We
vervolgen deze week onze reeks over de faraolijst van de oudheidhistoricus
Herodotos. Zoals de titel luidt gaat het om eerherstel voor de
oudheidhistoricus betreffende diens historische berichtgeving over het Egypte
van de oudheid. Herodotos geeft namelijk in zijn werk (boek 2) een faraolijst
weer die door de orthodoxe egyptologie wat rangschikking van de farao ’s
betreft, afgewezen wordt. Met de aflevering van 04.03.2019 hebben we de farao ’s Sesostris en Pheros behandelt.
Deze week gaan we verder met de faraolijst en behandelen we de farao ’s Proteus
en Rampsinitos. Hierna de betreffende faraolijst van Herodotos samen met hun
historische verankering op de tijdsbalk:
Herodotos
Boek: historische verankering op
tijdsbalk:
Sesostris 2
:102 Thothmosis III, Rehabeam – 961
v. Chr.
Feroos/Pheros 2
:111 Amonhotep II – 941
v. Chr.
Proteus 2 :112 Thothmosis IV – 800 v. Chr.
Rampsinitos 2 :121 Amonhotep
III – 776 v. Chr.
Cheops 2 :124 piramidebouwer – 8ste eeuw v. Chr.
Chefren 2 :127 piramidebouwer – 8ste eeuw v. Chr.
Mykerinos 2 :129 piramidebouwer – 8ste eeuw v. Chr.
Asychis 2 :136 8ste eeuw v. Chr.
Anysis 2 :137 tijdgenoot Sabakoos – 8ste eeuw v. Chr.
Sethoos 2 :141 tijdgenoot Sanherib, Assyrië – 716 v. Chr.
12
koningen 2 :147 Ramessieden
Psammetichos 2 :152 675
v. Chr.
Neko 2
:158 Neko – 605 v. Chr.
Psammis 2
:159
Apriës 2
:161 Hofra
Amasis 2 :172 525 v. Chr.

De
regeerperiode van Sesostris en Pheros die we identificeerden met de farao ‘s
Thothmosis III en Amonhotep II eindigde in chaos als een gevolg van de zondvloed van Deucalion die in het
voorjaar van 941 v. Chr. in Egypte dood en vernieling veroorzaakte. Zie het
artikel van 13.03.2017 op dit blog,
link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1489359600&stopdatum=1489964400
In 933 v. Chr. volgde de
Nubische invasie onder leiding van de Bijbelse koning van Nubië: Zera (zie TIJD
en TIJDEN, 2015, blz 239-241). De Ethiopiër Zera rukte met zijn miljoenenleger vervolgens
Juda binnen maar werd daar door het Judese leger van koning Asa teruggeslagen. Voor
het Egypte van de achttiende dynastie begon toen een Ethiopisch/Nubische
tussenperiode. Ook de bekende wetenschapper
Isaac Newton (1643/1723) die een
grote interesse in de geschiedenis van de oudheid had, schreef dat de Bijbelse
Zera de Ethiopiër, doorheen Egypte naar Juda was opgerukt en aldus heer over
Egypte werd. Hierna het citaat van Newton uit mijn boek ‘De Zonaanbidder,
2016, blz. 14:
But in the
fifth year of Asa the land of Judah became quiet from war, and from thence
had quiet ten years; and Asa took away the altars of strange Gods, and brake
down the Images, and built the fenced cities of Judah with walls and towers and
gates and bars, having rest on every side, and got up an army of 580000 men,
with which in the fifteenth year of his Reign he met Zerah the Ethiopian, who came out against him with an army of a
thousand thousand Ethiopians and Libyans: the way of the Libyans was through
Egypt, and therefore Zerah was now Lord
of Egypt: they fought at Mareshah near Gerar, between Egypt and Judæa, and
Zerah was beaten, so that he could not recover himself: and from all this I
seem to gather that Osiris was slain in the fifth year of Asa, and thereupon
Egypt fell into civil wars, being invaded by the Libyans, and defended by the
Ethiopians for a time; and after ten years more being invaded by the
Ethiopians, …. (The chronology of ancient kingdoms amended by Isaac Newton)

© Robert De Telder, Dertig Jubeljaren,
2018, blz. 260
Farao Thothmosis IV zou pas in 797 v. Chr. Egypte
van het juk van de Nubiërs kunnen bevrijden. Dit is een epoque die ik in het
bijzonder in mijn boek ‘De Zonaanbidder, Achnaton de strenge en hardvochtige
farao volgens de profeet Jesaja’, 2016, behandelt heb.
