Wij reizen om te leren.

05-09-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Melay 1

Dag 1. Maandag 27 juni 2016. Het is 08:45u als we vertrekken vanuit Ekeren onder een zwaar bewolkte lucht en amper 16° Celsius. Maar we gaan van de veronderstelling uit dat de temperatuur zal stijgen. We rijden immers zuidwaarts. We rijden naar Melay in Frankrijk. Lucy, onze GPS, geeft aan dat het 505 km rijden is zonder péage. Dat wordt 5,30u rijden zonder stoppen. Normaal gesproken arriveren we aan onze locatie om 14:15u. Na een tankbeurt rijden we richting Noorderlaan. Op het viaduct, over de Ekersesteenweg zien we de vrachtwagens al stapvoets rijden. Dat is al een slecht begin. Richting Breda zijn er geen problemen. Er zijn asfaltwerken aan de oprit van de ring. Er wordt een nieuwe toplaag aangebracht. Alle vervoer moet over één rijstrook. Eens er voorbij loopt het weer vlotjes. Het blijft echter druk tot aan het kruispunt Namen-Brussel.

 

Om 12:00u stoppen we bij een wegrestaurant op de parking in Livange. We zijn ondertussen in het Groothertogdom Luxemburg beland. We zetten ons aan een picknicktafel maar voelen de strakke koude wind ondanks de zonneschijn. Wanneer we onze meegebrachte picknick verorbert hebben haasten we ons naar de shop om daar wat rond te hangen en om onze benen wat te strekken. De temperatuur wijst 20° C aan. We hebben nog 236 kilometer te gaan. Om 12:45u rijden we de grens met Frankrijk over. Op 50 kilometer voor Epinal bevinden we ons in het “Departement des Voges”. De bewolking is hardnekkig. We krijgen de zon maar af en toe te zien.

 

We nemen de afslag D6A Nomexy en rijden onmiddellijk door een bosrijke omgeving. De beboste heuvels, in het zuiden en westen, stijgen 90 meter boven zeeniveau. De rit gaat verder nog door glooiende landschappen met mooie verre gezichten en oude schilderachtige dorpjes. Het eerste dorpje dat we aandoen is Mazeley op de weg D6. Deze streek was reeds bewoont in de Romeinse tijd. Het kleine slapende dorpje heeft een 270 inwoners. Op zondag zit de Saint-Nicolaskerk dan ook stampvol.           

 

Aan groen is er totaal geen gebrek met al die beboste hellingen. Ze worden doorsneden door een heuvelachtige asfaltweg waar we rustig en soms alleen op rijden. We houden vervolgens halt in Damas-et-Bettegney. Een klein dorp in de regio Lotharingen. De Saint-Médardkerk dateert van 1724 en de klok in de toren is van 1781. Het stadhuis met de vroegere jongensschool werd in 1812 gebouwd. Het dorp herbergt nog enkele opmerkzame monumenten zoals de Calvarieberg van 1891. Een crucifix met het lichaam van Christus, geflankeerd door beelden van Maria en evangelist Johannes. De 'Chapelle Notre Dame de Bonsecourskapel' bevindt zich net buiten het centrum. Ze bezit vooraan twee pilaren die het fronton ondersteunen dat met een mozaïek is versiert. In de zijmuur verwijst een inscriptie dat de kapel gebouwd werd in 1639. De kapel is gesloten. De deur heeft vierkante glasramen zodat we toch het interieur kunnen zien. De muren zijn lichtblauw geschilderd. Op het witte altaar werd een beeld van O.L.Vrouw gezet. Rechts van haar staat Jozef met kind op een sokkel. Bloemen en kandelaars sieren het geheel op.

 

 

De weg die we volgen lijkt eindeloos. Kilometers asfalt tussen weilanden of bossen zonder een levende ziel te bespeuren. Het decor voor een horrorfilm. We hebben exclusieve vergezichten op uitgestrekte akkergebieden. Verderop rijden we over de brug van de rivier “Le Gitte”. De rivier komt van de Vogezen heuvels en stroomt 22 kilometer afwaarts in de Madon rivier. De Le Gitterivier heeft het leven heel lang bepaald. Nu wordt ze nog bemind door rust- en natuurzoekers. Zo bereiken we ons volgende dorp. Ville-sur-Illon ligt op 315 meter boven de zeespiegel. Het oorlogsmonument van beide Wereldoorlogen werd opgericht voor hen die stierven voor Frankrijk. Het gemeentehuis met waterpomp heeft een bogengaanderij, versiert met bloemen. Een tweede waterpomp is uitgedroogd. De waterbak doet dienst als bloemenbak. De vroegere wasplaats ligt lager dan de rijweg. Ook hier werden bloemen aangebracht ter versiering. Op een plein werd een fontein gebouwd in 1872. Ze is echter niet meer actief. De Saint-Sulpicekerk werd eind 15de eeuw gebouwd en in 1884 sterk uitgebreid.

 

Het volgende pittoreske plaatsje is Lerrain. Het dorpje bevindt zich over de rivier 'Le Madon'. De rivier vindt zijn oorsprong eveneens in de bergen van de Vogezen. Na een loop van bijna 100 kilometer stroomt ze bij Nancy in de Moezel. We houden even halt om de oude wasplaats en waterpomp te bekijken. De St-Bartholomeuskerk dateert van 1730 en is te bereiken na enkele vermoeiende trappen. Het interieur is bescheiden maar mooi. Witgekalkte kruisgewelven en gewone glasramen maken dat de kerk helder verlicht is. Vooraan staan de verschillende heilige beelden.

 

Wouden nodigen uit om erin te verdwalen. Soms worden de bossen afgewisseld met boomgaarden of weiden, omzoomd met prikkeldraad. We dwarsen de 'La Saône' en stoppen in Jésonville. Het monument, verder van de kerk, wordt opgedragen aan de gesneuvelden van de ‘Groote Oorlog’. Het gemeentehuis is ondergebracht in een gewoon burgerhuis. Alleen een bordje 'mairie' laat aan de passant weten wie hier huist. De kleine Saint-Christophekerk herbergt vijf schilderijen van Claude Basset: 'De Verrijzenis, het Laatste Avondmaal, de Besnijdenis en de Geboorte van Christus. 

 

In het centrum van de stad, verderop, maar waar ik de naam van vergeten ben, is een tankstation en dat laat ik niet voorbij gaan. De benzine is hier wel duurder dan thuis. Momenteel staat de super 95, €1,38 per liter. Het is ondertussen 16:00u geworden en de temperatuur is geklommen tot 25° C.  We stoppen, om onze benen te strekken, in Monthureux-sur-Saône. Het dorp werd gebouwd in een bocht van de rivier 'Le Saône'. Bovenop een hoge rots stond in de 17de eeuw een kasteel, waarvan nog enkel de fundamenten zichtbaar zijn. We wandelen langs de Saint-Michelkerk. De kerk staat op een rotsachtig plateau waar in de 12de eeuw een Benedictijner klooster was gebouwd. De huidige kerk was de kapel van de priorij. Het monument werd opgericht op vraag van de gemeente als herinnering aan de gesneuvelden van beide Wereldoorlogen. Zij stierven allen voor Frankrijk. Het imposantste gebouw van het dorp is 'Hotel de Ville' met een informatiekantoor dat folders verstrekt over de streek.

 

Via het kleine dorpje Lironcourt rijden we naar Chatillon sur Saône. Het dorp is gebouwd aan de samenvloeiing van twee rivieren: de 'Saône' en de 'Apance'. Het hoogste punt van de gemeente bedraagt 398 meter. We zijn in de Champagnestreek beland. Het volgende dorp werd aan de rivier 'Apance' gebouwd en kreeg daarom de typische naam Fresnes sur Apance. De kleine gemeente telt slechts een 200 tal inwoners. Het monument herdenkt de inwoners van het dorp die zijn omgekomen of vermist tijdens de beide Wereldoorlogen. Van de Saint-Julienkerk was al sprake in 1068. Het werd meerdere malen herbouwd en uitgebreid na een verwoestende brand. De huidige kerk dateert van 1770-73. Een bord onderweg toont ons dat we in het departement Haute-Marne aangekomen zijn. Haute-Marne ligt in het zuidoosten van de Champagne-Ardennen streek. Bijna 40% van het totale oppervlak van het departement zijn met bossen bedekt. De heuvelachtige vlakten nodigen uit om te wandelen.

 

Om 16:30u rijden we langs de D124 het dorp Melay binnen. Onze GPS laat ons stoppen bij de parking van Château Melay. Elke plek op de parking is bezet door auto's, afkomstig uit Nederland. Het gebouw heeft twee verdiepingen en het leien dak heeft twee dakkapelletjes. Vooraan tellen we 21 ramen en drie deuren. Langs een drietal treden en een brede inkomdeur betreden we het kasteel. We staan in een grote hall met een trap naar boven, een divan in de hoek en een dressoir naast de oude open haard. Een deur ernaast brengt ons in de eetzaal waar we begroet worden door onze gastvrouw Marcia. Sinds de bouw in 1644 leefden er verschillende generaties van markiezen in het kasteel. Marcia en haar man Simon maakten na een ingrijpende verbouwing van het Chateau een gastvrij hotel/B&B waar reizigers kunnen genieten van rust en oorspronkelijkheid. Het kasteel heeft slaapkamers met een eigen sfeer en een eigen naam: 'Chambre blue, Chambre vert ...enz om er maar twee te noemen. De kamers hebben allen een comfortabele badkamer die aan de wensen van deze tijd voldoen. – 'Maar...' zegt Marcia: – 'Ze zijn allen bezet!'. Achteraan in de tuin wordt deze week een cursus beeldhouwen gegeven.

 

Het koppel heeft nog wel een apart huisje, “Le Petit Chateau”, waar wij kunnen logeren. Ze wandelt met ons een honderd meter verder tot bij een gerestaureerde woning met twee verdiepingen. Petit chateau is een huis dat, volgens de datum in de gevel, gebouwd werd in 1826. De geschiedenis gaat echter veel verder terug tot het jaar 1576. In dat jaar zijn door het chateau de marktrechten aan Melay verleend. Bij deze rechten hoorde natuurlijk ook een marktmeester woning. Na jaren van verval werd deze woning terug gebracht in originele stijl. De voordeur stamt uit de 17de eeuw. Na restauratie verkeert ze weer in originele stijl, maar aangepast aan de normen van deze tijd. Het gelijkvloers is teruggebracht naar de 16de eeuw. We staan in de keuken van toen. De plafondbalken zijn 600 jaar oud en werden in originele staat behouden. Langs een eikenhouten trap, uit 1826, komen we op het eerste verdiep. We zijn terug in het heden beland. De woonkamer is modern en groter door de uitbouw achteraan. Vroeger stroomde de rivier 'La Geuze' achter het pand, onder de uitbouw, door. De rivier loopt nu ondergronds. Het tweede verdiep is verbouwd tot slaapkamer en badkamer met inloopdouche.

 

Het avondeten word geserveerd in de tuin van het kasteel. De cursisten nemen hun maaltijd in de eetzaal, aan de gezamenlijke tafel waar ze nog volop napraten over hun cursus beeldhouwen. De maaltijd wordt bereid door Simon en Marcia dient op. Het jonge koppel is heel sociaal en ze hebben twee schatten van kinderen. Na het dessert komen ze bij ons zitten om een praatje te maken. Het is na negenen als we terug naar ons petit chateau wandelen. Tot morgen. Tekst: Luc Verschooten. Foto’s: Rina Meurs.

 

 







05-09-2016 om 09:22 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-09-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Leeuw

Ik vroeg de kleinkinderen laatst of ze nog naar de dierentuin geweest waren. ‘Hebben jullie dan naar de leeuwen gaan kijken? Leeuwen zijn grote dieren. Een poot van een leeuw is zo groot als bompa’s twee handen. De mannetjes leeuwen hebben een hele grote kop en een reuze grote bek'. Dat klinkt bekent: dacht ik. 'Als ze in de jungle brullen heeft elk dier dat gehoord'. Ik doe het brullend geluid na van een leeuw waarbij ik mijn mond zover open sper als ik kan. Dat werkt blijkbaar op de lachspieren van de toehoorders. 'Ze noemen de leeuw niet voor niets de koning van de jungle. Hij is nochtans heel lui. Weten jullie dat een leeuw over het algemeen 20 uur per dag slaapt? Dat zijn slechts vier uur per dag om te eten en te drinken en te spelen. Maar ik ga iets vertellen wat bompa meegemaakt heeft. Vroeger, toen ik een jaar of zeven, of acht was, ging ik alleen naar de dierentuin. Mijn mama en ik gingen één keer per maand naar de stad Antwerpen. Mijn mama had daar een vriendin wonen en het was toen de gewoonte om samen in het treinstation een kopje thee te drinken. Ik kreeg toen een ticket voor de dierentuin. Die dag kon je mij  vinden bij de leeuwenkooi’.

 

Ik weet niet of dat nu nog zo is. In die tijd, ik zie het nog zo voor me, was de leeuwenkooi een grote halve cirkel met een laag muurtje. Daarbovenop een hoog gietijzeren hekwerk waar geen kat over kon. Vervolgens was er een vijver met vuil bruin water. Zoals jullie weten is de leeuw familie van de kat en heeft hij/zij schrik van water. Je zal nooit een leeuw in het water zien zwemmen. Maar ik dwaal af. Ik kom bij de leeuwenkooi en uit gewoonte groet ik de leeuw met een luide roep: Poes, poes! Ik hoor hem niet en ik zie hem niet. Op het platform, waar hij normaal ligt, zijn attributen geplaatst om de leeuw wat afleiding te gunnen. Een rotsformatie om op te springen. Boomstammen om op te klimmen en zijn nagels te scherpen. Een bal hangt aan een touw om er met te spelen. Maar de leeuw is nergens te bespeuren. De bal hangt stil. De boomstam is leeg en bovenop de rotsen is geen kat te bespeuren. Aan de andere zijde staat de dierenoppasser, die de leeuw dagelijks eten geeft.

– Meneer? Roep ik.

– Ja manneke, ben je verloren gelopen? Vraagt hij terwijl zijn hand over mijn kortgeknipte haren wrijft.

– Neen, meneer, maar..!

– Ben je je mama kwijt? Hoe is je naam? Vraagt hij terwijl hij een boekje en een potlood tevoorschijn haalt.

– Nee, nee, meneer. De leeuw…

– Ha! Jonkheer De Leeuw…

– Luister nu! De leeuw is uitgebroken. Ontsnapt, weg… Ik zocht nog andere woorden om tot hem door te dringen. Blijkbaar snapte hij het dan toch. Verschrikt kijkt hij achterom, zoekend kijkt hij rond en loopt dan luidkeels weg:

– Help! De leeuw is ontsnapt! Vlucht nu het nog kan!

Hij verdwijnt in de massa die op haar beurt huilend en roepend wegrent.

 

Op de plaats waar de oppasser stond zie ik een ijzeren deurtje dat op een kier staat. Al kwam ik hier vaak, het deurtje had ik nooit gezien. Waarschijnlijk omdat de oppasser er steeds voor stond. Ik glip naar binnen. Het is er aardedonker. Met de deur te openen komt er zonlicht mee binnen. Links is er weer zo een gietijzeren hekwerk van de betonnen vloer tot tegen het plafond. Daar hoor ik zachtjes snurken. Ik doe de deur verder open en zie de leeuw op zijn zij tegen de tralies liggen. Hij slaapt als een roos. De ijzeren deur piept een beetje. De leeuw doet één oog open en ziet mij. Waarschijnlijk herkende hij mij want het oog sluit zich weer en hij begint opnieuw te snurken. Hij is gelukkig niet ontsnapt. Hij is nog aan zijn twintig uren slaapje bezig. Ik kom volgende maand terug, leeuw.

Als jullie volgende keer weer naar de dierentuin gaan en jullie zien daar een oppasser lopen. Neem van mij aan hij zoekt nog steeds naar de leeuw. Tot schrijfs.

01-09-2016 om 13:31 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
22-08-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Radiokenner

Ik was vroeger een muziekliefhebber. Al waren de middelen wel beperkt. Begin jaren zestig hadden de radio's gloeilampen die moesten opwarmen voor er klank uit de luidspreker kwam. Fm bestond nog niet en van stereo was hoegenaamd nog geen sprake. Onze radio bestond uit: 'korte golf, lange golf en midden golf'. Een hele golfclub bijeen als het ware. Als tiener begon ik dan te experimenteren. De radio zat met een stekker in een 'kattekop', zoals we dat vroeger noemden. Achteraan de radio was een aansluiting voorzien voor een tweede luidspreker. Cool! Ik had een bandopnemer waar ik met de micro favoriete nummers van de radio opnam. Met het aansluiten van een tweede luidspreker zou dat simpel worden. Geen micro meer moeten vasthouden tegen de radio. Wat een vooruitgang. Weer een evolutie rijker. Via vrienden kreeg ik een luidspreker cadeau. Ik maakte er een draad aan die lang genoeg was en bracht een stekker aan om hem in de radio te steken. Ik was zenuwachtig. Benieuwd naar het resultaat. Het programma begon zo dadelijk. Ik nam de stekker en stak hem in… het stopcontact. Met een harde knal als gevolg. De luidspreker ontplofte als het ware in mijn hand. Mijn moeder zat in de zetel een boek te lezen, maar bewoog niet. Ik stond stokstijf. Wat nu? Mijn moeder hield haar boek voor haar gezicht zodat ik haar uitdrukking niet kon zien. Was ze kwaad? Was ze geschrokken? Ik had nog altijd niet bewogen.

– 'Ga de plomb maar maken'! zei ze op gebiedende wijze. Ik had de stekker nog in mijn hand. Ik bibberde van de schrik en liet alles vallen. De plomb maken was niet zo moeilijk. Een koperen draad rond de stekker en klaar is kees. De luidspreker heb ik weggegooid. De schrik voor elektriciteit zat er goed in. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten.

22-08-2016 om 11:03 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
09-08-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Guldenberg 3

Dag 3. Woensdag 8 juni 2016. Fietsknooppunten: 83-25-30-73-34-72-71-14-70-87-5-4-84-85-83-82-41-42-43-57-58-75-74-33-31-32-27-83.

 

Het diner van gisteren was ons 'laatste' avondmaal. Na een zalige nachtrust worden we gewekt om 07:30u. Het beloofd weer een stralende dag te worden. Blauwe lucht, een aangename temperatuur van om en bij de 25° Celsius en 'top of the bill'… het blijft droog vandaag. Wat moet een mens nog meer? Na ons ontbijt checken we uit en stoppen onze karige bagage in de koffer van de auto. We halen de fietsen uit de stalling en maken ons klaar voor een fietstocht van ruim 50 kilometer. De auto laten we hier achter op de parking.

 

Het is 09:15u als we vertrekken bij knooppunt 83. Vanmorgen heeft moeder de vrouw nog een thermos koffie gemaakt en flesjes water hebben we ook mee. En 'last but not least'… er zijn onderweg nog wel 'kapelletjes' zeker? We beginnen onze fietstocht tussen weilanden met koeien die vredig liggen te herkauwen. De grazende paarden staan meestal rechtop. We zien veel paarden zelfs. Maneges zijn dan nooit veraf. Ze staan wat verscholen achter rijen bomen die tijdens gure weersomstandigheden de meeste wind opvangen. De maneges geven over het algemeen, mits betaling uiteraard, ruiterstages, rijlessen of ruiterkampen. Paard rijden geeft gegarandeerd uren rijplezier door hectaren bossen en heide. Andere maneges bieden pension aan voor paarden en pony's in ruime droge stallen. We rijden een bosrijk gebied in. We fietsen traag om het vogelgezang in ons op te nemen. We worden als het ware opgeslokt door een heerlijk stuk natuur. Links en rechts zijn paden die naar verscholen villa's leiden. De woongebieden wordt afgeschermd door hoge ijzeren hekwerken.

 

In Distelberg (straat) te Helvoirt vinden we, links van ons langs de kant van de weg, een oorlogsmonument. Een groen geschilderd kruis, waarop een legerhelm is aangebracht. Aan de voet van het kruis is een gedenksteen geplaatst met rondom een bloemenperk. Een haag van coniferen omsluit bijna het geheel. De tekst op de gedenksteen luidt: ''4 november 1944” 'Ter gedachtenis aan hen die vielen voor onze bevrijding'. Onder de tekst zijn de zes namen gegraveerd van de Schotse soldaten. De jongste was 18 jaar en de oudste was 37 jaar jong. Een naam is van een onbekende militair. Alle zes behoorden bij het 51ste Highland Division. Later werd er nog Jeffrey Bradley 19 j. toegevoegd. Het monument is opgericht door de bewoners van de Distelberg (straat).

 

Net zoals afgelopen maandag rijden we tussen de vele aspergevelden. De witte asperges groeien in ruggen van aarde en de groene asperges groeien boven de grond met veel groen loof. Aan de overzijde van ons pad groeit langzaam de buxus. In verschillende maten: laag, hoog, breed en smal. Hectaren buxus. Momenteel fietsen we door een agrarisch landschap. Akkers en weilanden baden in het zonlicht. Landbouwers rijden met een tractor over de velden. De ene rijdt het hoge gras af en op een ander veld draait een tractor het gedroogde gras om verder te drogen. Als het weer wat mee zit kan het hooi morgen gebundeld worden en opgestapeld in de hooischuur.

 

Na knooppunt 73 volgen we knooppunt 34 en genieten we van spectaculaire uitzichten. De regio is rijk aan rust, ruimte en vooral aan natuur. De rust wordt slechts onderbroken door het getjilp en gezang van vogels. Op de achtergrond staan de bossen van de Loonse en Drunense Duinen. Gisteren maakten we een zwerftocht door het Nationaal Park. Het grootste deel bestaat voor een flinke portie uit ruige stuifzanden. De knoestige eiken en het zand winnende naaldhout zijn veelal in de 19de eeuw aangeplant om het stuifzand vast te houden en verdere verwoestijning te voorkomen. De sterke wind en het stuivende zand wordt de bomen soms te veel. Ze knakken gewoon af.

 

Vervolgens rijden we het centrum van Drunen binnen. De gemeente staat bekend om zijn leer- en schoenenindustrie. Momenteel zijn er nog twee schoenfabrieken. We moeten echter niet door het centrum maar fietsen linksaf om knooppunt 14 te volgen. De zang van de vink vliegt als het ware met ons mee. Het lijkt alsof er in elke top van een boom wel een zangvogel zit. In een naburige plas laten de kikkers van zich horen. Dichtbij, maar aan de andere kant van de gracht spotten we een reiger. Al wordt dit niet onze laatste. We volgen nog steeds knooppunt 14. De ronde stenen molen uit het centrum van Drunen is van 1838 en noemt Hertogin van Brabant. De molen was tot 1947 in bedrijf en raakte daarna in verval. Hij werd opnieuw maalvaardig gemaakt na een restauratie in 1953-54. Weer kwam de Hertogin van Brabant in verval. Twee jaar geleden, in 2014, werd opnieuw gestart met een grondige restauratie. Eind oktober 2015 werd de korenmolen weer feestelijk in werking gesteld. De nabijgelegen taverne-restaurant wordt momenteel grondig gerestaureerd.

 

Als we knooppunt 70 volgen komen we in het waterrijk land te Elshout. De naam Elshout zou verband houden met de elzenbossen in de buurt. We volgen knooppunt 87. Het infobord bij een waterplas heet ons “Welkom aan de Elshoutse Zeedijk” en geeft meer uitleg. “In den gekroonden hoed”. ‘De Zeedijk werd al in de elfde en twaalfde eeuw aangelegd als zijkade tijdens de ontginningsperiode van de Langstraat. Na de Sint-Elizabethsvloed van 1421, waarbij onder andere de Biesbosch ontstond, werd de Zeedijk versterkt en opgehoogd’. Voorbij het dorp ligt ‘De Schaal tafel’. De Schaal tafel staat symbool voor de vruchtbare opbrengst van de land en tuinbouw in Elshout. Het is onderdeel van het driedelig kunstwerk. Om en nabij een Tafel (1997, kunstenaar Tine van de Weyer). In Drunen bevindt zich de Leest tafel en in Giersbergen de Magneet tafel.

 

We vervolgen onze weg op een fietspad over de voormalige Zeedijk(straat). Slalommend tussen de bomen genieten we van exclusieve vergezichten langs beide zijden van de dijk. Van mooie schilderachtige landerijen in diverse tinten. Maïsvelden met nog jonge groene plantjes en tussendoor een waterplas met talrijke watervogels en waterlelies. De bloemen groeien voornamelijk in stilstaand en zwak stromend water. De lelies bloeien van juni tot augustus. Tussen de vijvers staan echte raspaarden te grazen. Een stilleven.

 

Verderop hebben we pech. Bij knooppunt 87 is de weg afgesloten. Zelfs de fietsers moeten omrijden. Oranje signalisatieborden raden aan om route C te volgen. Bij gebrek aan een ander initiatief doen we dat. We volgen tijdelijk knooppunt 86. Sluierwolken schuiven voor de zon. De wind maakt het af en toe fris. Hopelijk wordt de omweg niet te groot. We hebben tot hier toe 17 kilometer gefietst en het is 11:20u. Bij knooppunt 86 staat het 'gebruikelijke' knooppuntenbord met een plan van de regio en de eventuele knooppunten die de fietser nog kan volgen. Nu kunnen we ons beter oriënteren. Vandalen hebben spijtig genoeg nummers weggekrabd. Het lukt nog net. We besluiten om niet langer route C te volgen maar in te springen naar knooppunt 85. Daar moeten we toch naar toe. We laten dan wel de knooppunten 5-4 en 84 achterwege. Bij een driesprong zien we geen bordje staan en fietsen we gewoon rechtdoor. Maar verderop krijg ik argwaan. Geen knooppunten-bord meer te zien. Zelfs niet in tegengestelde richting. Terug naar de driesprong en daar zien we, op de kruising, een klein paaltje staan zonder bordje. We hadden daarstraks rechtsaf moeten slaan in plaats van rechtdoor te rijden. Een bord in tegengestelde richting bevestigt mijn vermoeden.

 

Oudheusden grensde vroeger aan de Maas, maar van de oorspronkelijke loop is slechts een smalle waterloop overgebleven. Het dorp bezit nog twee natuurgebieden met name: Hooibroeken en Pax. We houden halt bij de Hervormde Begraafplaats van Oudheusden. Een burgerbegraafplaats met oorlogsgraven van de Commonwealth War Graves Commission en Nederlandse oorlogsgraven van soldaten die gesneuveld zijn tijdens de Tweede Wereldoorlog. Rechts, na de brede inrijpoort staat een monument dat opgericht werd door de gemeente ter gedachtenis aan de slachtoffers van 5 november 1944. In dit gezamenlijk graf rusten 134 lichamen van slachtoffers die vielen toen het stadhuis van Heusden die dag werd gebombardeerd door de bezetter. Op de gedenksteen staat te lezen: “Hier rusten onze geliefden die de dood vonden onder de puinhopen van het stadhuis dat door de Duitsers bij hun aftocht werd opgeblazen. Die in de schuilplaats des allerhoogsten is gezeten die zal vernachten in de schaduw des almachtigen”.

 

De oude verwaarloosde begraafplaats wordt overschaduwd door enkele stoere oude beuken. Er ontbreken tal van burgerzerken. De meeste zijn vernield door vandalisme of door de tand des tijd. Het oudste graf dateert van 19de eeuw. Talrijke zerken zijn scheef weggezakt, blijven onbekommerd achter terwijl alles groen kleurt van de boomsappen. Wortels en takken slingeren zich rond de verweerde zerken. Het lijkt meer op het decor van een horrorfilm dan op een begraafplaats. De meeste zerken dateren van de jaren zestig van vorige eeuw. Het onkruid groeit welig. Achteraan rechts vinden we de twee grafzerken van het Gemenebest. Ze worden duidelijk onderhouden door de CWGC. Het zijn twee Royal Marines, gestorven in maart 1945. Ernaast rusten de twee Nederlandse gesneuvelde soldaten. Deze zerken worden niet onderhouden. De tekst is niet duidelijk leesbaar.

 

Als we knooppunt 83 volgen krijgen we opnieuw weidse uitzichten over weilanden en landbouwgronden. Links nog meer waterplassen. De favoriete plek van talrijke vogels. Op een relatief kleine oppervlakte vinden ze hier weilanden, hagen en moerasbosjes. De skyline vertoont een molen. Daar rijden we naartoe. We houden halt in het prachtige vestingstadje Heusden. Rondom de gemeente  loopt de middeleeuwse ringdijk, die de inwoners moest beschermen tegen de overstromingen van de Maas. Het grootste gedeelte van deze ringdijk is meer dan 700 jaar oud en werd opgebouwd met grond uit de omgeving. Dertig wielen herinneren aan die doorbraken. In de dijken liggen nog enkele inundatiesluizen, die zowel voor de verdediging als voor de lossing van het water dienden. Na 1968 werd de stad grondig gerestaureerd. Op de dijk staan in totaal 17 informatieborden, om te bekijken. We volgen knooppunt 82 en komen zo bij de molen. Deze molen werd in 1975 voltooid en wordt tot op de dag van vandaag door vrijwilligers nog regelmatig in bedrijf gesteld. Wandelend door de schilderachtige straatjes en smalle steegjes ontdekken we tal van eeuwenoude panden en gevels. Bordjes langs de weg wijzen ons naar een infokantoor. Het Heusdens Buro voor Toerisme is in het voormalige stadhuis gevestigd. Het buro doet eveneens dienst als bezoekerscentrum. We krijgen een plan mee van de stad met de nodige informatie. Tijd voor een rondwandeling. De vestingstad Heusden is aan te raden vanwege zijn vele galeries en zijn gezellige terrasjes. Er is altijd wel een plekje voor een hapje en een droogje. Met honger en dorst kan je de gemeente Heusden niet verlaten.

 

Even verder vinden we 'Etablissement De Contente Mensch'. Een brood en banketbakkerij met terras. Vier generaties geleden werd in dit pand een bakkersbedrijf opgericht door de familie Vermeulen. Na een broodje gezond en een kopje koffie wandelen we door de stadshaven met de oude brug over het glinsterende water. Oude kanonnen staan schietensklaar op diverse plaatsen rond de vesting. De prachtige havenpanden passen bij de typische standerdmolens die rond de haven staan. De eerste walmolen staat bovenop de vestingwal werd gebouwd in 1971. voor de bouw werd materiaal gebruikt van een oude standerdmolen uit Lommel. Een jaar later, in maart 1972, werd de molen opgestart. Een kleine honderd meter verder bevindt zich de tweede molen op de vesting. Deze molen is echter niet maalvaardig wegens aantasting van het hout door de bonte knaagkever. De Wiljoboot ligt aangemeerd tegen de wal. Werklui lossen een vrachtauto en brengen voedsel en drank aan boort van het schip. Vanmiddag staat er een rondvaart op het programma. Het lijkt ons een unieke manier om de Maas te verkennen. Het schip is eveneens geschikt voor een gezellige dagtocht of voor een feestje. De haven van Heusden is steeds van grote betekenis geweest. De stad wordt in de 13de eeuw tolvrij. De poorters mogen van graaf Floris V van Holland tolvrij varen. Bij de werken rond de verlegging van de Maas wordt de oude stadshaven gedempt (1904). In het kader van de totale restauratie wordt in 1968 de oude haven in ere hersteld. De vismarkt is nooit veraf. Ze werd in 1796 op deze plaats  gevestigd waar voorheen de gevangenpoort stond. In 1357 geeft de graaf van Holland de stad Heusden de vismarkt. Niemand uit Holland mocht de vis voorbij Heusden brengen. De huidige visbank 1796 is de vervanging van een overdekte visbank (-markt) uit 1639.

 

Om 13:30u rijden we vanuit het centrum van Heusden naar knooppunt 83 en vervolgens richting  knooppunt 82 langs de scheepswerf. Boven op de dijk fietsen we naast de Maas. Rechts rijden tractors op het veld. Ze draaien het gras om zodat de andere zijde in de zon kan drogen. Tussen twee akkers in spotten we twee reeën. We zijn niet de enige die halt houden en foto's nemen. De dieren komen waarschijnlijk uit het naburige bos en vinden de weg niet terug. Een wielertoerist houdt ook halt achter ons en neemt een foto met zijn smartphone. – 'Die lopen hier al een tijdje rond', weet hij te vertellen. Niemand neemt het initiatief om de arme dieren te helpen. Hier vinden ze zeker geen eten. Groenten groeien genoeg rondom hen. Maar dat lusten de wilde dieren niet.

 

De zon laat het afweten. Er komt een strakke wind opzetten. We rijden op een fietspad, net breed genoeg om naast elkaar te rijden. Op sommige plekken proberen boomwortels door het asfalt te breken. We volgen knooppunt 42 naar rechts en verlaten de rivier. We rijden door Hedikhuizen. De oude St-Lambertuskerk buiten het dorp heeft alleen nog het schip. Het eenbeukig kerkje werd in de 15de eeuw gebouwd. De toren werd het laatst in 1939 gerestaureerd maar door de Duitsers in 1944 gebombardeerd. De brokstukken liggen er nog, maar het onkruid heeft het meeste overwoekerd. In het schip van de kerk zijn momenteel herstellingswerken in uitvoering. Ik vermoed dat het kerkje in private handen is. Een gesprek met de huidige eigenaar bevestigd mijn vermoeden. Veertig jaar geleden kocht een kunstenares het gebouw om er haar hobby uit te oefenen. Het kwam echter nog meer in verval. Het gezin dat er nu woont kocht het van de eigenares en beetje bij beetje wordt het kerkschip een mooie warme woning.

 

Boven de inkom staat de datum te lezen van een grote restauratie: '1749'. De eigenaar laat de crypte ongemoeid. Er bevindt zich nog een oude grafsteen in de vloer. Wat verder kunnen we een inundatiesluis bekijken. De Hoge Maasdijk, de regionale waterkering, wordt gekruist door de historische inundatiesluis. Ze werd gebouwd in 1862 en werd gebruikt om de polders bij Heusden onder water te zetten. Het doel van deze inundatie was om de vesting Heusden te beschermen tegen een vijandelijke aanval.

 

Om 14:30u rijden we het dorpje Haarsteeg binnen. Een gemeente van Heusden. We maken even een kleine omweg naar 'De Hoeven' (straat). Ter hoogte van huisnummer 54 werd een laag monument gemetseld met een plaquette in het midden. Het monument is geplaatst ter herinnering aan de acht bewoners van De Hoeven die omkwamen bij het neerstorten van een Engelse 'Lancaster' op 17 juni 1944. Het plaquette werd aangeboden namens de vliegtuigbemanning door Miss Dorris-Pettit uit Nieuw Zeeland op 17 juni 1994. Achter het gedenkteken groeit een haag en vooraan werden bloemen geplant.

