Het is eind oktober en de dagen zijn al flink
korter geworden. We hebben ons twee kleinkinderen, Joey en Yuna, op bezoek en
ook ons achterkleinkind Brent mag op deze dag zeker niet ontbreken. We vieren
Halloween in de tuin rond een nep kampvuur. Dikke brandende kaarsen staan op
het grastapijt in een cirkel. Het flakkerende kaarslicht werpt op ieders gelaat
een griezelige dansende schaduw. We zitten allemaal op een zacht kussen en een
fleece deken houd onze benen warm. Iedereen draagt een dikke jas, een sjaal,
een muts en handschoenen. Bomma heeft warme chocolademelk gezet en we kunnen
eraan beginnen. Bompa heeft voor een griezel verhaal gezorgd. Eerst leg ik de
kinderen uit wat precies Halloween is. Halloween is een feestdag en wordt
gevierd op 31 oktober, de vooravond van Allerheiligen. Op Allerheiligen worden
de doden herdacht. Op de begraafplaatsen worden potten met chrysanten op de
zerken gezet van overleden vrienden en familieleden. Een kleurrijke bedoening.
Verschillende woningen worden versierd met pompoenen, brandende kaarsen, nep
spinnen en spinnenwebben. Allemaal om het een beetje griezelig te maken.
Kinderen verkleden zich als heks, zombie, een skelet of gewoon als een lelijke
clown. Ze gaan van deur tot deur om de bewoners een griezelige Halloween te
wensen of een liedje te zingen waarbij de kinderen dan snoepjes krijgen.
In een dorpje hier niet zo ver vandaan wandelen
drie kindjes door een donkere straat. Alle drie zijn ze verkleed. De kleinste,
Brent, en is gekleed als een skelet. Met een echt masker op. Je kan hem
nauwelijks herkennen. De middelste, Yuna, is verkleed als een oude lelijke
heks. De oudste, Joey, draagt een zombie
pak met brede schouders. Ze gaan van deur tot deur en zingen een Halloween
liedje als de bewoners komen open doen.
Na afloop stoppen de bewoners onze drie vrienden
een hoop snoepjes in de hand en enkele centen in een schoendoos waar een geld
gleuf ingemaakt is. De drie kinderen doen eveneens een geldinzameling voor 'De
warmste week'. Ze hebben al bijna een uur rondgewandeld en al heel veel
snoepgoed verzameld. Het doosje met geld begint ook al door te wegen. Het is
koud en ze snakken alle drie naar een kopje heerlijke warme chocolademelk bij
mama en papa. Ze zijn moe maar toch houden ze nog halt voor de woning naast hun
huisje. Ze weten dat daar een eenzaam oud vrouwtje woont. Ze komt niet vaak
buiten en soms kunnen ze slechts haar schim zien achter een vuil
ondoorschijnend gordijn dat voor een nog vuilere raam hangt. Aan het raam
hangt een reusachtige nep spin die de wacht houd in het midden van een
kolossale spinnenweb. Op de stoep staan brandende kaarsen en een paar
uitgesneden pompoenen met brandende theelichtjes. Het huis is zo mooi versiert
dat ze hier toch nog even willen halt houden en voor het laatst hun Halloween
liedje zingen. Als Joey aanbelt moeten ze even wachten. De deur gaat langzaam
tot op een kier open. Een hoofd verschijnt in de deuropening maar het is te
donker om te zien wie er staat. De drie kinderen willen aan hun liedje beginnen
maar het voorovergebogen vrouwtje onderbreekt hen: -Ha, ha, haa. Wie we daar
hebben krast de stem van de oude vrouw. -'Kom binnen, kom binnen kindjes, ik
heb voor heerlijke warme chocolademelk gezorgd. Jullie hebben vast kou. Onze
drie vrienden willen eigenlijk niet binnen komen, maar het oude vrouwtje kan
nog net de arm grijpen van Joey en trekt hem als het ware over de deurdrempel.
Yuna en Brent volgen vanzelf de oudste en achter hen wordt de straatdeur met
een smak dichtgegooid. Het kan allemaal niet snel genoeg gaan. Het oudje duwt
hen door de gang naar de leefkamer. Deze
kamer wordt slechts verlicht door enkele brandende kaarsen. De flikkerende en
dansende vlammen werpen angstige schaduwen van onze drie vrienden op de muren.
