Op een mooie zomerse middag wandelen An en Tom door
het park. An duwt de kinderwagen vooruit terwijl baby Ben aan de hand van pappa
mee wandelt. Af en toe blijven ze staan onder het bladerdek van een boom.
Ondanks het vroege uur is het al redelijk warm. Het echtpaar maakt ondertussen
plannen voor vanmiddag terwijl baby Ben rond hen draait. Ze maken zich absoluut
geen zorgen. Ben blijft steeds dichtbij hen. Het koppel besluit om vanmiddag in
hun tuin een klein zwembad te plaatsen, zodat Ben er onder toezicht kan spelen
in het water. -Wat denk je ervan Ben? vraagt vader. An en Tom kijken rond,
opzoek naar Ben. Even was de baby uit hun blikveld verdwenen en meteen slaat de
paniek toe. Angst verschijnt op het gelaat van An en Tom kijkt rond terwijl hij
roept op baby Ben. Dan ziet hij hoe zijn zoon naar het midden van een plantsoen
loopt waar een vijver werd aangebracht. Hij is er nog maar enkele meters
vandaan. Het kind heeft het ook warm en zoekt verkoeling. Water heeft een
sterke aantrekkingskracht bij kinderen. Tom rent als de bliksem achter de baby
aan. An slaat van schrik haar handen voor de ogen. Nog een paar seconden en een
tragedie speelt zich voor het wandelend publiek af. Tientallen ogen zien wat er
staat te gebeuren, maar iedereen is te veraf om hulp te bieden. Wat er dan
gebeurt houd niemand voor mogelijk. Als een hazewind komt een donkerbeige
golden retriever aangelopen en stopt net voor Ben. Een harde blaf doet baby
verschrikt stoppen en het kind valt zacht neer op zijn zitvlak. Hij begint
angstig te wenen. De Schotse hond legt zich neer, met de buik op het grasveld.
Zo komt hij minder agressief over. Tom begrijpt het niet. Hij neemt een stok en
zwaait hem dreigend boven het hoofd. Hij wil de retriever verjagen, maar deze
blijft vlak voor baby liggen. Een oudere man nadert het drietal. Hij neemt baby
Ben op en overhandigd hem aan Tom. -Geen paniek meneer. Rudolf wou alleen maar
helpen. Tom neemt Ben op de arm en dankt de man hartelijk. -Is het uw hond
meneer? Ondertussen is ook An in snel tempo komen aanlopen en neemt baby Ben
van haar man over. -Neen. Rudolf is niemands hond. Hij leeft al een paar jaar
hier in het park. Niemand weet van wie hij is of hoe hij hier terecht is
gekomen.
-Moeten we dan niet de dierenbescherming erbij
halen? wil An weten.
-Dat hebben al verschillende mensen gedaan. Ze
kunnen Rudolf niet te pakken krijgen. Drie dagen hebben ze geprobeerd om hem te
vangen. Ze zijn ermee gestopt. Rudolf is te intelligent om zich te laten
snappen. Sommige mensen brengen hem eten en drinken. Daar, bij de overdekte
picknicktafel, staat zijn rantsoen. Gedurende de dag zie je hem nauwelijks.
Goed dat hij nu in de buurt was. Nietwaar? Ik ga jullie laten. Tot ziens. An
en Tom kijken naar de plaats waar Rudolf net nog lag, maar die is ondertussen
verdwenen. Ze willen de oude man nog danken maar ook hij is tussen de bomen aan
het oog onttrokken. Diep onder de indruk wandelen An en Tom naar de aangewezen
plaats. De overdekte picknickplaats is slechts langs aan één zijde open. De
tafel staat tegen de achterwand en onder de tafel staan twee hondenschalen met
water en voeding. Het ruikt vers en het is nog onaangeroerd. Mensen die ze
passeren groeten beleefd. An en Tom wandelen zichtbaar aangeslagen terug naar
huis. Baby is in zijn wagen in slaap gevallen. Hij is het avontuur gelukkig al
vergeten.
