Dag 2
Dinsdag 15 mei 2018. Na een zalige nachtrust
ontwaken we door de zon die langs de kieren van de gordijnen onze slaapplaats
binnen gluurt. Het beloofd een mooie dag te worden met een wolkenloze blauwe
lucht. Het uitgebreid ontbijt wordt, zoals afgesproken, om acht uur, naar de
kamer gebracht. Het is meer dan we op kunnen, met dank aan B&B Carpé Diem.
Vandaag fietsen we niet. We gaan een wandeling maken in Hulst-centrum.
Slenteren langs de unieke monumentale gebouwen, struinen door de zonovergoten
smalle bijzondere straatjes met een rijke geschiedenis en op tijd en stond een
natje en een droogte in één van de talrijke horecagelegenheden. Hulst is een
oud stadje net over de Nederlandse grens in Zeeuws-Vlaanderen. Misschien wel
'De meest Vlaamse stad van Nederland'. De dag van vandaag hoor je het niet
meer, maar ik herinner me nog goed, toen je vroeger de mensen vroeg waar ze
gingen winkelen of wandelen, werd er steevast Hulst genoemd. De stad is tevens
één van de best bewaarde vestingsteden van de Lage Landen. De 3,5 kilometer
lange wandellus over de intacte wallen is een schitterend tochtje. Deze
verdedigingswal werd met aarde opgeworpen tijdens de tachtigjarige oorlog. In
dit conflict in de zeventiende eeuw werd de grens tussen Nederland en België
bepaald. Tot dan behoorde Hulst bij Vlaanderen. De wallen moesten de stad
beschermen tegen Spaanse soldaten. De smalle steegjes van het historisch
centrum zorgen voor een sfeervol decor. We wandelen terug, via de Tivoliweg,
naar de wallen die de stad omsluiten, en houden halt bij de dubbele poort. Ze
werd gebouwd in 1619/1620 en genoemd naar de Dobbele of Bollewerckpoort. Het
jaartal boven de linker boogpoort (1771) verwijst naar een hoognodige
restauratie. Oorspronkelijk bestond slechts de middelste boogpoort, maar ten
behoeve van de toegenomen verkeersdrukte in 1932 werd deze uitgebreid met een
tweede doorgang en een voetgangerstunnel.
Na de poort slaan we linksaf en volgen even de oude
vestingwallen. De verdedigingswal, van tien meter hoog, werd met aarde
opgeworpen tijdens de Tachtigjarige Oorlog. Tijdens dit conflict in de
zeventiende eeuw werd de grens tussen Nederland en België bepaald. Tot dan
behoorde Hulst bij Vlaanderen. De wallen moesten de stad beschermen tegen
Spaanse soldaten. De Nederlanden maakten toen deel uit van Spanje. Hulst wilde
zich afscheiden en bouwde daarom deze moeilijk in te nemen vesting. We staan
vervolgens voor de windmolen die hoog op een dijk werd gebouwd. Daar krijgen de
wieken de meeste wind. De stadsmolen werd gebouwd in 1792 op last van de
Generaliteit en is daarom een stuk jonger dan de aarden wal. Oorspronkelijk
maalde de molen het graan voor de soldaten van het versterkte stadje. Na de
Franse tijd ging de molen in particuliere handen. De molen werd door de
gemeente aangekocht in 1954 en weer maalvaardig gemaakt. Boven de oostelijke
ingang bevindt zich het wapen van de Generaliteit.
Langs de parking van het Galgenbolwerk komen we bij
de Begijnepoort of Grauwse Poort. Gebouwd in de eerste helft van de 17de eeuw
onder het bestuur van burgemeester Benjamin de Beaufort. In 1704 werd de poort
vernieuwd. Het landverkeer van en naar Grauw ging door deze poort. Voor de
poort lag een ravelijn dat door houten bruggen met de stad verbonden was. Een
ravelijn is een buitenwerk van een vesting. Een eiland dat zich omgeven door
water in de vestinggracht bevindt. Ooit bevond er zich de galg waar ter dood
veroordeelde mensen opgeknoopt werden. Tot 1859 werden de poorten 's avonds
gesloten met houten deuren. De rechter doorgang is begin jaren zestig van
vorige eeuw gerealiseerd ten behoeve van het voetgangers- en fietsverkeer.