De
laatste Ethiopisch/Nubische heerser van de beschreven tussenperiode in de
achttiende dynastie was de legendarische Memnon. Memnon was volgens de overlevering
een van de geallieerden van Priamos, de koning van Troje. Hij trok met een
leger vanuit Egypte over Klein-Azië naar Troje om het te steunen in zijn strijd
tegen de Grieken, maar kwam daar aan zijn einde. De dood van Memnon op het
slagveld van Troje had als resultaat dat ook de Ethiopische overheersing van
Egypte ophield. De Ethiopische tussenperiode voor de Egyptische achttiende
dynastie die begonnen was aan het einde van de regeerperiode van farao
Amonhotep II, kwam in de periode van 800 tot 790 v. Chr. aan haar einde met farao
Thothmosis IV die in Egypte de macht naar zich toe trok. Het beleg van Troje
plaatsen we gereviseerd van 800 tot 790 v. Chr. op de tijdsbalk.
De
faraolijst van Herodotos vervolgd met de Griekse naam Proteus na Pheros. In
zijn tweede boek verhaalt Herodotos de geschiedenis van Pheros tegen achtergrond
van de schaking van Helena gevolgd door de belegering van Troje door de Grieken.
Farao Proteus wordt namelijk door Herodotos met de
ontvoering van Helena verbonden. De geschiedenis over het stranden van Helena
op de Egyptische kust is de enige anekdote die Herodotos over de persoon van
Proteus vermeld. Ten tijde van Herodotos’ reis naar Egypte bevond het graf van
Proteus zich in Memfis alwaar ook een tempel gewijd aan Aphrodite de
vreemdelinge stond. Gefascineerd door deze tempel liet Herodotus zich door de
priesters van Egypte onderwijzen in de geschiedenis van Helena. Na de schaking
van Helena uit Sparta voer Alexandros op weg naar zijn vaderland, toen zijn
schip midden op de Egeïsche zee door winden uit de koers werd geslagen en naar
de Egyptische kust is afgedreven. Herodotus geeft zoveel details over het
wedervaren van deze Grieken in Egypte dat het heel aannemelijk wordt het
verhaal als historisch feit aan te nemen. Deze geschiedenis is dan een variant
op het relaas van Homeros' Ilias wat Herodotos ook bevestigd. Hierna een citaat
uit het tweede boek van Herodotos aangaande Proteus:
Book 2:112. After him, they said, there succeeded to
the throne a man of Memphis, whose name in
the tongue of the Hellenes was Proteus;
for whom there is now a sacred enclosure at Memphis, very fair and well
ordered, lying on that side of the temple of Hephaistos which faces the North
Wind. Round about this enclosure dwell Phenicians of Tyre, and this whole
region is called the Camp of the Tyrians. Within the enclosure of Proteus there is a temple called the
temple of the "foreign Aphrodite," which temple I conjecture to be
one of Helen the daughter of
Tyndareus, not only because I have heard the tale how Helen dwelt with Proteus,
but also especially because it is called by the name of the "foreign
Aphrodite," for the other temples of Aphrodite which there are have none
of them the addition of the word "foreign" to the name.