Een paar dagen later wandelt Tom weer door het
park. Hij kan het gebeuren niet van zich afzetten. Tom neemt plaats aan de
overdekte picknicktafel. Het eten van Rudolf staat nog steeds op dezelfde
plaats en blijft onaangeroerd. Het ruikt nog steeds vers en Tom veronderstelt
dat de golden retriever zijn dagelijks rantsoen wel verorbert. Misschien als
het donker is? Het begint te schemeren. Er zijn nog enkele wandelaars in het
park maar hoe later het wordt hoe minder passanten hij ziet. Elk geluid sterft
weg naarmate het donkerder wordt. De verlichting in het park is schaars. Tom
zit volledig in het donker, maar hij blijft wachten. Op zeker ogenblik hoort
hij geritsel. Iets donkers glipt onder de picknicktafel. Tom beweegt geen vin
en houd zijn adem in. -Wat nu? Denkt hij. Is dit Rudolf of is het één of
ander nacht- of roofdier dat zijn buikje komt rond eten? Hij waagt het erop:
-Rudolf? Er volgt een complete stilte. Toms ogen zijn ondertussen aan het
donker gewend. De brede kop van de hond komt bijna ter hoogte van zijn gezicht.
De natte hondenneus duwt hij in zijn handen. Rudolf wil gestreeld worden. Tom
glimlacht en gaat gewillig op de uitnodiging in. -Ik heb nog niet de kans
gehad om je te bedanken Rudolf. Je bent een echte kindervriend, bedankt.
Rudolf blaft en springt tegen Tom op. Hij komt recht en kijkt wat de hond wil.
Rudolf loopt een meter weg en komt dan terug. Tom begrijpt het en samen maken
ze een wandeling rond de vijver terwijl hij van alles tegen de retriever
vertelt. Zijn jeugd, zijn vriendin, de geboorte van Ben. Bijna alles komt ter
sprake. Rudolf wandelt vlak naast Tom alsof hij het zo heeft aangeleerd. Zijn
brede krachtige snuit knikt op en neer alsof hij elk woord begrijpt. En
misschien is dat wel zo. Maar dan opeens blijft Rudolf staan. Tom stapt nog
enkele passen verder en draait zich dan om. -Wat is er vriend? Rudolf blaft
zachtjes en stormt dan weg. In één enkele tel is hij in de struiken verdwenen.
Alles wordt stil. Tom blijft verwonderd achter. Zacht roept hij nog zijn naam
maar alles blijft stil. -Tot morgen Rudolf mompelt hij nog als hij het park
verlaat.
Dagen gaan voorbij. Dagen worden weken en weken
worden maanden. Alle dagen wandelen An, Tom en baby Ben door het park. Nergens
is Rudolf te bekennen maar Tom is niet ongerust. Als het begint te schemeren
komt Tom naar het park en maken hij en Rudolf een ronde door het domein. Een
dag niet samen gewandeld is een dag niet geleefd denk Tom altijd. Weer en wind
kan hen niet deren. Bij hevige regenval schuilen ze onder het afdak van de
picknickplaats. Steeds wil Tom Rudolf mee naar huis lokken maar dat lukt nooit.
Met een vriendelijke blaf neemt Rudolf afscheid en verdwijnt tussen de struiken
de nacht in. An en Tom zetten zich neer op een rustbank om de passanten gade te
slaan. Twee jongens van een jaar of tien komen met veel kabaal hun kant op. Van
ver waren ze al te horen. Vechtend en stoeiend proberen ze elkaar te
overtreffen met gore praat. Trekken en duwen aan elkaars kleren of elkaar laten
struikelen. En dan gebeurt het. De krullebol stoot zijn langharig vriendje aan
en die komt struikelend hun kant op. Bijna loopt hij Ben omver. An kan haar
baby nog net vastgrijpen en uit de weg trekken van de vallende klungel. Plots
hoort Tom een gevaarlijk gegrom. Het hoofd van Rudolf is gevaarlijk dicht bij
het aangezicht van de langharige jongen. Angst is in zijn ogen te zien. Voor
Tom iets kan doen komt krullebol afgelopen met een dikke stok om de hond te
slaan. Tom veert recht en zet zich tussen de kinderen en de hond. -Stop
jongens. Rudolf doet jullie niets. Hij verdedigt alleen baby Ben. Krullebol
laat de stok zakken, maar houd zijn ogen op de hond gericht. De langharige
knaap staat op en verstopt zich halvelings achter zijn vriend. -Luister
jongens als jullie echt willen ravotten waarom gaan jullie niet naar een
sportschool. Judo of een andere krachtsport is echt iets voor jullie beiden. Je
kan ook kiezen voor een vechtsport of een behendigheidssport. Praat er met
jullie ouders over. Oke? De jongens knikken: -Hé, dat lijkt me leuk joh. Kom
we lopen naar huis. Na nog een angstige blik op de hond snellen ze er van
door.
Bedankt Rudolf zegt An. De golden retriever komt
tot bij An en Ben en legt een poot in de hand van An. -Kom mee naar huis
Rudolf. De dagen worden korter en 's nachts is het al behoorlijk koud. We
hebben een warm nestje bij de houtkachel gezet. Het is er knus en warm. Samen
verlaten ze het park en Rudolf wandelt langs de kinderwagen mee. Het gezinnetje
is compleet nu.
Wat Tom verwachtte gebeurt dan. Ben slaapt in zijn
bedje. An en hij zitten naar hun lievelingsfilm te kijken en Rudolf ligt in
zijn mand naast de haard. Het is 22:00 uur als Rudolf opstaat en voor de deur
postvat. An stoot Tom aan en hij begrijpt het. -Nog een wandeling Rudolf?
Samen stappen ze naar het park en maken hun gebruikelijke wandeling rond de
vijver. Na een halfuur houd Rudolf halt en kijkt Tom aan. Tom begrijpt het:
-Het is tijd zeker? Kom je nog terug, Rudolf? Tot morgen dan? De golden
retriever blaft nog een keer en stuift dan zo snel als een haas tussen de bomen
de nacht in. Tom blijft bedroefd achter. Hij blijft nog wat wachten in de hoop
dat Rudolf nog zal terug keren. Maar dan wordt het toch te koud. Met pijn in
het hart moet hij het droeve nieuws thuis vertellen. An sust hem en vertelt dat
Rudolf er morgen weer staat. Maar Tom kent Rudolf nu wel. Ze zullen hem niet
meer weer zien.
Maanden gaan weer voorbij. Herfst wordt winter en
winter wordt lente. Alle dagen wandelt het jonge koppel door het park in de
hoop Rudolf weer te zien. Vergeefse moeite. Hij schijnt van de aardbodem
verdwenen te zijn. Het eten en drinken wordt nog alle dagen ververst maar wie
het opeet is niet geweten. Tom komt bij valavond op de picknickplaats
postvatten, maar geen hond die zich laat zien. En dan gebeurt er weer iets in
het leven van An en Tom. Ze zitten als gewoonlijk bij de overdekte plaats als
ze stil gejank horen. Tom denkt aan hallucinaties, maar het janken blijft
aanhouden. Tom gaat rond de picknickplaats maar ziet niets. Hij breidt de
zoekplaats uit maar dan sterft het gejank weg. An blijft het gejank horen en
gaat met Ben eveneens op onderzoek. Achteraan de overdekte plaats is een kuil
gegraven tot onder de houten vloer van de picknickplaats. Van daaruit komt het
gejank. Het is er donker maar als haar ogen gewend zijn aan de duisternis kan
ze enkele jonge pups in een nest zien ronddartelen. Ze roept Tom en samen proberen
ze de jonge hondjes te lokken. Geritsel van struiken trekt hun aandacht. Twee
golden retrievers staan achter hen. An en Tom herkennen meteen Rudolf. De
andere Schotse hond is zijn vrouwtje die onmiddellijk onder de houten
picknickplaats kruipt tot bij haar jongen. Rudolf komt het jong echtpaar
knuffelen. Baby Ben herkent eveneens Rudolf en met zen allen maken ze een korte
wandeling door het park. Dan wordt het tijd om afscheid te nemen. -Kom je mee
naar huis Rudolf? vraagt Tom. Rudolf houd zijn kop schuin alsof hij daar moet
over nadenken. Dan loopt hij naar het nest en verdwijnt onder de vloer. Kort
erop staat hij terug voor An en Tom met in zijn bek een kleine pup. An neemt
het jonge hondje in haar beide handen. -Ach, hoe schattig. Rudolf blaft en
blijft staan. -Wil je dat wij de pup meenemen, Rudolf? Weer blaft de hond.
-OK dan. We zullen er heel goed voor zorgen, vriend. Maar wat gebeurt er met
de andere en met je vriendin? Rudolf blaft nogmaals en rent naar het nest. An
en Tom volgen met Ben en de jonge pup. Als ze onder de houten vloer kijken zien
ze alleen nog maar zand. Geen pups, geen vrouwtjes hond en geen Rudolf. Ze zijn
er vandoor. Tom voelt aan dat ze nooit nog iets horen van Rudolf. Alleen de pup
is een aandenken aan Rudolf en zo zullen An en Tom het jonge hondje noemen.
Rudolf de golden retriever.
