Inhoud blog
  • Overlijden Robert De Telder
  • Corona
  • Chronologische schema's - afbeeldingen - vanaf de Grote Vloed tot de Spraakverwarring
  • Joeja
  • De eerste drieduizend jaar, hoofdstuk 1
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    KRONOS
    chronologie - archeologie - oudheid
    01-02-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De profeet Haggaï en de sabbatjaar-cyclus
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Haggaï was een profeet die optrad ten tijde van de terugkeer uit de Babylonische Ballingschap en die de Joden opriep tot herbouw van de tempel te Jeruzalem. De profeet Haggaï begint zijn boek in het Oude Testament met de vermelding dat zijn bediening begon in het tweede jaar van koning Darius, in de zesde maand, op de eerste dag.

    Op mijn chronologische tabel is dit 29 augustus van het jaar 520 voor Christus. Absolute ‘kronos’ over jaar, maand en dag wordt ons hier in de Bijbel aangeboden. Het is een jaartal dat Bijbelse en Perzische chronologie met elkaar verbindt. Daarbij zien we op het bijgevoegde schema dat in 520 v. Chr. in maart/april een sabbatjaar begon. En de profeet Haggaï maakt duidelijk dat er toen inderdaad een sabbatsjaar van start ging maar dan zonder de bijzondere zegen van Boven, aan een sabbatjaar verbonden. Het zesde jaar in de zevenjarige sabbatcyclus was onder het oude verbond van God met Israël een jaar van dubbele zegening. Het land leverde toen in het zesde jaar een dubbele oogst zodat het sabbatjaar zonder gebrek overbrugd kon worden. Het zesde jaar op ons schema mrt521/apr520 zag echter geen dubbele zegening:

    Haggaï 1:9 Om mijn huis, dat verwoest ligt, terwijl gij draaft, ieder voor zijn eigen huis. 10 Daarom heeft de hemel over u de dauw ingehouden en de aarde haar opbrengst. 11 Ook riep Ik een droogte over het land en de bergen, over het koren, de most, de olie en wat de aardbodem voortbrengt, over mens en dier en alle arbeid der handen.

     

    In het tweede hoofdstuk van de profeet Haggaï wordt dit nog duidelijker:

    2:16 Nu dan, bedenkt toch wat aan deze dag is voorafgegaan: voordat steen op steen gelegd werd aan de tempel des Heren, 17 voordat deze dingen geschiedden: kwam men bij een hoop van twintig maten, dan waren er slechts tien; kwam men bij de wijnpers om vijftig maten uit de bak te scheppen, dan waren er slechts twintig.

     

    Deze woorden werden gesproken op de vierentwintigste dag van de negende maand in het tweede regeringsjaar van Darius (Haggaï 2:1). Op onze huidige kalender was dit 17 oktober 521 v. Chr. Het was de laatste dag van het Loofhuttenfeest (Leviticus 23:24) en normaal gezien was dit bedoeld ter viering van de zomeroogst.

    Het tweede hoofdstuk van de profeet Haggaï heeft de verkwikkende woorden met betrekking tot de sabbatjaar-zegening: vers 20 :‘Van deze dag aan zal Ik zegenen.” Deze dag begon dan volgens vers 11 op de vierentwintigste dag van de zevende maand in het tweede jaar van Darius oftewel 18 december 521 v. Chr. wanneer het wintergewas werd geplant.

    Haggaï 2:11 Op de vierentwintigste dag van de negende maand in het tweede jaar van Darius kwam het woord des Heren tot de profeet Haggai aldus…

     

    De profeet Haggaï geeft via de herkenbare sabbatjaarcyclus een link tussen de Bijbel en de wereldgeschiedenis. De jaartallen van de Perzische koningen zijn uitvoerig door de historicus van de oudheid Herodotos belicht en correct bevonden en zijn aldus belangrijke ankerjaren voor een chronologische reis in de tijd.

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

     

    Hierna volgt de volledige tekst van het kleine Bijbelboek Haggaï met de chronologisch belangrijke gedeelten in vette letters:

     

    Haggaï 1:1 In het tweede jaar van koning Darius, in de zesde maand, op de eerste dag dier maand, kwam het woord des Heren door de dienst van de profeet Haggai tot Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, de landvoogd van Juda, en tot Jozua, de zoon van Josadak, de hogepriester, aldus: 2 Zo zegt de Here der heerscharen: Dit volk zegt: de tijd is nog niet gekomen, de tijd, dat des Heren huis herbouwd worde. 3 En het woord des Heren kwam door de dienst van de profeet Haggai aldus: 4 Is het voor ú de tijd om in uw weldoortimmerde huizen te wonen, terwijl dit huis verwoest ligt? 5 Nu dan, zo zegt de Here der heerscharen, bedenkt wat u wedervaren is. 6 Gij hebt veel gezaaid, maar weinig binnengehaald; gij hebt gegeten, maar zonder dat gij verzadigd werdt; gij hebt gedronken, maar zonder dat gij voldaan werdt; gij hebt u gekleed, maar zonder dat gij warm werdt; en wie zich voor loon verhuurde, ontving zijn loon in een doorboorde buidel.