 

We vervolgen onze weg langs de knooppunten. We hebben ondertussen 33 kilometer gefietst. In de gemeente Vlijmen rijden we niet door het centrum. Moedwillig en koppig rijden we toch naar de kerk van Vlijmen om een terrasje te doen. De winkelstraat, in De Akker, heeft geen cafés maar het frituur verkoopt ook frisdranken en ijsjes. We zetten ons aan een tafeltje op de stoep en genieten van de verfrissing. Ondertussen slaan we de winkelende passanten gade. Naderhand verlaten we weer het dorp en volgen knooppunt 75. We genieten weer van weidse uitzichten met op de achtergrond een bosrijk gebied dat de 'Moerputten' noemt. De Moerputten is een prachtig natuurgebied van circa 119 hectare en wordt onderhouden door het Staatsbosbeheer. De zon is volledig achter de wolken verdwenen. Bij ons knooppunt draaien de wieken van de Emma molen. De stellingmolen behoort bij de gemeente Nieuwkuijk. Ze werd gebouwd in 1886 en is nog steeds in gebruik. Hij werd het laatst in 1966 gerestaureerd. De molen beschikt tevens over een feestzaal en een gezellig terras waar het heerlijk toeven is tijdens of na een fietstocht. We moeten linksaf om knooppunt 74 te volgen.

 

Om knooppunt 33 te bereiken fietsen we langs het Drongelse Kanaal. Een afwateringskanaal van 's Hertogenbosch naar Drongelen. Het kanaal werd gegraven vanaf 1907 en werd voltooid in 1911. De zon breekt terug door de bewolking maar de wind blijft krachtig waaien. Na het dwarsen van het kanaal fietsen we op bekend grondgebied. Onze volgende gemeente is Cromvoirt. We zijn nog slechts één kilometer verwijderd van Helvoirt. Om 17:40u staan we terug op de parking van hotel Guldenberg. Nadat de fietsen op het draagrek staan drinken we nog iets op het zonnige terras van het hotel. We hebben vandaag 55 kilometer afgelegd. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.

 

















09-08-2016 om 12:54 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-08-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Guldenberg 2

Dag 2. Dinsdag 7 juni 2016. Na een zalige nachtrust genieten we van een heerlijk ontbijtbuffet. We nemen er onze tijd voor. Koffie of thee met een croissant, een glas fruitsap, spek en eieren, verschillende soorten broodjes, kaas, hesp, salami, enz. Of gewoon een toast met aardbeienconfituur. Er is voor iedereen wel iets wat hij lust. Door het raam zien we het terras dat heerlijk baadt in de vroege ochtendzon. De witte kwikstaart komt op het lage muurtje zitten om te zien of er kruimels op de grond gevallen zijn. Teleurgesteld vliegt hij weer weg. De tuin met bomen kleurt groen en lonkt ons naar buiten. Vandaag staat er een wandeling door de Loonse en Drunense Duinen op het programma . Gisteren hebben we rond het domein gefietst en vandaag wandelen we dwars door het domein.

 

Onderweg vallen er een paar regendruppels maar dat is zo voorbij. Uit voorzorg hebben we onze opvouw regenjas meegenomen en een lichte trui voor in de bossen. We parkeren de auto op de parking bij 'Hotel-Restaurant De Rustende Jager'. Het hotel beschikt over 45 comfortabele en smaakvolle kamers en een diversiteit aan zaalaccommodatie voor vergaderingen en feesten. Het is 09:10u en ondanks het vroege uur zitten er op het terras reeds enkele bezoekers te genieten van een kopje koffie. Misschien de hotelgasten? Een infobord heet ons welkom in het Nationaal Park 'De Loonse en Drunense Duinen'. We lezen: “U bevindt zich hier aan de rand van het Nationaal Park. In het centrale deel ligt een grote open stuifzandvlakte, die tot één van de meest uitgestrekte, nog levende stuifzandgebieden van West-Europa behoort. Hier zijn nog stukken waar de wind het zand van de ene plek wegblaast om het vervolgens ergens anders in de luwte weer af te zetten. Dit levende stuifzand is een zeldzaamheid geworden en daarmee ook de bijzondere dieren en planten die er voorkomen”.

 

Sinds april 2009 heeft Natuurmonumenten een aantal wandelroutes uitgestippeld:

– De Bosch en Duinroute, een groene wandeling van 4km die vertrekt bij restaurant Bosch en Duin in Udenhout.

– De Capucijnenbergroute van 3,5km is een rode gemarkeerde wandelroute die hier vertrekt.

– En de Zwarte Bergroute is een witte wandeling van ongeveer 3,5km die start vanuit 'Herberg De Drie Linden' in Giersbergen.

Wij kiezen voor de Capucijnenbergroute die wordt aangeduid met rode pijltjes. Deze afwisselende wandeling door bos en open stuifzand dankt zijn naam aan de Capucijnenberg, één van de hoogste stuifheuvels in dit gebied. Vroeger werd deze zandheuvel veel bezocht door de broeders van het Capucijnenklooster uit Biezenmortel. Ons foldertje vermeld ook nog dat deze route ons door een fraai, heuvelachtig bos brengt met dennen- en loofbomen. Afgewisseld met de woeste stuifzand-vlakte van het natuurgebied waar we kunnen genieten van mooie vergezichten. 

 

We vertrekken over een asfaltweg, maar dat duurt niet lang en moeten we een bospad indraaien. Verschillende vogels kwetteren en zingen boven onze hoofden. Onmogelijk uit te maken welke soorten we horen. Een paar stappen voor ons blijft een bruine kikker stokstijf zitten te midden van ons pad. We maken een foto en alsof hij daarop gewacht heeft springt hij vervolgens het hoge gras in langs de weg. Rondom ons is alles groen. Uitgezonderd de wandelpaaltjes die bijna al de kleuren van de regenboog vertonen en in verschillende vormen de weg wijzen: rechthoek, driehoek, vierkant, etc… Tussen de hoge bomen is er totaal geen wind. Als we stilstaan om vogels te spotten worden we aangevallen door een horde muggen. Onze armen en benen zijn bloot en daar maken die beestjes dankbaar gebruik van. We hadden beter een lange broek aangedaan en een T-shirt met lange mouwen. Doorstappen dan maar. Ons bospad ligt bezaait met kleine dennenappels en -naalden. Daaronder zien we het witte duinzand in de karige zonneschijn schitteren. Een deel van de  naaldbomen wordt gekapt, op die manier kan er meer licht tot de bosbodem doordringen. Hierdoor krijgen nieuwe planten en (loof)bomen een kans om te groeien.

 

Een kwartier later bereiken we een open vlakte met veel zand en met hier en daar een boom die voor wat schaduw zorgt. De wortels groeien boven het zand. Voor de rest zien we alleen maar zand. Veel zand mag ik wel zeggen. Het zand is hier tijdens de ijstijd door poolwinden in de vorm van een hoge dekzand rug afgezet en was lange tijd door oerbos bedekt. Het lijkt op de Sahara met een oase van bomen. Vooral de berk is sterk aanwezig. In de veertiende eeuw werd het bos ten behoeve van brandhout en landbouwgrond gekapt. De heidevelden die hiervoor in de plaats kwamen werden begraasd door het vee van de boeren. De heide werd geplagd en vermengd met mest gebruikt om de akkers productief te houden. De arme zandbodem van de heide verarmde door afvoer van voedingsstoffen steeds meer, waardoor de heide zich steeds moeilijker kon herstellen. Er ontstonden open plekken en de wind kreeg sinds lange tijd weer vat op het zand. In de negentiende eeuw begon men aan een grootscheepse bosaanplanting. Zo kon het stuivende zand de omliggende landbouwgronden geen overlast meer bezorgen. Temidden van de bossen beweegt het zand nog altijd. Het dode hout blijft ter plaatse liggen. Het dient als schuilplaats voor de talrijke insecten die hier voorkomen en ze zijn een belangrijke voedselbron voor zeldzame keversoorten en spechten. De veldkrekel heeft hier een groot leefgebied en er leven diverse zandloopkevers en bijensoorten, zoals aardhommels en zandbijen. Vogels, zoals nachtzwaluw, roodborsttapuit en veldleeuwerik treffen we hier aan. De hagedis profiteert mee van het talrijke voedselbanket.

 

Het temperatuurverschil tussen dag en nacht kan tijdens de zomer oplopen tot 50 graden Celsius. Het is hier sterk heuvelachtig en dat gaan we zometeen ondervinden. De hoogteverschillen in het gebied zorgen dat wind, vocht, licht en warmte in allerlei gradaties en combinaties voorkomen. In de open vlakte treffen we planten aan die de barre omstandigheden van het stuifzand trotseren. Vooral buntgras en zandzegge proberen steeds weer de kop op te steken in het moordende zand. In de lagere delen is pijpenstrootje het eerste gras dat zich op het zand vestigt. Waar de grassen voor enige luwte zorgen ontstaan 'korstmossteppen' met Ruig haarmos, bekermos en rendiermos. Deze leggen het zand goed vast en raken daarna begroeid met heidestruiken of jonge boompjes. Even opletten hoe we moeten lopen. Je kan langs alle kanten weg. In het open stuifzandgebied zijn geen paden, er mag overal gelopen worden. Wij blijven onze rode route volgen. Verdwalen willen we niet. De zon weerkaatst het licht door het witte zand. In de verte turen is niet altijd evident. Het is moeilijk stappen in het mulle zand. Ik kan me voorstellen dat je geen vijf kilometer per uur loopt. We beginnen al vlug te hijgen van vermoeidheid. Halverwege de heuvel nodigt een bordje uit om het landschap te fotograferen. Een moment om even uit te rusten. Van muggen hebben we momenteel geen last. De blakende zon en het aangename briesje houdt de lastige insecten weg. De skyline kleurt groen van de bossen.

 

De sporen in het zand zijn van kleine insecten of heel kleine vogels. De enige insecten die we zien zijn de bosmieren. In een lange brede rij proberen ze zo goed mogelijk vooruit te komen. Op weg naar een prooi. Het blijft klimmen en dalen en we snakken naar een plaats om te zitten. De bewolking is helemaal open getrokken en de zon straalt aan een helder blauwe hemel. De open vlakte maakt plaats voor een bosgebied. Plots staan we weer voor een zandvlakte. Nog groter en heuvelachtiger dan daarstraks.

 

Dit moet de Capucijnenberg zijn. De vergezichten zijn prachtig. Met dit weer kan je eindeloos ver kijken. We beginnen aan de afdaling. De zon begint te branden. We hebben geen water bij. Truien uit en rond ons middel binden. Het doorkruisen van het mulle zand vergt veel energie. Na een steile afdaling volgt een steile klimming. Vanaf beneden zagen we op het hoogste punt een rustbank staan. Een rustpunt en dat hebben we verdient. Als dat geen fata morgana is! In de verte zien we een kudde schapen. Om de heidevelden open te houden wordt er een schaapskudde ingezet.

 

Het is rustig en stil. We zien totaal geen andere wandelaars in het gebied. Vanop de bank hebben we een mooi uitzicht over de Loonse en Drunense Duinen. Alhoewel we in een open vlakte zitten voelen we geen zuchtje wind. En dat hebben de insecten ook geweten. Deze keer worden we geplaagd door dazen. We zitten in de volle zon en normaal smeren we ons in tegen de ultraviolette stralen van de zon. Maar ook dat hebben we niet bij. Een middel tegen insectenbeten dan? Sorry, vergeten! Na de rustbank dalen we opnieuw af tot in een loofbos gebied. Hier groeien nog

karakteristieke bomen, zoals de ondergestoven zomereiken, die een belangrijke schuilplek voor dieren vormen. Weer worden we belaagd door muggen. Uitkijken voor boomwortels die boven ons pad groeien. We dachten even dat de wandeling op zijn einde liep, maar weer belanden we in een open vlakte. Zand, zand en nog meer zand… Het lijkt wel alsof hier alleen maar stuifzand is, maar als we verder kijken zie we ook de mostapijten, heideheuveltjes en wortels van bomen die boven het zand uitsteken. De rust, de ruimte en het uitgestrekte duinlandschap met daaromheen een grote diversiteit aan natuur is een parel om te koesteren. Natuurmonumenten heeft er voor gezorgd dat de eentonige naaldbossen zich ontwikkelen tot een natuurlijk bos. Sindsdien gaat het met de spechten beter dan ooit en is hun geroffel steeds vaker te horen.

 

Om 11:00u zijn we terug bij 'De Rustende Jager'. In 1920 was het hotel nog een kleine boerderij met een zijkamertje waar een borrel of frisdrank geschonken werd aan de jagers of passanten die even wilden rusten. Aan het eind van WOII werd de boerderij door de Duitsers in brand gestoken en na de oorlog weer opgebouwd. Het werd meteen een woonhuis annex café. Niet alleen jagers maar ook militairen die in de duinen op bivak waren konden een borreltje kopen. Nelly en Jo werden de nieuwe huurders in 1972. De derde generatie. Het gebouw werd gerestaureerd en kreeg zijn huidige vorm. In die tijd werden de Loonse en Drunense Duinen gebruikt als oefenterrein van de militairen. In de jaren '80 van vorige eeuw werden de duinen verboden voor militairen en men zocht een nieuwe klantenkring. Fietsers en wandelaars vonden hun weg naar bossen en heide. Tot op de dag van vandaag beheren Jo en Nelly de Rustende Jager.

Het begint volledig te overtrekken. Dit kunnen ze ons toch niet meer afnemen. Het terras zit behoorlijk vol nu. We kunnen gelukkig nog een plaatsje bemachtigen. We bestellen een hapje en een drankje. Het innerlijke moet opnieuw versterkt worden. 

 

Om 16:00u zijn we terug bij hotel Guldenberg en zetten ons nog even op het zonnige terras. We genieten van een Guldenbergijs met fruit en besluiten daarna om hier een wandeling te maken. Hotel Guldenberg ligt in een unieke bosrijke omgeving van maar liefst 21 hectare eigen grond en grenst daarmee aan het Nationaal Park De Loonse en Drunense Duinen. We volgen geen route maar slenteren op een pad door het bos tot bij een grote waterpoel. Een rijke vegetatie siert de oevers van de spiegelende waterplas. Het gonst er van het leven. Libellen zweven boven het wateroppervlak. Kleine insecten maken een kringetje op het water als ze komen drinken. Waterlelies en lisdodden nodigen uit om foto's te nemen.

 

Achter ons horen we plots geritsel van bladeren en kraken van takken. Een ree springt over het bospad en verdwijnt opnieuw tussen de bomen. Twee, drie seconden later is het weer muisstil. Alsof er niets gebeurt is. Het grootste wild in dit natuurgebied is het ree. Sinds 1942 deed het zijn intrede in dit domein. Er leven naar schatting 100 reeën in het gebied.

 

Na de verkwikkende wandeling worden we om half zeven in het restaurant verwacht. We kunnen kiezen uit a la carte dineren of een thema diner. Wij kiezen als thema het aspergemenu. Nu het nog lente is en de warme temperaturen voelbaar zijn, is de aspergeoogst van start gegaan. Op de velden, waar asperges groeien, kan ongeveer acht weken geoogst worden. Daardoor is de verkrijgbaarheid beperkt. Dus is dit een unieke kans. We starten met een huisgemaakte aspergesoep, geserveerd met stokbrood. De soep is gloeiend heet maar reuze lekker. Het hoofdgerecht bestaat uit verse asperges met gegrilde zalm, krielaardappelen, nootmuskaat, ei en hollandaisesaus. Een aangepast glas wijn mag hier zeker niet aan ontbreken. 

Tot morgen. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.







01-08-2016 om 09:48 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
22-07-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Guldenberg 1

Dag 1. Fietsknooppunten: 83-25-76-35-36-41-37-32-22-33-72-34-73-30-31-32-60-61-27-83. Afstand: 35,7 kilometer.


Maandag 6 juni 2016. De buitentemperatuur bedraagt 18° C als we om 07:30u richting noorden rijden. Het weer valt momenteel reuze mee, voor zolang het duurt uiteraard. Hopelijk krijgen we geen onweer met felle hagelbuien zoals gisteren. De TV beelden spraken voor zich. Waterellende en nogmaals waterellende. Niet alleen de gemeenten Reet en Boom kregen het zwaar te verduren, ook het noorden van Antwerpen deelde in de klappen. Wij hebben 'slechts' twee gaatjes in het plastieken dak van onze veranda. Het had veel erger kunnen zijn. Soit…

 

We rijden naar Noord-Brabant. De op één na grootste provincie ten zuiden van Nederland. Om 09:20u parkeren we op de parking van 'Hotel Guldenberg' te Helvoirt. Dit wordt onze verblijfplaats voor drie dagen en twee nachten. We melden ons eerst aan de receptie waar we vriendelijk worden ontvangen. Het is niet de eerste maal dat we hier overnachten. Verleden jaar, eind november, maakten we voor de eerste keer kennis met de gastvrijheid van het hotel. We kwamen toen hiernaar toe om te wandelen en te genieten van de nakende herfstkleuren. Na de vermoeiende wandeling was het heerlijk om te ontspannen in de sauna. De volgende dag hebben we van de fitnessruimte gebruik gemaakt. Na een diner bij kaarslicht dronken we nog een laatste kopje koffie bij de sfeervolle open haard. Maar dat was verleden jaar.

 

De omgeving is tevens geschikt om te fietsen en we aarzelden dan ook geen moment om hier terug te keren. Na de nodige formaliteiten vertrekken we voor een fietstocht rondom en door De Loonse en Drunense Duinen. Het is wel zoeken naar ons eerste knooppunt. Bij de parking van het hotel vertrekken vele wandelingen met knooppunten. Misschien een tip om fietsknooppunten te vermelden? Bij de receptie krijg ik een plannetje mee om de kortste weg te nemen naar het domein 'De Loonse en Drunense Duinen'.

– “U moet vooral de grote wegen vermijden” vertelt de receptioniste – “Dat is veel te gevaarlijk”. Het getekende plan is niet echt duidelijk en we besluiten toch langs de baan naar ons knooppunten-bordje te rijden. Bij de grote baan slaan we rechtsaf. Later blijkt dit de verkeerde keuze. Maar dat weten we eerst als we terug zijn. Bij het volgende kruispunt houden we halt om beter rond te kijken. Rechts in de dreef zien we de groene knooppuntenbordjes staan. Het is knooppunt 76 en hoewel we de vorige knooppunten, 83 en 25, overslaan vervolgen we vanaf hier onze route. Niemand die moppert trouwens. Linksaf, richting knooppunt 35.

 

We fietsen op de Oude Bossche Baan en bij een eerste zitbank drinken we een meegebracht kopje koffie. De bank noemt: 'Molenakker'. Een infobord verklaart: 'Het toponiem “de Molenakker”, ook bekend als “ De Meulenberg”, verwijst naar de plaats waar vroeger de Zandkantse molen stond. Het was een zogenaamde standerdmolen. Zo'n molen rust op een verticale spil, de standaard, waarmee de molen in zijn geheel vanaf de grond naar de wind kan worden gedraaid. Aanvankelijk stond de molen net buiten de vesting van Heusden. Rond 1658 is de molen daar verkocht en verplaatst naar de Zandkant bovenop een hoger gelegen dek zandrug. Vanwege de afgelegen ligging, het dure onderhoud en de slechte wegen ter plaatse was het voor de molenaars die de molen pachtten niet eenvoudig de kost te verdienen op de Zandkantse molen. Dit zal reden zijn geweest dat de molen in de achttiende eeuw bekend stond als de “Kranken Troost”. Het woord krank betekend hier weinig betekenend, zwak, armelijk, armoedig. Vrij vertaald betekent “Kranken Troost” dan “schrale troost”. In 1885 wordt de molen opnieuw verplaatst naar een perceel op de hoek van de Biezenmortelsestraat en de Runsvoort. Het oude molenhuis, dat op de Zandkant was achtergebleven, is later bij een brand verloren gegaan. Omstreeks 1904 wordt daardoor molenaar Coppens aan de overzijde van de Biezenmortelsestraat een nieuwe machinale maalderij gebouwd'.

                                                                                                                

We volgen een pad dwars door het bos. Rechts is het domein van De Loonse en Drunense Duinen. Loof- en dennenbomen wisselen elkaar af. Vogels kwinkeleren om ter hardst waarvan de vink een toontje hoger zingt. Hij komt overal bovenuit. Het Nationale Park is een reusachtig gebied met verschillende toegangs- poorten en wegen. Naast ons is een brede zandweg dat voorbehouden is voor tractors en ruiters. Het bladerdek boven beschermt ons tegen de warme zonnestralen. Dat maakt het onmiddellijk een stuk koeler en een 'golfje' of een 'vestje' is geen overbodige luxe. Vanaf de vroege Middeleeuwen is het oorspronkelijke oerbos gekapt en afgebrand. Hiermee werd in de behoefte aan hout en landbouwgrond voorzien. De huidige naaldbossen zijn grotendeels rond 1870 aangeplant voor de houtproductie. Ze bestaan voornamelijk uit grove den en vertonen nog maar weinig gelijkenissen met de groene wildernis die ooit deze zandgronden bedekten. Voorbij het bos is het de beurt aan weidse uitzichten. Hectaren landbouwgrond met jonge plantjes baadden in de zon. Paarden grazen ongestoord naast een weide met een tapijt van goudgele bloemen. Af en toe fietsen we langs fotogenieke hoeven met rieten daken. Hier kunnen we eindeloos fietsen en het zou wel eens kunnen dat we niemand tegenkomen. Verdwalen doen we niet, daar zorgen de fietsknooppuntenbordjes voor.

 

Even verder vertoont de skyline de bossen van 'De Loonse en Drunense Duinen'. We komen bij het café-restaurant 'De Rustende Jager'. Het is nog vrij rustig door het vroege uur. Slechts enkele stoelen op het terras zijn bezet. Door zijn bijzondere ligging is dit etablissement een rust- en startpunt met verschillende routes voor fietsers en wandelaars. Boven ons houdt een merel zijn ochtend serenade. De zangvogel is familie van de lijster en kan tot vijf jaar oud worden. Bezoekers worden geïnformeerd door middel van infoborden met daarop een kaart van het gebied met wandelroutes en de nodige uitleg over de oorsprong van zandverstuivingen: 'Twaalfduizend jaar geleden zou de mens hier midden in een grote zandvlakte staan. Het oprukkende landijs was net ten noorden van Nederland tot stilstand gekomen. Voor het ijs strekte zich een grote poolwoestijn uit. Heel Noord-Brabant werd met lage duinen bedekt. Het heldergele duinzand uit die tijd noemen we dekzand'. 

 

Een spandoek laat aan iedereen weten dat vanaf morgen een wandelevenement zal plaatsvinden. De wandel driedaagse is dit jaar op 7, 8 en 9 juni 2016. Verderop fietsen we tussen aspergevelden. Links groeien de groene asperges die als plant minder veeleisender is dan zijn soortgenoot de witte asperge. Doordat de groene groente ondergronds geen witte stengels moeten vormen, is het ook niet nodig om ruggen te maken. Op zwaardere grondsoorten teel je dan ook beter groene asperges. Afgedekt met witte plastiek wachten de witte asperges om geoogst te worden. Een machine houd de plastiek omhoog zodat de telers de dikste asperges uit de ronde ruggen kan snijden. Na een druk op de knop verplaatst de machine zich en kan de teler verder oogsten. Aan de overzijde groeit de maïs. De plantjes zijn slechts enkele centimeters groot en daardoor kunnen we nog genieten van weidse uitzichten. Alles kleurt groen. In meer dan vijftig tinten.

 

Bij knooppunt 36 rijden we voorbij 'Landgoed Bosch en Duin’. Het gebouw dateert van 1930 en grenst aan de historische 'Route du Napoleon' te Udenhout. Het werd in 1993 volledig herbouwd en kreeg als blikvanger een paar kanonnen die dreigend in het plantsoen klaar staan om de vijand te bestoken. We volgen knooppunt 41 langs de Pelgrimsweg. Om 10:55u rijden we het schilderachtige dorpje 'Loon op zand' binnen. De kerktoren is als een baken op zee en alhoewel we er niet moeten zijn rijden we tot daar en houden er halt om even de sfeer op te snuiven. De gemeente bestaat uit drie dorpen: Loon op Zand, Kaatsheuvel en De Moer. Naast de vele winkeltjes bezit het dorp nog enkele gezellige terrasjes van de horeca waar het gezellig toeven is. De grote Sint-Jans Onthoofdingskerk werd gebouwd vanaf 1394. Een bord legt uit: 'Verjaagd door opstuivend zand moesten de inwoners van Venloon einde 14de eeuw een nieuw dorp bouwen “ses boogscheuten weeghs” nabij het kasteel. Daar stichtte de heer Pauwels van Haestrecht de Oude deze kerk in 1394. Aan de toren, in de stijl van Kempense gotiek, is gebouwd tot in de tweede helft van de 15de eeuw. De oudste van de drie klokken dateert van 1460. Met het transept uit de 16de eeuw kreeg de kerk grotendeels haar huidige vorm. Van 1648 tot 1821 was de kerk in protestantse handen. In 1823 namen de katholieken het gebouw weer in gebruik. De begraafplaats, rond de kerk, bezit nog oude monumentale grafzerken. We fietsen terug, laten de mooi gerestaureerde waterpomp rechts liggen en fietsen meteen het dorp uit. 

 

Even verder fietsen we terug op een verhard pad tussen de bomen over de Waalwijksebaan. We rijden opnieuw door het domein van 'De Loonse en Drunense Duinen'. Dit Nationaal Park is ruim 3.500 hectare groot en maakt deel uit van het stelsel van twintig Nationale Parken in Nederland. Samen zijn de parken ruim 120.OOO ha groot, meer dan 3% van Nederland. Alle dode takken en omgewaaide bomen blijven op de grond liggen. Dat komt dan weer ten goede voor insecten en vogels. Het rottende hout is tevens een bron van leven voor mossen, varens en paddenstoelen. “De schaapskuil”, onze volgende halte, “is een gegraven kuil en was in het verleden een drinkplaats voor schapen. De kuil ligt er al zeker 220 jaar.” vertelt een infobord ons, en vervolgt: “Dat weten we, omdat in 1793 hierachter een akker lag die 'Boven de Cuijl' werd genoemd. Deze akker hoorde bij het inmiddels verdwenen dorpje Westloon. De kuilen werden gegraven omdat er op de toenmalige droge heidevelden weinig drinkwater was. In de Loonse en Drunense Duinen zijn vier van deze 'schaapskuilen' bekend”.

 

Bij knooppunt 32 is het tijd om ons lunchpakket aan te spreken. We zetten ons op een halfronde zitbank met hier en daar een leuning en verwelkomen andere hongerige fietsers die ons voorbeeld volgen. Nadien vervolgen we onze weg naar knooppunt 22. We houden een sanitaire stop bij de vijver langs de Waalwijksebaan. Het lijkt ons alsof we in een oase terecht zijn gekomen na kilometers fietsen door de bossen. De vijver wordt gebruikt door wandelaars die er hun huisdier laten zwemmen.

 

Onze volgende stop is het 'Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen Roestelberg'. Het café-restaurant 'De Roestelberg' is eveneens een favoriet start- en rustpunt voor wandelingen door de natuur. Het etablissement is een familiebedrijf dat startte in 1927. Op deze plek bevinden we ons  dichter bij het duinzand. Te voet maken we een steile klimming naar het hoogste punt. Het witte duinzand weerkaatst het felle zonlicht. Een zonnebril is sterk aan te raden voor een wandeling door de duinen. Maar dat is voor morgen. Het is ondertussen zo warm geworden dat we een dorstlessende stop houden bij eetcafé 'De Klinkert' te Drunen. Een gezellig Brabants bruin café met een ruim terras. We genieten van een frisse blonde Leffe en moeder de vrouw van een appelgebak met calorierijke slagroom en een tonic om alles door te spoelen.

 

Verderop is knooppunt 72. We rijden naar rechts en komen in Giersbergen. Een gehucht van de gemeente Heusden met slechts 28 inwoners. De dorpspomp dateert van 1951. 'De Maaihoeve', een oude hoeve met rieten dak, is een camping met vijftien staanplaatsen. De hoeve werd gebouwd rond een eeuwenoude kloosterboerderij. Een monument van een oud boerinnetje met eieren in haar schort trekt onze aandacht. Het werd geplaatst ter herinnering aan het 750 jarig bestaan van het gehucht Giersbergen: 1244-1994. Een paar meter verder zijn we al terug uit de gemeenschap gereden en fietsen over een zandweg tot bij het bosgebied van 'De Loonse en Drunense Duinen'. Verderop moeten we linksaf en rijden plots tussen weilanden en akkers over een tractorspoor met putten en kuilen. Het is ondertussen warm geworden en we moeten nog minstens tien kilometer fietsen. Het koren langs de weg staat al dertig tot veertig centimeters boven de grond. In de bermen vallen de rode klaprozen op tussen al dat groen. Rondom ons oogt alles groen trouwens. De lente loopt ten einde. Hier en daar bloeit nog de rododendron in verschillende kleuren. In de regio Helvoirt wordt hoofdzakelijk asperges geteeld. Het is het ene veld na het andere. We krijgen er serieus honger van. Nog zeven kilometer. Voor het dorp Cromvoirt stroomt de 'Zandleij' die we dwarsen via de 'Lambertusbrug'. Over de brug staat het kruisbeeld van Christus. Het dorp behoort bij de gemeente Vught en is belangrijk door zijn rund- en pluimveeteelt. De St-Lambertuskerk dateert van 1888. De toren werd in 1944 opgeblazen door de Duitsers en na de oorlog slechts tot de hoogte van het schip hersteld. Naast de kerk bevindt zich de pastorij uit 1887. Op de hoek pronk het voormalig raadhuis van 1899. Aan de overzijde staat de herberg 't Wapen van Cromvoirt. We verlaten het dorp over de 'Broekleij'. De rivier stroomt van Haaren naar Cromvoirt over een lengte van ca 11 km.

 

Het laatste stuk van knooppunt 61 moeten we door de Vughtse Heide. Het natuurgebied heeft een rijke historie en daardoor een ideale plek voor wandelaars en fietsers. Het is eigendom van het Ministerie van Defensie en beslaat 153 ha. We dwarsen twee straten en vinden geen knooppuntenbordje. We slaan rechtsaf en fietsen langs de grote baan. Links een bordje met knooppunt 62. Dat moeten we niet hebben. We fietsen in tegenovergestelde richting en vinden een bordje met cijfer 27. Eureka! Dat moeten we hebben. We rijden terug volgens schema en hebben ondertussen 35 kilometer afgelegd. De waterplas 'De ijzeren Man' is een veelzijdig sport-, ontspannings- en recreatiegebied in Weert. Wij fietsen in feite aan de overzijde van het recreatiegebied. Op de parking staan massa's auto's en nog meer massa’s fietsen. Verderop moeten we over de 'Loverensebrug' waar de Zandleij onder stroomt. Naast de boerderij worden groene asperges geoogst. Zittend op een kleine tractor rijden arbeiders over het groene goud en snijden de groenten tegen de grond af. Bij knooppunt 83 zien we onze vergissing van vanmorgen. Dit knooppunt hadden we moeten hebben. Nu volgen we de knooppunten niet meer maar nemen de straat Guldenberg tot bij ons hotel waar we om 15:40u toekomen. We hebben 40,2 kilometer gefietst. Met de sleutel van onze kamer kunnen we onze fietsen in een afsluitbare fietsenstalling opbergen waar we de mogelijkheid hebben om onze fietsen op te laden. Het hotel beschikt over 89 kamers. Onze kamer is op het gelijkvloers en door het brede raam kijken we uit op de groene bosrijke omgeving.

Tot morgen. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.













22-07-2016 om 15:44 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-07-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Betuweroute Gelderland

Fietsknooppunten: 42-43-39-70-65-64-62-89-32-87-33-42 = 35 kilometer.

Donderdag 5 mei 2016. Hemelvaartsdag. We vertrekken vanuit Ekeren bij een temperatuur van 15° Celsius. Frank, onze weerman, sprak van frisse ochtenden, maar voor vanmiddag worden toch temperaturen verwacht van 19° Celsius in de schaduw. Meer moet dat niet zijn. Als het te warm is klagen we ook. Al even belangrijk is de wind. Vandaag komt de wind uit het oosten met een kracht van 2 à 3 beaufort. Valt reuze mee, dacht ik. Ondanks de feestdag komen we, voorbij de oprit van Meer, in een file terecht. Sterk vertraagt verkeer tot aan de grensovergang, veronderstel ik. Alle vrachtwagens staan soms stil op de eerste rijstrook. De personenwagens rijden met een slakkengang bumper aan bumper op het tweede rijvak. Een poos later verplaatsen de vrachtwagens zich naar de pechstrook. Zij hebben vanuit hun cabine een weids uitzicht van wat er voor hen in de verte reilt en zeilt. De truckchauffeurs hadden gezien dat er op de linkerrijstrook een kettingbotsing was gebeurd. Alle wagens schuiven een rijstrook op. We passeren de vier auto's die bij het ongeval betrokken zijn. Er is gelukkig alleen materiële schade. Eens er voorbij rijden we weer vlot.

 

Een 124 kilometer verder of 1 uur en 15 minuten later parkeren we onze auto op de grote parking van de Beusichemsedijk in Culemborg. Culemborg is een gemeente in de Neder-Betuwe van de provincie Gelderland. We zijn speciaal naar hier toe gereden om de bloesemroute te rijden. Het is eens wat anders dan de fruitbomen in Haspengouw. De perenbloesem is uit gebloemd. De laatste appel- en kersenbloesems kunnen nog gespot worden beloofd de bloesemsite. De exacte bloesem-tijd is niet te voorspellen, maar in april en mei vertonen de fruitbomen hun kleurige bloesemtooi. Het weer is natuurlijk een belangrijke bepalende factor, en daarnaast bloeien niet alle bomen tegelijk.

 

We vertrekken, met de fiets, vanaf knooppunt 42 naar ons volgende knooppunt, een 5,8 km verder. Eerst even slalommen over de Beusichemsedijk, die overgaat in de Lekdijk-West tot knooppunt 43. Bovenop de dijk waait een stevige bries. Meer dan de beloofde 2 à 3 beaufort. We rijden richting oost en dus wind op kop. Dat maakt het nog koud ook. Een trui of fleece jasje is geen luxe vandaag. De wind is eveneens gevaarlijk om te verbranden. Elke blote plek wordt ingesmeerd. Sommigen fietsen toch in T-shirt en/of in korte broek. Ze zullen het morgen voelen. Maar we blijven niet zeuren. De zon schijnt en dat is het voornaamste. Het is druk van fietsers en wandelaars. Vandaag begint de 31ste Betuwse fietsvierdaagse. De routes zijn gratis te downloaden en toevallig wordt vandaag de Betuweroute gereden. Ondanks die drukte genieten we van de groene omgeving. De dijk wordt hier en daar opnieuw versterkt met kleigrond. Uiteraard zijn deze stukken nog bruin van de aarde. In de brochure staat geschreven: “Wie gek is van een mooie landelijke streek, kan in de Betuwe zijn hart ophalen. Of het nu om te fietsen, te wandelen of op en rond het water bezig te zijn. Het kan hier allemaal. Ook de dorpjes of steden met de verrassende winkels hebben hun charme. Een mens moet nu eenmaal eten en drinken”.

 

Links van ons stroomt de rivier de 'Lek' door het groene landschap. De lengte bedraagt 62 kilometer en vormt de grens tussen Utrecht en Gelderland. De andere oever bereik je uitsluitend via talrijke pontveren. Plezierboten en luxe jachten varen op de rivier. Hier en daar zitten jonge koppeltjes met een picknickmand aan het water. Of ze liggen te luieren terwijl ze toekomstplannen maken. Op de linker- en de rechteroever, van de Lek, zijn nog grote waterplassen. Daar maken de wilde watervogels dankbaar gebruik van. Het landschap vertoont nog steeds kale bomen. Het heeft lang koud geweest en de boomknoppen blijven dicht. Toch leveren deze bomen en struiken een extra bijdrage aan het traditionele landschap van groene weiden, sloten en waterplassen. Rechts van ons worden we geboeid door de rustieke boerderijen. In de tuintjes staat de Japanse kerselaar in volle bloei. Af en toe rukt de felle wind aan de takken. Duizenden bloemblaadjes waaien weg.