Lava-cup 26 december 2016 om 14.40u:
St-job Mariaburg
Joey, ons kleinkind, mag als invaller
regelmatig meespelen met de A-ploeg van Mariaburg. Hij is er trots op en zet
zich dan ook volledig in. Tientallen supporters hebben plaats genomen op de
tribune. Supporters van Sint-Job en Mariaburg gezellig naast elkaar. Zo zou het
op elke voetbalmatch moeten zijn. Zoals
elke enthousiaste ouder of grootouder willen we de jonge spelertjesaanmoedigen. Vaak wordt er dan geroepen:
-kom aan Mariaburg. Steeds gaat mijn (grootvaders) hart sneller slaan als
Joey zich naast de lijn begint op te warmen. Dan weet ik, hij loopt zo dadelijk
het veld op. Joey speelt vaak rechts vooraan en als hij dan de bal krijgt wil
hij ook scoren. Dat is niet altijd naar de zin van de tegenspelertjes. Maar hij
doet zijn best. En laat dat nu belangrijker zijn dan winnen! Hieronder het
wedstrijdverslag van de trainers Dave en Didier.
-Onze
laatste wedstrijd van 2016. (Wedstrijd van 2x 20 min, zonder rust)
Onze boys hadden er zin in. Ze waren erop gebrand om hun beste beentje voor te
zetten. Het beloofde een pittige wedstrijd te worden, want St-job was een
stevige tegenstander van formaat. Ze hadden in de vorige ronde Hoboken (een
andere stevige klepper) uit de Lava-cup gewipt met penaltys.
We begonnen zeer sterk aan de wedstrijd. De bal ging goed heen en weer. Er
waren al gauw enkele mooie kansen aan beide kanten. De 2 keepers stonden zeer
sterk te keepen.
Jammer genoeg was het St-job die de score opende na een foutje in onze
verdediging. We bleven nog steeds goed voetballen en combineren. Onze keeper
stond ook paraat en moest een aantal keren flink uitkomen. We gingen rusten met
1-0. We kregen een korte rust (2 min); onmiddellijk draaien dus.
Er was nog
niets verloren. Onze boys bleven goed voetballen en voerden hun opdracht goed
uit. Toch konden we niet vermijden dat St-job een 2e tik uitdeelde. Het stond
2-0.
We lieten echter de moed niet zakken en moesten niet onderdoen voor St-job,
integendeel. De duels werden al feller en er viel zelfs een gele kaart, die wel
heel dubieus was & eigenaardig, aangezien normaal op die leeftijd geen
kaarten worden getrokken. Bovendien was het een schwalbe van de tegenstander.
In ieder geval, we lieten ons niet uit ons lood slaan. Op een bepaald moment
was er een duel voor het doel & kon één van onze boys al vallend nog zijn
voet tegen de bal trappen. Bam! 2-1!!
Vanaf dan werden het 10 dolle minuten. St-job was er niet meer bij & wij
waren scherper & gebrand om nog een goal te maken. We wonnen meer duels,
waren gretiger, speelden meer op de helft van St-job. De spanning was bij
iedereen aanwezig: de spelers, de trainers & de supporters.
Plots een fout op één van onze jongens. Vrije trap voor Mariaburg. St-job stelt
een muur op & dan Bam!! een perfecte vrije trap, los in de winkelhaak.
2-2!
Onze spelers, de supporters en de trainers werden uitzinnig. We did it! Een
uitzichtloze situatie op zon manier rechtzetten! Knap!
En dan gaat het eindsignaal. 2-2. Penaltys moeten de wedstrijd beslissen (Elk
team moet 5 penaltys nemen). En daarin waren we oppermachtig. Het werd 0-3
voor ons, met een aantal geweldige reddingen van onze keeper.
Maar wat een
gevoel, wat een ontlading! Een welverdiende overwinning van onze boys. We
krijgen er nog kippenvel van. Het perfecte eindejaarskado voor ons! Onze ploeg
stond er. Een resultaat van hard werken, inzet & discipline op training.
Wat een samenhorigheidsgevoel: samen ervoor gaan, samen recht veren na een
onterechte achterstand, het positivisme, het elkaar aanmoedigen. Jullie bleven
erin geloven, boys! Wat een gedrevenheid! Dit is het bewijs dat jullie kunnen
voetballen! Hiervoor doen we het! We zijn terecht trots!
Bedankt
supporters om talrijk aanwezig te zijn en onze boys aan te moedigen!
Geniet van jullie welverdiende vakantie & tot 4 januari (1e training)!
We wensen jullie alvast een spetterend en sportief 2017!
Groetjes van Dave & Didier.