Langs de Begijnestraat wandelen we tot op de Grote
Markt. We bezoeken de protestantse Sint-Willibrordusbasiliek. Sinds 31 mei 2009
de 'Mooiste Kerk van Nederland' genoemd. De bouw vond plaats van 1200 tot 1534
in de rijke Vlaamse cultuur. De tegenstelling Katholiek en Protestant ontstond
pas in de 16de eeuw. In 1645 veroverde Frederik Hendrik de stad Hulst en gingen
er veel kunstschatten verloren. De kerk werd protestant. Ook de Tachtigjarige
oorlog tekende de basiliek. Door twee Beeldenstormen en de verovering van Hulst
door Frederik Hendrik gingen veel kunstschatten verloren. Alhoewel de
protestanten er een kale kerk van maakten kwam hierdoor wel de prachtige
Gotische bouwkunst volkomen tot zijn recht. In 1806 werd de basiliek een
simultaankerk toen Napoleon bepaalde dat ook de katholieken recht hadden op een
gedeelte van de kerk. In 1944 werd de toenmalige toren door de bevrijders van
de kerk geschoten. In 1957 stond er een nieuwe toren op. Onbegrepen en
verbijsterd voor de bevolking, die een meer traditionele toren ambieerden en
ook verwacht hadden. Voor de grote Sint-Willibrordusbasiliek preekt de
mooiprater, Reinaert de Vos, onder andere de passie voor een familie
goedgelovige ganzen. Bij de hoofdingang van de kerk staat ook nog de oude
stadspomp. Vroeger was er geen waterleiding en moesten de inwoners hun water
bij de stadspomp halen met emmers. Het water kwam uit een diepe bron.
Het stadhuis is een met ledesteen, een geel witte
kalksteen uit Oost-Vlaanderen, bekleed gebouw met Halletoren. De dubbele
adelaar werd verleend door Maximiliaan van Oostenrijk aan zijn keizerstad. Het
gebouw werd in 1452 door de Gentenaren verwoest. In de strijd tegen Gent door
de bevolking van Hulst in 1485 in brand gestoken. Herbouwd van 1518 tot 1534
door de Gebroeders Keldermans en Willem van Sassen. In 1844 verlaagde men de
kap en werden de dakkapellen en ornamenten verwijderd. De wapenstenen in het
bordes zijn afkomstig van een vroegere torenbekroning van de basiliek.
Het bronzen herdenkingsbord aan het stadhuis werd
geplaatst voor de opvang van honderdduizenden Belgische vluchtelingen van WOI.
De vluchtelingen werden ondergebracht bij burgers in schuren, openbare
gebouwen, het gemeentehuis, de kerk en in de open lucht. Er wapperen twee
vaandels aan het gebouw met de afbeelding van een Vlaamse Leeuw. Een infobord
legt uit: Graaf Philips van den Elzas verleende Hulst in het jaar 1180 stadsrechten
en een aantal handelsprivileges, waaronder tolvrijdommen in Vlaanderen. Deze
voorrechten waren van grote betekenis voor de ontwikkeling van Hulst. Het
beroemde dierenepos Van den Vos Reinaerde herinnert aan de middeleeuwse
periode. Tijdens de Tachtigjarige Oorlog raakte de stad meermalen betrokken bij
de strijd tussen de Spaanse en Staatse troepen. Aanvankelijk maakte Hulst deel
uit van het graafschap Vlaanderen (Zuidelijke Nederlanden), totdat Prins
Maurits de stad in 1591 veroverde. Enkele jaren later, in 1596, plaatste
Aartshertog Albertus van Oostenrijk, die na de dood van de Hertog van Parma
enige tijd landvoogd van de Zuidelijke Nederlanden was, Hulst opnieuw onder
Spaans gezag. Tussen 1615 en 1621 werden de stadswallen, bolwerken, contrescarpen
en ravelijnen aangelegd, deze speelden een belangrijke rol bij de verdediging
van de stad. Hulst zou tot 1645 deel blijven uitmaken van de Spaanse gebieden.
In dat jaar werd Hulst veroverd door de Staatse troepen onder leiding van Prins
Frederik Hendrik. Onder het Staatse bewind was handel op de Schelde verboden.
De betekenis van Hulst als handelsstad ging hierdoor verloren. In 1795 was de
verbinding met de Westerschelde volledig dichtgeslibd. Na de Tweede
Wereldoorlog werd Hulst opnieuw een bloeiend koopcentrum.
