Het is donderdag, 2 april 2015.
Vandaag was zon eerste lentedag. De zonnestralen die door de ramen gluurden,
lieten je hunkeren naar later die avond.
Zon en vrije tijd, het maakt vele combinaties mogelijk.
18 uur: na een lange werkdag kom je eindelijk terug thuis-.
-Rust- denk je dan? Ja en Nee.
In de namiddag begon de avond door je gedachten te slingeren en verslingerd aan het fietsen
besliste je om s avonds de helm aan te binden, de koersschoenen vast te klikken, de bril op de neus
te schuiven en voor de zoveelste maal- doorheen het Tielts plateau te trappelen.
Zon, wat wind, een variatie aan landschap en stad en een fiets.
De ideale formule om 2 april op een ontspannende manier af te sluiten.
18.05 uur: je snelt in je koerskleren,
vult de achterzakken met reservemateriaal, geeft je koersbidon wat water, kust je geliefde,
checkt of je banden hard genoeg geblazen zijn en net voor je de voordeur achter je dicht trekt,
galmen de laatste liefdevolle woorden voorzichtig zijn door de gang.
Geen betere manier om gelukkig te zijn dan de fiets op te springen en te genieten
van die avondse zonnestralen.
Het leven kan soms bijzonder simpel zijn.
Het gevoel van warmte en wind op je huid, het genieten van het tegen de wind in beuken en tegelijkertijd het
verlangen van met de wind mee te knallen.
Het genot van het kleurenspel tussen schaduw en zon.
De zon als heerser op het lichtgroene gras, het donkergroene gedeelte geregeerd door schaduw.
19.30 uur, er staat een goeie 40 kilometer op de teller.
Om wat variatie in de tocht te brengen, trek je nog even gewapend met helm en een scherpe blik de stad in.
Het is donderdag en geen zondag, zondagse autoklungels zitten op dit uur al zetelend achter glas. Of dat hoop je toch.
Nog geen 500 meter binnen de bebouwde kom, waar 50 km/uur dan wel regeert, word je op een voorrangsweg en bij
een linksafslaand manoeuvre de pas afgesneden door een zwarte Renault Mégane.
De ervaring zorgt ervoor dat je pro-actief op de situatie kon inspelen en een ongeval kon vermijden.
De bestuurder tuft op zijn gemakje verder, zich van geen kwaad bewust. Na 1200 meter word je genoodzaakt het fietspad te
verlaten en in een trechter geduwd, gekneld tussen bewegende voertuigen aan je linkerkant en geparkeerde voertuigen aan
je rechterkant.
Een man van seniorenleeftijd zwaait zijn portier net voor je ogen open.
Niet alleen het portier maar ook jezelf net niet tot blik herleid. Fietsers, voor velen zijn dat spoken op wielen.
Automobilisten overal te lande vinden het onbegrijpelijk dat wij, de tweewielende zwakke weggebruiker,
soms een halve meter tussenafstand bewaren tussen ons koerspaard en een stilstaand voertuig.
Rij rechts, godverdomme, terrorist!.
Het waarom?-onwetend.
Een waslijst van bijna-ongevallen komt in elke fietstocht voor.
De inslaande manoeuvres en openslaande portieren zijn op twee handen in twee uur niet te tellen.
Wie wil fietsen, dient eerst gekneed te worden met preventie en defensie, om daarna hopelijk niet de oven in te gaan.
Preventief en defensief fietsen, het zit er met de jaren gelukkig ingebakken.
Het verschil tussen platteland en stad is nauwelijks groter dan op een fiets, vrijheid versus onderdrukking,
gras- en akkergeur versus een toenemende verstikking.
Zon 20 fietsers per dag en 7000 (!) per jaar trokken ook
de voordeur achter zich dicht, met de woorden wees voorzichtig in hun oren weergalmend. Maar kwamen niet
ongeschonden uit de strijd. De meesten van hen werden aangereden, meegesleurd of raakten gekneld.
Soms met licht- of zwaargewonde gevolgen, af en toe met noodlottige afloop.
Soms kunnen woorden, effectief de laatste zijn.
Op een dag is het misschien jouw beurt
Fietsen, dat is een boomerang van emoties en ervaringen.
Het is altijd weten wanneer je vertrekt, nooit wanneer je thuiskomt.
Fietsen dat is leven
© dieter desmet