Bericht voor nieuwe bezoekers aan deze site:
Dit is een blog, dat betekent dat je in het middengedeelte van deze site mijn recentste belevenissen kunt terugvinden. Je kunt hier telkens de laatste 20 berichten die ik heb achtergelaten lezen, de recentste staan bovenaan.
Wie hier voor het eerst komt begint dus helemaal onderaan de site of in het archief bij mei 2006
Wie oudere berichten wil lezen klikt in de rechter kolom op archief.
Klik op het zonnetje hieronder om te zien welk weer het momenteel is in de regio waar ik rondhang.
Ik vertelde jullie al dat La Paz zelf me niet echt kon boeien, maar dat de omgeving des te meer te bieden heeft. Één van die dingen kon ik als fietsreiziger onmogelijk links laten liggen. In de buurt van La Paz loopt namelijk "el camino de los muertos", vrij vertaals naar "the deathroad" of "de dodenweg". Op een hoogte van goed 4700 m start een duizelingwekkende afdaling. Oorspronkelijk gaat het over een goede asfaltweg, maar al snel verandert het traject in een kiezelpad. Aan de linkerkant is er nonstop een gigantische afgrond terwijl je tot 1300 meter daalt, werkelijk indrukwekkend. De dodentol op dit pad bleef in de eerste helft van 2006 op 43 slachtoffers steken. Voor wie het lot wil tarten worden vanuit La Paz tours georganiseerd om deze afdaling te fietsen. Ik informeer om dit met de eigen fiets te doen, maar dan kan ik geen verzekering krijgen en dat wil ik mijn oudjes toch niet aandoen... Ik krijg een blitse Trek met vering en schijfremmen onder mijn kont geschoven en zie het helemaal zitten! Toch valt het me in den beginnen zwaar tegen. Ik zit met twee koppels opgescheept en de twee gidsen willen de groep koste wat het kost samen houden. Het stuk op de asfaltweg moet ik me beperken tot het bestrijden van de kou en de vaak. Op de offroad laat ik af en toe een groot gat om dat in 1 ruk toe te knallen en dus kan ik me al iets meer uitleven. Jammer genoeg beperkt de bewolking en de regen het zicht, dus van mooie vergezichten is amper sprake. De dieperik inkijken is echter steeds weer zeer spektaculair! Toch moet ik er steeds gaan bijdenken dat ik met mijn eigen volgeladen tweewieler af veel en veel gekkere afdalingen heb gereden. Net terwijl ik me zit te bedenken dat het eigenlijk zonde is van mijn geld, komt de achterste gids naast me rijden. Hij heeft in de mot dat ik wel met een fiets overweg kan en dat ik me begin te vervelen. Hij komt me vertellen dat er ons maar een half uurtje meer rest en dat ik me daarin mag uitleven. Ik kan de glimlach op mijn gezicht niet verbergen en vraag hem hoe ik weet waar het afgelopen is. Hij gaat ook aan het lachen en daagt me uit. Er wacht ons een lekker stuk afdaling en een slotklimmetje van zowat anderhalve kilometer, boven is een dorpje. Als ik voor hem in het dorpje aankom hoef ik de 38 dollar niet te betalen!! Ik check nog even of hij het wel meent, maar nog voor ik antwoord krijg gaat hij er als een bezetene vandoor. Het is duidelijk dat hij de afdaling kent als zijn broekzak, dus moet ik me beperken tot het op een veilige afstand volgen van zijn spoor. Na een tijdje kijkt hij om en zie ik de verbazing op zijn gezicht dat ik nog volg. Hij is merkbaar vastberaden me er af te rijden en drijft de risico's wat op. Het is onverantwoord dat ik in deze natte steenslag met de dieperik aan mijn linkerkant de limieten opzoek, maar wie dit hier af en toe heeft gevolgd weet dat er geen stoppen aan is als de adrenaline eenmaal de bovenhand haalt. We leven ons helemaal uit, tot op de limiet en erover. Meer dan eens voel ik zowel voor- als achterwiel schuivers maken. Meer dan eens komen beide wielen los van de grond en meer dan eens kom ik akelig dicht bij de afgrond, maar ik bijt me vast in het achterwiel van de gids... Zodra het slotklimmetje begint ga ik naast hem rijden. Hij kijkt me met vragende ogen aan en een tikkeltje arrogant geef ik hem een 'Paul-Herrygers-schouderklopje'. Ik ga recht op de trappers staan en met een paar stevige lendenrukken laat ik hem voor goed achter. Gedreven door de adrenaline en de bijna 10 000 trainingskilometers ga ik niet meer neerzitten en maak er 1 lange sprint van. Terwijl ik sta na te genieten komt de brave man met een groen lachje op zijn gezicht ook aangereden. "Coureurs scheren toch hun benen?", zegt hij. Hij daagt nooit toeristen met geschoren kuiten uit, maar dit keer heeft hij duidelijk buiten de waard om gerekend... Nog maar eens Lucky Ruben dus! Ik slaag er in Bolivië sowieso al niet in om mijn dagbudget van 25 euro uit te geven en dan laten ze me de leukste dingen ook nog eens gratis doen...
Onvergetelijke avonturen, pakken adrenaline, extreme kou, uitzonderlijke hoogtes, buitenaards mooie landschappen, heel veel goed gezelschap, nog maar eens de grenzen van mijn eigen kunnen afgetast... Alle ingrediënten om van de afgelopen week één van de meest memorabele van de reis te maken!! Nu heb ik weinig tijd, want het avontuur gaat aan superhoge snelheid voort, maar binnenkort komen jullie weer sterke verhalen en enkele van de allerbeste foto´s tegemoed!
Tot die tijd: alvast een heel leuke vakantie voor alle collega´s en studenten!