De gemeentewinkel, aan de overzijde, werd
oorspronkelijk gebouwd als gouverneurshuis van het kapittel van Kortrijk, de
Rijckenborch. In de 17de eeuw ingrijpend verbouwd om als woning te
dienen voor Hendrik van Nassau Siegen, de eerste Staatse gouverneur van Hulst.
Begin 19e eeuw werd het pand aangekocht door de familie Seydlitz en door deze
bewoond tot 1973. De voorgevel is in 1990 in oorspronkelijke stijl herbouwd.
Omdat ons Rina dringend moet en omdat dit een openbaar gebouw is gaan we vragen
of ze naar het toilet mag, maar we worden onder lichte dwang naar de
winkelstraat verwezen.
Langs de winkelstraat, waar moeder de vrouw van één
van de vriendelijkste winkelierster van de straat, van het sanitair mag
gebruiken maken, komen we weer bij de Gentse poort waar we door wandelen. De
poort werd gebouwd in 1780. Het front bestaat uit een stellingwerk van
pilasters, een architraaf en ornamenten. De doorgang is niet recht gebouwd,
maar met een kromming om vijandelijke kogels het binnendringen te beletten. De
coupure in de vestingwal links van de poort is in 1902 gemaakt ten behoeve van
de stoomtram Hulst- Walsoorden. De vestinggracht is hier gedempt. Links, aan
de voorzijde van de Gentse poort werd het Reinaertmonument geplaatst dat
ontworpen werd door de Antwerpse beeldhouwer A. Damen. Het monument werd in
1938 onthuld op de Houtmarkt. Na de Tweede Wereldoorlog werd het kunststuk naar
hier verplaatst. De bezoeker ziet de verbondenheid van de Reinaertstad Hulst
met het verhaal Van den Vos Reinaerde uitgebeeld. Van den Vos Reinaerde is
geschreven omstreeks 1260 in een Vlaams dialect door Willem. Aan de overzijde
van de Gentsepoort werd een beeld geplaatst op een hoge sokkel van de 'Tamboer
en Vaandeldrager. Gebeeldhouwd door Nederlander Gerard Brouwer en ingehuldigd
in 2005.
We dwalen langs de straatjes door het centrum. De
beiaard laat van zich horen. Het is net elf geworden als we in de Steenstraat belanden
bij een prachtige herenwoning. Het Refugium Ter Duinen dat in de 15de eeuw gebouwd werd als gevangenis (Het Steen) en later in gebruik genomen werd
als Lombardenhuis. De Cisterciënzers van Duinen uit de Potterstraat kochten het
als vluchthuis voor de monniken die de uithof Te Zande in het huidige
Kloosterzande bewoonden. Na 1645 in
gebruik als Princehof. Omstreeks 1800 werd het gebouw ingericht als
jeneverstokerij. Nadien werd het gebouw gerenoveerd als dokterswoning. Thans is
hier het museum van de Oudheidkundige Kring De Vier Ambachten gevestigd. Het
traptorentje is na de Tweede Wereldoorlog van een bekapping voorzien. Aan de
overzijde werd Het Cachot gebouwd. Dit is het 'S Landshuis', het gerechtshuis
en bestuurshuis van het Hulster Ambacht. Op 28 mei 1561 door baljuw Jan Boxtale
gekocht van jonkvrouw Marye Swulfs. Eerder werd er vergaderd in een huis aan de
Vlasmarkt. In 1596 werd het gebouw vernield door Spaans kanonvuur. Het was
wachten tot 1710 voor het huis werd herbouwd en van een hollands-klassicistische
gevel en een daktorentje voorzien. In 1844 in gebruik genomen als
marechaussee-kazerne. De wapenschilden boven de ingang zijn in de Franse tijd
weggehakt. Thans is hier het VVV-kantoor
gevestigd, dat net vandaag zijn sluitingsdag heeft.
Langs een oude waterpomp in blauwe hardsteen
belanden we bij een oude woning op de hoek van de Steenstraat en de
Pierssensstraat. Er hangt een infobordje: Refugium van Cambron. Oorspronkelijk
hadden de Cisterciënzer monniken van Cambron hun vluchthuis aan de Vlasmarkt.