113. And the priests told me, when I inquired, that
the things concerning Helen happened thus:--Alexander having carried off Helen
was sailing away from Sparta to his
own land, and when he had come to the Egean Sea contrary winds drove him from
his course to the Sea of Egypt; and after that, since the blasts did not cease
to blow, he came to Egypt itself, and in Egypt to that which is now named the
Canobic mouth of the Nile and to Taricheiai. Now there was upon the shore, as
still there is now, a temple of Heracles, in which if any man's slave take
refuge and have the sacred marks set upon him, giving himself over to the god,
it is not lawful to lay hands upon him; and this custom has continued still
unchanged from the beginning down to my own time. Accordingly the attendants of
Alexander, having heard of the custom which existed about the temple, ran away
from him, and sitting down as suppliants of the god, accused Alexander, because
they desired to do him hurt, telling the whole tale how things were about Helen
and about the wrong done to Menelaos;
and this accusation they made not only to the priests but also to the warden of
this river-mouth, whose name was Thonis.
Enzoverder…
Zie de hierna volgende link voor wie het bericht vanaf boek 2:114-120 in zijn
geheel wil lezen: http://www.sacred-texts.com/cla/hh/
Ik
verwees al naar mijn studie ‘De Zonaanbidder, Achnaton de strenge en
hardvochtige farao volgens de profeet Jesaja’, 2016, een boek dat met de
regeerperiode van Thothmosis IV begint. Hierna een citaat: Na een onderbreking
van honderddrieëndertig jaar sinds de dood van Amonhotep II en de invasie van
de Ethiopiërs/Nubiërs onder leiding van de Bijbelse Zera was het belangrijk
voor Thothmosis IV om zijn legitimiteit bij zijn troonsbestijging te
bevestigen.

De
zogenaamde ‘droomstele’ tussen de poten van de Sfinx op het Gizehplateau is
daar een voorbeeld van. De droomstele is van farao Thothmosis IV die de stele
in zijn eerste regeringsjaar liet aanbrengen (Alan Gardiner, Egypt of the Pharaohs, 1961, Chapter VIII). De
inscriptie verhaalt hoe de jonge prins Thothmosis op jacht was in de woestijn
en in de schaduw van de sfinx in slaap viel. De god Re verscheen toen in zijn
slaap en beloofde in de droom dat, wanneer Thothmosis IV het zand rondom de
sfinx weghaalde, hij legitiem koning zou worden. Zelfs voor de orthodoxe
Egyptologie roept dit alles twijfel op betreffende de wettelijke opvolging van
Thothmosis IV en worden vraagtekens bij zijn afkomst geplaatst.
Het feit
dat de sfinx bij het begin van de regeerperiode van Thothmosis IV volledig
onder het zand zat wijst op meganatuurcatastrofes zoals de eerder beschreven
zondvloed van Deucalion in het jaar 941 v. Chr. en op de lange periode daarna van
verwaarlozing. Dat er zich een tussentijd in de achttiende dynastie heeft
voorgedaan blijkt ook uit enkele vondsten die binnen het orthodoxe kader
vraagtekens oproepen. Zo is er een obelisk die heden in Italië opgesteld staat.
Een obelisk die door farao Thothmosis III te Aswan uitgehakt was en voor lange
tijd onafgewerkt bleef liggen. De onafgewerkte obelisk werd later door farao
Thothmosis IV overgenomen en met toegevoegde inscripties van zowel Thothmosis
III als van hemzelf opgesteld (Donald B.
Redford, 1992, Egypt, Canaan, and Israel in Ancient Times, Chapter 6). In
het gereviseerde model geeft dit een verklaring voor een lange periode tussen
het uithakken van de obelisk en het aanbrengen van de inscripties. Het
aanbrengen van een inscriptie door farao Thothmosis IV aan de obelisk had nu
als enige doel zijn legitimiteit als opvolger van de farao’s van de achttiende
dynastie te onderstrepen.