    7 Zo zegt de Here der heerscharen: Bedenkt wat u wedervaren is. 8 Beklimt het gebergte, haalt hout en herbouwt dit huis; dan zal Ik er welgevallen aan hebben en verheerlijkt worden, zegt de Here. 9 Gij hebt op veel gerekend, maar zie, het liep op weinig uit, en toen gij het binnengehaald hadt, blies Ik erin. Waarom dat? luidt het woord des Heren der heerscharen. Om mijn huis, dat verwoest ligt, terwijl gij draaft, ieder voor zijn eigen huis. 10 Daarom heeft de hemel over u de dauw ingehouden en de aarde haar opbrengst. 11 Ook riep Ik een droogte over het land en de bergen, over het koren, de most, de olie en wat de aardbodem voortbrengt, over mens en dier en alle arbeid der handen. 12 Toen hoorden Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, en Jozua, de zoon van Josadak, de hogepriester, en al het overblijfsel des volks naar de stem van de Here, hun God, en naar de woorden waarmede de Here, hun God, de profeet Haggai gezonden had, en het volk vreesde voor het aangezicht des Heren. 13 En Haggai, de bode des Heren, zeide, krachtens de boodschap des Heren, tot het volk: Ik ben met u, luidt het woord des Heren. 14 En de Here wekte de geest op van Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, de landvoogd van Juda, en de geest van Jozua, de zoon van Josadak, de hogepriester, en de geest van al het overblijfsel des volks, zodat zij kwamen en het werk begonnen aan het huis van de Here der heerscharen, hun God, 2:1 op de vierentwintigste dag van de zesde maand in het tweede jaar van koning Darius.

    2 In de zevende maand, op de eenentwintigste dier maand, kwam het woord des Heren door de dienst van de profeet Haggai aldus: 3 Zeg tot Zerubbabel, de zoon van Sealtiël, de landvoogd van Juda, en tot Jozua, de zoon van Josadak, de hogepriester, en tot het overblijfsel des volks: 4 Wie onder u is overgebleven, die dit huis in zijn vroegere heerlijkheid gezien heeft? Hoe ziet gij het nu? Is het niet, daarbij vergeleken, als niets in uw ogen? 5 Maar nu, wees sterk, Zerubbabel, luidt het woord des Heren, en wees sterk, Jozua, zoon van Josadak, hogepriester, en wees sterk, al gij volk des lands, luidt het woord des Heren, en gaat aan het werk, want Ik ben met u, luidt het woord van de Here der heerscharen, 6 overeenkomstig het woord dat Ik u beloofd heb, toen gij uit Egypte uittoogt, en mijn Geest in uw midden stond: vreest niet. 7 Want zo zegt de Here der heerscharen: Een ogenblik nog, een korte wijle, dan zal Ik de hemel en de aarde, de zee en het droge doen beven. 8 Ja, Ik zal alle volken doen beven en de kostbaarheden van alle volken zullen komen en Ik zal dit huis met heerlijkheid vervullen, zegt de Here der heerscharen. 9 Van Mij is het zilver en van Mij is het goud, luidt het woord van de Here der heerscharen. 10 De toekomstige heerlijkheid van dit huis zal groter zijn dan de vorige, zegt de Here der heerscharen; op deze plaats zal Ik heil geven, luidt het woord van de Here der heerscharen.

    11 Op de vierentwintigste dag van de negende maand in het tweede jaar van Darius kwam het woord des Heren tot de profeet Haggai aldus: 12 Zo zegt de Here der heerscharen: Vraag toch de priesters om onderricht in de wet, 13 en zeg: wanneer iemand heilig vlees in de slip van zijn kleed draagt en hij raakt met zijn slip brood, moes, wijn, olie of enige andere spijs aan, wordt dit dan heilig? De priesters antwoordden: Neen. 14 En Haggai zeide: Indien iemand onrein geworden door een lijk, iets van al deze dingen aanraakt, wordt het dan onrein? De priesters antwoordden: Het wordt onrein. 15 Toen antwoordde Haggai: Zo staat het met dit volk en zo staat het met deze natie voor mijn aangezicht, luidt het woord des Heren, en zo staat het met al het werk van hun handen, en wat zij daar offeren, dat is onrein. 16 Nu dan, bedenkt toch wat aan deze dag is voorafgegaan: voordat steen op steen gelegd werd aan de tempel des Heren, 17 voordat deze dingen geschiedden: kwam men bij een hoop van twintig maten, dan waren er slechts tien; kwam men bij de wijnpers om vijftig maten uit de bak te scheppen, dan waren er slechts twintig. 18 Ik sloeg u met brandkoren en met honigdauw, en al het werk van uw handen met hagel, maar er was bij u geen gedachte aan Mij, luidt het woord des Heren. 19 Bedenkt toch wat voorafgegaan is aan deze dag, de vierentwintigste der negende maand, van de dag aan, waarop de tempel des Heren gegrondvest werd. 20 Bedenkt: Is er nog zaad in de schuur? Ja, ook de wijnstok, de vijgenboom, de granaatappelboom en de olijfboom hebben niet gedragen. Van deze dag aan zal Ik zegenen.

    21 Het woord des Heren kwam ten tweeden male tot Haggai op de vierentwintigste der maand, aldus: 22 Zeg tot Zerubbabel, de landvoogd van Juda: 23 Ik zal de hemel en de aarde doen beven, Ik zal de troon der koninkrijken omverwerpen, de kracht van de koninkrijken der volken verdelgen, de wagens en wie daarop rijden, omverwerpen en de paarden en hun ruiters zullen neerstorten, ieder door het zwaard van de ander. 24 Te dien dage, luidt het woord van de Here der heerscharen, zal Ik u, Zerubbabel, zoon van Sealtiël, mijn knecht, nemen, luidt het woord des Heren, en Ik zal u tot een zegelring maken, want u heb Ik uitverkoren, luidt het woord van de Here der heerscharen. (NBG Vertaling 1951)

    01-02-2014 om 00:00 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    30-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Moabietische steen
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    2 Koningen 3:Joram, de zoon van Achab, werd koning over Israël te Samaria in het achttiende jaar van Josafat, de koning van Juda, en hij regeerde twaalf jaar. 2 Hij deed wat kwaad is in de ogen des HEREN; echter niet zoals zijn vader en zijn moeder: hij verwijderde de gewijde steen van Baäl, die zijn vader gemaakt had. 3 Alleen volhardde hij in de zonden die Jerobeam, de zoon van Nebat, Israël had doen bedrijven; daarvan week hij niet af. 4 Mesa nu, de koning van Moab, was een schapenfokker; hij bracht aan de koning van Israël honderdduizend lammeren op en de wol van honderdduizend rammen. 5 Maar zodra Achab gestorven was, viel de koning van Moab van de koning van Israël af. 6 Koning Joram trok te dien dage op uit Samaria en monsterde geheel Israël.