Woensdag 7 september 2016. De scholen zijn net weer
begonnen. Het is dan ook een stuk drukker op de baan dan pakweg een grote week
geleden. Met het gevolg dat de files ook weer van de partij zijn. Maar soit
afgelopen weekend beloofden ze voor vandaag een zonovergoten dag. Ze hebben
niet overdreven. Het is kwart over negen en de gele ster straalt in volle
glorie aan het firmament. Daar moeten we van profiteren en besluiten na lange
beraadslaging een fietstocht te maken in Kapellen. Onze buren Anneke en Gust
had het er van de week nog over. Ze praten er uitvoerig over dat de themaroute
van Kapellen een mooie rit is door bossen, villawijken en vooral een traject
met veel schaduw. Die schaduw konden we de afgelopen weken wel gebruiken. Er
waren dagen bij van meer dan 30°C in de schaduw. Dat wil al wat zeggen. Voor
vanmiddag worden temperaturen verwacht van om en bij de 25°Celsius. Geen wolken
en een windkracht van één of twee beaufort. Gewoon zalig om te fietsen, niet?
We vertrekken vanuit onze woonplaats te Ekeren, een
buurgemeente van Kapellen. Via de bekende Driehoekstraat fietsen we tot net
voorbij de begraafplaats. Hier linksaf en over het brede fietspad door de
Puihoek. Rechts heeft de maïs zijn hoogste punt bereikt. Lange dikke kolven
hangen duidelijk aan de stengels. Een van de weken begint men met oogsten. Toch
is de maïsoogst niet alsde jaren
voorheen. Het voorjaar was te nat en te koud. 't Zal altijd wel iets zijn, ik
weet het, maar de planten zijn niet volgroeid. Boven de maïsplanten kunnen we
de spitse kerktoren zien van Sint-Mariaburg. De zon staat laag en we moeten met
bijna dichtgeknepen ogen onze weg vervolgen. Voorbij de Vloeiende fietsen we
nog steeds langs hectaren maïsvelden. Maar tussen twee velden zijn er ook nog
enkele volkstuintjes. Nog twee om precies te zijn. Jaren geleden was de
rechterzijde van de Puihoek voorbehouden voor enorm veel volkstuintjes. Je zag
altijd wel iemand die er bezig was. Soms, na hun arbeid zag je hen dan
luilekker achterover gezakt in een oude kramakkelige tuinstoel zitten of
hangen, hoe je het ook noemen wil, terwijl ze naar het resultaat zaten te
staren of te luisteren of ze de tomatenplantjes horen groeien. Als voorbijganger
groette men de kleine landbouwer en je kreeg steevast een vriendelijk woord
terug. Dat is allemaal verleden tijd. Nu is alles begroeid met maïs.
Op het einde van de straat begint onze themaroute
van Kapellen. Zeshoekige bordjes met G.N.O.P. (Gemeentelijk Natuur en
Ontwikkelings Plan) met een logo erbij van een pad. Een rit van 27 kilometer,
eventueel in te korten tot 15 kilometer. Rechts en onmiddellijk linksaf. We
volgen gewoon de zeshoekige bordjes. Eens in de Beukendreef rijden we door een
stilte gebied. Af en toe worden we ingehaald door een auto die denkt dat hier
het circuit van Zolder is. Echt gerust zijn we niet. Verleden week is er nog
maar eens een fietser aangereden met fatale gevolgen. De chauffeur pleegde, op
de koop toe, nog vluchtmisdrijf. Hopelijk hebben we straks een fietspad. De
omgeving heeft prachtige halfopen bebouwingen te midden van veel groen. Rechts
de voetbalvelden van Kapellen. Linksaf in dePlatanendreef die zijn naam niet gestolen heeft. Op de middenberm staan
oude platanen die nog voor een overvloed van schaduw zorgen. Ze kunnen tot 35m
hoog worden. Het is een snelgroeiende soort die bestand is tegen
luchtvervuiling en ons klimaat. Elke woning heeft een verzorgt voortuintje met
nog enkele late zomerse bloemen en planten. Elk gazon is tot op de millimeter
afgereden. Een rustige groene straat.
Aan de Essenhoutstraat zijn straatwerkers bezig met
het aanleggen van een nieuw voetpad. Ons zeshoekig bordje ligt horizontaal
tegen de gevel van een aanpalende woning. Gelukkig met het logo naar ons
toegekeerd. Rechtsaf tot het eind. Even later moeten we linksaf in de
Streepstraat. We hebben voorrang op een voertuig van links en de aankomende
auto stopt meteen. Maar van rechts nadert een wagen die wij moeten laten
passeren. Maar ook deze wagen stopt om ons fietsers door te laten. Fier als een
pauw rijden we verder. Vanaf nu gaat het verder op een fietspad. Verderop
rijden we voorbij natuurdomein 'Het Rood'. Het gebied wordt sinds 1996
onderhouden door Natuurpunt. De naam 'Het Rood' is afkomstig van de roestbruine
kleur van ijzer dat van nature in de bodem aanwezig is. Het domein van +/- 50ha
is vrij toegankelijk. Er loopt eveneens een parcours voor mountainbikers en
dewandelknooppunten zijn hier eveneens
ingeburgerd.
We rijden momenteel door het centrum van Hoevenen.
Voorbij fietsknooppunt 14 zijn er links van ons paardenweiden. In alle soorten,
maten en kleuren staan de trouwe viervoeters te grazen. Een weide is van bvba
Paddock van Stabroek. Een organisatie waar iedereen kan leren paardrijden. In
de weide staan attributen waarover een paard met ruiter moet leren springen. In
de verte vertoont de skyline de koeltorens van Doel. Grote dikke witte
waterwolken stijgen omhoog waar ze vanzelf oplossen. Een fenomeen dat binnen
enkele jaren tot het verleden behoort. Rond het jaar 2020 zou de kerncentrale
ophouden te bestaan. De bermen hebben nog hier en daar wat kleur door wilde
bloemen. Kleine gele bloemen van meer dan één meter hoog die sterk op een
zonnebloem lijken. De paarse wilde orchidée contrasteert prachtig tussen het
groen en de kleurige bloemen. Ook de lisdodde is nog sterk van de partij maar
de maïs domineert nog steeds de omgeving. Naast het veevoer groeien ook nog
hectaren savooien en prei. De landbouwers zullen maar al te blij zijn dat de
aanplanting allemaal machinaal wordt gedaan. Ook het oogsten wordt, gelukkig,
met de tractor gedaan.
Teneinde de weg komen we bij het gehucht Heuvels
dat behoort tot de gemeente Stabroek. De 'Onze-Lieve-Vrouwkapel van de heuvels'
werd gebouwd in 1939. Ze doet al een paar jaar dienst als concertzaal. Rechtsaf
en verder op het linker fietspad verder rijden. Rechts is de grachtkant nog
voorzien van knotwilgen die nodig gesnoeid moeten worden. Een nostalgisch beeld
dat we slechts in de polders nog te zien krijgen. Over de gracht staat de prei
hoog boven de grond. Op de achtergrond staat de niet meer weg te denken maïs.
Op het eind staan we voor de Kapelsestraat. Voorzichtig oversteken en linksaf
op het fietspad naast de drukke baan. Wat verder draaien we de Oude
Galgenstraat in. Een rustige straat met veel groen. Een mix van verschillende
soorten bomen. Zelfs de dennenboom is van de partij. Achter de haag van bomen
weer hectaren maïs. Alleen zijn er plekken waar de plant nog niet volledig
volgroeid is. Het is een laag gelegen stuk landbouwgrond en heeft in het
voorjaar lang blank gestaan. Daardoor is de groei zienderogen achterop geraakt.
Sommige stengels zijn amper veertig centimeter hoog. Nochtans dragen ze
allemaal vruchten.
We fietsen voorbij het Mastenbos. Het bos gaf
enkele jaren geleden zijn geheimen prijs. Er werden nog oude loopgraven
teruggevonden van WOI. Ook tientallen prachtige bunkers uit dezelfde periode
werden uitgegraven en voor het publiek toegankelijk gemaakt. Enkelen zijn
voorbehouden als winterslaapplaats voor vleermuizen. Samen met onze
kleinkinderen brachten we een bezoek aan de site waar ze zichzelf konden
inleven in de tijd van toen. Aan de overzijde van de straat zien we nog twee
oude bunkers boven de grond staan. In de verte is duidelijk de paarse kleur van
heide te bewonderen. We fietsen vervolgens voorbij het Fort van Ertbrand dat
gebouwd werd vanaf 1907. Het is in privébezit en kan helaas niet bezocht
worden. De Oude Galgenstraat heeft geen fietspad. Maar het is vrij rustig, stil
en niet druk. Slechts één enkele bestelwagen steekt ons voorbij. Daarna worden
we enkel gezellig gevolgd door vogelzang. We fietsen niet alleen vandaag.
Blijkbaar wil iedereen van deze zonovergoten dag genieten. Je weet trouwens
nooit op voorhand hoe lang het mooie weer aanhoudt. Een infobord meldt de
fietser of wandelaar dat er rechtsaf 'Bistro De Bosduif' gevestigd is. Een
overheerlijke plek tijdens of na een gezonde wandeling of een fietstocht waar
je op een ruim zonnig terras kan genieten van een koel drankje of een
overheerlijk ijsje. Wij moeten echter rechtdoor. We draaien de Rozenlaan in.
Alles oogt verrassend groen. De natuur moet zelfs nog mooier zijn wanneer ze
zich in schitterende herfstkleuren tooit.
De mooie grote villa's staan verdoken achter bomen
en struiken. Een hoog ijzeren hekwerk met gevaarlijke pinnen verhinderd het
overklimmen. Een camera houdt alles van op een afstand in de gaten. We
bewonderen de verschillende gebouwen zoals de sierlijke villa's met trapgevel,
waarvan één of twee in Spaanse stijl. Maar ook de moderne gebouwen met
panoramaramen en plat dak zijn een bezienswaardigheid. We rijden ondertussen
weer op het grondgebied van Kapellen. Voor de spooroverweg is de splitsing naar
rechts voor de verkorting van 15 kilometer. Wij rijden het spoor over. Terug de
natuur in. Voorbij de Royal Antwerp Golfclub. Er is weinig beweging. Misschien
is het nog te vroeg, of misschien te warm? Misschien zitten de welgestelden nog
aan hun bubbel ontbijt. Deze regio bezit nog veel ongerept bos. Het merendeel
is wel afgebakend met prikkeldraad. Het domein van een grote villa of kasteel.
In de verte horen we het lawaai van een boomzaag. Sommige bomen moeten plaats
maken om de anderen een kans te geven. Twee percelen villagrond staan te koop
in de straat. Het is in ieder geval een rustige straat. Weinig verkeer. Wie
biedt zich aan? We rijden over de Antitankgracht die werd aangelegd in 1937-38.
Wat verder is 'De Inslag'. Een natuurdomein met een oppervlakte van 147ha. Het
bos werd tijdens de beide wereldoorlogen grondig van bomen ontdaan omwille van
de zichtbaarheid en voor het graven van loopgrachten. Eerst in 1949 begon men
met de herplanting van bomen. De lange baan brengt ons in het centrum van
Kapellen. We fietsen in het centrum van Hoogboom. Een gehucht, dat
oorspronkelijk van Ekeren was, werd na de fusie met Antwerpen naar Kapellen
overgeheveld. Links van ons horen we de spoorfietsen voorbij rijden. Een
afgedankte militaire spoorweg tussen Kapellen en Brasschaat. Het vertrekpunt
van de spoorfietsen ligt vlakbij het fort van Kapellen. Onderweg zie je Duitse
bunkers uit 1917 en kruis je de Antitankgracht. In Kamp Noord te Brasschaat zit
je te midden van de militaire geschiedenis. Je komt er alles te weten tijdens
een hapje en een drankje.
Teneinde de Lijsterlaan vinden we geen bordje. We
rijden rechtdoor via een smal fietspad. Op het eind weer een straat zonder
bordje. We nemen poolshoogte links en rechts, maar vinden geen bordje meer.
Terug naar de Lijsterlaan. Linksaf is richting Kapelsesteenweg. De meest voor
de hand liggende richting. Aan een paaltje met verschillende borden hangt een
zeshoekig bordje met een pad. In de verkeerde richting. Visueel draaien we het
bord en is duidelijk dat dit bord verkeerd hangt. Linksaf dus na de Lijsterlaan
tot over de Kapelsesteenweg. Nu volgen we de Vloeiende en rijden terug naar
Ekeren langs de Puihoek en Driehoekstraat. Een prachtige rit in onze buurt met
heel veel groen. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.
De zwarte merel fluit zijn lied op de tak van een
dikke beukenboom. De mannetjes merel hoopt dat er een vrouwtje op af komt. Maar
hoe hard hij ook zijn best doet met fluiten, het maakt niet uit. Er komt geen
vrouwtjes merel naar zijn zangtalent luisteren. Alle andere vogels in het bos
zijn al een nest aan het bouwen. Nog enkele dagen en de vrouwtjes leggen een ei
dat ze dan samen, om de beurt uitbroeden. Merel wil het nog één keer proberen.
Hij haalt heel diep adem en begint uit volle borst te zingen.
-Stop! Stop! Roept opeens iemand naast merel. In
de stam van de dikke boom naast merel is een holletje waaruit het rossig kopje
van een eekhoorn tevoorschijn komt. Stop eens met dat kattengejank. Dat hoor
ik nu al bijna de hele dag. Nu ben ik het beu.