De twee kleinsten gaan dicht bij Joey staan die een beschermende arm om hen
heen legt. De oude voorovergebogen vrouw zet zich voor haar fornuis en roert in
een grote ketel: -Het zal niet lang meer duren. De chocolade is bijna
gesmolten. -Misschien kunnen we beter straks terug komen stelt Joey heel
voorzichtig voor. Yuna en Brent knikken: -Ons mama en papa zullen ongerust
zijn proberen ze nog. En dan zien ze plots hoe de oude vrouw traag recht komt
terwijl ze zich naar de kinderen draait. Ze lijkt opeens niet meer het oude
vrouwtje van daarnet. Met één hand trekt ze een masker van haar gezicht. Onze
vrienden schrikken en doen een stap achteruit. Ze sperren hun ogen wijd open en
Brent slaat een gilletje terwijl hij zijn handjes voor de ogen slaat. Voor hen
staat de lelijkste heks die ze ooit in hun jonge leven hebben gezien. Haar ogen
zijn net twee gloeiende rode kolen. Haar neus is lang, dik en krom. Aan het
eind, van haar neus, heeft ze een grote wrat met enkele grijze haren op. Haar
mond opent zich en toont niets anders dan rotte tanden. Haar handen grijpen
onze vrienden vast en ze roept dicht bij hun oor: -Uw mama en papa zal jullie
nooit meer zien. Ik maak warme chocolademelk klaar en dan betover ik jullie in
kikkers en gooi jullie in de ketel. Die kikkerchocolademelk zal mij lekker
smaken. Kom, in de kelder zodat jullie niet kunnen ontsnappen. Brent begint
stilletjes te wenen. Yuna probeert hem te troosten maar dat helpt helemaal
niet. De heks opent een andere deur en ze worden één voor één een donkere
plaats ingeduwd. De deur wordt dicht gesmakt en ze horen de scherpe lach nog
even van de oude heks: -Ha, ha, haaa, lekkere
kikkerchocolademelk.
Onze vrienden blijven angstig dichtbij elkaar staan
in het donker. Een klein beetje straatlicht komt door een kelderraam naar
binnen en maakt het allemaal nog griezeliger. -Gaat die ons echt opeten Joey?
vraagt Yuna bang. Brent begint opnieuw te snikken. -Ik weet het eigenlijk
niet, we moeten proberen hier uit te geraken. -Misschien door dat raam Joey!
zegt Brent snikkend. -Dat is te hoog Brent. We moeten iets anders verzinnen.
Met hun drieën kijken ze rond maar ze zien echt geen uitweg. Plots horen ze
samen een zacht piepstemmetje: Ik kan jullie wel helpen. Onze vrienden
speuren rond maar nergens zien ze iemand staan. -Hier, hier beneden ben ik.
Joey kijkt naar de grond en schrikt. Daar, in het klein beetje licht dat binnen
schijnt ziet hij een piepkleine muis met een lange staart zitten. -Muizen
kunnen toch niet praten? zegt Joey en wrijft in zijn ogen. Misschien slaapt
hij nog. -Echte muizen niet nee. Maar de heks heeft mij daarstraks betovert om
in de chocomelk te gooien. Ze had zin in muizenchocolademelk. Ik ben naar hier
kunnen ontsnappen. Daarom wacht ze nu nog even om jullie te betoveren. Als
kinderen kan je hier niet weg. Maar ik ben nu een muis en die graven
gangetjes.
-Wie ben jij dan? vraagt Yuna nieuwsgierig.
-Ik ben jouw schoolvriendje, Maxim zegt de muis
ik wou bij jullie aanbellen om Halloween te wensen. Ik belde eerst op dit
adres aan en ben nu een muis.
-Hoe ga je ons dan helpen? onderbreekt Joey het
tweetal. Wij kunnen niet door kleine muizengangetjes.
-Dat weet ik wel, maar ik kan door de muren naar
jullie huisje trippelen en jullie mama en papa vertellen waar jullie zijn.
-Een goed idee Maxim zegt Joey: -Maar mama en
papa gaan heel hard schrikken van een pratende muis en mama is bang van muizen.