Na de stadsbrand van 1562 kochten zij dit huis. In de 19de eeuw is
dit pand door de burgemeestersfamilie Pierssens bewoond geweest. Aan de
achterzijde bevindt zich een koetshuis. In de zijgevel zijn tekens van
geglazuurde bakstenen te zien. Mogelijk stellen ze odalrunen voor, tekens ter
afwering van onheil. Thans biedt een vastgoedwinkel hier zijn waren aan.
Hoog tijd voor een verfrissing. We bereiken de
nieuwe Bierkaai, waarvan de uitvoering begon in het jaar 2009. Het meest in het
oog springend is de waterpartij met brug. Op de plek waar nu het water is was
vroeger de haven gevestigd. We wandelen voorbij het bronzen beeld dat een
'Winkelende Vrouw' moet voorstellen. Op een schaduwrijk terras van een Grieks
restaurant drinken we een koel biertje en kijken in het water naar de talrijke
vissen die een plaatsje zoeken in het zonnetje. Naderhand wandelen we over de
brug tot aan het infobord: De Haven van Hulst. In vroeger eeuwen kronkelde
zich door Oost-Zeeuws-Vlaanderen de Hulsterhavengeul, de verbinding van de stad
Hulst met de Westerschelde. De haven was eeuwenlang van groot belang voor de
stad. Iedereen die turf, wijn, zout, haring of mosselen vervoerde door de haven
moest daarvoor tol betalen. Toen eind vijftiende eeuw werd begonnen met de
aanleg van een aarden wal en een gracht rond de stad, bleek het punt waar de
haven de stad bereikte een zwakke plek in de verdediging. Daarom werd daar een
indrukwekkend stenen verdedigingswerk gebouwd waarvan de huidige
Keldermanspoort een restant is. Via een 30 meter lange en 6 meter hoge tunnel
kon het water van de haven onder twee poorten door de stad instromen tot aan de
Vismarkt. Behalve Vismarkt verwijzen ook de huidige straatnamen Overdam,
Bierkaai en Oude Havensteeg nog naar het bestaan van deze stadshaven.
We wandelen langs de waterpartij die nog sporen
vertoont van de dikke oude kademuur en een pijler van de oude Vischbrugghe. De
Keldermanspoort was een land- en waterpoort. Ze liet mensen en boten binnen in
het vestingstadje. Bij de inval van de Gentenaars in 1491 en tijdens de
Tachtigjarige Oorlog werd de poort verwoest en grotendeels door aarde bedekt.
In 1952 werden de restanten ontdekt en is de opgraving begonnen. Sinds 2012 is
de Keldermanspoort opnieuw verbonden met de binnenstad via het project
Bierkaai. Voor de poort werd in 2005 een monument geplaatst van Kathleen
Verhegge en Ronald de Maet De Overwonnene. Twee bronzen beelden staan op een
voetstuk. De winnaar kijkt neer op de verliezer die zijn zwaard aanbiedt ten
teken van overgave.
Na een rustpauze in de speeltuin met klim- en
speelattributen uit de Tachtigjarige Oorlog wandelen we terug door de
Keldermanspoort tot op de open vlakte met een hoge gemetselde stenen muur. Dit
was de tuinmuur van het Franciscaner klooster. In 1448 werd het klooster, dat
buiten de Asschepoort stond, afgebroken en hier op de Schelphoek in vierkante
vorm herbouwd. In 1645 moesten de gebouwen ontruimd worden, waarna ze werden
ingericht als weeshuis en diaconie. De verdreven paters trokken naar Sint
Niklaas. De kerk is in 1821 afgebroken. In een gedeelte van het voormalige
klooster was van het begin van de 19e eeuw tot 1972 de bierbrouwerij
De Halve Maan gevestigd. De tuinmuur is het enige dat nog herinnert aan de
Minderbroeders. Vanaf hier maken we een wandeling over de intacte wallen van
het vestingstadje. Langs enkele exemplaren van geschut kanonnen die nog
opgesteld staan. De stadswal kronkelt omdat hij in een stervorm aangelegd werd.
Dat was gemakkelijker voor de soldaten om de stad te verdedigen. Het word
warmer en we besluiten om terug te gaan naar ons B&B huisje. Aan het
Brederode Bolwerk dalen we de wallen af en via de Tivoliweg zijn we binnen
enkele minuten terug 'thuis'. In de tuin genieten we nog lang na op een
schaduwrijk plekje. Een uitstekend idee om te rusten. Morgen trekken we opnieuw
verder met de fiets richting kust. Tot schrijfs. Foto's: Rina Meurs.
|