Naar
buiten toe was het belangrijk voor het nieuwe Egypte van Thothmosis IV om goede
relaties met de koninkrijken in Klein-Azië te hebben. En hoewel er inscripties
bewaard zijn gebleven waar Thothmosis IV beschreven wordt als ‘veroveraar van
Syrië’, beschrijft de orthodoxie deze eerder als inspectietochten (Peter A. Clayton, Kroniek van de
farao’s, 1995, hoofdstuk: het nieuwe rijk). In het achtste regeringsjaar van
Thothmosis IV staat er een veldtocht naar Ethiopië beschreven die past in de
revisie van de geschiedenis van de oudheid. Het achtste jaar van Thothmosis IV
is op de tijdsbalk: 790/789 v. Chr. Het is het jaar waarin Memnon vermoedelijk
te Troje sneuvelde, met Thothmosis IV die van de gelegenheid gebruik maakte om
het Nubische juk af te werpen. Naar Klein-Azië toe normaliseerde Thothmosis IV
de relaties door een huwelijk met een dochter van de koning van Mitanni:
Artatama (Donald B. Redford, 1992,
Egypt, Canaan, and Israel in Ancient Times, Chapter 6). De naam van de nieuwe
koningin was ‘Moet-em-wija’ en zij zou de moeder worden van de troonopvolger Amonhotep III. Het huwelijk betekende
de basis van een alliantie met Mitanni alias Assyrië voor een langere periode.
In mijn werk: De Assyriologie herzien,
2012, Appendix 1, blz. 115-120, heb ik aangetoond dat het door de moderne
Egyptologie gefabriceerde koninkrijk van Mitanni in feite het Assyrische Rijk van
de achtste eeuw v. Chr. was. De werkelijke garant voor vrede voor Egypte was
buurland Juda onder het koningschap van Uzzia. Tijdens de regeerperiode van
Thothmosis IV tot aan zijn dood in het jaar 776 v. Chr. was koning Azaria/Uzzia
als een buffer voor Egypte, die vrede en welvaart garandeerde. Zie het artikel
op dit blog van 08.12.2017, Azaria
de koning van Juda, heerser over Klein-Azië en Egypte in de achtste eeuw v.
Chr., link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1512342000&stopdatum=1512946800
De
regeringswissel in Egypte viel niet toevallig in een jaar dat getuige van een
meganatuurcatastrofe was. Op het bijgevoegde tijdschema heb ik de
meganatuurcatastrofe via een verticale balk in het najaar van 776 v. Chr.
markeert. Op 17.11.2017 plaatste ik
op dit blog een artikel met de titel: de moeder van alle verwoestingen, zie
link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1510527600&stopdatum=1511132400

© Robert De Telder, Dertig Jubeljaren,
2018, blz. 261
Farao Amonhotep
III identificeer ik met Herodotos’ Rampsinitos, de opvolger van Proteus.
Herodotos (Boek 2, 121) schrijft dat Rampsinitos onmetelijk rijk was,
bouwwerken liet uitvoeren en het land onder zijn bewind voortreffelijk bestuurd
en welvarend is geweest. Opmerkelijk is dat we over Amonhotep III hetzelfde
commentaar vinden (Donald B. Redford,
Akhenaten The Heretic King, 1984, chapter: Amenophis the Builder). Amonhotep
III was een farao die vermeld wordt met een voorspoedige regering van meer dan
negenendertig jaar en beschreven als onmetelijk rijk en dit niet als een gevolg
van oorlogshandelingen, maar als het resultaat van internationale handel en een
overvloedige goudvoorraad. Het verband met Herodotus is treffend en past
precies in het plaatje van de revisie van de geschiedenis van het oude Egypte. Hierna het citaat uit het werk van Herodotos Boek 2,
121. After Proteus, they told me, Rhampsinitos received in succession the kingdom, who left as a
memorial of himself that gateway to the temple of Hephaistos which is turned
towards the West, and in front of the gateway he set up two statues, in height
five-and-twenty cubits, of which the one which stands on the North side is
called by the Egyptians Summer and the one on the South side Winter; and to
that one which they call Summer they do reverence and make offerings, while to
the other which is called Winter they do the opposite of these things.
121. (a) This king, they said, got great wealth of silver, which
none of the kings born after him could surpass or even come near to; and
wishing to store his wealth in safety he caused to be built a chamber of stone,
Etcetera…
De
voorspoedige regeringsperiode van Amonhotep III is in het gereviseerde model
een gevolg van de bescherming van Egypte door koning Uzzia van Juda. De
connectie met Juda wordt nog duidelijker wanneer blijkt dat de hoofdvrouw van
Amonhotep III: Teje, van Joodse origine was. Tot aan het jaar van het
terugtrekken van het Judese leger in 748 v. Chr. zou de schoonfamilie van
Amonhotep III gedurende zesentwintig jaar het bestuur over Egypte
gesuperviseerd hebben. Het huwelijk van Amonhotep III met Teje, de dochter van
luitenant-generaal Joeja, hield
Amonhotep III niet tegen om er naast zijn hoofdvrouw een harem van vrouwen op
na te houden. Over Joeja schreef ik eerder op dit blog op 12.12.2016 een artikel, zie link: http://bloggen.be/Robertdetelder/archief.php?startdatum=1481497200&stopdatum=1482102000
Er
waren ook nog een aantal diplomatieke huwelijken zoals met Gilukhepa, een
prinses uit Mitanni/Assyrië in Amonhotep ’s tiende regeringsjaar. Daarna huwde
Amonhotep III in zijn dertigste regeringsjaar wat een jubileumjaar was, met
zijn dochter Sit-amon, die aldus ook in zijn harem terecht kwam. Amonhotep III
had twee zonen waarvan de oudste zoon voor de dood van zijn vader gestorven is,
wat de weg baande bij de dood van Amonhotep III in 739 v. Chr. voor de jongste
zoon: de bekende Amonhotep IV die zijn naam zou veranderen naar Achnaton. Een
godsdienstfanaat die alle veelgodendomtempels in Egypte zou laten sluiten en
uiteindelijk het Egyptische Rijk met al zijn orde, pracht en praal teloor zou
laten gaan.
Herodotos Book 2:124. ‘Down to the time when Rhampsinitos was king, they told me
there was in Egypt nothing but orderly
rule, and Egypt prospered greatly; but after
him Cheops became king over them and brought them to every kind of evil:
for he shut up all the temples, and
having first kept them from sacrificing there, he then bade all the Egyptians
work for him’.
Maar dit
is stof voor een volgende aflevering.
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder
Recente publicaties:

Dertig
Jubeljaren, 2018, zie link: https://www.bol.com/nl/p/dertig-jubeljaren/9200000101929798/?suggestionType=searchhistory&bltgh=jLyCAgDUe71UKHV4eLlBLQ.1.7.ProductImage&fbclid=IwAR1FW-GC4SRsGCLFOa0BP_MG9IXEYx3Uo2Ugz3s6x74aPfO0kexdKcN4hqU
Kronieken van
de koningen van Israël, 2017, zie
link: https://www.bol.com/nl/p/kronieken-van-de-koningen-van-israel/9200000086650052/?suggestionType=searchhistory
EXODUS, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/102331
Dit boek kan inmiddels volledig online gelezen worden via de volgende link: https://jezusleeft.weebly.com/exodus.html
De Zonaanbidder, 2016, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/87999
TIJD en TIJDEN, 2015, Zie link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579
De Assyriologie
herzien, 2012, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/76234
De Tweede
Wereldoorlog door de ogen van een neutrale Belg, 2007, zie link: http://www.bravenewbooks.nl/books/69343
Genesis
versus Egyptologie, 2009, dit boek is uitverkocht maar
kan online gelezen worden op de hierna volgende link: http://jezusleeft.weebly.com/genesis-versus-egyptologie.html
Apocalyps, 2009, (dit boek is uitverkocht maar op een PDF-document
gratis op eenvoudig verzoek per email bij de auteur verkrijgbaar)