     

    Over de hierboven in de Bijbel beschreven oorlog tussen Israël en Moab heeft de archeologie een zogenaamde buiten-Bijbelse verwijzing tevoorschijn gebracht. Van koning Mesa, de koning der Moabieten tijdens de regeerperiode van Omri, Achab en Joram in Israël, is een stele bewaard gebleven waarin naar Omri en zijn zoon van het tienstammenrijk verwezen wordt. Na de dood van Achab, verhaalt de Bijbel, stopt de schatplichtige Mesa met zijn jaarlijkse betalingen aan Israël en geraakt alzo in conflict met Joram.

     

    De stele van Mesa bevindt zich in het Louvre en werd anno 1868 door een Duitse zendeling, F.A. Klein, gevonden. De steen is beschadigd en dit als gevolg van het feit dat lokale Arabieren na het bekendmaken van de vondst de steen verhitten en lieten springen. De gedachte moet geweest zijn; dat als Europeanen er belang aan hechten er wel een schat in moet verborgen zijn. Dank zij de eerder gemaakte gipsafdruk door F.A. Klein konden later de stukken weer samengevoegd worden. Hierna volgt een gedeeltelijke vertaling (enkele letters zijn onleesbaar en de zin van enige woorden niet zeker):

     

    “Ik ben Mesa, zoon van Kamos-.., koning van Moab, uit Dibon afkomstig. Mijn vader is koning geweest over Moab dertig jaar en ik werd koning na mijn vader en ik maakte deze offerhoogte in Karko.. omdat hij mij gered heeft van alle koningen en mij heeft doen neerzien op al mijn haters. Omri, de koning van Israël, hij verdrukte Moab vele dagen, want Kamos was vertoornd op zijn land. En zijn zoon (Achab) volgde hem op en ook hij sprak: Ik ga Moab verdrukken. In mijn tijd sprak hij deze woorden, maar ik heb hem en zijn huis overwonnen…Omri had het land van Medeba bezet en Israël woonde daarin in zijn tijd en in de helft van de tijd van zijn zoon(Joram) veertig jaar….”

     

    Chronologisch is het in verband met deze studie belangrijk om de vermelding van de veertig jaar verdrukking, die ons vanuit een Moabietische bron bereikt heeft, te verklaren. Op het eerste gezicht namelijk lijken de veertig jaar niet mijn revisie te volgen. Zelfs Velikovsky wist met de veertigjarige vermelding geen raad of kon er geen gebruik van maken. Deze onderzoeker trok zelfs de Bijbelshistorische berichtgeving omtrent deze koningen in twijfel.

     

    De Moabietische steen vermeldt een periode van veertig jaar voor drie koningen van Israël. Wanneer we vanaf het eerste jaar van Omri in 920 v. Chr. tot aan Ahazia rekenen verkrijgen we slechts 33 jaar. We kunnen er echter rustig vanuit gaan dat Ahazia in Moab onbekend was. Hij regeerde slechts twee jaar over Israël. De berichtgeving in de Bijbel over hem is kort, drie verzen, en dan nog zeer negatief. Hij stierf voortijdig na een ziekte ten gevolgen van een val door het tralievertrek van zijn boven-verblijf te Samaria. Een andere zoon van Achab nam daarop de scepter in het tienstammenrijk over: Joram . Het is deze koning die tegen het afvallige Moab zou oprukken en waarnaar de Moabietische steen verwijst. In mijn reconstructie zitten er exact veertig jaar tussen het einde van de regering van Josafat in 880 v.Chr. en het begin van de regering van Omri in 920 v.Chr.

     

    Een voorbeeld van geschiedvervalsing:

    De ontdekker van de Moabietische steen was de Elzasser en Protestants zendeling F.A. Klein. Het jaar van de ontdekking was 1868 AD. In 1868 maakte de Elzas, de provincie waar Klein geboren werd, deel uit van Frankrijk en dit sedert de 16de eeuw . Het was de Frans-Duitse oorlog van 1870/71 dat maakte dat dit Duitstalige gebied deel ging uitmaken van de nieuwe Duitse eenheidsstaat, door de legendarische Bismarck gevormd. Het gebied is lange tijd een twistappel tussen Duitsland en Frankrijk geweest. Men kan vandaag rustig stellen dat de Eerste Wereldoorlog uiteindelijk het resultaat was van Franse politieke machinaties om het gebied d.m.v. een oorlog van Duitsland opnieuw afhandig te maken. Deze Duits-Franse tegenstelling heeft tot na de Tweede Wereldoorlog geduurd. Heden maakt de Elzas deel uit van Frankrijk en heeft de Bondsrepubliek Duitsland alle gebiedsverlies als gevolg van de twee wereldoorlogen in de twintigste eeuw aanvaardt.