-Fluit ik niet mooi misschien? vraagt de merel.
Merels als wij zijn de beste zangvogels van heel het bos en ver daarbuiten
probeert hij de eekhoorn uit te leggen.
Eekhoorn zet zich naast merel op de tak en biedt
hem een verse eikel aan. Merel schud zijn kopje: neen, dank je. Ik hou meer
van zaadjes of een sappige worm. Eekhoorn haalt zijn neusje op en knabbelt aan
de harde vrucht.
-Zing ik dan zo slecht? vraagt merel nogmaals en
begint ongevraagd te fluiten. Eekhoorn slaat zijn beide pootjes tegen zijn oren
en brult: stop ermee merel! Het verwondert mij niet dat er geen vrouwtje op
afkomt. Waar heb jij zo slecht leren zingen?
-Bij de rand van het bos staat een klein huisje.
In de dikke eik ernaast ben ik geboren. Steeds hoorde ik daar viool spelen.
Toen ik wat later leerde vliegen zag ik door het raam van het huisje dat een
klein meisje leerde viool spelen. Samen met haar heb ik muzieknoten geleerd en
fluit ik nu de mooiste melodieën. Eekhoorn begint te lachen. - mooiste
melodieën? Je fluit als een kraai met keelpijn! Van dat meisje met viool, dat
wil ik wel eens zien en horen zegt hij. Merel vliegt voorop terwijl de
eekhoorn van tak tot tak en van boom tot boom springt tot aan de rand van het
bos. Het kleine huis heeft een rieten dak en door de schoorsteen komt de geur
van vers gebakken brood onze twee vrienden tegemoet. Het moet er warm en knus
zijn. Merel en eekhoorn zetten zich op een tak dicht bij het open raam. Net op
tijd want langs het bospad komt een jong meisje naar het huisje gestapt. -Dat
is ze fluistert merel. -Maar, wat is ze gegroeid! Ik herken haar haast niet
meer. Het meisje gaat het huisje binnen en opeens wordt het doodstil in het bos.
Alsof elk dier de adem inhoud. Zelfs de wind is gaan liggen. Allemaal weten ze
wat er nu gaat komen. Vanuit het open raam komt de klank van een viool naar
buiten. Zo mooi. Dit is niet wat merel gehoord heeft toen hij klein was. De
muziek die hij nu hoort is warm en zacht. Een stuk van een groot wereldberoemde
componist wordt bespeeld op de viool. Al snel opent merel zijn bekje, haalt
diep adem en begint de melodie mee te fluiten. Eekhoorn wil weer zijn oortjes
afschermen, maar deze keer kijkt hij vol bewondering op naar merel. Samen met
het meisje horen de dieren een hemelse muziek. Het lijkt alsof het bos mooier
wordt. De zon schijnt door de takken van de bomen en geeft meer warmte. Bloemen
steken hun kopje in de hoogte alsof ze nu beter kunnen horen. Merel kan gewoon
niet meer stoppen met fluiten. Meteen komt een vrouwtjesmerel naast hem zitten.
Zo'n mooi geluid heeft zij nog nooit gehoord.
Een paar maanden later zitten merel en eekhoorn
terug op de tak van de dikke eik bij het boshuisje. De bladeren van de bomen in
het bos beginnen stilaan geel en rood te kleuren. De herfst staat voor de deur.
Het raam van het huisje staat op een kier en gespannen wachten onze twee
vrienden op de klanken van de viool. Merel is zenuwachtig. Meermaals kijkt hij
achterom of tuurt hij in de lucht.Verwacht je soms iemand? vraagt eekhoorn. Plots zien ze allebei een
vrouwtjes merel met drie jongen achter haar aan op hun toekomen. Ze zetten zich
alle drie naast pappa merel. Hij kijkt trots naar zijn drie jongens die net hebben
leren vliegen. Verliefd kijkt hij naar zijn vrouwtje. Dan wordt het ijzig stil
in het bos. Elk dier voelt wat er staat te gebeuren. Voor het raam verschijnt
een jong meisje, dat ondertussen een jonge dame is geworden, met haar viool. Ze
plaatst het instrument onder haar kin en met de strijkstok raakt ze enkele
snaren aan. Het is prachtig en tevens ontroerend om te zien hoe zon jonge
vrouw met zoveel talent en overgave voor heel het bos staat muziek te spelen.
Samen met zijn gezin en zijn beste vriend eekhoorn wil merel naar het concert
luisteren. Zo leren zijn jongens muzieknoten en kunnen ze heel mooi fluiten als
ze wat ouder zijn.