Met de
vakantie voor de deur wil ik mijn boek TIJD
en TIJDEN, 2015, nogmaals onder de aandacht brengen. Voor velen is de
vakantie een tijd om eens andere lectuur ter hand te nemen:
TIJD en
TIJDEN
Robert
de Telder
496
pagina s
Paperback
16 x 24 cm
ISBN
978 94 0221 560 1
Zie
link: http://boekscout.nl/shop/ViewProduct.aspx?bookId=5579

Het
boek is niet goedkoop, het telt dan ook 496 pagina s met een geschiedkundig
overzicht vanaf de Grote Vloed in 2340 v. Chr. tot de komst van Christus. Vanwege
het gewicht zijn ook de portokosten navenant.
Hierna ter
introductie een hoofdstuk dat ook eerder als een artikel op dit blog verscheen:
Het Bijbelse Ofir en de Toekkijim
1
koningen 9: 26 De koning Salomo maakte ook schepen te Ezeon-geber, dat
bij Eloth is, aan den oever der Schelfzee, in het land van Edom. 27 En Hiram
zond met die schepen zijn knechten, scheepslieden, kenners van de zee, met de
knechten van Salomo. 28 En zij kwamen te Ofir,
en haalden van daar aan goud, vierhonderd en twintig talenten, en brachten het
tot den koning Salomo. (Statenvertaling)
De
bedoeling van deze aflevering is te achterhalen wat met het Hebreeuwse woord: Toekkijim, dat in onze Bijbel met
pauwen vertaald werd, bedoelt is? Daarnaast wil ik het Bijbelse land Ofir op de landkaart
van heden plaatsen. Waar Ofir lag is een punt van discussie onder Bijbelvorsers
aangezien de naam in de loop der eeuwen verloren ging. Vanuit Ofir haalde de
geallieerde vloot van Hiram van Fenicië en Salomo van Israël, goud en andere
producten. Het hierboven vermelde Bijbelcitaat spreekt van 420 talenten goud of
ongeveer 12600 kg wat ook vandaag nog enorm is.
1
koningen 10: 11 Verder ook de schepen van Hiram, die goud uit Ofir
voerden, brachten uit Ofir zeer veel
almuggimhout en kostelijk gesteente.
12 En de koning maakte van dit almuggimhout steunselen voor het huis des
HEEREN, en voor het huis des konings, mitsgaders harpen en luiten voor de
zangers. Het almuggimhout was zo niet gekomen noch gezien geweest, tot op dezen
dag
.
. 22
Want de koning had in zee schepen van Tharsis, met de schepen van Hiram; deze
schepen van Tharsis kwamen in, eenmaal
in drie jaren, brengende goud, en zilver, elpenbeen, en apen, en pauwen. (Hebreeuws: Toekkijim)

Het
hiervoor vermelde Bijbelcitaat vermeldt verder dat naast goud ook zeer veel almuggimhout, edelgesteente, zilver,
ivoor, apen en pauwen vanuit Ofir
door de vloot van Hiram naar Esjon-Geber gebracht werd. Vers 22 leert dat de
zogenaamde Tarsis-vloot van Salomo die samen met de vloot van Hiram zeilde, er
drie jaar over deden. Vanuit Esjon-Geber naar Ofir en terug. Dit gegeven maakt
dat we Ofir niet te dicht bij het land Israël mogen zoeken maar eerder aan een
reis naar een ander werelddeel moeten denken. De plaatsing van het land Ofir in
Arabië door de orthodoxie is zo fout bevonden. Moest Arabië met Ofir
bedoelt zijn zou het voor Salomo ook niet nodig geweest zijn om de Feniciërs in
te schakelen. Een reis via de bestaande karavaanwegen met de nodige
transportmiddelen van die tijd was voldoende geweest.
Wat de
zeereis naar het verre Ofir betreft hebben we vanuit de oudheid een indicatie
van wat drieduizend jaar geleden mogelijk was. Zo verwijst de historicus
Herodotos (Boek 4,42) naar een prestatie ten tijde van farao Neko (621/605 v.
Chr.) in Egypte waarbij farao zijn zeelieden om Afrika heen liet varen. Zij
vertrokken met hun vloot vanuit de Rode Zee naar het zuiden om Afrika heen, en
daarna noordwaarts. Een tocht van in totaal twee jaar alvorens zij via de
straat van Gibraltar de Middellandse Zee invoeren. Met deze informatie is het
mogelijk om aan te nemen dat de geallieerde vloot van Hiram en Salomo zelfs
Amerika en/of Azië kon bereiken. In weet-magazine schreef Tjarko Evenboer twee
interessante artikels betreffende de Feniciërs en de ontdekking van Amerika
lang voor Europeanen daar voet aan land zetten. Zie link:
Weet-magazine
nr. 12
http://www.weet-magazine.nl/artikelen/Weet%2012%20-%20Ontdekkers%20van%20Amerika.pdf
en
Weet-magazine
nr. 15
http://www.weet-magazine.nl/artikelen/Weet%2015%20-%20Salomo's%20goudleveranciers.pdf

Wanneer
men deze twee studies doorneemt is er nog weinig twijfel dat het Bijbelse Ofir
inderdaad in het huidige Brazilië gezocht moet worden. Ik heb in mijn studies
gedurende een hele tijd Ofir in India geplaatst en dit vooral omdat de
historicus Flavius Josephus, Ofir in India plaatst (Joodse Oudheden Boek.
VIII,vi.4), en daarnaast zijn er de vermelde producten in de Bijbel zoals pauwen dat naast het goud en zilver uit
Ofir gehaald werd. Pauwen komen alleen in India en in de onmiddellijke
buurlanden voor en niet in Zuid-Amerika en dus leek het dat de keuze
voor India correct was. Het is na het doornemen van de artikels in Weet-magazine
dat ik verder onderzoek naar de Pauw als vogel in de Bijbel deed. Het wondermooie
kleurrijke beestje dat verantwoordelijk is voor het feit dat ik in mijn denken met
India vastzat. Het blijkt nu dat er maar twee verwijzingen naar
Pauwen in de ganse Bijbel voorkomen en dat is in het eerder geciteerde
Bijbelboek 1 Koningen en in het Bijbelboek Job hoofdstuk 39 vers 16.
Daarenboven kon ik in een Bijbelse Encyclopedie bij het woord Pauw lezen,
dat het helemaal niet vaststaat dat de in het Hebreeuws vermelde vogel met Pauw
te vertalen is. In de Hebreeuwse grondtekst staat er: Toekkijim. Nu ben ik geen expert in talen maar mijn eerste
ingeving was dat de Toekkijim
gewoon de Hebreeuwse versie van de vogelsoort Toekan in Brazilië was. Een dier even mooi en kleurrijk als de pauw
en ook een geschenk een koning waardig. Heeft men daarom trouwens voor de
vertaling pauw gekozen? Ik herhaal dat ik geen taalexpert ben en merk alleen
het eerste gedeelte Toek dat in beide talen met elkaar overeenkomt. Dit alles
is uiteraard geen bewijs op zich maar alleen een hint, een aanwijzing dat indien
mijn veronderstelling juist is, de plaatsing van Ofir in het huidige Brazilië nogmaals
onderlijnt is.
Het Bijbelse Ofir en Almuggimhout
Het
volgende product uit Ofir, na de Pauw, dat ik onder de aandacht
wil brengen is het Almuggimhout dat in 1 Koningen beschreven wordt.
1 koningen 10: 11
Bovendien bracht de vloot van Hiram, die goud uit Ofir aanvoerde, uit Ofir zeer
veel almuggimhout en edelgesteente
mee. 12 De koning verwerkte het almuggimhout
tot meubels voor het huis des HEREN en voor het huis des konings, ook tot
citers en harpen voor de zangers. Zulk
almuggimhout is nooit meer aangekomen noch gezien tot op deze dag

Het
Hebreeuwse woord voor Almuggim (meervoud) is onbekend. Ook hier is het niet geweten, net zoals met
de vogels TOEKKIJIM, wat met ALMUGGIM bedoelt is noch waar
het hout vandaan kwam. De Statenbijbel en de NBG 1951 Bijbel hebben in hun
vertaling Almuggim gehandhaafd maar de vertalers van het NBV 2004 hebben
gemeend de houtsoort te mogen identificeren met Sandelhout dat uit Azië
afkomstig is. De vertaling met Sandelhout blijft echter gissen.
De
beschreven houtsoort in 1 Koningen 10:11 is ongetwijfeld regenwoudhout. Een
dure duurzame houtsoort die ook heden nog in het noordelijk halfrond haar nut
heeft en waar men veel geld voor over heeft. Het Bijbelse Almuggimhout was een
unieke houtsoort die wanneer de Kroniekschrijver aan het Bijbelboek 1 Koningen werkte
en de geschiedenis van Salomo neerschreef, toen al niet meer gezien was. De in
de Bijbel beschreven meubels die Salomo in Israël van dit hout liet maken, zijn
over de eeuwen heen verloren gegaan. Maar in Egypte zijn sommige meubelstukken
bewaard gebleven. In het British Museum kun je een stoel van drieduizend jaar oud bewonderen die tot de meubels van de
vrouwelijke Farao Hatsjepsoet behoord heeft. Het gebruikte hout voor de stoel wordt
door het museum als ebbenhout bestempelt. Dit is een woord dat ontleend werd
van het Grieks. Maar de uiteindelijke oorsprong van dit Griekse woord gaat
terug naar Egypte waar deze bijzondere houtsoort HBNJ heette. De klinkers zijn hier onbekend. Het blijft vraagteken
op vraagteken wanneer men deze zaken onderzoekt. Een ding staat vast en dat is
de duurzaamheid van dit tropisch-hout dat in Egypte noch in
Klein Azië voorkwam. Het Bijbelse Almuggimhout
was een begeerde houtsoort. Het was dit hout dat Salomo en Hiram uit Ofir
haalden en aan Egypte leverden.

De
vrouwelijke farao Hatsjepsoet werd door de Egyptologie op basis van een
vermeend dubbelkalendergebruik in het oude Egypte in de vijftiende eeuw v. Chr.,
op de tijdsbalk geplaatst? Vijf eeuwen voordat Salomo zijn handelsvloot naar
Ofir stuurde. De Sothis-kalender is echter door het revisionisme van de
geschiedenis van de oudheid weerlegd en Hatsjepsoet hoort thuis in de tiende
eeuw v. Chr. Op dit blog schreef ik dienaangaande eerder een artikel op 06.07.2015: de dochter van farao. Zie
link: http://www.bloggen.be/robertdetelder/archief.php?startdatum=1436133600&stopdatum=1436738400
Wordt
vervolgd
.
Met
vriendelijke groet,
Robert
De Telder