 

Voor de landbouwer is het geen feestdag. Van dit mooie weer moeten ze profiteren en op hun land werken. Afhankelijk van het weer kan eind april, begin mei voor de eerste keer in het jaar het gras gemaaid worden. Verderop rijdt een andere tractor over het afgemaaide gras en keert het om zodat de zon haar werk kan doen. Na 4 à 5 dagen drogen wordt alles in balen geperst en opgeladen.

Ook de veehouders kennen geen rustdag. Zelfs als hun dieren op de weide staan te grazen hebben ze verzorging nodig. De koeien moeten gemolken en paarden moeten bijgevoerd worden. In de verte zien we de eerste fruitplantages staan. Het is te veraf om de bloesems te zien. We fietsen nog steeds boven op de dijk. Een ware beproeving met nog steeds wind op kop. Toch genieten we van mooie vergezichten. De grachten zijn afgeboord met knotwilgen. De bomen zijn kenmerkend voor polder- en rivierlandschappen. Het zijn niet altijd knotwilgen. Er kunnen ook populieren, essen of elzen zijn. Ze vormen aan grachten en sloten een versteviging van de oevers. Vroeger werden de knotbomen meer gesnoeid dan nu. De afgezaagde takken en twijgen waren uitstekend geschikt voor het vlechten van manden en stoelen. Nostalgische momenten. De vele zwarte witte koeien zijn de belangrijkste soort in Nederland. Ze zijn van Amerikaanse oorsprong, slank en mager gebouwd.

De koeien staan bekend voor hun hogere melkproductie. Ook pony's staan massaal in de weide.

De kleine paarden hebben een schofthoogte van 1,48 meter en worden gehouden om te kweken en te verhuren bij maneges. Huizen worden afgewisseld met grote hoeves. Meestal met rieten dak met onderaan nog enkele dakpannen. In Nederland komt deze combinatie nog vrij vaak voor. Dat had vroeger een praktische achtergrond. Nu heeft het te maken met uiterlijk en uitstraling. De meeste boerderijen worden omgebouwd tot B&B’ s of kleine campings.

 

De rivier kabbelt nog steeds door het landschap. Vanaf knooppunt 43 kan men van de charme van een overtocht genieten met één van de 5 pontjes die de 'Lek' dwarsen. Wij vervolgen onze weg rechtdoor over Lekdijk-Oost. Nu is het 6 kilometer tot ons volgend knooppunt. Steeds naar het oosten met wind op kop. Schapen grazen de dijkwand af. Kleine lammetjes huppelen naast hun moeder mee. Eentje staat wat verderop te blaten. Het is dorstig en roept op zijn of haar moeder. Nog steeds op de dijk rijden we de gemeente Ravenswaay door. Het dorpje heeft een klein 200 inwoners. De Sint-Nicolaaskerk is een protestantse gebedsplaats van 1644. De torenspits van de kerk steekt hoog boven het kruin van de bomen uit. De nationale driekleur wappert in de wind door een torenraam. Een horde, lawaaierige motorclub vliegt ons in razende vaart voorbij. Links, op de andere oever staat een windmolen. Op ons plan staat er niets over vermeld. Na Lekbandijk slaan we rechtsaf en fietsen naast het Amsterdam-Rijnkanaal dat uitmondt in de 'Waal'.

Bij knooppunt 39 fietsen we rechtsaf, richting knooppunt 70. Vanaf nu zijn we verlost van de hevige wind en de drukte op de dijk. Eensklaps bevinden we ons tussen de fruitplantages. Niet elke plantage schittert van de bloesems. Na weken van prachtige bloesems zijn de perenplantages uitgebloeid. In september kunnen ze geplukt worden. Nu is het de tijd van de appelbloesem.

 

De bloei van de kersen is haast voorbij. Ze zijn bijna zo groot als knikkers en ze zullen uitgroeien tot heerlijke zoete donkerrode kersen. Al komt het slechts traag op gang. In de karakteristieke fruitstalletjes, langs de weg, liggen heerlijke producten uitgestald. Soms een zakje appelen en bij een ander kraam mag je zelf een zakje vullen met walnoten. Betalen doe je in een mandje of in een kistje. Er is geen toezicht. De verkopers vertrouwen op de eerlijkheid van de mensen.

We fietsen menig boerderij voorbij met een typische hooiberg. Hooi heeft een goede droge ruimte nodig met een goede verluchting rondom rond. Deze hooiberg heeft vier roeden (je vindt er ook met drie roeden of palen). Het dak bestaat uit riet of zink en kan omhoog gedraaid worden.  Het is een mooie en stijlvolle aankleding die bij het terrein past.

 

We naderen de stad Buren. Een infobord legt uit: “Frederik van Egmont, bijgenaamd Schele Gijs", kreeg in 1472 de heerlijkheid Buren van zijn oom Arnold, hertog van Gelre, als ‘vergoeding voor gemaakte onkosten’. Door zijn onvoorwaardelijke steun aan keizer Maximiliaan van Oostenrijk verhief deze hem in 1498 tot graaf van Buren en Leerdam. Sinds 1551 is het graafschap Buren nauw verbonden met het Huis Oranje Nassau”.  Al van ver vallen ons de draaiende wieken op van een molen. Aan de kerk wappert de driekleur aan de toren. Het dorp is versiert met slingers en vlaggetjes in wit, rood en blauwe kleur. Het heeft een aparte maar aangename sfeer. Over de straten hangen de feestelijke gekleurde slingers voor de jaarmarkt van zaterdag 7 mei. We proberen onze fiets zo goed mogelijk te parkeren tussen honderden andere fietsen. Een echt huzarenstukje. Rechtover de fietsparking is restaurant ‘De pannenkoekenbakker’. Een nostalgisch eethuis uit 1860 met maar liefst 230 verschillende pannenkoeken.

 

Buren is een gezellige oude stad waarvan de geschiedenis nauw verbonden is met het koningshuis. De stad kreeg de naam 'Oranjestad' na het huwelijk van Willem van Oranje en Anna van Egmont (Gravin van Buren) in 1551. Anna van Egmont was de schatrijke achterkleindochter van Frederik van Egmont. Haar echtgenoot Willem werd daarmee automatisch graaf van Buren. Anna stierf in 1558 op slechts 25 jarige leeftijd. De titel ‘gravin van Buren’ ging over naar haar dochter Maria. Tegenwoordig draagt de regerende koning Willem-Alexander de titel Graaf van Buren.

We wagen ons tussen de gezellige drukte door de monumentale stad waarvan we de historische gebouwen bezoeken die op loopafstand van elkaar staan.

Aan het eind van de Voorstraat staat nog steeds de oude stadspoort. Gebouwd rond 1400, nadat Buren in 1395 stadsrechten kreeg.

 

Eerst wandelen we linksaf naar de noordwal waar sinds mensenheugenis een molen staat. 'De prins van Oranje' is een ronde stenen stellingmolen uit 1714 die een standaardmolen vervangt nadat deze verwoest werd door een felle brand. In 1911 brandde ook de Prins van Oranje uit, maar werd vakkundig herstelt en verhoogd. In 1947 koopt de gemeente de molen om hem van verval te redden. Na een laatste restauratie in 1974 werd deze opnieuw maalvaardig. In de molen is een klein winkeltje waar belangstellenden gemalen meel en ambachtelijke lekkernijen kunnen kopen.

 

Op de Markt bevindt zich het voormalige stadhuis waar sinds 1988 het museum 'Buren & Oranje' is gevestigd. Hier vinden toeristen informatie over het vorstenhuis en de relatie met de stad Buren. Het gebouw ernaast is het Toeristen Informatie Buren, opgericht na de opheffing van de VVV.

 

De Sint-Lambertuskerk is een protestantse kerk, gesticht in 1367 als kapel. In 1395 werd de kerk ingewijd als parochie. In 1551 werd in deze kerk het huwelijk voltrokken van Prins van Oranje met Anna van Egmond. Toen was het nog een katholieke kerk. Binnenin kan je de graftomben vinden van de graven van Buren en van Maria van Oranje – Nassau. Het gebedshuis is heden ten dagen te huur voor concerten, evenementen en dergelijke meer. In de schaduw van de toren staat een beeldengroep van Prins Willem van Oranje, zijn vrouw Anna en hun twee kinderen Maria (1556-1616) en Philips-Willem (1554-1618). De Julianaboom, links voor de kerk, is van 1909. Een vergulde kroon met de letter ‘J’ siert het gietijzeren hekwerk dat rond de boom werd bevestigt.

 

Het museum der Koninklijke Marechaussee is gehuisvest in het voormalige Koninklijk Weeshuis. Het Weeshuis werd gebouwd in 1612 door Maria van Nassau. In 1619 wordt het weeshuis in gebruik genomen. Weeskinderen werden hier verzorgt tot 1953. Voorheen stond hier het Sint-Barbaraklooster dat gesticht werd door Heer Willem van Buren in 1420. Het klooster werd verwoest door een vernietigende brand en niet meer opgebouwd. Als bezoeker van het museum kom je alles te weten over de geschiedenis van de Marechaussee in Napoleontisch uniform uit 1814 tot de Marechaussee van nu. In de tuin staat een levensgrote pop achter beschermglas of plastiek in een wachthuisje. De pop is gekleed in het groene gevechtstenue. In de periode 1946-1996 zijn 34.000 dienstplichtigen bij de Koninklijke Marechaussee in dienst geweest. Ook hun verschillende voertuigen worden tentoongesteld. Op 6 november 2013 bracht prinses Beatrix nog een bezoek aan de tuin van het voormalige weeshuis om een kunstwerk te onthullen.

 

Tegenover de ingang van het museum der Koninklijke Marechaussee zijn nog intacte resten van de vroegere vesting rond de stad. Via trappen kan de bezoeker de restanten bezoeken. Een infobord verklaart: “De vesting Buren ontstond rond 1395 toen de landsheer Allard van Buren langs de noord- en westzijde een gracht liet graven. Deze gracht stond in verbinding met de Korne die reeds de oost- en zuidzijde van Buren omsloot. Aangenomen wordt dat rond dezelfde tijd muren en poorten gebouwd werden. De Italiaanse vestingbouwer en architect Pasqualini liet omstreeks 1540 een aarden wal opwerpen aan de stadskant van de muur. Bij deze gelegenheid is een muurtoren in de aarden wal opgenomen. Tijdens de restauratie van de stadsmuur in 2005-2006 werd een tegen de oostelijke muur liggende toren blootgelegd en geconsolideerd. De fortificatie bestaat uit een rechthoekige ruimte met een gemetseld koepelgewelf. Het midden gedeelte van de koepel is niet meer aanwezig”. De rivier 'Korne' is een zijtak van de 'Linge' en loopt voor een groot gedeelte langs de zuidgrens van de stad. De rivier wordt momenteel nog gebruikt om met pleziervaartuigen van en naar Buren te varen.

 

Een pand dat gebouwd was tegen de voormalige stadsmuur werd in 1804 gekocht door de joodse gemeenschap en richtte er een synagoge in. Het gebouw werd ingericht met een kerkelijke badplaats, een woning voor de rabbi en een schoollokaal. Ruim 100 jaar geleden werd de joodse gemeenschap opgeheven. Het gebouw werd vervolgens een woonhuis, stal en winkel. Nu is het een facilitaire ruimte voor kunst en cultuur. Momenteel loopt er een expositie van een jonge kunstenares met een voorliefde voor paarden.

 

Na ons bezoek aan de Oranjestad Buren vervolgen we onze fietstocht over de Betuweroute. Het is ondertussen warm geworden. De truien worden T-shirts en de armen en aangezicht worden ingesmeerd met factor 50. De laatste kilometers voert ons dwars door de fruitplantages van de streek. De Betuwe is de fruittuin van Nederland en de gemeente Buren heeft de grootste fruitproductie van het land. In een grote weide lopen een aantal grote varkens rond. Hun buik en snoet is bruin en nat. Ze komen recht uit een modderpoel. Een reiger staat aan de rand van een sloot en kijkt neer op het water. Geduldig wacht hij op een maaltijd. Op sommige plaatsen is de grachtkant afgeboord met gele bloemen zoals koolzaad of raapzaad. Het zijn mooie plaatjes. In een andere weide staan de koeien tegen de aluminium afsluiting te drummen. Ze wachten op de boer die bijvoeding brengt. Verderop staan schapen in de weide te grazen. Op zichzelf niets spectaculair, ware het niet dat deze schapen met lammeren zwart wit gekleurd zijn. Van ver lijken het echt koeien. Ze zijn dan ook bijna zo groot als een koe.

 

Terug in Culemborg ontdekken we al vlug de rijke historie van de stad als we door de oude straatjes fietsen. De geschiedenis van Culemborg begint al in 1281. In de 14e eeuw wordt de stadsmuur en -gracht opgetrokken. Het deel van de stadsmuur dat nog staat vormt de oudste nog bestaande originele stadsmuur. Aan de laatste telg van het geslacht Van Culemborg heeft de stad veel te danken. Vrouwe Elisabeth stichtte het Elisabeth-gasthuis, een hofje met huizen voor oude mannen en vrouwen, en schoot het geld, voor de bouw van het Stadhuis en de toren van de Sint-Janskerk voor. Uit haar erfenis werd het Elisabeth-Weeshuis gebouwd. Het doet nu dienst als museum en bibliotheek.

 

Momenteel is het hier rustig. Daar zal het late uur wel voor iets tussen zitten. Het is ondertussen 17:30u geworden. De 'Binnenpoort' is de enige van de zeven stadspoorten die bewaard is gebleven. Ze werd gebouwd in de 14e eeuw. Het bovenste gedeelte werd in 1557 bijgebouwd. In de nis staat een beeld van de heilige Barbara.

 

Onze volgende halte is bij de katholieke Sint-Barbarakerk en Antonius met haar hoge spitse toren.  Ze werd gebouwd op de fundamenten van de oude Sint-Janskerk die te klein werd. Op 4 december 1886 werd de nieuwe kerk ingewijd. De Duitse bezetter eiste de klokken uit de toren op tijdens WOII. Alleen de Elisabethklok is na de oorlog teruggevonden. De andere drie werden omgesmolten.

 

Recht over de kerk, Varkensmarkt 9, staat het statige herenhuis dat gebouwd werd in 1865 voor de sigarenfabrikant Dresselhuijs. Achter het pand stond sigarenfabriek 'De Trio'.

 

Op de Varkensmarkt staat één van de vier nog bestaande stadspompen uit 1718. Gekroond met het stadswapen.

 

Het stadhuis op de Markt dateert van 1534. De kelder diende oorspronkelijk als vleeshuis, later als wijnkelder. Boven de kelderdeur staan twee leeuwen met het wapen van de familie van Elisabeth van Culemborg. Boven de hoofdingang staan de letters A en E (Antonius en Elisabeth) en een Latijnse tekst waarvan de vertaling luidt: 'Het vuur zal alles voltooien'. Het stadhuis wordt gebruikt als vergaderruimte van de gemeenteraad en als trouwlocatie. Tussen 1939 en 1949 werden tijdens de noodzakelijke restauraties de gebrandschilderde ramen geplaatst met daarop de geschiedenis van Culemborg. De schandpaal staat nog steeds op de hoek van het stadhuis. De tekst bovenaan is echter onleesbaar geworden. De tand des tijds.

 

We fietsen tot bij de stenen windmolen aan 't Jach. Gebouwd in 1853 kreeg hij de naam 'De Hoop'. Bij het begin van de 20ste eeuw werden de wieken verwijderd. De stoommachine nam het werk over. Later werd de molen nog slechts gebruikt als opslagplaats. Rond 1980 kocht de stad de romp en liet hem restaureren. In 1993 werd de molen weer maalvaardig.

 

Over de Schuttersbrug staan links en rechts nog de oude stadswal uit 1318. Links bevindt zich nog de ronde uitkijktoren. Rechts voor de oude stadswal een monument.

 

Om 18:00u zijn we terug bij de auto. We hebben in totaal 36,7 kilometer gefietst. Tot schrijfs.

Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.

 















01-07-2016 om 09:46 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
20-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Goedgemutste Greet-route

Dag 2 met de volgende fietsknooppunten: 31-30-03-04-40-58-13-56-54-96-78.

 

Zaterdag 7 mei 2016. Om 10:00u vertrekken we vanuit Ekeren voor het vervolg van onze fietstocht ter ere van Greet Van den Sande. Greets collega's van Toerisme Provincie Antwerpen maakten deze fietsroute ter ere van Greet met stopplaatsen die een speciale betekenis hadden voor haar, en daarom erg geschikt zijn om even stil te houden bij haar leven.

We nemen de kortste weg naar de 'Melkerij' in Brasschaat. De plaats waar we de vorige keer gestopt waren. We voelen tijdens het fietsen slechts een zwakke zuid oostenwind. De temperatuur is gezien het vroege uur al uitstekend. Eindelijk T-shirt weer en ... de tijd van de azalea. De dieprode kleur van de plant trekt telkens ieders aandacht. We kunnen het niet laten om af en toe een foto te nemen. In sommige voortuintjes groeit de mooie plant uit tot een grote struik. De  azalea komt oorspronkelijk uit het verre oosterse Japan en China. De struik vol wonderlijke bloemen is het kleine nichtje van de rododendron familie. Haar rijke bloei maakt deze plant al eeuwenlang geliefd. De bloemen laten zich vanaf mei zien en geven de tuintjes een betoverende sfeer. We zien ze in alle kleuren bloeien: wit, rood, roze, paars of tweekleurig.

 

Na 6,6 kilometer vervolgen we onze fietsroute aan knooppunt 31 bij de 'Melkerij'. We nemen de grindweg tussen de parking en de speeltuin, richting knooppunt 30. Ondanks het vroege uur, 10:30u, zitten er al ouders en grootouders op het terras te genieten van een kopje koffie terwijl de kinderen en kleinkinderen in de speeltuin ravotten, roepen en tieren. Na een week op school kunnen ze zich eindelijk eens uitleven. Alle bomen kleuren ondertussen groen. De rododendron bloesem is klaar om open te gaan. De witte rododendron staat al in volle bloei. Het maagdelijk wit staat in schril contrast tegen de groene bladeren. We passeren ondertussen het boshuisje. Het is nog tamelijk rustig op de wandel- en fietspaden. Slechts een eenzame wandelaar laat zijn hondje uit en een sportieve jogger dwarst ons pad. Toch met een beleefde knik en een mompelende 'dag'. Het kwinkeleren van verschillende zangvogels overstemd het knarsen van onze banden op het grindpad. De zang van de merel steekt er boven uit. Een lust voor het oor. Ik ging van de veronderstelling uit dat we vandaag geen viaduct meer zouden doen na die van de Veltwijcklaan te Ekeren. Fout gedacht natuurlijk. We moeten de brug over de E19 nemen na het Peerdsbos. Het voordeel aan een viaduct is de afdaling. Tegen 20 kilometer per uur 'vliegen' we naar beneden.

 

We fietsen voorbij de kapel aan het park Vordenstein. De Kapel van de Horst op de Horstebaan, vlak voor het centrum, is gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Een oude bedevaartplaats die reeds gekend was in de 15e eeuw. De oorspronkelijke kapel werd gebouwd in 1436. Wat ook is aangegeven door muurankers in de gevel onder het wapenschild. Eind 16e eeuw werd de kapel verwoest, maar opnieuw opgetrokken in 1610-13. Vervolgens grondig gerestaureerd in 1835. Er bevindt zich een grafkelder in de kapel van de familie De Pret. Het Vordenstein domein van 110 hectare wordt beheerd door het Agentschap voor Natuur en Bos. Een lust voor alle zintuigen. Genieten in een oase van rust en stilte. Dwalen langs verschillende soorten bomen, majestueuze brede lanen, open grasland en natuurlijke vijvers.

“Begin 2015 verhuist Greet van een appartement in Brasschaat naar een huisje met tuin, inclusief twee watjes van katjes, in Schoten. In de Victor Nelisstraat brengt Greet meteen de zon in huis: de muren krijgen een vrolijk, zuiders tintje, en de mand met breiwol en het knutselgerief staan steeds klaar om nieuwe creaties te voorschijn te toveren. Tijdens de Scheldeprijs, die achter haar hoek passeert, toont ze zich een enthousiaste fotografe van het losgeslagen wielerpeloton. Haar foto's van een massale valpartij tonen haar empathie voor de van pijn verkrampte, recht krabbelende coureurs. Ze zijn een verbeelding van haar motto: vallen, opstaan, en verder rijden, er het beste van maken en doorbijten. Zelf schaft Greet zich een elektrische fiets aan en peddelt hiermee dagelijks twintig kilometer heen en terug naar het werk”.

Bij 'Floriplant' op de Calesbergdreef te Schoten houden we een korte halte. De geurige en vooral kleurige voorjaarsbloemen lonken ons en we wandelen rustig rond in het tuincentra. De blikvanger in de bloemenverkoop is natuurlijk de azalea. In alle kleuren en groten worden ze te koop aangeboden. De plaats om de prille lente op te snuiven. De zon begint te branden. Tijd om ons in te smeren. Factor 50 is niet te veel.

In de Quinten Matsijsstraat te Schoten staat de watertoren die gebouwd werd in 1951. Verderop fietsen we door de Liebiglaan in de schaduw van de overhellende takken van de bomen die naast de weg groeien. Rechts de groene beuk, links de statige beuken met hun dieprode bladeren. Een welgekomen frisse afwisseling na de warme zonnestralen. In de Deurnevoetweg pronkt kasteel Withof. Het oorspronkelijke kasteel werd gebouwd in de 17e eeuw met een parkgebied van ongeveer twee hectaren. Momenteel bezit het gebouw drie luxe appartementen. De glazen uitbouw geeft bijna rondom rond een uitzicht over het park.

 

Op het kruispunt Deurnevoetweg/Papenaardekenstraat vinden we een mooie wegkapel met zitbank. Een uitgelezen moment om te picknicken. Er is niet veel wind maar toch vliegen de pollen ons om de oren. Droogte, warmte en wind blijkt een ongunstige factor te zijn. Berken zorgen rond dit seizoen voor de verschijnselen van hooikoorts. Als de berk bloeit hangt er aan het einde van de takken gele katjes van ongeveer vijf centimeter lang, waaruit door de wind het stuifmeel wordt geblazen. We eten hier onze boterhammetjes op met een kopje koffie. De kapel is nog niet zolang geleden gerenoveerd. Een moderne stenen moeder Maria met kind staat centraal. Vroeger was er een ijzeren hek voor het beeld om het te beschermen tegen diefstal. Blijkbaar is dat niet meer nodig. Het scherpe puntdak oogt nieuw. De mensen die ons passeren groeten ons vriendelijk met een 'smakelijk'. Met al die vliegende pollen blijkt het toch niet echt een goed idee om hier te picknicken. Volgens ons plannetje bevinden we ons aan de achterzijde van het gemeentepark van Schoten.

 

We rijden door een villawijk. De grote woningen zijn meestal omgeven door hoge bomen en struiken. Het is vooral de rododendron die als haag het domein ommuurt. Nog even en de struik begint te bloeien. Hoog boven ons, in de kruinen van de bomen, horen we een kakofonie van vogelgeluiden, maar een vogel spotten is bijna uitgesloten. In de verte ramt de specht zijn snavel in de bast van een boom. Het staccato duurt slechts enkele tienden van een seconden en stopt dan. Na enkele pedaaltrappen herhaalt het geluid zich opnieuw. Drie woerden zwemmen in de brede gracht naast ons. We zien geen vrouwtjes eend. Misschien weduwnaars of vrijgezellen. We zijn bij knooppunt 30.

 

Zonder erg staan we voor de ingang van het gemeentepark van Schoten. Er is een driedaags evenement aan de gang met de naam: 'Park-iet'. De jeugddienst verhuurt het Park-iet, het vrijetijdslokaal van de Grabbelpas voor activiteiten waar kinderen tot 12 jaar centraal staan.

De gemeente Schoten organiseert Grabbelpas voor kinderen van 4 tot 11 jaar en SWAP voor jongeren van 12 jaar t/m 16 jaar. Ze hebben geluk met het weer dit weekend. In de speeltuin is er al volop vermaak. Het joelen en krijsen is tot ver in de omtrek te horen. Naast het kasteel van Schoten, dat dienst doet als Cultureel Centrum, staat nog steeds 'De Riddershoeve'. Een historisch Frans restaurant. Alle dagen kan men hier terecht voor een hapje of een drankje. Gezellig genieten op het terras terwijl de kindjes, tot zes jaar, in de nabijgelegen speeltuin zich uitleven.

 

In de Kasteeldreef moeten we rechtsaf. We blijven niet gevrijwaard van een viaduct. Volle moed trappen we de Hoogmolenbrug op. Bovenaan houden we halt om van een vergezicht te genieten op het kanaal van Schoten. Een transportschip vaart net onder ons door. Rechts, op de kade is de bekende firma Van Pelt nv. Al meer dan 60 jaar (opgericht in 1955) staat de firma tot je dienst met bouwmaterialen en gereedschappen. Op de andere oever is houthandelaar Martens al meer dan 100 jaar een gezinsbedrijf aan het kanaal van Schoten. De familie Martens is nog steeds verliefd op hout, in hart en nieren.

 

Na de afdaling dwarsen we de Merksemsebaan en rijden rechtdoor het centrum van Deurne in. We worden weer omgeven door talloze groene bomen. De pollen zijn ook weer van de partij. Al is het hier wat minder. We rijden nog steeds naar knooppunt 03. Op de Schotensesteenweg rijden we voorbij de bekende Brasserie 'De Kaasboerin'. De zaak is sinds kort van eigenaar veranderd en die zorgde onmiddellijk voor een kleine maar veilige speeltuin voor de kindjes. Talrijke mama's en papa's zitten op het zonovergoten terras te genieten van een verfrissing.

 

Wat verder rijden we het domein 'Rivierenhof' binnen. Het park heeft een oppervlakte van 132 hectare. Dreven en wandelpaden voeren door het domein, langs bossen, grasvlaktes en uitgestrekte waterpartijen. Op het domein groeien bomen die vanuit verschillende landen naar ons land overgebracht werden omwille van het hout en hun bloemen of vruchten. Een prachtig park waar men een hoekje vrijmaakte om verschillende soorten azalea's aan te planten. De witte rododendron, achter de hoek, verblind ons met haar witte bloemenpracht. De rode rododendron moet nog open bloeien. Een mooie locatie voor fotografen. In het Rivierenhof wandel je nooit alleen. Ongeacht het uur, er zijn altijd wandelaars en fietsers. Bij het kasteel staat een enorm terras met open parasols. We parkeren onze fietsen en nemen plaats vlakbij de vijver onder een reusachtige parasol. Een fontein in het midden van de spiegelvijver spuit water in de hoogte. De wind neemt wat van dat water mee waar het iets verder weer in de vijver valt. Twee imitatie zwanen willen op het water landen. Sinds kort wordt gevraagd om binnen je bestelling aan de bar door te geven. Je betaald onmiddellijk en op een plateau krijg je jouw drankjes mee. Kwestie van besparingen en zo, denk ik. In ieder geval we genieten van een Duvel en voor moeder de vrouw een Kriek terwijl we napraten over onze fietstocht (lees kleinkinderen).

 

Het is 13:30u als we door Borgerhout fietsen. De gemeente is het kleinste district van de Stad Antwerpen en telt meer dan 1OO nationaliteiten. We rijden niet echt door het centrum, maar naast de ring, op het Ringfietspad, rond Antwerpen. Je hoort het lawaai maar ons fietspad is  gescheiden door een dikke haag van bomen waar we tussen slalommen. De machtige beuk staat in volle bloei. We rijden richting Middelheim. We draaien van de ring weg en dat is duidelijk hoorbaar. We komen bij een grote moderne speeltuin. Het krioelt hier van de kinderen. Even uitwaaien zullen de ouders denken en trekken met hun kroost naar deze plek. Wat verder rijden we pal naast de ring, zonder bescherming van de bomen, en we houden even halt. Het is een overdonderend lawaai. De sfeer opsnuiven doe hier beter niet. De uitlaatgassen prikkelen je neusgaten. Tegen elkaar praten lukt ook niet echt. Het is niet echt druk op de ring. Er kan nog vlot gereden worden. We staan onder een spoorwegbrug die de ring dwarst. Als er een trein over rijdt is het niet uit te houden van het lawaai. Inpakken en wegwezen. We naderen knooppunt 04.

 

In de Floraliënlaan te Berchem rijden we nog steeds evenwijdig met de ring. Het lawaai wordt gedempt door de hoge bomen. Plots staan we in een natuurreservaat van 11 hectare ‘De Wolvenberg’. Een gebied tussen het treinstation van Berchem, de Singel en kleine Ring. Een infobord ter plaatse geeft uitleg; “In deze restanten van de oude fortengordel rond Antwerpen, werkt Natuurpunt sinds 1992 aan een groenere omgeving. De mozaïekvormig gemaaide graslanden bieden beschutte plekken aan allerlei vlinders en jagende libellen. Hier vlakbij broedt zelfs de boomvalk. Ook padden en kikkers houden van de beschutte plekken en dankzij het herstel van enkele poelen vinden amfibieën hier opnieuw een voortplantingsstek. Verder langs dit fietspad ontdek je nog meer verscholen natuur. Je vindt hier wel meer dan driehonderd soorten wilde planten in hun typische biotopen. Op de brilschans ontwikkeld ook bos. Daaruit verwijdert Natuurpunt overwoekerende sierplanten”.

Links van ons, in de verte, staat het Middelheim. Het grootste Algemeen Ziekenhuis van Antwerpen. Het ziekenhuis is actief in alle medische domeinen. Aanpalend is er het gespecialiseerde Koningin Paola Kinderziekenhuis. Jaarlijks, in augustus, kan de liefhebber voor muziek genieten van het festival Jazz Middelheim. Ook de kunstliefhebber komt op het Middelheim aan bod in het Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst. Tot slot beschikt Middelheim over een campus met faculteit Wetenschappen.

 

We rijden richting Wilrijk. Al van ver zien we, tussen de bomen, het grijze betonnen complex van het Crowne Plaza Hotel. Voorbij het gemeentemagazijn van de Stad Antwerpen rijden we het Nachtegalenpark in. Het Nachtegalenpark is in totaal 90 hectaren groot. Het werd aangekocht door de Stad Antwerpen in 1910 en opengesteld voor het publiek in 1911. Een infobord verklaart nader: “Al van in de dertiende eeuw zou hier een landgoed gelegen hebben dat in de loop der eeuwen door een sliert adellijke families werd bewoond. In 1457 is er sprake van een ‘Hoeve van Lippeloo of ter Woestine’. In de loop van de zestiende eeuw veranderde de naam in ‘De Vogelensanck’. Het landgoed moest in de tweede helft van de negentiende eeuw voor een deel plaats ruimen voor de bouw van de Antwerpse vestingwerken. Het kasteel werd uiteindelijk in 1906 afgebroken. Enkele bijgebouwen (stallingen) bleven bewaard, zijn gerestaureerd en worden nu gebruikt door de Kosmosschool”.

De school bestaat vandaag vier jaar en telt 129 plaatsen. Tussen deze bijgebouwen ligt het uit 1930 daterende oorlogsmonument voor het Zevende linieregiment die deelnamen aan de Slag aan de IJzer van 17 t/m 23 oktober 1914. Bovenaan de pijler staan de jaartallen 1914 – 1918. Op het hoogste punt staat het bronzen beeld van de mythologische Griekse godin van de overwinning. Onderaan vinden we een bas-reliëf dat de overhandiging toont van de Belgische driekleur in 1832.

Het infobord vervolgt met het volgende: “Vogelzang is het deel van het Nachtegalenpark dat gericht is op ontspanning voor de hele familie. Het parkbosdecor met indrukwekkende bomen en golvende grasvelden nodigt uit voor een rustige wandeling. Het dierenpark met geitjes en damhertjes en de ruime speeltuin zijn erg aantrekkelijk voor ouders met jonge kinderen. Na een wandeling zijn restaurant-brasserie ‘Dikke Mee’ of café- restaurant ‘De Melkerij’ ideaal om even uit te blazen”. Bij brasserie ‘Dikke Mee' is knooppunt 40. We moeten 3 kilometer fietsen tot knooppunt 58.

Het Crown Plaza hotel, dat we momenteel voorbij fietsen, is geschikt voor zaken- en plezierreizigers. Het beschikt over 262 kamers met airconditioning. Het hotel met 16 verdiepingen heeft 14 functionele zalen voor recepties en vergaderingen. Naast een zwembad en een wellness centrum kan de reiziger zich nog ontspannen in de fitnessruimte met ultramoderne toestellen.

We houden halt op de Koningin Elisabethlei 22, het gebouw van Toerisme Provincie Antwerpen. Hier lezen we het laatste relaas van Greet van Den Sande: 'De kroon op ons werk'. “In april 2011 komt Greet ons team versterken als routedokter. Het klikt langs alle kanten, en al snel is Greet niet alleen onmisbaar voor het werk, maar ook als persoon. Op teammomenten, officieel en informeel, is Greet steeds van de partij en weet met haar rustige charme iedereen voor zich te winnen. Ook na het werk, en via de sociale media, heeft Greet contact met vele collega's: haar commentaren op onze berichten zijn altijd blij verrast, spontaan en opgetogen. Wanneer het noodlot toeslaat, draagt Greet haar verdriet met opgegeven hoofd en een ongeziene moed. Nu mag je rusten, liefste Greet, slaap zacht”.

 

De schrille kleuren op de muren van het Harmoniegebouw trekken onze aandacht.  Het gebouw lag er de laatste tijd nogal verwaarloosd bij. De Stad Antwerpen contacteerde een firma die de ongewenste graffiti weg stoomde. Ramen en deuren werden dicht getimmerd en op die houten platen werden dan door grafische kunstenaars waterbeesten en insecten geschilderd. Het kleurt het park op.

 

Onze volgende halte is de kerk van de Heilige Geest op de Mechelsesteenweg. We kunnen er zelfs binnen om een bezoek te brengen. Een donkere gebedsruimte door de te fel gekleurde brandramen. Met de bouw van de kerk werd gestart op 14 februari 1927 en ze was voltooid in augustus 1928. De oorlogsschade van de Tweede Wereldoorlog werd hersteld vanaf 1944. Verderop komen we helemaal in hartje Antwerpen, meer bepaald bij het Koning Albertpark met zijn enkele monumenten. Het stadspark is 14 hectare groot en noemde voorheen 'De Warande' nadat ze in 1861 opengesteld werd voor het grote publiek. Het was toen een plaats om te kijken en bekeken te worden. De brede kronkelende wandelpaden langs gazons en vijvers nodigden uit om te gaan flaneren in zondagse kleren. Sedert 1919 kreeg het park zijn huidige naam. Het is de dag van vandaag een grote driehoek met indrukwekkende oude bomen, een speeltuin, ruimte om te wandelen en te joggen, de hond uit te laten of gewoon rustig op een bankje zitten uitblazen. Kortom een park in een ‘oase van rust’ tussen wegen met auto's, trams, bussen, vrachtwagens en fietspaden. Het grote monument werd op 21 april 1930 ingehuldigd in bijzijn van koning Albert en koningin Elisabeth. Op een sokkel staat een ruiterstandbeeld van de toenmalige koning. Op de voorzijde, onderaan, staat in bronzen cijfers de data van beide Wereldoorlogen. Op de achtergrond staan een mengelmoes van bomen, volop in bloei. Wat verder in het park staan de seringen in volle bloei. De plant is vooral bekend door de aantrekkelijke geurende bloemen. Vooral in tuinen komen allerlei kleuren voor: zoals wit, bleekgeel, roze, blauw en donkerpaars. Verderop, in het park, staan we voor een ander opmerkelijk monument. Dit herdenkingsmonument voor de annexatie van Belgisch-Congo werd in 1911 opgericht. De tekstplaten zijn in beide landstalen aangebracht: “In bijzijn van Z.M. Koning Leopold II viert de handelskamer van Antwerpen de naasting van Congo aan België, -6 juni 1909”. 