Weet je wat? Wij hebben een hond, een brave Buldog. Een echte waakhond. Zayco,
noemt hij. Probeer hem naar hier te lokken. De muis glipt weg en onze vrienden
zijn terug alleen. Maar ze hebben terug hoop. Zal Maxim op tijd zijn om de
Buldog te waarschuwen? Met hun drieën verstoppen ze zich achter een oude kast
en luisteren ze heel scherp of de heks hen al komt halen. Yuna denkt aan haar
schoolvriendje. Maxim is in een muis veranderd. Hoe kan hij terug een jongetje
worden?
Maxim, de muis, is ondertussen door de muren bij de
mand gekomen waarin Zayco, de Buldog, ligt te slapen. Zo stil als een muis maar
kan zijn sluipt hij naar de hond. Hij kijkt naar de ouders van Joey en Yuna.
Hopelijk horen ze hem niet. Ze zitten beiden gezellig in een luie stoel naar
één of ander spannende serie op TV te kijken. -Zayco? fluistert Maxim
zachtjes. De Buldog gromt en opent even zijn rechteroog. Hij is veel te lui en
sluit onmiddellijk weer zijn oog. -Zayco! roept de muis nu iets harder. Zayco
schrikt nu wel en is ineens klaar wakker.
-Luister Zayco gaat de muis vlug verder nu hij de
aandacht van de Buldog heeft. Joey, Yuna en Brent zitten hiernaast in de
kelder gevangen. Je moet ze vlug helpen, voor de heks hun in kikkers veranderd.
Zayco staat op en begint te blaffen. Maxim spurt terug naar het holletje in de
muur. De Buldog stormt naar de deur en blijft onophoudelijk blaffen. Mama
roept: -stop ermee Zayco!. Maar Zayco stopt niet. Hij krabt zelfs aan de
deur. -Hé, wat is dat daar Zayco? roept papa nu en komt afgelopen. Net zoals
de Buldog gehoopt had. -Zijn de kindjes er al?. Papa opent de deur en zo vlug
als Zayco kan stormt hij de trap af naar de voordeur waar hij opnieuw begint te
blaffen en te krabben. Ook papa komt naar de deur en denkt dat de kindjes voor
de deur staan. Hij opent de deur en als een hazewind stormt de Buldog naar
buiten. Hij maakt een korte draai naar links en begint aan de deur van de
buurvrouw te blaffen en te krabben. Papa is verbaast en ook mama is er komen bij
staan maar ze snappen niet waarom Zayco daar naar binnen wil. -Zijn de kindjes
daar, Zayco? vraagt mama. Zayco blijft blaffen en grommen. Mama en papa gaan
tot bij de hond en als Zayco even stil is horen ze het roepen en schreeuwen van
de kinderen. Mama en papa zien door het stoffige raam van de kelder de drie
kinderen staan met een van angst vertrokken gelaat. Brent en Yuna beginnen te
huilen. Ondertussen zijn de grootouders van Brent toegekomen. Ze willen hun
kleinzoon mee naar huis nemen. Het is tijd voor zijn bedje. Brent herkent door
de vuile ruit van de kelder zijn moeke en Tato en begint hartstochtelijk te
wenen. Papa en Tato stampen met al hun krachten tegen de deur. Met een luid
gekraak wordt ze uit haar hengsels gerukt en valt met een luide plof op de
stenen vloer van de gang. Samenwerking noemen ze dat. Zayco rent als eerste
naar binnen. Gevolgd door papa en Tato en als laatste rennen moeke en mama naar
de schaars verlichte kamer. Daar zien ze onmiddellijk de lelijke oude heks bij
de kelderdeur staan. Ze zijn net op tijd. Iets later en onze drie vrienden
zouden in kikkers veranderd worden. De heks kijkt verschrikt naar Zayco, die
gevaarlijk blijft grommen naar de vrouw. Tato en papa grijpen de heks stevig
vast. Mama opent de deur en de drie kinderen stormen binnen en vallen in de
armen van mama en moeke. Zayco komt naar Brent en Yuna en begint hen af te
likken. Zo blij is hij. De heks begint te snotteren: -Hoe komen die kinderen
in mijn kelder?. Ze doet alsof ze van niets weet maar dat is buiten Maxim, de
muis, gerekend. Hij klimt op de tafel en roept zo hard hij kan: -Je hebt mij
betoverd heks en je wilde mijn vrienden ook betoveren en in de chocolademelk
werpen. Hou je maar niet van de domme. Yuna vertelt wie de muis is en vraagt:
-Hoe moeten we Maxim helpen om terug een jongetje te worden mama?. Niemand
weet raad. Papa roept tegen de heks om de betovering te verbreken. Ze houdt
echter haar lippen strak opeen geklemd. -Kijk daar piept de kleine muis -Op
die kast. Bovenop ligt een boek. Uit dat boek heeft de heks een spreuk gezegd
en toen werd ik ineens een muis. Moeke neemt het grote zware boek van de oude
stoffige kast en blaast er het stof af. Een poetsvrouw blijft nu eenmaal
poetsvrouw.
Het boek wordt uitgespreid op tafel gelegd en samen
kijken ze naar al die magische spreuken. Alle spreuken zijn netjes alfabetische
gerangschikt en in het Nederlands vertaalt. Wat uitzonderlijk, denkt Tato. De
heks die ook meekijkt in het boek begint plots enkele woorden hardop te lezen.
Snel dekt papa haar ogen af: -oef, net op tijd of we waren allemaal in een
olifant betoverd legt hij uit. Ondertussen hebben ze de spreuk gevonden om
kinderen in een muis te veranderen. Maar nergens vinden ze de woorden om de
betovering te verbreken. -Ik heb al eens in een avonturenboek gelezen dat je
zo'n spreuk in de tegenovergestelde richting moet lezen vertelt Joey dan. De
heks begint te grommen. -Je zou wel eens gelijk kunnen hebben zoon zegt mama
en ze begint traag de spreuk van achter naar voor te lezen. Er gebeurt niets.
Maxim blijft een muis. Van woedde stampt Yuna op de grond en plots voelen ze
allen een felle wind die zich rond de muis begint te draaien. Ze doen allemaal
een stap achteruit en kijken angstig naar de tafel. Traag verdwijnt de wind en
in de plaats staat de jonge Maxim op de tafel. Dolgelukkig springt hij van de
tafel en begint iedereen te knuffelen. Bij Yuna duurt de knuffel iets langer,
maar dat kan een gedacht zijn. -Wat doen we met de heks? vraagt moeke. Ze
bladert ondertussen in het grote toverboek. -Hier kijk, is dat geen mooie
spreuk voor die lelijke oude heks?
-Nee! Neen. Alstublieft, heb medelijden. Ik zal
het nooit meer doen! roept de oude heks bang. Ze kan niet zien welke spreuk
moeke bedoelt. Iedereen buigt zich over het grote boek en de kinderen roepen
luid: -Ja, laten we dat doen, mama! Papa begint langzaam de spreuk voor te
lezen: -Alle heksen, zo mager als een lat, betover ik in een dikke zwarte
kat. Daarbij houdt hij zijn hand op het hoofd van de heks, zo weet de spreuk
wie ze moet veranderen.
Er volgt een lichte knal tussen papa en Tato. Een
grote wolk in meer dan veertig tinten grijs stijgt naar boven en de beide
mannen hebben plots een zwarte kat bij haar poten. Ze laten het dier los en de
kat komt, zoals altijd op haar pootjes terecht. Maar dan ziet ze Zayco. Ze zet
een bolle rug op, sist en gromt. De dikke staart zwaait heen en weer. Maar de
Buldog is niet onder de indruk. Hij gromt om te waarschuwen dat hij gaat
aanvallen. Als een pijl uit een boog, nou ja iets trager dan, schiet hij op de
zwarte kat af. De betoverde heks slaakt een kattengil en stuift onder de tafel
door naar de uitgang. Met de Buldog achter haar aan rent ze door de gang en ze
vliegt bijna van angst naar buiten. Zayco zou wel gek zijn om nog achter dat
zwarte geval aan te rennen. Hij blijft in de deuropening staan om te waken.
Onze vrienden staan nog steeds in de kamer uitbundig te lachen. Maar dan wordt
het tijd om naar huis te gaan. Het is al vrij laat. Ze blazen overal de kaarsen
uit voor ze de woning verlaten. Maxim neemt afscheid en loopt naar huis. Papa
en Tato plaatsen de deur zo goed mogelijk terug en nemen dan afscheid van
elkaar. Moeke, Tato en Brent rijden ook naar huis. Joey, Yuna en Zayco gaan met
mama en papa naar binnen. Het einde van een griezelig avontuur. Moesten jullie
ooit een zwarte kat tegenkomen laat ze dan lopen. Het kan wel eens de
betoverende zwarte heks zijn. Tot schrijfs.
|