maandag 23 mei 2011
Om 00:30 blijkt de waarschuwing van de campingbazin in Rossbeg bewaarheid te worden.
De luchtdruk zakt peilsnel van 1010 mBar naar 990 mBar. Zelfs zonder naar de barometer te kijken vertelt het gejank van de wind in de boven onze zwerfwagen hangende elektriciteitsdraden dat het menens is. Ons huis op wielen wordt van links naar rechts geschud. Ik begin zelfs te vrezen voor een plotselinge windstoot die de camper doet omslaan. Die vrees is echter voorlopig niet gegrond.
Om 04:00, nog geen oog dicht geknepen is het zo mogelijk nog erger geworden. De regen klettert tegen de wanden, het lijkt net hagel door de snelheid waarmee de waterdruppels er tegen aan botsen.
Om 06:00 besluit ik de zwerfwagen ergens op een meer beschutte plaats op te stellen. Die vind ik achter het sanitair gebouw.
Nog steeds daalt de luchtdruk. De bergen om ons heen zijn volledig uit het zicht verdwenen. De zee buldert alhoewel ik de golven niet zo hoog inschat. In en uit de zwerfwagen is een beproeving: ik moet de deur letterlijk met alle kracht die ik bezit (niet zo heel veel
) openduwen of -trekken, al naar gelang je er in of uit wilt.
Het is duidelijk: dit is geen weer om onze tocht verder te zetten.
Maar al na een halfuurtje is het zeker: hier op deze camping blijven is van het goede te veel. We besluiten om terug te keren naar Ardara. Zes kilometer (die we gisteren reeds aflegden) over een éénsporige weg, hopen geen tegenliggers te ontmoeten. Nauwelijks plaatsen waar je een tegenligger kunt kruisen. Het blijft millimeterwerk als het toch moet gebeuren, maar tot hiertoe lukte het altijd.
In Ardara, een heel klein stadje in county Donegal, vind ik één bar die geopend is. Jeannine is dadelijk enthousiast om haar dagelijkse Irish Breakfast te gaan binnen spelen: bacon and egg, hashbrowns and sausage, toasted bread and coffee. Een feest voor de smaak en het voordeel: je hoeft van de ganse dag geen eten meer
De vraag rijst: wat nu? Het blijft duidelijk dat langs de kust rijden niet te doen is door de plotselinge windstoten. Het binnenland in? Eerste optie: terug naar Sligo, dan naar Athlone en verder naar Dublin. Verworpen: te veel nutteloze kilometers. Besluit: verder richting uiterste noorden, maar stoppen bij de eerstvolgende camping die wat beschutting biedt.
We nemen de N56 (vergis je niet: bar slechte en soms heel smalle weg waar je heel voorzichtig moet laveren, vooral met tegenliggers in zicht). Vijftig kilometer verder, in Dunglow (An Clochán Liath in het Iers) houden we het voor bekeken: rijden met ons 3,2 meter hoog en 7,3 meter lang gevaarte is in deze omstandigheden levensgevaarlijk.
Resultaat: tijd voor wat verhalen neerschrijven, fotos ordenen en bewerken en Jeannine: die doet de was
Verder zalig nietsdoen, zij het goed beschut binnen in de camper!
Donderdag 26 mei 2011
Vandaag verlaten we Ierland. De camping in Clonmany (Donegal) was een lachertje: 25 , geen vuilnisopvang, geen opvang van het gebruikte water, water tanken via een vuile slang...bah! Dit was echt een tegenvaller. De nacht was weer heel nat met echte stormwind. Die hebben we echterzonder schade doorstaan.
Vandaag dan op weg naar Derry (voor de Ieren), Londonderry (voor de Noord-Ierse protestanten). We willen de stad bezoeken. Helaas, geen enkele parkeerplaats voor een camper te vinden. Na wat rondrijden en hopeloos zoeken naareen parking dan maar besloten verder te rijden. Het Ulster America Folk Center nabij Omagh was een leuke verpozing. We hebben genoten van dit Noord-Ierse Bokrijk en zijn museum.
Dan op zoek naar een camping die we vinden in Lisnarrick nabij Castle Archdale. Weeral 25 , oh nee
25 ₤ voor een onaangename plaats, zonder enig uitzicht. Maar we hebben geen keus of we moeten nog eens veel verder rijden.
Het landschap vandaag kon niet wedijveren met de pracht van kaap Malin gisteren. Maar het kan niet elke dag kermis zijn. Morgen beter?
Vrijdag 27 mei 2011
Een rustige nacht op de camping van Archdale Castle. De vroegere basis van de R.A.F. voor de Catalinas en Dakotas (vliegboten) lag er rustig bij. Alleen een verdacht uitziend, roestig en verwaarloosd schip lag te treuren in een baai van Louch Erne.
Vroege zonneschijn maar helaas
gevolgd door regen.
Vandaag rond het Lower Louch Erne. Eerst halte: de porseleinstad Belleek. Buitengewoon prachtig en fijn porseleinwerk, helaas - maar begrijpelijk - met een heel stevig prijskaartje!
Op Boa-Island (een eiland in Lough Erne) ontdekken we oude Keltische grafstenen: geen kruisen maar een Janus-kop: twee gezichten, blijkbaar een verwijzing naar Keltische goden. Verder naar Florence Court, een 18de eeuws landgoed, helaas konden we het kasteel niet bezichtigen. Dan maar verder naar Castle Coole nabij Enniskillen. Het kost ons vele kilometers om het kasteel te vinden, en als het dan lukt blijkt ook dit kasteel net vandaag niet bezichtbaar. Wat een desillusie.
Hert is bijzonder druk op de weg, dit waren we niet gewoon in Eire. De stadjes die we willen bezoeken kunnen we gewoon niet in door de verkeersdrukte. Het nadeel van een uit de kluiten gewassen zwerfwagen, die je niet zo maar eventjes parkeert. Na een rit van meer dan 250 km. landen we in Rostrevor, aan het Carlingford Lough, een inham van de Ierse zee. Een mooie camping maar overvol. Maandag is een Bank Holliday en blijkbaar zijn alle caravans en tenten van stal gehaald, maar we kunnen toch nog een mooi plaatsje bemachtigen. Misschien tot morgen.
|