 

Een infobord brengt meer duidelijkheid: “Vroeger was het de gewoonte om parken te verfraaien met allerlei standbeelden en monumenten. In dit stadspark staan bijvoorbeeld gedenktekens voor de Antwerpse dichter Jan Van Beers (1821 – 1888), de Antwerpse schepen van onderwijs Evarist Allewaert (1835 – 1889), de Vlaamse impressionistische kunstschilder Theodoor Verstraete (1850 – 1907) en de socialistische vakbondsleider en minister Louis Major (1902 – 1985).

Het beeldhouwwerk van George Minne ‘Moeder en kind’ (1936) herdenkt koningin Astrid en een gedenkzuil werd opgericht naar aanleiding van de ‘naasting’ of ‘overdracht’ van Kongo door koning Leopold II aan de Belgische staat. Het meest opvallende standbeeld is dat van de gesneuvelden van de twee wereldoorlogen op de hoek van de Rubenslei en de Van Eycklei. Er liggen ook nog enkele Duitse bunkers uit de Tweede Wereldoorlog verscholen in het stadspark”.

 

Even later houden we halt bij het Centraal Station van Antwerpen, kant Pelikaanstraat. Uit onze fietszakken halen we een flesje water. Twee stoere Belgische beroepsmilitairen komen onze kant op. Hun handen aan hun mitrailleur, hun ogen op ons gericht. Mogen we hier niet staan? Willen ze onze fietstassen controleren? Of? ... Plots slaan ze linksaf en gaan het station binnen.

 

Op de Keizerlei is een drukte van jewelste. Elk terras zit overbeladen vol. Volgens mij kunnen de brouwers het niet bij houden met leveren. Als fietser heb je ogen te kort om de onoplettende voetgangers te ontwijken. Met de werken op de Leien is het onmogelijk om er over te fietsen. Dan maar te voet. Rood of groen? De kleur doet er niet toe voor sommige voetgangers. Wij willen oversteken en de auto's/fietsers moeten maar wachten! Dat is de mentaliteit tegenwoordig. Zucht! Ondertussen is de zon achter de wolken schuil gegaan. Verderop kunnen we weer op de fiets springen, nou ja: springen is iets te veel gezegd. Nu wordt het moeilijk om de fietsknooppunten-bordjes in 't hoog te houden. Soms hangen ze aan de linker zijde van de baan, soms heel hoog. Als je er geen erg in hebt rij je te ver en moet je noodgedwongen terug. Dat hoort erbij zeker?

 

Na een paar foto’s van het MAS rijden we verder tot voorbij de Red Star Line waar we bij de zitbanken wat bijkomen van de drukte. Links van ons werd onlangs een beeld geplaatst. Het moet een zeemeeuw voorstellen die met gespreide vleugels neerstrijkt op een bolder. De skyline heeft enorm veel hoge kranen. Er wordt massaal gewerkt in Antwerpen. De lucht klaart weer op. Hemelsblauw met witte schapenwolkjes. En de zon? Die geeft nooit op.

Na onze rustpauze vervolgen we onze weg richting Luchtbal. Ze hebben voor ons nog een viaduct in petto. We moeten de Straatsburgbrug nog over, maar dit is dan echt de laatste klimming. Rechtdoor even de Groenendaallaan op en dan linksaf. Langs de fietsostrade komen we terug in Ekeren waar we een einde maken aan deze fietstocht. We hebben vandaag 44 kilometer gefietst. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto’s: Rina Meurs.









20-06-2016 om 09:40 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
16-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.La Douce France

Dag 4. Vrijdag 29 april 2016.

 

Na het ontbijt betalen we onze rekening in het hotelletje en vertrekken naar 'La Coupole'. Toevallig rijden we langs een grote begraafplaats in Longuenesse. Uiteraard brengen we een uitgebreid bezoek. Het 'St. Omer Souvenirs Cemetery' was het hoofdkwartier van de Britse Expeditie eenheid van oktober 1914 tot maart 1916. In de stad werd een hospitaal gebouwd en de doden werden hier begraven vanaf 1914 tot 1920. In totaal rusten er 2.874 Britse militairen van de Eerste Wereldoorlog waarvan zes onbekend bleven. Een speciaal 'Memorial' werd opgedragen aan de 23 mannen van het Chinese Labour Corps wiens graven niet meer konden gelokaliseerd worden. Van WOII zijn er 403 lichamen begraven waarvan er 93 niet meer geïdentificeerd konden worden. Op bepaalde plaatsen staan de zerken pal naast elkaar, met soms twee namen van gesneuvelde Britse soldaten op de zerk. Verder nog twaalf Indonesische grafzerken. Heuvel op staan de zerken van Duitse soldaten die sneuvelden in 1918. Enkelen met twee namen op de zerk. Om af te sluiten vinden we vier zerken van het Tsjechische leger en één Poolse militair die gesneuveld zijn tijdens WOII, één van hen kon niet meer geïdentificeerd worden. Het zijn eigenlijk twee begraafplaatsen. Naast de Commonwealth graven bevind zich, links van de ingang, de Franse begraafplaats met de bekende witte kruisjes, weliswaar iets groter dan gewoonlijk. Tegen de haag staan 18 zerken van Belgische gesneuvelde militairen. Allen gestorven voor Frankrijk. Uiterst links, in de hoek, staat een hoge herdenkingszuil die de doden herdenkt van het Franse garnizoen. Er staan, voor de haag, zeven hoge horizontale zerken van Franse militairen uit WOII. Allen overleden op 3 maart 1957. Spijtig dat alleen de Britse begraafplaats een register heeft. De loofbomen zitten nog in de winter fase. De bladeren zitten nog verscholen in de knoppen.

Een hele tijd later, het is ondertussen 10:00u, parkeren we de auto in de Rue Clabaux (D210) in Wizernes. Een grafzerk voor de ingang herdenkt de vele slachtoffers die gestorven zijn tijdens de bouw en de bombardementen van La Coupole in 1943 – 1944. La Coupole was tijdens de Tweede Wereldoorlog een geheime basis die gebouwd werd in opdracht van de Duitse strijdkrachten. Het bolwerk was een grote ondergrondse stad en bedoelt om V2 raketten af te vuren op Londen. Het is  een indrukwekkend en modern museum waar de historische en wetenschappelijke belangen getoond worden die een rol gespeeld hebben bij de bezetting en daarna tot de ruimtevaart.

 

Levensechte kanonnen, vliegtuig motoren, verschillende geweren, revolvers en mitrailleurs worden tentoongesteld in de inkomhal. Alles wordt met infoborden duidelijk uitgelegd in verschillende talen waaronder Nederlands. Een koptelefoon met audio begeleiding wordt ons bij betaling overhandigd. Wanneer we ons in een zone begeven met een pictogram van 'oortjes' krijgen we automatisch toelichtingen. Een vijf meter dikke betonnen koepel beschermde het door dwangarbeiders in 1943 uitgegraven ondergronds complex voor de opslag en lancering van Duitse V2-raketten. Voor alle duidelijkheid. In 'La Coupole' en in 'Le Blockhaus' werden nooit V2-raketten gelanceerd. Ook binnen in het complex werden borden tegen de wanden bevestigd met de nodige info. Een aangrijpende tentoonstelling met grote infoborden, koperen monumenten en kransen van klaprozen herdenken 1 september 1944. Ik citeer: 'Enkele uren voor de bevrijding van het noorden van Frankrijk door Britse, Amerikaanse, Canadese en Poolse troepen, verlieten 871 mannen van 16 tot 71 jaar de gevangenis van Loos, vlakbij Rijsel, onder de leiding van hun Duitse bewakers. De meesten van hen waren verzetsstrijders veroordeeld door de rechtbanken van de Wehrmacht, of gijzelaars opgepakt door de bezetter tijdens de zomer van 1944. Samengeperst in wagons voorbestemd voor vee, werden ze naar de concentratiekampen Sachsenhausen en Buchenwald getransporteerd. Negen maanden later, in mei 1945, bij de val van het nazirijk, bleven er slechts 275 overlevenden over.

De bronzen platen, voorgesteld in deze galerij, dragen ter nagedachtenis en als eerbetoon de naam van de gedeporteerden van de 'Loos-trein'.

In de koepel krijgen we als bezoeker, in de zaal 'Cinéac', de film te zien van de regio Nord-Pas-de Calais die in Duitse handen was van 1940 tot 1945. De film duurt een goeie twintig minuten. In de tweede cinema zaal 'Rex' bekijken we de film 'De nieuwe Duitse wapens' om daarna  via de trappen naar het tweede niveau te stijgen en alles te bezichtigen over de beide thema's. Alles is indrukwekkend. Na het souvenirwinkeltje kan je La Coupole 3D Planetarium bezichtigen. Zweven in het heelal, naar de maan vliegen aan boord van Saturn V, ... etc. Het is een onvergetelijke belevenis voor jong en oud.

 

Vervolgens rijden we naar de stad van kunst en geschiedenis: Saint-Omer. Het is ondertussen 13:30u geworden. De stad Sint-Omaars is ontstaan vanuit twee religieuze plaatsen die de heilige Omer stichtte. Door de eeuwen heen vestigden zich in deze stad verschillende kerkgemeenschappen. Toen Thérouanne in 1553 verwoest werd kreeg Saint-Omer het bisdom toegekend. In de 19e eeuw kende de katholieke stad met veel scholen opnieuw een religieuze opbloei. We plaatsen onze wagen op de 'L'Esplanade', een parkeerplaats om langdurig te staan. Deze wijk, die lang tegen de vestingmuren aanlag, is georganiseerd rond een groot plein. In de 13e eeuw werd een kasteel op de meest kwetsbare kant van de stadsmuren gebouwd om deze te beschermen. De La Barre kazerne is een goed voorbeeld van de kazernes die vanaf de 17e eeuw tegen de vestingmuren aangebouwd werden. Het gebouw is gedeeltelijk gerenoveerd naar het model van Vauban, tegenwoordig zijn hier woningen ondergebracht. Na de Tweede Wereldoorlog heeft de stad de exercitievelden gekocht en verplaatst naar Saint-Martin-au-Laert om tegemoet te komen aan de groeiende woningnood. Sinds 1998 completeert de bioscoop dit geheel van hoog- en laagbouw.

 

We maken een uitgebreide stadswandeling. Via een stadsplan wandelen we zo goed als kan straat in en straat uit in lus vorm om de belangrijkste gebouwen te bezoeken van Saint-Omer. Via de Rue Du Lion d'Or, rechtsaf in de Place du Maréchal Foch en de Place Pierre Bonhomme volgen we de Rue Henri Dupuis tot bij de Notre-Dame kathedraal. Het is allemaal begonnen als een bescheiden kapel in de 7e eeuw. Later werd het een collegiale kerk, om ten slotte in 1561 een van de bekendste kathedralen in Vlaanderen en Artesië te worden, na de vernieling van Terwaan, de enige Franse enclave in Artesië, door keizer Karel V. Sinds de opheffing van het bisdom Sint-Omaars in 1801 is de kathedraal geen bisschopszetel meer. Sint-Omaars ressorteert sindsdien onder het bisdom Atrecht. In de kerk hangt een kruisafneming van Rubens en er is ook een herdenkingsmonument van de heilige Audomarus of Omaar.

Vlakbij de kathedraal staat het standbeeld van Pierre Alexandre de Monsigny (1729 – 1817). Een Franse componist en lid van de Franse academie voor schone kunsten. De laatste jaren van zijn leven werd hij blind. Op 14 januari 1817 stierf hij in Parijs.

We moeten de Place Sithieu in. Via de Rue Gambetta wandelen we in de eerste straat links de Rue Lycée in voor de kapel van de Waalse jezuïeten. Al van ver zien we de hoge toren van de kerk.

 Ze  werd gebouwd tussen 1615 en 1640 door Jean du Blocq, de architect van de orde die ook de kathedraal van Luxemburg ontwierp. De jezuïetenkerk werd helemaal gerestaureerd zodat het beeldhouwwerk goed zichtbaar is. In het voormalige internaat en in de klaslokalen die eind 19e eeuw herbouwd werden is de streekbibliotheek ondergebracht. Rond een binnentuin liggen nog gebouwen uit vier verschillende eeuwen.

 

Terug naar de Rue Gambetta, daarna slenteren we door de Rue des Moulins en nemen de eerste straat linksaf in de Rue Boitot Godefroy tot bij de ruïne van de abdij Saint Bertin met op de voorgrond het gerenoveerde standbeeld van Suger. Het is echt genieten van de schoonheid die de ruïne uitstraalt. De abdij is gewijd aan Sint-Bertinus, de eerste abt van de abdij. Het park is aangelegd om te tonen hoe de abdij en het klooster eruit zagen. Het klooster werd gesticht door Omer, de bisschop van Terwaan, in 658. De abdij en het klooster werd in de 12e eeuw door een honderdtal monniken bevolkt. Vanaf haar ontstaan heeft de abdij dikwijls geleden onder zware catastrofen, voornamelijk door invallen van Noormannen en verwoestende branden. De laatst bekende brand was in 1152 waarbij een gedeelte van de stad Sint-Omaars verwoest werd. In 1791 werd de abdij en het klooster afgeschaft. De overgebleven monniken werden verdreven en klooster werd omgebouwd tot hospitaal voor het Franse leger. In 1811 kocht het gemeentebestuur de gebouwen op. Wat te gevaarlijk was werd gesloopt. De abdijtoren van 58 meter hoog stortte neer in 1947. In 2007 werd aan een grondige herwaardering van de ruïnes gedaan. Het levensgrote standbeeld van Suger is van eerste minister en regent van Frankrijk. Hij was een Vlaams monnik en verbleef in het klooster tot aan zijn dood in januari 1151.

We wandelen verder door de Rue Saint-Bertin tot nummer 45 – 49 voor de classicistische gevel van het Engelse Jezuïetencollege. Op de nummers 51 tot 57 staat het Saint-Bertin college in neogotische stijl. Na de scholen nemen we even de eerste straat rechts in de Place Saint-Denis voor de Saint-Deniskerk die gebouwd werd met een opvallende portaaltoren uit de 13e eeuw. De kerk werd in de 18e eeuw verbouwd naar het model van de hallenkerk zoals in heel Vlaanderen in trek was, met zijbeuken die net zo hoog zijn als de hoofdbeuk.

De 'Brede straat' of de Rue Carnot ontwikkelde zich vanaf de Middeleeuwen tot marktstraat. De waren werden van de kades naar het centrum vervoerd en opgeslagen in de overwelfde kelders. In 1777 liet het hotel Sandelin bouwen. De stenen gevels vormen een harmonieus geheel door een samenspel van ruitvormige en ronde lijnen. Sinds 1904 is hier een museum met collecties van Schone Kunsten, Middeleeuwse Kunst en Decoratieve Kunsten ondergebracht, volledig gerenoveerd in 2004. Saint-Omer was in het begin van de Eerste Wereldoorlog het hoofdkwartier van het Britse leger in Frankrijk. In 1914 overleed één van hun leiders, Lord Roberts, op nummer 52.

Het Maréchal Foch brengt ons tot op de Grand'Place. Een plein van 1,5 hectare. Saint-Omer was rond 1300 een levendige lakenstad en hoorde tot de tien grootste steden van Europa. Het vroegere gebouw van de rechtbank uit 1593 (nu Société Générale) was onderdeel van de Hal der Schepenen waar het gemeentebestuur zetelde. In de 19e eeuw werd deze vervangen door het vroegere gemeentehuis dat ook een commerciële functie had. Het vroegere gemeentehuis heeft een verrassende vorm. De bewoners noemen het al sinds de bouw 'de koffiemolen'. Onder het dak ligt een prachtig Italiaans theater. Aan de andere kant van het plein staat het vroegere wit stenen baljuwhuis (nu Caisse d'Epargne) waar de baljuw de koning vertegenwoordigde. Op de balustrade, net onder het dak staan vier symbolische standbeelden (kracht, justitie, vooruitzicht en matigheid). Onze wandeling eindigt bij de parking waar we onze auto hebben achtergelaten.

 

In de Rue du Sart te Eperlecques parkeren we onze auto en brengen we een bezoek aan de grootste bunker van Noord-Frankrijk waaraan men in maart 1943 werd gestart. Het 'Le Blockhaus' bouwwerk is 90 meter lang, 50 meter breed en 33 meter hoog. Het werd opgetrokken, te midden van een bosrijk gebied, door duizenden krijgsgevangenen en dwangarbeiders uit België, Nederland, Frankrijk en Rusland. De bunker is kolossaal en indrukwekkend door zijn omvang en de gebruikte technieken. In dit monster complex werden de eerste afschrikwekkende V2-raketten gemonteerd en gelanceerd. Al deze activiteiten bleef niet onopgemerkt. In augustus 1943 wordt de bunker voor de eerste maal gebombardeerd door de Royal Air Force van de Britse luchtmacht. De sporen zijn nog duidelijk zichtbaar. Er ontstond een krater van 42 meter doorsnede en een diepte van ongeveer 18 meter.

 

De lanceerinstallatie verhuisde naar La Coupole. Omdat er geen V2-raketten meer konden gelanceerd worden werd er een laboratorium ingericht voor het produceren van een vloeibare zuurstof, de brandstof voor de V2- raket. Na een nieuw bombardement op 27 juni 1944 vluchtten de Duitsers terug naar Duitsland. Vanaf 1973 werden de deuren geopend voor bezoekers. Na het winkeltje wandel je langs een pad tussen de natuur met divers oorlogsmateriaal: legervoertuig, kanonnen, een éénpersoonsduikboot...etc. Info krijg je langs luidsprekers, zelfs in het Nederlands.

Twee treinwagons langs een wandelpad nodigen uit om in te stappen. In deze veewagons was plaats voor acht paarden in de breedte of veertig staande mensen. Zij werden in de Tweede Wereldoorlog gebruikt voor het vervoer van gedeporteerden naar concentratie- en vernietigingskampen. Mannen en vrouwen waren in deze rijdende gevangenissen gestuwd. De luiken waren dicht gespijkerd en met prikkeldraad omgeven om ontsnapping te vermijden. Op de grond lag stro. Slechts 5% van de gedeporteerde Joden en zigeuners keerden in 1945 levend terug. Rechts van de wandeling bestaan nog kraters die door het inslaan van bommen ontstaan zijn. In sommige blijft het water staan waardoor het kunstmatige vijvers zijn. Er is zelfs nog een 45 meter lange lanceerrail met een V1 te zien.

 

Het is 17:30u. Tijd om naar huis terug te keren. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto’s: Rina Meurs.

















16-06-2016 om 20:12 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
03-06-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.La Douce France

Dag 3. Donderdag 28 april 2016.

 

Na het ontbijt vertrekken we naar Saint-Etienne-au-Mont. Vanaf ons hotel is het nauwelijks een half uur rijden. Alhoewel de zon schijnt wijst de buitentemperatuur slechts 5° Celsius aan. Te fris voor de tijd van het jaar zou onze weerman zeggen. Onderweg houden we halt in het oude dorpje Licques dat in de vallei ligt van het riviertje de 'Hem'. Op de gemeentelijke begraafplaats bevinden zich twee Britse oorlogsgraven uit WOII. We staan voor de kerk die in 1132 als abdij werd ingewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Het kerkje werd in de loop der eeuwen verschillende malen verwoest en opnieuw hersteld. In 1795 sloeg het noodlot opnieuw toe. Door bliksem getroffen stortte de toren en een deel van het koor in. Wat overbleef, het schip, is de huidige kerk die nu dienst doet als parochiekerk. Het gemeentehuis en de pastorie zijn ook abdijgebouwen uit de 18e eeuw. Het monument, bij de kerk, werd ingehuldigd op 31 juli 1910. Het herdenkt de vijftien kinderen van het dorp die de dood vonden tijdens de Napoleontische oorlog van 1801-1815. Verder vermeld het monument ook slachtoffers van de Algerijnse oorlog die plaats vond tussen 1834 en 1849, de Krimoorlog van 1856 en de Mexicaanse oorlog van 1863-64, en als laatste nog acht gesneuvelden van 1870-71.

Tegenover dit monument staat het marmeren monument, opgericht in juli 1928, dat de inwoners van het dorp herdenkt die zijn omgekomen tijdens de beide Wereldoorlogen. Het wordt geflankeerd door een soldaat en een geknielde troosteloze moeder. Drie enorme obussen bakenen de hoeken af. We rijden verder langs een heuvelachtige streek met een afwisselend kleurenpalet. Over het algemeen kleurt de grond groen, maar ook bruin van pas omgeploegde aarde, hectaren geel van de koolzaadbloemen en soms kleurt de grond rood van de klaprozen. De skyline vertoont een bomenrij bovenop een heuvel. Tussen de hardnekkige bewolking probeert de zon door te dringen.

 

De gemeentelijke begraafplaats van St-Etienne-au-Mont ligt naast de D940 op een steile heuvel. Oude en nieuwe graven liggen afwisselend naast elkaar. Tussendoor werden dan nog familietombes gebouwd. Verschillende oude graven zijn scheefgezakt en totaal verwaarloost. Ze staan op eeuwigdurende grond en er wordt geen werk van gemaakt. Links achteraan zien we onmiddellijk de witte pagode die als ingangspoort dient voor de 160 grafzerken waar Chinese en enkele Zuid-Afrikaanse 'sjouwers' begraven liggen. Deze mensen werden ingedeeld in het Labour Corps. Ze stonden tijdens de beide Wereldoorlogen onder militair gezag om logistieke taken uit te voeren. Na WOI helpen nog 80.000 koelies, Chinese landarbeiders, mee aan het ruimen van de slagvelden en het begraven van gesneuvelde soldaten op het front.

 

We rijden verder door een glooiend landschap met afwisselend diepe valleien en schilderachtige oubollige dorpjes. Af en toe zien we een tractor op een boerenlandschap. Balen hooi worden vakkundig op een oplegger geladen. Het eerste veevoer van het jaar wordt binnengehaald. Onze volgende halte is de grootste Britse militaire begraafplaats in Frankrijk op de D940 te Etaples. Langs een indrukwekkend groen pad betreden we de dodenakker. Gedurende de Eerste Wereldoorlog was de streek rondom het vissersdorp Etaples de grootste Britse militaire basis in Frankrijk. Er was een trainingskamp voor rekruten uit de landen van het Britse Rijk. Miljoenen soldaten deden de veertig kazernes aan alvorens naar de slagvelden te vertrekken. Er was een medisch complex met 20.000 bedden, verdeeld over een twintigtal veldhospitalen. Ze werden gebouwd door lokale Franse vrijwilligers, het Labour Corps van China, India en Afrika, en Duitse krijgsgevangenen. Op 13 mei 1915 werden de eerste doden begraven. De begraafplaats werd steeds opnieuw uitgebreid, totdat deze uiteindelijk 6 hectare groot was. Ze werd aangelegd voor de mannen en vrouwen die stierven in het hospitaal of tijdens hun actieve dienst in het kamp. Meer dan 10.700 WOI personeel van Australië, Canada, Nieuw Zeeland, Zuid-Afrika en Groot Brittannië werden hier begraven. Meer dan 660 Duitse militairen vonden hier een laatste rustplaats, de meeste werden van het slagveld geëvacueerd en hier verzorgt. We zien eerst slechts het 'Cross of Sacrifice' boven de heuvel uitsteken. De 'Stone of Remembrance' wordt geflankeerd door twee monumentale poortgebouwen. De hoeken hebben elk een gemetste cilinder in de vorm van een vaandel. Ter hoogte van het kruis kunnen we de volledige begraafplaats overzien en moeten we toch even slikken. Beneden ons, in een enorm groot dal staan de wit roze marmeren zerken van 11.552 gesneuvelde soldaten waarvan er 73 niet meer geïdentificeerd konden worden. Dit is tevens de laatste rustplaats van 20 vrouwen, verpleegsters, vrijwillige burgers van het YMCA en een organisatie van de Schotse kerkgemeenschap die tijdens de uitoefening van hun werk werden gedood door vijandelijke luchtaanvallen of door ziekte. Een goederentrein naast de begraafplaats verstoort de stilte. Tussen de vele verschillende soorten bomen bloeien de wilde hyacinten en narcissen. Vinken zingen hun bekende deuntje hoog in de kruin van een boom. Links achteraan vinden we de eenzame zerk van het 'Chinese Labour Corps'. Vervolgens houden we halt bij het perk met Indische gesneuvelden. Tussen de Britse zerken werd een Belgische militair begraven onder een Belgische grafzerk. Ook hij werd in één van de hospitalen verzorgt, maar bezweek aan zijn verwondingen. Soldaat François De Gendt, mort pour la Belgique. Ook na de wapenstilstand van 11 november 1918 werden nog soldaten begraven. We zien jaartallen van 1919 en zelfs nog later. Alle zerken hebben te lijden van de natuurelementen. Rechts achteraan vinden we een volledig plantsoen met Duitse zerken. Telkens met twee namen. Ook deze zerken worden vernieuwd indien nodig. Ze hebben vooral veel te lijden van de boomsappen.

Ook tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er in Etaples hospitalen ingericht. Hun doden werden eveneens op deze begraafplaats bijgezet van januari tot mei 1940. In totaal 119 soldaten waarvan er 38 niet meer geïdentificeerd konden worden.

 

Het wijst ondertussen 11° Celsius aan. De zon schijnt en de bewolking lijkt stilaan op te lossen. We rijden Le Touquet Paris-Plage binnen. Deze mondaine badplaats ligt aan de monding van de Canche tussen bos en zee. Op het kruispunt Boulevard de la Canche/Avenue du 18 juin bevind zich de gemeentelijke begraafplaats. Al van ver zien we de gigantische graftombes boven de rode bakstenen muren uitsteken. Heel de begraafplaats is netjes onderhouden. Voorbij de ingang, links, staan in tegenstelling tot andere Franse begraafplaatsen, geen witgekalkte kruisjes maar vierkante tegels. Ze werden in een hoek van 45° geplaatst met de namen van Franse gesneuvelde militairen. Er is één tegel van een Belgische soldaat die in dienst van Frankrijk sneuvelde. Jules De Mulder 10 oktober 1918. Nog meer verspreid over de begraafplaats staan nog meer zerken van Franse militairen. Ditmaal geen tegels maar opstaande zerken van 100 jaar oud. De tekst is bijna onleesbaar. Sommigen hebben nog een bloemenperk met rode tulpen. In het midden van de gemeentelijke begraafplaats werd een monument opgericht voor alle slachtoffers van de beide Wereldoorlogen. Rechts van de ingangspoort vinden we de bekende zerken van de Commonwelth War Graves Commission. Er liggen 139 geïdentificeerde Britten en drie Australiërs die voor hun verwondingen verzorgd werden in het hospitaal dat zich tussen oktober 1914 en juli 1918 in het dorp gevestigd had. De soldaten bezweken aan hun verwondingen tussen november 1914 en april 1916.

 

We laten de auto op de parking staan voor de begraafplaats. Van hieruit wandelen we naar de Boulevard de la Plage voor een strandwandeling. Een mooie rustige wandeling langs een natuur domein met zoetwaterplassen waar wildwatervogels het naar hun zin hebben. Een kijkhut is in de nabijheid. Het is heerlijk in het zonnetje. We verlangen naar een terrasje voor een natje en een droogje. Maar het is hier niet de Belgische kust. Links op de Boulevard staan uitsluitend hotels en appartementsblokken zonder cafés of restaurantjes. Het 'Le Touquetstrand' is twee kilometer lang en zalig om er te slenteren. Hier kan je wel op enkele strandcafés iets eten of drinken. Wel prijzig. We nemen een zijstraat met winkeltjes en vinden een gezellig restaurant waar we lekker kunnen eten en drinken. Het is dan 14:00u geworden.

 

Om 16:00u zijn we terug bij onze auto en rijden richting hotel. In Le Portel maken we dan weer een korte wandeling. Er staat hier een strakke wind. Le Portel werd onafhankelijk in 1856 en werd hier een toeristische stad omwille van de doortocht van Napoleon. De stad was ook lange tijd een plaats van vissers en zeelieden. Het monument van 'Onze-Lieve-Vrouw van Boulogne' op de wandeldijk dateert van 1921 en werd onlangs weer mooi opgeschilderd. We tornen op tegen de wind opzoek naar een terras om iets te drinken. Maar ook hier vinden we aan de zeedijk geen gelegenheid om een terrasje te doen. Er is trouwens te veel wind en houden het voor gezien. Verder naar het hotel maar stoppen in het kleine centrum van Clerques bij de oude kerk. De St. Bartholomeuskerk dateert van de 13e eeuw en wordt nog steeds omgeven door een begraafplaats met eeuwenoude zerken. Het dorp telt slechts 213 inwoners en maakt deel uit van het arrondissement Sint-Omaars (Saint Omer). We nemen nog een laatste foto van een reusachtig stenen beeld van een landbouwer die met de hand de akkers bezaaid. Het is het symbool van de vriendschap tussen de twee dorpen, Clerques en het Belgische Klerken. Tot morgen!













03-06-2016 om 09:55 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
14-05-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.La Douce France

Dag 2. Woensdag 27 april 2016.

We worden al vroeg wakker na een rusteloze nacht. Het gekraak van de oude molen is storend voor de nachtrust. De muren zijn flinter dun en we konden het gesnurk van de buren in ons bed mee beluisteren. Het ontbijt was behoorlijk, niets speciaals. De koffie was heerlijk en warm. Dat maakt het ontbijt helemaal af. Vandaag staat Souchez op het programma. Vervolgens La Targette en als laatste Neuville-Saint-Vaast. Peace of cake. Toch?

 

Het weer is iets aangenamer dan gisteren. Minder wolken en dat leidt tot meer zonneschijn. Er is ook minder wind. Behalve op de open vlaktes. Daar trekken we terug een muts over ons hoofd en de regenjas tot tegen de kin dichtgeritst. De omgeving heeft talloze kleine schilderachtige dorpjes. Sommigen worden opgesmukt met lentebloemen. Enkele woningen zijn aftands en lijken verlaten. Misschien heeft dat alles nog te maken met de beide Wereldoorlogen. Deze streek werd ernstig getroffen en er zijn weinig gebouwen ouder dan de jaren twintig van vorige eeuw.

 

Onderweg mogen we genieten van vergezichten. Een golvend landschap ontvouwd zich voor ons met een lappendeken van kleuren. Hectaren landbouwgrond kleurt geel van het koolzaad. Onze eerste halte, langs de grote baan, is in de kleine gemeente Quercamps. In het verleden had het dorp een Vlaams klinkende naam; 'Kerskamp'. Op de 'Place de L'eglise' werd in 1926 een monument opgericht ter ere van de gesneuvelde soldaten van 1914-1918. Na WOII werd er een stenen plaat op bevestigd ter herinnering aan enkele burgerslachtoffers van Quercamps. Ook werd een stenen plaat bevestigd met een hulde betuiging voor de gesneuvelde kameraden van 'La Section C.A.T.M.' gesneuveld in Noord-Afrika 1951-1962. Het gemeentehuis lijkt op een gerenoveerde boerderij. Nu is het een huis in de rij. Op de kleine begraafplaats, naast de kerk 'Notre Dame' rust een Britse militair uit de Eerste Wereldoorlog.

 

Onderweg, in het centrum van een dorp, vinden we een benzinestation. Dit laat ik niet passeren en tank de auto vol. Het is iets meer dan 20 eurocent de liter duurder dan bij ons in België. Het golvend landschap brengt ons door Mussent langs de D77. In een afgebakende weide treffen we nog twee enorme kraters aan. In de Westhoek staan ze gewoonlijk vol water en zwemmen er eenden in. Hier zijn de putten droog en groen gekleurd. Drie kwartier later zijn we in Estrée-Blanche en ook hier houden we halt voor het oorlogsmonument dat zijn inwoners herdenkt die zijn omgekomen tijdens de beide Wereldoorlogen. Het gebeurt niet vaak maar hier kunnen we de kerk met een bezoek vereren. Het altaar wordt helder verlicht door de kleurrijke glas-in-loodramen. Naast de kerk staat de Calvarieberg.

 

Omdat we onderweg groene pijlen zien van de CWGC, volgen we ze soms. Maar dat kan tot verrassingen zorgen. We komen in een smalle straat en op het einde staat een verbodsbord dat ons belet verder te rijden. Parkeerplaats is er niet voorhanden. Terug rijden en onze weg vervolgen. Weer volgen we, even verder, een bordje naar een begraafplaats van de Commonwealth War Graves Commission. Het bord leidt ons linksaf op een grindpad, net breed genoeg voor een voertuig. Plots trap ik hard op de rem. Na een scherpe bocht sta ik voor bergen puin. Midden op ons pad. Geen begraafplaats te zien. In de verste verte niet. We houden het voor gezien. Terug naar de grote weg, richting Souchez.

 

In Aix-Noulette, op de weg naar Souchez staat het arduinen monument van het 158e Infanterie Regiment van Lorette. De inscriptie luidt, vrij vertaalt: 'Dit monument is opgericht door de overlevenden van het 158e Infanterie Regiment ter nagedachtenis aan de doden die gevallen zijn tijdens WOI in de zone van Lorette'.

 

Souchez blijft vanaf oktober 1914 vrijwel een jaar in Duitse handen. Op 25 september 1915 wordt het dorp definitief overgenomen door de Franse troepen. Souchez is na de wapenstilstand echter in een vergevorderde staat van verwoesting. Het puinruimen begint in 1919 en het blijkt een omvangrijke opgave. In november 1921 is er slechts iets meer dan de helft van de oorspronkelijke bewoners teruggekeerd naar het dorp, waar ze tijdelijk worden opgevangen in houten barakken.

 

Op de Rue Carnot in Souchez houden we halt tegenover de gemeentelijke begraafplaats van Souchez. Het grote monument, met een bronzen beeld van een alpenjager, werd opgericht ter ere van de Division Barbot. Generaal Barbot, vooraan op het monument, werd gedood tussen Carency en Cabaret Rouge door een granaatscherf. Dit monument, dat in mei 1937 werd onthuld, is een eerbetoon aan deze commandant van de 77ste Alpendivisie. Ernest Barbot (1855-1915) was heel populair bij de soldaten. Hij werd de 'Redder van Arras' genoemd vanwege zijn hardnekkige weerstand tegen het Duitse leger in de voorsteden van Arras in oktober 1914. Hij ligt begraven op de militaire begraafplaats van Notre-Dame-de-Lorette gewoon onder een wit soldaten kruis.

 

Naast de gemeentelijke begraafplaats werd de 'Memorial Depertemental' gebouwd. Het monument is een hommage aan de gesneuvelde militairen die gestorven zijn voor Frankrijk in de jaren 1952 – 1964. Alle gesneuvelden zijn afkomstig uit Noord-Afrika: Algerijnen, Tunesiërs en Marokkanen.

 

Als we bijna uit het centrum zijn van Souchez stoppen we bij de Britse begraafplaats 'Cabaret Rouge'. Langs het imposante toegangsgebouw betreden we één van de grootste dodenakkers in de regio. Er staan maar liefst 7.665 grafzerken van militairen uit de Eerste Wereldoorlog waarvan er maar liefst 4473 niet meer geïdentificeerd konden worden. De zerken worden overschaduwd door verschillende soorten loof- en dennenbomen. De viooltjes bij de graven werden net aangeplant. Over het algemeen staan de zerken dicht tegen elkaar. Hier en daar werd een zerk verwijderd. Waarschijnlijk door familieleden die hun dierbaren dichter bij huis wilden herbegraven. Alleen de zerken met het opschrift: 'Known unto God' zullen nooit verdwijnen. Zij blijven familie loos achter. Alleen God weet wie ze zijn. Voor de Eerste Wereldoorlog stond op deze plek het café 'Le Cabaret Rouge'. Het etablissement werd totaal van de kaart geveegd. De begraafplaats werd van maart 1916 tot augustus 1917 in gebruik genomen. Nadien werd de dodenakker verder aangevuld met meer dan 7.000 slachtoffers van het slagveld van Arras en van 103 kleinere begraafplaatsen uit Nord-Pas de-Calais. De begraafplaats bezit één Brits slachtoffer van WOII.

 

We rijden verder met op de achtergrond de gebouwen van de grootste Franse militaire begraafplaats en de herdenkingsmuur 'Notre-Dame-de-Lorette'. Deze dodenakker hebben we in september 2015 bezocht. De nationale begraafplaats van Lorette verzamelt de resten van 40.000 slachtoffers, afkomstig van 150 begraafplaatsen uit de Westhoek en de Artois. 22.000 onder hen werden nooit geïdentificeerd. Tegenover de militaire begraafplaats ligt de 'Herdenkingsmuur', een monument voor de 580.000 soldaten van alle nationaliteiten die tijdens de Eerste Wereldoorlog het leven lieten in Noord-Frankrijk. Deze 'Herdenkingsring' werd ingehuldigd op 11 november 2014. In de oorlogskrant 'Gazet van Brussel' van Zondag 17 en Maandag 18 januari 1915 lezen we een: 'Ambtelijk bericht uit Berlijn van 15 januari 1915': “Fransche aanvallen beiderzijds Notre-Dame de Lorette, ten N.-W. Van Atrecht, werden door onze troepen afgeweerd”.

 

Tussen Souchez en Neuville-Saint-Vaast houden we halt naast de weg voor twee monumenten schuin tegenover elkaar. Beiden bewijzen de laatste eer aan vrijwillige rekruten van het Franse leger. Door samen, aan de zijde van Frankrijk, te vechten bestrijden ze het Duitse en Oosterijks-Hongaarse imperialisme, waaronder Polen en Tsjecho-Slowakije, hun landen van herkomst, lijden. De Tsjechische vrijwilligers namen deel bij het Franse offensief in de Artois dat op 9 mei 1915 begon. Velen van hen komen om op het slagveld. Het monument bij de ingang herinnerd aan de vaandrig Karel Berdicek, gedood op de eerste dag van de slag. Op deze begraafplaats rusten 70 militairen uit WOI en 136 slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog.

Het 'Mémorial des Polonaiskruis' aan de overzijde van de straat werd opgericht dankzij schenkingen van Poolse inwoners uit Pas-de-Calais. Een monument voor diegenen die gevallen zijn voor de verrijzenis van Polen en de zege van Frankrijk. Het kruis werd verwoest in 1940 en door een storm in 1967. Het werd meteen weer opgebouwd.

 

Nog een korte stop in het centrum van Neuville-Saint-Vaast bij het monument van de gesneuvelden. Gestorven voor Frankrijk tijdens de beide Wereldoorlogen. Vooraan werd een podium geplaatst met daarop een kunstwerk in verroest metaal. Het lijkt op een taart met enkele verdiepingen. Een Franse tekst rondom om die moet herinneren aan 1O december 1915. Het gemeentehuis in de bocht heeft klasse. De kerk met de enkele torenspitsen is eveneens een bezoek waard. Het is bijna 13:00u, nog 3km tot Thélus. Een ander oorlogsbericht verscheen in de 'Gazet van Brussel' van Woensdag 19 januari 1916. Een ambtelijk bericht: “Fransche – Op hoogte 119, ten noordoosten van Neuville-St-Vaast, vernielde een onzer mijnen een kleine post”.

 

Nog voor we het centrum verlaten van Neuville-Saint-Vaast parkeren we bij de gemeentelijke begraafplaats. We worden aangetrokken door een opmerkelijk monument, achteraan de begraafplaats. Een infobord legt uit: 'Roland Dorgelés' is een Fransman (1885-1973), die dienst nam in augustus 1914. Hij hield aantekeningen bij en na de oorlog schreef Roland een boek als eerbetoon aan zijn gesneuvelde makkers. 

 

Als we verder rijden zien we onmiddellijk het 'Cross of Sacrifice' dat behoort bij de begraafplaats 'Crater Zivy'. Er staan geen bordjes naartoe. Langs een zand en grindweg bereiken we de krater. Een prachtige mijnkrater zonder zerken als laatste rustplaats voor gesneuvelde militairen. Vier Canadese divisies, voor het eerst verenigd in hetzelfde legerkorps, bestormen op 9 april 1917 de door het Duitse leger zwaar verdedigde heuvelrug van Vimy. De officier van de bergingsdienst gebruikt twee oude mijnkraters aan de voet van de heuvels om een honderdtal gesneuvelde soldaten te begraven. Beide kraters zijn zoals alle militaire begraafplaatsen van het Gemenebest voorzien van een keurig onderhouden  gazon, maar zijn met opzet in hun unieke vorm gelaten. Bij het kruis werden de namen in de stenen gegraveerd van de 48 Canadese soldaten. Onder het gras liggen ook nog twee onbekende Canadezen en drie soldaten waarvan men totaal niets weet. Zelfs het regiment niet. De Lichfield krater bevindt zich bij het gehucht 'Le Vert-Tilleul' te Thélus. We spurten naar de auto. Een felle regenbui barst los, vergezelt van hagel en smeltende sneeuw. Enkele minuten later is de bui verdwenen. En wij ook.

 

Nog steeds in Neuville-Saint-Vaast komen we bij een opmerkelijk monument dat opgebouwd werd als herdenking aan Ernest Petit (1889-1964). De initiatiefnemer voor de wederopbouw van Neuville-Saint-Vaast. Het dorp werd tijdens WOI totaal verwoest. Uit het monument, dat het puin van het verwoeste dorp moet voorstellen, steekt een opgestoken arm met een brandende toorts. Het werd op 20 oktober 1932 ingehuldigd.

Naast het monument vinden we de grafzerken van twee jonge soldaten. De eerste grafzerk is van Nouette-D'Andrezel Charles Alphonse Henri. Geboren op 10 september 1894 en gestorven tijdens WOI in Neuville-Saint-Vaast op 25 september 1915. Hij was luitenant van het 36e Regiment-Infanterie Divisie.

De tweede grafzerk werd opgedragen aan de jonge onderluitenant Henri Millevoye. De inscriptie luidt: 'Vijf jaar lang lag luitenant Henri Millvoye hier. Hij behoorde tot het 74e Regiment Infanterie. Hij stierf voor Frankrijk op 25 september 1915'. Hij werd herbegraven in het familiegraf in 1920 op de begraafplaats in Abbeville's. Een laatste oorlogsbericht komt uit de krant van Woensdag 22 september 1915 uit het Belgisch Dagblad. 'Van het Westelijk front schreef het Fransche legerbericht': “In den sector Neuville wierpen de Fransche batterijen met goed gevolg een hagel van projectielen op de Duitsche stellingen ten oosten van den weg van Bethune”.

 

Even later bevinden we ons op de Britse begraafplaats 'La Targette'. Een Franse en een Britse begraafplaats pal naast elkaar. Neuville-Saint-Vaast ligt aan de weg van Arras naar Lens en was in 1915 en in 1917 het middelpunt van een woelig strijdtoneel. In maart 1916 lossen de Britten het 10e Franse leger af in de zone van Arras. Op 9 april 1917 bestormen vier Canadese divisies de heuvelrug van Vimy. De 2e divisie volgt de operaties op de voet vanuit het vooruitgeschoven hoofdkwartier bij Aux-Rietz. Een derde van de soldaten op deze begraafplaats hoorden bij de artillerie korpsen die aan dit offensief deelnamen. We nemen de toegang naast het 'Cross of Sacrifice'. De zerken liggen een niveau lager. De 'Stone of Remembrance' werd tussen twee schuilgebouwen geplaatst. Na 11 november 1918 werden 16 graven uit de omgeving op deze dodenakker herbegraven. Na WOII werden drie Britten (waarvan 2 niet werden geïdentificeerd) bijgeplaatst. In totaal rusten 641 gesneuvelde soldaten op de begraafplaats waarvan 41 niet meer herkend werden.

 

Naast de Britse begraafplaats ligt de Franse militaire 'Nécropole nationale de la Targette'. De strak opgestelde kruisen steken af tegen de verzorgde Britse begraafplaats. Op 9 mei 1915 begint het Franse leger een groot offensief tegen de Duitse stellingen in de heuvels van Artois. De inname van Neuville is een hoofddoel. De Duitsers beschermen het dorp echter met vier verdedigingslinies. De Franse troepen overwinnen het dorp in een felle strijd die tot 17 juni 1915 duurt en duizenden mannen het leven kost. Hier rusten 12.210 slachtoffers. De begraafplaats werd gestart in 1919 om de gesneuvelden die verspreid lagen rond Neuville te begraven. Na WOII werden nog 767 Franse slachtoffers begraven. Tevens werden nog 169 Belgische militairen in massagraven begraven. Achteraan werden drie monumenten opgetrokken bij drie massagraven. Het rechtse is het Franse massagraf met de namen van wie ze denken die hier begraven ligt. In het middelste massagraf rusten 225 onbekende Franse soldaten van 1939-1945. Voor het linkse monument rusten 3.212 lichamen van onbekende soldaten, gestorven voor Frankrijk tijdens 'De Groote Oorlog'. Op de parking naast de dodenakker staat een infobord. Goed dat we erheen stappen onder het 'genot' van een malse regen- en hagelbui. Aan de andere zijde van de parking werd in 2015 een 'Verbroederingsmonument' opgericht. Als herdenking ter ere van kerst 1914 toen Duitse en Britse soldaten spontaan uit de loopgraven kwamen om samen kerst te vieren en een voetbalmatch speelden. Dit tot ergernis van hun officieren. Een infobord vertelt er alles over, zelfs in het Nederlands: “Kleurrijke en heldere silhouetten wachten als hoopvolle lichtpuntjes tot ook u uit een loopgraaf klimt om met hen te verbroederen, in het midden van een tuin geïnspireerd door de culturen van verschillende landen die hier vandaag verenigd zijn”.

 

De Duitse begraafplaats 'Maison Blanche' ligt een heel eind van het centrum Neuville-Saint-Vaast. Het is de grootste Duitse begraafplaats in Frankrijk. De Fransen leggen deze dodenakker aan na het einde van de Eerste Wereldoorlog. 44.833 Duitse soldaten die in de Artois gesneuveld waren kregen hier een laatste rustplaats. 8.040 konden niet meer geïdentificeerd worden en werden verenigd in een massagraf. Bij de ingang staat een kruis met een Frans opschrift. Vertaalt lezen we: 'Vrede aan mensen van goede wil'. Een bord bij de ingang waarschuwt voor enkele bomen op de begraafplaats. Door de felle rukwinden bestaat de kans voor rondvliegende takken. De bomen werden gemerkt met een rood wit lint. In tegenstelling tot andere Duitse begraafplaatsen in de Westhoek hebben we hier rechtopstaande kruisjes. Telkens met twee of vier namen van Duitse slachtoffers. Een reisbus stopt eveneens op de parking. Canadese schoolkinderen van een jaar of tien bezoeken onder begeleiding de Duitse begraafplaats. Grote basalten kruisen staan links van de ingang. 37 rechthoekige tegels werden ervoor gelegd. Er werden maar liefst +/- 26 namen in elke tegel gegraveerd van gesneuvelde soldaten. Militairen waarvan men weet dat ze gesneuveld zijn maar hun lichaam werd nooit gevonden. De anders gelovigen hebben een zerk waarop steentjes werden gelegd. Af en toe vinden we nog een horizontale tegel in het gras. Er werden telkens twee namen in gegraveerd. Weer en wind hebben het ingegraveerde al verweert en maken het moeilijk om nog iets duidelijk te lezen. Enkele bomen met witte bloesem fleuren de trieste begraafplaats op. Het monument in het midden van de begraafplaats werden de eerste woorden van het gedicht gegraveerd van Uhland, een beroemde Duitse dichter: 'Ich hatt einen Kameraden'.

 

Onderweg terug naar ons hotelletje in Clerque rijden we opnieuw door het dorpje Ferfay. Een ruïne trekt onze aandacht. Het lijkt op een kapel of een grote graftombe. In ieder geval, het gebouw is totaal verwaarloost. De gietijzeren poort voor de 'kapel' belet ons de toegang. Door de tralies zien we levensgrote beelden opzij van de ingang. De namen zijn nog zichtbaar: 'Saint-Joachim en Sainte Melanie. Hier en daar is het gebouw gestut. De kapel werd gebouwd in 1826 in opdracht van graaf Joachim d'Hinnisdal en zijn echtgenote Melanie Villeneuve-Tourotte. De kapel ligt tegenover de kerk aan de Brunehaut in het park van het kasteel dat tijdens WOII volledig werd verwoest. De gebedsplaats werd gebruikt voor de erediensten en herbergt de graven van opeenvolgende telgen van Ferfay. De laatste begrafenis vond plaats in januari 2002. Alleen de duiven hebben nog vrije toegang tot de kapel.

Om 17:00u zijn we terug in ons hotel waar we op ons gezamenlijk terrasje nog van het zonnetje mogen genieten. Tot morgen.





















14-05-2016 om 16:09 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
10-05-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.La Douce France

Dag 1,

De Eerste Wereldoorlog blijft tot onze verbeelding spreken. Na twee jaar de Westhoek te hebben doorkruist van noord naar zuid en van oost naar west is het tijd om verder af te zakken naar Frankrijk. Het grondgebied, Frankrijk, is bijna vijf keer zo groot als dat van België. In sommige streken kan je als wandelaar urenlang ronddwalen zonder een sterveling te zien. Des te meer profiteer je van de weidse uitzichten en de stilte rondom om. Ook als fietser kom je hier aan je trekken. Alleen al in Pas-de-Calais zijn er 60 fietslussen, 4 véloroutes, 2 Eurovélo lange afstandsroutes en 4 'voies vertes' (groene routes) die het fietsplezier garanderen in deze regio. Je wordt nergens zo goed verwent als in Nederland en België met zijn knooppuntennetwerk, themaroutes, fietscafés en noem maar op, maar er wordt aan gewerkt. Het fietspadennetwerk wordt elk jaar sterk uitgebreid. Wij komen echter niet om te fietsen. De regio is sterk heuvelachtig en een ander excuus is dat de locaties die we willen bezoeken nogal ver uit elkaar liggen.

 

Wij, Rina en Luc, rijden op dinsdag 26 april 2016 met de auto naar Artois, het westen van Artois. We vertrekken rond 08:00u in Ekeren bij een frisse temperatuur van 4°C. Te koud voor de tijd van het jaar zeggen Frank en Sabine, onze weerprofeten. Het regent en er staat een strakke wind van 3 tot 4 beaufort. Maar, hoe meer we de kust naderen hoe droger het wordt. Daar tegenover staat dan dat de wind aanwakkert van 5 naar 6 beaufort. Je kan niet alles hebben.

 

Tijdens WOI wordt in de regio Artois zwaar gevochten tussen Duitse en Franse soldaten. De Britten komen de Franse strijdkrachten versterken en bieden het hoofd aan de Duitse legers op het eind van 1914. De hoop op een snelle overwinning vervaagt snel. Het is het begin van een langdurige statische uitputtingsslag. Het front strekt zich uit tussen Vlaanderen en Picardië. Ons doel is de verschillende begraafplaatsen, museums en monumenten te bezoeken van WOI. De begraafplaatsen alleen al in deze regio herinneren aan de gruwelen van de gevechten die zich hier afspeelden. Maar ongewild worden we ook geconfronteerd met de ellende van WOII.

 Bij Calais schijnt de zon tussen de witte wolken, maar de wind blijft gestaag duwen. Calais is een grote stad en heeft één van de belangrijkste havens voor personen- en goederenvervoer van en naar Engeland. De stad werd tijdens WOII bijna volledig verwoest. Na Calais kronkelt de weg langs de kust. Onze eerste stop wordt Sangatte.

 

Ten westen van Calais parkeren we, heuvel af, naast de rode gemetste muur van de gemeentelijke begraafplaats van Sangatte. Het is 11:00u en de temperatuur duid 7°C aan. Op deze dodenakker 'Les Baraques' werden Britse militairen begraven van 1917 tot en met 1921. De meeste zerken werden pas vernieuwd of gerenoveerd. De slachtoffers van het 'Chinese Labour corps' dateren bijna allemaal van 1919. De Chinese arbeiders waren een niet gewapende afdeling van het Franse en Britse leger. Ze werden voornamelijk ingezet voor het uitvoeren van taken ter ondersteuning van de troepen. Waaronder: wegen aanleggen, eten maken, slachtoffers begraven of terug opgraven, etc. Tegen de rode zijmuur staan de zerken van Duitse militairen. Elke zerk vermeld twee namen van gesneuvelde soldaten. Verder vinden we nog zerken van Indische en Egyptische slachtoffers die hier een laatste rustplaats hebben gekregen. Op de begraafplaats rusten 1.303 gesneuvelden van WOI. Verder vinden we meer dan 250 zerken van andere nationaliteiten. De dodenakker bezit eveneens zeven slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog. Na de begraafplaats rijden we naar het centrum van Sangatte. Onderweg, op de D940, houden we nog halt voor  het monument van Louis Blériot (1872 – 1936). Het monument werd opgericht als herdenking aan de  beroemde vliegenier Blériot die op 25 juli 1909 voor de eerste keer het kanaal overstak in 37 minuten.

 

We rijden verder naar het centrum van Sangatte. Onderweg nemen we vergezichten vanuit de auto. Je mag hier niet zomaar stoppen om even een foto te nemen. We maken halt bij het oorlogsmonument. Het herdenkt de inwoners van Sangatte die zijn omgekomen tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Het monument werd ingehuldigd op 24 mei 1920. Vlaggenpalen met vaandels van de geallieerden kleuren het plein op. Het gemeentehuis van Sangatte werd opgericht in 1880. Aan de overzijde van de straat ligt een rotsblok met een rood wit geschilderde vlag met een rood eikenblad in het midden. In 1994 werd dit monument voor de Canadezen ingehuldigd naar aanleiding van de 50ste verjaardag van de bevrijding van Sangatte. Op 26 september 1944 verdreven de Canadezen de laatste Duitsers uit het dorp. Een digitaal infobord verwelkomt ons en geeft vervolgens datum, uur en temperatuur weer. Het is net 11:45u en 9°C. Rechts van ons zijn, net als bij ons in Blankenbergen, enkele trappen omhoog tot bij de wandelpromenade. Het is te winderig om naar het water toe te wandelen. Zelfs onverantwoord. Het geeft toch een geweldige indruk als we de witte schuimkoppen op het water zien. Meeuwen trotseren toch de wind en proberen op te stijgen. Bij kalm weer kan je de parelmoerachtige kleur van het water zien. Vandaag dus niet, maar toch is de Opaalkust, van horen zeggen, tussen Pas-de-Calais en Berck-sur-Mer, een adembenemende kuststreek.

 

We rijden verder naar het zuiden. We blijven de kust volgen en houden een korte stop bij het monument van Hubert Latham. Op 27 juli 1909 ondernam piloot Latham een poging om het kanaal over te steken. Hij was nog slechts enkele minuten verwijderd van Dover toen de vliegtuigmotor uitviel en hij verplicht was een noodlanding te maken op zee. Het toestel raakte ernstig beschadigd en Latham werd gewond. December 1911 verliet Latham Frankrijk voor een expeditie naar Congo. Het werd zijn laatste reis. De kranten schreven dat de piloot zou verscheurt zijn door een buffel. Een ander artikel in 1914 meldde dat Hubert Latham zou vermoord zijn door zijn dragers of kruiers. Het officiële onderzoek naar zijn dood doet de doodsoorzaak af met “een tragisch ongeluk tijdens de jacht”.

Wat verder stoppen we op 'Sentier du Blanc Nez', nog steeds in Sangatte. Cap Blanc-Nez en Cap Gris-Nez zijn twee in het kanaal stekende heuvelruggen vanwaar men bij mooi weer de Engelse “White Cliffs” van Dover kan zien. Langs de kust ligt een prachtig gebied waar men kan genieten van golvende, met helmgras begroeide duinen.

 

Het monument 'Dover Patrol' is reeds van ver merkbaar. Op een grote parking, weer op een heuvel, mag je gratis parkeren. Het monument wordt tamelijk druk bezocht. Met een dikke jas, een wollen muts, een sjaal en handschoenen wandelen we in het zonnetje, bij een strakke noord westenwind, langs mooie wandelpaden heuvel op. Even rechtsaf tot op het dak van een enorme bunker uit WOII. Het  zijn echte kunstwerken maar echter niet toegankelijk. We bevinden ons op één van de mooiste sites van onze reis. We hebben een uitzicht van 360° over een groen golvend landschap. Grote infoborden vertellen in verschillende talen, zelfs in het Nederlands, wat zich hier heeft afgespeeld tijdens WOI. “De drie enorme bunkers van gewapend beton brachten de reusachtige kanonnen  Krupp SKC/34 met diameter 406 mm onder. Deze kanonnen hadden een loop van 20 meter lang en een gewicht van 160 ton elk. Ze waren in staat om granaten van een ton af te vuren op de kuststeden van Kent, aan de overzijde van de straat, op een afstand van 40 km. In 1993, werden de bunkers van de artillerie-eenheid Lindemann overstroomd door vloeibare modder afkomstig van de boring van de Kanaaltunnel. De zware artillerie-eenheid Lindemann was een van de krachtigste militaire structuren opgericht door de Duitsers aan de Europese kusten tijdens de Tweede Wereldoorlog. Hij werd ook een symbolisch beeld van de 'Vesting Europa' die door de nazipropaganda voorgesteld werd als zijnde onneembaar, teneinde de moraal van de Duitse bevolking te versterken, om de geallieerde leiders te verontrusten en de bezette bevolkingen aan te zetten tot resignatie. Hij heeft het voorwerp uitgemaakt van heel wat fotoreportages bestemd voor de geïllustreerde nazitijdschriften en de filmactualiteiten verspreid in heel Europa”. Wandelpaden leiden naar de verschillende bunkers, telkens op een ander niveau. Het monument op het hoogste punt, dat omgeven is door oude verroeste ankers, is een herinnering aan Dover Patrol voor hun werk tijdens de Eerste Wereldoorlog. Met een onderzeese uitputtingsoorlog tegen elke vorm van geallieerde scheepvaart probeert het Duitse leger de aanvoerroutes tussen Engeland en het vaste land af te snijden. De gedenknaald op de witte krijtrotsen is opgericht in 1922 ter ere van de 'uitzonderlijke samenwerking tussen de Franse en Britse marine' die via de Dover Patrol het Nauw van Calais hebben weten open te houden. De Dover Patrol begeleidt schepen die troepen, gewonden of materiaal vervoeren, ruimt Duitse zeemijnen en onderhoudt de eigen mijnenvelden tussen de Franse en de Engelse kust. De Dover Patrol leidt ook de aanval op 23 april 1918 om de havens van Zeebrugge en Oostende, waar de Duitse onderzeeboten gelegerd zijn, te blokkeren. “In 1922 werden twee monumenten ter ere van de 'Dover Patrol' opgericht, aan beide uiteinden van de straat. Het Frans Exemplaar werd door de Duitsers opgeblazen tijdens de bezetting van 1940-1944. Een nieuwe obelisk werd opgericht in 1962 en vernieuwd in 2007. Onderaan, een dankbetuiging gericht aan de Franse zeelui die ingelijfd waren in de 'Patrouille van Dover' en om het leven kwamen in de strijd. De tegenhanger staat op het hoogste punt van de kliffen van St. Margaret's Bay, op het grondgebied van Dover. We nemen nog een foto van het schilderachtige dorp Escalles en zijn omgeving. Dan dalen we af naar de auto terwijl hoog boven ons het krijsen van verschillende soorten meeuwen te horen is.

 

In de auto is het gezellig warm. In ons T-shirt rijden we +/- 7km verder naar Wissant. De GPS brengt ons door het mooie dorpje Escalles. Het kleine dorp ligt aan de voet van de Mont d'Ubert.

In Wissant wandelen we tot bij de kerk en het gemeentehuis. Het is druk op het plein met de naam 'Général de Gaulle'. Een grote groep tieners zijn hier met een mountainbike rond het monument verzameld. Een oudere geeft, in de Franse taal, uitleg aan de groep. We besluiten om in het plaatselijke café-restaurant eerst iets te drinken en te wachten tot de fietsers vertrokken zijn. Ook het etablissement is, op een paar stoelen na, volledig bezet door jeugd. Ze komen er, onder begeleiding, iets eten en drinken. Het is ondertussen na één uur. Na ons natje en droogje maken we een wandeling door het gezellige dorpje. Wissant ligt centraal aan de Opaalkust, tussen Cap Blanc-Nez en Cap Gris-Nez. Het gezellige centrum rond de kerk heeft enkele eet- en drankgelegenheden. Het kerkje staat momenteel in de steigers. De deur staat uitnodigend open en daar maken we gebruik van. De glasramen zijn tijdelijk verwijderd voor renovatie. Naast de kerk werd het oorlogsmonument geplaatst met twee miniatuur kanonnen. Alles werd nog niet zo lang geleden opgeschilderd. Het monument herdenkt de inwoners van het dorp die zijn omgekomen tijdens de beide Wereldoorlogen. Op de achtergrond staat het gemeentehuis van Wissant. Vervolgens wandelen we tot bij het plaatselijke toeristenbureau, maar het is nog gesloten tot twee uur. Een pad brengt ons langs menig vakantiehuis, hotel en enkele B&B's. Voorbij het spierwitte beeld van een dolfijn komen we bij de mooie moderne wandelpromenade. Op deze plek is geen strand. Grote ruwe rotsblokken verstevigen de dijk tot aan de wandeldijk. We blijven net lang genoeg om enkele foto's te nemen. De felle sterke noord oostenwind laten het niet toe om lang van de witte krijtrotsen te genieten. De naam Wissant (Wit zand) verwijst naar de Opalen stranden en duidt ook nog op een zekere 'Vlaamse' oorsprong. 

 

Op onze weg naar Wimereux doorkruisen we de gemeente Audinghen. Het dorp werd tijdens WOII totaal verwoest. Op de Route du Mudée houden we halt bij het museum 'Batterij Todt'. Het complex ligt vlak bij aan het kanaal bij Cap Gris-Nez. De bunker werd gebouwd door de Duitse Wehrmacht vanaf augustus 1940 tot januari 1941. Het maakte onderdeel uit van de Atlantikwall. De batterij had kanonnen met een kaliber van 38 centimeter en met een bereik van 55 kilometer konden ze Engeland beschieten. De muren en het dak zijn van gewapend beton en 3,5 meter dik. Op 24 september 1944 bombardeert de RAF voor de eerste maal de bunker. Een tweede aanval volgt op 28 september 1944. Op de ochtend van de volgende dag vallen de Canadese troepen het complex aan met ondersteuning van tanks. Enkele uren later moeten de Duitsers zich overgeven. Het museum in één van de kazematten gaat over WOII en noemt 'Musée du Mur de l'Atlantique'. We volgen de looproute op de grond. Het is verboden te filmen of te fotograferen. Overal hangen camera's. Infoborden geven uitleg. Er is enorm veel militair materiaal in de collectie. We kijken naar een reconstructie van de machinekamer, de barakken waar de militairen sliepen, de wapenkamer enz. Op de verdieping, waar destijds de munitie via spoorlijnkarretjes werd aangevoerd staan nog verschillende militaire materialen ten toon zoals de Tsjechische egels. Dat zijn Duitse hindernissen op de stranden om een mogelijke landing van de geallieerden te voorkomen. Ze maken deel uit van een reeks versterkingsmiddelen: prikkeldraad, aspergeversperringen, Belgische poorten… De meeste van deze obstakels werden aan de voet verankerd. De blikvanger is het enorme Krupp K5 kanon dat op het buitenterrein staat. Het heeft een bereik van 62 kilometer en schiet 238 millimeter projectielen af. Het spoorwegkanon van de marine-artillerie werd gemaakt in Essen (Duitsland) in 1941. Een ander exemplaar wordt tentoongesteld in de Verenigde Staten. Om 15:30u vertrekken we naar Wimereux. De temperatuur is gestegen tot 14°C.

 

Onderweg houden we nog halt in Audresselles. Een favoriet vissersdorp langs de Opaalkust. Het  oorlogsmonument herdenkt de inwoners van het dorp die omgekomen zijn tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Het kruis van Jezus stelt de Calvarieberg voor. De boot staat als voorbeeld van het eeuwenoude vissersdorp Audresselles. Even later zijn we bij het 'Wimereux Communal Cemetery naast de D940, in de Rue Jean Moulin 9, in Wimereux. Na de hoofdingang werd een gedenkplaat bevestigd van luitenant-kolonel John Mc Crae. Heuvel op, achter de gemeentelijke begraafplaats, liggen de zerken rondom het Cross of Sacrifice. Gezien de zanderige grond werden de zerken plat op de grond gelegd. Daardoor hebben ze het hard te verduren. Sommige teksten zijn moeilijk leesbaar. De begraafplaats is trapsgewijs opgebouwd. Er liggen meerdere verpleegsters omdat in de onmiddellijke omgeving een aantal hospitalen waren. Tot 1917 waren er wel 10. Wimereux was ook het hoofdkwartier van het Queen Mary's Army Auxilliary Corps. Dat stelde tussen januari 1917 en november 1918 niet minder dan 57.000 vrouwen te werk als verpleegster, kokkin, ziekenverzorgster enz. Tussen de graven van soldaten en enkele verpleegsters ligt het graf van de Canadese arts en dichter John Mc Crae. In zijn beroemde gedicht 'In Flanders Fields'  schrijft hij over de geïmproviseerde plek waar de omgekomen soldaten rusten. Sindsdien is de Poppy of klaproos het symbool van de herinnering in alle bij het conflict betrokken landen van de Gemenebest. Op deze begraafplaats rusten 2.847 Britse slachtoffers van WOI. Twee van hen konden niet geïdentificeerd worden. Ook vijf Franse soldaten en 170 Duitse militairen hebben hier hun laatste rustplaats gevonden. Daarnaast werden nog 14 slachtoffers begraven van de Tweede Wereldoorlog, zes van hen blijven voorgoed onbekend.

 

We verlaten Wimereux, na een foto van de plaatselijke kerk en de spoorwegbrug met drie bogen die over de rivier met de gelijknamige naam werd gebouwd. De rivier mondt uit in het Kanaal. Het oorlogsmonument herdenkt de inwoners van Wimereux die zijn omgekomen of vermist tijdens beide Wereldoorlogen. Het is druk op de weg. De avondspits is begonnen. Het landschap heeft onderweg groene heuvels dat een sterk Engels karakter heeft. Als laatste, voor vandaag, rijden we naar de 'Rue de l'Aiglon' op de D96E1 voor het 'Terlincthun British Cemetery' te Wimille. Een vrachtwagen van de Commonwealth War Graves Commission, of kortweg CWGC, verhinderd het parkeren voor de begraafplaats. Rechts, naast de dodenakker, is normaal nog plaats voor een auto maar die is bezet. We rijden dan even verder naar het monument van Napoleon die 50 meter hoog bovenop een sokkel staat. De plaats is gezien het late uur afgesloten. We maken dan enkele foto's van de 'Colonne de la Grande Armée'. De hoge zuil is opgedragen aan keizer Napoléon de 1ste. De zuil werd gebouwd tussen 1804 en 1824. Vanaf de top moet men een prachtig uitzicht hebben over zee en het achterland van Boulogne, de Boulonnais… Vervolgens rijden we terug naar de Britse begraafplaats, 'Terlincthun British Cemetery'. De auto is weg en kunnen wij de plaats innemen. De werklui van de Commissie hebben net gedaan met hun werk. Ze reinigen hun materiaal. Het is net 17:00u geworden. Het is een grote begraafplaats met 2.876 geïdentificeerde graven waarvan 2560 Gemenebest graven van WOI. 199 overige graven uit de Eerste Wereldoorlog en 117 Gemenebest graven van WOII. Alle zerken lijken wel nieuw. De bolvormige zerken met een orthodox kruis zijn van Russische militairen. Op een ander perk liggen 46 piloten van de Royal Air Force. Gesneuveld in september 1918 tijdens een bombardement van de Duitse luchtmacht. Alle zerken staan kort naast elkaar. Een monument werd geplaatst naar aanleiding van gesneuvelde soldaten uit de Eerste Wereldoorlog. 49 soldaten van het Britse Gemenebest en twee Duitse militairen werden hier begraven. Ze werden gevonden in Ovillers-La-Boisselle in november 1982. Ze konden niet meer geïdentificeerd worden.

Na ons bezoek rijden we naar ons slaapadres in Clerques. Auberge du moulin d'Audenfort. Onze kamer is mooi verzorgt. Het is een oude gerenoveerde molen en uiteraard kraakt en piept het, toch zeker 's nachts. Een driegangenmenu met een glaasje wijn maakt de dag gewoon compleet. Meer moet dat niet zijn. Tot morgen.





















10-05-2016 om 20:22 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (1 Stemmen)
>> Reageer (0)
22-04-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Goedgemutste Greet-route

Fietsknooppunten: 78-34-12-10-11-35-32-33-31-30-03-04-40-58-13-56-54-96-78.

 

Deze route is officieel 52 kilometer lang. Ze vertrekt bij knooppunt 78, op de hoek 'Hof van Delftlaan' en de 'Sint Lucaslaan' te Ekeren Donk. Vervolgens brengt de rit ons door Brasschaat, Schoten, Antwerpen, en opnieuw door Ekeren om daar te eindigen. Greet Van den Sande, waarnaar deze route is vernoemd, was een lieftallige jonge vrouw die de strijd aanging met haar ziekte. Drie jaar geleden kreeg Greet borstkanker. Een heelkundige ingreep drong zich op. Na de nodige chemo herstelde ze volkomen. Daar waren de chirurgen toch vast van overtuigd. Maar toch… Ze liet de moed niet zakken en stortte zich op haar werk en haar passie: fotografie. Blijkbaar ontsnapte er een minuscule kleine kankercel aan de geneeskrachtige behandeling. Deze cel zette zich na een tijdje vast in Greets hoofd. De cel groeide en werd een tumor. Weer moest de jonge vrouw onder het mes. Maar het kwaad was geschiedt. Er was al een uitzaaiing gebeurt. Ze bleef er tegen vechten zo lang ze kon. Maar het mocht niet baten. Veerle en Danny kwamen regelmatig op bezoek bij ons. We vroegen telkens hoe het met haar nichtje gesteld was. Met een brok in de keel schetste Veerle dan de huidige situatie. Met horten en stoten liet ze weten dat het niet goed meer kwam. Een ijzingwekkende lange stilte volgde dan. Het was moeilijk om over het onderwerp verder te praten. Nog moeilijker om een ander onderwerp aan te snijden… Oudjaar 2015 trok Greet bij haar ouders in. Ze werd er tot de laatste dag omringt door familie en vrienden. Ze werd er verpleegd, met heel veel liefde en zorg van haar ouders Chris en Roger. Ook de mensen van Coda Hospice namen de zorg over om de ouders te ontlasten. Bij palliatieve zorg ligt de focus niet langer op genezing, maar op kwaliteit en comfort. Gelukkig maar. Hoe waardevol de laatste weken ook mogen zijn, het vergt moed en doorzettingsvermogen om een naaste zo te zien aftakelen. Greet Van den Sande, geboren te Brasschaat op 18 juni 1978, overleed in haar ouderlijke woning op 04 februari 2016.  Ze was slechts 37 jaar oud.

 

Familie en vrienden noemden haar: 'Bevlogen, bezield, nieuwsgierig, spontaan, zonder kapsones, moedig, oog voor detail en voor schoonheid, ruimdenkend, goedlachs, bekommerd, sociaal, creatief, lief, geliefd, behulpzaam', …. Op deze manier kunnen haar dierbaren nog uren doorgaan. Doch…, woorden schieten tekort. De nabestaanden blijven niet bij de pakken zitten en slaan de handen in elkaar. Samen met Greets collega's van 'Toerisme Provincie Antwerpen' wordt een fietsroute uitgestippeld, ter ere van Greet. Onderweg zijn er vijf stopplaatsen voorzien die een speciale betekenis hadden in haar leven. Vijf plaatsen om even halt te houden. Even stil staan bij haar leven, bij haar ouders, vrienden, collega's en kennissen. Stil staan bij alle mooie herinneringen die haar dierbaren meedragen in hun hart. Voor altijd.

 

Om de fietsnetwerken in goede staat te houden, doet Toerisme Provincie Antwerpen beroep op een enthousiaste groep vrijwilligers, de 'fietspeters en -meters'. Zij controleren regelmatig een afgebakend deel van het netwerk, signaleren zwerfvuil en wegenwerken, brengen ontbrekende of beschadigde bewegwijzering in kaart, en zijn, kortom, onze ogen en oren op het terrein. Ook Greets ouders, Chris en Roger, waren snel overtuigd om meter en peter te worden van een stukje fietsknooppuntennetwerk.

 

Wij, Rina en Luc, starten deze tocht bij knooppunt 96, op het eind van de Donkweg, naast het natuurdomein 'De Oude Landen' en de fietsostrade. Het nieuwe fietspad is aangelegd tussen het viaduct A12 in Antwerpen en het station van Ekeren. Het werd op 26 juni 2012 plechtig opengesteld en meet in totaal 2,3 kilometer. Bij dit knooppunt houden we halt bij het grote bijenhotel met de stralende A. Talloze wilde bijen zwermen er rondom om. Ik nader voorzichtig het 'hotel' om een close-up foto te maken. Ons Rina is er niet gerust in. Maar er is geen gevaar, bijen doen niets als ze zich niet bedreigd voelen. Het is prachtig om te zien hoe de werkers de uitgeboorde gangen in- en uit kruipen. Daarna vliegen ze het natuurgebied in om de nectar van de eerste lentebloemen te verzamelen. Een infobord geeft meer uitleg: 'In een bijenhotel laten 'wilde' of solitaire bijen stuifmeel en eitjes achter om zich voort te planten. Bijen hebben er elk hun hotelkamertje (een buisje van enkele millimeters groot) en leven alleen, dus niet in een kolonie. Een wild bloemenmengsel werd uitgezaaid om de bijen van nectar te voorzien. Het aanbod bestaat uit een buffet van nectar en stuifmeel. Wilgen, klokjes, rolklaver en klimop zijn maar enkele van de soorten op het menu. Zo zorgen de bijen voor de bestuiving van heel wat planten en bloemen. Tijdens de eerste warme lentedagen van maart verschijnen de metselbijen. Zij delen de nestgang op in verschillende kamers, gescheiden door muurtjes van klei of leem. Behangersbijen verschijnen pas in mei. Zij bekleden hun gangen met stukjes blad. De kleine zwarte tronkenbijtjes voelen zich pas in hun element in de zomerse hitte en blijven doorwerken tot eind september'.

 

We slaan linksaf op de fietsostrade. Rechts bevind zich de spoorweg (lijn 12) van Antwerpen naar Essen. Links zijn er de vele volkstuintjes. De eerste plantjes zijn geplant en gezaaid. Andere perken liggen omgeploegd te wachten om beplant te worden. Het is weliswaar nog maar begin maart maar op de één of andere manier belooft de mooie blauwe ochtendhemel er een warme dag van te maken. In de nog kale, kleurloze tuintjes probeert een merel de eerste strofen van zijn zangkunst te laten horen. De groene knoppen aan de bomen staan op springen. Nog een week en alles kleurt groen. Langs het fietspad werd een perk met 'paasbloemen' aangelegd. De verschillende kleuren, wit, oranje en geel oogt mooi van ver. Als we naderen zien we dat de meeste narcissen reeds verwelkt zijn. We nemen nog een laatste foto van het bloemenveld en richten onze aandacht aan het vogelinfobord: 'Vele planten en dieren kunnen enkel overleven in natuurgebieden. Tegenwoordig liggen deze groene gebieden geïsoleerd in een grotendeels bebouwde omgeving. Door het uitgebreide wegennet slagen vele soorten er niet meer in zich vlot te verplaatsen tussen deze natuurgebieden. Kleine landschapselementen zoals dit bosje, op de achtergrond, zorgen voor de noodzakelijke verbinding tussen de natuurgebieden en vormen zo 'kleine stapstenen' binnen grotere gehelen. Dit bessenbos is aangeplant voor onze lokale vogels. Vogels zoals de merel, zanglijster, roodborst, pimpelmees en koolmees vertoeven maar al te graag in zulke bosjes, want ze bieden hen zowel voedsel, schuilmogelijkheid als nestgelegenheid'.

 

Onze eerste klimming wordt het viaduct van de Veltwijcklaan. Ter compensatie rijden we supersnel naar beneden. Toch wat afremmen voor de dwarsstraat. Over de parking van 'Hof de Bist' slaan we rechtsaf. De 'Weegbreelaan' in. We genieten van de kleurige voortuintjes. Het Chinees klokje is rond deze periode een felle blikvanger. De ijzersterke plant bloeit in de felst mogelijke, gele kleuren op. Ook de 'Magnolia' of de 'Beverboom' schittert in het zonlicht. In de volksmond wordt hij ten onrechte 'Tulpenboom' genoemd. Hoe hij ook noemt, wij genieten althans van de mooie bloemen. Wie ervan wil genieten moet niet te lang wachten. De bloemen hebben al vlug te lijden van regen en wind. In de kruin, van de boom, zit op een kale tak een merel. Rustig en ongestoord fluit hij zijn deuntje. Het overstemt haast het voorbij razende verkeer.

 

Een paar minuten later rijden we door de 'Gerardus Stijnenlaan'. Hier is nog een landelijk gebied. Een kleine groep spreeuwen strijkt neer op de omgeploegde weilanden. Tegelijkertijd vliegen ze weer op, om even verder zigzaggend weer neer te strijken. Rechts van ons is nog een oude gemetste stenen omheining van een vierkant boerderij. De heemkundige kring heeft er twee uitvergrote foto's op canvas bevestigd. Een tractor en oplegger met hoog opgestapeld hooi wordt naar een schuur gebracht. Links van de muur zien we de achterzijde van de voormalige 'Sint Lucaskliniek'. Het gebouw werd in zijn ere hersteld en er werd het vredegerecht in gehuisvest. Ook in de 'Sint Lucaslaan' heeft de Koninklijke heemkunde van Merksem een canvasfoto bevestigd. Puur nostalgie.

Aan knooppunt 78 is de eerste blikvanger. De eerste stopplaats met een speciale betekenis. Hier start officieel de 'De Goedgemutste Greet-route': 'Greet wordt geboren op 18 juni 1978 en is daarom een tweeling. Volgens de astrologie blinken tweelingen onder andere uit in nieuwsgierigheid en het vertellen van verhalen. Twee eigenschappen die Greet combineert in haar passie voor fotografie. In natuurgebieden zoals de 'Oude Landen', of de Kalmthoutse Heide, creëert Greet met haar camera sprookjes waarin dieren en planten ongemerkt de hoofdrol spelen. Ze doet dit onder het label 'GreetThings'. Het geeft haar een gevoel van onmetelijke vrijheid wanneer ze waakzaam wachtend eindelijk die eenzame vogel in haar lens kan vangen'.

 

Bij knooppunt 34 zijn we in Brasschaat. We hebben vijf kilometer gefietst. We rijden in de Baillet – Latourlei. Langs beide zijden groeien hoge statige bomen. Ze hebben nog geen bladeren, maar de knoppen ogen al flink groen. Tussendoor laat de vink zich regelmatig horen. Je moet de oren spitsen om boven het gezang van de vogel andere zangers te horen. We genieten van de mooie villa's met rieten daken, of van de moderne gebouwen met veel glasramen. Als we de eerste rotonde naderen zien we de witte Magnolia bomen staan met hun sierlijke witte bloemen. Het lijkt alsof het net gesneeuwd heeft. De bomen stellen nauwelijks eisen aan de grond waarin ze bloeien. Een mooi decor voor een fotoreportage. Sommige tuinen in de buurt zijn overwoekerd door de rododendron. Deze heester is winterhard en heeft daarom zijn groene bladeren behouden. De plant doet het uitstekend in een wilde tuin met veel licht.

 

In het midden van de volgende rotonde staat een groot monument dat herinnert aan de beide Wereldoorlogen. 'Ridders Oord' is het onderschrift, en ook nog 'Door 't Voorbeeld overwinnen'. Bij knooppunt 12 vinden we het monument van Baillet-Latour, hoog bovenop twee verschillende sokkels. Opzij werd een aluminium plaatje bevestigd met de woorden: 'Raf Thys 2014. Ferdinand de Baillet-Latour. °1850 +1925, Graaf Ferdinand de Baillet-Latour was burgemeester van Brasschaat van 1902 tot 1908 en gouverneur van Antwerpen van 1908 tot 1912. Vanuit een grote sociale bewogenheid realiseerde hij vele projecten die tot op vandaag het leven van mensen uit alle lagen van de bevolking verbeterden'.

 

Als we knooppunt 10 volgen rijden we door het centrum van Brasschaat. Bij elke boom worden we verwelkomt door het gezang van de vink. Hij behoort tot de vlijtigste zangers van bos, park en tuin. In een grote villatuin staat een hoge en brede Japanse kerselaar of sierkers. Hij valt op door zijn schitterende grote roze bloemen die in grote trossen aan de takken bloeien. De boom vraagt weinig snoei en onderhoud. In de buurt van knooppunt 10 houden we voor de tweede maal halt bij een 'Blikvanger' van de 'De Goedgemutste Greet-route': 'In een huisje, in de buurt, groeit Greet op. Omringd door een grote, warme familie. Met trots praat ze dikwijls over familie uitstappen en reizen met het gezin, telkens in haar zelf opgeknapte avonturenbusje. Deze warmte straalt ze uit naar iedereen die ze ontmoet, of het nu vluchtig in de wandelgangen is, of tijdens een dieper gesprek. Ook in haar job als Routedokter behandelt Greet elke melding met evenveel zorg en toewijding'.

 

Aan de 'Lage Kaart' moeten we linksaf, wij rijden even rechtsaf tot bij het monument van kunstschilder Hendrik Luyten. Geboren in Roermond op 21 mei 1859. Hij vestigde zich in België en stond vooral bekend voor zijn impressionistische werken. Hij stierf in Brasschaat op 21 januari 1945. Verderop houden we halt bij cremerie 'Cocorico'. Sinds juni 2013 wordt in het voormalige postkantoor een ijssalon uitgebaat. Van heinde en ver komen de mensen aan een ijsje likken. Ook vandaag, op deze zonovergoten dag zijn alle stoelen en banken op het Hendrik Luytenplein bezet.

Voor knooppunt 11 vinden we 'Blikvanger' nummer 3: 'Groene vingers. Greet houdt van verse bio groenten, en kweekt ze zelfs eigenhandig in haar moestuintje. Van aardbeien tot zucchini (courgette), van Belgisch witloof tot zuiders groen. Alles groeit welig onder haar vaardige vingers. Overschotjes brengt ze steevast mee naar het werk, om het vitamine peil van vriend en collega een gezonde boost te geven'.

 

Op de Miksebaan of de N121 moeten we linksaf. We rijden het domein van het kasteel van Brasschaat binnen. We hebben bijna 16 km afgelegd. Het kasteel van Brasschaat, links van ons, staat volledig in de steigers. Het gebouw wordt al decennia lang door de gemeente verhuurd. De laatste bewoners en uitbaters van het restaurant konden de huurprijs niet meer betalen en legden in februari 2016 de boeken neer. De huidige bewoners willen het kasteel opnieuw laagdrempelig maken. Het Peerdsbos en het gemeentepark van Brasschaat zijn samen, sinds 2008, een Vlaamse ankerplaats. Vanaf hier wordt het drukker. Wandelaars en fietsers slalommen zich hier over de asfaltwegen een weg naar hun bestemming. Het is extra oppassen voor kinderen. Sommigen rijden voor de eerste maal op een kleine fiets en kennen het gevaar niet. Ouders haasten zich achter hun peuter of kleuter die de eerste stapjes alleen waagt. Aan de rotonde, met in het midden de obelisk, nemen we een korte halte voor enkele foto's. Deze gedenknaald was een geschenk van graaf Georges Reusens aan zijn broer Armand, die tussen 1872 en 1901 burgemeester was van Brasschaat. Het park maakte toen deel uit van het domein van de familie. De obelisk werd in 1884 gebouwd. Daarna rijden we tot bij de melkerij van het Peerdsbos. Normaal moeten we linksaf, naar knooppunt 31. Maar hier houd het op. Dit wordt ons eindpunt voor vandaag. De overige 35 kilometer is voor een andere keer. We gaan nog gezellig iets drinken in de voormalige boerderij die tot 1920 actief was. De huidige gebouwen dateren van circa 1630. Ouders en grootouders genieten van een hapje en een drankje terwijl de kinderen in de grote speeltuin ravotten. Ook bij de 'jeneverhut' kan je iets drinken terwijl je kroost een partijtje minigolf speelt. Elke stoel of bank is bezet. Dat is hier niet verwonderlijk. Het is hier telkens aanschuiven en wachten op een plaatsje. Tot schrijfs.













22-04-2016 om 13:34 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)
07-03-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Jozef De Weerdtstraat

Genoemd na besluit van het schepencollege van 10 december 1956. Jozef De Weerdt werd geboren te Antwerpen op 21 mei 1868 en overleed te Ekeren op 24 februari 1942. Hij was burgemeester te Ekeren van 1918 tot 1938.

 

Er is de afgelopen maanden al heel wat commotie geweest rond de Jozef De Weerdtstraat. En het einde is nog niet in zicht. Eerst krijgen ze te horen dat de wekelijkse markt van de Driehoekstraat moet verhuizen naar het Kristus Koningplein. Op zich is dat geen probleem. Een markt behoort nu eenmaal op een plein te staan. Maar de uitloop van de markt komt in de Jozef De Weerdtstraat en daar kunnen de buurtbewoners niet mee lachen. – “De straat is er niet voor geschikt” vertellen ze. Of: – “Al die zware vrachtwagens van de marktkramers kunnen hier niet keren of draaien” zegt een ander. Een eerste infoavond voor de bewoners van de Jozef De Weerdtstraat vind al plaats in november 2014. Spijtig genoeg komen er slechts zes mensen opdagen. Een andere bron vermeld zelfs: 'slechts vier bewoners kwamen opdagen'. Misschien een teken van gelatenheid. Of sommigen willen niet vechten tegen de bierkaai?

 

De straat heeft ondertussen een facelift gekregen. De voetpaden langs beide zijden werden versmalt. Nu kunnen de auto's elkaar kruisen zonder dat er verkeersagressie ontstaat.

Op Facebook verneem ik dat er een actiecomité opgericht werd. Vergaderingen komen er met het districtsbestuur, en een meeting met het stadsbestuur brengt misschien soelaas. Plannen worden grondig bestudeert, afspraken worden gemaakt en weer verworpen. 

Het zijn niet allemaal tegenstanders van de wekelijkse markt in de straat. Ik ontmoet Ria, op de hoek Jozef De Weerdtstraat/August Scheyvaertslaan. Op mijn vraag of zij ermee akkoord gaat dat hier de wekelijkste markt komt te staan haalt ze gelaten haar schouders op. – “Ik heb er geen problemen mee. Het zal op woensdag druk zijn, dat wel. En vanaf zes uur wat lawaai zeker? Het zal altijd voor iemand goed of slecht zijn. Voor mij is de markt in ieder geval kortbij”.

 

Ik wandel langs de pare zijde richting Kristus Koningplein. Tientallen bordjes met de duidelijke tekst: “Zonder Marktstraat” werden voor de ramen bevestigd. Niet elk huis heeft zo'n bordje, maar dat wil niet zeggen dat de bewoners niet solidair zijn. Begin dit jaar (2016) werden jonge bomen aangeplant. Op een paar bomen na mag de straat gerust 'laan' worden genoemd. Voorbij de bocht is het eerste elektriciteitskastje geplaatst tegen de gevel van pand nummer 34. Hier is de praktijk van Luc Van Tulder. Dokter in de algemene geneeskunde en General Practitioner, wat zoveel wil zeggen als: “geneesheer voor acute en chronische ziekten”. Naast een dokterspraktijk is er eveneens een Logopedie van Manu de Waal gevestigd. Een afdeling 'De letterweg', dat zich richt op onder andere een behandeling van lees- en spellingproblemen.

Voor de in- en uitrit van supermarktketen Aldi is de weg nog afgesloten. We zijn half januari 2016. Geen enkele auto kan de parking in of uit. Momenteel worden de laatste stenen gelegd van de verhoogde berm. Als het weer mee zit is het beslist klaar voor het weekend. Dan is het wachten op de eerste marktkramers. Volgens Willie is dat voor maart, nog anderhalve maand dus. Willie woont met zijn gezin in de August Scheyvaertslaan en heeft totaal geen probleem met de wekelijkse markt in deze straat. Al begrijpt hij wel de frustratie van de bewoners. – “Vanaf dinsdagavond moeten alle auto's uit de straat zijn. Waar moeten al die auto's naartoe? Bij ons in de straat is geen optie. Onze straat (August  Scheyvaertslaan) staat ook vol geparkeerd. Er is volgens mij maar één mogelijkheid en dat is parkeren bij het Veltwijckpark. Maar is daar genoeg plek? Hier in de Jozef De Weerdtstraat staan meer dan honderd auto's!” Zelf gaat Willie nooit over de markt, vertelt hij nog voor hij afscheid neemt en verder stapt.

 

Langs de overzijde wandel ik terug langs de onpare zijde.

– Op nummer 7 woont Kathleen Philips, met een manuele kinesitherapie praktijk.

Ook aan deze zijde staan op regelmatige afstand enkele kasten die de marktkramers moeten voorzien van elektriciteit. De één werd tegen de gevel geplaatst, de andere tegen de boordsteen.

– De nummers 15 tot 19 is de ingang van de O.L. Vrouw van Lourdes kleuterschool. Een jonge man wil me te woord staan. Op zichzelf heeft hij geen probleem met de markt. Hij is slechts bezorgt dat de veiligheid van het kleuterschooltje in het gedrang komt. – “Hebben ze dat dan niet bestudeert?” vraag ik bezorgt. Hij denkt het niet, maar als ik vraag of hij op de vergaderingen aanwezig was antwoordt hij negatief. Met zoiets zullen ze toch wel rekening houden zeker, denk ik nog voor we ieders onze weg vervolgen. Achter een raam werd een A4 pagina gekleefd met de volgende tekst: “Districtsbestuur, als jullie de JDW-straat niet deftig willen aanpakken, mag de markt voor ons part inpakken”. Bij sommigen zit het probleem dus echt diep. Even verder nog een ander blad voor een raam: “Deze straat werd veroordeeld tot 25 jaar 'puttekes' vullen, bedankt districtsbestuur”.

– Tussen de nummers 57 en 61 is een braakliggend stuk grond te koop.

– Ook tussen 61 en 65 kan een woning worden opgetrokken.

 

Woensdag 24 februari 2016. Markt in de Driehoekstraat. Voor de laatste maal wandelen, kuieren en slenteren er marktbezoekers tussen de kramen. Sinds mensenheugenis heeft de wekelijkse markt hier in de Driehoekstraat gestaan. Decennia lang 'de' ontmoetingsplaats van vele Ekerenaars en sympathisanten uit de naburige dorpen. Wie herkent het niet? Iemand ontmoeten op de markt is vanzelfsprekend. In het midden van de weg komen ze elkaar tegen, en er ontstaan gesprekken die wel enige tijd kunnen duren. Ze hebben totaal geen weet dat ze de doorgang blokkeren voor de andere marktbezoekers. Buurtbewoners uit de Driehoekstraat halen opgelucht adem. Nooit meer zoeken naar een plaats om hun voertuig te parkeren. Het probleem verhuist naar de nieuwe locatie van de markt. Niet alle kramen staan vandaag opgesteld. Hebben ze afgehaakt of zijn ze verhinderd? Misschien zijn het 'losse' marktkramers: zoals de kaartenverkoopster die voor de winkelketen 'Blokker' staat. Ze heeft wel een vaste plek aangevraagd maar dat kan nog even duren. Er zijn nog zoveel wachtende voor u.

 

Op Facebook van 29 februari 2016 werd een foto geplaatst door het 'Jozef De Weerdtstraat Community'. De vereniging verwelkomt op deze manier de markt in de straat. De foto vertoont een roos en een vlinder. Onderaan lezen we tekst: “Maar de roos heeft ook doorns, we stay vigilant”. De organisatie plaatste er de volgende tekst bij: “Na een verbeten strijd om de markt uit onze straat te bannen, reiken we u, marktkramers, de hand. Tijdens de ganse periode was u spijtig genoeg de grote afwezige! Wij hopen dan ook dat u, door dit gebaar, onze bewoners en onze straat met respect zal behandelen en 'op zijn minst' u houdt aan uw verplichtingen die door de wet zijn opgelegd!”

 

Woensdag 2 maart 2016. Vandaag wordt in Ekeren geschiedenis geschreven. Vanaf vandaag staat de wekelijkse markt op het Kristus Koningplein en tot halverwege de Jozef De Weerdtstraat. Voor de markt worden winkeltasjes uitgedeeld aan de voorbijgangers. Het zijn winkeltassen van Ekeren Winkeldorp met een bijhorende ‘winkelactie spaarkaart’. We hebben het niet gezien. Als we de markt weer verlaten is er van een bedeling niets meer te zien. Niet elke plaats op het marktplein is benut. Er zijn nog drie plaatsen vrij. We horen van een marktkramer dat er enkele marktkramers terug naar huis zijn gereden door de hevige regenbui van vanmorgen. De rest van de kramen staan wel dicht op elkaar. Het zal wel in orde zijn. De brandweer is ter plaatse en keurt alles met argusogen. Bij mooi weer, als het drukker wordt, wordt het hier drummen. Als mensen hier in het wandelpad met elkaar willen keuvelen loopt alles vast. De luifels van de over elkaar staande kramen komen tegen elkaar in het midden van het pad. Als het regent blijven de bezoekers tenminste droog. Als de zon tijdens de zomermaanden op zijn hoogste punt staat lopen de mensen in de schaduw van de luifels.

In de Jozef De Weerdtstraat, de Zonder Marktstraat, is meer plek tussen de kramen. Ook hier zijn nog enkele vrije plekken. De kaartenverkoopster is vandaag niet van de partij. Vanmorgen vroeg werd één auto weggesleept. Vergeten werk waarschijnlijk? De wettelijke afstand tot de huisgevels werd ingekort tot 1 meter. Spijtig voor de bewoners op het gelijkvloers. Tot 13:00u leven de bewoners in de schaduw van een marktkraam. Tijdens de bijeenkomst van 26 oktober 2015 werd beslist om zoveel als mogelijk rekening te houden met de vraag van de omwonenden om geen grote kramen: zoals vis- en kippenkramen in de straten te plaatsen. Die kramen staan op het Kristus Koningplein. Zo hebben de bewoners van de Jozef De Weerdtstraat geen geurhinder en zal ook de lawaaioverlast beperkt blijven. Voor de in- en uitgang van de kleuterschool staan geen marktkramen. Op deze manier komt de veiligheid niet in het gedrang. Het laatste kraam, vandaag toch, staat voor huisnummer 32. De groenten wagen van Fons Peeters en zijn familie is ook aanwezig in de straat. Het is de enige marktkramer die zijn cliënteel verrast met een fris fruitig drankje. Een appelsapje als welkomstdrankje voor hun nieuwste stek. Ze verkopen als eerste bakjes met geurige primula's. De mooie kleuren blauw, geel, witte en roze bloemen zullen binnenkort overal staan schitteren in voortuintjes en op de vensterbanken. Een gevoel van de nakende lente overvalt ons. Tot schrijfs.

 

Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs. Bron: Facebook 'Jozef De Weerdtstraat'/’Zonder Marktstraat’.

07-03-2016 om 06:07 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (3 Stemmen)
>> Reageer (0)
15-02-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wolvenbosch

Zondag 13 september 2015. Vandaag, Open Monumentendag, wordt het privédomein ‘Wolvenbos’, van wijlen baron Kronacker opengesteld voor het publiek. De weerberichten beloven niets goed voor vandaag. Regen over het hele land. Het is nochtans droog als we richting Kapellen rijden. Vooraan, rechts, voorbij de hoge gietijzeren poort staat de voormalige portierswoning die verhuurd is aan de ex-boswachter van het domein. Hij is net buiten en heet ons welkom. Tegenover de woning bevinden zich de voormalige paardenstallen die momenteel gebruikt worden als garage. Op de zolder van de stallen sliepen vroeger de paardenverzorgers. Achter de stallen werd een watertoren gebouwd die het kasteel van drinkbaar water voorzag. Nu wordt de toren niet meer gebruikt. Uitzonderlijk mogen we op het domein parkeren. Te voet gaan we tot bij de splitsing. Achter een draadomheining is een klein dierenpark aangelegd. Bokken en geiten liggen te herkauwen in een flauw waterzonnetje. Een honderd meter verder staan kramen opgesteld. Een info- en een drinkbarkraam met tafels en stoelen staan uitnodigend te wachten. Een springkasteel werd voor de kinderen opgesteld zodat de ouders rustig van een 'Wolfbier' kunnen genieten.

 

We volgen onze gids tot aan het dierenpark. Er komen steeds meer en meer mensen bij. Gewoonlijk neemt de gids slechts 15 mensen mee. Nu zijn het er meer dan het dubbele. Hij spreekt zacht. Je moet aandachtig luisteren en zeker niet te ver af staan. Iemand maakt hem er op attent, maar hij praat niet luider. Als hij halt houd om iets te vertellen wacht hij niet altijd tot de groep rondom hem staat. Vooral ouderen en mama's met kindjes blijven wat achterop en kunnen niet altijd mee volgen wat onze gids vertelt. Bon, soit. De gids vertelt: – 'Dit domein noemt 'Wolvenbosch'. Hoe het aan zijn naam kwam hebben we niet kunnen achterhalen. Waarschijnlijk vertoefden hier vroeger veel wolven. Het behoort tot de familie Kronacker. Het kasteel staat momenteel te koop. Al drie jaar zelfs. Moest iemand interesse hebben?' Niemand biedt zich aan. 'Kronacker is niet de eerste eigenaar van dit domein’. Verteld de gids verder. ‘Voor hem waren er nog twee. De familie Lievens, Fester en als laatste dus Kronacker. De Familie Lievens bouwden als eersten een bescheiden villa op het domein in 1920. Een hoge muur werd opgetrokken voor de privacy en zo creëerden ze een micro klimaat. Daar maakte de familie gebruik van en legden een groentetuin aan die aan de dagelijks behoefde kon voorzien'. Nu bloeien er op de perken nog mooie najaarsbloemen. Kleine bomen zorgen voor schaduwrijke plekjes.

 

Vervolgens stappen we langs vijf onzichtbare bunkers die gebouwd werden voor 1914 door het Belgische leger. De bunkers steken bijna volledig onder de grond. Ze zijn overwoekerd met grond,  gras, struiken en zelfs bomen. Als onze gids niets over de bunkers had gezegd hadden we er zo voorbij gelopen. We wandelen langs weiden met grazende paarden. Houten beelden worden her en der op het domein tentoongesteld. Het bos is verwilderd. De vroegere wandelpaden groeien stilaan dicht. De rododendron begint aan een offensief. Enkele jaren geleden wandelde de barones nog over de wandelpaden. Zij werd geboren in Engeland in december 1917. Ze huwde met baron Kronacker, een zakenman, die van 1944 tot 1947 minister was en in 1994 overleed. De barones stierf op 93 jarige leeftijd in november 2011.

 

Het voormalige vliegveldje, achteraan op het domein, werd aangelegd door de familie Fester in 1930. Hier landen en stegen vliegtuigjes op tot 1953. Even later staan we voor de ingang van het grote kasteel dat werd gebouwd door de Antwerpse architect Paul Smekens tussen 1919 en 1921. Het werd de verblijfsplaats van de familie Fester-Good. Baron Paul Kronacker en zijn zussen kochten op 25 februari 1952 het gehele domein over. Het kasteel staat momenteel leeg. Uitgezonderd de conciërge die nog toezicht houd en onderhoudswerken uitvoert. Ook vormt het kasteel het decor voor de reeks op één: 'Voor wat hoort wat'.

 

Om af te sluiten luisteren we naar het strijkkwartet Opus 4 dat een ode brengt aan het kasteel en zijn enorm domein. Tijdens deze portie ‘wolvenmuziek’ drinken we een Wolf-bier. Ze hebben 3 soorten: goudblond bier met 7,4% alcohol, bordeaux van 8,5% en de Wolf 9 is amberkleurig met 9% alcohol. Tot schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto’s: Rina Meurs.







15-02-2016 om 09:39 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 3/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)
01-02-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Beenhouwerstraat, Pastorijveld, ...enz.

Beenhouwerstraat

 

De straat noemde tot 1866 Processieweg. Het gemeentebestuur besliste dan om de naam te veranderen naar aanleiding van de toenmalige beenhouwerszaak die daar gevestigd was.

Tijdens WOII werden boven Ekeren zware bommen en verschillende brandbommen gedropt. Het is 16 september 1940, twee uur 's nachts, vier zware bommen worden in de Pastorijveld en in de Beenhouwerstraat geworpen. Er zijn geen doden, maar de huizen in de nabijheid hebben allen verbrijzelde ramen.

 

– Nummer 9 is een gewoon rijhuis. Hier bouwde Lin Verheyen een praktijk op met 'Psycho- en Creatieve Therapie'. Ook 'Klankmassage' wordt vermeld.

– Op de hoek, nummer 41, was omstreeks 1910 een kruidenier gevestigd. Boven de inkomdeur werd speciaal een raam dichtgemetseld om er een reclamepaneel te bevestigen. Het opschrift luidde: “F. Peeters – Janssens. Bakker en winkelier”. Hoelang de winkel er was is niet geweten. In 1983 was dan kruidenier Donckers aan de beurt. Hij bediende zijn cliënteel tot en met 1986. Nu is het pand een woning.

 

– Op nummer 4b, was een tijdlang Nail & Body Health gevestigd. Een nagelstudio waar je verzorgt wordt door Sandra. Luc was verantwoordelijk voor sportmassage en hersteltraining. Een plaats om te ontstressen of uit te rusten.

 

 

Pastorijveld

 

De naam is een oud toponiem dat in 1608 vermeld staat als 'Pastoryelandt' bij 't Hagelcruys.

 

– Het nummer 25 is een 'Thuiszorgwinkel'. Sinds januari 2008 verkopen Walter Penders en Lieve Jonkers medisch materiaal, kwalitatieve hulpmiddelen en verzorgingsmateriaal. 

– Op nummer 27 vinden we in 1980 'Coiffure Anne', gespecialiseerd in permanente. Na 16u op afspraak. Ze runde hier haar zaak tot 2002.

 

– In rijhuis nummer 46 woonde een tijd lang 'De Witte Danny'. Hij was verkoper en plaatser van vloer- en muurtegels in de jaren negentig van de twintigste eeuw.

 

Ook Pastorijveld ontsnapt niet aan de bouwwoede. Het laatste stuk onbebouwde grond wordt verkocht door bouwwerken Versnel. Er worden 8 ééngezinswoningen opgetrokken.

 

Vuurkruisenstraat

 

Deze naam werd verkregen vanaf 10 december 1956. Vernoemd naar een bepaalde groepering van oud-strijders die in het bezit zijn van een 'vuurkruis'. Ze werden uitgereikt aan de frontsoldaten tijdens WOI.

 

– Op nummer 7 bevond zich in 2008 de enige winkel in de straat. Kapsalon 'Peggy' met een laat avond service tot 20.00 uur. In 2012 verhuist Peggy naar Leo Baekelandstraat 55 waar ze nu (2015) nog steeds een vertrouwd cliënteel heeft.

 

Waterstraat

 

Na besluit van het schepencollege van 7 juli 1966 wordt dit gedeelte 'Waterstraat' genoemd. De straatnaam hield verband met de slechte toestand van de weg en bestond al nog voor de omgeving 'Bunt' bebouwd werd.

 

– In nummer 4 was voor 1977 H. Van de Leur & Co bvba gevestigd. Een handelaar in centrale verwarming.

– Het nummer 10 is een mooie villa met de naam 'Zonneweelde'.

– Op nummer 12 staat vanaf maart 1971 zaal 'De Geesten'. Voor feesten en evenementen of een koffietafel bij uitvaarten. De zandweg ernaast leidt naar de scouts lokalen en 'Tel 18'. Tel 18 is een jeugdhuis waar jongeren welkom zijn vanaf 16 jaar. Er worden fuiven, filmavonden en optredens georganiseerd. De medewerkers zijn een groep vrijwilligers.

– Het nummer 16 is de pastorij, gebouwd in 1958. Men kan er terecht met alle vragen in verband met parochiale aangelegenheden zoals catechese, vieringen… enz. Naast de pastorij werd ook een stenen kapelletje gemetseld. Eerlang hing er een houten kruis, maar de tand des tijds besliste het kruis eraf te halen. Rest enkel een donkere afdruk.

– Achter de mooie afsluiting staat er nog een mooiere villa, gebouwd in 1896.

– De  villa met nummer 26 wordt momenteel gerenoveerd.

 

Bremboslei

 

Een nieuwe straat sedert 1965. Dit was vroeger een zandige vlakte die men 'De Gheest' noemde. Er groeide slechts brem en kreupelhout. De tennisclub 'TC De Sigaar' is nog steeds een druk bezochte chalet van Stad Antwerpen. Ze bevindt zich over de uitrit van de sporthal.

 

– Op het nummer 3 startte 'Kenize' in 1992 een 'Schoonheidsinstituut' voor gelaats- en lichaamsverzorging in deze woning. Kort daarna verhuisde het instituut naar de Oosterlinckhoflaan.

 

Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs. Bron: Facebookvrienden, Onroerend Erfgoed Ekeren en  Jaarboekjes Bierpruvers.







01-02-2016 om 16:02 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (3 Stemmen)
>> Reageer (0)
25-01-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Lange- en Korte Sterrestraat...enz.

Lange Sterrestraat

 

De omgeving rondom de Lange- en Korte Sterrestraat heette vroeger 'De Bosschen', naar de vele eikenbomen die er groeiden. De plaats waar wegen of paden in het bos samen liepen, werd 'De Ster' genoemd, naar de vorm die het wegencomplex vertoonde. Vanuit deze benaming ontstond later de benaming Sterrestraat voor zowel de Lange als de Korte Sterrestraat.

 

– Op de hoek Lange Sterrestraat/Kloosterstraat bevindt zich momenteel Coiffure Jirina. De ingang is langs de Lange Sterrestraat.

– Op het nummer 19 was vooreerst een kruidenierszaak gevestigd die in die tijd tegelijkertijd apotheker en/of kruidendokter was. Na WOII komen er nieuwe producten op de markt. Doch zit er bij de bevolking de schrik nog volop in. Sommige artikelen zijn nog op de bon te verkrijgen. Bij bepaalde artikelen wordt er nog volop gehamsterd. Tot groot jolijt van de kruidenier. Jaren later, na een renovatie ingreep komt hier het kapsalon van Marie-Louise. De kinderen studeren af en bouwen een eigen gezin op. Marie-Louise stopt met de kapperszaak en volgt haar man naar Spanje waar ze samen een klein hotelletje uitbaatten. Het pand in de Lange Sterrestraat wordt nu al enkele jaren bewoond door een gezin. Aan de voorgevel werd niets veranderd.

– Nummer 25. Begin jaren zeventig, van vorige eeuw, was dit pand van 'De Vos en Zn' met  onder andere: raamgarniering, behangen, verf en toebehoren, ...etc. Zijn sterkste troef was: vloerbekleding meten, maken en plaatsen. Na 1987 verhuist de zaak naar het Geestenspoor. Sinds 1988 is het 'Ekers Aquarium' hier ondergebracht.

– Op het nummer 27 werd decennia lang café 'De Ster' uitgebaat, 'bij Theo en Jeanne Parmentier'. Ernaast beschikten ze over een zaal voor vergaderingen en feesten. Het café heeft ook tijdelijk gediend als doplokaal, tijdens de renovatiewerken aan de 'oude gendarmerie' in de Veltwijcklaan. Vanaf 1992 was er een zeehengelclub gevestigd in het café. Heel het pand kreeg na de sluiting een facelift. Uitgezonderd het pannendak is alles gerestaureerd en gerenoveerd. De inkomdeur is niet meer op de hoek. Het is een grote woning geworden.

– Het pand nummer 39 was een brood en banketbakkerij van voor de jaren zeventig, van vorige eeuw, uitgebaat door L. Maas, met specialiteit boerenbrood enkel op donderdag. In 1984 veranderde de naam in 'Verstreken'. Van zodra deze bakker stopt werd het pand te koop gezet. Eind november 2015 staat het pand nog steeds te koop.

– Ter hoogte van nummer 53 had Verbaenen zijn atelier. Achter de bruine poort werd geboord, gefreesd en gezaagd. Verbaenen zelf woonde in de Moretuslei.

– De nummers 53-55-57 is een nieuwbouwcomplex dat werd opgetrokken in opdracht van huisarts dokter De Waele. Boven de praktijk werden appartementen gebouwd. Vooreerst stond hier een groot winkelpand van Verbaenen. Een kruidenierszaak met aanzien. Dokter de Waele had in het begin van zijn carrière de praktijk in de Korte Sterrestraat nummer 7, op het eerste verdiep. Hij was toen al gespecialiseerd in acupunctuur en de praktijk werd te klein. Hij kocht het pand van Verbaenen en vestigde daar zijn praktijk. Tijdens de afbraakwerken en de oprichting van de nieuwe  praktijk verhuisde de huisarts naar de nieuwbouw op de hoek Lange en Korte Sterrestraat.

 

– Nummer 40. Al in de vroege jaren zestig, van de twintigste eeuw, was in dit pand ‘algemene voeding’ gevestigd met de naam 'Leunis', uitgebaat door Alice Lauwers, echtgenote van John Leunis. Een grote winkel met dagverse groenten en fruit. Daarnaast vond men hier droge voeding, zoals bieren, frisdranken, koekjes… Het aanbod was zo divers dat men steeds vond wat men wou. Het winkelpand werd in de jaren van 1990 gerenoveerd door de oudste kleindochter van Alice en John tot een familiale woning.

– Op de hoek Lange Sterrestraat/ Korte Sterrestraat, nummer 60, was vooreerst de kruidenierszaak van 'Collet' geweest. Daarna, rond 1970-'75, was er wassalon 'De Ster' gevestigd. Het was rond de jaren van 1960 een ware trend. De was- en droog problemen van onze vrouwen verdwenen als sneeuw voor de zon. In dit wassalon stonden wasmachines, centrifuges en een droger. In een mum van tijd was alles schoon en kast droog. De eigenaar verkocht het pand en de aannemer maakte het met de grond gelijk. Een groot rood appartementsblok kwam in de plaats. Op het gelijkvloers had dokter De Waele tijdelijk zijn praktijk tijdens de opbouw van het appartementencomplex aan de overzijde.

– Nummer 70 is een gewoon huis in de rij. In dit huis opende Britt in 1990 haar eerste kapsalon.  De zaken gingen goed. In 1996 verhuisde het kapsalon naar Kloosterstraat 35.

– In nummer 72 huisde een legende. De Kolenboer of Firma Raus, Jeans en alle textielwaren. Bekend tot in ‘Boemerskonte’, werd wel eens gezegd. Fernand Raus startte met het leveren van kolen aan huis. Hij bleef dan in de volksmond ‘De Kolenboer’ noemen. Raus was niet de enige leverancier in het dorp en dat begon de familie te voelen. Het hoekpand begon met de verkoop van Jeans broeken. De drie zussen Maria, Josée en Lisette hadden de leiding in de winkel maar toch werd heel de familie bij de zaak betrokken en het lukte. Als je in het dorp rondwandelde en er hield een auto naast je stil mocht je gerust zijn. De inzittende vroegen naar ‘De Kolenboer’. 37 jaar later, in 2005 houdt de familie het voor gezien. Het is genoeg geweest. In het pand wordt er vakkundig gerestaureerd en gerenoveerd. Het resultaat mag gezien worden en Johan De Wilde bvba trekt hier vanaf 2013 in. Sanitair en verwarming, zonneboilers en renovaties van badkamers. Nu bevind de zaak zich op de Kapelsesteenweg 117 te Ekeren.

 

 

 

Korte Sterrestraat

 

– In pand nummer 7 komt 'Vidal electronics' in 1986 met hi-fi meubels en disco materiaal op maat gemaakt. Op het eerste verdiep had Dokter De Waele in de jaren tachtig, van vorige eeuw, zijn praktijk. Later zou hij naar de Lange Sterrestraat verhuizen.

– Het smalle pand met nummer 12 heeft vroeger een klein kaaswinkeltje geweest bij 'Frans Verresen'. Aan de voorgevel is het nog duidelijk te zien. De tegels glimmen nog zoals voorheen. Vooral at men in de vroege jaren van 1960 Hollandse Gouda’s en Brie van eigen bodem. Kaas in vaste vorm met een zurige karamelsmaak.

 

Kouter

 

Na goedkeuring van het schepencollege op 26 maart 1970 wordt deze straat Kouter genoemd. Kouter betekend 'bebouwd land' en komt hier tot zijn recht in deze nieuwe wijk.

 

– Op nummer 28 was 't Ekers Bloemenhofke gevestigd. Vanaf 1991 tot zeker 1993 was hier bij Bette-Vingerhoed een Groothandel in bloemen, exotische planten en snijbloemen.

 

Konijnenberg

 

De 'nieuwe' straat, sinds 11 december 1963, werd genoemd naar het oude toponiem 'Conijnenberch' in 1599. De oude onbewoonbare hoeve Van den Bril werd gesloopt. Ze stond tegenover het 'Moretushof', nu de 'Antwerp International School'.

 

– Op nummer 53 hadden we tot circa 1987 dagbladhandel 'Mikie' of 't Konijntje. Begonnen met rookwaren en dagbladen, maar uiteindelijk uitgegroeid tot een heuse mini-supermarkt met alles erop en eraan.

 

– Nummer 24 werd in 2014 'Beautycilious' op het eerste verdiep. In dit appartement kan je terecht voor alle klassieke verzorging zoals pedicure, manicure gelnagels, gelaatsverzorging… zelfs aan huis.

 

Statiestraat

 

De straatbenaming vond haar oorsprong in het nabijgelegen spoorwegstation bij het begin van de straat langs de Veltwijcklaan. De spoorlijn verbindt Antwerpen met Roosendaal. De Statiestraat is langs één zijde bebouwd en bezit enkele grote, prachtige villa's en landhuizen die gebouwd werden eind 19de- en begin 20ste-eeuw.

 

– Het nummer 5 is een landhuis dat gebouwd werd rond 1900.

– Nummer 6 is eveneens een landhuis van begin 1900.

– Nummer 7 noemt 'Avondrust'

– Nummer 8 'Lentelust' is een verkooppunt van bloemen en planten uit eigen kweek die decoratief worden tentoongesteld. Een 'Lust' voor het oog.

– Nummer 9 is dan weer een villa die eveneens van 1900 is met prachtige boogramen en decoratieve gevels. Omgeven door een oase van groen.

– De nummers 16 tot 25 is “Residentie ter Borcht” een appartementsblok van vijf verdiepingen hoog.

– Het nummer 27 was van in 1920 een houtzagerij met de naam: 'Cardinaels-Verstraeten'. Vanaf 1947 werd de houtzagerij overgenomen door Arnold Groven uit Limburg. De naam veranderde in 'De Toekomst'. Nadien werden de terreinen ontruimd en in gebruik genomen door wegenbouwfirma 'Van As'. Eind 2015 staan er reeds enkele nieuwe woningen op het terrein.

– De nummers 28 - 29 bevinden zich op de hoek De Noteschelp/Statiestraat. Dit gebouw is de voormalige herberg 'De Noteschelp' dat werd opgetrokken in 1901 in opdracht van Antoon Van de Weyngaert. Vanaf 1902 tot 1908 was deze herberg het eindpunt van de paardentram die vertrok aan het station. Na 1919 werd de herberg stopgezet en werd het pand een woonhuis van een verkoper van bakkersgerei. De voorzijde is afgeschermd door een hoge haag.

 

De Noteschelp

 

Een straat zonder winkels maar ik kan het niet nalaten er enkele woorden over te vertellen. De straat is ontstaan rond het jaar 1900 voor de opbouw van enkele villa’s. Aan de overzijde (pare kant) staan moderne woningen die eind van de twintigste eeuw werden opgetrokken. Ook nu, in de 21ste eeuw wordt er duchtig gebouwd. Er is dus niet alleen in de Statiestraat enorm veel nieuwbouw bijgekomen. Er werden recent twee nieuwe straten aangelegd. De eerste noemt 'De Schomme'. Wat zoveel betekend als “verwilderd terrein, begroeid met buntgras en onkruid”. In deze nieuwe straat staan al enkele nieuwe huizen. De volgende nieuwe doodlopende straat is 'De Kleine Geest'. Genoemd naar een “hoger gelegen onvruchtbare zandgrond”. Hier is alles nog kaal. Links van de nieuwe straat stond 'Villa Berkenhof', gebouwd rond 1900 met een prachtige veranda als aanbouw en omgeven door statige bomen. De gronden van De Noteschelp behoorden toe aan wegenbouw 'Van As'. Eind november 2015 werd het gebouw in de vroege morgen gesloopt. De bandensporen van een bulldozer zijn nog zichtbaar. Zelfs een tussenkomst van Ekers Onroerend Erfgoed mocht niet baten. Van de villa rest slechts een eenzaam wit kruis dat geplaatst werd door de buurtbewoners op de omgewoelde aarde. Het opschrift luidt: “Berkenhof 1900 – 2015”.

Een ander mooi vrijstaand landhuis steekt boven de beplanting uit. De villa werd gebouwd omstreeks 1903 als ‘Villa Britania’.

Eind juli, begin augustus 2014 werd de spoorwegbrug door de buurtbewoners opgefrist in een kleurrijk koraalrif. Alle graffiti werd mooi overschilderd met kleurige visjes en planten.

 

Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs. Bron: Polderheem 2012. Ekers Onroerend Erfgoed.  Facebookvrienden en jaarboekjes carnavalstoet Bierpruvers.







25-01-2016 om 00:00 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (2 Stemmen)
>> Reageer (0)
18-01-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kloosterstraat pare nummers

Langs het zebrapad dwarsen we de straat, slaan links af en wandelen langs de pare zijde van de Kloosterstraat.

– Op de hoek Kloosterstraat/Bilderdijk was, in een voormalig pand, een kruidenierszaak gevestigd. Sinds enkele jaren is het een moderne nieuwbouw met appartementen geworden.

– In het pand (150) was Etaleur Collet recent nog zaakvoerster. Het is een gewoon huis in de rij. Achter de beide ramen kon je steeds genieten van mooie en warme etalagekunst. Voorheen was hier een kolenleverancier gevestigd. Een in- en uitrit was langs de Bilderdijk.

– In de vroege jaren van de 20ste eeuw was op het nummer 146 café Proost gevestigd. Naderhand kwam er een discotheek. In het jaar 1975 was er Timiama gevestigd. In 1991 werd de naam veranderd in ‘Donkere Wolk’ tot en met 1992. De donkere wolken scheurden uiteen en men veranderde de naam in:  ’t Galjoen. (2015).

– De zij inrit van supermarkt Colruyt bevindt zich op nummer 122.

– Op het huisnummer 112 was een bakkerij gevestigd met de naam 'Paul'.

– Aan nummer 108, was in 1981-84 op dit adres een schoenmakerszaak ‘ Den Dijk’ gevestigd van de familie Crauwels/Roosenboom. Later kwam er een afhaal chinees. Het is een gewoon rijhuis en niet aan de voorgevel te zien dat hier handel werd gedreven.

– In nummer 102 was ooit bakkerij 'La Paloma' gevestigd met als specialiteit: marsepein. Of het ooit een volwaardige bakkerij was is niet geweten. Het lijkt alsof hier alleen een distributie en administratiekantoor gevestigd was. In november 2015 opent ‘Auto Center Ekeren’ zijn deuren. De uitbaters beloven kwaliteit te leveren aan voordelig tarief. Voor een check-up, onderhoud of een herstelling. Zonder afspraak.

– Op de parking van Van Ende stond lang een frituurwagen die uitgebaat werd door Anita van 1989 tot 2007. Zij bewoonde het naastliggende pand nummer 100. De dochters Sas en Linda namen het in 1998 van haar over. Het frituur is al enkele jaren uit het straatbeeld verdwenen.

– Achteraan werd door Jef Van Ende en Johan De Bie van 1980 tot 1993 Selfmade Ekeren opgericht. De zaak werd onlangs overgenomen en noemt nu ‘HandyHome’.

– Supermarkt AD Delhaize bevindt zich momenteel op het nummer 90. Hier was voorheen Meubelen Van Ende en daarna supermarkt Van Ende gevestigd met in 1987-89 ‘De Vleesmeesters’.

– Nummer 86? Achter het kapsalon bevond zich vroeger feestzaal-restaurant Mistral. Danny, onze oudste zoon, herinnerd zich nog dat na het restaurant hier een vogelkeuring plaats vond. Delhaize gebruikt de ruimte nu voor opslag van goederen.

– De Cliënt op nummer 84 is een kapsalon dat al jaren een vertrouwd beeld in deze straat is. Hier was nog de Ekerse Videotheek gevestigd.

– Tussen de apotheek en kapsalon 'De Cliënt' bevindt zich de school 'Moretus'. Eduard Moretus zorgt voor een stuk bouwland langs de weg naar Hoevenen. Met de school wordt gestart op 27 september 1838 met 4 leerlingen en 3 zusters. De zusters die les geven waren van de congregatie van Sint-Vincentius a Paulo uit Gijzegem. De school wordt al snel te klein en moet uitbreiden. De zoon, Alexis Moretus, is de nieuwe grote financier van de uitbreiding. Op 10 november 1995 neemt de school afscheid van de twee laatste zusters van het O.L. Vrouweninstituut. Zuster Claire en Aurelia gaan op rust in het klooster van hun orde te Gijzegem. In het jaar 2005 gaat het O.L.V. van Lourdesinstituut samen met de Lambertusschool en wordt omgedoopt tot Moretus.

– Het gebouw met nummer 80 werd gebouwd in 1913, volgens de muurankers in de gevel, op de plaats waar maalderij “De Schepper” was. Achter de woning stond van 1845 tot 1905 een windmolen. Drukkerij Taverniers pvba had hier zijn winkel met  schoolbenodigdheden. Achteraan was de drukkerij gevestigd. Ons Rina haar jongste broer, Leo, heeft hier zijn eerste stappen gezet als 'leerjongen'. Het is lang geleden, maar hij kan het zich nog goed herinneren. Als hij erover praat lijkt het alsof alles gisteren is gebeurd. De apotheek in het pand is van recentere datum.

 

– In nummer 74 en 76 is het handelspand van de Merksemse Rijschool.

– Het nummer 72 was voorheen nachtwinkel Lyaz pvba. Vanaf 1997 was dit pand een immobiliënkantoor van Immo De Laet. In 2006 verhuist hij naar het hoekhuis in de Dorpstraat. Vanaf 2006 is er een Thai restaurant gevestigd. Enkele tafels en stoelen staan ter beschikking, maar je kan de gerechten ook mee naar huis nemen.

– In nummer 68 was rond 1990 Pagadder gevestigd. In 1991, is er sprake van Big Bijou: verkoop van oorbellen, colliers en armbanden. Ook stola’s, ringen en ‘kinder bijouterie’. In 1992-93, komt hier Consensio, een bureau om kapitalisatiebonnen te verlengen. In 1997-99 is het de beurt aan het Spaarkrediet, vanaf het millenniumjaar 2000 is het Centea bank.

– Ernaast in nummer 66 is ooit een kledingwinkel van Nini geweest, van 1977 tot 1985. Van 1986 tot 1989 wordt het ‘Maddy’s Mode' dat uitgebaat werd door G. Aerts-Jubert. Een zaak met als specialiteit: rokken en broeken tot maat 54. Tijdens de jaren schakelt het echtpaar over naar Belgische en Duitse mode tot en met maatje 56. Sinds enkele jaren is dit pand een rijwoning. Een groot bord van een immobiliënkantoor voor het raam laat duidelijk weten dat het pand net verkocht is.

– In 1996 vinden we ‘Maddy’s Mode’ terug als sponsor in de jaarboekjes van de carnavalstoet, maar dan in pand nummer 64. De fastfoodketens hebben hun tol geëist: tot 2001 werd er dameskleding verkocht tot maatje 58. Als laatste heeft een nachtwinkel hier onderdak gevonden. De rolluik is naar beneden. Er komt een nieuwe huurder in.

– In het nummer 62 was nog het Ekers Fotocenter gevestigd van Jos Brocatus. (1977-94). Alle grote merken van pocketcamera tot professioneel materiaal was hier voorradig. Van 1995 tot 1999 komt Foto Katleen in dit pand. Ze beloofd het ganse jaar door gratis dubbele foto’s of vergroting. Het pand is nu een woning.

– Het winkelpand nummer 60, op de hoek met de Molenstraat, was vroeger een platenzaak met de naam: 'Mi-Be-Mol' van 1977 tot 1987. Nu is al enkele jaren hier restaurant Gino gevestigd vanaf 1994. De pita en pizzeriazaak vierde in 2014 zijn 20 jarig bestaan.

– De nummers 56 en 58, op de hoek met de Molenstraat, is een appartementsblok van Jan Thijs. Hij handelde in onroerende goederen. Achter de garage, in de Driehoekstraat, verhuurd hij nog altijd garageboxen. Daar hadden wij in de jaren tachtig onze garage voor onze eerste auto.

– Welk huisnummer het nu juist was is niet meer geweten. In nummer 54 of 52 heeft kunstschilder Petrus Valckx (1920-1996) nog zijn schilderijen tentoongesteld. In het jaar 1960 ongeveer.

 

– Nog een voormalig winkelpand op nummer 54 dat omgebouwd werd tot familiewoning. Er was voorheen een sportkledingwinkel gevestigd. Hier was in 1993 tot 2007 ‘Arabesk’ gevestigd, een kledingzaak met vrijetijds- en sportkledij voor het hele gezin.

– In het pandnummer 52 had Van Dijck-Joos (1977-97) een zaak in Electro. In 1999 was ‘Knokker’ aan de beurt. Een zaak met doopsuiker, geboortelijsten en kleding voor kinderen tot 4 jaar. In 2011 werd het pand nog een bijhuis van Van Dijck. Voor de vitrine stonden inbouwtoestellen tentoongesteld. Nadien vestigde hier een Schoenmakerij met Sleuteldienst. Deze zaak was voorheen in de Driehoekstraat gevestigd. Wegens onteigening of einde huurceel verhuisde de zaak hiernaar toe.

– In het nummer 50 was tot 1975 fonoplaten ‘Mi-Be Mol’ gevestigd. Hij verhuisde naar winkelpand nummer 60. In 1984 tot 1993 was hier restaurant ‘Oud Ekeren’ gevestigd. In 2013 werd dit even de thuishaven van J &R Team; met artisanale pralines, snoep schepijs en nog veel meer. Thans 2015 is in nummer 50 een Lunchroom-IJssalon gevestigd. Voorheen was hier onder andere 'Race Paddock' gevestigd. Een zaak met schaalmodellen, boeken en DVD's. Men kon hier tevens bereide broodjes kopen. Ook nachtwinkel 'Sawera' vond hier tijdelijk een onderkomen. Naast de zaak bevindt zich feestzaal 't Rood dak, dat vroeger nog Coop noemde. Nu is er af en toe een Repair Café gevestigd, waar vrijwilligers kapotte spullen repareren tijdens een gezellige babbel. De herstellingen zijn gratis.

– Ook nummer 46 is een gerenoveerd winkelpand waar iets van afslanken in heeft gehuisvest. In 1977 tot 1984 werd hier een kinderkledingzaak uitgebaat met de naam ‘Benjamin’. In 1985 tot 1988 wordt het kinderkleding Pagadder. In 1994 tot en met 1998 komt Ricardo’s met zijn herenkleding in dit pand. Kwaliteitskleding binnen ieders handbereik.

– In nummer 44 van de Kloosterstraat was in 1987 Elysée. Boetiek Yentil vanaf 1990 tot 1997. In 2006 tot 2008 was het de beurt aan ‘Den Ekerse pijl’, alles voor Dartliefhebber, ook borduren van textiel. Na een 'advies-slank-fit' zaak, werd het pand gerenoveerd tot een gezellige woning.

– Voor het nummer 42 staat een stelling met zeildoek. Tot en met 1995 was hier lingerie J. Rombouts gevestigd. Een breukmeester die werkte voor alle ziekenkassen. Daarna 1998 tot het einde van de eeuw was Lingerie Bodyline hier gevestigd. Een winkel met exclusieve topmerken, maat 70a tot 140g. Achteraan was 'Ekers Zonnebankcentra' gevestigd.

– Nummer 40 is momenteel een leegstaand pand. Hier was voorheen 'Het Knopke' gevestigd, die verhuisden naar nummer 4 in de straat. Daarvoor was banketbakker St Jozef hier gevestigd van 1977 tot 2007

– Nummer 38 was ooit Trico Bello. In 1995 tot en met 1997 kwam hier een naai- en breimachine winkel met breischool.

– Het nummer 36. Rond het jaar 1977 tot 1992 was Keurslager Schellekens op dit adres ingeschreven. Alles werd ten huize vervaardigd door gediplomeerde vaklui. Daarna bediende Keurslager Heynen-De Leus van 1993 tot en met 2008 hun cliënteel in dit winkelpand. In het pand bevindt zich nu 'Wassalon de Parel'.

 – Op nummer 34 was begin jaren 1970 'Meubelen Valckx' hier gevestigd. Ook noemde dit pand: 'Parfumerie Ladyface' van 1977 tot 1996. Een schoonheidssalon voor dames. Kapsalon Britt is   sinds 1996 een vertrouwd beeld in de Kloosterstraat. Na een tijdje in de Lange Sterrestraat een kapsalon te hebben uitgebaat kwam ze in dit pand terecht.  

– Op nummer 32 was ‘Coiffure René’ gevestigd vanaf 1977 tot en met 1979. Naderhand bevond zich hier een kapperszaak van Lutgarde. Nadat zij in de Moretuslei haar kapperszaak opende werd het pand in de Kloosterstraat veranderd. Vanaf 1990 tot 1996 werd de winkel over genomen door Jef Lenaerts: een zaak met groenten, fruit, wijnen en verse kruiden. In 1998 lezen we ’t Krommeke op de vitrine. Naast groenten en fruit verkoopt men ook noten en gedroogde vruchten. Thans is de het pand 30-32 vanaf 2010 ingericht voor dagbladhandel Rewers PP. Op de vitrine lezen we: 'totale uitverkoop'. In oktober 2015 sluit hij voorgoed de deur. De benedenverdieping wordt thans te huur aangeboden.

– In Kloosterstraat 30 kon je alle dagen terecht bij Frituur ‘Tilly’. Van voor 1977 tot 1988. Koude schotels en kip aan ’t spit waren de specialiteiten. In 1989 tot 2007 werd het Yellow Snack.

– Het nummer 28 was in de vroegere jaren een schoonheidscentrum ‘Lady Face’, in 1974.

– Achter de gevel van nummer 24 was in 1995-1996 het ‘Zonnecenter’ gevestigd met 'privé sauna en snelbruiners'. Ook badmode en lingerie. In 1997 tot 2000 kwam ECU Travel in het pand, voor al uw reizen. Daarna nam Van Dijck ook dit pand over om de zaak uit te breiden.

– Het nummer 22 was voorheen een reisbureau met de naam 'Spillemaeckers' gevestigd. Volgens een facebookvriend zat in nummer 22a kleermaker Jef Hendrickx en nummer 22b was een verkooppunt van naaimachines. Nostalgische momenten. Hier heeft Van Dijck-Joos zich gevestigd. Een zaak met elektro, hi-fi en stereo van 1997 tot op heden.

– Nummer 18. Het pand dateert van 1900. In die tijd werd er een café uitgebaat. Er waren heel veel cafés in Ekeren die tijd. Te veel van het goeie. Dat kon niet blijven duren. In 1978 noemde de winkel nog ‘Gabriëls’, een winkel met textiel en kleding. Ons Rina heeft hier ongeveer dertig jaar geleden, (1981) toen het een babywinkel was met de naam ‘Bambi’, een dekentje en duwwagentje gekocht voor onze jongste zoon Edwin. Kaaswinkel Alpenhoorn opende voor het eerst haar deuren op 1/10/1994. Info van Tamara Heynen, waarvoor dank.

– Ook nummer 16 is nu een leegstaand winkelpand. In 1977 tot 1992 was hier nog zetelgarnierder van Bolders-Strybos gevestigd. Ook ‘Trialco and Sercom international’ heeft hier handel gedreven. Een zaak die handelt met elektrotechnische bouwelementen. Nu wordt alleen het uitstalraam gebruikt door bakkerij Bossuyt om zijn artikelen te showen.

– Het pand, nummer 14, staat leeg.

– Het nummer 12 in de Kloosterstraat is momenteel een kapsalon (2015) ‘Nieuwe Stijl’ voor Heren en kinderen. Dit was vroeger, samen met het nummer 14 eveneens garage Mooens pvba. Een Mazda verdeler waar we begin jaren tachtig, van vorige eeuw, onze eerste auto kochten 1980-09.

– Rechts naast de bank, op het nummer 10, bevindt zich het bekendste winkelpand van Ekeren. Algemene IJzerwarenhandel Goosens met als specialiteit: gereedschappen van voor 1977.

– In nummer 8. In de jaren stillekes was hier fotolabo De Strecker gevestigd. In dit labo deed Paula, echtgenote van ons Rina haar oudste broer Hubert, haar best de beste foto’s uit te kiezen voor de klanten. Ook was hier Copco Travel gevestigd, voordat hij naar de Dorpstraat verhuisde. In 1979 had begrafenissen en crematies C. Haast hier een zaak gehad tot 1984. Hij verzorgde alle transporten in binnen en buitenland. In 1991-94 , kwam FamiBank in dit pand voor persoonlijke leningen en andere bankverrichtingen. In 1995 wordt het Citibank. Leningen snel en voordelig. In 1998 wordt het een Ippa Bank. Alle verzekeringen, leningen en financieringen. In 2000 en tot op heden is hier AXA Bank en verzekeringen gevestigd met als directeur de heer De Coster.

– Het winkelpand nummer 6 was in 1985 tot 1992 Phildar hier gevestigd. Daarna was tot 2002 de zaak eigendom van Heirman die er een schoenwinkel uitbaatte. In 2003 tot 2007 kwam Tearoom Den IJsberg in dit winkelpand, met pannenkoeken, verse wafels, roomijs en belegde broodjes.

Als laatste werd het gelijkvloers verhuurd aan Carluccio. Sinds zijn Pizzeria-Trattoria sloot staat het pand al geruime tijd leeg.

– In het winkelpand nummer 4 werd er door de vrouw van Jef De Hoon boetiek 'Lef' open gehouden met de toen bekende merken, da’s lef hebben. Dat was van 1986 tot 2002. Ze organiseerden elk jaar een modeshow in het Ekers Hof. Daarna was kledingwinkel Oceane pvba aan de beurt in 2006 en 2007. Vervolgens werd de zaak 'Het Knopke' genoemd. Een handwerkwinkel met wol in verschillende kleuren. Daarna vond hier het Cultuur Centrum van Ekeren tijdelijk onderdak voordat ze naar het Hof de Bist, in de Veltwijcklaan, verhuizen.

– Op nummer 2, naast de inrit van het 'Godshuis'. “Tijdens mijn jeugdjaren zag het er hier allemaal anders uit”, weet ons Rina te vertellen. “Het was een gezamenlijke overdekte ingang voor drie winkels: het winkelpand van Zeeman was 'De Wolmolen' in 1979. De ingang bevond zich links, rechtdoor was de ingang van een kleine cremerie zaak. Rechts was nog een winkeltje, maar ik weet niet meer wat ze daar toen verkochten. Dan is Atlas Stock in 1996 gekomen, een winkel met huishoudartikelen. Vervolgens werd het pand in 1999 overgenomen door Phildar. Sinds enkele jaren is er de Zeeman gevestigd.

 

Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs. Bron: Alle Facebookvrienden en speciale dank aan Luc Somers - Erik Bontinck en de jaarboekjes van De Bierpruvers.







18-01-2016 om 00:00 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (8 Stemmen)
>> Reageer (0)
11-01-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Kloosterstraat onpare nummers

Kloosterstraat onpare nummers

 

De straat kreeg haar naam naar de toenmalige oprichting van het kloosterhuis van de Zusters van St-Vincentius a Paulo uit Gijzegem, de vroegere Onze-Lieve-Vrouw van Lourdesinstituut.

De  staatsbaan werd met kasseien geplaveid rond 1850. In 1887 wordt de eerste tramlijn gelegd. De tram verdwijnt uit de Kloosterstraat in 1966 en de sporen verdwijnen in 1975.

Soms zal je merken dat de huisnummers niet overeenstemmen. Waarschijnlijk door vernummering eind jaren zestig van vorige eeuw. Een excuus om fouten te maken.

We starten onze zoektocht naar verdwenen winkels vanaf de Dorpstraat langs de onpare nummers en wandelen noordwaarts richting viaduct Leugenberg. Aan de lichten dwarsen we de straat en keren langs de pare nummers terug naar de Dorpstraat.

 

– In pand nummer 1, op de hoek, Driehoekstraat/Kloosterstraat, was tot 1977 de herberg 'Het vliegend wiel’ van Jan Kanora gevestigd. Na de nodige renovatie werd vanaf 1979 tot 1990 hier de bank J. Van Breda open gehouden. Vervolgens was er een computerwinkel gevestigd die op politiebevel zijn deuren moest sluiten. Vastgoed Hecerna bouwde eveneens hier later een zaak op. Daarna kwam immobiliënkantoor Century 21 tijdelijk in dit pand, tot de zaak verhuisde naar de Markt. Nu is in het winkelpand vanaf 2011 Inpa Computers gevestigd. Een webshop voor pc, laptop, tablet en smartphone. Zelfs online kan besteld worden. In de winkel sta je tegenover een ervaren deskundige.

– Op nummer 3 was 'Begrafenissen H. Holemans' gehuisvest. Achter de hoek was vroeger pand nummer 5. Er bevond zich een klein café met de toepasselijke naam: ‘In den Driehoek’. We spreken hier over de jaren twintig en dertig van vorige eeuw. Het café vond geen overnemer meer en moest verkocht worden. Holemans was er als de kippen bij. Kocht de zaak en liet het pand renoveren. Het huisnummer verdween. Langs een driedelige deur kon je daarna binnen in een rouwzaal. Na 70 jaar geschiedenis stopte de zaak zonder overname in september 2013.

– Op het huisnummer 7 was het voormalige cafépand 'Taxi' gevestigd vanaf 1977. Van 1989 tot en met 1993 nam kledingzaak Ricardo's de zaak over. De zaak werd genoemd naar het toenmalige Miami Vice personage. In 1999 was hier nog de bescheiden ‘Antiekhandel’ van Patrick Wyllinck gevestigd. Een groothandelszaak met eigen fabricatie in Tsjechië. In het jaar 2000 kwam 'M.J. Reizen' in het pand. Een reisagent voor alle touroperators zoals Sunsnacks en Jet Air. Nu is het een gerenoveerde woning.

– In pand nummer 9 was vooreerst drogisterij Hoet en Co gevestigd (1980). Daarna kwam Colorama pvba tot 2006. Een speciaalzaak in verven en behang vanaf 98,- BF voor een rol. Heel het gebouw werd met de grond gelijk gemaakt en er werd een nieuwbouw opgetrokken. Op het gelijkvloers is een winkelpand voorzien en er kwam 't Ooievaarke, een winkel in babyartikelen. Vanaf 2015 wordt het pand uitgebaat als kapsalon 'Image' voor dames.

– Het winkelpand ernaast, nummer 11, was vanaf 1996 tot 1999 een Cera bank. Dan kwam VDAB 'De Werkwinkel Ekeren'. Het loket waar werkzoekenden terecht konden met vragen over werk. Nu is er het consultatiebureau 'De Voorzorg' in ondergebracht, in samenwerking met Kind & Gezin.

 

– Huisnummer 13 herbergt thans VCLB 'De Wissel-Antwerpen Medische kringloop. Voorheen was hier schoenen Lenaerts gevestigd.

– In nummer 17 was de voormalige Volvo garage van ‘Mooens en zonen pvba’ van 1980 tot 1988. In de begin periode verkocht hij naast Daf auto's ook LPG, diesel en benzine. Na renovatie- en verbouwingswerken kwam er in 1989 tot 2005 'Car Top NV'. Onderhoud Volvo en verkoop van tweedehandswagens met waarborg. Naderhand werd het pand overgedragen aan 'Bul-Construct’, een zaak die ramen, deuren en sectionale poorten aan de man bracht. Nu is het een   tweedehandsboetiek geworden met de naam 'Pastin'.

– Het pand van Electro Gielens vinden we hier al voor 1977. Het is gelegen op nummer 19 tot en met 21. Eerst handelde Gielen uitsluitend in haardvuren op het nummer 21. In nummer 19 was de voormalige cinema Corso gevestigd. Hier heeft menig Ekerenaar, begin jaren '70, nog één van de laatste films gezien voor men definitief de deuren sloot. Nu is het de overdekte parking van de zaak Electro Gielens.

– Het nummer 23 is een leegstaand handelspand. In 1977 tot en met 1986 bevond zich in dit pand ‘Droogkuis De Vos’. Het bedrijf waar kleding en textiele stoffen grondig worden gereinigd en gewassen. Het deskundig personeel is ervaren om delicate kleding te strijken, te persen en indien het moet zal het netjes en piekfijn verstevigd worden.

– Het pand met nummer 29 is een rijhuis waar in 2001 fotografie Marc Adriaenssens was gevestigd, met specialiteit: huwelijksreportages. Voor een blijvende herinnering aan de mooiste dag in het leven van een bruidspaar. Glamour en romantiek wordt voor eeuwig vastgelegd tijdens de foto-shoot. Een dag waarop bruid en bruidegom stralen van geluk mag gezien worden.

– Lang geleden zou, in nummer 33, een winkel zijn geweest met de naam 'PRO', vanaf 1977, een winkel met geschenken en seizoenartikelen. In de zomer werden er tuin- en klein meubelen aangeboden. Ook elektrische huishoudapparaten, keukengerief...etc. gingen vlotjes over de toonbank. De moeder van Jeannine Somers was er gerant. Het All Fitness Center dat een tijd uitgebaat werd door Lily De Block, is vanaf 1991 een vertrouwde zaak van Ekeren.

– In het pand nummer 35 naast de Fitness zou Parfumerie Ladyface handel gedreven hebben voor ze verderop kapsalon René over nam. Tot 1991 was hier ‘De Kaashoeve’ van Maria De Bruyn gevestigd. In haar zaak vond je een grote keuze in zachte- en harde kazen en fijne charcuterie.

– Het nummer 37. Begin jaren tachtig stond hier nog een pand met café ‘Stoplicht’. Daarna, in 1990 kwam ’t Ekers Winkeltje tot 1996 met verkoop van verschillende varia ’s, geschenken, cosmetica, huishoudartikelen en darts gerei. Het kleine winkeltje werd afgebroken voor een parking.

– Kloosterstraat 39 is de school 'Dreihoek' die met de jaren uitgegroeid is tot een kleine campus. In 1995 verdwijnt de kleine parking wegens de uitbreiding van de school. Sinds september 2015 werd een nieuwbouw ingehuldigd voor de kleuters, op de plaats waar de parking was.

– Op nummer 53 verkocht men vakkleding en textiel tot 1979. In 1981 vindt men hier Poot Stoop. In 1995 was er zelfs sprake van een Pita Huis. De panden 53 en 55 werden afgebroken om plaats te maken voor de kleuterklasjes van de school.

 

– Nummer 57, op de hoek met de Blarenstraat, stond tot 1978 ‘Café ’t Kloosterke’. Ook deze zaak verdween van de aardbodem. Na afbraak werd een moderne woning gebouwd van drie verdiepingen hoog, met acht appartementen.

– Op de andere hoek met de Blarenstraat, nummer 59, staat café Duivenbond, genoemd vanaf 1976, maar bestaat al veel langer. Vanaf dat jaar dan kon je terecht bij Jean en Gaby tot 1991. Daarna namen Myriam en Peter het café over tot 1993. Als laatste werd het ‘bij Rikke en Myriam’. Het is al een hele tijd gesloten na een brand. De ramen zijn nog steeds geschilderd met wensen voor kerst en nieuwjaar van een jaar of twee geleden. We kunnen binnen gluren via een openstaand raam. Alle muren zijn met Gyprocplaten afgewerkt. De naden zijn grondig geplamuurd. Het is wachten op de schilder. In december 2015 zijn de ramen ontdaan van de kerst en nieuwjaarswensen.

– In nummer 63 kwam tot 1978 Coiffure Hilda Adriaenssens. Daarna werd het in 1979 nog een dameskapsalon ‘Hilin’. Iedere woensdag was tienerdienst met -15%. In 1990 nam Bondoline de winkel over. Vanaf dat jaar kan je terecht voor doopsuiker, snoep, pralines en Antwerpse handjes.

– Op nummer 65 was vanaf 1977 tot en met 1992 ‘Boetiek Sabine’ gevestigd. Daarna nam Bondoline de winkel over en breidde op die manier haar zaak uit.

– In nummer 67 kwam vanaf 1977 tot 1979 ‘Nieuwkuis Lamot’. Hier was voorheen Cromheeke Tuinaanleg gevestigd. Daarna kwam Werner Hertoghs van 1990 tot 2009 zich hier vestigen. Een zaak met rookwaren en dagbladen tot hij verhuisde naar handelspand 32. Als laatste kwam hier A&G Solutions in 2015. Een zaak die schoonmaak aanbiedt.

 

– Het nummer 71 was van ‘Boekhandel Herbosch’ tijdens de periode 1977 tot 1979.

– Van huisnummer 69 tot en met 75 is in 2013 een nieuwbouw opgetrokken zonder handelspand. Hier was voorheen Pandava gevestigd. Een bescheiden zaak die startte in huisnummer 71 en steeds verder uitbreidde naar de naastgelegen panden. Pandava verhuisde in 2009 naar Hoevenen in de Hoge Weg. In het hoekpand met nummer 77 kon je ooit wafels en pannenkoeken eten bij Crêperie 'Denise'. Naast een grote keus van ijscoupes en warme wafels, verkocht Denise ook  warme en koude snacks. ‘Kwaliteit is ons reclame’ kon je op de folders lezen van 1980-86.

--Nummer 73, was in 1974 een winkel van algemene voeding ‘bij de Pol’ gevestigd. In 1977 tot 1979 was hier  ‘Denise’ de uitbaatster. Daarna nam Pandava dit pand over van 1980 t/m 2009.

– In nummer 75 baatten Elisa Sabbe-Hermans hier hun schoenenzaak uit met de naam ‘Elise’. Van 1977 tot en met 1991

– In het hoekpand, nummer 77, werd gestart met een voedingswinkel. Volgens Facebook vrienden was dat 1977 en 1978. Verdere gegevens ontbreken. Vanaf 1980 kon je hier wafels en pannenkoeken smullen bij ‘Cremerie Denise’ tot 1994. Een Grieks restaurant nam de zaak over.  Sinds 2003 is het pand restaurant Giovanni's, pita en pizza. 

– Het winkelpand, hoek Kloosterstraat/ Lange Sterrestraat met nummer 79, heeft in eerste instantie een kinderwinkel geweest met de klinkende naam 'Kinderdroom'. Nadat de verkoop van kinderwagens en kinderstoeltjes minderde werd de zaak gesloten. Na enkele renovaties werd de zaak van Kapper Danny Backe in 1979 ingehuldigd. Daarna nam een andere kapper zijn zaak over, 'Kapsalon Jacomo' in 1994 en 1995 . Nu huist hier sinds 2009 kapperszaak 'Jirina'. De ingang is in de Lange Sterrestraat. De kortelings gerenoveerde appartementen, boven de kapperszaak, hebben hun ingang in Kloosterstraat 79.

– In winkelpand nummer 81 heeft voor zover wij weten apotheker Engels-Brabants gestaan tot 1983. De apotheek verhuisde naar de overkant in nummer 80. Sindsdien staat het pand leeg en te huur.

– In nummer 83 kon je in 1977 terecht bij bloemensierkunst ‘Azalea’ tot 1984 met een specialiteit van bruidsruikers en grafkransen. Ook Marijn de Jong heeft hier winkel gehouden tot hij verhuisde naar de Markt. Momenteel kan je hier terecht voor Kinesitherapie en medische voetverzorging.

– Winkelpand nummer 85 was bekend tot ver buiten de grenzen van Ekeren. De 'François' werd hij tot op het laatst nog genoemd alhoewel zoon (Charel) en echtgenote achter de toog stonden. Een elektronische kassa heeft er nooit gestaan. Ze maakten de rekening steeds met potlood op stukjes papier. In de week was het vooral de schoolgaande jeugd die het winkeltje ‘terroriseerden’ voor snoepgoed. Op zondag dan stonden mensen in rijen tot buiten aan te schuiven voor verse charcuterie. Het ging in één moeite door want naast de François heeft altijd een bakkerij geweest. Na stopzetting van hun zaak werd het pand gerenoveerd en kwam er de Webfabriek CVBA in. Nu zijn er verschillende burelen in gevestigd.

 

– Het pand ernaast, nummer 87, is een bakkerij. Er zijn ondertussen veel uitbaters de revue gepasseerd. Ik denk aan: “Banketbakkerij Phillipsen (1977-85), Wouters pvba 1986-07, Bakkerij Van Hooydonck 2008-2013 en sinds 2014 noemt de zaak ’t Bakkerke.

– In nummer 91 was voorheen naaibenodigdheden Verwimp gevestigd, tot 1979. Tot Pandora de zaak overnam van 1980 tot 1996. Een zaak die met de jaren uitbreidde naar het nummer 89, het naastgelegen pand. In 2009 werd de winkel omgetoverd tot een snack-praatcafé 'Jump-Inn' tot 2011. Vervolgens werd het pand overgenomen en veranderde de naam in 'Place.2.be'. Verkoop van belegde broodjes, dranken, koffie…etc. Het mocht niet baten. Voor de grote vitrine hangt een bouwaanvraag. Een aannemer zal het gebouw afbreken, tegelijkertijd met het hoekpand ernaast. Nadien wordt een appartementsgebouw opgetrokken met 6 woongelegenheden en  een handelspand op de benedenverdieping.

– Op het nummer 93, op de hoek met de Moretuslei, bevindt zich momenteel een T-shirt drukker. De uitbater mocht nog 6 maanden over dit pand beschikken. Het logo van de vorige huurder, van dit pand, ACV is nog duidelijk zichtbaar boven de uitstalramen. In dit winkelpand verkocht Cado-Disc voorheen zijn CD's, vinylplaten en cassetten. Ooit was hier café Stardust gevestigd vanaf 1965. Eerst werd het uitgebaat door de heer en mevrouw Van Werf. In de jaren tachtig werd je nog bediend ‘bij Nini’.

Ik krijg een schrijven van Marc De Mulder met de melding dat zijn vader daar het café openhield. Maar... en nu citeer ik Marc: “… doordat mijn vader bokser was geweest noemden ze hem ‘De Kid’. Het bleef hun café tot 1978. Daarna werd het overgenomen door Mon de goochelaar”.

In het weekend hoorde men tot ver in de omtrek de discobar spelen. Alles verdwijnt, helaas, ook dit pand wordt met de grond gelijk gemaakt voor een appartementsblok.

 

– We staan voor het hoekpand met de Moretuslei, nummer 95. Tot 1978 was het hier Franco-Belge, een drogisterij. Hier was nog een schilder-behangerswinkel van Claessens of Niemans gevestigd. Volgens ons Rina moet hier nog een kapperszaak gevestigd zijn geweest. Snackbar 'Handgesmeerd' bvba was hier nadien gevestigd. Daarna volgde in 2009 een ander broodjeszaak 'Delicious'. Het pand stond een tijd leeg maar nu wordt het uitgebaat door Rookstop. Hier wordt je geholpen om te stoppen met roken met laserstralen.

– Nummer 97 is al jaren ingenomen door 'Assugal'. Een verzekeringskantoor.

– In pand nummer 99 woonde Gontier P, een schilder en behangwerker.

– Naast de ruime woning met nummer 107 is een inrit die leidt naar de werkplaatsen van de voormalige Aerogo Europe nv – Transportsystemen. Hier was vroeger bouwondernemer Claessens gevestigd. Hij bewoonde het pand nummer 107. Hij was verdeler van bouwmaterialen. Met haar vader heeft ons Rina hier vaak zand en cement komen kopen voor de afwerking van hun nieuwe woning in de Boerendijk. Sinds half september 2015 is men begonnen met de afbraakwerken van de achterliggende loodsen en werkplaatsen voor de nieuwe Aldi met slagerij. Het is spijtig dat ook het geboortehuis van Hendrik Kanora moet verdwijnen. Ikzelf heb begin jaren tachtig een gedenkplaat tegen de gevel geplaatst. Hopelijk komt er een nieuw verguld bord tegen de gevel te hangen waar het geboortehuis heeft gestaan.

– De woning, nummer 109, wordt afgebroken voor de nieuwbouw van Aldi. Voorheen was hier een kapperszaak gevestigd ‘Coiffure Thys’ 1989-90. Ook was hier tijdelijk de onafhankelijke ziekenkas (OZ) in ondergebracht, tot deze naar het Kristus Koningplein verhuist.

– In het pand nummer 111 werd jaren handel gedreven in bloemen en planten door Govaerts Dirk van 1993 tot 2003.

– Op nummer 113 was voorheen boetiek ‘Abbey Road’ tot 1979. In 1984 kwam het Ekers Videofilm Verhuur in de plaats. Enkele jaren later, in 1990, was er sprake van ’t Gazetje in dit pand. Vanaf 1992 tot 1996 , staat er dan ’t Baguetje’ op de vitrine. Een nieuwe broodjeszaak die op haar beurt naar de Dorpstraat verhuist.

– De woning met huisnummer 119 met de grote poort ernaast behoorde toe aan een melkboer. Hij deed zijn ronde nog met een triporteur. Waar is de tijd?

– In het pand 123 was van 2000 tot 2012 Peter Driesens bvba gevestigd. Hij was zaakvoerder en installateur Centrale Verwarming.

– Op het nummer 127 werd een mooi statig kasteeltje gebouwd rond 1897. Het staat wat achterin en heeft een voortuintje. Het noemde vroeger Villa Les Hirondelles en het is Cultureel Erfgoed. Boven de garage is een glazen gaanderij dat het huis verbind met een smal bijgebouw ernaast.

– Het nummer 139 herbergde vier jaar lang ‘Jeans Club’ met vrijetijdskleding. Van 1978 tot en met 1982.

– Op de nummers 149 en 151 is Art-Deco gevestigd. Een firma van belettering en digital printing.

– Het nummer 153 is een leegstaande woning of pand waar onlangs 'Rookstop' zijn waren aanbood voor de zaak verhuisde naar nummer 155.

– Ook in het pand ernaast (155) heeft Rookstop gehuisvest geweest. Nadat het hoekpand op nummer 95 vrij kwam verhuisde hij daarnaar toe. In de jaren stillekes was hier café 'Den Dijkmolle' gevestigd. In 1983 en ’84 huurde café ‘Den Baron’ het pand. In 1995 vinden we dan hier restaurant La Pasta gevestigd met een Frans/Italiaanse keuken, tot 1998 . Nu is het pand verhuurd aan Extramadura, een verzekeringskantoor (2015).

– In het hoekhuis (157) werd vanaf het begin bier getapt. Eerst noemde het etablissement café 'Den Dijk'. Daarna werd het café ‘Happy Corner’ in 1979 en ’80. Daarna stond Mon en Francine achter de tapkast tot 1982. De naam veranderde in café ‘Hoekske’, maar dan zijn we al 1992. In 1994 tot 1996 veranderde weer de naam en noemde het hier café ‘Maritime’. Als laatste werd het café 't Promilleke genoemd: bij Marice en Ludo. In 2007 sloot voorgoed het etablissement. Nu is het een gerenoveerd pand en opgewaardeerd tot gezinswoning.

 







11-01-2016 om 09:53 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (9 Stemmen)
>> Reageer (1)
04-01-2016
Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Bilderdijkstraat, NSBstraat, ...enz.

Bilderdijkstraat

 

In 1929 werd deze straat de grens tussen Antwerpen en Ekeren. De vroegere Dijkstraat was onbewoond langs de zijde van Antwerpen. In 1941 werd de naam Bilderdijk veranderd in Bilderdijkstraat.

Aan de Ekerse kant volgen de huisnummers elkaar op in numerieke volgorde. De woningen aan de Antwerpse zijde van de straat hebben onpare nummers. De Bilderdijkstraat gaat slechts tot nummer 19, tot de Gebroeders Leemansstraat. Daarna neemt de Stad Antwerpen over met de straat 'Schoonbroek'. Op het eeuwig groene grasplein, naast het viaduct naar de Leugenberg, heeft rond 1980-1985 een frituurwagen gestaan. Verdere gegevens ontbreken.

 

– Op nummer 1b was, nog voor 1970, een hengelsportwinkel 'In den Haak' gevestigd met aquaria en visgerei. In 1984 werd de zaak gestopt en kwam 'frituur puntzak'. Elke vrijdag werden er voor €1 puntzakken met frieten verkocht. Een drukte van jewelste. Nu noemt het pand 'Aan Tafel', een frituur en snackbar met nog steeds dezelfde puntzak vol frieten voor €1. Ook broodjes en snacks zijn te verkrijgen.

– Ter hoogte van de nummers 13 en 14 is de in- en uitrit van supermarktketen Colruyt.

 

Gebroeders Leemansstraat

 

Genoemd vanaf 1 september 1931. Ze werd vroeger Korte Dijkstraat genoemd. De nieuwe straatnaam werd gegeven ter ere van de drie gebroeders Leemans die sneuvelden tijdens WOI. Leemans Jaak, geboren te Ekeren op 18 januari 1891 en overleden te Hoogstade op 2 juni 1915. Leemans Frans Ludovicus Jos werd geboren op 30 april 1895 en overleed eveneens te Hoogstade op 3 juni 1915. Leemans Constant Ludovicus werd ook te Ekeren geboren op 28 februari 1893 en overleed in het Militair Hospitaal te Montpellier op 15 mei 1917.

 

De straat werd geplaatst op verzoek van Joyce Caluwé. Er zijn echter geen winkels. Na plaatsing op mijn blog krijg ik via facebook een melding van Marc De Mulder met de volgende info: ‘Als je via Bilderdijkstraat deze straat inkomt, was er aan de rechterzijde een herstelplaats voor fietsen en bromfietsen. Dat moet het derde of vierde huis zijn geweest. Het pand had de naam: ‘De Strop’.

 

Februari 2017. Nadat Peggy Cambré mijn Blog opnieuw deelde op facebook kreeg ik nieuwe informatie aangaande enkele straten. Ik citeer niet letterlijk wat Guido Laureyssens schrijft, maar dit zijn de feiten: ‘Van mijn geboorte tot in 1955 heb ik samen met mijn ouders in deze straat gewoond  (huisnummer 67). Om verder te gaan op de info van Marc De Mulder aangaande het pand ‘De Strop’... De Strop (Frans Verschaeren) was havenarbeider en baatte samen met Irma, zijn echtgenote en klein Stropke de zoon Leo, ook de herstelplaats voor fietsen en bromfietsen uit. Zoon Leo was een zeer goed wielrenner tot bij de liefhebbers. Door omstandigheden stopte hij met koersen en werd eveneens havenarbeider. De echtgenote van De Strop, Irma, sprong zelf mee op de koersfiets in haar jonge jaren en deed aan catchen in haar vrije tijd. Ik kan je verzekeren dat je daar geen ‘patat’ van wou krijgen. Zo heeft ze op een keer een demonstratie gegeven met twee vrijwilligers in de werkplaats. Ze was toen al de vijftig gepasseerd, jawadde. De Strop was een echte stielman in zijn herstelplaats. Alle dagen, zowel winter als zomer, was het vollen bak in zijn werkplaats. Tot het noodlot toesloeg. Frans, Kamiel zijn broer en  buurjongen Edward Verbaenen gingen vissen op de Oosterschelde en zijn alle drie verdronken tijdens een opkomende storm. De broers werden eerst gevonden maar voor Edward zijn er enkele weken overweg gegaan. Leo heeft dan de zaak een aantal jaren verder gezet. Weer sloeg het noodlot toe. Leo kreeg een zwaar ongeval ter hoogte van de Bistkapel in de Veltwijcklaan. In het pikdonker liepen drie vrouwen naar de overzijde van de straat. Balans: 2 dodelijke slachtoffers en één zwaargewonde. Leo was enkele jaren gehuwd en had naast het ouderlijke huis een nieuwbouw opgetrokken. Aan de haven was Leo een clarkchauffeur. Zonder erg reed hij onder een hijskraan door die ijzer verplaatste. Een kabel brak en Leo werd verpletterd onder tonnen ijzer. Het noodlot had hier zwaar huisgehouden’. 

Spijtig genoeg herinnerd Guido zich geen jaartallen meer. Toch bedankt Guido Laureyssens!

 

NSB Straat

 

De straat behoorde vroeger tot de Kloosterstraat en werd daarom in de volksmond 'Klein Kloosterstraat' genoemd. De NSB straat werd geboren op 19 juni 1957. NSB is de afkorting van 'Nationale Strijdersbond', een groepering van oudgedienden van beide wereldoorlogen. De onpare zijde is bebouwd met woningen. Langs de pare zijde staan enkel garageboxen en afsluitingen van tuintjes.

Ik plaats deze straat op verzoek van Peggy Cambré. Ook hier geen winkels te bespeuren. Maar …

 

– Op het nummer 5 was tussen het jaar 2000 en 2002 één handelaar in de straat. Een zaak van Van Kiel Martin met ramen en deuren in PVC en ALU.

 

 

Oorderseweg

 

Deze straat was vanouds de weg die leidde naar Oorderen, langs de Ekerse Dijk, vooraleer er een eigenlijke straat kwam, was hier een dreef in de richting van het Ursel- of Schoonbroekhof, dat tijdens de 17de-eeuw het eigendom en het buitenverblijf was van kunstschilder P.P. Rubens.

 

– De hoeve, op nummer 7 werd gebouwd door de weduwe van P.P. Rubens 'Helena Fourment' in 1644. Het werd een pachthoeve met veel grond om te bewerken. De hoeve werd in 1923 verkocht en in 1934 verhuisden de eigenaars naar Kloosterstraat 5, waar ze café 'In den Driehoek' overnamen. De zaak werd overgenomen door H. Holemans en gerenoveerd tot een rouwzaal. De laatste eigenaars, van de hoeve, zijn Walter Elst, een bekende kunstschilder. Walter huwde met An van De Sompel die in de jaren 1992 tot 2003 in de verbouwde stallen een computerwinkel uitbaatte.

– Nummer 21 is een gewoon rijhuis waar Eric Johnson een praktijk heeft in kinesitherapie.

– Tussen de nummers 43 en 49 staan de twee laatste loten bouwgrond te koop. Niets ontsnapt aan de bouwwoede van de mens.

– Het mooie landhuis nummer 59 is de praktijkwoning van Ann Bernaers. Dokter in de genees- heel- en verloskunde.

– Ter hoogte van nummer 83 staat wat achteruit gebouwd het nieuwe 'Schindebad'. De officiële opening vond plaats op 27 juni 2009. Achteraan is een ruime cafetaria met inkijkramen naar het zwembad dat sinds kort (voorjaar 2015) een nieuwe uitbater heeft. Het zwembadcomplex bestaat uit een wedstrijd- en een instructiebad. Het geautomatiseerde kassasysteem zorgt voor een vlotte doorstroming van de bezoekers. Het voormalige 'Schindebad' voldeed niet aan de strenge Vlaamse milieunormen en werd nadien afgebroken. Op de plaats staan enkele kinderspeeltuigen. 

– Op nummer 127 kwam dameskapper Gaston Hoeykens van 1978 tot '79 een zaak opbouwen. Hoeykens verhuist nog datzelfde jaar naar de Schutstraat. Vanaf 1980 komt hier 'Natuurvoeding 't Kruidentuintje'. Nu is het een gerenoveerde woning.

– In nummer 129 vestigt M. Snelders zich in dit pand en start een timmer- en schrijnwerkerij van 1978 tot en met 1985.

In New York City wordt op 8 december 1980 muzikant John Lennon neergeschoten door Mark David Chapman. Lennon overlijdt even later op weg naar het ziekenhuis.

– Het nummer 171 is vanaf 1971 tot 2013 een dagbladhandel, uitbaat door Boudewijns met wenskaarten, carnavalsartikelen... etc.

 

– Het complex nummer 8 is de pas gerenoveerde school die in 1908 werd geopend vanaf het middelbare. Het onderricht werd toegewezen aan de broeders van de Christelijke scholen en zij doopten het gebouw met de naam: 'Sint-Lambertusgesticht'. Op 11 april 1942, tijdens de woelige oorlogsjaren, komt de 25 jarige knaap Aloïs Notteboom (beter bekend als broeder Vital) naar Ekeren om in het Sint-Lambertusinstituut les te geven. Op 1 april 1976, na veertig jaar les geven, gaat broeder Vital met pensioen. Door zijn gouden stem zingt hij nog enkele jaren in het gemengd koor 'Con Amore'. Sinds 2005 noemt de school 'Moretus Ekeren'. De basisschool noemt nog steeds 'Sint Lambertus'. Naast het voormalige klooster is de 'Ekers Theaterzaal' gevestigd.

– In nummer 14/1 zijn de 'Gebroeders Simons', aannemers alle bouwwerken een zaak gestart vanaf 1977 tot 1994. René Simons vierde het 50 jarig bestaan van zijn zaak in 1993.

– Nummer 50. Een rijhuis waar Hild Meylemans haar praktijk uitoefent in 'Psychotherapie'. Individueel of in groepsverband.

– Het pand nummer 84 is een gewoon huis in de rij. Maar er is toch een handelszaak met de klinkende naam “BLPro” bvba. Verkoop Pc's-Laptops- hard- en software en onderhoud. Alles wat maar met PC te maken heeft vind je hier. Van 2006 tot 2010.

– De nummers 120 tot 124 herbergt een zaak met de klinkende naam: ‘Pattisserie Bossuyt’ met zijn specialiteit: ijscreme en pralines. Op 1 september 1965 vestigde Lieven Bossuyt zich in deze straat. Hij behaalde talrijke Europese prijzen met zijn smakelijke creaties. In 197O opende Bossuyt een tweede zaak, eerst aan de kerk op Markt 10/4 en sinds 1993 in Dorpstraat 17. Op zondag 30 augustus 2015 vierde de Meester bakker Bossuyt feest in het Ekers Hof. Elke bezoeker werd getrakteerd op taart en versnaperingen.

– Wat verder, op nummer 152 is de apotheek van Liesbeth Cuypers gevestigd. Zelfs online kan medicatie bestelt worden.

– Het volgende pand, nummer 154, is een pizzeria zaak van Verdi. Warm, vers, en lekker is de slogan. Oorspronkelijk adres op Schoonbroek 72, maar de ingang is in de Oorderseweg.

 

Akker

 

Voorheen was dit de Akkerstraat. Genoemd naar de vele akkerlanden die hier waren voor 1930. In 1931 werd de straat Akker genoemd.

 

– Op nummer 96 wordt 'Café Telstar' voor het eerst vermeld in 1963 met als uitbaatster Cecile Vekens. Van 1976 tot 1978 namen 'Francine en Ronny' de zaak over. In 1978 wordt vissersclub 'Telstar Ekeren' gesticht. Van 1979 tot 1988 konden de vissers terecht bij 'Marcia en Ronny'. In 1989 veranderde de naam in “De Nieuwe Telstar” met als uitbaters 'Patje Schelfhout en Stef Draguet. Patje verliet al vlug de zaak en Peggy vervoegde de zaak tot 1994. Even werd het “Danscafé De Nieuwe Telstar” bij 'Stef en Marianne' tot 1997. 37 jaar later is de vissersclub nog steeds actief in 'Herberg Den Telstar'. De huidige uitbater is Theyri Verresen.

– Ter hoogte van de nummers 22 tot en met 32 is een breed stuk braakgrond van de laatste landbouwer uit het Groot Hagelkruis. Het staat vol met verroeste landbouwmachines, veevoeder, houten paletten en aanhangwagens.

 

– De nummers 53 en 55 is een recent opgetrokken nieuwbouwcomplex met 5 appartementen. Nog slechts één woning op het gelijkvloers staat te koop.

– Nummer 49 is een rijhuis met een honden trimsalon, 'Bull's-eye'.

– De mooie woning achter nummer 41 is een zaak van 'Ghitec'. Algemene elektriciteitswerken in nieuwbouw of renovatie.

– Het nummer 7 is bewoond door Kegeleers bvba. Een vloer en tegelwerker.

 

Alfons Jeurissenstraat

 

De straat noemde vroeger: Brilstraat. In 1936 werd de straat Alfons Jeurissenstraat genoemd. Alfons Jeurissen was een Vlaamse schrijver van Kempische verhalen, geboren te Hasselt op 19 mei 1874 en overleden te Ekeren op 18 juni 1925. Hij woonde in één van de huizen naast het Reisagentschap De Keyser op het Kristus Koningplein vlakbij de 'Brilstraat'. Hij schreef onder meer; 'Broeder Bertus', 'Heikleuters', 'Op de vlakte', 'Van levenden en doden' en 'Heksendans'.

 

– De school in de straat, op nummer 11 en 13, werd in gebruik genomen vanaf 1878 als gemeenteschool (Rijksschool). Ze werd uitgebreid met een verdiep in 1929. De school heeft ook enkele jaren dienst gedaan als muziekschool. Daarna volgden jaren van leegstand. Op 09/02/1998 wordt de school verkocht aan het O.L. Vrouw van Lourdesinstituut. In 2001 werd het scholencomplex volledig gerenoveerd, maar de woning vooraan bij de straat, werd afgebroken. De lagere school verhuist naar hier terwijl het middelbaar onderwijs in de Kloosterstraat blijft. De school heeft nog twee ingangen. Eén naast het politiebureel en verderop hebben de kleuters een aparte ingang langs de Jozef De Weerdtstraat. 

 

– In pand nummer 17 was in de jaren 1974 'Algemene voeding Beyers' gevestigd. In 1977 nam voeding 'Vleugels' het winkelpand over.

– De nummers 19 en 21 zijn al decennia lang van garage Madereel. Hij werd in 1968 concessiehouder van Fiat, met herstellingen door geschoold personeel. In 1990 nam zoon, Wilfried Flamand, de zaak over en breidde de zaak uit met de verkoop van Lancia en Alfa Romeo. (2015).

– Achter de gevel van nummer 25 vinden we een psycholoog met de naam 'Johan Engelen'.

– Het nummer 41 is de voormalige notariswoning van Herman De Bie. Het gebouw werd rond 1925 opgetrokken.

 

 

– Het pand met nummer 30 heeft ook al een lange geschiedenis achter de rug. En het is nog niet voorbij. Rond de jaren van 1970 vindt men op deze plek garage Veraghtert. Verkoper van 'Apal Buggy, en 'Alfa Romeo'. In 1979 wordt de naam veranderd in garage 'Driesprong' een Dacia en Daihatsu verdeler met alle herstellingen. In 1994, na een grondige renovatie komt hier 'Frituur Melrose'. Na de verhuis naar de hoek met de Leerhoeklaan komt hier een vestiging van Mobistar. Leveringen van alle GSM toestellen. In oktober 2015 zijn er renovatiewerken aan de gang. Er hangen al neon lichtreclames aan de gevels met opschrift “Ekeren snack”. De zaak opent de deuren half december. En we zagen dat het goed was.

--Pand nummer 4 is een gewoon huis in de rij. Het gebouw is ouder dan het lijkt. In het ‘Jaarboek 7  Heemkring Ekeren’ uitgebracht in 1989, lees ik een artikel uit het weekblad “Polder en Kempen”.  Het persbericht is een bloemlezing uit de oorlogsjaren 1939 – 1940. Op dit adres bevond zich het bureel van A. Van Looy. Eigenaar van een autobus die vanaf zondag 6 maart 1938 alle dagen van Ekeren, via Luchtbal, naar Antwerpen reed. De bus was volgens de reclame die hij zelf maakte: ‘snel, regelmatig, veilig en goedkoop’. Alle inlichtingen waren op het bureel te verkrijgen. Passagiers die iets op de bus vergeten waren konden hier eveneens terecht. Spijtig genoeg stopte de heer Van Looy het jaar daarop met de ‘autobusdienst’. De echte reden is niet geweten. Er hing een papiertje in de bus waarin de uitbaters te kennen gaven dat zij ‘… om door de bevolking voldoende gekende redenen hunne uitbating staken vanaf 1 februari 1939’. Had het iets te maken met de opeising van voertuigen voor de nakende oorlog?

 

Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs. Bron: Het Laatste Nieuws. Ekers Onroerend Erfgoed, Heemkring Ekeren, jaarboekjes carnavalstoet van de Bierpruvers en Facebookvrienden.





04-01-2016 om 00:00 geschreven door Luc Verschooten  

0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
>> Reageer (0)


Inhoud blog
  • Broekemwandeling
  • Meerhoutwandeling
  • Nieuwmoerwandeling
  • Herfstwandeling Neerijse
  • Lepelstraatroute
  • Tremeloroute
  • Ekerenroute
  • Mozesbrugwandeling
  • Putteroute
  • Pijnvenroute
  • Tielt-Wingeroute
  • Kapelle-op-den-Bosroute 2
  • Borgloonroute
  • Tulpenwandeling
  • Meldertwandeling
  • Vordenstein 2019
  • Lentewandeling 2019
  • Kluizenroute
  • Fietswaterbus
  • Retiewandeling
  • Spildoornwandeling
  • Kesselse Heidewandeling
  • Parkwandeling Ekeren
  • Bokrijkroute
  • De Grote Schijn
  • Tervurenwandeling
  • Vennenwandeling
  • China Light
  • Brouwerij De Koninck
  • Hobokense Polderwandeling
  • IJzerlaantochtje
  • Bazelroute
  • Bevrijdingswandeling Antwerpen
  • Tulpenwandeling
  • Beeltjes te Ieper
  • De Legende van Veltwijck
  • Waterbustrip
  • Willemstadroute
  • Vichteroute
  • Dieren in de binnenstad
  • Lottum
  • Loenhoutroute
  • Leuvenwandeling
  • Liberationroute
  • Van Moerkerke (Damme) naar Blankenberge
  • Van Assenede naar Moerkerke (Damme)
  • Van Hulst naar Assenede
  • Wandeling Hulst
  • Met de fiets naar de kust
  • Asroute
    Zoeken in blog

    Beoordeel dit blog
      Zeer goed
      Goed
      Voldoende
      Nog wat bijwerken
      Nog veel werk aan
     
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Foto
    Archief per maand
  • 11-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 08-2019
  • 07-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 08-2018
  • 07-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 08-2017
  • 07-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 07-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 08-2014
  • 07-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 03-2014
  • 02-2014

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    achturencultuur
    www.bloggen.be/achture
    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Foto

    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    jojo91
    www.bloggen.be/jojo91
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    windowsgids
    www.bloggen.be/windows
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    sjonfotografie
    www.bloggen.be/sjonfot
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    adverteren
    www.bloggen.be/adverte
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    maastricht
    www.bloggen.be/maastri
    Willekeurig Bloggen.be Blogs
    dansrustroest
    www.bloggen.be/dansrus

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs