Het is onze eerste winterwandeling sinds
lang.
Ja, eigenlijk veel te lang geleden. Nadat de herfstkleuren verdwenen zijn en de
temperaturen onder de tien graden dalen komen we niet vaak meer in de natuur om
een fikse wandeling te maken. Alleen met de dagelijkse inkopen of enkele uren
slenteren in het Wijnegems shopping center bouw je je conditie niet op.
Gewoonlijk wachten we op de eerste sneeuw om een korte wandeling te maken, maar
dat wil zeggen: als het deze winter niet sneeuwt komen we niet meer buiten! Dat
kan dus niet en dat mag niet. In beweging blijven schrijft de huisarts voor en
deze raad moeten we maar opvolgen. Anders zitten we toch maar voor het computer-
of TV scherm. Folders van ons laatste bezoek aan de fiets en wandelbeurs te
Antwerpen worden te voorschijn gehaald en geselecteerd. Naderhand houden we
wandelingen over in Antwerpen, Limburg en Gent. We verkiezen om in de provincie
Antwerpen te blijven.
Vrijdag 30 december 2016. Een winterdag zoals er al
zo veel zijn geweest. Afgelopen nacht heeft het enkele graden gevroren en door
de mist ziet alles wit. Nu schijnt de zon volop en er staat een zwakke wind.
Een uitgelezen dag om een winterwandeling te maken. Liefst door een bos zodat
we de kans krijgen om wild te spotten. Of zouden ze al aan hun winterslaap
begonnen zijn?
Na een half uurtje rijden staan we precies om
12:30u geparkeerd bij de Sint-Pauluslaan in Malle. De lucht is winterblauw
zoals ze zelfs in de zomer niet te zien is. De temperatuur duidt slechts 2°
Celsius aan. We staan vlakbij de rand van het Molenbos. Een oase van stilte en
rust. Het natuurgebied van 175 ha wordt beheerd door Natuurpunt en ligt vlakbij
Malle, Zoersel en Schilde. Doordat de zon het ijs laat smelten, dat zich op de
takken van de bomen heeft gevormd, vallen dikke druppels water op een zee van
verdorde bladeren. Het lijkt wel het staccato van een machinegeweer. Maar we
zullen het bij het tromgeroffel van een steelband houden.
We volgen even knooppunt 33. Via de knooppunten
kunnen we alle kanten op. Het Molenbos is overwegend aangeplant met dennen.
Dennenbossen groeien vaak op een voedselarme bodem. Het zijn statige rechte
stammen met alleen groene naalden bij de kruin. Slechts langs ons pad staan
naakte loofbomen. Tussendoor spotten we de altijd groene heerser: de
rododendron. De grond ligt bezaaid met een tapijt van natte bruine bladeren. Je
ruikt de grond zelfs. Paddenstoelen zien we niet meer. De kabouters zijn verhuist, hopelijk naar
warmere oorden. Ons pad is modderachtig en een tractor heeft diepe gleuven
nagelaten die vol water staan. Het lot van de regen van de afgelopen weken. Al
kunnen we daar niet over klagen. Slechts traag komen we vooruit, maar op deze
manier genieten we nog meer van onze boswandeling. De zon schijnt tussen de
takken van de kale bomen. Het levert mooie foto's op. Op de bladerloze struiken
hangen witte, door de bevroren mist, spinnenragdraden. De fotocamera legt het
voor het nageslacht vast. De lucht kleurt blauw, andere kleuren zien we niet.
Of het moeten de enkele groene sprieten onkruid zijn die uit de grond schieten.
Zwart en wit zijn ook kleuren, ik weet het. Bossen nodigen altijd uit voor een
uitdagende wandeling. We proberen steeds wilde herten en of everzwijnen te
spotten. Hun schutkleur is echter optimaal aangepast aan dit weer. Of houden ze
ook een winterslaap? We horen zelfs geen vogels fluiten. De meeste zijn naar
het zuiden getrokken om te overwinteren. Een roodborstje vliegt laag boven de
grond. Het land iets verder tussen de bomen. Hij zoekt nog naar insecten onder
verdorde bladeren. Voor we de vogel kunnen fotograferen is hij al verdwenen. Dood
hout blijft liggen. Talrijke insecten knagen zich door het hout heen en vogels
vinden er hun maaltje. Mossen en zwammen overwoekeren het hout. Hoog in de
lucht vliegt een kolonie roeken. Nog een standvogel. Eentje die niet bang is
voor de mens.
Na knooppunt 34 volgen we even knooppunt 37 en
komen aan de rand van het Molenbos. Bomen maken plaats voor weilanden. Groots
en wild spreidt de natuur zich voor ons uit. Nu kunnen we genieten van
spectaculaire uitzichten. Waar de zon schijnt is de vegetatie groen. In de
schaduw is nog alles ijselijk wit. Op 150 m of misschien 200 m van ons staat een
hinde in de open weide. We kunnen nog net een foto nemen voor ze ons ziet en
terug het bos in vlucht. De open ruimtes, waar we ons nu bevinden worden in ons
landje schaars. Wat verder werd een kruis gemetseld in rode baksteen. Er is een
houten omheining rond gemaakt en bomen zorgen voor schaduw in de zomer. Op een
arduinen herdenkingssteen staan de woorden: 'Hier viel een ruiter in Gods hand.
Mevrouw L. Luiten Pee. 27 oktober 1964'.
In een groene weide die blaakt in de zonneschijn
staan nog enkele koeien te grazen onder het waakzame oog van een gespierde
stier. Hij blijft doodstil staan en geniet van de zonnestralen op zijn lichaam.
Een flink stierenkalf blijft dicht naast zijn moeder. Ondanks onze jas voelen
we ook de warmte van de zon door onze kleding. Het is doodstil. We zijn ver
verwijderd van drukke banen en een dorpscentrum. Slechts de luidkeelse
discussie van enkele eksters verstoren de stilte. Uit een eenzame boom langs
ons pad vliegen enkele verschrikte duiven op en vluchten weg over het weiland.
Verderop landden ze en zijn aan het zicht onttrokken. Tussen twee weiden in
slaan we rechtsaf. Oorspronkelijk een ruiterpad maar wandelaars met of zonder
hond zijn ook toegelaten. Zalig om te wandelen in het zonnetje. Tijdens de
winter staat de zon op haar laagste punt en werp ze lange schaduwen. We moeten
onze ogen haast volledig dichtknijpen om nog een beetje te kunnen zien.
Druppels hangen aan lage struiken. We proberen zo'n druppel te fotograferen met
de zon erin. Het is moeilijker dan het lijkt. Op deze manier komen we terug in
het Molenbos. Een antieke brug nodigt uit om mooie foto's te nemen. Hier
wandelen nog meer mensen. Hoogstwaarschijnlijk zijn ze van Huize Walden. Een
zorgaanbieder voor meerderjarige personen. We zijn vlakbij de abdij van
Westmalle. Een cisterciënzer klooster dat gesticht werd in 1794. Het bier dat
in dit klooster gebrouwen wordt, is één van de elf trappistenbieren. Om 14:15u
zijn we terug bij de auto. Nog altijd blauwe lucht, geen wolkje te bespeuren.
Tot schrijfs.
|