     

    In de geesten der onderzoekers is dit echter geen vanzelfsprekendheid. In studies over de oudheid is de nationaliteit van F.A. Klein niet altijd onmiddellijk te achterhalen. Duitse onderzoekers noemen hem voornamelijk een Duitser of Elzasser. Andere onderzoekers vermelden dikwijls eenvoudig weg de nationaliteit niet. Klein was Duitssprekend, net zoals een andere beroemde Elzasser Albert Schweitzer, bij het uitbreken van de eerste wereldoorlog als protestants zendeling en arts werkzaam in Frans Kongo, theoretisch een Fransman, maar wel als ‘Duitser’ door de Fransen geïnterneerd in een Frans concentratiekamp in Afrika. Ik geef deze informatie door om aan te tonen hoe gevoelig geschiedschrijving kan liggen en hoe gemakkelijk geschiedschrijving een bepaalde kleur krijgt afhankelijk van de nationaal gekleurde bril die men opheeft.

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    30-01-2014 om 00:00 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    29-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.776 v. Chr.: de profeet Jona te Nineveh
    Klik op de afbeelding om de link te volgen


    De bedoeling van dit artikel is de Bijbelse profeet Jona chronologisch op de tijdsbalk te plaatsen en de koning van Assyrië te identificeren die zich op de prediking van Jona te Nineveh tot de God van Israël voor uitkomst wendde.

     

    De Bijbel leert dat Jona ‘s bediening als profeet ten tijde van de regering van koning Jerobeam II van het tienstammenrijk liep:

     2 Koningen 14:23 In het vijftiende jaar van Amasja, de zoon van Joas, de koning van Juda, werd Jerobeam, de zoon van Joas, de koning van Israël, koning te Samaria; hij regeerde eenenveertig jaar. 24 Hij deed wat kwaad is in de ogen des HEREN, hij week niet af van al de zonden die Jerobeam, de zoon van Nebat, Israël had doen bedrijven. 25 Hij heroverde het gebied van Israël, van de weg naar Hamat tot de zee der Vlakte, volgens het woord dat de HERE, de God van Israël, gesproken had door zijn knecht, de profeet Jona, de zoon van Amittai, uit Gat-Hachefer. 26 Want de HERE had gezien, dat de ellende van Israël zeer bitter was, dat het met hoog als met laag gedaan was en dat er geen helper was voor Israël. 27 Maar de HERE had niet gezegd, dat Hij de naam van Israël van onder de hemel zou uitwissen; dus verloste Hij hen door Jerobeam, de zoon van Joas. (NBG Vertaling 1951)

     

    Ook de Joodse historicus Flavius Josephus plaatst de bediening van Jona ten tijde van de eenenveertigjarige regeringsperiode van Jerobeam II maar geeft verder ook geen exacte tijdsaanduiding wanneer juist Jona de stad Nineveh bezocht. (Flavius Josephus, Joodse Oudheden Boek IX, x, 1-2)

     

    Beide historische bronnen, de Bijbel en Josephus, brengen een bijzondere geschiedenis over Nineveh: de bekering namelijk van een Assyrische koning tot de God van Israël, en dit naar aanleiding van de oordeelaankondiging van de Hebreeuwse profeet Jona te Nineveh. Deze historische gebeurtenis werd niet in Assyrische bronnen opgetekend. Het is duidelijk dat de Assyrische kroniekschrijvers deze vermaledijde koning, die de goden van Assyrië inruilde voor de God van Israël, gewist -‘deleted’- hebben. Men kan spreken van een ‘damnatio memoriae’ gedurende deze tijd voor Assyrië. Hierna het relevante Bijbelgedeelte:

     

    Jona 3:1 Het woord des HEREN kwam ten tweeden male tot Jona: 2 Maak u op, ga naar Nineveh, de grote stad, en breng haar de prediking, die Ik tot u spreken zal. 3 Toen maakte Jona zich op en ging naar Nineveh, overeenkomstig het woord des HEREN. Nineveh nu was een geweldig grote stad, van drie dagreizen. 4 En Jona begon de stad in te gaan, één dagreis, en hij predikte en zeide: Nog veertig dagen en Nineveh wordt ondersteboven gekeerd! 5 En de mannen van Nineveh geloofden God en riepen een vasten uit en bekleedden zich, van groot tot klein, met rouwgewaden. 6 Toen het woord de koning van Nineveh bereikte, stond hij op van zijn troon, legde zijn opperkleed af, trok een rouwgewaad aan en zette zich neder in de as. 7 En men riep uit en zeide in Nineveh op bevel van de koning en van zijn groten: Mens en dier, runderen en schapen mogen niets nuttigen, niet grazen en geen water drinken. 8 Zij moeten gehuld zijn in rouwgewaden, mens en dier, en met kracht tot God roepen en zich bekeren, een ieder van zijn boze weg, en van het onrecht dat aan hun handen kleeft. 9 Wie weet, God mocht Zich omkeren en berouw krijgen en zijn brandende toorn laten varen, zodat wij niet te gronde gaan. 10 Toen God zag wat zij deden, hoe zij zich bekeerden van hun boze weg, berouwde het God over het kwaad dat Hij gedreigd had hun te zullen aandoen, en Hij deed het niet. (NBG Vertaling 1951)

     

    Het deleten van deze historische gebeurtenis door de Assyriërs is een aanwijzing dat de Assyrische historische bronnen niet betrouwbaar zijn.