Ik heb even een versnelling hoger geschakeld. 't Is te zeggen, ik heb er een busmarathon opzitten. Vanuit Arequipa was het zowat 5 uur bus tot Puno aan het Titicacameer. Ook Puno en het meer (dat we uit de aardrijkskundeboeken kennen als het hoogst bevaarbare meer ter wereld) ken ik al, dus wou ik er niet al te lang blijven. Ik hoopte met de boot de oversteek naar Bolivië te kunnen maken. Dat kan, maar het prijskaartje valt me met 150 dollar toch een beetje tegen. Ik laat er geen gras over groeien en stap meteen op een bus naar Copacabana. Na nog eens ruim 3 uur bussen kom ik aan in Copacabana, nog niet mijn bekende eindbestemming in Rio de Janeiro, maar de Boliviaanse versie. Ik pik nog maar eens een schitterende zonsondergang mee en besef al snel dat hier verder niet veel te zien is... Ik zet mijn busmarathon dus verder en nog eens 3 uur later kom ik afgepeigerd aan in La Paz.
Er zijn nog maar weinig hoofdsteden die mij hebben weten te bekoren en ook al is La Paz de hoogste hoofdstad van de wereld, het vormt voor mij niet echt een uitzondering. Ik heb al veel reizigers gekruist die laaiend enthousiast waren over deze stad, maar op het eerste zicht lijkt de charme mij ver zoek. Oorspronkelijk zie ik enkel veel chaotische drukte, viezigheid en een opeenhoping van toeristen... Naar mate de tijd vordert moet ik mijn mening alweer een klein beetje bijschaven. Ik weet dan toch een leuk pleintje te vinden en slaag erin om de toeristenmeute wat te ontlopen. Bolivia is zonder twijfel met voorsprong het allergoedkoopste land van deze reis. Als ik in La Paz dan ook nog eens op een zwarte markt stoot die zowat de omvang moet hebben van het grondgebied Torhout, moet ik mijn koopwoede wat proberen te temperen. Mijn enige lange broek zag al een tijdje af. Hier en daar een hapering of een gaatje stoorden me niet, maar sinds gisteren liep ik letterlijk en figuurlijk met heel mijn gat bloot. Op zoek naar een lange broek dus. In België kan ik het met mijn lange, magere benen soms al eens moeilijk hebben om een broek te vinden, maar nu zit ik dus in Bolivië... Ik loop al zowat drie weken tevergeefs te zoeken naar slippers in een maat 46 en vrees een beetje voor de queeste naar een broek. Tot mijn grote verbazing vind ik betrekkelijk snel iets wat aanvaardbaar is. Het lijkt nog steeds alsof ik onder een trein heb gezeten (om de woorden van mij moedertje eens aan te halen), maar ik kan er toch mee over straat komen en mijn kont is tenminste bedekt. Ik moet me echt inhouden op deze gigantische markt. Alles van elektronica, over kleding tot voeding gooien ze hier echt aan belachelijke dumpprijzen naar je kop; maar een fietsreiziger die al een lijvige Spaanstalige bijbel meesleurt moet toch wat opletten...
Na Nasca was de volgende bestemming op mijn agenda Arequipa. Tussen Nasca en Arequipa liggen andermaal honderden kilometers dorre woestijn en een stevige klim tot goed 2800 m hoogte. Ik vertrek vol goede moed uit Nasca voor een totale afstand van net geen 600 km en omdat er wat haast begint bij te zijn hoop ik die in 5 dagen te kunnen overbruggen. Die hoop wordt echter al snel de kop ingedrukt. Een ziedende wind raast doorheen de woestijnlandschappen rondom Nasca en natuurlijk heb ik die recht op kop! Een uur lang bied ik dapper weerstand, maar ondertussen ga ik ook aan het rekenen. Met deze briesende rotwind kom ik amper vooruit en wordt het een hele opgave om binnen de week in Arequipa te raken... In mijn koppeke overloop ik ook nog eens wat er nog allemaal op mijn verlanglijstje staat vooraleer ik op 20 juli vdb oppik in Rio, en dat is nog héél wat!! => Ik keer mijn kar en laat me terug naar Nasca waaien om daar op een nachtbus naar Arequipa te wachten.
Arequipa is 1 bom nostalgie voor mij! Het was 6 jaar geleden mijn eerste stop in Peru en de plaats waar ik afspraak had met de drie gezellen die al een paar dagen langer het land teisterden. Bovendien had de stad een hele goeie indruk op me nagelaten! Ze zijn trots op het feit dat ze 360 dagen per jaar in volle zonneschijn baden, de bijnaam 'de witte stad' hebben ze niet gestolen, van in de hele stad zie je de prachtige vulkaan 'el Misti', een feestje is er nooit veraf en bovendien hebben we daar nog vrienden rondlopen. Ik doe mijn aankomst van toen nog eens over. Ik kom 's morgens ongeveer rond hetzelfde uur op de plaza de armas aangefietst als ik er toen afgezet werd door een taxi. Ik ga aan hetzelfde tafeltje zitten waar ik destijds genoot van mn allereerste ontbijt op Zuid-Amerikaanse bodem. Ik was er toen nog van overtuigd dat ik met 2 euro een batje deed, ondertussen weet ik wel beter... Daarna ga ik op het bankje voor de kathedraal zitten. Daar hadden we in 2001 afgesproken en lieten de f*ckers me zowat een uur wachten... Ik huppel verder met een brede glimlach door de stad en haal op elke hoek weer een nieuwe herinnering boven.
De volgende dag heb ik om 10u een date met Brenda. In de goeie ouwe tijd hadden Pieter, Thijs en Thomas zowaar elk een verovering gedaan in Arequipa. Ik zit zo niet in mekaar, dus moet ik het stellen met het opzoeken van hun exen... Milagros antwoordt niet op haar mails en Krum woont tegenwoordig in Duitsland, maar met haar zus Brenda heb ik al een tijdje afgesproken dat we er samen nog eens zouden op uit trekken. Belachelijk stipt ben ik op de plaats van afspraak en maak me op om een poosje te wachten. Brenda is namelijk een volbloed Latina en leeft dus ook volgens de latino-klok. De tijd gaat snel, want er is heel wat heibel in de stad. De bevolking is razend omwille van de aanhoudende stijgingen van belastingen en taxen. De laatste taxverhoging op de brandstof deed ook bus- en taxiprijzen stijgen en dat raakt hier rechtstreeks het overgrote deel van de bevolking. Het gevolg is een algemene staking van alle diensten, niet 1 wagen in de stad en een heleboel betogingen. Rond kwart voor 11 bel ik Brenda toch eens op. Die blijkt nog thuis te zitten want door de staking kan ze met geen middelen in het centrum geraken. We verzetten de afspraak met een dagje en samen met de pas ontmoette Amerikaanse Deborah geniet ik de hele dag van het spektakel dat zich in de stad afspeelt.
Bij de tweede poging tot afspraak ben ìk het die een ietsje te laat is en Brenda staat me zowaar al op te wachten. Ik moet twee keer kijken, want in 6 jaar tijd is er veel veranderd. Ze is een paar kilootjes bijgekomen en aan haar hand hangt tegenwoordig een dochter van 2 jaar oud... Het is een blij weerzien en uiteraard hebben we elkaar heel wat te vertellen. Met z'n drieën rijden we de hele omgeving van Arequipa af om op alle toeristische bezienswaardigheden bijzonder spontane foto's te nemen. Ook nu weer moet ik bij de familie langs en het zal jullie niet verwonderen dat de ontvangst nog maar eens superhartelijk is. Met de hele zwik gaan we uit eten en ik word de oren van mijn lijf gevraagd.
Het toeval wil dat er die avond net feest in de stad is. 'Fête de la musique', op diverse plaatsen in de stad geven muzikanten het beste van zichzelf. Daar kan ik natuurlijk niet op ontbreken! Samen met 3 Zweden ga ik de sfeer opsnuiven. Het gevolg is dat ik het de volgende morgen moeilijk heb om het bed uit te geraken. Toch sta ik om half acht al gepakt en gezakt klaar om opgepikt te worden door Don Julio. De vader van Brenda en Krum vindt het onverantwoord dat ik zo in mn eentje tot het busstation zou moeten fietsen en komt me dus samen met zn vrouwtje oppikken. Ze doen me nog beloven dat ik Krum een bezoekje breng in Berlijn; ik heb daar allerminst een probleem mee. Wat me minder bevalt is het kleinigheidje dat ze nog meegeven voor haar: een immense bijbel is nou niet meteen wat een fietsreiziger graag meesleurt. Maar goed, zo heb ik leesvoer voor als er zich ooit eens een dood moment zou aandienen.
Toch een beetje met zware benen van het minivoetballen rijd ik verder tot Nazca, bekend van de mysterieuze lijnen. Nabij de stad Nasca zijn in de harde woestijnbodem gigantische figuren getekend die enkel vanuit de lucht waar te nemen zijn. Met mn veloke passer ik langs de bewuste terreinen en merk er inderdaad nix van. Langs de Panamericana staat gelukkig een uitkijktoren en vanop die toren zijn twee figuren waar te nemen. Voor het bezichtigen van de overige figuren stap ik de volgende morgen samen met een Hongaars koppel en een Peruaanse piloot in een mini-vliegtuigje. Er zijn heel veel kriskras lijnen te zien, maar er zijn ook heel duidelijke afbeeldingen waar te nemen. De figuren beelden vooral dieren uit. Zo is er een aap, spin, kolibrie, walvis, condor, ... Maar er zijn ook handen, een boom een een mannetje dat ze hier als 'de astronaut' bestempelen.
Over de oorsprong en betekenis van de lijnen (die variëren in ouderdom van 2500 jaar tot 1500 jaar, maar pas zo'n 100 jaar geleden ontdekt werden) is heel wat onduidelijkheid en onenigheid. Archeologen houden het op symbolen om de goden te eren en gaan er van uit dat ze gemaakt werden door een heel ver gevorderde Nasca-beschaving uit die tijd. Critici werpen heel wat argumenten op om die stelling te ontkrachten. Hier in de streek zijn geen apen noch walvissen en die beschaving mag dan al gevorderd geweest zijn, ze konden de figuren onmogelijk vanuit de lucht gezien hebben... Bovendien zijn ook heel wat grote trapeziums en driehoeken te zien. Wat moeten die voorstellen? Archeologen gokken op ceremonieplaatsen, anderen houden het op afdrukken van spaceshuttles. En wat doen we met 'de astronaut'? Leuk detail vind ik dat de handen die afgebeeld zijn op de bodem maar 9 vingers hebben. Ook de aap heeft maar 9 vingers. Ook Maria Reiche (die de lijnen ontdekte, onderzocht en in kaart bracht) had maar 9 vingers...
De tiental dagen op grote hoogte moeten me deugd gedaan hebben, want nu ik weer door de vlaktes op zeeniveau trek lijk ik geen grenzen te hebben. Met een verbazingwekkend gemak blijf ik maar de grote molen ronddraaien en ik lijk maar niet moe te worden. Heel eventjes moet ik toch halthouden omdat ik twijfel over de te volgen weg. Van die gelegenheid maakt een heel vriendelijk gezinnetje gebruik om me even binnen te roepen en me bij een glas vers fruitsap de oren va het lijf te vragen. Andermaal kent de gastvriendelijkheid hier geen grenzen. Erg breed hebben ze het niet maar ik heb al slechter gezien. Stromend water is er niet, een dak boven het hoofd wel. Er is zelfs elektriciteit (waar ze heel spaarzaam mee omspringen) en er zit zowaar glas in de ramen en een slot op de deur! Het is nog vroeg in de middag, maar ik besluit toch om bij hen te overnachten. Vooral het feit dat de man des huizes me uitnodigt voor de wekelijkse vrijdagavondminivoetbalpartij geeft de doorslag. Het nieuws dat er een fietsende gringo op bezoek is doet al weer snel de ronde en tantes, zussen en moeders worden er van alle kanten bijgeroepen. Ze besluiten voor deze blijde gebeurtenis ook 1 van de 2 geiten te slachten en daar moet ik natuurlijk bij assisteren... Heel zorgvuldig wordt het beestje gestript en er gaat werkelijk niets, maar dan ook absoluut niets van het hele beest verloren! Terwijl ik met Victor nog eens mijn voetbalkunsten ga testen (de snedige sprintjes blijven toch achterwege en ik voel dat ik explosiviteit mankeer) buigen de vrouwen zich over het vuur (en dat mag je hier nog letterlijk nemen). 's Avonds dus liters en liters geitensoep...
Ik krijg de volgende morgen ook nog een ontbijt geserveerd en ze doen er alles aan om me daar nog een dagje te houden. Ik bedank echter vriendelijk, the trip goes on! On to Nazca!
Ik liet jullie weten dat er maar 1 fietsdagje gepland was tot Ica en dat ik dan weer iets kon gaan doen waar ik al een tijdje naar uitkeek. Ik heb de daad bij het woord gevoegd en het was weer maar eens geweldig de moeite. In Pisco deelde ik de kamer met 7 Colombiaanse studenten die tijdens hun vakantie hun continent rondtrekken. Zij bussen tot Ica en ik fiets tot daar, maar ´s avonds delen we weer de kamer. 7 regelrechte kiekens en daar moeten ze mij dan bijgooien... Huacachina is een Lagune niet ver van het stadje Ica en aan de rand van een gigantische zandwoestijn. In tegenstelling tot de vele woestijnen die ik op mijn tocht al doorkruist heb, is dit er wel een zoals je ze je voorstelt van uit de filmpjes. Ik waan me temidden de Afrikaanse Sahara en dus moeten we dan ook van Parijs-Dakartje gaan spelen! http://www.youtube.com/watch?v=FFjTC0CIbz0 en http://www.youtube.com/watch?v=kQINo-Wk7E8 Het rondcrossen met de zandbuggy is voor een bende kiekens op zich uiteraard al dulle leute, maar eigenlijk is het slechts het middel om bovenop de hele hoge duinen te geraken (te voet klim je toch al snel een half uurtje aan zo'n berg zand). Boven geraken betekent genieten van schitterende landschappen recht uit de boekjes geplukt! Maar boven geraken betekent hier vooral naar beneden kunnen!! Naar beneden doen we al boardend. Het sandboarden lijkt behoorlijk veel op snowboarden in diepsneeuw, maar je moet al een steile helling hebben om dezelfde snelheden te ontwikkelen en je kunt het gewoon in je blote buik doen!! Sparend voor deze avonturen heb ik vorige winter de snowboardreizen met pijn in het hart aan mij voorbij laten gaan, dus doe ik mijn best om hier de schade in te halen. Bovendien is de lagune van Huacachina wel een geschikte plaats om wat te chillen en kan ik het gezelschap van de Colombianen wel verdragen, dus blijf ik hier een paar dagjes plakken...
If I want to complete everything I have in mind, I won't be able to make it to Rio de Janeiro (my final destination) in time. So I decided to take a bus to Lima and save some 500 kms that way. In Lima, I surprisingly had a good time, also thanks to some cool Peruvians I met there. Eventhough I was complaining about the lack of time, I didn't take the shortest way out of Lima. Instead I made a ten day detour through the highest mountains on the continent... I slowly biked my way up to almost 5000 m (15000 feet) to cross the Abra Chonta. Not an easy task for the body, but I got rewarded with the best views ever!! Amazing lagoons everywhere, unspoiled landscapes dotted with alpaca´s and a very long adrenaline-provocing downhill!
By now I made it to the Peruvian coast again and in Pisco I took an excursion to go and see the Islas Ballestas. Sea-lions, pinguins, dolfins, flamingo's and a lot of tourists. Some difference with the last couple of days, but a great place to kick back some 'pisco sours' while I got stuck because of the damage I did to the bike coming down from the Andes peaks...
From here I will stay along the Peruvian coastline for a couple of days, before making my way up to Arequipa and Puno.
Het is donker tegen dat ik in het kustplaatsje Pisco aankom en dus ga ik snel op zoek naar een goedkoop hotelletje. Ik kom terecht in een herbergje waar ik de vijfde Belg op deze reis ontmoet (vdb inbegrepen). Antoine is een Brusselse leraar (ook geboren in '81) die er samen met zijn Luxemburgse vriendin een jaartje tussenuit is geknepen voor een wereldreis. We kunnen het heel goed met mekaar vinden en terwijl jullie massaal naar de stembus trekken, maken wij een excursie naar de 'Islas Ballestas'. Soms kom je er niet onderuit en moet je om mooie dingen te zien mee in excursies... We komen in een bootje met 30 andere toeristen terecht en in de eilandenarchipel varen zo'n vijftal van die bootjes rond. Even wennen toch na de eindeloze rust en kalmte van de ongeschonden Andes... Het zonnetje steekt zich ook nog eens weg, maar verder is het voor de verandering nog maar eens een schitterende dag! De rotsformaties van de eilandjes nemen werkelijk alle mogelijke vormen aan en worden overspoeld door een rijke variatie aan zeebeestjes. De namen van alle vogelsoorten gaan er bij mij het ene oor in en het andere oor weer uit, maar ik heb wel oog voor de vele zeeleeuwen en pinguins. Later die dag zien we ook nog flamingo's en dolfijnen! Super gewoon!
Bij het terugvaren passeren we ook nog aan een enorme figuur in het zand. Er is discussie of het om een kandelaar of een cactus gaat, maar omdat het om een figuur van 300 jaar voor Christus gaat, lijkt een kandelaar me nogal onwaarschijnlijk...
De stad Pisco ontleend ook zijn naam aan de nationale drank van Peru. Op basis van deze sterke brandewijn van Peruaanse druiven wordt één van mijn favoriete coktails gemaakt: Pisco Sour! Veel meer heeft dit stadje niet te bieden, maar ik laat het dus niet aan mijn hart komen dat ik hier een dagje vastzit. Ik zit vast omdat ik op zondag in de hele stad niemand kon vinden die me degelijk materiaal kon leveren om aan mijn achterwiel te werken. Er zijn bij de 'mercado' wel enkele kerels die aan fietsen sleutelen, maar ze hebben enkel goedkope troep natuurlijk... Er is er 1 in de stad die heeft wat ik zoek en op maandag kan ik daar mijn wiel achterlaten. Even twijfel ik of het zaakje wel te vertrouwen is, maar tegen de maandagavond heb ik opnieuw een recht en hopelijk sterk achterwiel. Klaar om weer verder te fietsen. Ik plan maar 1 fietsdagje en hoop dan in Ica weer iets te kunnen gaan doen waar ik voor de reis al behoorlijk naar uitkeek...
Als ik het over afdalingen heb, dan wrijf ik zelf in mn handjes, maar zijn er ook een paar die met recht en reden hun hart vasthouden. Topsnelheden breken zit er hier omwille van de staat van de weg niet in. Ontspannen naar beneden dokkeren is al evenmin van toepassing. Omwille van de staat van de weg is opperste concentratie steevast genoodzaakt, zowel om de fiets in de mate van het mogelijke te sparen, als om niet van de weg af te sukkelen. Ik heb er geen moment aan getwijfeld om dit keer wél de helm op te zetten, http://www.youtube.com/watch?v=jqJdZEd2T_0 want als je hier in een onbewaakt moment toch van het pad af raakt... dan wacht de dieperik... Indrukwekkende kloven werken hun weg steil tot aan het riviertje. Sneller dan 30 km/u zou hier absoluut gekkenwerk zijn!! Velen deden het al, maar vanaf nu krijgt iedereen dan ook officieel de toestemming om me gek te verklaren. Ik laat me toch enkele keren verleiden om tot aan goed 50 km/u te gaan... De adrenaline gíért door de aderen, de hartslag gaat in overdrive en alle gezonde verstand moet plaats ruimen! Vroeg of laat moeten fiets of ikzelf eraan geloven. Een spaakbreuk doet me uiteindelijk verplicht wat gas terug nemen. Ik vrees even dat het achterwiel het niet helemaal tot aan zee zal redden. Het gaat van kwaad naar erger... Bovendien ziet het er even naar uit dat ik na bijna 9000 km op het Amerikaanse continent dan toch de primeur van een lekke band zal mogen melden. Maar hoogstwaarschijnlijk is het gewoon het verschil in luchtdruk geweest waardoor ik een tweetal keer wat lucht moest bijpompen. Na meer dan 7 uur op de fiets te hebben gezeten kom ik met een zeer wankel achterwiel tegen valavond aan zee aan. Nu ik weer op zeeniveau ben heb ik het gevoel dat ik de wereld aankan en ik haal dan ook nog eens het onderste uit de kan om tot Pisco te snellen...
Lekker ingeduffeld trotseer ik die nacht de vrieskou in m'n tentje en ik heb er niet de minste moeite mee om het klokje rond te slapen!! Van fietsen komt er de volgende dag niet zo heel veel in huis. Er wacht me nog niet meteen een afdaling, maar hier op deze indrukwekkende hoogte fiets ik van het ene spiegelmeer naar het andere. In totaal 250 lagunes verfraaien deze hoogvlakte en na elke bocht heb ik weer zo'n schitterend zicht dat ik er even moet bij gaan zitten...
Wie geen liefhebber is van foto's van uitgestrekte Andeslandschappen met fraaie lagunes en alpaca's kan zijn tijd beter besteden aan een nuttigere bezigheid zoals tv-kijken of zo. Maar wie dat soort kiekjes wel kan smaken gaat beter rustig zitten en neemt er even wat tijd voor, want (al zeg ik het zelf) er wachten jullie enkele juweeltjes!
Na zo'n 40 rustige kilometers kan ik een bed versieren in een dorpje. Klaar om de volgende dag de afdaling richting kust aan te vatten...
Na een rustdag in Huancavelica maak ik me op voor de ultieme test. Ik ben alweer vroeg uit de veren en na een stevig ontbijt vlieg ik er vol goede moed in. De tests de afgelopen dagen waren uitstekend verlopen, maar toch wist ik maar al te goed waar ik aan begon. Het zou een hele dag zwoegen worden om hopelijk de top te halen. Die top (Abra Chonta) lag op een hoogte van 4950 meter en kon ik enkel bereiken door me langzaam maar zeker omhoog te sleuren langs ongeveer 60 km belachelijk slechte wegen. Opnieuw begint de klim gezapig en ik voel me helemaal in mijn sas in deze fabelachtig mooie omgeving. Al snel dienen zich enkele hele steile stroken vol haarspeldbochten aan, maar het is nog vroeg en ik verwerk het dan ook nog steeds allemaal met een brede glimlach. Ik geniet van de wijdse landschappen doorspekt met vele bergriviertjes en bezaaid met hele kuddes alpaca's en vicuña's. Ik passeer die dag in totaal zo'n twintig huisjes, verzameld in twee gemeenschappen. In één van die plaatsjes maakt een lieve man met veel plezier een lichte maaltijd voor me klaar. Tussen de 4500 en 4600 meter hoogte krijg ik het enige stuk valsplat voorgeschoteld. Op zo'n 4600 m voel ik me dan ook nog behoorlijk http://www.youtube.com/watch?v=guagEpTP0Gw . Daarna gaat het echter snel bergaf. Niet met de weg, maar met mijn energievoorraad. Ik kan mijn inspanning maximaal nog een half uur volhouden en moet me dan ergens neerploffen om te recuperen en weer wat op adem te komen. Als klap op de vuurpijl zijn de laatste kilometers dan ook nog eens voorzien van ontzettend steile haarspeldbochten. Ik kan de top zien liggen, maar ernaar kijken is deprimerend. Het is zowel fysiek als mentaal de test aan het worden waar ik me aan had verwacht. Hoewel ik maar een tweetal kilometer meer te fietsen heb, moet ik het bocht per bocht proberen te nemen. De laatste loodjes, weet je wel... Ik heb het gevoel dat het geen 100 meter verder meer had moeten zijn! Helemaal leeg... Maar het geeft me toch een beetje een kick. Ik besef dat het niet iedereen gegeven is om met een bepakte fiets tot een hoogte van bijna 5000 meter te klimmen en moe maar tevreden geniet ik van dit hoogtepunt. Wie mij op de top afgepeigerd een poging wil zien doen om uit mn woorden te raken volgt volgende link: http://www.youtube.com/watch?v=PgVWKBm4lZ0
De duisternis begint te vallen en hoewel de temperatuur al rond het vriespunt daalt, zakt ook het kwik heel snel. Ik voeg de daad bij het woord en ga bij de lagune op de top mijn tentje opslaan. Goed voor schitterende kiekjes en momenten die ik nooit van mijn leven meer kan vergeten, maar ook voor een ijskoude nacht... http://www.youtube.com/watch?v=QvNtwnt0nS8 Bij mn vuurtje blik ik voldaan nog even terug op wat voor mezelf een memorabele dag geworden is... http://www.youtube.com/watch?v=pgz8g3HkqXY
Op maandag had ik voor aanvang van de afdaling nog een maaltijdje genuttigd. Verrassend genoeg bestond dat eens uit een kippensoep, rijst met bonen en een stukje taai vlees (goed voor 75 eurocent). In het heerlijke zonnetje wil ik nog even van de rust van het gezellige pleintje genieten. Maar aan die rust komt al snel een eind. De lessen zitten er op voor vandaag en alle kinderen van het dorp storten zich enthousiast op de vreemde bezoeker. Als ze erachter komen dat ik eigenlijk 'turnmeester' ben is er geen houden meer aan. Ik moet ze koste wat het kost gaan entertainen! In mijn eindeloze creativiteit doop ik de plaza de armas om tot het ideale terreintje voor jagerbal. Daarna leer ik ze een eigen Spaanse versie van 'Schipper mag ik overvaren?'. Ze zingen uit volle borst en vinden het een geweldig spel. Als ze het eenmaal goed beet hebben laat ik ze aan hun lot over. Ze zelfstandig leren werken is namelijk één van mijn prioritaire doelstellingen... Benieuwd wat ze er uiteindelijk van gemaakt hebben. En ook benieuwd aan wie ik mijn overuren moet aanrekenen. Ik had gezworen een jaar lang niet te werken, maar het is de aard van het beestje hé... Het werkersbloed stroomt door mijn aderen en dat is duidelijk met geen middelen tegen te houden!!
Ik heb het er al lang over natuurlijk, maar nu ik aan de vooravond van de grote uitdaging sta ben ik overtuigd dat het me wel lukt. De afgelopen twee dagen heb ik dan ook met succes enkele serieuze voorproevertjes afgewerkt. De 150 km die voorzien waren zijn er uiteindelijk meer dan 170 geworden en ze waren niet van de poes! Maandag viel het op zich nog mee. In tegenstelling tot wat ik gevreesd had krijg ik de hele dag lang uitstekend asfalt onder de wielen. Het begint met een relatief vlakke aanloop van zo'n 20 km. Daarna volgt een heel gezapige klim die me over 20 km zo'n 800 m hoogteverschil doet overwinnen. Daarna word ik beloond met zomaar even 40 km afdaling... http://www.youtube.com/watch?v=HKBjqe9hFZw Ik werd gewaarschuwd dat het de volgende dag een pak lastiger zou worden! De lokale politie is ervan overtuigd dat ik nooit in 1 dag tot Huancavelica kan geraken. Om het tegendeel te bewijzen ben ik al om 5u uit de veren en om 6u vat ik de eerste klim aan. In de eerste twee uur verwerk ik een opnieuw heel menselijke klim van zo'n 25 km en word ik meteen beloond met een leuke afdaling van 13 km. Daarna is het gedaan met de luxe van geasfalteerde wegen en redelijke stijgingspercentages. Er dient zich opnieuw een klim van ruim 25 km aan. De eerste 5 km zijn werkelijk beestachig steil! Rustig aan doen is hier geen optie meer. Ik zwoeg me langzaam maar zeker omhoog. Het parcours is hels, maar de omgeving is hemels en dat maakt heel veel goed! Als de allersteilste stroken achter de rug lijken te zijn bevind ik me in een roes. http://www.youtube.com/watch?v=y7VQuPKePA8 Ik vermoed dat het een combinatie van vele effecten moet zijn. Ik zit onder de 'maté de coca' (een soort thee die ze hier maken van dezelfde bladen als waarvan ze cocaïne maken), ik vermoed dat de endorfines hun natuurlijke taak om de pijn te verdoven meer dan naar behoren vervullen en ik nader de grens van de 4000 m hoogte. Gezwind hijs ik me naar boven. Ik word enthousiast aangemoedigd door de locals die hun ogen niet kunnen geloven en word enkel uit m'n goede ritme gehaald door de vele koeien en schapen die de weg als hun natuurlijke habitat beschouwen. De uiteindelijke top blijkt op 4200 m te liggen. Amper 600 m onder wat me de komende dagen staat te wachten. Vandaar ook dat ik er wel gerust in ben...
Bovendien zijn de afgelopen dagen ongetwijfeld enkele van de allermooiste en allerpuurste van deze reis tot hiertoe geweest (en dat wil toch al wat zeggen!). Hoe kleiner de dorpjes, met hoe meer enthousiasme men mij ontvangt. Ze spreken hier nog Quechua, maar doen allemaal hun uiterste best om me in het Spaans te woord te staan. Ze zijn zich maar al te goed bewust van de schoonheid van hun streek en staan te springen om me rond te gidsen en me hun lokale gerechten en gebruiken te leren kennen. Urenlang fiets ik door pure en ongeschonden natuurpracht en dagenlang adem ik van de zuiverst denkbare lucht in. Het klinkt misschien wat stom, maar hier en daar stop ik even om te luisteren en dan hoor ik... niets, helemaal niets.. De slechte wegen zijn dan misschien een marteling voor de rug, maar het geheel is een streling voor alle zintuigen en een enorme boost voor de geest!!
Hoe je een feestje moet bouwen moet je aan de gemiddelde Zuid-Amerikaan niet meer uitleggen. Hier in de bergen hebben ze echter de reputatie iets koeler en minder enthousiast te zijn, maar daar merk ik bitter weinig van. Ik was van plan om zondag een rustdag in te lassen in de stad Huancayo en ook al was dat niet het plan geweest, ik ging weinig andere opties gehad hebben. Het toeval wil namelijk dat er dit weekend folklorefeesten in de stad zijn. Geen swingende salsa of merengue dit keer, maar de bergmensjes sleuren me maar al te graag mee in hun traditionele volksdansen. Op zondag gaat het er al een stuk rustiger aan toe, maar toch barst de plaza de armas nog uit z'n voegen door alle orkestjes die elk denken de ideale plek gevonden te hebben om hun kunsten te etaleren... http://www.youtube.com/watch?v=i9eOyRKUA8E Ik laat het allemaal graag gebeuren, maar trek na de middag toch eens naar het superbekende park dat de oorsprong van het Peruaanse volk moet uitbeelden. Volgens de reisgidsen en de locals is dit een absolute must, maar ik vind er niet zo veel aan en nog geen kwartier later ben ik me al aan het uitleven op het basketbalterreintje naast het park.
Ik bevind me hier op 3200 m hoogte en de volgende stad ligt 150 km verder op een hoogte van 3750 m. Van daaruit begint het serieuze werk, de klim naar de hoogste bergpas van het continent, goed voor meer dan 4800 m.
Uiteindelijk begon ik me in Lima nog helemaal op m'n gemak te voelen. Ik begon de leuke plekjes zo wat te kennen en genoot elke avond van mijn Pisco Sour en live-muziek. Ze begonnen me daar ook te kennen en enkelen deden hun uiterste best om me te overtuigen om nog te blijven voor het weekend. Geheel tot mijn eigen verbazing bedankte ik vriendelijk en pakte toch mijn biezen. Ik wist wat me te wachten stond en op één of andere manier maakt dat de steile en lange beklimmingen toch iets menselijker. In dit eerste deel van mijn omweg moest ik tot een hoogte van net geen 4000 m klimmen. Het weer valt een stuk beter mee dan ik had gevreesd. Tussen 10 u en 15 u stijgt het kwik vlot boven de 20 graden en de zon is steevast en ononderbroken van de partij tot rond 14 u. Daarna koelt het wel snel af en 's nachts is de vrieskou nooit ver weg. De besneeuwde Andestoppen wijzen me er dan ook steeds op dat ik op grote hoogte aan het fietsen ben. Mijn lichaan verteert die grote hoogte echter verrassend goed. Ik heb natuurlijk al wat training achter de rug en als ik het zonnetje zie kan sowieso al iets meer. Het inademen van deze o zo zuivere lucht doet me bovendien zo'n ontzettinde deugd. Je voelt welliswaar maar al te goed dat er minder zuurstof is. Als ik in de beklimming eens gek wil gaan doen (en uiteraard wil ik dat graag wel eens) slaat de vermoeidheid een pak sneller toe. Al snel gaat de ademhaling heel onregelmatig en moeizaam en van het ene moment op het andere worden de benen gewoonweg afgesneden en sta ik geparkeerd. Rustig aan doen is de boodschap. En genieten! Met volle teugen genieten van het schitterende landschap en van de vredige dorpjes waar ze me heel raar aankijken. Eenmaal de voorlopige top bereikt is daalt het zachtjes af tot een hoogte van ongeveer 3200 m. Op deze hoogte kom ik tercht op een relatief vlak terrein dat hier 'Altiplano' genoemd wordt. Letterlijk betekent dat 'hoogvlakte'. Op deze hoogte krijg ik een zacht golvend parcours voorgeschoteld. Ook al is het hier niet meer dan een Ardennenparcours, ik blijf het relatief rustig aan doen. Het grote probleem van watertekort waar ik in de woestijn steevast mee geconfronteerd wordt heb ik hier gelukkig niet. Er is steeds wel ergens een bergriviertje in de buurt. Op zich zou dit van het zuiverste water ter wereld moeten zijn, maar voor de zekerheid zuiver ik het voor gebruik als volgt. Eerst wordt het water gedurende een minuut of 4 gekookt. Nadat ik het wat heb laten afkoelen gaat het door mijn eenvoudige waterfiltertje en tot slot wordt het nog een paar minuten gekookt. Tot zover blijkt dat een feilloze taktiek te zijn...
Via de kortste en makkelijkste weg geraak ik eigenlijk wél netjes op tijd in Rio om vdb op te halen. Maar wat is daar plezant aan? Ik heb de optie overwogen om ook hier in Peru nog de hele tijd langs de vlakke kust te blijven, maar ik kies voor plan B. Gisteren ben ik in Lima gaan shoppen. Het was tijd om mijn garderobe wat aan te passen, want ik trek richting vrieskou. De droge hitte van de woestijn had ik hier al achter me gelaten. Lima baadt in een aangename 20 à 25 graden en na de middag is de zon zelfs sterk genoeg om door de dikke laag smog te boren. 's Avonds kun je al best een goede trui gebruiken. Maar ik heb dus besloten om het mezelf nog eens lastig te maken. Ik wijk af van de netjes geplaveide toeristenroute in Zuid-Peru en trek van hieruit in de richting van de allerhoogste Andestoppen. Ik wil op zoek naar mijn grenzen!! Ik vertelde jullie eerder al dat de (volgespoten?) profs in de Tour de France meestal niet boven de 2646 m uitstijgen. In de volgende dagen wil ik richting Huancayo tot een plateau van ruim 3000 m klimmen. Niets nieuws, ook in Colombia en Ecuador heb ik mezelf dat al aangedaan. Wat daarna volgt moet zowat de ultieme test van mijn eigen kunnen worden. Tot op welke hoogte verdraagt mijn lichaam de inspanningen om de 50 kg van fiets + bagage de steile bergflanken op te sleuren? Met zijn 4808 m is de Mont Blanc de hoogste top van Europa. Op die hoogte wacht mij net voorbij Huancavelica de tweede hoogste bergpas van de wereld. In het Chinese plaatsje Zhangmu gaat een pas over de Everest op een hoogte van iets meer dan 5000 m.
Gisteren ging ik in Lima dus op zoek naar een lange fietsbroek om de kou te trotseren. Eerst lijkt in de hele stad niet 1 fietswinkel te vinden te zijn, maar na wat rondvraag kom ik zowaar in de fietsenwijk terecht. Een aantal straten helemaal volgepropt met fietsen en toebehoren. Het is even zoeken naar kwaliteit, maar uiteindelijk vind ik toch min of meer wat ik nodig heb. Ik schaf me ook een goeie thermotrui en een Incamutsje aan en ben klaar om er achter te komen waar ik eventueel het hoofd zal moeten buigen...
Als ik op 20 juli in Rio de Janeiro moet zijn om vdb te gaan ontvangen en ik nog alles wil zien en doen wat ik in gedachten heb, dan kan ik er met de fiets onmogelijk op tijd geraken. Hier en daar zullen dus busetappes moeten ingelast worden. Een eerste van die busetappes is een nachtrit over 500 km tussen Trujillo en Lima geworden. Mn vorige bezoek aan Lima was nogal vluchtig verlopen en de stad had niet zo'n schitterende indruk op me nagelaten. Ik neem er dit keer wat meer tijd voor en uiteindelijk valt het allemaal best mee. Ik tsjool anderhalve dag te voet door het centrum en maak ook anderhalve dag vrij om met de fiets wat buiten dat historische centrum te trekken. Eigenlijk is Lima zo'n beetje de klassieke hoofdstad. De stadskern met alle imposante gebouwen, pleintjes met fonteintjes, winkelstraten en heel veel politie die onder andere de veiligheid van de vele toeristen proberen te garanderen. Met de fiets stort ik me in het verkeer. Blijkbaar net op het moment dat alle 8 miljoen inwoners van de stad heel dringend ergens heen willen... Gigantische lanen en boulevards komen uit op imense rotondes die een avontuur op zich zijn en voeren me tot sjieke businesdistricten aan zee en minder fraaie woonwijken tegen de heuvelflanken. Uiteindelijk kan ik Lima dus wat beter smaken dan zo'n 6 jaar geleden, maar toch blijft de kans klein dat het ooit mijn lievelingsstad zal worden.
Ik liet jullie al weten dat ik me in Trujillo wel op mn gemak voelde. Een aangename stad op mensenmaat met heel wat moois in de omgeving. De Chimú-stad Chan Chan is zonder twijfel 1 van de indrukwekkendste archeologische sites die ik ooit heb gezien!! Ik blijf in totaal bijna een week in Trujillo plakken en fiets ook tot bij de tempels van de zon en de maan. Nog zo'n 100 jaar voor de Messias nederdaalde bouwde de redelijk goed ontwikkelde (maar behoorlijk gruwelijke) Moche-beschaving hier al deze piramides. Ze werden ruim 1500 jaar in ere gehouden, maar raakten uiteindelijk onder het zand bedolven en werden pas zo'n 15 jaar geleden opnieuw ontdekt. Omdat ze al die tijd onder het zand zaten zijn alle kleuren en reliëfs nog in redelijke staat. De opgravingswerken zijn nog volop aan de gang, maar dat neemt niet weg dat een bezoek toch een serieuze indruk op me nalaat.
Het was ook al een tijdje geleden dat ik nog eens goed de bloemetjes had buiten gezet. Samen met de Hollanders Alex en Michel ga ik op zaterdag nog eens een stapje in de wereld zetten. We krijgen al snel het gezelschap van een drietal Peruanen waarvan ik er al twee kende. Ze gidsen ons deskundig door het bruisende Latino-nachtleven. In een bijzonder drukke bar nemen we iets te veel van het vloeibare goud tot ons en in het openlucht salsaspektakel gaan we er dan ook maar van uit dat ook wij kunnen dansen...
Facing strong headwinds, eating dust and sand; but having the best of times in Peru
I did make it to the Peruvian border that next day, but I was not fully recovered yet. Only one day later I had to listen to my mothers voice reasoning in my head and I stopped again... This time I treated myself to a fancy resort for a couple of days. After spoiling myself there I was a kind of in the mood and I just kept on spoiling myself. I chilled a bit longer than planned on the nice surfbeaches of Máncora, but after that it was obvious that I was fully recovered and I hit the road again. At first it was pure joy in the gorgeous Peruvian deserts, but in the late afternoon I had to deal with a very strong headwind which was carrying half the deserts dust and sand. I didn't enjoy that for all to long, so I stopped a truck and hitched to the next town. From there on I did find my strongest legs again and was ready to face more deserts. A couple of really long, but very funny cyclingdays brought me into Chiclayo and by now I'm in Trujillo already. Taking the bicycle out for a ride to some archeological sites and to a nice beach I bumped into the Dutch guys Alex and Michel. I met them some four months ago in Nicaragua and later I ran into Alex in Panama as well. I knew they were in the area and I refuse to say "it's a small world"; you should try riding it on your bicycle!!
Voor een Excel-bestand met heel wat gegevens zoals afgelegde afstand, gemiddelde en maximale snelheden enzovoort klik je op onderstaande link. Download file now. The link above will open an Excel-file with a detailed log of every single ride I made during this trip.