strandje. ´s Avonds was er een BBQ voorzien in een ander nabijgelegen hostal en na het eten barstte het feestje los. Het werd opnieuw een onvergetelijke avond ondanks het feit dat het water met bakken uit de lucht viel.
Op woensdag namen we opnieuw de boot richting Angra Dos Reis. Daar werd ook meteen afscheid genomen van de Italiaanse zusjes waarmee we een leuke tijd beleefden. Zij namen de bus richting Rio de Janeiro om vandaar naar Sao Paulo te reizen en in Sao Paulo het vliegtuig te nemen richting Buenos Aires (Argentinië) waar Lucia studeert. Ruben en ik namen de bus richting Parati waar we vanavond gearriveerd zijn. Morgen doen we het stadje zelf aan in de voormiddag en in de namiddag gaan we even de zee op. Als het mogelijk is nemen we morgenavond de bus richting Sao Paulo om dan vrijdag van daar naar Iguacu te vliegen. Er zijn nog veel plannen en we hebben nog een tweetal weken om deze werkelijkheid te maken. Brazilië maakt vast en zeker een heel goeie indruk op me en het bevalt mij (en Ruben ongetwijfeld ook) heel erg. Het wordt zeker opnieuw een onvergetelijke trip.
I was looking forward to the downhill ride to leave the Andes. Because of strikes by angry miners and students, nobody was allowed to leave the city. I tried my luck though and thanks to a motorised police-escort I made it out alive. But pretty promptly the fun came to an end when the backtire broke for the very first time in the entire trip and with that I also broke another spoke. I didn´t want to take the risk to keep on going downhill on the horrible Bolivian roads with a f*cked up wheel, so I accepted a ride in a truck... In Bolivia I took advantage of the rediculously low prices to splurge for a very last time. After the royal treatment in the fancy hotel I got onto a couple of the worst buses in the world. One ride was supposed to take 18 hours and ended up being a 30 hour comedy of changing wheels and taking breaks to let the engine and the driver cool down...
I bussed my way to the border between Bolivia and Brazil and planned on riding again from there on. My last bordercrossing seems to be the hardest though! On the Brazilian side they give me a very hard time because I can´t find my ´yellow fever vaccination card´. They tell me to go back into Bolivia to buy the vaccin for 20 US dollars and above all, I´ll have to wait for 10 days before I can get into Brazil. On one of the following attempts (the next day already) I have more luck. A Brazilian doctor is behind me in line and starts getting really very angry at the official who is giving me a hard time. The nice doctor drives me around time to get the vaccination and all the necessary paperwork for free and he convinces the guy at the border to skip the 10-day incubation period...
Thus I could make my way into the Pantanal. The Pantanal is an unspoiled natural zone the size of France. Here I take a 4-day tour on which we go looking for wildlife. I´ve seen enough cayman and crocodiles for the rest of my life now, but there was also a cool part of piranha-fishing. We went horsebackriding, saw some huge parrots, anteaters, monkeys, plenty of birds and mosquitoes... You name it, we saw it...
After the couple of days out of civilisation I arrived in the pretty big city of Campo Grande. Here I thought I would be ready for a great party. I´ll never forget the party Kurt and I had in the North of Brazil when they won the world cup 5 years ago. Now Brazil beat favorite Argentina in the final for the Copa America, but the party is in nothing comparable with the crazy scenes back then...
From Campo Grande I wanted to take one more bus to Sao Paolo so I could cycle into Rio de Janeiro (my final destination for this amazing adventure) from there. But none of the buscompanies was willing to transport my bicycle, so I ended up taking a bus straight to Rio. That means I was in Rio two days early and with a kind of a sad feeling. I really wanted to arrive ther by bike, eventhough it would only have been the last 400 kms. It also means I don´t make the 10 000 kilometer limit, not the biggest of my concerns, but that would have been nice... In Rio I try to drown my little dissappointment and in this amazing city that is not too hard at all! Arriving at the hostel I barely had time to take a shower and I was out barhopping already. I met some pretty cool people in the hostel and because I wanted to keep all the touristy stuff for when Christophe was here, I did nothing but barhopping, clubbing and crashing on the most famous beaches in the world...
On Friday I picked up Christophe and the last couple of day we´ve been doing some serious tourism. We went sightseeing in Rio, went to a crazy footballgame between Vasco da Gama (the team Romario plays for) and atletico Minas Gerais. Still that same night we watched the final of womens beachvolleyball for the Panamerican games on Copacabana and had a taste of the uncomparable atmosphere around there.
After even more sightseeing between the two of us, we left Rio. Together with two Italian sisters who were staying in our hostel as well, we headed for the idyllic island Ilha Grande. The weather was not that nice anymore, but the impressive environment and the great atmosphere at the hostel made up for that!
Sadly, the big bicycle-adventure is all over now... I looked forward to this for years and it all past by just like that! It has even been a lot better than I dared dreaming of and I´m sure I´ll have to be very old and senile before I forget about the great stuff I´ve been through!! Now I´ve still got two more weeks to enjoy Brazil together with my good friend VDB as a more or less normal tourist and after that... back to reality... a kind of scary...
Woensdagavond kwamen we dus aan in Paraty, een koloniaal kustplaatsje even ten zuiden van Rio de Janeiro...Meteen gingen Ruben en ik op zoek naar een hostal en met behulp van een local vonden we er een...Echt lang blijven in Paraty was geen optie, toch was het er echt heel mooi. Op donderdag kuierden we door de stad, verkenden alles even maar een boottochtje op zee zat er niet meteen in omdat het weer niet echt mee zat. Regenen deed het wel niet maar veel zonneschijn was er evenmin. Zo besloten we om op donderdagavond een bus te nemen richting Sao Paolo, wat zo´n 6u zuidwaarts rijden is. Omstreeks 22u kwamen we in Sao Paolo aan. Bedoeling was om zo vlug mogelijk het vliegtuig op te stappen richting Foz do Iguacu. Klein probleempje : we hadden nog geen vlucht gereserveerd, zelfs informeren hadden we nog niet gedaan. Na aankomst in Sao Paolo zochten we dus zo snel mogelijk een taxi op die ons naar de luchthaven Sao Paolo Congonhas kon brengen, de luchthaven waar een tiental dagen geleden een vliegramp was. De taxirit op weg naar de luchthaven verliep ook niet echt zoals verwacht. Een rit die 45 minuten duurde, een taxichauffeur die 99 keer z´n venster open en dicht doet, die zelfs de weg niet weet naar de luchthaven en zo minstens drie keer diende te stoppen om de weg te vragen,...Onderweg konden we enorm veel oppikken van Sao Paolo zelf maar de stad maakte niet meteen een goeie indruk op ons. Veel te groot en chaotisch en niet echt een aanrader om ze te bezoeken. Uiteindelijk kwamen we goed en wel aan in de luchthaven en zochten we meteen de eerste de beste vliegtuigmaatschappij op en vroegen wanneer de eerste vlucht richting Iguacu was. Na wat heen en weer geloop van de werknemers daar kregen we te horen dat we vrijdagmorgen om 7u40 een eerste vlucht konden nemen naar Iguacu. Veel vroeger kon niet dus zochten we meteen een plaats waar we voor een aantal uren konden genieten van onze welverdiende nachtrust na een lange dag. Deze vonden we meteen vlak voor de luchthaven : Ibis hotel...Wel wat prijziger dan de plaatsem waar we reeds sliepen maar voor een keer kon dit er wel van af. Uiteindelijk moesten we ´s anderendaags om 6u op om tijdig aanwezig te zijn in de luchthaven. Toen we wilden inchecken kregen we plots te horen dat we geen vlucht konden boeken, bij geen enkele maatschappij, naar geen enkele bestemming en dit tot en met 31 juli. Daar stonden we dan even te blinken. Plots diende zich een andere oplossing aan. De hostess vertelde ons dat ze wel een vlucht voor ons kon regelen maar dan dienden we te vertrekken van Sao Paolo Guarinho, de internationale luchthaven die Sao Paolo rijk is. Deze vlucht vertrok om 12u30 dus hadden we wel nog wat tijd om ons naar de andere luchthaven te begeven. Meteen boekten we ook nog een vlucht van Foz do Iguacu naar Salvador voor maandag, een vlucht die twee tussenstops bevat in Curitiba en in Rio de Janeiro. Toen we aan het wachten waren op onze vlucht, zagen we plots een cameraploeg op ons afstevenen. De journaliste sprak ons aan en toen we haar vertelden dat we Belgen waren, begon ze haar gesprek plots in vrij vloeiend Frans. Bleek dat ze 7 jaar in Charleroi gewoond had. Ze vroeg ons of we zin hadden in een interview. Dat mocht in het Frans, ze zou het dan zelf voorzien van ´subtitles´. Bleek dus dat er in de luchthaven Sao Paolo Congonhas heel wat problemen zijn en ze vroeg Ruben wat onze ervaringen waren met de ganse situatie, of we reeds problemen gehad hebben met onze maatschappij en dergelijke...Zo zijn Lucky Ruben en ikzelf hoogstwaarschijnlijk op de Braziliaanse TV geweest en werd onze beroemdheid hier nog wat uitgebreid.
Rond 14u30 vrijdagmiddag zijn we dus gearriveerd in Foz de Iguacu, met het vliegtuig weliswaar zonder noemenswaardige problemen. Foz de Iguacu ligt op de grens met Paraguay en Argentinie. Meteen pendelden we met de bus richting centrum waar we een mooi en vrij goedkoop hostal vonden. Vanop ons dakterras konden we de grens met Paraguay zien, amper 300m van het hostal vandaan. Na het vroege opstaan, het weg een weer geloop van luchthaven naar luchthaven, het vele wachten en al het ´getjool´, gingen we om 21u reeds slapen. We waren beiden echt uitgeteld.
Op zaterdag bezochten we, precies 30 jaar nadat Ruben z´n vader hier was, de watervallen van Iguacu op Braziliaans grondgebied. Dit is echt het mooiste wat we van natuurpracht gezien hebben in ons nog prille leven. We werden er zowaar stil van. Zo´n 270 watervallen rondom ons deden de grondvesten daveren en maakten een bijna oorverdovend lawaai. Later op de dag deden we nog aan rafting op de wilde Rio Iguacu, een unieke ervaring, dat zeker...Op zaterdagavond kraakten we nog een flesje wijn met twee vriendinnen die in Brazilie professioneel voetbal speelden. De ene was uit Canada, Quebec en de andere uit de USA, Texas...Nadien gingen we moe en tevreden slapen...
Zondag stond ons opnieuw een zware en lange dag voor de boeg. We bezochten de watervallen op Argentijns grondgebied en zo zijn we dus beiden een stempeltje rijker in onze internationale pas. Ons bezoek aan Argentinie was zowaar nog indrukwekkender. Het zicht op de watervallen was adembenemend en er was zoveel meer te zien als de dag voordien.
Zo sloten we onze trip naar Iguacu en zijn watervallen af. Morgen, maandag, loopt onze wekker om 4u af want om 6u gaan we de lucht in richting Salvador, een plaat waar we reikhalzend naar uitkijken. Als wat we over Salvador lezen klopt, dan zou het er aangenaam vertoeven zijn. De roots van Capoeira, de Braziliaanse gevechtssport, liggen er. Ook is het enorm gekend vanwege zijn vele en mooie stranden en de talrijke feestjes...We kijken er alvast naar uit.
Voor een Excel-bestand met heel wat gegevens zoals afgelegde afstand, gemiddelde en maximale snelheden enzovoort klik je op onderstaande link. Download file now. The link above will open an Excel-file with a detailed log of every single ride I made during this trip.