     

    Het afwenden van de geprofeteerde ramp die Nineveh ondersteboven zou keren postuleer ik te hebben plaatsgevonden in het jaar 776 voor Christus. Het is het jaar dat in de oude wereld de Olympische Spelen van start gingen en dit uit dankbaarheid naar hun goden toe, voor het afwenden van ‘de’ ramp. Er was namelijk al eerder een cyclus van rampen bezig die met een regelmaat van tijd planeet aarde met allerhande calamiteiten teisterde. Er was een cyclus van meganatuurcatastrofes van ongeveer 54 ½ jaar en 13 jaar aan de hand.

     

    De jaren voor Christus: 860, 830, 816, 802 en 790 waren getuigen van deze calamiteiten. We kunnen ons voorstellen dat de oude wereld vol spanning en angst rond 776 v. Chr. uitzag naar de volgende ramp die over hen heen moest komen. In 776 v. Chr. werd deze ramp afgewend en het zou tot 761 v. Chr. duren alvorens een nieuwe cyclus van start ging met de volgende rampjaren: 761, 748, 735, 722 en 709 v. Chr.

     

    Het plaatsen van de profeet Jona te Nineveh op de tijdsbalk in het jaar 776 v. Chr. maakt dat zijn bediening binnen de regeerperiode van Jerobeam II valt.

     

    Volgens mijn herziening van de geschiedenis van de oudheid zat tijdens deze tijdsperiode in Assyrië koning Sardanapallos op de troon zat. Een naam die ons via de Grieken overgeleverd werd. In mijn revisie, zoals uiteengezet in ‘De Assyriologie herzien’ plaats ik Sardanapallos op de tijdsbalk tussen de regeerperioden van de Assyrische koningen Assur Nerari V en Tiglath Pileser III. Het is Assyrische koning met de Griekse naam Sardanapallos die in de Assyrische koningslijsten ontbreekt. De aanleiding is ongetwijfeld de bekering van de Assyriër tot de God van Israël ter uitredding van de nakende ramp. Het feit dat hij een oor had naar de prediking van de Hebreeuwse profeet Jona en zich niet tot de goden van Assyrië keerde maakt dat zijn uit de koningslijst gewist werd.

     

    Het raamwerk dat de Griekse legende schildert bevat heel wat historische details. Volgens het Griekse verhaal waren twee schatplichtige vorsten, namelijk Arbaces van Medië en Belesys van Babylon, in opstand tegen Sardanapallos, de koning van Assyrië, gekomen. Sardanapallos, trok deze opstandelingen met zijn leger tegemoet en hij zou zeker de overwinning over hen behaald hebben, moest er geen muiterij in het Assyrische leger zijn uitgebroken. Het waren Assyrische soldaten die terugkeerden van Baktrië, die naar de opstandelingen overliepen. Hierop volgde gedurende twee jaar een belegering van Nineveh alwaar Sardanapallos zich had terug getrokken. Het verhaal gaat verder dat in het derde jaar van de belegering, de rivier de Tigris buiten haar oevers trad en de stadsmuur ondermijnde zodat deze over een lengte van twintig stadiën instortte. Hierop heeft Sardanapallos, zijn einde onder ogen ziende, zich om het leven gebracht. Nineveh werd daarop ingenomen. Ik postuleer dat het buiten de oevers treden van de Tigris te maken had met de meganatuurcatastrofe van het jaar 761 v. Chr. Ook vanuit Egypte hebben we gelijkaardige berichtgeving over het uitzonderlijk buiten de oevers treden van de Nijl ten tijde van zulke catastrofes. De belegering van Nineveh krijgt nu de jaren 764/761 v. Chr. In 761 v. Chr. vond er een ‘regime-change’ in Nineveh plaats. De koningen Pul en Tiglath Pileser III namen de macht over. In ‘Genesis versus Egyptologie’ toon ik vanuit Egyptische bronnen, aan dat Pul de vader van Tiglath Pileser III was.

     

    De Bijbel door monde van de profeet Hosea, geeft voor deze tijdsperiode het Hebreeuwse equivalent voor koning Sardanapallos: JAREB. Hierna het betreffende Bijbelgedeelte:

     

    Hosea 5:8 Blaast de bazuin in Gibea, de trompet in Rama! Maakt alarm in Bet-Awen! Achter u, Benjamin! 9 Tot een woestenij zal Efraïm worden ten dage des oordeels. Over de stammen Israëls maak Ik bekend wat vast besloten is. 10 De vorsten van Juda zijn als zij die de grenzen verleggen. Op hen zal Ik mijn verbolgenheid uitgieten als water. 11 Verdrukt is Efraïm, verpletterd door het recht, omdat hij heeft verkozen het ijdele te volgen. 12 Daarom ben Ik voor Efraïm als een mot, en als een beeneter voor het huis van Juda. 13 Toen Efraïm zijn krankheid zag, en Juda zijn gezwel, ging Efraïm naar Assur en zond boden naar koning JAREB (Strijdlust). Deze echter kan u geen genezing schenken, en zal het gezwel van u niet wegnemen.

     

    Hosea 10:1 Israël is een welige wijnstok, die zijn vruchten voortbrengt; naarmate hij meer vrucht verkreeg, maakte hij meer altaren; naarmate het zijn land beter ging, maakte hij mooiere gewijde stenen. 2 Bedrieglijk was hun hart, nu zullen zij hun schuld boeten: Hij zal hun altaren verwoesten, hun gewijde stenen vernielen. 3 Nu zeggen zij wel: Wij hebben geen koning – maar, wanneer wij de HERE niet vrezen, wat zou dan de koning voor ons kunnen doen? 4 Zij spreken holle woorden: zweren valse eden, sluiten maar verbonden. En het gericht schiet op als een gifplant in de voren van de akker. 5 Om dat kalf van Bet-Awen zijn de inwoners van Samaria bezorgd; ja, daarover treurt het volk, daarover maken de afgodspriesters misbaar, omdat de heerlijkheid daarvan is geweken. 6 Ja, het wordt zelf naar Assur gebracht als een geschenk voor koning Strijdlust (sv)JAREB.

     

    In de grondtekst van de Bijbel staat er ‘Jareb’ wat de SV Statenvertaling correct als een eigennaam doorgaf. De NBG Vertaling (1951) vertaalde JAREB met ‘Strijdlust’. De NBV vertaling (2004) maakte er ‘kemphaan’ van, wat voor onze geschiedschrijving onbruikbaar is. We zien hier weer het gezag dat de wetenschap Assyriologie heeft ten overstaan van nieuwe Bijbelvertalingen. De Bijbelse naam JAREB komt in de Assyrische koningslijsten niet voor en aldus neemt men aan dat de Hebreeuwse benaming JAREB wel een andere betekenis zal hebben.

     

    JAREB of het onbekende Assyrische equivalent is de gehate naam die door zijn Assyrische tegenstanders na hun overwinning, ‘deleted’ werd. Een koning die het uiteindelijk na veel strijd tegen usurpators voor zijn troon moest afgeven.

     

    Vanuit de Bijbel kan deze gebeurtenis redelijk goed op de tijdsbalk geduid worden. De profeet Hosea (1:1) trad in Israël op ten tijde van koning Uzzia, Jotham, Achaz en Jehizkia, koningen van Juda, en in de dagen van Jerobeam, de zoon van Joas, koning van Israël. Deze tijdspanne is dezelfde als de tijd wanneer de profeet Jona naar Nineveh gezonden werd. De profetische woorden aangaande JAREB werden uitgesproken/vervuld na de dood van Jerobeam tijdens de periode van 775 tot 764 v. Chr. wanneer het tienstammenrijk zonder koning zat. Deze tussenperiode in de lijn van de koningen van het tienstammenrijk werd eveneens door Hosea voorspeld:

     

    Hosea 3: … 4 Want vele dagen zullen de Israëlieten blijven zitten zonder koning en zonder vorst, zonder offer en zonder gewijde steen, zonder efod of terafim. …

     

    Hosea hoofdstuk vijf en verder beschrijft de toestand in Israël na de dood van Jerobeam II. Dezelfde tijd dus dat JAREB koning van Assyrië was met als hoofdstad Nineveh.

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    29-01-2014 om 00:00 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)
    26-01-2014
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De berg Ebal in Israël en de offerplaats van Jozua
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Jozua 8:30 Toen bouwde Jozua een altaar voor de HERE, de God van Israël, op de berg Ebal, 31 zoals Mozes, de knecht des HEREN, de Israëlieten geboden had, naar hetgeen geschreven stond in het boek der wet van Mozes; een altaar van onbehouwen stenen, die men met geen ijzer bewerkt had; zij brachten daarop brandoffers aan de HERE en slachtten vredeoffers. 32 En dáár schreef hij op de stenen een afschrift van de wet van Mozes, hetwelk hij opschreef ten aanschouwen der Israëlieten. 33 Geheel Israël nu, zijn oudsten, de opzieners en zijn rechters stonden aan weerszijden van de ark, tegenover de levitische priesters, die de ark des verbonds des HEREN droegen, zowel vreemdelingen als geboren Israëlieten, de ene helft tegenover de berg Gerizim en de andere helft tegenover de berg Ebal, zoals Mozes, de knecht des HEREN, vroeger geboden had, om het volk Israël te zegenen. 34 Daarna las hij al de woorden der wet voor, de zegen en de vloek, naar alles wat in het boek der wet geschreven stond. 35 Er was geen woord van al hetgeen Mozes geboden had, dat Jozua niet voorlas aan de gehele gemeente van Israël en de vrouwen, de kinderen en de vreemdelingen, die met hen meegegaan waren

     

    In de vorige eeuw in het jaar 1967 kwam Samaria waar de berg op zo een negenhonderd meter boven de zeespiegel gelegen is, in Israëlische handen. Gedurende vele eeuwen lag het gebied en de berg er onherbergzaam bij. Op het plateau van de berg vond een Israëlisch archeologisch team onder leiding van Adam Zertal in 1982 een massieve rechthoekige constructie van grote onbehouwen stenen. De afmetingen waren ongeveer negen meter bij zeven meter en drie meter hoog. Binnen de constructie vond men as, potscherven, stenen en afval. Vooral opmerkelijk was de vondst van meer dan vierduizend dierlijke beenresten, meestal verbrand, die in een laboratorium geanalyseerd werden. De meeste beenderen bleken van stieren, schapen en geiten afkomstig te zijn. Geen van de beenderen bleek van de zogenaamde Bijbelse onreine dieren afkomstig te zijn wat een sterke indicatie naar religieuze offers was. Na vier jaar onderzoek van de site was er voor de archeoloog Zertal maar één conclusie mogelijk: dit was de site waar het Bijbelboek Jozua naar verwijst. De blootgelegde constructie bleek volledig aan alle voorschriften van Mozes in de Bijbel te voldoen.

     

    Het dateren van de constructie is moeilijk. De gevonden beenderen werden gedateerd in de twaalfde eeuw voor Christus en de constructie van het altaar in het IJzertijdperk I gedateerd. De archeologische strata in Israël worden echter alle aan de hand van de orthodoxe Egyptische chronologie gedateerd. En als een gevolg van ongeveer zeshonderd jaar foutieve tijdrekening in Egypte zit ook in Israël de archeologie die deze dateringsmethode hanteert er altijd enkele eeuwen naast. Ook de archeoloog Zertal dateerde zijn vondst aan de hand van de Egyptische chronologie. Het vinden van twee Egyptische scarabeeën op de site maakte dat voor het jaartal 1250 v. Chr. gekozen werd. Een betreurenswaardig foutief jaartal dat geen recht aan het Bijbelbericht doet. Het correcte jaartal voor de bouw van het altaar op basis van de gereviseerde chronologie is 1437 v. Chr.

     

    De stenen getuigen ook vandaag nog dat de Bijbel geen mythe of folklore is maar het spreken van de God van Israël in de geschiedenis.

     

    Met vriendelijke groet,

    Robert De Telder

    26-01-2014 om 00:00 geschreven door Robert De Telder  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 02/11-08/11 2020
  • 22/06-28/06 2020
  • 08/06-14/06 2020
  • 01/06-07/06 2020
  • 18/05-24/05 2020
  • 04/05-10/05 2020
  • 27/04-03/05 2020
  • 13/04-19/04 2020
  • 06/04-12/04 2020
  • 27/01-02/02 2020
  • 20/01-26/01 2020
  • 31/12-06/01 2019
  • 23/12-29/12 2019
  • 16/12-22/12 2019
  • 09/12-15/12 2019
  • 02/12-08/12 2019
  • 25/11-01/12 2019
  • 18/11-24/11 2019
  • 11/11-17/11 2019
  • 04/11-10/11 2019
  • 28/10-03/11 2019
  • 21/10-27/10 2019
  • 14/10-20/10 2019
  • 07/10-13/10 2019
  • 30/09-06/10 2019
  • 23/09-29/09 2019
  • 16/09-22/09 2019
  • 09/09-15/09 2019
  • 02/09-08/09 2019
  • 26/08-01/09 2019
  • 19/08-25/08 2019
  • 12/08-18/08 2019
  • 05/08-11/08 2019
  • 29/07-04/08 2019
  • 22/07-28/07 2019
  • 15/07-21/07 2019
  • 08/07-14/07 2019
  • 01/07-07/07 2019
  • 24/06-30/06 2019
  • 17/06-23/06 2019
  • 10/06-16/06 2019
  • 03/06-09/06 2019
  • 27/05-02/06 2019
  • 20/05-26/05 2019
  • 13/05-19/05 2019
  • 06/05-12/05 2019
  • 29/04-05/05 2019
  • 22/04-28/04 2019
  • 15/04-21/04 2019
  • 08/04-14/04 2019
  • 01/04-07/04 2019
  • 25/03-31/03 2019
  • 18/03-24/03 2019
  • 11/03-17/03 2019
  • 04/03-10/03 2019
  • 25/02-03/03 2019
  • 18/02-24/02 2019
  • 11/02-17/02 2019
  • 04/02-10/02 2019
  • 28/01-03/02 2019
  • 21/01-27/01 2019
  • 14/01-20/01 2019
  • 07/01-13/01 2019
  • 01/01-07/01 2018
  • 24/12-30/12 2018
  • 17/12-23/12 2018
  • 10/12-16/12 2018
  • 03/12-09/12 2018
  • 26/11-02/12 2018
  • 19/11-25/11 2018
  • 12/11-18/11 2018
  • 05/11-11/11 2018
  • 29/10-04/11 2018
  • 22/10-28/10 2018
  • 15/10-21/10 2018
  • 08/10-14/10 2018
  • 01/10-07/10 2018
  • 24/09-30/09 2018
  • 17/09-23/09 2018
  • 10/09-16/09 2018
  • 03/09-09/09 2018
  • 27/08-02/09 2018
  • 20/08-26/08 2018
  • 13/08-19/08 2018
  • 06/08-12/08 2018
  • 30/07-05/08 2018
  • 23/07-29/07 2018
  • 16/07-22/07 2018
  • 09/07-15/07 2018
  • 02/07-08/07 2018
  • 25/06-01/07 2018
  • 11/06-17/06 2018
  • 04/06-10/06 2018
  • 28/05-03/06 2018
  • 21/05-27/05 2018
  • 14/05-20/05 2018
  • 07/05-13/05 2018
  • 30/04-06/05 2018
  • 23/04-29/04 2018
  • 16/04-22/04 2018
  • 09/04-15/04 2018
  • 02/04-08/04 2018
  • 26/03-01/04 2018
  • 19/03-25/03 2018
  • 12/03-18/03 2018
  • 05/03-11/03 2018
  • 26/02-04/03 2018
  • 19/02-25/02 2018
  • 12/02-18/02 2018
  • 05/02-11/02 2018
  • 29/01-04/02 2018
  • 22/01-28/01 2018
  • 15/01-21/01 2018
  • 08/01-14/01 2018
  • 01/01-07/01 2018
  • 25/12-31/12 2017
  • 18/12-24/12 2017
  • 11/12-17/12 2017
  • 04/12-10/12 2017
  • 27/11-03/12 2017
  • 20/11-26/11 2017
  • 13/11-19/11 2017
  • 06/11-12/11 2017
  • 30/10-05/11 2017
  • 23/10-29/10 2017
  • 16/10-22/10 2017
  • 09/10-15/10 2017
  • 02/10-08/10 2017
  • 25/09-01/10 2017
  • 18/09-24/09 2017
  • 11/09-17/09 2017
  • 04/09-10/09 2017
  • 28/08-03/09 2017
  • 21/08-27/08 2017
  • 14/08-20/08 2017
  • 07/08-13/08 2017
  • 31/07-06/08 2017
  • 24/07-30/07 2017
  • 17/07-23/07 2017
  • 10/07-16/07 2017
  • 03/07-09/07 2017
  • 26/06-02/07 2017
  • 19/06-25/06 2017
  • 12/06-18/06 2017
  • 05/06-11/06 2017
  • 29/05-04/06 2017
  • 22/05-28/05 2017
  • 15/05-21/05 2017
  • 08/05-14/05 2017
  • 01/05-07/05 2017
  • 24/04-30/04 2017
  • 17/04-23/04 2017
  • 10/04-16/04 2017
  • 03/04-09/04 2017
  • 27/03-02/04 2017
  • 20/03-26/03 2017
  • 13/03-19/03 2017
  • 06/03-12/03 2017
  • 27/02-05/03 2017
  • 20/02-26/02 2017
  • 13/02-19/02 2017
  • 06/02-12/02 2017
  • 30/01-05/02 2017
  • 23/01-29/01 2017
  • 16/01-22/01 2017
  • 09/01-15/01 2017
  • 02/01-08/01 2017
  • 26/12-01/01 2017
  • 19/12-25/12 2016
  • 12/12-18/12 2016
  • 05/12-11/12 2016
  • 28/11-04/12 2016
  • 21/11-27/11 2016
  • 14/11-20/11 2016
  • 07/11-13/11 2016
  • 31/10-06/11 2016
  • 24/10-30/10 2016
  • 17/10-23/10 2016
  • 10/10-16/10 2016
  • 03/10-09/10 2016
  • 26/09-02/10 2016
  • 19/09-25/09 2016
  • 12/09-18/09 2016
  • 29/08-04/09 2016
  • 22/08-28/08 2016
  • 15/08-21/08 2016
  • 08/08-14/08 2016
  • 01/08-07/08 2016
  • 25/07-31/07 2016
  • 18/07-24/07 2016
  • 11/07-17/07 2016
  • 04/07-10/07 2016
  • 27/06-03/07 2016
  • 20/06-26/06 2016
  • 13/06-19/06 2016
  • 06/06-12/06 2016
  • 30/05-05/06 2016
  • 23/05-29/05 2016
  • 16/05-22/05 2016
  • 09/05-15/05 2016
  • 02/05-08/05 2016
  • 25/04-01/05 2016
  • 18/04-24/04 2016
  • 11/04-17/04 2016
  • 04/04-10/04 2016
  • 28/03-03/04 2016
  • 21/03-27/03 2016
  • 14/03-20/03 2016
  • 07/03-13/03 2016
  • 29/02-06/03 2016
  • 22/02-28/02 2016
  • 15/02-21/02 2016
  • 08/02-14/02 2016
  • 01/02-07/02 2016
  • 25/01-31/01 2016
  • 18/01-24/01 2016
  • 11/01-17/01 2016
  • 04/01-10/01 2016
  • 28/12-03/01 2016
  • 21/12-27/12 2015
  • 14/12-20/12 2015
  • 07/12-13/12 2015
  • 30/11-06/12 2015
  • 23/11-29/11 2015
  • 16/11-22/11 2015
  • 09/11-15/11 2015
  • 02/11-08/11 2015
  • 26/10-01/11 2015
  • 19/10-25/10 2015
  • 12/10-18/10 2015
  • 05/10-11/10 2015
  • 28/09-04/10 2015
  • 21/09-27/09 2015
  • 14/09-20/09 2015
  • 07/09-13/09 2015
  • 31/08-06/09 2015
  • 24/08-30/08 2015
  • 17/08-23/08 2015
  • 10/08-16/08 2015
  • 03/08-09/08 2015
  • 27/07-02/08 2015
  • 20/07-26/07 2015
  • 13/07-19/07 2015
  • 06/07-12/07 2015
  • 29/06-05/07 2015
  • 22/06-28/06 2015
  • 15/06-21/06 2015
  • 08/06-14/06 2015
  • 01/06-07/06 2015
  • 25/05-31/05 2015
  • 18/05-24/05 2015
  • 11/05-17/05 2015
  • 04/05-10/05 2015
  • 27/04-03/05 2015
  • 20/04-26/04 2015
  • 13/04-19/04 2015
  • 06/04-12/04 2015
  • 30/03-05/04 2015
  • 23/03-29/03 2015
  • 09/03-15/03 2015
  • 02/03-08/03 2015
  • 23/02-01/03 2015
  • 16/02-22/02 2015
  • 02/02-08/02 2015
  • 26/01-01/02 2015
  • 12/01-18/01 2015
  • 05/01-11/01 2015
  • 30/12-05/01 2014
  • 22/12-28/12 2014
  • 15/12-21/12 2014
  • 01/12-07/12 2014
  • 24/11-30/11 2014
  • 17/11-23/11 2014
  • 10/11-16/11 2014
  • 03/11-09/11 2014
  • 27/10-02/11 2014
  • 20/10-26/10 2014
  • 06/10-12/10 2014
  • 29/09-05/10 2014
  • 22/09-28/09 2014
  • 28/07-03/08 2014
  • 14/07-20/07 2014
  • 30/06-06/07 2014
  • 23/06-29/06 2014
  • 16/06-22/06 2014
  • 09/06-15/06 2014
  • 02/06-08/06 2014
  • 19/05-25/05 2014
  • 05/05-11/05 2014
  • 21/04-27/04 2014
  • 14/04-20/04 2014
  • 07/04-13/04 2014
  • 24/03-30/03 2014
  • 10/03-16/03 2014
  • 03/03-09/03 2014
  • 24/02-02/03 2014
  • 17/02-23/02 2014
  • 10/02-16/02 2014
  • 03/02-09/02 2014
  • 27/01-02/02 2014
  • 20/01-26/01 2014
  • 06/01-12/01 2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs