Dag
1. Maandag 27 juni 2016. Het is 08:45u als we vertrekken vanuit Ekeren onder
een zwaar bewolkte lucht en amper 16° Celsius. Maar we gaan van de
veronderstelling uit dat de temperatuur zal stijgen. We rijden immers
zuidwaarts. We rijden naar Melay in Frankrijk. Lucy, onze GPS, geeft aan dat
het 505 km rijden is zonder péage. Dat wordt 5,30u rijden zonder stoppen.
Normaal gesproken arriveren we aan onze locatie om 14:15u. Na een tankbeurt
rijden we richting Noorderlaan. Op het viaduct, over de Ekersesteenweg zien we
de vrachtwagens al stapvoets rijden. Dat is al een slecht begin. Richting Breda
zijn er geen problemen. Er zijn asfaltwerken aan de oprit van de ring. Er wordt
een nieuwe toplaag aangebracht. Alle vervoer moet over één rijstrook. Eens er
voorbij loopt het weer vlotjes. Het blijft echter druk tot aan het kruispunt
Namen-Brussel.
Om
12:00u stoppen we bij een wegrestaurant op de parking in Livange. We zijn
ondertussen in het Groothertogdom Luxemburg beland. We zetten ons aan een
picknicktafel maar voelen de strakke koude wind ondanks de zonneschijn. Wanneer
we onze meegebrachte picknick verorbert hebben haasten we ons naar de shop om
daar wat rond te hangen en om onze benen wat te strekken. De temperatuur wijst
20° C aan. We hebben nog 236 kilometer te gaan. Om 12:45u rijden we de grens
met Frankrijk over. Op 50 kilometer voor Epinal bevinden we ons in het
Departement des Voges. De bewolking is hardnekkig. We krijgen de zon maar af
en toe te zien.
We
nemen de afslag D6A Nomexy en rijden onmiddellijk door een bosrijke omgeving.
De beboste heuvels, in het zuiden en westen, stijgen 90 meter boven zeeniveau.
De rit gaat verder nog door glooiende landschappen met mooie verre gezichten en
oude schilderachtige dorpjes. Het eerste dorpje dat we aandoen is Mazeley op de
weg D6. Deze streek was reeds bewoont in de Romeinse tijd. Het kleine slapende
dorpje heeft een 270 inwoners. Op zondag zit de Saint-Nicolaskerk dan ook stampvol.
Aan
groen is er totaal geen gebrek met al die beboste hellingen. Ze worden
doorsneden door een heuvelachtige asfaltweg waar we rustig en soms alleen op
rijden. We houden vervolgens halt in Damas-et-Bettegney. Een klein dorp in de
regio Lotharingen. De Saint-Médardkerk dateert van 1724 en de klok in de toren
is van 1781. Het stadhuis met de vroegere jongensschool werd in 1812 gebouwd.
Het dorp herbergt nog enkele opmerkzame monumenten zoals de Calvarieberg van
1891. Een crucifix met het lichaam van Christus, geflankeerd door beelden van
Maria en evangelist Johannes. De 'Chapelle Notre Dame de Bonsecourskapel'
bevindt zich net buiten het centrum. Ze bezit vooraan twee pilaren die het
fronton ondersteunen dat met een mozaïek is versiert. In de zijmuur verwijst
een inscriptie dat de kapel gebouwd werd in 1639. De kapel is gesloten. De deur
heeft vierkante glasramen zodat we toch het interieur kunnen zien. De muren
zijn lichtblauw geschilderd. Op het witte altaar werd een beeld van O.L.Vrouw
gezet. Rechts van haar staat Jozef met kind op een sokkel. Bloemen en
kandelaars sieren het geheel op.
De
weg die we volgen lijkt eindeloos. Kilometers asfalt tussen weilanden of bossen
zonder een levende ziel te bespeuren. Het decor voor een horrorfilm. We hebben
exclusieve vergezichten op uitgestrekte akkergebieden. Verderop rijden we over
de brug van de rivier Le Gitte. De rivier komt van de Vogezen heuvels en
stroomt 22 kilometer afwaarts in de Madon rivier. De Le Gitterivier heeft het
leven heel lang bepaald. Nu wordt ze nog bemind door rust- en natuurzoekers. Zo
bereiken we ons volgende dorp. Ville-sur-Illon ligt op 315 meter boven de
zeespiegel. Het oorlogsmonument van beide Wereldoorlogen werd opgericht voor
hen die stierven voor Frankrijk. Het gemeentehuis met waterpomp heeft een
bogengaanderij, versiert met bloemen. Een tweede waterpomp is uitgedroogd. De
waterbak doet dienst als bloemenbak. De vroegere wasplaats ligt lager dan de
rijweg. Ook hier werden bloemen aangebracht ter versiering. Op een plein werd
een fontein gebouwd in 1872. Ze is echter niet meer actief. De
Saint-Sulpicekerk werd eind 15de eeuw gebouwd en in 1884 sterk uitgebreid.
Het
volgende pittoreske plaatsje is Lerrain. Het dorpje bevindt zich over de rivier
'Le Madon'. De rivier vindt zijn oorsprong eveneens in de bergen van de
Vogezen. Na een loop van bijna 100 kilometer stroomt ze bij Nancy in de Moezel.
We houden even halt om de oude wasplaats en waterpomp te bekijken. De
St-Bartholomeuskerk dateert van 1730 en is te bereiken na enkele vermoeiende
trappen. Het interieur is bescheiden maar mooi. Witgekalkte kruisgewelven en
gewone glasramen maken dat de kerk helder verlicht is. Vooraan staan de
verschillende heilige beelden.
Wouden
nodigen uit om erin te verdwalen. Soms worden de bossen afgewisseld met
boomgaarden of weiden, omzoomd met prikkeldraad. We dwarsen de 'La Saône' en
stoppen in Jésonville. Het monument, verder van de kerk, wordt opgedragen aan
de gesneuvelden van de Groote Oorlog. Het gemeentehuis is ondergebracht in een
gewoon burgerhuis. Alleen een bordje 'mairie' laat aan de passant weten wie
hier huist. De kleine Saint-Christophekerk herbergt vijf schilderijen van
Claude Basset: 'De Verrijzenis, het Laatste Avondmaal, de Besnijdenis en de
Geboorte van Christus.
In
het centrum van de stad, verderop, maar waar ik de naam van vergeten ben, is
een tankstation en dat laat ik niet voorbij gaan. De benzine is hier wel
duurder dan thuis. Momenteel staat de super 95, 1,38 per liter. Het is
ondertussen 16:00u geworden en de temperatuur is geklommen tot 25° C.We stoppen, om onze benen te strekken, in
Monthureux-sur-Saône. Het dorp werd gebouwd in een bocht van de rivier 'Le
Saône'. Bovenop een hoge rots stond in de 17de eeuw een kasteel, waarvan nog
enkel de fundamenten zichtbaar zijn. We wandelen langs de Saint-Michelkerk. De
kerk staat op een rotsachtig plateau waar in de 12de eeuw een Benedictijner
klooster was gebouwd. De huidige kerk was de kapel van de priorij. Het monument
werd opgericht op vraag van de gemeente als herinnering aan de gesneuvelden van
beide Wereldoorlogen. Zij stierven allen voor Frankrijk. Het imposantste gebouw
van het dorp is 'Hotel de Ville' met een informatiekantoor dat folders
verstrekt over de streek.
Via
het kleine dorpje Lironcourt rijden we naar Chatillon sur Saône. Het dorp is
gebouwd aan de samenvloeiing van twee rivieren: de 'Saône' en de 'Apance'. Het
hoogste punt van de gemeente bedraagt 398 meter. We zijn in de Champagnestreek
beland. Het volgende dorp werd aan de rivier 'Apance' gebouwd en kreeg daarom
de typische naam Fresnes sur Apance. De kleine gemeente telt slechts een 200
tal inwoners. Het monument herdenkt de inwoners van het dorp die zijn omgekomen
of vermist tijdens de beide Wereldoorlogen. Van de Saint-Julienkerk was al sprake
in 1068. Het werd meerdere malen herbouwd en uitgebreid na een verwoestende
brand. De huidige kerk dateert van 1770-73. Een bord onderweg toont ons dat we
in het departement Haute-Marne aangekomen zijn. Haute-Marne ligt in het
zuidoosten van de Champagne-Ardennen streek. Bijna 40% van het totale oppervlak
van het departement zijn met bossen bedekt. De heuvelachtige vlakten nodigen
uit om te wandelen.
Om
16:30u rijden we langs de D124 het dorp Melay binnen. Onze GPS laat ons stoppen
bij de parking van Château Melay. Elke plek op de parking is bezet door auto's,
afkomstig uit Nederland. Het gebouw heeft twee verdiepingen en het leien dak
heeft twee dakkapelletjes. Vooraan tellen we 21 ramen en drie deuren. Langs een
drietal treden en een brede inkomdeur betreden we het kasteel. We staan in een
grote hall met een trap naar boven, een divan in de hoek en een dressoir naast
de oude open haard. Een deur ernaast brengt ons in de eetzaal waar we begroet
worden door onze gastvrouw Marcia. Sinds de bouw in 1644 leefden er
verschillende generaties van markiezen in het kasteel. Marcia en haar man Simon
maakten na een ingrijpende verbouwing van het Chateau een gastvrij
hotel/B&B waar reizigers kunnen genieten van rust en oorspronkelijkheid.
Het kasteel heeft slaapkamers met een eigen sfeer en een eigen naam: 'Chambre
blue, Chambre vert ...enz om er maar twee te noemen. De kamers hebben allen een
comfortabele badkamer die aan de wensen van deze tijd voldoen. 'Maar...' zegt
Marcia: 'Ze zijn allen bezet!'. Achteraan in de tuin wordt deze week een
cursus beeldhouwen gegeven.
Het
koppel heeft nog wel een apart huisje, Le Petit Chateau, waar wij kunnen
logeren. Ze wandelt met ons een honderd meter verder tot bij een gerestaureerde
woning met twee verdiepingen. Petit chateau is een huis dat, volgens de datum
in de gevel, gebouwd werd in 1826. De geschiedenis gaat echter veel verder
terug tot het jaar 1576. In dat jaar zijn door het chateau de marktrechten aan
Melay verleend. Bij deze rechten hoorde natuurlijk ook een marktmeester woning.
Na jaren van verval werd deze woning terug gebracht in originele stijl. De
voordeur stamt uit de 17de eeuw. Na restauratie verkeert ze weer in originele
stijl, maar aangepast aan de normen van deze tijd. Het gelijkvloers is
teruggebracht naar de 16de eeuw. We staan in de keuken van toen. De
plafondbalken zijn 600 jaar oud en werden in originele staat behouden. Langs
een eikenhouten trap, uit 1826, komen we op het eerste verdiep. We zijn terug
in het heden beland. De woonkamer is modern en groter door de uitbouw
achteraan. Vroeger stroomde de rivier 'La Geuze' achter het pand, onder de
uitbouw, door. De rivier loopt nu ondergronds. Het tweede verdiep is verbouwd
tot slaapkamer en badkamer met inloopdouche.
Het
avondeten word geserveerd in de tuin van het kasteel. De cursisten nemen hun
maaltijd in de eetzaal, aan de gezamenlijke tafel waar ze nog volop napraten
over hun cursus beeldhouwen. De maaltijd wordt bereid door Simon en Marcia
dient op. Het jonge koppel is heel sociaal en ze hebben twee schatten van
kinderen. Na het dessert komen ze bij ons zitten om een praatje te maken. Het
is na negenen als we terug naar ons petit chateau wandelen. Tot morgen. Tekst:
Luc Verschooten. Fotos: Rina Meurs.
Ik
vroeg de kleinkinderen laatst of ze nog naar de dierentuin geweest waren.
Hebben jullie dan naar de leeuwen gaan kijken? Leeuwen zijn grote dieren. Een
poot van een leeuw is zo groot als bompas twee handen. De mannetjes leeuwen
hebben een hele grote kop en een reuze grote bek'. Dat klinkt bekent: dacht ik.
'Als ze in de jungle brullen heeft elk dier dat gehoord'. Ik doe het brullend
geluid na van een leeuw waarbij ik mijn mond zover open sper als ik kan. Dat
werkt blijkbaar op de lachspieren van de toehoorders. 'Ze noemen de leeuw niet
voor niets de koning van de jungle. Hij is nochtans heel lui. Weten jullie dat
een leeuw over het algemeen 20 uur per dag slaapt? Dat zijn slechts vier uur
per dag om te eten en te drinken en te spelen. Maar ik ga iets vertellen wat
bompa meegemaakt heeft. Vroeger, toen ik een jaar of zeven, of acht was, ging
ik alleen naar de dierentuin. Mijn mama en ik gingen één keer per maand naar de
stad Antwerpen. Mijn mama had daar een vriendin wonen en het was toen de
gewoonte om samen in het treinstation een kopje thee te drinken. Ik kreeg toen
een ticket voor de dierentuin. Die dag kon je mijvinden bij de leeuwenkooi.
Ik
weet niet of dat nu nog zo is. In die tijd, ik zie het nog zo voor me, was de
leeuwenkooi een grote halve cirkel met een laag muurtje. Daarbovenop een hoog
gietijzeren hekwerk waar geen kat over kon. Vervolgens was er een vijver met
vuil bruin water. Zoals jullie weten is de leeuw familie van de kat en heeft
hij/zij schrik van water. Je zal nooit een leeuw in het water zien zwemmen.
Maar ik dwaal af. Ik kom bij de leeuwenkooi en uit gewoonte groet ik de leeuw
met een luide roep: Poes, poes! Ik hoor hem niet en ik zie hem niet. Op het
platform, waar hij normaal ligt, zijn attributen geplaatst om de leeuw wat
afleiding te gunnen. Een rotsformatie om op te springen. Boomstammen om op te
klimmen en zijn nagels te scherpen. Een bal hangt aan een touw om er met te
spelen. Maar de leeuw is nergens te bespeuren. De bal hangt stil. De boomstam
is leeg en bovenop de rotsen is geen kat te bespeuren. Aan de andere zijde
staat de dierenoppasser, die de leeuw dagelijks eten geeft.
Meneer? Roep ik.
Ja manneke, ben je verloren gelopen? Vraagt hij terwijl zijn hand over mijn
kortgeknipte haren wrijft.
Neen, meneer, maar..!
Ben je je mama kwijt? Hoe is je naam? Vraagt hij terwijl hij een boekje en een
potlood tevoorschijn haalt.
Nee, nee, meneer. De leeuw
Ha! Jonkheer De Leeuw
Luister nu! De leeuw is uitgebroken. Ontsnapt, weg Ik zocht nog andere woorden
om tot hem door te dringen. Blijkbaar snapte hij het dan toch. Verschrikt kijkt
hij achterom, zoekend kijkt hij rond en loopt dan luidkeels weg:
Help! De leeuw is ontsnapt! Vlucht nu het nog kan!
Hij
verdwijnt in de massa die op haar beurt huilend en roepend wegrent.
Op
de plaats waar de oppasser stond zie ik een ijzeren deurtje dat op een kier
staat. Al kwam ik hier vaak, het deurtje had ik nooit gezien. Waarschijnlijk
omdat de oppasser er steeds voor stond. Ik glip naar binnen. Het is er
aardedonker. Met de deur te openen komt er zonlicht mee binnen. Links is er
weer zo een gietijzeren hekwerk van de betonnen vloer tot tegen het plafond.
Daar hoor ik zachtjes snurken. Ik doe de deur verder open en zie de leeuw op
zijn zij tegen de tralies liggen. Hij slaapt als een roos. De ijzeren deur
piept een beetje. De leeuw doet één oog open en ziet mij. Waarschijnlijk
herkende hij mij want het oog sluit zich weer en hij begint opnieuw te snurken.
Hij is gelukkig niet ontsnapt. Hij is nog aan zijn twintig uren slaapje bezig.
Ik kom volgende maand terug, leeuw.
Als
jullie volgende keer weer naar de dierentuin gaan en jullie zien daar een
oppasser lopen. Neem van mij aan hij zoekt nog steeds naar de leeuw. Tot
schrijfs.
Ik
was vroeger een muziekliefhebber. Al waren de middelen wel beperkt. Begin jaren
zestig hadden de radio's gloeilampen die moesten opwarmen voor er klank uit de
luidspreker kwam. Fm bestond nog niet en van stereo was hoegenaamd nog geen
sprake. Onze radio bestond uit: 'korte golf, lange golf en midden golf'. Een
hele golfclub bijeen als het ware. Als tiener begon ik dan te experimenteren.
De radio zat met een stekker in een 'kattekop', zoals we dat vroeger noemden.
Achteraan de radio was een aansluiting voorzien voor een tweede luidspreker.
Cool! Ik had een bandopnemer waar ik met de micro favoriete nummers van de
radio opnam. Met het aansluiten van een tweede luidspreker zou dat simpel
worden. Geen micro meer moeten vasthouden tegen de radio. Wat een vooruitgang.
Weer een evolutie rijker. Via vrienden kreeg ik een luidspreker cadeau. Ik
maakte er een draad aan die lang genoeg was en bracht een stekker aan om hem in
de radio te steken. Ik was zenuwachtig. Benieuwd naar het resultaat. Het
programma begon zo dadelijk. Ik nam de stekker en stak hem in het stopcontact.
Met een harde knal als gevolg. De luidspreker ontplofte als het ware in mijn
hand. Mijn moeder zat in de zetel een boek te lezen, maar bewoog niet. Ik stond
stokstijf. Wat nu? Mijn moeder hield haar boek voor haar gezicht zodat ik haar
uitdrukking niet kon zien. Was ze kwaad? Was ze geschrokken? Ik had nog altijd
niet bewogen.
'Ga de plomb maar maken'! zei ze op gebiedende wijze. Ik had de stekker nog in
mijn hand. Ik bibberde van de schrik en liet alles vallen. De plomb maken was
niet zo moeilijk. Een koperen draad rond de stekker en klaar is kees. De
luidspreker heb ik weggegooid. De schrik voor elektriciteit zat er goed in. Tot
schrijfs. Tekst: Luc Verschooten.
Dag
3. Woensdag 8 juni 2016. Fietsknooppunten:
83-25-30-73-34-72-71-14-70-87-5-4-84-85-83-82-41-42-43-57-58-75-74-33-31-32-27-83.
Het
diner van gisteren was ons 'laatste' avondmaal. Na een zalige nachtrust worden
we gewekt om 07:30u. Het beloofd weer een stralende dag te worden. Blauwe
lucht, een aangename temperatuur van om en bij de 25° Celsius en 'top of the
bill' het blijft droog vandaag. Wat moet een mens nog meer? Na ons ontbijt
checken we uit en stoppen onze karige bagage in de koffer van de auto. We halen
de fietsen uit de stalling en maken ons klaar voor een fietstocht van ruim 50
kilometer. De auto laten we hier achter op de parking.
Het
is 09:15u als we vertrekken bij knooppunt 83. Vanmorgen heeft moeder de vrouw
nog een thermos koffie gemaakt en flesjes water hebben we ook mee. En 'last but
not least' er zijn onderweg nog wel 'kapelletjes' zeker? We beginnen onze
fietstocht tussen weilanden met koeien die vredig liggen te herkauwen. De
grazende paarden staan meestal rechtop. We zien veel paarden zelfs. Maneges
zijn dan nooit veraf. Ze staan wat verscholen achter rijen bomen die tijdens
gure weersomstandigheden de meeste wind opvangen. De maneges geven over het
algemeen, mits betaling uiteraard, ruiterstages, rijlessen of ruiterkampen.
Paard rijden geeft gegarandeerd uren rijplezier door hectaren bossen en heide.
Andere maneges bieden pension aan voor paarden en pony's in ruime droge
stallen. We rijden een bosrijk gebied in. We fietsen traag om het vogelgezang
in ons op te nemen. We worden als het ware opgeslokt door een heerlijk stuk
natuur. Links en rechts zijn paden die naar verscholen villa's leiden. De
woongebieden wordt afgeschermd door hoge ijzeren hekwerken.
In
Distelberg (straat) te Helvoirt vinden we, links van ons langs de kant van de
weg, een oorlogsmonument. Een groen geschilderd kruis, waarop een legerhelm is
aangebracht. Aan de voet van het kruis is een gedenksteen geplaatst met rondom
een bloemenperk. Een haag van coniferen omsluit bijna het geheel. De tekst op
de gedenksteen luidt: ''4 november 1944 'Ter gedachtenis aan hen die vielen
voor onze bevrijding'. Onder de tekst zijn de zes namen gegraveerd van de
Schotse soldaten. De jongste was 18 jaar en de oudste was 37 jaar jong. Een
naam is van een onbekende militair. Alle zes behoorden bij het 51ste Highland
Division. Later werd er nog Jeffrey Bradley 19 j. toegevoegd. Het monument is
opgericht door de bewoners van de Distelberg (straat).
Net
zoals afgelopen maandag rijden we tussen de vele aspergevelden. De witte
asperges groeien in ruggen van aarde en de groene asperges groeien boven de
grond met veel groen loof. Aan de overzijde van ons pad groeit langzaam de
buxus. In verschillende maten: laag, hoog, breeden smal. Hectaren
buxus. Momenteel fietsen we door een agrarisch landschap. Akkers en weilanden
baden in het zonlicht. Landbouwers rijden met een tractor over de velden. De
ene rijdt het hoge gras af en op een ander veld draait een tractor het
gedroogde gras om verder te drogen. Als het weer wat mee zit kan het hooi
morgen gebundeld worden en opgestapeld in de hooischuur.
Na
knooppunt 73 volgen we knooppunt 34 en genieten we van spectaculaire
uitzichten. De regio is rijk aan rust, ruimte en vooral aan natuur. De rust
wordt slechts onderbroken door het getjilp en gezang van vogels. Op de
achtergrond staan de bossen van de Loonse en Drunense Duinen. Gisteren maakten
we een zwerftocht door het Nationaal Park. Het grootste deel bestaat voor een
flinke portie uit ruige stuifzanden. De knoestige eiken en het zand winnende
naaldhout zijn veelal in de 19de eeuw aangeplant om het stuifzand vast te
houden en verdere verwoestijning te voorkomen. De sterke wind en het stuivende
zand wordt de bomen soms te veel. Ze knakken gewoon af.
Vervolgens
rijden we het centrum van Drunen binnen. De gemeente staat bekend om zijn leer-
en schoenenindustrie. Momenteel zijn er nog twee schoenfabrieken. We moeten
echter niet door het centrum maar fietsen linksaf om knooppunt 14 te volgen. De
zang van de vink vliegt als het ware met ons mee. Het lijkt alsof er in elke
top van een boom wel een zangvogel zit. In een naburige plas laten de kikkers
van zich horen. Dichtbij, maar aan de andere kant van de gracht spotten we een
reiger. Al wordt dit niet onze laatste. We volgen nog steeds knooppunt 14. De
ronde stenen molen uit het centrum van Drunen is van 1838 en noemt Hertogin van
Brabant. De molen was tot 1947 in bedrijf en raakte daarna in verval. Hij werd
opnieuw maalvaardig gemaakt na een restauratie in 1953-54. Weer kwam de
Hertogin van Brabant in verval. Twee jaar geleden, in 2014, werd opnieuw
gestart met een grondige restauratie. Eind oktober 2015 werd de korenmolen weer
feestelijk in werking gesteld. De nabijgelegen taverne-restaurant wordt
momenteel grondig gerestaureerd.
Als
we knooppunt 70 volgen komen we in het waterrijk land te Elshout. De naam
Elshout zou verband houden met de elzenbossen in de buurt. We volgen knooppunt
87. Het infobord bij een waterplas heet ons Welkom aan de Elshoutse Zeedijk
en geeft meer uitleg. In den gekroonden hoed. De Zeedijk werd al in de elfde
en twaalfde eeuw aangelegd als zijkade tijdens de ontginningsperiode van de
Langstraat. Na de Sint-Elizabethsvloed van 1421, waarbij onder andere de
Biesbosch ontstond, werd de Zeedijk versterkt en opgehoogd. Voorbij het dorp
ligt De Schaal tafel. De Schaal tafel staat symbool voor de vruchtbare
opbrengst van de land en tuinbouw in Elshout. Het is onderdeel van het
driedelig kunstwerk. Om en nabij een Tafel (1997, kunstenaar Tine van de
Weyer). In Drunen bevindt zich de Leest tafel en in Giersbergen de Magneet
tafel.
We
vervolgen onze weg op een fietspad over de voormalige Zeedijk(straat).
Slalommend tussen de bomen genieten we van exclusieve vergezichten langs beide
zijden van de dijk. Van mooie schilderachtige landerijen in diverse tinten.
Maïsvelden met nog jonge groene plantjes en tussendoor een waterplas met
talrijke watervogels en waterlelies. De bloemen groeien voornamelijk in
stilstaand en zwak stromend water. De lelies bloeien van juni tot augustus.
Tussen de vijvers staan echte raspaarden te grazen. Een stilleven.
Verderop
hebben we pech. Bij knooppunt 87 is de weg afgesloten. Zelfs de fietsers moeten
omrijden. Oranje signalisatieborden raden aan om route C te volgen. Bij gebrek
aan een ander initiatief doen we dat. We volgen tijdelijk knooppunt 86.
Sluierwolken schuiven voor de zon. De wind maakt het af en toe fris. Hopelijk
wordt de omweg niet te groot. We hebben tot hier toe 17 kilometer gefietst en
het is 11:20u. Bij knooppunt 86 staat het 'gebruikelijke' knooppuntenbord met
een plan van de regio en de eventuele knooppunten die de fietser nog kan
volgen. Nu kunnen we ons beter oriënteren. Vandalen hebben spijtig genoeg
nummers weggekrabd. Het lukt nog net. We besluiten om niet langer route C te
volgen maar in te springen naar knooppunt 85. Daar moeten we toch naar toe. We
laten dan wel de knooppunten 5-4 en 84 achterwege. Bij een driesprong zien we
geen bordje staan en fietsen we gewoon rechtdoor. Maar verderop krijg ik
argwaan. Geen knooppunten-bord meer te zien. Zelfs niet in tegengestelde
richting. Terug naar de driesprong en daar zien we, op de kruising, een klein
paaltje staan zonder bordje. We hadden daarstraks rechtsaf moeten slaan in
plaats van rechtdoor te rijden. Een bord in tegengestelde richting bevestigt
mijn vermoeden.
Oudheusden
grensde vroeger aan de Maas, maar van de oorspronkelijke loop is slechts een
smalle waterloop overgebleven. Het dorp bezit nog twee natuurgebieden met name:
Hooibroeken en Pax. We houden halt bij de Hervormde Begraafplaats van
Oudheusden. Een burgerbegraafplaats met oorlogsgraven van de Commonwealth War
Graves Commission en Nederlandse oorlogsgraven van soldaten die gesneuveld zijn
tijdens de Tweede Wereldoorlog. Rechts, na de brede inrijpoort staat een
monument dat opgericht werd door de gemeente ter gedachtenis aan de
slachtoffers van 5 november 1944. In dit gezamenlijk graf rusten 134 lichamen
van slachtoffers die vielen toen het stadhuis van Heusden die dag werd
gebombardeerd door de bezetter. Op de gedenksteen staat te lezen: Hier rusten
onze geliefden die de dood vonden onder de puinhopen van het stadhuis dat door
de Duitsers bij hun aftocht werd opgeblazen. Die in de schuilplaats des
allerhoogsten is gezeten die zal vernachten in de schaduw des almachtigen.
De
oude verwaarloosde begraafplaats wordt overschaduwd door enkele stoere oude
beuken. Er ontbreken tal van burgerzerken. De meeste zijn vernield door
vandalisme of door de tand des tijd. Het oudste graf dateert van 19de eeuw.
Talrijke zerken zijn scheef weggezakt, blijven onbekommerd achter terwijl alles
groen kleurt van de boomsappen. Wortels en takken slingeren zich rond de
verweerde zerken. Het lijkt meer op het decor van een horrorfilm dan op een
begraafplaats. De meeste zerken dateren van de jaren zestig van vorige eeuw.
Het onkruid groeit welig. Achteraan rechts vinden we de twee grafzerken van het
Gemenebest. Ze worden duidelijk onderhouden door de CWGC. Het zijn twee Royal
Marines, gestorven in maart 1945. Ernaast rusten de twee Nederlandse
gesneuvelde soldaten. Deze zerken worden niet onderhouden. De tekst is niet
duidelijk leesbaar.
Als
we knooppunt 83 volgen krijgen we opnieuw weidse uitzichten over weilanden en
landbouwgronden. Links nog meer waterplassen. De favoriete plek van talrijke
vogels. Op een relatief kleine oppervlakte vinden ze hier weilanden, hagen en
moerasbosjes. De skyline vertoont een molen. Daar rijden we naartoe. We houden
halt in het prachtige vestingstadje Heusden. Rondom de gemeenteloopt de middeleeuwse ringdijk, die de
inwoners moest beschermen tegen de overstromingen van de Maas. Het grootste
gedeelte van deze ringdijk is meer dan 700 jaar oud en werd opgebouwd met grond
uit de omgeving. Dertig wielen herinneren aan die doorbraken. In de dijken
liggen nog enkele inundatiesluizen, die zowel voor de verdediging als voor de
lossing van het water dienden. Na 1968 werd de stad grondig gerestaureerd. Op
de dijk staan in totaal 17 informatieborden, om te bekijken. We volgen
knooppunt 82 en komen zo bij de molen. Deze molen werd in 1975 voltooid en
wordt tot op de dag van vandaag door vrijwilligers nog regelmatig in bedrijf
gesteld. Wandelend door de schilderachtige straatjes en smalle steegjes
ontdekken we tal van eeuwenoude panden en gevels. Bordjes langs de weg wijzen
ons naar een infokantoor. Het Heusdens Buro voor Toerisme is in het voormalige
stadhuis gevestigd. Het buro doet eveneens dienst als bezoekerscentrum. We
krijgen een plan mee van de stad met de nodige informatie. Tijd voor een
rondwandeling. De vestingstad Heusden is aan te raden vanwege zijn vele
galeries en zijn gezellige terrasjes. Er is altijd wel een plekje voor een
hapje en een droogje. Met honger en dorst kan je de gemeente Heusden niet
verlaten.
Even
verder vinden we 'Etablissement De Contente Mensch'. Een brood en
banketbakkerij met terras. Vier generaties geleden werd in dit pand een
bakkersbedrijf opgericht door de familie Vermeulen. Na een broodje gezond en
een kopje koffie wandelen we door de stadshaven met de oude brug over het
glinsterende water. Oude kanonnen staan schietensklaar op diverse plaatsen rond
de vesting. De prachtige havenpanden passen bij de typische standerdmolens die
rond de haven staan. De eerste walmolen staat bovenop de vestingwal werd
gebouwd in 1971. voor de bouw werd materiaal gebruikt van een oude
standerdmolen uit Lommel. Een jaar later, in maart 1972, werd de molen
opgestart. Een kleine honderd meter verder bevindt zich de tweede molen op de vesting.
Deze molen is echter niet maalvaardig wegens aantasting van het hout door de
bonte knaagkever. De Wiljoboot ligt aangemeerd tegen de wal. Werklui lossen een
vrachtauto en brengen voedsel en drank aan boort van het schip. Vanmiddag staat
er een rondvaart op het programma. Het lijkt ons een unieke manier om de Maas
te verkennen. Het schip is eveneens geschikt voor een gezellige dagtocht of
voor een feestje. De haven van Heusden is steeds van grote betekenis geweest.
De stad wordt in de 13de eeuw tolvrij. De poorters mogen van graaf Floris V van
Holland tolvrij varen. Bij de werken rond de verlegging van de Maas wordt de
oude stadshaven gedempt (1904). In het kader van de totale restauratie wordt in
1968 de oude haven in ere hersteld. De vismarkt is nooit veraf. Ze werd in 1796
op deze plaatsgevestigd waar voorheen
de gevangenpoort stond. In 1357 geeft de graaf van Holland de stad Heusden de
vismarkt. Niemand uit Holland mocht de vis voorbij Heusden brengen. De huidige
visbank 1796 is de vervanging van een overdekte visbank (-markt) uit 1639.
Om
13:30u rijden we vanuit het centrum van Heusden naar knooppunt 83 en vervolgens
richtingknooppunt 82 langs de
scheepswerf. Boven op de dijk fietsen we naast de Maas. Rechts rijden tractors
op het veld. Ze draaien het gras om zodat de andere zijde in de zon kan drogen.
Tussen twee akkers in spotten we twee reeën. We zijn niet de enige die halt
houden en foto's nemen. De dieren komen waarschijnlijk uit het naburige bos en
vinden de weg niet terug. Een wielertoerist houdt ook halt achter ons en neemt
een foto met zijn smartphone. 'Die lopen hier al een tijdje rond', weet hij
te vertellen. Niemand neemt het initiatief om de arme dieren te helpen. Hier
vinden ze zeker geen eten. Groenten groeien genoeg rondom hen. Maar dat lusten
de wilde dieren niet.
De
zon laat het afweten. Er komt een strakke wind opzetten. We rijden op een
fietspad, net breed genoeg om naast elkaar te rijden. Op sommige plekken
proberen boomwortels door het asfalt te breken. We volgen knooppunt 42 naar
rechts en verlaten de rivier. We rijden door Hedikhuizen. De oude
St-Lambertuskerk buiten het dorp heeft alleen nog het schip. Het eenbeukig
kerkje werd in de 15de eeuw gebouwd. De toren werd het laatst in 1939
gerestaureerd maar door de Duitsers in 1944 gebombardeerd. De brokstukken
liggen er nog, maar het onkruid heeft het meeste overwoekerd. In het schip van
de kerk zijn momenteel herstellingswerken in uitvoering. Ik vermoed dat het
kerkje in private handen is. Een gesprek met de huidige eigenaar bevestigd mijn
vermoeden. Veertig jaar geleden kocht een kunstenares het gebouw om er haar
hobby uit te oefenen. Het kwam echter nog meer in verval. Het gezin dat er nu
woont kocht het van de eigenares en beetje bij beetje wordt het kerkschip een
mooie warme woning.
Boven
de inkom staat de datum te lezen van een grote restauratie: '1749'. De eigenaar
laat de crypte ongemoeid. Er bevindt zich nog een oude grafsteen in de vloer.
Wat verder kunnen we een inundatiesluis bekijken. De Hoge Maasdijk, de regionale
waterkering, wordt gekruist door de historische inundatiesluis. Ze werd gebouwd
in 1862 en werd gebruikt om de polders bij Heusden onder water te zetten. Het
doel van deze inundatie was om de vesting Heusden te beschermen tegen een
vijandelijke aanval.
Om
14:30u rijden we het dorpje Haarsteeg binnen. Een gemeente van Heusden. We
maken even een kleine omweg naar 'De Hoeven' (straat). Ter hoogte van
huisnummer 54 werd een laag monument gemetseld met een plaquette in het midden.
Het monument is geplaatst ter herinnering aan de acht bewoners van De Hoeven
die omkwamen bij het neerstorten van een Engelse 'Lancaster' op 17 juni 1944.
Het plaquette werd aangeboden namens de vliegtuigbemanning door Miss
Dorris-Pettit uit Nieuw Zeeland op 17 juni 1994. Achter het gedenkteken groeit
een haag en vooraan werden bloemen geplant.
We
vervolgen onze weg langs de knooppunten. We hebben ondertussen 33 kilometer
gefietst. In de gemeente Vlijmen rijden we niet door het centrum. Moedwillig en
koppig rijden we toch naar de kerk van Vlijmen om een terrasje te doen. De
winkelstraat, in De Akker, heeft geen cafés maar het frituur verkoopt ook
frisdranken en ijsjes. We zetten ons aan een tafeltje op de stoep en genieten
van de verfrissing. Ondertussen slaan we de winkelende passanten gade.
Naderhand verlaten we weer het dorp en volgen knooppunt 75. We genieten weer
van weidse uitzichten met op de achtergrond een bosrijk gebied dat de
'Moerputten' noemt. De Moerputten is een prachtig natuurgebied van circa 119
hectare en wordt onderhouden door het Staatsbosbeheer. De zon is volledig
achter de wolken verdwenen. Bij ons knooppunt draaien de wieken van de Emma
molen. De stellingmolen behoort bij de gemeente Nieuwkuijk. Ze werd gebouwd in
1886 en is nog steeds in gebruik. Hij werd het laatst in 1966 gerestaureerd. De
molen beschikt tevens over een feestzaal en een gezellig terras waar het
heerlijk toeven is tijdens of na een fietstocht. We moeten linksaf om knooppunt
74 te volgen.
Om
knooppunt 33 te bereiken fietsen we langs het Drongelse Kanaal. Een
afwateringskanaal van 's Hertogenbosch naar Drongelen. Het kanaal werd gegraven
vanaf 1907 en werd voltooid in 1911. De zon breekt terug door de bewolking maar
de wind blijft krachtig waaien. Na het dwarsen van het kanaal fietsen we op bekend
grondgebied. Onze volgende gemeente is Cromvoirt. We zijn nog slechts één
kilometer verwijderd van Helvoirt. Om 17:40u staan we terug op de parking van
hotel Guldenberg. Nadat de fietsen op het draagrek staan drinken we nog iets op
het zonnige terras van het hotel. We hebben vandaag 55 kilometer afgelegd. Tot
schrijfs. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.
Dag
2. Dinsdag 7 juni 2016. Na een zalige nachtrust genieten we van een heerlijk
ontbijtbuffet. We nemen er onze tijd voor. Koffie of thee met een croissant,
een glas fruitsap, spek en eieren, verschillende soorten broodjes, kaas, hesp,
salami, enz. Of gewoon een toast met aardbeienconfituur. Er is voor iedereen
wel iets wat hij lust. Door het raam zien we het terras dat heerlijk baadt in
de vroege ochtendzon. De witte kwikstaart komt op het lage muurtje zitten om te
zien of er kruimels op de grond gevallen zijn. Teleurgesteld vliegt hij weer
weg. De tuin met bomen kleurt groen en lonkt ons naar buiten. Vandaag staat er
een wandeling door de Loonse en Drunense Duinen op het programma . Gisteren
hebben we rond het domein gefietst en vandaag wandelen we dwars door het
domein.
Onderweg
vallen er een paar regendruppels maar dat is zo voorbij. Uit voorzorg hebben we
onze opvouw regenjas meegenomen en een lichte trui voor in de bossen. We
parkeren de auto op de parking bij 'Hotel-Restaurant De Rustende Jager'. Het
hotel beschikt over 45 comfortabele en smaakvolle kamers en een diversiteit aan
zaalaccommodatie voor vergaderingen en feesten. Het is 09:10u en ondanks het
vroege uur zitten er op het terras reeds enkele bezoekers te genieten van een
kopje koffie. Misschien de hotelgasten? Een infobord heet ons welkom in het
Nationaal Park 'De Loonse en Drunense Duinen'. We lezen: U bevindt zich hier
aan de rand van het Nationaal Park. In het centrale deel ligt een grote open
stuifzandvlakte, die tot één van de meest uitgestrekte, nog levende
stuifzandgebieden van West-Europa behoort. Hier zijn nog stukken waar de wind
het zand van de ene plek wegblaast om het vervolgens ergens anders in de luwte
weer af te zetten. Dit levende stuifzand is een zeldzaamheid geworden en
daarmee ook de bijzondere dieren en planten die er voorkomen.
Sinds
april 2009 heeft Natuurmonumenten een aantal wandelroutes uitgestippeld:
De Bosch en Duinroute, een groene wandeling van 4km die vertrekt bij restaurant
Bosch en Duin in Udenhout.
De Capucijnenbergroute van 3,5km is een rode gemarkeerde wandelroute die hier
vertrekt.
En de Zwarte Bergroute is een witte wandeling van ongeveer 3,5km die start
vanuit 'Herberg De Drie Linden' in Giersbergen.
Wij
kiezen voor de Capucijnenbergroute die wordt aangeduid met rode pijltjes. Deze
afwisselende wandeling door bos en open stuifzand dankt zijn naam aan de
Capucijnenberg, één van de hoogste stuifheuvels in dit gebied. Vroeger werd
deze zandheuvel veel bezocht door de broeders van het Capucijnenklooster uit
Biezenmortel. Ons foldertje vermeld ook nog dat deze route ons door een fraai,
heuvelachtig bos brengt met dennen- en loofbomen. Afgewisseld met de woeste stuifzand-vlakte
van het natuurgebied waar we kunnen genieten van mooie vergezichten.
We
vertrekken over een asfaltweg, maar dat duurt niet lang en moeten we een bospad
indraaien. Verschillende vogels kwetteren en zingen boven onze hoofden.
Onmogelijk uit te maken welke soorten we horen. Een paar stappen voor ons
blijft een bruine kikker stokstijf zitten te midden van ons pad. We maken een
foto en alsof hij daarop gewacht heeft springt hij vervolgens het hoge gras in
langs de weg. Rondom ons is alles groen. Uitgezonderd de wandelpaaltjes die
bijna al de kleuren van de regenboog vertonen en in verschillende vormen de weg
wijzen: rechthoek, driehoek, vierkant, etc Tussen de hoge bomen is er totaal
geen wind. Als we stilstaan om vogels te spotten worden we aangevallen door een
horde muggen. Onze armen en benen zijn bloot en daar maken die beestjes
dankbaar gebruik van. We hadden beter een lange broek aangedaan en een T-shirt
met lange mouwen. Doorstappen dan maar. Ons bospad ligt bezaait met kleine
dennenappels en -naalden. Daaronder zien we het witte duinzand in de karige
zonneschijn schitteren. Een deel van denaaldbomen wordt gekapt, op die manier kan er meer licht tot de bosbodem
doordringen. Hierdoor krijgen nieuwe planten en (loof)bomen een kans om te
groeien.
Een
kwartier later bereiken we een open vlakte met veel zand en met hier en daar
een boom die voor wat schaduw zorgt. De wortels groeien boven het zand. Voor de
rest zien we alleen maar zand. Veel zand mag ik wel zeggen. Het zand is hier
tijdens de ijstijd door poolwinden in de vorm van een hoge dekzand rug afgezet
en was lange tijd door oerbos bedekt. Het lijkt op de Sahara met een oase van
bomen. Vooral de berk is sterk aanwezig. In de veertiende eeuw werd het bos ten
behoeve van brandhout en landbouwgrond gekapt. De heidevelden die hiervoor in
de plaats kwamen werden begraasd door het vee van de boeren. De heide werd
geplagd en vermengd met mest gebruikt om de akkers productief te houden. De
arme zandbodem van de heide verarmde door afvoer van voedingsstoffen steeds
meer, waardoor de heide zich steeds moeilijker kon herstellen. Er ontstonden
open plekken en de wind kreeg sinds lange tijd weer vat op het zand. In de
negentiende eeuw begon men aan een grootscheepse bosaanplanting. Zo kon het
stuivende zand de omliggende landbouwgronden geen overlast meer bezorgen.
Temidden van de bossen beweegt het zand nog altijd. Het dode hout blijft ter
plaatse liggen. Het dient als schuilplaats voor de talrijke insecten die hier
voorkomen en ze zijn een belangrijke voedselbron voor zeldzame keversoorten en
spechten. De veldkrekel heeft hier een groot leefgebied en er leven diverse
zandloopkevers en bijensoorten, zoals aardhommels en zandbijen. Vogels, zoals
nachtzwaluw, roodborsttapuit en veldleeuwerik treffen we hier aan. De hagedis
profiteert mee van het talrijke voedselbanket.
Het
temperatuurverschil tussen dag en nacht kan tijdens de zomer oplopen tot 50
graden Celsius. Het is hier sterk heuvelachtig en dat gaan we zometeen
ondervinden. De hoogteverschillen in het gebied zorgen dat wind, vocht, licht
en warmte in allerlei gradaties en combinaties voorkomen. In de open vlakte
treffen we planten aan die de barre omstandigheden van het stuifzand trotseren.
Vooral buntgras en zandzegge proberen steeds weer de kop op te steken in het
moordende zand. In de lagere delen is pijpenstrootje het eerste gras dat zich
op het zand vestigt. Waar de grassen voor enige luwte zorgen ontstaan
'korstmossteppen' met Ruig haarmos, bekermos en rendiermos. Deze leggen het
zand goed vast en raken daarna begroeid met heidestruiken of jonge boompjes.
Even opletten hoe we moeten lopen. Je kan langs alle kanten weg. In het open
stuifzandgebied zijn geen paden, er mag overal gelopen worden. Wij blijven onze
rode route volgen. Verdwalen willen we niet. De zon weerkaatst het licht door
het witte zand. In de verte turen is niet altijd evident. Het is moeilijk
stappen in het mulle zand. Ik kan me voorstellen dat je geen vijf kilometer per
uur loopt. We beginnen al vlug te hijgen van vermoeidheid. Halverwege de heuvel
nodigt een bordje uit om het landschap te fotograferen. Een moment om even uit
te rusten. Van muggen hebben we momenteel geen last. De blakende zon en het
aangename briesje houdt de lastige insecten weg. De skyline kleurt groen van de
bossen.
De
sporen in het zand zijn van kleine insecten of heel kleine vogels. De enige
insecten die we zien zijn de bosmieren. In een lange brede rij proberen ze zo
goed mogelijk vooruit te komen. Op weg naar een prooi. Het blijft klimmen en
dalen en we snakken naar een plaats om te zitten. De bewolking is helemaal open
getrokken en de zon straalt aan een helder blauwe hemel. De open vlakte maakt
plaats voor een bosgebied. Plots staan we weer voor een zandvlakte. Nog groter
en heuvelachtiger dan daarstraks.
Dit
moet de Capucijnenberg zijn. De vergezichten zijn prachtig. Met dit weer kan je
eindeloos ver kijken. We beginnen aan de afdaling. De zon begint te branden. We
hebben geen water bij. Truien uit en rond ons middel binden. Het doorkruisen
van het mulle zand vergt veel energie. Na een steile afdaling volgt een steile
klimming. Vanaf beneden zagen we op het hoogste punt een rustbank staan. Een
rustpunt en dat hebben we verdient. Als dat geen fata morgana is! In de verte
zien we een kudde schapen. Om de heidevelden open te houden wordt er een
schaapskudde ingezet.
Het
is rustig en stil. We zien totaal geen andere wandelaars in het gebied. Vanop
de bank hebben we een mooi uitzicht over de Loonse en Drunense Duinen. Alhoewel
we in een open vlakte zitten voelen we geen zuchtje wind. En dat hebben de
insecten ook geweten. Deze keer worden we geplaagd door dazen. We zitten in de
volle zon en normaal smeren we ons in tegen de ultraviolette stralen van de
zon. Maar ook dat hebben we niet bij. Een middel tegen insectenbeten dan?
Sorry, vergeten! Na de rustbank dalen we opnieuw af tot in een loofbos gebied.
Hier groeien nog
karakteristieke
bomen, zoals de ondergestoven zomereiken, die een belangrijke schuilplek voor
dieren vormen. Weer worden we belaagd door muggen. Uitkijken voor boomwortels
die boven ons pad groeien. We dachten even dat de wandeling op zijn einde liep,
maar weer belanden we in een open vlakte. Zand, zand en nog meer zand Het
lijkt wel alsof hier alleen maar stuifzand is, maar als we verder kijken zie we
ook de mostapijten, heideheuveltjes en wortels van bomen die boven het zand
uitsteken. De rust, de ruimte en het uitgestrekte duinlandschap met daaromheen
een grote diversiteit aan natuur is een parel om te koesteren. Natuurmonumenten
heeft er voor gezorgd dat de eentonige naaldbossen zich ontwikkelen tot een
natuurlijk bos. Sindsdien gaat het met de spechten beter dan ooit en is hun
geroffel steeds vaker te horen.
Om
11:00u zijn we terug bij 'De Rustende Jager'. In 1920 was het hotel nog een
kleine boerderij met een zijkamertje waar een borrel of frisdrank geschonken
werd aan de jagers of passanten die even wilden rusten. Aan het eind van WOII
werd de boerderij door de Duitsers in brand gestoken en na de oorlog weer
opgebouwd. Het werd meteen een woonhuis annex café. Niet alleen jagers maar ook
militairen die in de duinen op bivak waren konden een borreltje kopen. Nelly en
Jo werden de nieuwe huurders in 1972. De derde generatie. Het gebouw werd
gerestaureerd en kreeg zijn huidige vorm. In die tijd werden de Loonse en
Drunense Duinen gebruikt als oefenterrein van de militairen. In de jaren '80
van vorige eeuw werden de duinen verboden voor militairen en men zocht een
nieuwe klantenkring. Fietsers en wandelaars vonden hun weg naar bossen en
heide. Tot op de dag van vandaag beheren Jo en Nelly de Rustende Jager.
Het
begint volledig te overtrekken. Dit kunnen ze ons toch niet meer afnemen. Het
terras zit behoorlijk vol nu. We kunnen gelukkig nog een plaatsje bemachtigen.
We bestellen een hapje en een drankje. Het innerlijke moet opnieuw versterkt
worden.
Om
16:00u zijn we terug bij hotel Guldenberg en zetten ons nog even op het zonnige
terras. We genieten van een Guldenbergijs met fruit en besluiten daarna om hier
een wandeling te maken. Hotel Guldenberg ligt in een unieke bosrijke omgeving
van maar liefst 21 hectare eigen grond en grenst daarmee aan het Nationaal Park
De Loonse en Drunense Duinen. We volgen geen route maar slenteren op een pad
door het bos tot bij een grote waterpoel. Een rijke vegetatie siert de oevers
van de spiegelende waterplas. Het gonst er van het leven. Libellen zweven boven
het wateroppervlak. Kleine insecten maken een kringetje op het water als ze
komen drinken. Waterlelies en lisdodden nodigen uit om foto's te nemen.
Achter
ons horen we plots geritsel van bladeren en kraken van takken. Een ree springt
over het bospad en verdwijnt opnieuw tussen de bomen. Twee, drie seconden later
is het weer muisstil. Alsof er niets gebeurt is. Het grootste wild in dit
natuurgebied is het ree. Sinds 1942 deed het zijn intrede in dit domein. Er
leven naar schatting 100 reeën in het gebied.
Na
de verkwikkende wandeling worden we om half zeven in het restaurant verwacht.
We kunnen kiezen uit a la carte dineren of een thema diner. Wij kiezen als thema
het aspergemenu. Nu het nog lente is en de warme temperaturen voelbaar zijn, is
de aspergeoogst van start gegaan. Op de velden, waar asperges groeien, kan
ongeveer acht weken geoogst worden. Daardoor is de verkrijgbaarheid beperkt.
Dus is dit een unieke kans. We starten met een huisgemaakte aspergesoep,
geserveerd met stokbrood. De soep is gloeiend heet maar reuze lekker. Het
hoofdgerecht bestaat uit verse asperges met gegrilde zalm, krielaardappelen,
nootmuskaat, ei en hollandaisesaus. Een aangepast glas wijn mag hier zeker
niet aan ontbreken.
Tot
morgen. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.
Dag
1. Fietsknooppunten:
83-25-76-35-36-41-37-32-22-33-72-34-73-30-31-32-60-61-27-83. Afstand: 35,7
kilometer.
Maandag
6 juni 2016. De buitentemperatuur bedraagt 18° C als we om 07:30u richting
noorden rijden. Het weer valt momenteel reuze mee, voor zolang het duurt
uiteraard. Hopelijk krijgen we geen onweer met felle hagelbuien zoals gisteren.
De TV beelden spraken voor zich. Waterellende en nogmaals waterellende. Niet alleen
de gemeenten Reet en Boom kregen het zwaar te verduren, ook het noorden van
Antwerpen deelde in de klappen. Wij hebben 'slechts' twee gaatjes in het
plastieken dak van onze veranda. Het had veel erger kunnen zijn. Soit
We
rijden naar Noord-Brabant. De op één na grootste provincie ten zuiden van
Nederland. Om 09:20u parkeren we op de parking van 'Hotel Guldenberg' te
Helvoirt. Dit wordt onze verblijfplaats voor drie dagen en twee nachten. We
melden ons eerst aan de receptie waar we vriendelijk worden ontvangen. Het is
niet de eerste maal dat we hier overnachten. Verleden jaar, eind november,
maakten we voor de eerste keer kennis met de gastvrijheid van het hotel. We
kwamen toen hiernaar toe om te wandelen en te genieten van de nakende
herfstkleuren. Na de vermoeiende wandeling was het heerlijk om te ontspannen in
de sauna. De volgende dag hebben we van de fitnessruimte gebruik gemaakt. Na
een diner bij kaarslicht dronken we nog een laatste kopje koffie bij de
sfeervolle open haard. Maar dat was verleden jaar.
De
omgeving is tevens geschikt om te fietsen en we aarzelden dan ook geen moment
om hier terug te keren. Na de nodige formaliteiten vertrekken we voor een
fietstocht rondom en door De Loonse en Drunense Duinen. Het is wel zoeken naar
ons eerste knooppunt. Bij de parking van het hotel vertrekken vele wandelingen
met knooppunten. Misschien een tip om fietsknooppunten te vermelden? Bij de
receptie krijg ik een plannetje mee om de kortste weg te nemen naar het domein
'De Loonse en Drunense Duinen'.
U moet vooral de grote wegen vermijden vertelt de receptioniste Dat is
veel te gevaarlijk. Het getekende plan is niet echt duidelijk en we besluiten
toch langs de baan naar ons knooppunten-bordje te rijden. Bij de grote baan
slaan we rechtsaf. Later blijkt dit de verkeerde keuze. Maar dat weten we eerst
als we terug zijn. Bij het volgende kruispunt houden we halt om beter rond te
kijken. Rechts in de dreef zien we de groene knooppuntenbordjes staan. Het is
knooppunt 76 en hoewel we de vorige knooppunten, 83 en 25, overslaan vervolgen
we vanaf hier onze route. Niemand die moppert trouwens. Linksaf, richting
knooppunt 35.
We
fietsen op de Oude Bossche Baan en bij een eerste zitbank drinken we een
meegebracht kopje koffie. De bank noemt: 'Molenakker'. Een infobord verklaart:
'Het toponiem de Molenakker, ook bekend als De Meulenberg, verwijst naar
de plaats waar vroeger de Zandkantse molen stond. Het was een zogenaamde
standerdmolen. Zo'n molen rust op een verticale spil, de standaard, waarmee de
molen in zijn geheel vanaf de grond naar de wind kan worden gedraaid.
Aanvankelijk stond de molen net buiten de vesting van Heusden. Rond 1658 is de
molen daar verkocht en verplaatst naar de Zandkant bovenop een hoger gelegen
dek zandrug. Vanwege de afgelegen ligging, het dure onderhoud en de slechte
wegen ter plaatse was het voor de molenaars die de molen pachtten niet
eenvoudig de kost te verdienen op de Zandkantse molen. Dit zal reden zijn
geweest dat de molen in de achttiende eeuw bekend stond als de Kranken
Troost. Het woord krank betekend hier weinig betekenend, zwak, armelijk,
armoedig. Vrij vertaald betekent Kranken Troost dan schrale troost. In 1885
wordt de molen opnieuw verplaatst naar een perceel op de hoek van de
Biezenmortelsestraat en de Runsvoort. Het oude molenhuis, dat op de Zandkant
was achtergebleven, is later bij een brand verloren gegaan. Omstreeks 1904
wordt daardoor molenaar Coppens aan de overzijde van de Biezenmortelsestraat
een nieuwe machinale maalderij gebouwd'.
We
volgen een pad dwars door het bos. Rechts is het domein van De Loonse en
Drunense Duinen. Loof- en dennenbomen wisselen elkaar af. Vogels kwinkeleren om
ter hardst waarvan de vink een toontje hoger zingt. Hij komt overal bovenuit.
Het Nationale Park is een reusachtig gebied met verschillende toegangs- poorten
en wegen. Naast ons is een brede zandweg dat voorbehouden is voor tractors en
ruiters. Het bladerdek boven beschermt ons tegen de warme zonnestralen. Dat
maakt het onmiddellijk een stuk koeler en een 'golfje' of een 'vestje' is geen
overbodige luxe. Vanaf de vroege Middeleeuwen is het oorspronkelijke oerbos
gekapt en afgebrand. Hiermee werd in de behoefte aan hout en landbouwgrond
voorzien. De huidige naaldbossen zijn grotendeels rond 1870 aangeplant voor de
houtproductie. Ze bestaan voornamelijk uit grove den en vertonen nog maar
weinig gelijkenissen met de groene wildernis die ooit deze zandgronden bedekten.
Voorbij het bos is het de beurt aan weidse uitzichten. Hectaren landbouwgrond
met jonge plantjes baadden in de zon. Paarden grazen ongestoord naast een weide
met een tapijt van goudgele bloemen. Af en toe fietsen we langs fotogenieke
hoeven met rieten daken. Hier kunnen we eindeloos fietsen en het zou wel eens
kunnen dat we niemand tegenkomen. Verdwalen doen we niet, daar zorgen de
fietsknooppuntenbordjes voor.
Even
verder vertoont de skyline de bossen van 'De Loonse en Drunense Duinen'. We
komen bij het café-restaurant 'De Rustende Jager'. Het is nog vrij rustig door
het vroege uur. Slechts enkele stoelen op het terras zijn bezet. Door zijn
bijzondere ligging is dit etablissement een rust- en startpunt met
verschillende routes voor fietsers en wandelaars. Boven ons houdt een merel
zijn ochtend serenade. De zangvogel is familie van de lijster en kan tot vijf
jaar oud worden. Bezoekers worden geïnformeerd door middel van infoborden met
daarop een kaart van het gebied met wandelroutes en de nodige uitleg over de
oorsprong van zandverstuivingen: 'Twaalfduizend jaar geleden zou de mens hier
midden in een grote zandvlakte staan. Het oprukkende landijs was net ten
noorden van Nederland tot stilstand gekomen. Voor het ijs strekte zich een
grote poolwoestijn uit. Heel Noord-Brabant werd met lage duinen bedekt. Het
heldergele duinzand uit die tijd noemen we dekzand'.
Een
spandoek laat aan iedereen weten dat vanaf morgen een wandelevenement zal
plaatsvinden. De wandel driedaagse is dit jaar op 7, 8 en 9 juni 2016. Verderop
fietsen we tussen aspergevelden. Links groeien de groene asperges die als plant
minder veeleisender is dan zijn soortgenoot de witte asperge. Doordat de groene
groente ondergronds geen witte stengels moeten vormen, is het ook niet nodig om
ruggen te maken. Op zwaardere grondsoorten teel je dan ook beter groene
asperges. Afgedekt met witte plastiek wachten de witte asperges om geoogst te
worden. Een machine houd de plastiek omhoog zodat de telers de dikste asperges
uit de ronde ruggen kan snijden. Na een druk op de knop verplaatst de machine
zich en kan de teler verder oogsten. Aan de overzijde groeit de maïs. De
plantjes zijn slechts enkele centimeters groot en daardoor kunnen we nog
genieten van weidse uitzichten. Alles kleurt groen. In meer dan vijftig tinten.
Bij
knooppunt 36 rijden we voorbij 'Landgoed Bosch en Duin. Het gebouw dateert van
1930 en grenst aan de historische 'Route du Napoleon' te Udenhout. Het werd in
1993 volledig herbouwd en kreeg als blikvanger een paar kanonnen die dreigend
in het plantsoen klaar staan om de vijand te bestoken. We volgen knooppunt 41
langs de Pelgrimsweg. Om 10:55u rijden we het schilderachtige dorpje 'Loon op
zand' binnen. De kerktoren is als een baken op zee en alhoewel we er niet
moeten zijn rijden we tot daar en houden er halt om even de sfeer op te
snuiven. De gemeente bestaat uit drie dorpen: Loon op Zand, Kaatsheuvel en De
Moer. Naast de vele winkeltjes bezit het dorp nog enkele gezellige terrasjes
van de horeca waar het gezellig toeven is. De grote Sint-Jans Onthoofdingskerk
werd gebouwd vanaf 1394. Een bord legt uit: 'Verjaagd door opstuivend zand
moesten de inwoners van Venloon einde 14de eeuw een nieuw dorp bouwen
ses boogscheuten weeghs nabij het kasteel. Daar stichtte de heer Pauwels van
Haestrecht de Oude deze kerk in 1394. Aan de toren, in de stijl van Kempense
gotiek, is gebouwd tot in de tweede helft van de 15de eeuw. De oudste
van de drie klokken dateert van 1460. Met het transept uit de 16de
eeuw kreeg de kerk grotendeels haar huidige vorm. Van 1648 tot 1821 was de kerk
in protestantse handen. In 1823 namen de katholieken het gebouw weer in
gebruik. De begraafplaats, rond de kerk, bezit nog oude monumentale grafzerken.
We fietsen terug, laten de mooi gerestaureerde waterpomp rechts liggen en
fietsen meteen het dorp uit.
Even
verder fietsen we terug op een verhard pad tussen de bomen over de
Waalwijksebaan. We rijden opnieuw door het domein van 'De Loonse en Drunense
Duinen'. Dit Nationaal Park is ruim 3.500 hectare groot en maakt deel uit van
het stelsel van twintig Nationale Parken in Nederland. Samen zijn de parken
ruim 120.OOO ha groot, meer dan 3% van Nederland. Alle dode takken en
omgewaaide bomen blijven op de grond liggen. Dat komt dan weer ten goede voor
insecten en vogels. Het rottende hout is tevens een bron van leven voor mossen,
varens en paddenstoelen. De schaapskuil, onze volgende halte, is een
gegraven kuil en was in het verleden een drinkplaats voor schapen. De kuil ligt
er al zeker 220 jaar. vertelt een infobord ons, en vervolgt: Dat weten we,
omdat in 1793 hierachter een akker lag die 'Boven de Cuijl' werd genoemd. Deze
akker hoorde bij het inmiddels verdwenen dorpje Westloon. De kuilen werden
gegraven omdat er op de toenmalige droge heidevelden weinig drinkwater was. In
de Loonse en Drunense Duinen zijn vier van deze 'schaapskuilen' bekend.
Bij
knooppunt 32 is het tijd om ons lunchpakket aan te spreken. We zetten ons op
een halfronde zitbank met hier en daar een leuning en verwelkomen andere
hongerige fietsers die ons voorbeeld volgen. Nadien vervolgen we onze weg naar
knooppunt 22. We houden een sanitaire stop bij de vijver langs de
Waalwijksebaan. Het lijkt ons alsof we in een oase terecht zijn gekomen na
kilometers fietsen door de bossen. De vijver wordt gebruikt door wandelaars die
er hun huisdier laten zwemmen.
Onze
volgende stop is het 'Nationaal Park Loonse en Drunense Duinen Roestelberg'.
Het café-restaurant 'De Roestelberg' is eveneens een favoriet start- en
rustpunt voor wandelingen door de natuur. Het etablissement is een
familiebedrijf dat startte in 1927. Op deze plek bevinden we onsdichter bij het duinzand. Te voet maken we
een steile klimming naar het hoogste punt. Het witte duinzand weerkaatst het
felle zonlicht. Een zonnebril is sterk aan te raden voor een wandeling door de
duinen. Maar dat is voor morgen. Het is ondertussen zo warm geworden dat we een
dorstlessende stop houden bij eetcafé 'De Klinkert' te Drunen. Een gezellig
Brabants bruin café met een ruim terras. We genieten van een frisse blonde
Leffe en moeder de vrouw van een appelgebak met calorierijke slagroom en een
tonic om alles door te spoelen.
Verderop
is knooppunt 72. We rijden naar rechts en komen in Giersbergen. Een gehucht van
de gemeente Heusden met slechts 28 inwoners. De dorpspomp dateert van 1951. 'De
Maaihoeve', een oude hoeve met rieten dak, is een camping met vijftien
staanplaatsen. De hoeve werd gebouwd rond een eeuwenoude kloosterboerderij. Een
monument van een oud boerinnetje met eieren in haar schort trekt onze aandacht.
Het werd geplaatst ter herinnering aan het 750 jarig bestaan van het gehucht
Giersbergen: 1244-1994. Een paar meter verder zijn we al terug uit de
gemeenschap gereden en fietsen over een zandweg tot bij het bosgebied van 'De
Loonse en Drunense Duinen'. Verderop moeten we linksaf en rijden plots tussen
weilanden en akkers over een tractorspoor met putten en kuilen. Het is
ondertussen warm geworden en we moeten nog minstens tien kilometer fietsen. Het
koren langs de weg staat al dertig tot veertig centimeters boven de grond. In
de bermen vallen de rode klaprozen op tussen al dat groen. Rondom ons oogt
alles groen trouwens. De lente loopt ten einde. Hier en daar bloeit nog de
rododendron in verschillende kleuren. In de regio Helvoirt wordt hoofdzakelijk
asperges geteeld. Het is het ene veld na het andere. We krijgen er serieus
honger van. Nog zeven kilometer. Voor het dorp Cromvoirt stroomt de 'Zandleij'
die we dwarsen via de 'Lambertusbrug'. Over de brug staat het kruisbeeld van
Christus. Het dorp behoort bij de gemeente Vught en is belangrijk door zijn
rund- en pluimveeteelt. De St-Lambertuskerk dateert van 1888. De toren werd in
1944 opgeblazen door de Duitsers en na de oorlog slechts tot de hoogte van het
schip hersteld. Naast de kerk bevindt zich de pastorij uit 1887. Op de hoek
pronk het voormalig raadhuis van 1899. Aan de overzijde staat de herberg 't
Wapen van Cromvoirt. We verlaten het dorp over de 'Broekleij'. De rivier
stroomt van Haaren naar Cromvoirt over een lengte van ca 11 km.
Het
laatste stuk van knooppunt 61 moeten we door de Vughtse Heide. Het natuurgebied
heeft een rijke historie en daardoor een ideale plek voor wandelaars en
fietsers. Het is eigendom van het Ministerie van Defensie en beslaat 153 ha. We
dwarsen twee straten en vinden geen knooppuntenbordje. We slaan rechtsaf en
fietsen langs de grote baan. Links een bordje met knooppunt 62. Dat moeten we
niet hebben. We fietsen in tegenovergestelde richting en vinden een bordje met
cijfer 27. Eureka! Dat moeten we hebben. We rijden terug volgens schema en
hebben ondertussen 35 kilometer afgelegd. De waterplas 'De ijzeren Man' is een
veelzijdig sport-, ontspannings- en recreatiegebied in Weert. Wij fietsen in
feite aan de overzijde van het recreatiegebied. Op de parking staan massa's
auto's en nog meer massas fietsen. Verderop moeten we over de 'Loverensebrug'
waar de Zandleij onder stroomt. Naast de boerderij worden groene asperges
geoogst. Zittend op een kleine tractor rijden arbeiders over het groene goud en
snijden de groenten tegen de grond af. Bij knooppunt 83 zien we onze vergissing
van vanmorgen. Dit knooppunt hadden we moeten hebben. Nu volgen we de
knooppunten niet meer maar nemen de straat Guldenberg tot bij ons hotel waar we
om 15:40u toekomen. We hebben 40,2 kilometer gefietst. Met de sleutel van onze
kamer kunnen we onze fietsen in een afsluitbare fietsenstalling opbergen waar
we de mogelijkheid hebben om onze fietsen op te laden. Het hotel beschikt over
89 kamers. Onze kamer is op het gelijkvloers en door het brede raam kijken we uit
op de groene bosrijke omgeving.
Tot
morgen. Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs.
Donderdag 5
mei 2016. Hemelvaartsdag. We vertrekken vanuit Ekeren bij een temperatuur van 15°
Celsius. Frank, onze weerman, sprak van frisse ochtenden, maar voor vanmiddag
worden toch temperaturen verwacht van 19° Celsius in de schaduw. Meer moet dat
niet zijn. Als het te warm is klagen we ook. Al even belangrijk is de wind.
Vandaag komt de wind uit het oosten met een kracht van 2 à 3 beaufort. Valt
reuze mee, dacht ik. Ondanks de feestdag komen we, voorbij de oprit van Meer,
in een file terecht. Sterk vertraagt verkeer tot aan de grensovergang,
veronderstel ik. Alle vrachtwagens staan soms stil op de eerste rijstrook. De
personenwagens rijden met een slakkengang bumper aan bumper op het tweede
rijvak. Een poos later verplaatsen de vrachtwagens zich naar de pechstrook. Zij
hebben vanuit hun cabine een weids uitzicht van wat er voor hen in de verte
reilt en zeilt. De truckchauffeurs hadden gezien dat er op de linkerrijstrook
een kettingbotsing was gebeurd. Alle wagens schuiven een rijstrook op. We
passeren de vier auto's die bij het ongeval betrokken zijn. Er is gelukkig
alleen materiële schade. Eens er voorbij rijden we weer vlot.
Een 124
kilometer verder of 1 uur en 15 minuten later parkeren we onze auto op de grote
parking van de Beusichemsedijk in Culemborg. Culemborg is een gemeente in de
Neder-Betuwe van de provincie Gelderland. We zijn speciaal naar hier toe
gereden om de bloesemroute te rijden. Het is eens wat anders dan de fruitbomen
in Haspengouw. De perenbloesem is uit gebloemd. De laatste appel- en
kersenbloesems kunnen nog gespot worden beloofd de bloesemsite. De exacte
bloesem-tijd is niet te voorspellen, maar in april en mei vertonen de
fruitbomen hun kleurige bloesemtooi. Het weer is natuurlijk een belangrijke
bepalende factor, en daarnaast bloeien niet alle bomen tegelijk.
We
vertrekken, met de fiets, vanaf knooppunt 42 naar ons volgende knooppunt, een
5,8 km verder. Eerst even slalommen over de Beusichemsedijk, die overgaat in de
Lekdijk-West tot knooppunt 43. Bovenop de dijk waait een stevige bries. Meer
dan de beloofde 2 à 3 beaufort. We rijden richting oost en dus wind op kop. Dat
maakt het nog koud ook. Een trui of fleece jasje is geen luxe vandaag. De wind
is eveneens gevaarlijk om te verbranden. Elke blote plek wordt ingesmeerd.
Sommigen fietsen toch in T-shirt en/of in korte broek. Ze zullen het morgen
voelen. Maar we blijven niet zeuren. De zon schijnt en dat is het voornaamste.
Het is druk van fietsers en wandelaars. Vandaag begint de 31ste Betuwse
fietsvierdaagse. De routes zijn gratis te downloaden en toevallig wordt vandaag
de Betuweroute gereden. Ondanks die drukte genieten we van de groene omgeving.
De dijk wordt hier en daar opnieuw versterkt met kleigrond. Uiteraard zijn deze
stukken nog bruin van de aarde. In de brochure staat geschreven: Wie gek is
van een mooie landelijke streek, kan in de Betuwe zijn hart ophalen. Of het nu
om te fietsen, te wandelen of op en rond het water bezig te zijn. Het kan hier
allemaal. Ook de dorpjes of steden met de verrassende winkels hebben hun
charme. Een mens moet nu eenmaal eten en drinken.
Links van
ons stroomt de rivier de 'Lek' door het groene landschap. De lengte bedraagt 62
kilometer en vormt de grens tussen Utrecht en Gelderland. De andere oever
bereik je uitsluitend via talrijke pontveren. Plezierboten en luxe jachten
varen op de rivier. Hier en daar zitten jonge koppeltjes met een picknickmand
aan het water. Of ze liggen te luieren terwijl ze toekomstplannen maken. Op de
linker- en de rechteroever, van de Lek, zijn nog grote waterplassen. Daar maken
de wilde watervogels dankbaar gebruik van. Het landschap vertoont nog steeds kale
bomen. Het heeft lang koud geweest en de boomknoppen blijven dicht. Toch
leveren deze bomen en struiken een extra bijdrage aan het traditionele
landschap van groene weiden, sloten en waterplassen. Rechts van ons worden we
geboeid door de rustieke boerderijen. In de tuintjes staat de Japanse kerselaar
in volle bloei. Af en toe
rukt de felle wind aan de takken. Duizenden bloemblaadjes waaien weg.
Voor de
landbouwer is het geen feestdag. Van dit mooie weer moeten ze profiteren en op
hun land werken. Afhankelijk van het weer kan eind april, begin mei voor de
eerste keer in het jaar het gras gemaaid worden. Verderop rijdt een andere
tractor over het afgemaaide gras en keert het om zodat de zon haar werk kan
doen. Na 4 à 5 dagen drogen wordt alles in balen geperst en opgeladen.
Ook de
veehouders kennen geen rustdag. Zelfs als hun dieren op de weide staan te
grazen hebben ze verzorging nodig. De koeien moeten gemolken en paarden moeten
bijgevoerd worden. In de verte zien we de eerste fruitplantages staan. Het is
te veraf om de bloesems te zien. We fietsen nog steeds boven op de dijk. Een
ware beproeving met nog steeds wind op kop. Toch genieten we van mooie
vergezichten. De grachten zijn afgeboord met knotwilgen. De bomen zijn
kenmerkend voor polder- en rivierlandschappen. Het zijn niet altijd knotwilgen.
Er kunnen ook populieren, essen of elzen zijn. Ze vormen aan grachten en sloten
een versteviging van de oevers. Vroeger werden de knotbomen meer gesnoeid dan
nu. De afgezaagde takken en twijgen waren uitstekend geschikt voor het vlechten
van manden en stoelen. Nostalgische momenten. De vele zwarte witte koeien zijn
de belangrijkste soort in Nederland. Ze zijn van Amerikaanse oorsprong, slank
en mager gebouwd.
De koeien
staan bekend voor hun hogere melkproductie. Ook pony's staan massaal in de
weide.
De kleine
paarden hebben een schofthoogte van 1,48 meter en worden gehouden om te kweken
en te verhuren bij maneges. Huizen worden afgewisseld met grote hoeves. Meestal
met rieten dak met onderaan nog enkele dakpannen. In Nederland komt deze
combinatie nog vrij vaak voor. Dat had vroeger een praktische achtergrond. Nu
heeft het te maken met uiterlijk en uitstraling. De meeste boerderijen worden
omgebouwd tot B&B s of kleine campings.
De rivier
kabbelt nog steeds door het landschap. Vanaf knooppunt 43 kan men van de charme
van een overtocht genieten met één van de 5 pontjes die de 'Lek' dwarsen. Wij
vervolgen onze weg rechtdoor over Lekdijk-Oost. Nu is het 6 kilometer tot ons
volgend knooppunt. Steeds naar het oosten met wind op kop. Schapen grazen de
dijkwand af. Kleine lammetjes huppelen naast hun moeder mee. Eentje staat wat
verderop te blaten. Het is dorstig en roept op zijn of haar moeder. Nog steeds
op de dijk rijden we de gemeente Ravenswaay door. Het dorpje heeft een klein
200 inwoners. De Sint-Nicolaaskerk is een protestantse gebedsplaats van 1644.
De torenspits van de kerk steekt hoog boven het kruin van de bomen uit. De
nationale driekleur wappert in de wind door een torenraam. Een horde,
lawaaierige motorclub vliegt ons in razende vaart voorbij. Links, op de andere
oever staat een windmolen. Op ons plan staat er niets over vermeld. Na
Lekbandijk slaan we rechtsaf en fietsen naast het Amsterdam-Rijnkanaal dat
uitmondt in de 'Waal'.
Bij
knooppunt 39 fietsen we rechtsaf, richting knooppunt 70. Vanaf nu zijn we
verlost van de hevige wind en de drukte op de dijk. Eensklaps bevinden we ons
tussen de fruitplantages. Niet elke plantage schittert van de bloesems. Na
weken van prachtige bloesems zijn de perenplantages uitgebloeid. In september
kunnen ze geplukt worden. Nu is het de tijd van de appelbloesem.
De bloei van
de kersen is haast voorbij. Ze zijn bijna zo groot als knikkers en ze zullen
uitgroeien tot heerlijke zoete donkerrode kersen. Al komt het slechts traag op
gang. In de karakteristieke fruitstalletjes, langs de weg, liggen heerlijke
producten uitgestald. Soms een zakje appelen en bij een ander kraam mag je zelf
een zakje vullen met walnoten. Betalen doe je in een mandje of in een kistje.
Er is geen toezicht. De verkopers vertrouwen op de eerlijkheid van de mensen.
We fietsen
menig boerderij voorbij met een typische hooiberg. Hooi heeft een goede droge
ruimte nodig met een goede verluchting rondom rond. Deze hooiberg heeft vier
roeden (je vindt er ook met drie roeden of palen). Het dak bestaat uit riet of
zink en kan omhoog gedraaid worden.Het
is een mooie en stijlvolle aankleding die bij het terrein past.
We naderen de stad Buren. Een infobord legt
uit: Frederik van Egmont, bijgenaamd Schele Gijs", kreeg in 1472 de
heerlijkheid Buren van zijn oom Arnold, hertog van Gelre, als vergoeding voor
gemaakte onkosten. Door zijn onvoorwaardelijke steun aan keizer Maximiliaan
van Oostenrijk verhief deze hem in 1498 tot graaf van Buren en Leerdam. Sinds
1551 is het graafschap Buren nauw verbonden met het Huis Oranje Nassau.Al van ver vallen ons de draaiende wieken op
van een molen. Aan de kerk wappert de driekleur aan de toren. Het dorp is
versiert met slingers en vlaggetjes in wit, rood en blauwe kleur. Het heeft een
aparte maar aangename sfeer. Over de straten hangen de feestelijke gekleurde
slingers voor de jaarmarkt van zaterdag 7 mei. We proberen onze fiets zo goed
mogelijk te parkeren tussen honderden andere fietsen. Een echt huzarenstukje.
Rechtover de fietsparking is restaurant De pannenkoekenbakker. Een
nostalgisch eethuis uit 1860 met maar liefst 230 verschillende pannenkoeken.
Buren is een gezellige oude stad waarvan de
geschiedenis nauw verbonden is met het koningshuis. De stad kreeg de naam 'Oranjestad'
na het huwelijk van Willem van Oranje en Anna van Egmont (Gravin van Buren) in
1551. Anna van Egmont was de schatrijke achterkleindochter van Frederik van
Egmont. Haar echtgenoot Willem werd daarmee automatisch graaf van Buren. Anna
stierf in 1558 op slechts 25 jarige leeftijd. De titel gravin van Buren ging
over naar haar dochter Maria. Tegenwoordig draagt de regerende koning
Willem-Alexander de titel Graaf van Buren.
We wagen ons tussen de gezellige drukte door
de monumentale stad waarvan we de historische gebouwen bezoeken die op
loopafstand van elkaar staan.
Aan het eind van de Voorstraat staat nog
steeds de oude stadspoort. Gebouwd rond 1400, nadat Buren in 1395 stadsrechten
kreeg.
Eerst wandelen we linksaf naar de noordwal
waar sinds mensenheugenis een molen staat. 'De prins van Oranje' is een ronde
stenen stellingmolen uit 1714 die een standaardmolen vervangt nadat deze
verwoest werd door een felle brand. In 1911 brandde ook de Prins van Oranje
uit, maar werd vakkundig herstelt en verhoogd. In 1947 koopt de gemeente de
molen om hem van verval te redden. Na een laatste restauratie in 1974 werd deze
opnieuw maalvaardig. In de molen is een klein winkeltje waar belangstellenden
gemalen meel en ambachtelijke lekkernijen kunnen kopen.
Op de Markt bevindt zich het voormalige
stadhuis waar sinds 1988 het museum 'Buren & Oranje' is gevestigd. Hier
vinden toeristen informatie over het vorstenhuis en de relatie met de stad
Buren. Het gebouw ernaast is het Toeristen Informatie Buren, opgericht na de
opheffing van de VVV.
De Sint-Lambertuskerk is een protestantse
kerk, gesticht in 1367 als kapel. In 1395 werd de kerk ingewijd als parochie.
In 1551 werd in deze kerk het huwelijk voltrokken van Prins van Oranje met Anna
van Egmond. Toen was het nog een katholieke kerk. Binnenin kan je de graftomben
vinden van de graven van Buren en van Maria van Oranje Nassau. Het gebedshuis
is heden ten dagen te huur voor concerten, evenementen en dergelijke meer. In
de schaduw van de toren staat een beeldengroep van Prins Willem van Oranje,
zijn vrouw Anna en hun twee kinderen Maria (1556-1616) en Philips-Willem
(1554-1618). De Julianaboom, links voor de kerk, is van 1909. Een vergulde
kroon met de letter J siert het gietijzeren hekwerk dat rond de boom werd
bevestigt.
Het museum der Koninklijke Marechaussee is
gehuisvest in het voormalige Koninklijk Weeshuis. Het Weeshuis werd gebouwd in
1612 door Maria van Nassau. In 1619 wordt het weeshuis in gebruik genomen.
Weeskinderen werden hier verzorgt tot 1953. Voorheen stond hier het
Sint-Barbaraklooster dat gesticht werd door Heer Willem van Buren in 1420. Het
klooster werd verwoest door een vernietigende brand en niet meer opgebouwd. Als
bezoeker van het museum kom je alles te weten over de geschiedenis van de Marechaussee
in Napoleontisch uniform uit 1814 tot de Marechaussee van nu. In de tuin staat
een levensgrote pop achter beschermglas of plastiek in een wachthuisje. De pop
is gekleed in het groene gevechtstenue. In de periode 1946-1996 zijn 34.000
dienstplichtigen bij de Koninklijke Marechaussee in dienst geweest. Ook hun
verschillende voertuigen worden tentoongesteld. Op 6 november 2013 bracht
prinses Beatrix nog een bezoek aan de tuin van het voormalige weeshuis om een
kunstwerk te onthullen.
Tegenover de ingang van het museum der
Koninklijke Marechaussee zijn nog intacte resten van de vroegere vesting rond
de stad. Via trappen kan de bezoeker de restanten bezoeken. Een infobord
verklaart: De vesting Buren ontstond rond 1395 toen de landsheer Allard van
Buren langs de noord- en westzijde een gracht liet graven. Deze gracht stond in
verbinding met de Korne die reeds de oost- en zuidzijde van Buren omsloot.
Aangenomen wordt dat rond dezelfde tijd muren en poorten gebouwd werden. De
Italiaanse vestingbouwer en architect Pasqualini liet omstreeks 1540 een aarden
wal opwerpen aan de stadskant van de muur. Bij deze gelegenheid is een
muurtoren in de aarden wal opgenomen. Tijdens de restauratie van de stadsmuur
in 2005-2006 werd een tegen de oostelijke muur liggende toren blootgelegd en
geconsolideerd. De fortificatie bestaat uit een rechthoekige ruimte met een
gemetseld koepelgewelf. Het midden gedeelte van de koepel is niet meer
aanwezig. De rivier 'Korne' is een zijtak van de 'Linge' en loopt voor een
groot gedeelte langs de zuidgrens van de stad. De rivier wordt momenteel nog
gebruikt om met pleziervaartuigen van en naar Buren te varen.
Een pand dat gebouwd was tegen de voormalige
stadsmuur werd in 1804 gekocht door de joodse gemeenschap en richtte er een
synagoge in. Het gebouw werd ingericht met een kerkelijke badplaats, een woning
voor de rabbi en een schoollokaal. Ruim 100 jaar geleden werd de joodse
gemeenschap opgeheven. Het gebouw werd vervolgens een woonhuis, stal en winkel.
Nu is het een facilitaire ruimte voor kunst en cultuur. Momenteel loopt er een
expositie van een jonge kunstenares met een voorliefde voor paarden.
Na ons bezoek aan de Oranjestad Buren
vervolgen we onze fietstocht over de Betuweroute. Het is ondertussen warm
geworden. De truien worden T-shirts en de armen en aangezicht worden ingesmeerd
met factor 50. De laatste kilometers voert ons dwars door de fruitplantages van
de streek. De Betuwe is de fruittuin van Nederland en de gemeente Buren heeft
de grootste fruitproductie van het land. In een grote weide lopen een aantal
grote varkens rond. Hun buik en snoet is bruin en nat. Ze komen recht uit een
modderpoel. Een reiger staat aan de rand van een sloot en kijkt neer op het
water. Geduldig wacht hij op een maaltijd. Op sommige plaatsen is de grachtkant
afgeboord met gele bloemen zoals koolzaad of raapzaad. Het zijn mooie plaatjes.
In een andere weide staan de koeien tegen de aluminium afsluiting te drummen.
Ze wachten op de boer die bijvoeding brengt. Verderop staan schapen in de weide
te grazen. Op zichzelf niets spectaculair, ware het niet dat deze schapen met
lammeren zwart wit gekleurd zijn. Van ver lijken het echt koeien. Ze zijn dan
ook bijna zo groot als een koe.
Terug in Culemborg ontdekken we al vlug de
rijke historie van de stad als we door de oude straatjes fietsen. De
geschiedenis van Culemborg begint al in 1281. In de 14e eeuw wordt
de stadsmuur en-gracht opgetrokken.
Het deel van de stadsmuur dat nog staat vormt de oudste nog bestaande originele
stadsmuur. Aan de laatste telg van het geslacht Van Culemborg heeft de stad
veel te danken. Vrouwe Elisabeth stichtte het Elisabeth-gasthuis, een hofje met
huizen voor oude mannen en vrouwen, en schoot het geld, voor de bouw van het
Stadhuis en de toren van de Sint-Janskerk voor. Uit haar erfenis werd het
Elisabeth-Weeshuis gebouwd. Het doet nu dienst als museum en bibliotheek.
Momenteel is het hier rustig. Daar zal het
late uur wel voor iets tussen zitten. Het is ondertussen 17:30u geworden. De
'Binnenpoort' is de enige van de zeven stadspoorten die bewaard is gebleven. Ze
werd gebouwd in de 14e eeuw. Het bovenste gedeelte werd in 1557
bijgebouwd. In de nis staat een beeld van de heilige Barbara.
Onze volgende halte is bij de katholieke
Sint-Barbarakerk en Antonius met haar hoge spitse toren.Ze werd gebouwd op de fundamenten van de oude
Sint-Janskerk die te klein werd. Op 4 december 1886 werd de nieuwe kerk
ingewijd. De Duitse bezetter eiste de klokken uit de toren op tijdens WOII.
Alleen de Elisabethklok is na de oorlog teruggevonden. De andere drie werden
omgesmolten.
Recht over de kerk, Varkensmarkt 9, staat het
statige herenhuis dat gebouwd werd in 1865 voor de sigarenfabrikant
Dresselhuijs. Achter het pand stond sigarenfabriek 'De Trio'.
Op de Varkensmarkt staat één van de vier nog
bestaande stadspompen uit 1718. Gekroond met het stadswapen.
Het stadhuis op de Markt dateert van 1534. De
kelder diende oorspronkelijk als vleeshuis, later als wijnkelder. Boven de
kelderdeur staan twee leeuwen met het wapen van de familie van Elisabeth van
Culemborg. Boven de hoofdingang staan de letters A en E (Antonius en Elisabeth)
en een Latijnse tekst waarvan de vertaling luidt: 'Het vuur zal alles
voltooien'. Het stadhuis wordt gebruikt als vergaderruimte van de gemeenteraad
en als trouwlocatie. Tussen 1939 en 1949 werden tijdens de noodzakelijke
restauraties de gebrandschilderde ramen geplaatst met daarop de geschiedenis
van Culemborg. De schandpaal staat nog steeds op de hoek van het stadhuis. De
tekst bovenaan is echter onleesbaar geworden. De tand des tijds.
We fietsen tot bij de stenen windmolen aan 't
Jach. Gebouwd in 1853 kreeg hij de naam 'De Hoop'. Bij het begin van de 20ste
eeuw werden de wieken verwijderd. De stoommachine nam het werk over. Later werd
de molen nog slechts gebruikt als opslagplaats. Rond 1980 kocht de stad de romp
en liet hem restaureren. In 1993 werd de molen weer maalvaardig.
Over de Schuttersbrug staan links en rechts
nog de oude stadswal uit 1318. Links bevindt zich nog de ronde uitkijktoren.
Rechts voor de oude stadswal een monument.
Om 18:00u zijn we terug bij de auto. We
hebben in totaal 36,7 kilometer gefietst. Tot schrijfs.
Dag
2 met de volgende fietsknooppunten: 31-30-03-04-40-58-13-56-54-96-78.
Zaterdag
7 mei 2016. Om 10:00u vertrekken we vanuit Ekeren voor het vervolg van onze
fietstocht ter ere van Greet Van den Sande. Greets collega's van Toerisme
Provincie Antwerpen maakten deze fietsroute ter ere van Greet met stopplaatsen
die een speciale betekenis hadden voor haar, en daarom erg geschikt zijn om
even stil te houden bij haar leven.
We
nemen de kortste weg naar de 'Melkerij' in Brasschaat. De plaats waar we de
vorige keer gestopt waren. We voelen tijdens het fietsen slechts een zwakke
zuid oostenwind. De temperatuur is gezien het vroege uur al uitstekend.
Eindelijk T-shirt weer en ... de tijd van de azalea. De dieprode kleur van de
plant trekt telkens ieders aandacht. We kunnen het niet laten om af en toe een
foto te nemen. In sommige voortuintjes groeit de mooie plant uit tot een grote
struik. Deazalea komt oorspronkelijk
uit het verre oosterse Japan en China. De struik vol wonderlijke bloemen is het
kleine nichtje van de rododendron familie. Haar rijke bloei maakt deze plant al
eeuwenlang geliefd. De bloemen laten zich vanaf mei zien en geven de tuintjes
een betoverende sfeer. We zien ze in alle kleuren bloeien: wit, rood, roze,
paars of tweekleurig.
Na
6,6 kilometer vervolgen we onze fietsroute aan knooppunt 31 bij de 'Melkerij'.
We nemen de grindweg tussen de parking en de speeltuin, richting knooppunt 30.
Ondanks het vroege uur, 10:30u, zitten er al ouders en grootouders op het
terras te genieten van een kopje koffie terwijl de kinderen en kleinkinderen in
de speeltuin ravotten, roepen en tieren. Na een week op school kunnen ze zich
eindelijk eens uitleven. Alle bomen kleuren ondertussen groen. De rododendron
bloesem is klaar om open te gaan. De witte rododendron staat al in volle bloei.
Het maagdelijk wit staat in schril contrast tegen de groene bladeren. We
passeren ondertussen het boshuisje. Het is nog tamelijk rustig op de wandel- en
fietspaden. Slechts een eenzame wandelaar laat zijn hondje uit en een sportieve
jogger dwarst ons pad. Toch met een beleefde knik en een mompelende 'dag'. Het
kwinkeleren van verschillende zangvogels overstemd het knarsen van onze banden
op het grindpad. De zang van de merel steekt er boven uit. Een lust voor het
oor. Ik ging van de veronderstelling uit dat we vandaag geen viaduct meer
zouden doen na die van de Veltwijcklaan te Ekeren. Fout gedacht natuurlijk. We
moeten de brug over de E19 nemen na het Peerdsbos. Het voordeel aan een viaduct
is de afdaling. Tegen 20 kilometer per uur 'vliegen' we naar beneden.
We
fietsen voorbij de kapel aan het park Vordenstein. De Kapel van de Horst op de
Horstebaan, vlak voor het centrum, is gewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Een oude
bedevaartplaats die reeds gekend was in de 15e eeuw. De
oorspronkelijke kapel werd gebouwd in 1436. Wat ook is aangegeven door
muurankers in de gevel onder het wapenschild. Eind 16e eeuw werd de
kapel verwoest, maar opnieuw opgetrokken in 1610-13. Vervolgens grondig
gerestaureerd in 1835. Er bevindt zich een grafkelder in de kapel van de
familie De Pret. Het Vordenstein domein van 110 hectare wordt beheerd door het
Agentschap voor Natuur en Bos. Een lust voor alle zintuigen. Genieten in een
oase van rust en stilte. Dwalen langs verschillende soorten bomen, majestueuze
brede lanen, open grasland en natuurlijke vijvers.
Begin
2015 verhuist Greet van een appartement in Brasschaat naar een huisje met tuin,
inclusief twee watjes van katjes, in Schoten. In de Victor Nelisstraat brengt
Greet meteen de zon in huis: de muren krijgen een vrolijk, zuiders tintje, en
de mand met breiwol en het knutselgerief staan steeds klaar om nieuwe creaties
te voorschijn te toveren. Tijdens de Scheldeprijs, die achter haar hoek
passeert, toont ze zich een enthousiaste fotografe van het losgeslagen
wielerpeloton. Haar foto's van een massale valpartij tonen haar empathie voor
de van pijn verkrampte, recht krabbelende coureurs. Ze zijn een verbeelding van
haar motto: vallen, opstaan, en verder rijden, er het beste van maken en
doorbijten. Zelf schaft Greet zich een elektrische fiets aan en peddelt hiermee
dagelijks twintig kilometer heen en terug naar het werk.
Bij
'Floriplant' op de Calesbergdreef te Schoten houden we een korte halte. De
geurige en vooral kleurige voorjaarsbloemen lonken ons en we wandelen rustig
rond in het tuincentra. De blikvanger in de bloemenverkoop is natuurlijk de
azalea. In alle kleuren en groten worden ze te koop aangeboden. De plaats om de
prille lente op te snuiven. De zon begint te branden. Tijd om ons in te smeren.
Factor 50 is niet te veel.
In
de Quinten Matsijsstraat te Schoten staat de watertoren die gebouwd werd in
1951. Verderop fietsen we door de Liebiglaan in de schaduw van de overhellende
takken van de bomen die naast de weg groeien. Rechts de groene beuk, links de
statige beuken met hun dieprode bladeren. Een welgekomen frisse afwisseling na
de warme zonnestralen. In de Deurnevoetweg pronkt kasteel Withof. Het oorspronkelijke
kasteel werd gebouwd in de 17e eeuw met een parkgebied van ongeveer
twee hectaren. Momenteel bezit het gebouw drie luxe appartementen. De glazen
uitbouw geeft bijna rondom rond een uitzicht over het park.
Op
het kruispunt Deurnevoetweg/Papenaardekenstraat vinden we een mooie wegkapel
met zitbank. Een uitgelezen moment om te picknicken. Er is niet veel wind maar
toch vliegen de pollen ons om de oren. Droogte, warmte en wind blijkt een
ongunstige factor te zijn. Berken zorgen rond dit seizoen voor de
verschijnselen van hooikoorts. Als de berk bloeit hangt er aan het einde van de
takken gele katjes van ongeveer vijf centimeter lang, waaruit door de wind het
stuifmeel wordt geblazen. We eten hier onze boterhammetjes op met een kopje
koffie. De kapel is nog niet zolang geleden gerenoveerd. Een moderne stenen
moeder Maria met kind staat centraal. Vroeger was er een ijzeren hek voor het
beeld om het te beschermen tegen diefstal. Blijkbaar is dat niet meer nodig.
Het scherpe puntdak oogt nieuw. De mensen die ons passeren groeten ons
vriendelijk met een 'smakelijk'. Met al die vliegende pollen blijkt het toch
niet echt een goed idee om hier te picknicken. Volgens ons plannetje bevinden
we ons aan de achterzijde van het gemeentepark van Schoten.
We
rijden door een villawijk. De grote woningen zijn meestal omgeven door hoge
bomen en struiken. Het is vooral de rododendron die als haag het domein
ommuurt. Nog even en de struik begint te bloeien. Hoog boven ons, in de kruinen
van de bomen, horen we een kakofonie van vogelgeluiden, maar een vogel spotten
is bijna uitgesloten. In de verte ramt de specht zijn snavel in de bast van een
boom. Het staccato duurt slechts enkele tienden van een seconden en stopt dan.
Na enkele pedaaltrappen herhaalt het geluid zich opnieuw. Drie woerden zwemmen
in de brede gracht naast ons. We zien geen vrouwtjes eend. Misschien weduwnaars
of vrijgezellen. We zijn bij knooppunt 30.
Zonder
erg staan we voor de ingang van het gemeentepark van Schoten. Er is een
driedaags evenement aan de gang met de naam: 'Park-iet'. De jeugddienst
verhuurt het Park-iet, het vrijetijdslokaal van de Grabbelpas voor activiteiten
waar kinderen tot 12 jaar centraal staan.
De
gemeente Schoten organiseert Grabbelpas voor kinderen van 4 tot 11 jaar en SWAP
voor jongeren van 12 jaar t/m 16 jaar. Ze hebben geluk met het weer dit
weekend. In de speeltuin is er al volop vermaak. Het joelen en krijsen is tot
ver in de omtrek te horen. Naast het kasteel van Schoten, dat dienst doet als
Cultureel Centrum, staat nog steeds 'De Riddershoeve'. Een historisch Frans
restaurant. Alle dagen kan men hier terecht voor een hapje of een drankje.
Gezellig genieten op het terras terwijl de kindjes, tot zes jaar, in de
nabijgelegen speeltuin zich uitleven.
In
de Kasteeldreef moeten we rechtsaf. We blijven niet gevrijwaard van een
viaduct. Volle moed trappen we de Hoogmolenbrug op. Bovenaan houden we halt om
van een vergezicht te genieten op het kanaal van Schoten. Een transportschip
vaart net onder ons door. Rechts, op de kade is de bekende firma Van Pelt nv.
Al meer dan 60 jaar (opgericht in 1955) staat de firma tot je dienst met
bouwmaterialen en gereedschappen. Op de andere oever is houthandelaar Martens
al meer dan 100 jaar een gezinsbedrijf aan het kanaal van Schoten. De familie Martens
is nog steeds verliefd op hout, in hart en nieren.
Na
de afdaling dwarsen we de Merksemsebaan en rijden rechtdoor het centrum van
Deurne in. We worden weer omgeven door talloze groene bomen. De pollen zijn ook
weer van de partij. Al is het hier wat minder. We rijden nog steeds naar
knooppunt 03. Op de Schotensesteenweg rijden we voorbij de bekende Brasserie
'De Kaasboerin'. De zaak is sinds kort van eigenaar veranderd en die zorgde
onmiddellijk voor een kleine maar veilige speeltuin voor de kindjes. Talrijke
mama's en papa's zitten op het zonovergoten terras te genieten van een
verfrissing.
Wat
verder rijden we het domein 'Rivierenhof' binnen. Het park heeft een
oppervlakte van 132 hectare. Dreven en wandelpaden voeren door het domein,
langs bossen, grasvlaktes en uitgestrekte waterpartijen. Op het domein groeien
bomen die vanuit verschillende landen naar ons land overgebracht werden omwille
van het hout en hun bloemen of vruchten. Een prachtig park waar men een hoekje
vrijmaakte om verschillende soorten azalea's aan te planten. De witte
rododendron, achter de hoek, verblind ons met haar witte bloemenpracht. De
rode rododendron moet nog open bloeien. Een mooie locatie voor fotografen. In
het Rivierenhof wandel je nooit alleen. Ongeacht het uur, er zijn altijd
wandelaars en fietsers. Bij het kasteel staat een enorm terras met open
parasols. We parkeren onze fietsen en nemen plaats vlakbij de vijver onder een
reusachtige parasol. Een fontein in het midden van de spiegelvijver spuit water
in de hoogte. De wind neemt wat van dat water mee waar het iets verder weer in
de vijver valt. Twee imitatie zwanen willen op het water landen. Sinds kort
wordt gevraagd om binnen je bestelling aan de bar door te geven.Je betaald onmiddellijk en op een plateau
krijg je jouw drankjes mee. Kwestie van besparingen en zo, denk ik. In ieder
geval we genieten van een Duvel en voor moeder de vrouw een Kriek terwijl we
napraten over onze fietstocht (lees kleinkinderen).
Het
is 13:30u als we door Borgerhout fietsen. De gemeente is het kleinste district
van de Stad Antwerpen en telt meer dan 1OO nationaliteiten. We rijden niet echt
door het centrum, maar naast de ring, op het Ringfietspad, rond Antwerpen. Je
hoort het lawaai maar ons fietspad isgescheiden door een dikke haag van bomen waar we tussen slalommen. De
machtige beuk staat in volle bloei. We rijden richting Middelheim. We draaien
van de ring weg en dat is duidelijk hoorbaar. We komen bij een grote moderne
speeltuin. Het krioelt hier van de kinderen. Even uitwaaien zullen de ouders
denken en trekken met hun kroost naar deze plek. Wat verder rijden we pal naast
de ring, zonder bescherming van de bomen, en we houden even halt. Het is een
overdonderend lawaai. De sfeer opsnuiven doe hier beter niet. De uitlaatgassen
prikkelen je neusgaten. Tegen elkaar praten lukt ook niet echt. Het is niet
echt druk op de ring. Er kan nog vlot gereden worden. We staan onder een
spoorwegbrug die de ring dwarst. Als er een trein over rijdt is het niet uit te
houden van het lawaai. Inpakken en wegwezen. We naderen knooppunt 04.
In
de Floraliënlaan te Berchem rijden we nog steeds evenwijdig met de ring. Het
lawaai wordt gedempt door de hoge bomen. Plots staan we in een natuurreservaat
van 11 hectare De Wolvenberg. Een gebied tussen het treinstation van Berchem,
de Singel en kleine Ring. Een infobord ter plaatse geeft uitleg; In deze
restanten van de oude fortengordel rond Antwerpen, werkt Natuurpunt sinds 1992
aan een groenere omgeving. De mozaïekvormig gemaaide graslanden bieden beschutte
plekken aan allerlei vlinders en jagende libellen. Hier vlakbij broedt zelfs de
boomvalk. Ook padden en kikkers houden van de beschutte plekken en dankzij het
herstel van enkele poelen vinden amfibieën hier opnieuw een voortplantingsstek.
Verder langs dit fietspad ontdek je nog meer verscholen natuur. Je vindt hier
wel meer dan driehonderd soorten wilde planten in hun typische biotopen. Op de
brilschans ontwikkeld ook bos. Daaruit verwijdert Natuurpunt overwoekerende
sierplanten.
Links
van ons, in de verte, staat het Middelheim. Het grootste Algemeen Ziekenhuis
van Antwerpen. Het ziekenhuis is actief in alle medische domeinen. Aanpalend is
er het gespecialiseerde Koningin Paola Kinderziekenhuis. Jaarlijks, in
augustus, kan de liefhebber voor muziek genieten van het festival Jazz
Middelheim. Ook de kunstliefhebber komt op het Middelheim aan bod in het
Openluchtmuseum voor beeldhouwkunst. Tot slot beschikt Middelheim over een
campus met faculteit Wetenschappen.
We
rijden richting Wilrijk. Al van ver zien we, tussen de bomen, het grijze
betonnen complex van het Crowne Plaza Hotel. Voorbij het gemeentemagazijn van
de Stad Antwerpen rijden we het Nachtegalenpark in. Het Nachtegalenpark is in
totaal 90 hectaren groot. Het werd aangekocht door de Stad Antwerpen in 1910 en
opengesteld voor het publiek in 1911. Een infobord verklaart nader: Al van in
de dertiende eeuw zou hier een landgoed gelegen hebben dat in de loop der
eeuwen door een sliert adellijke families werd bewoond. In 1457 is er sprake
van een Hoeve van Lippeloo of ter Woestine. In de loop van de zestiende eeuw
veranderde de naam in De Vogelensanck. Het landgoed moest in de tweede helft
van de negentiende eeuw voor een deel plaats ruimen voor de bouw van de
Antwerpse vestingwerken. Het kasteel werd uiteindelijk in 1906 afgebroken.
Enkele bijgebouwen (stallingen) bleven bewaard, zijn gerestaureerd en worden nu
gebruikt door de Kosmosschool.
De
school bestaat vandaag vier jaar en telt 129 plaatsen. Tussen deze bijgebouwen
ligt het uit 1930 daterende oorlogsmonument voor het Zevende linieregiment die
deelnamen aan de Slag aan de IJzer van 17 t/m 23 oktober 1914. Bovenaan de
pijler staan de jaartallen 1914 1918. Op het hoogste punt staat het bronzen
beeld van de mythologische Griekse godin van de overwinning. Onderaan vinden we
een bas-reliëf dat de overhandiging toont van de Belgische driekleur in 1832.
Het
infobord vervolgt met het volgende: Vogelzang is het deel van het
Nachtegalenpark dat gericht is op ontspanning voor de hele familie. Het parkbosdecor
met indrukwekkende bomen en golvende grasvelden nodigt uit voor een rustige
wandeling. Het dierenpark met geitjes en damhertjes en de ruime speeltuin zijn
erg aantrekkelijk voor ouders met jonge kinderen. Na een wandeling zijn
restaurant-brasserie Dikke Mee of café- restaurant De Melkerij ideaal om
even uit te blazen. Bij brasserie Dikke Mee' is knooppunt 40. We moeten 3
kilometer fietsen tot knooppunt 58.
Het
Crown Plaza hotel, dat we momenteel voorbij fietsen, is geschikt voor zaken- en
plezierreizigers. Het beschikt over 262 kamers met airconditioning. Het hotel
met 16 verdiepingen heeft 14 functionele zalen voor recepties en vergaderingen.
Naast een zwembad en een wellness centrum kan de reiziger zich nog ontspannen
in de fitnessruimte met ultramoderne toestellen.
We
houden halt op de Koningin Elisabethlei 22, het gebouw van Toerisme Provincie
Antwerpen. Hier lezen we het laatste relaas van Greet van Den Sande: 'De kroon
op ons werk'. In april 2011 komt Greet ons team versterken als routedokter.
Het klikt langs alle kanten, en al snel is Greet niet alleen onmisbaar voor het
werk, maar ook als persoon. Op teammomenten, officieel en informeel, is Greet
steeds van de partij en weet met haar rustige charme iedereen voor zich te
winnen. Ook na het werk, en via de sociale media, heeft Greet contact met vele
collega's: haar commentaren op onze berichten zijn altijd blij verrast,
spontaan en opgetogen. Wanneer het noodlot toeslaat, draagt Greet haar verdriet
met opgegeven hoofd en een ongeziene moed. Nu mag je rusten, liefste Greet,
slaap zacht.
De
schrille kleuren op de muren van het Harmoniegebouw trekken onze aandacht.Het gebouw lag er de laatste tijd nogal
verwaarloosd bij. De Stad Antwerpen contacteerde een firma die de ongewenste
graffiti weg stoomde. Ramen en deuren werden dicht getimmerd en op die houten
platen werden dan door grafische kunstenaars waterbeesten en insecten
geschilderd. Het kleurt het park op.
Onze
volgende halte is de kerk van de Heilige Geest op de Mechelsesteenweg. We kunnen
er zelfs binnen om een bezoek te brengen. Een donkere gebedsruimte door de te
fel gekleurde brandramen. Met de bouw van de kerk werd gestart op 14 februari
1927 en ze was voltooid in augustus 1928. De oorlogsschade van de Tweede
Wereldoorlog werd hersteld vanaf 1944. Verderop komen we helemaal in hartje
Antwerpen, meer bepaald bij het Koning Albertpark met zijn enkele monumenten.
Het stadspark is 14 hectare groot en noemde voorheen 'De Warande' nadat ze in
1861 opengesteld werd voor het grote publiek. Het was toen een plaats om te
kijken en bekeken te worden. De brede kronkelende wandelpaden langs gazons en
vijvers nodigden uit om te gaan flaneren in zondagse kleren. Sedert 1919 kreeg
het park zijn huidige naam. Het is de dag van vandaag een grote driehoek met
indrukwekkende oude bomen, een speeltuin, ruimte om te wandelen en te joggen,
de hond uit te laten of gewoon rustig op een bankje zitten uitblazen. Kortom
een park in een oase van rust tussen wegen met auto's, trams, bussen,
vrachtwagens en fietspaden. Het grote monument werd op 21 april 1930
ingehuldigd in bijzijn van koning Albert en koningin Elisabeth. Op een sokkel
staat een ruiterstandbeeld van de toenmalige koning. Op de voorzijde, onderaan,
staat in bronzen cijfers de data van beide Wereldoorlogen. Op de achtergrond
staan een mengelmoes van bomen, volop in bloei. Wat verder in het park staan de
seringen in volle bloei. De plant is vooral bekend door de aantrekkelijke
geurende bloemen. Vooral in tuinen komen allerlei kleuren voor: zoals wit, bleekgeel,
roze, blauw en donkerpaars. Verderop, in het park, staan we voor een ander
opmerkelijk monument. Dit herdenkingsmonument voor de annexatie van
Belgisch-Congo werd in 1911 opgericht. De tekstplaten zijn in beide landstalen
aangebracht: In bijzijn van Z.M. Koning Leopold II viert de handelskamer van
Antwerpen de naasting van Congo aan België, -6 juni 1909.
Een
infobord brengt meer duidelijkheid: Vroeger was het de gewoonte om parken te
verfraaien met allerlei standbeelden en monumenten. In dit stadspark staan
bijvoorbeeld gedenktekens voor de Antwerpse dichter Jan Van Beers (1821
1888), de Antwerpse schepen van onderwijs Evarist Allewaert (1835 1889), de
Vlaamse impressionistische kunstschilder Theodoor Verstraete (1850 1907) en
de socialistische vakbondsleider en minister Louis Major (1902 1985).
Het
beeldhouwwerk van George Minne Moeder en kind (1936) herdenkt koningin Astrid
en een gedenkzuil werd opgericht naar aanleiding van de naasting of
overdracht van Kongo door koning Leopold II aan de Belgische staat. Het meest
opvallende standbeeld is dat van de gesneuvelden van de twee wereldoorlogen op
de hoek van de Rubenslei en de Van Eycklei. Er liggen ook nog enkele Duitse
bunkers uit de Tweede Wereldoorlog verscholen in het stadspark.
Even
later houden we halt bij het Centraal Station van Antwerpen, kant
Pelikaanstraat. Uit onze fietszakken halen we een flesje water. Twee stoere
Belgische beroepsmilitairen komen onze kant op. Hun handen aan hun mitrailleur,
hun ogen op ons gericht. Mogen we hier niet staan? Willen ze onze fietstassen
controleren? Of? ... Plots slaan ze linksaf en gaan het station binnen.
Op
de Keizerlei is een drukte van jewelste. Elk terras zit overbeladen vol.
Volgens mij kunnen de brouwers het niet bij houden met leveren. Als fietser heb
je ogen te kort om de onoplettende voetgangers te ontwijken. Met de werken op
de Leien is het onmogelijk om er over te fietsen. Dan maar te voet. Rood of
groen? De kleur doet er niet toe voor sommige voetgangers. Wij willen oversteken
en de auto's/fietsers moeten maar wachten! Dat is de mentaliteit tegenwoordig.
Zucht! Ondertussen is de zon achter de wolken schuil gegaan. Verderop kunnen we
weer op de fiets springen, nou ja: springen is iets te veel gezegd. Nu wordt
het moeilijk om de fietsknooppunten-bordjes in 't hoog te houden. Soms hangen
ze aan de linker zijde van de baan, soms heel hoog. Als je er geen erg in hebt
rij je te ver en moet je noodgedwongen terug. Dat hoort erbij zeker?
Na
een paar fotos van het MAS rijden we verder tot voorbij de Red Star Line waar
we bij de zitbanken wat bijkomen van de drukte. Links van ons werd onlangs een
beeld geplaatst. Het moet een zeemeeuw voorstellen die met gespreide vleugels
neerstrijkt op een bolder. De skyline heeft enorm veel hoge kranen. Er wordt
massaal gewerkt in Antwerpen. De lucht klaart weer op. Hemelsblauw met witte
schapenwolkjes. En de zon? Die geeft nooit op.
Na
onze rustpauze vervolgen we onze weg richting Luchtbal. Ze hebben voor ons nog
een viaduct in petto. We moeten de Straatsburgbrug nog over, maar dit is dan
echt de laatste klimming. Rechtdoor even de Groenendaallaan op en dan linksaf.
Langs de fietsostrade komen we terug in Ekeren waar we een einde maken aan deze
fietstocht. We hebben vandaag 44 kilometer gefietst. Tot schrijfs. Tekst: Luc
Verschooten. Fotos: Rina Meurs.
Na
het ontbijt betalen we onze rekening in het hotelletje en vertrekken naar 'La
Coupole'. Toevallig rijden we langs een grote begraafplaats in Longuenesse.
Uiteraard brengen we een uitgebreid bezoek. Het 'St. Omer Souvenirs Cemetery'
was het hoofdkwartier van de Britse Expeditie eenheid van oktober 1914 tot
maart 1916. In de stad werd een hospitaal gebouwd en de doden werden hier
begraven vanaf 1914 tot 1920. In totaal rusten er 2.874 Britse militairen van
de Eerste Wereldoorlog waarvan zes onbekend bleven. Een speciaal 'Memorial'
werd opgedragen aan de 23 mannen van het Chinese Labour Corps wiens graven niet
meer konden gelokaliseerd worden. Van WOII zijn er 403 lichamen begraven
waarvan er 93 niet meer geïdentificeerd konden worden. Op bepaalde plaatsen
staan de zerken pal naast elkaar, met soms twee namen van gesneuvelde Britse
soldaten op de zerk. Verder nog twaalf Indonesische grafzerken. Heuvel op staan
de zerken van Duitse soldaten die sneuvelden in 1918. Enkelen met twee namen op
de zerk. Om af te sluiten vinden we vier zerken van het Tsjechische leger en
één Poolse militair die gesneuveld zijn tijdens WOII, één van hen kon niet meer
geïdentificeerd worden. Het zijn eigenlijk twee begraafplaatsen. Naast de
Commonwealth graven bevind zich, links van de ingang, de Franse begraafplaats
met de bekende witte kruisjes, weliswaar iets groter dan gewoonlijk. Tegen de
haag staan 18 zerken van Belgische gesneuvelde militairen. Allen gestorven voor
Frankrijk. Uiterst links, in de hoek, staat een hoge herdenkingszuil die de
doden herdenkt van het Franse garnizoen. Er staan, voor de haag, zeven hoge
horizontale zerken van Franse militairen uit WOII. Allen overleden op 3 maart
1957. Spijtig dat alleen de Britse begraafplaats een register heeft. De
loofbomen zitten nog in de winter fase. De bladeren zitten nog verscholen in de
knoppen.
Een
hele tijd later, het is ondertussen 10:00u, parkeren we de auto in de Rue
Clabaux (D210) in Wizernes. Een grafzerk voor de ingang herdenkt de vele
slachtoffers die gestorven zijn tijdens de bouw en de bombardementen van La
Coupole in 1943 1944. La Coupole was tijdens de Tweede Wereldoorlog een
geheime basis die gebouwd werd in opdracht van de Duitse strijdkrachten. Het
bolwerk was een grote ondergrondse stad en bedoelt om V2 raketten af te vuren
op Londen. Het iseen indrukwekkend en
modern museum waar de historische en wetenschappelijke belangen getoond worden
die een rol gespeeld hebben bij de bezetting en daarna tot de ruimtevaart.
Levensechte
kanonnen, vliegtuig motoren, verschillende geweren, revolvers en mitrailleurs
worden tentoongesteld in de inkomhal. Alles wordt met infoborden duidelijk
uitgelegd in verschillende talen waaronder Nederlands. Een koptelefoon met
audio begeleiding wordt ons bij betaling overhandigd. Wanneer we ons in een
zone begeven met een pictogram van 'oortjes' krijgen we automatisch
toelichtingen. Een vijf meter dikke betonnen koepel beschermde het door
dwangarbeiders in 1943 uitgegraven ondergronds complex voor de opslag en
lancering van Duitse V2-raketten. Voor alle duidelijkheid. In 'La Coupole' en
in 'Le Blockhaus' werden nooit V2-raketten gelanceerd. Ook binnen in het complex
werden borden tegen de wanden bevestigd met de nodige info. Een aangrijpende
tentoonstelling met grote infoborden, koperen monumenten en kransen van
klaprozen herdenken 1 september 1944. Ik citeer: 'Enkele uren voor de
bevrijding van het noorden van Frankrijk door Britse, Amerikaanse, Canadese en
Poolse troepen, verlieten 871 mannen van 16 tot 71 jaar de gevangenis van Loos,
vlakbij Rijsel, onder de leiding van hun Duitse bewakers. De meesten van hen
waren verzetsstrijders veroordeeld door de rechtbanken van de Wehrmacht, of
gijzelaars opgepakt door de bezetter tijdens de zomer van 1944. Samengeperst in
wagons voorbestemd voor vee, werden ze naar de concentratiekampen Sachsenhausen
en Buchenwald getransporteerd. Negen maanden later, in mei 1945, bij de val van
het nazirijk, bleven er slechts 275 overlevenden over.
De
bronzen platen, voorgesteld in deze galerij, dragen ter nagedachtenis en als
eerbetoon de naam van de gedeporteerden van de 'Loos-trein'.
In
de koepel krijgen we als bezoeker, in de zaal 'Cinéac', de film te zien van de
regio Nord-Pas-de Calais die in Duitse handen was van 1940 tot 1945. De film
duurt een goeie twintig minuten. In de tweede cinema zaal 'Rex' bekijken we de
film 'De nieuwe Duitse wapens' om daarnavia de trappen naar het tweede niveau te stijgen en alles te bezichtigen
over de beide thema's. Alles is indrukwekkend. Na het souvenirwinkeltje kan je
La Coupole 3D Planetarium bezichtigen. Zweven in het heelal, naar de maan
vliegen aan boord van Saturn V, ... etc. Het is een onvergetelijke belevenis
voor jong en oud.
Vervolgens
rijden we naar de stad van kunst en geschiedenis: Saint-Omer. Het is
ondertussen 13:30u geworden. De stad Sint-Omaars is ontstaan vanuit twee
religieuze plaatsen die de heilige Omer stichtte. Door de eeuwen heen vestigden
zich in deze stad verschillende kerkgemeenschappen. Toen Thérouanne in 1553
verwoest werd kreeg Saint-Omer het bisdom toegekend. In de 19e eeuw
kende de katholieke stad met veel scholen opnieuw een religieuze opbloei. We
plaatsen onze wagen op de 'L'Esplanade', een parkeerplaats om langdurig te
staan. Deze wijk, die lang tegen de vestingmuren aanlag, is georganiseerd rond
een groot plein. In de 13e eeuw werd een kasteel op de meest
kwetsbare kant van de stadsmuren gebouwd om deze te beschermen. De La Barre
kazerne is een goed voorbeeld van de kazernes die vanaf de 17e eeuw
tegen de vestingmuren aangebouwd werden. Het gebouw is gedeeltelijk gerenoveerd
naar het model van Vauban, tegenwoordig zijn hier woningen ondergebracht. Na de
Tweede Wereldoorlog heeft de stad de exercitievelden gekocht en verplaatst naar
Saint-Martin-au-Laert om tegemoet te komen aan de groeiende woningnood. Sinds
1998 completeert de bioscoop dit geheel van hoog- en laagbouw.
We
maken een uitgebreide stadswandeling. Via een stadsplan wandelen we zo goed als
kan straat in en straat uit in lus vorm om de belangrijkste gebouwen te
bezoeken van Saint-Omer. Via de Rue Du Lion d'Or, rechtsaf in de Place du
Maréchal Foch en de Place Pierre Bonhomme volgen we de Rue Henri Dupuis tot bij
de Notre-Dame kathedraal. Het is allemaal begonnen als een bescheiden kapel in
de 7e eeuw. Later werd het een collegiale kerk, om ten slotte in
1561 een van de bekendste kathedralen in Vlaanderen en Artesië te worden, na de
vernieling van Terwaan, de enige Franse enclave in Artesië, door keizer Karel
V. Sinds de opheffing van het bisdom Sint-Omaars in 1801 is de kathedraal geen
bisschopszetel meer. Sint-Omaars ressorteert sindsdien onder het bisdom
Atrecht. In de kerk hangt een kruisafneming van Rubens en er is ook een
herdenkingsmonument van de heilige Audomarus of Omaar.
Vlakbij
de kathedraal staat het standbeeld van Pierre Alexandre de Monsigny (1729
1817). Een Franse componist en lid van de Franse academie voor schone kunsten.
De laatste jaren van zijn leven werd hij blind. Op 14 januari 1817 stierf hij
in Parijs.
We
moeten de Place Sithieu in. Via de Rue Gambetta wandelen we in de eerste straat
links de Rue Lycée in voor de kapel van de Waalse jezuïeten. Al van ver zien we
de hoge toren van de kerk.
Zewerd
gebouwd tussen 1615 en 1640 door Jean du Blocq, de architect van de orde die
ook de kathedraal van Luxemburg ontwierp. De jezuïetenkerk werd helemaal
gerestaureerd zodat het beeldhouwwerk goed zichtbaar is. In het voormalige
internaat en in de klaslokalen die eind 19e eeuw herbouwd werden is
de streekbibliotheek ondergebracht. Rond een binnentuin liggen nog gebouwen uit
vier verschillende eeuwen.
Terug
naar de Rue Gambetta, daarna slenteren we door de Rue des Moulins en nemen de
eerste straat linksaf in de Rue Boitot Godefroy tot bij de ruïne van de abdij
Saint Bertin met op de voorgrond het gerenoveerde standbeeld van Suger. Het is
echt genieten van de schoonheid die de ruïne uitstraalt. De abdij is gewijd aan
Sint-Bertinus, de eerste abt van de abdij. Het park is aangelegd om te tonen
hoe de abdij en het klooster eruit zagen. Het klooster werd gesticht door Omer,
de bisschop van Terwaan, in 658. De abdij en het klooster werd in de 12e
eeuw door een honderdtal monniken bevolkt. Vanaf haar ontstaan heeft de abdij
dikwijls geleden onder zware catastrofen, voornamelijk door invallen van
Noormannen en verwoestende branden. De laatst bekende brand was in 1152 waarbij
een gedeelte van de stad Sint-Omaars verwoest werd. In 1791 werd de abdij en
het klooster afgeschaft. De overgebleven monniken werden verdreven en klooster
werd omgebouwd tot hospitaal voor het Franse leger. In 1811 kocht het
gemeentebestuur de gebouwen op. Wat te gevaarlijk was werd gesloopt. De
abdijtoren van 58 meter hoog stortte neer in 1947. In 2007 werd aan een
grondige herwaardering van de ruïnes gedaan. Het levensgrote standbeeld van
Suger is van eerste minister en regent van Frankrijk. Hij was een Vlaams monnik
en verbleef in het klooster tot aan zijn dood in januari 1151.
We
wandelen verder door de Rue Saint-Bertin tot nummer 45 49 voor de
classicistische gevel van het Engelse Jezuïetencollege. Op de nummers 51 tot 57
staat het Saint-Bertin college in neogotische stijl. Na de scholen nemen we
even de eerste straat rechts in de Place Saint-Denis voor de Saint-Deniskerk
die gebouwd werd met een opvallende portaaltoren uit de 13e eeuw. De
kerk werd in de 18e eeuw verbouwd naar het model van de hallenkerk
zoals in heel Vlaanderen in trek was, met zijbeuken die net zo hoog zijn als de
hoofdbeuk.
De
'Brede straat' of de Rue Carnot ontwikkelde zich vanaf de Middeleeuwen tot
marktstraat. De waren werden van de kades naar het centrum vervoerd en
opgeslagen in de overwelfde kelders. In 1777 liet het hotel Sandelin bouwen. De
stenen gevels vormen een harmonieus geheel door een samenspel van ruitvormige
en ronde lijnen. Sinds 1904 is hier een museum met collecties van Schone
Kunsten, Middeleeuwse Kunst en Decoratieve Kunsten ondergebracht, volledig
gerenoveerd in 2004. Saint-Omer was in het begin van de Eerste Wereldoorlog het
hoofdkwartier van het Britse leger in Frankrijk. In 1914 overleed één van hun
leiders, Lord Roberts, op nummer 52.
Het
Maréchal Foch brengt ons tot op de Grand'Place. Een plein van 1,5 hectare.
Saint-Omer was rond 1300 een levendige lakenstad en hoorde tot de tien grootste
steden van Europa. Het vroegere gebouw van de rechtbank uit 1593 (nu Société
Générale) was onderdeel van de Hal der Schepenen waar het gemeentebestuur
zetelde. In de 19e eeuw werd deze vervangen door het vroegere
gemeentehuis dat ook een commerciële functie had. Het vroegere gemeentehuis
heeft een verrassende vorm. De bewoners noemen het al sinds de bouw 'de
koffiemolen'. Onder het dak ligt een prachtig Italiaans theater. Aan de andere
kant van het plein staat het vroegere wit stenen baljuwhuis (nu Caisse
d'Epargne) waar de baljuw de koning vertegenwoordigde. Op de balustrade, net
onder het dak staan vier symbolische standbeelden (kracht, justitie,
vooruitzicht en matigheid). Onze wandeling eindigt bij de parking waar we onze
auto hebben achtergelaten.
In
de Rue du Sart te Eperlecques parkeren we onze auto en brengen we een bezoek
aan de grootste bunker van Noord-Frankrijk waaraan men in maart 1943 werd
gestart. Het 'Le Blockhaus' bouwwerk is 90 meter lang, 50 meter breed en 33
meter hoog. Het werd opgetrokken, te midden van een bosrijk gebied, door
duizenden krijgsgevangenen en dwangarbeiders uit België, Nederland, Frankrijk
en Rusland. De bunker is kolossaal en indrukwekkend door zijn omvang en de gebruikte
technieken. In dit monster complex werden de eerste afschrikwekkende
V2-raketten gemonteerd en gelanceerd. Al deze activiteiten bleef niet
onopgemerkt. In augustus 1943 wordt de bunker voor de eerste maal gebombardeerd
door de Royal Air Force van de Britse luchtmacht. De sporen zijn nog duidelijk
zichtbaar. Er ontstond een krater van 42 meter doorsnede en een diepte van
ongeveer 18 meter.
De
lanceerinstallatie verhuisde naar La Coupole. Omdat er geen V2-raketten meer
konden gelanceerd worden werd er een laboratorium ingericht voor het produceren
van een vloeibare zuurstof, de brandstof voor de V2- raket. Na een nieuw
bombardement op 27 juni 1944 vluchtten de Duitsers terug naar Duitsland. Vanaf
1973 werden de deuren geopend voor bezoekers. Na het winkeltje wandel je langs
een pad tussen de natuur met divers oorlogsmateriaal: legervoertuig, kanonnen,
een éénpersoonsduikboot...etc. Info krijg je langs luidsprekers, zelfs in het
Nederlands.
Twee
treinwagons langs een wandelpad nodigen uit om in te stappen. In deze veewagons
was plaats voor acht paarden in de breedte of veertig staande mensen. Zij
werden in de Tweede Wereldoorlog gebruikt voor het vervoer van gedeporteerden
naar concentratie- en vernietigingskampen. Mannen en vrouwen waren in deze
rijdende gevangenissen gestuwd. De luiken waren dicht gespijkerd en met
prikkeldraad omgeven om ontsnapping te vermijden. Op de grond lag stro. Slechts
5% van de gedeporteerde Joden en zigeuners keerden in 1945 levend terug. Rechts
van de wandeling bestaan nog kraters die door het inslaan van bommen ontstaan
zijn. In sommige blijft het water staan waardoor het kunstmatige vijvers zijn.
Er is zelfs nog een 45 meter lange lanceerrail met een V1 te zien.
Het
is 17:30u. Tijd om naar huis terug te keren. Tot schrijfs. Tekst: Luc
Verschooten. Fotos: Rina Meurs.
Na
het ontbijt vertrekken we naar Saint-Etienne-au-Mont. Vanaf ons hotel is het
nauwelijks een half uur rijden. Alhoewel de zon schijnt wijst de
buitentemperatuur slechts 5° Celsius aan. Te fris voor de tijd van het jaar zou
onze weerman zeggen. Onderweg houden we halt in het oude dorpje Licques dat in
de vallei ligt van het riviertje de 'Hem'. Op de gemeentelijke begraafplaats bevinden
zich twee Britse oorlogsgraven uit WOII. We staan voor de kerk die in 1132 als
abdij werd ingewijd aan Onze-Lieve-Vrouw. Het kerkje werd in de loop der eeuwen
verschillende malen verwoest en opnieuw hersteld. In 1795 sloeg het noodlot
opnieuw toe. Door bliksem getroffen stortte de toren en een deel van het koor
in. Wat overbleef, het schip, is de huidige kerk die nu dienst doet als
parochiekerk. Het gemeentehuis en de pastorie zijn ook abdijgebouwen uit de 18e
eeuw. Het monument, bij de kerk, werd ingehuldigd op 31 juli 1910. Het herdenkt
de vijftien kinderen van het dorp die de dood vonden tijdens de Napoleontische
oorlog van 1801-1815. Verder vermeld het monument ook slachtoffers van de
Algerijnse oorlog die plaats vond tussen 1834 en 1849, de Krimoorlog van 1856
en de Mexicaanse oorlog van 1863-64, en als laatste nog acht gesneuvelden van
1870-71.
Tegenover
dit monument staat het marmeren monument, opgericht in juli 1928, dat de
inwoners van het dorp herdenkt die zijn omgekomen tijdens de beide Wereldoorlogen.
Het wordt geflankeerd door een soldaat en een geknielde troosteloze moeder.
Drie enorme obussen bakenen de hoeken af. We rijden verder langs een
heuvelachtige streek met een afwisselend kleurenpalet. Over het algemeen kleurt
de grond groen, maar ook bruin van pas omgeploegde aarde, hectaren geel van de
koolzaadbloemen en soms kleurt de grond rood van de klaprozen. De skyline
vertoont een bomenrij bovenop een heuvel. Tussen de hardnekkige bewolking
probeert de zon door te dringen.
De
gemeentelijke begraafplaats van St-Etienne-au-Mont ligt naast de D940 op een
steile heuvel. Oude en nieuwe graven liggen afwisselend naast elkaar.
Tussendoor werden dan nog familietombes gebouwd. Verschillende oude graven zijn
scheefgezakt en totaal verwaarloost. Ze staan op eeuwigdurende grond en er
wordt geen werk van gemaakt. Links achteraan zien we onmiddellijk de witte
pagode die als ingangspoort dient voor de 160 grafzerken waar Chinese en enkele
Zuid-Afrikaanse 'sjouwers' begraven liggen. Deze mensen werden ingedeeld in het
Labour Corps. Ze stonden tijdens de beide Wereldoorlogen onder militair gezag
om logistieke taken uit te voeren. Na WOI helpen nog 80.000 koelies, Chinese
landarbeiders, mee aan het ruimen van de slagvelden en het begraven van
gesneuvelde soldaten op het front.
We
rijden verder door een glooiend landschap met afwisselend diepe valleien en
schilderachtige oubollige dorpjes. Af en toe zien we een tractor op een
boerenlandschap. Balen hooi worden vakkundig op een oplegger geladen. Het
eerste veevoer van het jaar wordt binnengehaald. Onze volgende halte is de
grootste Britse militaire begraafplaats in Frankrijk op de D940 te Etaples.
Langs een indrukwekkend groen pad betreden we de dodenakker. Gedurende de
Eerste Wereldoorlog was de streek rondom het vissersdorp Etaples de grootste
Britse militaire basis in Frankrijk. Er was een trainingskamp voor rekruten uit
de landen van het Britse Rijk. Miljoenen soldaten deden de veertig kazernes aan
alvorens naar de slagvelden te vertrekken. Er was een medisch complex met
20.000 bedden, verdeeld over een twintigtal veldhospitalen. Ze werden gebouwd
door lokale Franse vrijwilligers, het Labour Corps van China, India en Afrika,
en Duitse krijgsgevangenen. Op 13 mei 1915 werden de eerste doden begraven. De begraafplaats
werd steeds opnieuw uitgebreid, totdat deze uiteindelijk 6 hectare groot was.
Ze werd aangelegd voor de mannen en vrouwen die stierven in het hospitaal of
tijdens hun actieve dienst in het kamp. Meer dan 10.700 WOI personeel van
Australië, Canada, Nieuw Zeeland, Zuid-Afrika en Groot Brittannië werden hier
begraven. Meer dan 660 Duitse militairen vonden hier een laatste rustplaats, de
meeste werden van het slagveld geëvacueerd en hier verzorgt. We zien eerst
slechts het 'Cross of Sacrifice' boven de heuvel uitsteken. De 'Stone of
Remembrance' wordt geflankeerd door twee monumentale poortgebouwen. De hoeken
hebben elk een gemetste cilinder in de vorm van een vaandel. Ter hoogte van het
kruis kunnen we de volledige begraafplaats overzien en moeten we toch even
slikken. Beneden ons, in een enorm groot dal staan de wit roze marmeren zerken
van 11.552 gesneuvelde soldaten waarvan er 73 niet meer geïdentificeerd konden
worden. Dit is tevens de laatste rustplaats van 20 vrouwen, verpleegsters,
vrijwillige burgers van het YMCA en een organisatie van de Schotse
kerkgemeenschap die tijdens de uitoefening van hun werk werden gedood door
vijandelijke luchtaanvallen of door ziekte. Een goederentrein naast de
begraafplaats verstoort de stilte. Tussen de vele verschillende soorten bomen
bloeien de wilde hyacinten en narcissen. Vinken zingen hun bekende deuntje hoog
in de kruin van een boom. Links achteraan vinden we de eenzame zerk van het
'Chinese Labour Corps'. Vervolgens houden we halt bij het perk met Indische gesneuvelden.
Tussen de Britse zerken werd een Belgische militair begraven onder een
Belgische grafzerk. Ook hij werd in één van de hospitalen verzorgt, maar
bezweek aan zijn verwondingen. Soldaat François De Gendt, mort pour la
Belgique. Ook na de wapenstilstand van 11 november 1918 werden nog soldaten
begraven. We zien jaartallen van 1919 en zelfs nog later. Alle zerken hebben te
lijden van de natuurelementen. Rechts achteraan vinden we een volledig
plantsoen met Duitse zerken. Telkens met twee namen. Ook deze zerken worden
vernieuwd indien nodig. Ze hebben vooral veel te lijden van de boomsappen.
Ook
tijdens de Tweede Wereldoorlog werden er in Etaples hospitalen ingericht. Hun
doden werden eveneens op deze begraafplaats bijgezet van januari tot mei 1940. In
totaal 119 soldaten waarvan er 38 niet meer geïdentificeerd konden worden.
Het
wijst ondertussen 11° Celsius aan. De zon schijnt en de bewolking lijkt stilaan
op te lossen. We rijden Le Touquet Paris-Plage binnen. Deze mondaine badplaats
ligt aan de monding van de Canche tussen bos en zee. Op het kruispunt Boulevard
de la Canche/Avenue du 18 juin bevind zich de gemeentelijke begraafplaats. Al
van ver zien we de gigantische graftombes boven de rode bakstenen muren
uitsteken. Heel de begraafplaats is netjes onderhouden. Voorbij de ingang,
links, staan in tegenstelling tot andere Franse begraafplaatsen, geen
witgekalkte kruisjes maar vierkante tegels. Ze werden in een hoek van 45°
geplaatst met de namen van Franse gesneuvelde militairen. Er is één tegel van
een Belgische soldaat die in dienst van Frankrijk sneuvelde. Jules De Mulder 10
oktober 1918. Nog meer verspreid over de begraafplaats staan nog meer zerken
van Franse militairen. Ditmaal geen tegels maar opstaande zerken van 100 jaar
oud. De tekst is bijna onleesbaar. Sommigen hebben nog een bloemenperk met rode
tulpen. In het midden van de gemeentelijke begraafplaats werd een monument
opgericht voor alle slachtoffers van de beide Wereldoorlogen. Rechts van de
ingangspoort vinden we de bekende zerken van de Commonwelth War Graves
Commission. Er liggen 139 geïdentificeerde Britten en drie Australiërs die voor
hun verwondingen verzorgd werden in het hospitaal dat zich tussen oktober 1914
en juli 1918 in het dorp gevestigd had. De soldaten bezweken aan hun verwondingen
tussen november 1914 en april 1916.
We
laten de auto op de parking staan voor de begraafplaats. Van hieruit wandelen
we naar de Boulevard de la Plage voor een strandwandeling. Een mooie rustige
wandeling langs een natuur domein met zoetwaterplassen waar wildwatervogels het
naar hun zin hebben. Een kijkhut is in de nabijheid. Het is heerlijk in het
zonnetje. We verlangen naar een terrasje voor een natje en een droogje. Maar
het is hier niet de Belgische kust. Links op de Boulevard staan uitsluitend
hotels en appartementsblokken zonder cafés of restaurantjes. Het 'Le
Touquetstrand' is twee kilometer lang en zalig om er te slenteren. Hier kan je
wel op enkele strandcafés iets eten of drinken. Wel prijzig. We nemen een
zijstraat met winkeltjes en vinden een gezellig restaurant waar we lekker
kunnen eten en drinken. Het is dan 14:00u geworden.
Om
16:00u zijn we terug bij onze auto en rijden richting hotel. In Le Portel maken
we dan weer een korte wandeling. Er staat hier een strakke wind. Le Portel werd
onafhankelijk in 1856 en werd hier een toeristische stad omwille van de
doortocht van Napoleon. De stad was ook lange tijd een plaats van vissers en
zeelieden. Het monument van 'Onze-Lieve-Vrouw van Boulogne' op de wandeldijk
dateert van 1921 en werd onlangs weer mooi opgeschilderd. We tornen op tegen de
wind opzoek naar een terras om iets te drinken. Maar ook hier vinden we aan de
zeedijk geen gelegenheid om een terrasje te doen. Er is trouwens te veel wind
en houden het voor gezien. Verder naar het hotel maar stoppen in het kleine
centrum van Clerques bij de oude kerk. De St. Bartholomeuskerk dateert van de
13e eeuw en wordt nog steeds omgeven door een begraafplaats met
eeuwenoude zerken. Het dorp telt slechts 213 inwoners en maakt deel uit van het
arrondissement Sint-Omaars (Saint Omer). We nemen nog een laatste foto van een
reusachtig stenen beeld van een landbouwer die met de hand de akkers bezaaid.
Het is het symbool van de vriendschap tussen de twee dorpen, Clerques en het
Belgische Klerken. Tot morgen!
We
worden al vroeg wakker na een rusteloze nacht. Het gekraak van de oude molen is
storend voor de nachtrust. De muren zijn flinter dun en we konden het gesnurk
van de buren in ons bed mee beluisteren. Het ontbijt was behoorlijk, niets
speciaals. De koffie was heerlijk en warm. Dat maakt het ontbijt helemaal af.
Vandaag staat Souchez op het programma. Vervolgens La Targette en als laatste Neuville-Saint-Vaast.
Peace of cake. Toch?
Het
weer is iets aangenamer dan gisteren. Minder wolken en dat leidt tot meer
zonneschijn. Er is ook minder wind. Behalve op de open vlaktes. Daar trekken we
terug een muts over ons hoofd en de regenjas tot tegen de kin dichtgeritst. De
omgeving heeft talloze kleine schilderachtige dorpjes. Sommigen worden
opgesmukt met lentebloemen. Enkele woningen zijn aftands en lijken verlaten.
Misschien heeft dat alles nog te maken met de beide Wereldoorlogen. Deze streek
werd ernstig getroffen en er zijn weinig gebouwen ouder dan de jaren twintig
van vorige eeuw.
Onderweg
mogen we genieten van vergezichten. Een golvend landschap ontvouwd zich voor
ons met een lappendeken van kleuren. Hectaren landbouwgrond kleurt geel van het
koolzaad. Onze eerste halte, langs de grote baan, is in de kleine gemeente
Quercamps. In het verleden had het dorp een Vlaams klinkende naam; 'Kerskamp'.
Op de 'Place de L'eglise' werd in 1926 een monument opgericht ter ere van de
gesneuvelde soldaten van 1914-1918. Na WOII werd er een stenen plaat op
bevestigd ter herinnering aan enkele burgerslachtoffers van Quercamps. Ook werd
een stenen plaat bevestigd met een hulde betuiging voor de gesneuvelde
kameraden van 'La Section C.A.T.M.' gesneuveld in Noord-Afrika 1951-1962. Het
gemeentehuis lijkt op een gerenoveerde boerderij. Nu is het een huis in de rij.
Op de kleine begraafplaats, naast de kerk 'Notre Dame' rust een Britse militair
uit de Eerste Wereldoorlog.
Onderweg,
in het centrum van een dorp, vinden we een benzinestation. Dit laat ik niet
passeren en tank de auto vol. Het is iets meer dan 20 eurocent de liter duurder
dan bij ons in België. Het golvend landschap brengt ons door Mussent langs de
D77. In een afgebakende weide treffen we nog twee enorme kraters aan. In de
Westhoek staan ze gewoonlijk vol water en zwemmen er eenden in. Hier zijn de
putten droog en groen gekleurd. Drie kwartier later zijn we in Estrée-Blanche
en ook hier houden we halt voor het oorlogsmonument dat zijn inwoners herdenkt
die zijn omgekomen tijdens de beide Wereldoorlogen. Het gebeurt niet vaak maar
hier kunnen we de kerk met een bezoek vereren. Het altaar wordt helder verlicht
door de kleurrijke glas-in-loodramen. Naast de kerk staat de Calvarieberg.
Omdat
we onderweg groene pijlen zien van de CWGC, volgen we ze soms. Maar dat kan tot
verrassingen zorgen. We komen in een smalle straat en op het einde staat een
verbodsbord dat ons belet verder te rijden. Parkeerplaats is er niet
voorhanden. Terug rijden en onze weg vervolgen. Weer volgen we, even verder,
een bordje naar een begraafplaats van de Commonwealth War Graves Commission.
Het bord leidt ons linksaf op een grindpad, net breed genoeg voor een voertuig.
Plots trap ik hard op de rem. Na een scherpe bocht sta ik voor bergen puin.
Midden op ons pad. Geen begraafplaats te zien. In de verste verte niet. We
houden het voor gezien. Terug naar de grote weg, richting Souchez.
In
Aix-Noulette, op de weg naar Souchez staat het arduinen monument van het 158e
Infanterie Regiment van Lorette. De inscriptie luidt, vrij vertaalt: 'Dit
monument is opgericht door de overlevenden van het 158e Infanterie
Regiment ter nagedachtenis aan de doden die gevallen zijn tijdens WOI in de
zone van Lorette'.
Souchez
blijft vanaf oktober 1914 vrijwel een jaar in Duitse handen. Op 25 september
1915 wordt het dorp definitief overgenomen door de Franse troepen. Souchez is
na de wapenstilstand echter in een vergevorderde staat van verwoesting. Het
puinruimen begint in 1919 en het blijkt een omvangrijke opgave. In november
1921 is er slechts iets meer dan de helft van de oorspronkelijke bewoners
teruggekeerd naar het dorp, waar ze tijdelijk worden opgevangen in houten
barakken.
Op
de Rue Carnot in Souchez houden we halt tegenover de gemeentelijke
begraafplaats van Souchez. Het grote monument, met een bronzen beeld van een
alpenjager, werd opgericht ter ere van de Division Barbot. Generaal Barbot,
vooraan op het monument, werd gedood tussen Carency en Cabaret Rouge door een
granaatscherf. Dit monument, dat in mei 1937 werd onthuld, is een eerbetoon aan
deze commandant van de 77ste Alpendivisie. Ernest Barbot (1855-1915) was heel
populair bij de soldaten. Hij werd de 'Redder van Arras' genoemd vanwege zijn
hardnekkige weerstand tegen het Duitse leger in de voorsteden van Arras in
oktober 1914. Hij ligt begraven op de militaire begraafplaats van
Notre-Dame-de-Lorette gewoon onder een wit soldaten kruis.
Naast
de gemeentelijke begraafplaats werd de 'Memorial Depertemental' gebouwd. Het
monument is een hommage aan de gesneuvelde militairen die gestorven zijn voor
Frankrijk in de jaren 1952 1964. Alle gesneuvelden zijn afkomstig uit
Noord-Afrika: Algerijnen, Tunesiërs en Marokkanen.
Als
we bijna uit het centrum zijn van Souchez stoppen we bij de Britse
begraafplaats 'Cabaret Rouge'. Langs het imposante toegangsgebouw betreden we
één van de grootste dodenakkers in de regio. Er staan maar liefst 7.665
grafzerken van militairen uit de Eerste Wereldoorlog waarvan er maar liefst
4473 niet meer geïdentificeerd konden worden. De zerken worden overschaduwd
door verschillende soorten loof- en dennenbomen. De viooltjes bij de graven
werden net aangeplant. Over het algemeen staan de zerken dicht tegen elkaar.
Hier en daar werd een zerk verwijderd. Waarschijnlijk door familieleden die hun
dierbaren dichter bij huis wilden herbegraven. Alleen de zerken met het
opschrift: 'Known unto God' zullen nooit verdwijnen. Zij blijven familie loos
achter. Alleen God weet wie ze zijn. Voor de Eerste Wereldoorlog stond op deze
plek het café 'Le Cabaret Rouge'. Het etablissement werd totaal van de kaart
geveegd. De begraafplaats werd van maart 1916 tot augustus 1917 in gebruik
genomen. Nadien werd de dodenakker verder aangevuld met meer dan 7.000
slachtoffers van het slagveld van Arras en van 103 kleinere begraafplaatsen uit
Nord-Pas de-Calais. De begraafplaats bezit één Brits slachtoffer van WOII.
We
rijden verder met op de achtergrond de gebouwen van de grootste Franse
militaire begraafplaats en de herdenkingsmuur 'Notre-Dame-de-Lorette'. Deze dodenakker
hebben we in september 2015 bezocht. De nationale begraafplaats van Lorette
verzamelt de resten van 40.000 slachtoffers, afkomstig van 150 begraafplaatsen
uit de Westhoek en de Artois. 22.000 onder hen werden nooit geïdentificeerd.
Tegenover de militaire begraafplaats ligt de 'Herdenkingsmuur', een monument
voor de 580.000 soldaten van alle nationaliteiten die tijdens de Eerste
Wereldoorlog het leven lieten in Noord-Frankrijk. Deze 'Herdenkingsring' werd
ingehuldigd op 11 november 2014. In de oorlogskrant 'Gazet van Brussel' van
Zondag 17 en Maandag 18 januari 1915 lezen we een: 'Ambtelijk bericht uit
Berlijn van 15 januari 1915': Fransche aanvallen beiderzijds Notre-Dame de
Lorette, ten N.-W. Van Atrecht, werden door onze troepen afgeweerd.
Tussen
Souchez en Neuville-Saint-Vaast houden we halt naast de weg voor twee
monumenten schuin tegenover elkaar. Beiden bewijzen de laatste eer aan
vrijwillige rekruten van het Franse leger. Door samen, aan de zijde van
Frankrijk, te vechten bestrijden ze het Duitse en Oosterijks-Hongaarse
imperialisme, waaronder Polen en Tsjecho-Slowakije, hun landen van herkomst,
lijden. De Tsjechische vrijwilligers namen deel bij het Franse offensief in de
Artois dat op 9 mei 1915 begon. Velen van hen komen om op het slagveld. Het
monument bij de ingang herinnerd aan de vaandrig Karel Berdicek, gedood op de
eerste dag van de slag. Op deze begraafplaats rusten 70 militairen uit WOI en
136 slachtoffers uit de Tweede Wereldoorlog.
Het
'Mémorial des Polonaiskruis' aan de overzijde van de straat werd opgericht
dankzij schenkingen van Poolse inwoners uit Pas-de-Calais. Een monument voor
diegenen die gevallen zijn voor de verrijzenis van Polen en de zege van
Frankrijk. Het kruis werd verwoest in 1940 en door een storm in 1967. Het werd
meteen weer opgebouwd.
Nog
een korte stop in het centrum van Neuville-Saint-Vaast bij het monument van de
gesneuvelden. Gestorven voor Frankrijk tijdens de beide Wereldoorlogen. Vooraan
werd een podium geplaatst met daarop een kunstwerk in verroest metaal. Het
lijkt op een taart met enkele verdiepingen. Een Franse tekst rondom om die moet
herinneren aan 1O december 1915. Het gemeentehuis in de bocht heeft klasse. De
kerk met de enkele torenspitsen is eveneens een bezoek waard. Het is bijna
13:00u, nog 3km tot Thélus. Een ander oorlogsbericht verscheen in de 'Gazet van
Brussel' van Woensdag 19 januari 1916. Een ambtelijk bericht: Fransche Op
hoogte 119, ten noordoosten van Neuville-St-Vaast, vernielde een onzer mijnen
een kleine post.
Nog
voor we het centrum verlaten van Neuville-Saint-Vaast parkeren we bij de
gemeentelijke begraafplaats. We worden aangetrokken door een opmerkelijk
monument, achteraan de begraafplaats. Een infobord legt uit: 'Roland Dorgelés'
is een Fransman (1885-1973), die dienst nam in augustus 1914. Hij hield
aantekeningen bij en na de oorlog schreef Roland een boek als eerbetoon aan
zijn gesneuvelde makkers.
Als
we verder rijden zien we onmiddellijk het 'Cross of Sacrifice' dat behoort bij
de begraafplaats 'Crater Zivy'. Er staan geen bordjes naartoe. Langs een zand
en grindweg bereiken we de krater. Een prachtige mijnkrater zonder zerken als
laatste rustplaats voor gesneuvelde militairen. Vier Canadese divisies, voor
het eerst verenigd in hetzelfde legerkorps, bestormen op 9 april 1917 de door
het Duitse leger zwaar verdedigde heuvelrug van Vimy. De officier van de
bergingsdienst gebruikt twee oude mijnkraters aan de voet van de heuvels om een
honderdtal gesneuvelde soldaten te begraven. Beide kraters zijn zoals alle
militaire begraafplaatsen van het Gemenebest voorzien van een keurig
onderhoudengazon, maar zijn met opzet
in hun unieke vorm gelaten. Bij het kruis werden de namen in de stenen
gegraveerd van de 48 Canadese soldaten. Onder het gras liggen ook nog twee
onbekende Canadezen en drie soldaten waarvan men totaal niets weet. Zelfs het
regiment niet. De Lichfield krater bevindt zich bij het gehucht 'Le
Vert-Tilleul' te Thélus. We spurten naar de auto. Een felle regenbui barst los,
vergezelt van hagel en smeltende sneeuw. Enkele minuten later is de bui
verdwenen. En wij ook.
Nog
steeds in Neuville-Saint-Vaast komen we bij een opmerkelijk monument dat
opgebouwd werd als herdenking aan Ernest Petit (1889-1964). De initiatiefnemer
voor de wederopbouw van Neuville-Saint-Vaast. Het dorp werd tijdens WOI totaal
verwoest. Uit het monument, dat het puin van het verwoeste dorp moet
voorstellen, steekt een opgestoken arm met een brandende toorts. Het werd op 20
oktober 1932 ingehuldigd.
Naast
het monument vinden we de grafzerken van twee jonge soldaten. De eerste
grafzerk is van Nouette-D'Andrezel Charles Alphonse Henri. Geboren op 10
september 1894 en gestorven tijdens WOI in Neuville-Saint-Vaast op 25 september
1915. Hij was luitenant van het 36e Regiment-Infanterie Divisie.
De
tweede grafzerk werd opgedragen aan de jonge onderluitenant Henri Millevoye. De
inscriptie luidt: 'Vijf jaar lang lag luitenant Henri Millvoye hier. Hij
behoorde tot het 74e Regiment Infanterie. Hij stierf voor Frankrijk
op 25 september 1915'. Hij werd herbegraven in het familiegraf in 1920 op de
begraafplaats in Abbeville's. Een laatste oorlogsbericht komt uit de krant van
Woensdag 22 september 1915 uit het Belgisch Dagblad. 'Van het Westelijk front
schreef het Fransche legerbericht': In den sector Neuville wierpen de Fransche
batterijen met goed gevolg een hagel van projectielen op de Duitsche stellingen
ten oosten van den weg van Bethune.
Even
later bevinden we ons op de Britse begraafplaats 'La Targette'. Een Franse en
een Britse begraafplaats pal naast elkaar. Neuville-Saint-Vaast ligt aan de weg
van Arras naar Lens en was in 1915 en in 1917 het middelpunt van een woelig
strijdtoneel. In maart 1916 lossen de Britten het 10e Franse leger
af in de zone van Arras. Op 9 april 1917 bestormen vier Canadese divisies de
heuvelrug van Vimy. De 2e divisie volgt de operaties op de voet
vanuit het vooruitgeschoven hoofdkwartier bij Aux-Rietz. Een derde van de
soldaten op deze begraafplaats hoorden bij de artillerie korpsen die aan dit
offensief deelnamen. We nemen de toegang naast het 'Cross of Sacrifice'. De
zerken liggen een niveau lager. De 'Stone of Remembrance' werd tussen twee
schuilgebouwen geplaatst. Na 11 november 1918 werden 16 graven uit de omgeving
op deze dodenakker herbegraven. Na WOII werden drie Britten (waarvan 2 niet
werden geïdentificeerd) bijgeplaatst. In totaal rusten 641 gesneuvelde soldaten
op de begraafplaats waarvan 41 niet meer herkend werden.
Naast
de Britse begraafplaats ligt de Franse militaire 'Nécropole nationale de la
Targette'. De strak opgestelde kruisen steken af tegen de verzorgde Britse
begraafplaats. Op 9 mei 1915 begint het Franse leger een groot offensief tegen
de Duitse stellingen in de heuvels van Artois. De inname van Neuville is een
hoofddoel. De Duitsers beschermen het dorp echter met vier verdedigingslinies.
De Franse troepen overwinnen het dorp in een felle strijd die tot 17 juni 1915
duurt en duizenden mannen het leven kost. Hier rusten 12.210 slachtoffers. De
begraafplaats werd gestart in 1919 om de gesneuvelden die verspreid lagen rond
Neuville te begraven. Na WOII werden nog 767 Franse slachtoffers begraven.
Tevens werden nog 169 Belgische militairen in massagraven begraven. Achteraan
werden drie monumenten opgetrokken bij drie massagraven. Het rechtse is het
Franse massagraf met de namen van wie ze denken die hier begraven ligt. In het
middelste massagraf rusten 225 onbekende Franse soldaten van 1939-1945. Voor
het linkse monument rusten 3.212 lichamen van onbekende soldaten, gestorven
voor Frankrijk tijdens 'De Groote Oorlog'. Op de parking naast de dodenakker
staat een infobord. Goed dat we erheen stappen onder het 'genot' van een malse
regen- en hagelbui. Aan de andere zijde van de parking werd in 2015 een
'Verbroederingsmonument' opgericht. Als herdenking ter ere van kerst 1914 toen
Duitse en Britse soldaten spontaan uit de loopgraven kwamen om samen kerst te
vieren en een voetbalmatch speelden. Dit tot ergernis van hun officieren. Een
infobord vertelt er alles over, zelfs in het Nederlands: Kleurrijke en heldere
silhouetten wachten als hoopvolle lichtpuntjes tot ook u uit een loopgraaf
klimt om met hen te verbroederen, in het midden van een tuin geïnspireerd door
de culturen van verschillende landen die hier vandaag verenigd zijn.
De
Duitse begraafplaats 'Maison Blanche' ligt een heel eind van het centrum
Neuville-Saint-Vaast. Het is de grootste Duitse begraafplaats in Frankrijk. De
Fransen leggen deze dodenakker aan na het einde van de Eerste Wereldoorlog.
44.833 Duitse soldaten die in de Artois gesneuveld waren kregen hier een
laatste rustplaats. 8.040 konden niet meer geïdentificeerd worden en werden
verenigd in een massagraf. Bij de ingang staat een kruis met een Frans
opschrift. Vertaalt lezen we: 'Vrede aan mensen van goede wil'. Een bord bij de
ingang waarschuwt voor enkele bomen op de begraafplaats. Door de felle
rukwinden bestaat de kans voor rondvliegende takken. De bomen werden gemerkt
met een rood wit lint. In tegenstelling tot andere Duitse begraafplaatsen in de
Westhoek hebben we hier rechtopstaande kruisjes. Telkens met twee of vier namen
van Duitse slachtoffers. Een reisbus stopt eveneens op de parking. Canadese
schoolkinderen van een jaar of tien bezoeken onder begeleiding de Duitse
begraafplaats. Grote basalten kruisen staan links van de ingang. 37 rechthoekige
tegels werden ervoor gelegd. Er werden maar liefst +/- 26 namen in elke tegel
gegraveerd van gesneuvelde soldaten. Militairen waarvan men weet dat ze
gesneuveld zijn maar hun lichaam werd nooit gevonden. De anders gelovigen
hebben een zerk waarop steentjes werden gelegd. Af en toe vinden we nog een
horizontale tegel in het gras. Er werden telkens twee namen in gegraveerd. Weer
en wind hebben het ingegraveerde al verweert en maken het moeilijk om nog iets
duidelijk te lezen. Enkele bomen met witte bloesem fleuren de trieste
begraafplaats op. Het monument in het midden van de begraafplaats werden de
eerste woorden van het gedicht gegraveerd van Uhland, een beroemde Duitse
dichter: 'Ich hatt einen Kameraden'.
Onderweg
terug naar ons hotelletje in Clerque rijden we opnieuw door het dorpje Ferfay.
Een ruïne trekt onze aandacht. Het lijkt op een kapel of een grote graftombe.
In ieder geval, het gebouw is totaal verwaarloost. De gietijzeren poort voor de
'kapel' belet ons de toegang. Door de tralies zien we levensgrote beelden opzij
van de ingang. De namen zijn nog zichtbaar: 'Saint-Joachim en Sainte Melanie.
Hier en daar is het gebouw gestut. De kapel werd gebouwd in 1826 in opdracht
van graaf Joachim d'Hinnisdal en zijn echtgenote Melanie Villeneuve-Tourotte.
De kapel ligt tegenover de kerk aan de Brunehaut in het park van het kasteel
dat tijdens WOII volledig werd verwoest. De gebedsplaats werd gebruikt voor de
erediensten en herbergt de graven van opeenvolgende telgen van Ferfay. De
laatste begrafenis vond plaats in januari 2002. Alleen de duiven hebben nog
vrije toegang tot de kapel.
Om
17:00u zijn we terug in ons hotel waar we op ons gezamenlijk terrasje nog van
het zonnetje mogen genieten. Tot morgen.
De
Eerste Wereldoorlog blijft tot onze verbeelding spreken. Na twee jaar de
Westhoek te hebben doorkruist van noord naar zuid en van oost naar west is het
tijd om verder af te zakken naar Frankrijk. Het grondgebied, Frankrijk, is
bijna vijf keer zo groot als dat van België. In sommige streken kan je als
wandelaar urenlang ronddwalen zonder een sterveling te zien. Des te meer
profiteer je van de weidse uitzichten en de stilte rondom om. Ook als fietser
kom je hier aan je trekken. Alleen al in Pas-de-Calais zijn er 60 fietslussen,
4 véloroutes, 2 Eurovélo lange afstandsroutes en 4 'voies vertes' (groene
routes) die het fietsplezier garanderen in deze regio. Je wordt nergens zo goed
verwent als in Nederland en België met zijn knooppuntennetwerk, themaroutes,
fietscafés en noem maar op, maar er wordt aan gewerkt. Het fietspadennetwerk
wordt elk jaar sterk uitgebreid. Wij komen echter niet om te fietsen. De regio
is sterk heuvelachtig en een ander excuus is dat de locaties die we willen
bezoeken nogal ver uit elkaar liggen.
Wij,
Rina en Luc, rijden op dinsdag 26 april 2016 met de auto naar Artois, het
westen van Artois. We vertrekken rond 08:00u in Ekeren bij een frisse
temperatuur van 4°C. Te koud voor de tijd van het jaar zeggen Frank en Sabine,
onze weerprofeten. Het regent en er staat een strakke wind van 3 tot 4
beaufort. Maar, hoe meer we de kust naderen hoe droger het wordt. Daar
tegenover staat dan dat de wind aanwakkert van 5 naar 6 beaufort. Je kan niet
alles hebben.
Tijdens
WOI wordt in de regio Artois zwaar gevochten tussen Duitse en Franse soldaten.
De Britten komen de Franse strijdkrachten versterken en bieden het hoofd aan de
Duitse legers op het eind van 1914. De hoop op een snelle overwinning vervaagt
snel. Het is het begin van een langdurige statische uitputtingsslag. Het front
strekt zich uit tussen Vlaanderen en Picardië. Ons doel is de verschillende
begraafplaatsen, museums en monumenten te bezoeken van WOI. De begraafplaatsen
alleen al in deze regio herinneren aan de gruwelen van de gevechten die zich
hier afspeelden. Maar ongewild worden we ook geconfronteerd met de ellende van
WOII.
Bij Calais schijnt de zon tussen de witte
wolken, maar de wind blijft gestaag duwen. Calais is een grote stad en heeft
één van de belangrijkste havens voor personen- en goederenvervoer van en naar
Engeland. De stad werd tijdens WOII bijna volledig verwoest. Na Calais kronkelt
de weg langs de kust. Onze eerste stop wordt Sangatte.
Ten
westen van Calais parkeren we, heuvel af, naast de rode gemetste muur van de
gemeentelijke begraafplaats van Sangatte. Het is 11:00u en de temperatuur duid
7°C aan. Op deze dodenakker 'Les Baraques' werden Britse militairen begraven
van 1917 tot en met 1921. De meeste zerken werden pas vernieuwd of gerenoveerd.
De slachtoffers van het 'Chinese Labour corps' dateren bijna allemaal van 1919.
De Chinese arbeiders waren een niet gewapende afdeling van het Franse en Britse
leger. Ze werden voornamelijk ingezet voor het uitvoeren van taken ter
ondersteuning van de troepen. Waaronder: wegen aanleggen, eten maken,
slachtoffers begraven of terug opgraven, etc. Tegen de rode zijmuur staan de
zerken van Duitse militairen. Elke zerk vermeld twee namen van gesneuvelde
soldaten. Verder vinden we nog zerken van Indische en Egyptische slachtoffers
die hier een laatste rustplaats hebben gekregen. Op de begraafplaats rusten
1.303 gesneuvelden van WOI. Verder vinden we meer dan 250 zerken van andere
nationaliteiten. De dodenakker bezit eveneens zeven slachtoffers van de Tweede
Wereldoorlog. Na de begraafplaats rijden we naar het centrum van Sangatte.
Onderweg, op de D940, houden we nog halt voorhet monument van Louis Blériot (1872 1936). Het monument werd opgericht
als herdenking aan deberoemde
vliegenier Blériot die op 25 juli 1909 voor de eerste keer het kanaal overstak
in 37 minuten.
We
rijden verder naar het centrum van Sangatte. Onderweg nemen we vergezichten
vanuit de auto. Je mag hier niet zomaar stoppen om even een foto te nemen. We
maken halt bij het oorlogsmonument. Het herdenkt de inwoners van Sangatte die
zijn omgekomen tijdens de Eerste en Tweede Wereldoorlog. Het monument werd
ingehuldigd op 24 mei 1920. Vlaggenpalen met vaandels van de geallieerden
kleuren het plein op. Het gemeentehuis van Sangatte werd opgericht in 1880. Aan
de overzijde van de straat ligt een rotsblok met een rood wit geschilderde vlag
met een rood eikenblad in het midden. In 1994 werd dit monument voor de
Canadezen ingehuldigd naar aanleiding van de 50ste verjaardag van de bevrijding
van Sangatte. Op 26 september 1944 verdreven de Canadezen de laatste Duitsers
uit het dorp. Een digitaal infobord verwelkomt ons en geeft vervolgens datum,
uur en temperatuur weer. Het is net 11:45u en 9°C. Rechts van ons zijn, net als
bij ons in Blankenbergen, enkele trappen omhoog tot bij de wandelpromenade. Het
is te winderig om naar het water toe te wandelen. Zelfs onverantwoord. Het
geeft toch een geweldige indruk als we de witte schuimkoppen op het water zien.
Meeuwen trotseren toch de wind en proberen op te stijgen. Bij kalm weer kan je
de parelmoerachtige kleur van het water zien. Vandaag dus niet, maar toch is de
Opaalkust, van horen zeggen, tussen Pas-de-Calais en Berck-sur-Mer, een adembenemende
kuststreek.
We
rijden verder naar het zuiden. We blijven de kust volgen en houden een korte
stop bij het monument van Hubert Latham. Op 27 juli 1909 ondernam piloot Latham
een poging om het kanaal over te steken. Hij was nog slechts enkele minuten
verwijderd van Dover toen de vliegtuigmotor uitviel en hij verplicht was een
noodlanding te maken op zee. Het toestel raakte ernstig beschadigd en Latham
werd gewond. December 1911 verliet Latham Frankrijk voor een expeditie naar
Congo. Het werd zijn laatste reis. De kranten schreven dat de piloot zou
verscheurt zijn door een buffel. Een ander artikel in 1914 meldde dat Hubert
Latham zou vermoord zijn door zijn dragers of kruiers. Het officiële onderzoek
naar zijn dood doet de doodsoorzaak af met een tragisch ongeluk tijdens de
jacht.
Wat
verder stoppen we op 'Sentier du Blanc Nez', nog steeds in Sangatte. Cap
Blanc-Nez en Cap Gris-Nez zijn twee in het kanaal stekende heuvelruggen vanwaar
men bij mooi weer de Engelse White Cliffs van Dover kan zien. Langs de kust
ligt een prachtig gebied waar men kan genieten van golvende, met helmgras
begroeide duinen.
Het
monument 'Dover Patrol' is reeds van ver merkbaar. Op een grote parking, weer
op een heuvel, mag je gratis parkeren. Het monument wordt tamelijk druk
bezocht. Met een dikke jas, een wollen muts, een sjaal en handschoenen wandelen
we in het zonnetje, bij een strakke noord westenwind, langs mooie wandelpaden
heuvel op. Even rechtsaf tot op het dak van een enorme bunker uit WOII. Hetzijn echte kunstwerken maar echter niet
toegankelijk. We bevinden ons op één van de mooiste sites van onze reis. We
hebben een uitzicht van 360° over een groen golvend landschap. Grote infoborden
vertellen in verschillende talen, zelfs in het Nederlands, wat zich hier heeft
afgespeeld tijdens WOI. De drie enorme bunkers van gewapend beton brachten de
reusachtige kanonnenKrupp SKC/34 met
diameter 406 mm onder. Deze kanonnen hadden een loop van 20 meter lang en een
gewicht van 160 ton elk. Ze waren in staat om granaten van een ton af te vuren
op de kuststeden van Kent, aan de overzijde van de straat, op een afstand van
40 km. In 1993, werden de bunkers van de artillerie-eenheid Lindemann
overstroomd door vloeibare modder afkomstig van de boring van de Kanaaltunnel.
De zware artillerie-eenheid Lindemann was een van de krachtigste militaire
structuren opgericht door de Duitsers aan de Europese kusten tijdens de Tweede
Wereldoorlog. Hij werd ook een symbolisch beeld van de 'Vesting Europa' die
door de nazipropaganda voorgesteld werd als zijnde onneembaar, teneinde de
moraal van de Duitse bevolking te versterken, om de geallieerde leiders te
verontrusten en de bezette bevolkingen aan te zetten tot resignatie. Hij heeft
het voorwerp uitgemaakt van heel wat fotoreportages bestemd voor de
geïllustreerde nazitijdschriften en de filmactualiteiten verspreid in heel
Europa. Wandelpaden leiden naar de verschillende bunkers, telkens op een ander
niveau. Het monument op het hoogste punt, dat omgeven is door oude verroeste
ankers, is een herinnering aan Dover Patrol voor hun werk tijdens de Eerste
Wereldoorlog. Met een onderzeese uitputtingsoorlog tegen elke vorm van
geallieerde scheepvaart probeert het Duitse leger de aanvoerroutes tussen
Engeland en het vaste land af te snijden. De gedenknaald op de witte
krijtrotsen is opgericht in 1922 ter ere van de 'uitzonderlijke samenwerking
tussen de Franse en Britse marine' die via de Dover Patrol het Nauw van Calais
hebben weten open te houden. De Dover Patrol begeleidt schepen die troepen,
gewonden of materiaal vervoeren, ruimt Duitse zeemijnen en onderhoudt de eigen
mijnenvelden tussen de Franse en de Engelse kust. De Dover Patrol leidt ook de
aanval op 23 april 1918 om de havens van Zeebrugge en Oostende, waar de Duitse
onderzeeboten gelegerd zijn, te blokkeren. In 1922 werden twee monumenten ter
ere van de 'Dover Patrol' opgericht, aan beide uiteinden van de straat. Het
Frans Exemplaar werd door de Duitsers opgeblazen tijdens de bezetting van
1940-1944. Een nieuwe obelisk werd opgericht in 1962 en vernieuwd in 2007.
Onderaan, een dankbetuiging gericht aan de Franse zeelui die ingelijfd waren in
de 'Patrouille van Dover' en om het leven kwamen in de strijd. De tegenhanger
staat op het hoogste punt van de kliffen van St. Margaret's Bay, op het grondgebied
van Dover. We nemen nog een foto van het schilderachtige dorp Escalles en zijn
omgeving. Dan dalen we af naar de auto terwijl hoog boven ons het krijsen van
verschillende soorten meeuwen te horen is.
In
de auto is het gezellig warm. In ons T-shirt rijden we +/- 7km verder naar
Wissant. De GPS brengt ons door het mooie dorpje Escalles. Het kleine dorp ligt
aan de voet van de Mont d'Ubert.
In
Wissant wandelen we tot bij de kerk en het gemeentehuis. Het is druk op het
plein met de naam 'Général de Gaulle'. Een grote groep tieners zijn hier met
een mountainbike rond het monument verzameld. Een oudere geeft, in de Franse
taal, uitleg aan de groep. We besluiten om in het plaatselijke café-restaurant
eerst iets te drinken en te wachten tot de fietsers vertrokken zijn. Ook het
etablissement is, op een paar stoelen na, volledig bezet door jeugd. Ze komen
er, onder begeleiding, iets eten en drinken. Het is ondertussen na één uur. Na
ons natje en droogje maken we een wandeling door het gezellige dorpje. Wissant
ligt centraal aan de Opaalkust, tussen Cap Blanc-Nez en Cap Gris-Nez. Het
gezellige centrum rond de kerk heeft enkele eet- en drankgelegenheden. Het
kerkje staat momenteel in de steigers. De deur staat uitnodigend open en daar
maken we gebruik van. De glasramen zijn tijdelijk verwijderd voor renovatie.
Naast de kerk werd het oorlogsmonument geplaatst met twee miniatuur kanonnen.
Alles werd nog niet zo lang geleden opgeschilderd. Het monument herdenkt de
inwoners van het dorp die zijn omgekomen tijdens de beide Wereldoorlogen. Op de
achtergrond staat het gemeentehuis van Wissant. Vervolgens wandelen we tot bij
het plaatselijke toeristenbureau, maar het is nog gesloten tot twee uur. Een
pad brengt ons langs menig vakantiehuis, hotel en enkele B&B's. Voorbij het
spierwitte beeld van een dolfijn komen we bij de mooie moderne wandelpromenade.
Op deze plek is geen strand. Grote ruwe rotsblokken verstevigen de dijk tot aan
de wandeldijk. We blijven net lang genoeg om enkele foto's te nemen. De felle
sterke noord oostenwind laten het niet toe om lang van de witte krijtrotsen te
genieten. De naam Wissant (Wit zand) verwijst naar de Opalen stranden en duidt
ook nog op een zekere 'Vlaamse' oorsprong.
Op
onze weg naar Wimereux doorkruisen we de gemeente Audinghen. Het dorp werd
tijdens WOII totaal verwoest. Op de Route du Mudée houden we halt bij het
museum 'Batterij Todt'. Het complex ligt vlak bij aan het kanaal bij Cap
Gris-Nez. De bunker werd gebouwd door de Duitse Wehrmacht vanaf augustus 1940
tot januari 1941. Het maakte onderdeel uit van de Atlantikwall. De batterij had
kanonnen met een kaliber van 38 centimeter en met een bereik van 55 kilometer
konden ze Engeland beschieten. De muren en het dak zijn van gewapend beton en
3,5 meter dik. Op 24 september 1944 bombardeert de RAF voor de eerste maal de
bunker. Een tweede aanval volgt op 28 september 1944. Op de ochtend van de
volgende dag vallen de Canadese troepen het complex aan met ondersteuning van
tanks. Enkele uren later moeten de Duitsers zich overgeven. Het museum in één
van de kazematten gaat over WOII en noemt 'Musée du Mur de l'Atlantique'. We
volgen de looproute op de grond. Het is verboden te filmen of te fotograferen.
Overal hangen camera's. Infoborden geven uitleg. Er is enorm veel militair
materiaal in de collectie. We kijken naar een reconstructie van de
machinekamer, de barakken waar de militairen sliepen, de wapenkamer enz. Op de
verdieping, waar destijds de munitie via spoorlijnkarretjes werd aangevoerd
staan nog verschillende militaire materialen ten toon zoals de Tsjechische
egels. Dat zijn Duitse hindernissen op de stranden om een mogelijke landing van
de geallieerden te voorkomen. Ze maken deel uit van een reeks
versterkingsmiddelen: prikkeldraad, aspergeversperringen, Belgische poorten De
meeste van deze obstakels werden aan de voet verankerd. De blikvanger is het
enorme Krupp K5 kanon dat op het buitenterrein staat. Het heeft een bereik van
62 kilometer en schiet 238 millimeter projectielen af. Het spoorwegkanon van de
marine-artillerie werd gemaakt in Essen (Duitsland) in 1941. Een ander
exemplaar wordt tentoongesteld in de Verenigde Staten. Om 15:30u vertrekken we
naar Wimereux. De temperatuur is gestegen tot 14°C.
Onderweg
houden we nog halt in Audresselles. Een favoriet vissersdorp langs de
Opaalkust. Hetoorlogsmonument herdenkt
de inwoners van het dorp die omgekomen zijn tijdens de Eerste en Tweede
Wereldoorlog. Het kruis van Jezus stelt de Calvarieberg voor. De boot staat als
voorbeeld van het eeuwenoude vissersdorp Audresselles. Even later zijn we bij
het 'Wimereux Communal Cemetery naast de D940, in de Rue Jean Moulin 9, in
Wimereux. Na de hoofdingang werd een gedenkplaat bevestigd van
luitenant-kolonel John Mc Crae. Heuvel op, achter de gemeentelijke
begraafplaats, liggen de zerken rondom het Cross of Sacrifice. Gezien de
zanderige grond werden de zerken plat op de grond gelegd. Daardoor hebben ze
het hard te verduren. Sommige teksten zijn moeilijk leesbaar. De begraafplaats
is trapsgewijs opgebouwd. Er liggen meerdere verpleegsters omdat in de
onmiddellijke omgeving een aantal hospitalen waren. Tot 1917 waren er wel 10.
Wimereux was ook het hoofdkwartier van het Queen Mary's Army Auxilliary Corps.
Dat stelde tussen januari 1917 en november 1918 niet minder dan 57.000 vrouwen
te werk als verpleegster, kokkin, ziekenverzorgster enz. Tussen de graven van
soldaten en enkele verpleegsters ligt het graf van de Canadese arts en dichter
John Mc Crae. In zijn beroemde gedicht 'In Flanders Fields'schrijft hij over de geïmproviseerde plek
waar de omgekomen soldaten rusten. Sindsdien is de Poppy of klaproos het
symbool van de herinnering in alle bij het conflict betrokken landen van de
Gemenebest. Op deze begraafplaats rusten 2.847 Britse slachtoffers van WOI.
Twee van hen konden niet geïdentificeerd worden. Ook vijf Franse soldaten en
170 Duitse militairen hebben hier hun laatste rustplaats gevonden. Daarnaast
werden nog 14 slachtoffers begraven van de Tweede Wereldoorlog, zes van hen
blijven voorgoed onbekend.
We
verlaten Wimereux, na een foto van de plaatselijke kerk en de spoorwegbrug met
drie bogen die over de rivier met de gelijknamige naam werd gebouwd. De rivier
mondt uit in het Kanaal. Het oorlogsmonument herdenkt de inwoners van Wimereux
die zijn omgekomen of vermist tijdens beide Wereldoorlogen. Het is druk op de
weg. De avondspits is begonnen. Het landschap heeft onderweg groene heuvels dat
een sterk Engels karakter heeft. Als laatste, voor vandaag, rijden we naar de
'Rue de l'Aiglon' op de D96E1 voor het 'Terlincthun British Cemetery' te
Wimille. Een vrachtwagen van de Commonwealth War Graves Commission, of kortweg
CWGC, verhinderd het parkeren voor de begraafplaats. Rechts, naast de
dodenakker, is normaal nog plaats voor een auto maar die is bezet. We rijden
dan even verder naar het monument van Napoleon die 50 meter hoog bovenop een
sokkel staat. De plaats is gezien het late uur afgesloten. We maken dan enkele
foto's van de 'Colonne de la Grande Armée'. De hoge zuil is opgedragen aan
keizer Napoléon de 1ste. De zuil werd gebouwd tussen 1804 en 1824. Vanaf de top
moet men een prachtig uitzicht hebben over zee en het achterland van Boulogne,
de Boulonnais Vervolgens rijden we terug naar de Britse begraafplaats,
'Terlincthun British Cemetery'. De auto is weg en kunnen wij de plaats innemen.
De werklui van de Commissie hebben net gedaan met hun werk. Ze reinigen hun
materiaal. Het is net 17:00u geworden. Het is een grote begraafplaats met 2.876
geïdentificeerde graven waarvan 2560 Gemenebest graven van WOI. 199 overige
graven uit de Eerste Wereldoorlog en 117 Gemenebest graven van WOII. Alle
zerken lijken wel nieuw. De bolvormige zerken met een orthodox kruis zijn van
Russische militairen. Op een ander perk liggen 46 piloten van de Royal Air
Force. Gesneuveld in september 1918 tijdens een bombardement van de Duitse
luchtmacht. Alle zerken staan kort naast elkaar. Een monument werd geplaatst
naar aanleiding van gesneuvelde soldaten uit de Eerste Wereldoorlog. 49
soldaten van het Britse Gemenebest en twee Duitse militairen werden hier begraven.
Ze werden gevonden in Ovillers-La-Boisselle in november 1982. Ze konden niet
meer geïdentificeerd worden.
Na
ons bezoek rijden we naar ons slaapadres in Clerques. Auberge du moulin
d'Audenfort. Onze kamer is mooi verzorgt. Het is een oude gerenoveerde molen en
uiteraard kraakt en piept het, toch zeker 's nachts. Een driegangenmenu met een
glaasje wijn maakt de dag gewoon compleet. Meer moet dat niet zijn. Tot morgen.
Deze
route is officieel 52 kilometer lang. Ze vertrekt bij knooppunt 78, op de hoek
'Hof van Delftlaan' en de 'Sint Lucaslaan' te Ekeren Donk. Vervolgens brengt de
rit ons door Brasschaat, Schoten, Antwerpen, en opnieuw door Ekeren om daar te
eindigen. Greet Van den Sande, waarnaar deze route is vernoemd, was een
lieftallige jonge vrouw die de strijd aanging met haar ziekte. Drie jaar
geleden kreeg Greet borstkanker. Een heelkundige ingreep drong zich op. Na de
nodige chemo herstelde ze volkomen. Daar waren de chirurgen toch vast van
overtuigd. Maar toch Ze liet de moed niet zakken en stortte zich op haar werk
en haar passie: fotografie. Blijkbaar ontsnapte er een minuscule kleine
kankercel aan de geneeskrachtige behandeling. Deze cel zette zich na een tijdje
vast in Greets hoofd. De cel groeide en werd een tumor. Weer moest de jonge
vrouw onder het mes. Maar het kwaad was geschiedt. Er was al een uitzaaiing
gebeurt. Ze bleef er tegen vechten zo lang ze kon. Maar het mocht niet baten.
Veerle en Danny kwamen regelmatig op bezoek bij ons. We vroegen telkens hoe het
met haar nichtje gesteld was. Met een brok in de keel schetste Veerle dan de
huidige situatie. Met horten en stoten liet ze weten dat het niet goed meer
kwam. Een ijzingwekkende lange stilte volgde dan. Het was moeilijk om over het
onderwerp verder te praten. Nog moeilijker om een ander onderwerp aan te
snijden Oudjaar 2015 trok Greet bij haar ouders in. Ze werd er tot de laatste
dag omringt door familie en vrienden. Ze werd er verpleegd, met heel veel
liefde en zorg van haar ouders Chris en Roger. Ook de mensen van Coda Hospice
namen de zorg over om de ouders te ontlasten. Bij palliatieve zorg ligt de
focus niet langer op genezing, maar op kwaliteit en comfort. Gelukkig maar. Hoe
waardevol de laatste weken ook mogen zijn, het vergt moed en
doorzettingsvermogen om een naaste zo te zien aftakelen. Greet Van den Sande,
geboren te Brasschaat op 18 juni 1978, overleed in haar ouderlijke woning op 04
februari 2016.Ze was slechts 37 jaar
oud.
Familie
en vrienden noemden haar: 'Bevlogen, bezield, nieuwsgierig, spontaan, zonder
kapsones, moedig, oog voor detail en voor schoonheid, ruimdenkend, goedlachs,
bekommerd, sociaal, creatief, lief, geliefd, behulpzaam', . Op deze manier
kunnen haar dierbaren nog uren doorgaan. Doch , woorden schieten tekort. De
nabestaanden blijven niet bij de pakken zitten en slaan de handen in elkaar.
Samen met Greets collega's van 'Toerisme Provincie Antwerpen' wordt een
fietsroute uitgestippeld, ter ere van Greet. Onderweg zijn er vijf stopplaatsen
voorzien die een speciale betekenis hadden in haar leven. Vijf plaatsen om even
halt te houden. Even stil staan bij haar leven, bij haar ouders, vrienden,
collega's en kennissen. Stil staan bij alle mooie herinneringen die haar
dierbaren meedragen in hun hart. Voor altijd.
Om
de fietsnetwerken in goede staat te houden, doet Toerisme Provincie Antwerpen
beroep op een enthousiaste groep vrijwilligers, de 'fietspeters en -meters'.
Zij controleren regelmatig een afgebakend deel van het netwerk, signaleren
zwerfvuil en wegenwerken, brengen ontbrekende of beschadigde bewegwijzering in
kaart, en zijn, kortom, onze ogen en oren op het terrein. Ook Greets ouders,
Chris en Roger, waren snel overtuigd om meter en peter te worden van een stukje
fietsknooppuntennetwerk.
Wij,
Rina en Luc, starten deze tocht bij knooppunt 96, op het eind van de Donkweg,
naast het natuurdomein 'De Oude Landen' en de fietsostrade. Het nieuwe fietspad
is aangelegd tussen het viaduct A12 in Antwerpen en het station van Ekeren. Het
werd op 26 juni 2012 plechtig opengesteld en meet in totaal 2,3 kilometer. Bij
dit knooppunt houden we halt bij het grote bijenhotel met de stralende A.
Talloze wilde bijen zwermen er rondom om. Ik nader voorzichtig het 'hotel' om
een close-up foto te maken. Ons Rina is er niet gerust in. Maar er is geen
gevaar, bijen doen niets als ze zich niet bedreigd voelen. Het is prachtig om
te zien hoe de werkers de uitgeboorde gangen in- en uit kruipen. Daarna vliegen
ze het natuurgebied in om de nectar van de eerste lentebloemen te verzamelen.
Een infobord geeft meer uitleg: 'In een bijenhotel laten 'wilde' of solitaire
bijen stuifmeel en eitjes achter om zich voort te planten. Bijen hebben er elk
hun hotelkamertje (een buisje van enkele millimeters groot) en leven alleen,
dus niet in een kolonie. Een wild bloemenmengsel werd uitgezaaid om de bijen
van nectar te voorzien. Het aanbod bestaat uit een buffet van nectar en
stuifmeel. Wilgen, klokjes, rolklaver en klimop zijn maar enkele van de soorten
op het menu. Zo zorgen de bijen voor de bestuiving van heel wat planten en
bloemen. Tijdens de eerste warme lentedagen van maart verschijnen de
metselbijen. Zij delen de nestgang op in verschillende kamers, gescheiden door
muurtjes van klei of leem. Behangersbijen verschijnen pas in mei. Zij bekleden
hun gangen met stukjes blad. De kleine zwarte tronkenbijtjes voelen zich pas in
hun element in de zomerse hitte en blijven doorwerken tot eind september'.
We
slaan linksaf op de fietsostrade. Rechts bevind zich de spoorweg (lijn 12) van
Antwerpen naar Essen. Links zijn er de vele volkstuintjes. De eerste plantjes
zijn geplant en gezaaid. Andere perken liggen omgeploegd te wachten om beplant
te worden. Het is weliswaar nog maar begin maart maar op de één of andere
manier belooft de mooie blauwe ochtendhemel er een warme dag van te maken. In
de nog kale, kleurloze tuintjes probeert een merel de eerste strofen van zijn
zangkunst te laten horen. De groene knoppen aan de bomen staan op springen. Nog
een week en alles kleurt groen. Langs het fietspad werd een perk met
'paasbloemen' aangelegd. De verschillende kleuren, wit, oranje en geel oogt
mooi van ver. Als we naderen zien we dat de meeste narcissen reeds verwelkt
zijn. We nemen nog een laatste foto van het bloemenveld en richten onze
aandacht aan het vogelinfobord: 'Vele planten en dieren kunnen enkel overleven
in natuurgebieden. Tegenwoordig liggen deze groene gebieden geïsoleerd in een
grotendeels bebouwde omgeving. Door het uitgebreide wegennet slagen vele
soorten er niet meer in zich vlot te verplaatsen tussen deze natuurgebieden.
Kleine landschapselementen zoals dit bosje, op de achtergrond, zorgen voor de
noodzakelijke verbinding tussen de natuurgebieden en vormen zo 'kleine
stapstenen' binnen grotere gehelen. Dit bessenbos is aangeplant voor onze
lokale vogels. Vogels zoals de merel, zanglijster, roodborst, pimpelmees en
koolmees vertoeven maar al te graag in zulke bosjes, want ze bieden hen zowel
voedsel, schuilmogelijkheid als nestgelegenheid'.
Onze
eerste klimming wordt het viaduct van de Veltwijcklaan. Ter compensatie rijden
we supersnel naar beneden. Toch wat afremmen voor de dwarsstraat. Over de
parking van 'Hof de Bist' slaan we rechtsaf. De 'Weegbreelaan' in. We genieten
van de kleurige voortuintjes. Het Chinees klokje is rond deze periode een felle
blikvanger. De ijzersterke plant bloeit in de felst mogelijke, gele kleuren op.
Ook de 'Magnolia' of de 'Beverboom' schittert in het zonlicht. In de volksmond
wordt hij ten onrechte 'Tulpenboom' genoemd. Hoe hij ook noemt, wij genieten
althans van de mooie bloemen. Wie ervan wil genieten moet niet te lang wachten.
De bloemen hebben al vlug te lijden van regen en wind. In de kruin, van de
boom, zit op een kale tak een merel. Rustig en ongestoord fluit hij zijn
deuntje. Het overstemt haast het voorbij razende verkeer.
Een
paar minuten later rijden we door de 'Gerardus Stijnenlaan'. Hier is nog een
landelijk gebied. Een kleine groep spreeuwen strijkt neer op de omgeploegde
weilanden. Tegelijkertijd vliegen ze weer op, om even verder zigzaggend weer
neer te strijken. Rechts van ons is nog een oude gemetste stenen omheining van
een vierkant boerderij. De heemkundige kring heeft er twee uitvergrote foto's
op canvas bevestigd. Een tractor en oplegger met hoog opgestapeld hooi wordt
naar een schuur gebracht. Links van de muur zien we de achterzijde van de
voormalige 'Sint Lucaskliniek'. Het gebouw werd in zijn ere hersteld en er werd
het vredegerecht in gehuisvest. Ook in de 'Sint Lucaslaan' heeft de Koninklijke
heemkunde van Merksem een canvasfoto bevestigd. Puur nostalgie.
Aan
knooppunt 78 is de eerste blikvanger. De eerste stopplaats met een speciale
betekenis. Hier start officieel de 'De Goedgemutste Greet-route': 'Greet wordt
geboren op 18 juni 1978 en is daarom een tweeling. Volgens de astrologie
blinken tweelingen onder andere uit in nieuwsgierigheid en het vertellen van
verhalen. Twee eigenschappen die Greet combineert in haar passie voor
fotografie. In natuurgebieden zoals de 'Oude Landen', of de Kalmthoutse Heide,
creëert Greet met haar camera sprookjes waarin dieren en planten ongemerkt de
hoofdrol spelen. Ze doet dit onder het label 'GreetThings'. Het geeft haar een
gevoel van onmetelijke vrijheid wanneer ze waakzaam wachtend eindelijk die
eenzame vogel in haar lens kan vangen'.
Bij
knooppunt 34 zijn we in Brasschaat. We hebben vijf kilometer gefietst. We
rijden in de Baillet Latourlei. Langs beide zijden groeien hoge statige
bomen. Ze hebben nog geen bladeren, maar de knoppen ogen al flink groen.
Tussendoor laat de vink zich regelmatig horen. Je moet de oren spitsen om boven
het gezang van de vogel andere zangers te horen. We genieten van de mooie
villa's met rieten daken, of van de moderne gebouwen met veel glasramen. Als we
de eerste rotonde naderen zien we de witte Magnolia bomen staan met hun
sierlijke witte bloemen. Het lijkt alsof het net gesneeuwd heeft. De bomen
stellen nauwelijks eisen aan de grond waarin ze bloeien. Een mooi decor voor
een fotoreportage. Sommige tuinen in de buurt zijn overwoekerd door de
rododendron. Deze heester is winterhard en heeft daarom zijn groene bladeren
behouden. De plant doet het uitstekend in een wilde tuin met veel licht.
In
het midden van de volgende rotonde staat een groot monument dat herinnert aan
de beide Wereldoorlogen. 'Ridders Oord' is het onderschrift, en ook nog 'Door
't Voorbeeld overwinnen'. Bij knooppunt 12 vinden we het monument van
Baillet-Latour, hoog bovenop twee verschillende sokkels. Opzij werd een
aluminium plaatje bevestigd met de woorden: 'Raf Thys 2014. Ferdinand de
Baillet-Latour. °1850 +1925, Graaf Ferdinand de Baillet-Latour was burgemeester
van Brasschaat van 1902 tot 1908 en gouverneur van Antwerpen van 1908 tot 1912.
Vanuit een grote sociale bewogenheid realiseerde hij vele projecten die tot op
vandaag het leven van mensen uit alle lagen van de bevolking verbeterden'.
Als
we knooppunt 10 volgen rijden we door het centrum van Brasschaat. Bij elke boom
worden we verwelkomt door het gezang van de vink. Hij behoort tot de vlijtigste
zangers van bos, park en tuin. In een grote villatuin staat een hoge en brede
Japanse kerselaar of sierkers. Hij valt op door zijn schitterende grote roze
bloemen die in grote trossen aan de takken bloeien. De boom vraagt weinig snoei
en onderhoud. In de buurt van knooppunt 10 houden we voor de tweede maal halt
bij een 'Blikvanger' van de 'De Goedgemutste Greet-route': 'In een huisje, in
de buurt, groeit Greet op. Omringd door een grote, warme familie. Met trots
praat ze dikwijls over familie uitstappen en reizen met het gezin, telkens in
haar zelf opgeknapte avonturenbusje. Deze warmte straalt ze uit naar iedereen
die ze ontmoet, of het nu vluchtig in de wandelgangen is, of tijdens een dieper
gesprek. Ook in haar job als Routedokter behandelt Greet elke melding met
evenveel zorg en toewijding'.
Aan
de 'Lage Kaart' moeten we linksaf, wij rijden even rechtsaf tot bij het
monument van kunstschilder Hendrik Luyten. Geboren in Roermond op 21 mei 1859.
Hij vestigde zich in België en stond vooral bekend voor zijn impressionistische
werken. Hij stierf in Brasschaat op 21 januari 1945. Verderop houden we halt bij
cremerie 'Cocorico'. Sinds juni 2013 wordt in het voormalige postkantoor een
ijssalon uitgebaat. Van heinde en ver komen de mensen aan een ijsje likken. Ook
vandaag, op deze zonovergoten dag zijn alle stoelen en banken op het Hendrik
Luytenplein bezet.
Voor
knooppunt 11 vinden we 'Blikvanger' nummer 3: 'Groene vingers. Greet houdt van
verse bio groenten, en kweekt ze zelfs eigenhandig in haar moestuintje. Van
aardbeien tot zucchini (courgette), van Belgisch witloof tot zuiders groen.
Alles groeit welig onder haar vaardige vingers. Overschotjes brengt ze steevast
mee naar het werk, om het vitamine peil van vriend en collega een gezonde boost
te geven'.
Op
de Miksebaan of de N121 moeten we linksaf. We rijden het domein van het kasteel
van Brasschaat binnen. We hebben bijna 16 km afgelegd. Het kasteel van
Brasschaat, links van ons, staat volledig in de steigers. Het gebouw wordt al
decennia lang door de gemeente verhuurd. De laatste bewoners en uitbaters van
het restaurant konden de huurprijs niet meer betalen en legden in februari 2016
de boeken neer. De huidige bewoners willen het kasteel opnieuw laagdrempelig
maken. Het Peerdsbos en het gemeentepark van Brasschaat zijn samen, sinds 2008,
een Vlaamse ankerplaats. Vanaf hier wordt het drukker. Wandelaars en fietsers
slalommen zich hier over de asfaltwegen een weg naar hun bestemming. Het is
extra oppassen voor kinderen. Sommigen rijden voor de eerste maal op een kleine
fiets en kennen het gevaar niet. Ouders haasten zich achter hun peuter of
kleuter die de eerste stapjes alleen waagt. Aan de rotonde, met in het midden
de obelisk, nemen we een korte halte voor enkele foto's. Deze gedenknaald was
een geschenk van graaf Georges Reusens aan zijn broer Armand, die tussen 1872
en 1901 burgemeester was van Brasschaat. Het park maakte toen deel uit van het
domein van de familie. De obelisk werd in 1884 gebouwd. Daarna rijden we tot
bij de melkerij van het Peerdsbos. Normaal moeten we linksaf, naar knooppunt
31. Maar hier houd het op. Dit wordt ons eindpunt voor vandaag. De overige 35
kilometer is voor een andere keer. We gaan nog gezellig iets drinken in de
voormalige boerderij die tot 1920 actief was. De huidige gebouwen dateren van
circa 1630. Ouders en grootouders genieten van een hapje en een drankje terwijl
de kinderen in de grote speeltuin ravotten. Ook bij de 'jeneverhut' kan je iets
drinken terwijl je kroost een partijtje minigolf speelt. Elke stoel of bank is
bezet. Dat is hier niet verwonderlijk. Het is hier telkens aanschuiven en
wachten op een plaatsje. Tot schrijfs.
Genoemd
na besluit van het schepencollege van 10 december 1956. Jozef De Weerdt werd
geboren te Antwerpen op 21 mei 1868 en overleed te Ekeren op 24 februari 1942.
Hij was burgemeester te Ekeren van 1918 tot 1938.
Er
is de afgelopen maanden al heel wat commotie geweest rond de Jozef De
Weerdtstraat. En het einde is nog niet in zicht. Eerst krijgen ze te horen dat
de wekelijkse markt van de Driehoekstraat moet verhuizen naar het Kristus
Koningplein. Op zich is dat geen probleem. Een markt behoort nu eenmaal op een
plein te staan. Maar de uitloop van de markt komt in de Jozef De Weerdtstraat
en daar kunnen de buurtbewoners niet mee lachen. De straat is er niet voor
geschikt vertellen ze. Of: Al die zware vrachtwagens van de marktkramers
kunnen hier niet keren of draaien zegt een ander. Een eerste infoavond voor de
bewoners van de Jozef De Weerdtstraat vind al plaats in november 2014. Spijtig
genoeg komen er slechts zes mensen opdagen. Een andere bron vermeld zelfs:
'slechts vier bewoners kwamen opdagen'. Misschien een teken van gelatenheid. Of
sommigen willen niet vechten tegen de bierkaai?
De
straat heeft ondertussen een facelift gekregen. De voetpaden langs beide zijden
werden versmalt. Nu kunnen de auto's elkaar kruisen zonder dat er
verkeersagressie ontstaat.
Op
Facebook verneem ik dat er een actiecomité opgericht werd. Vergaderingen komen
er met het districtsbestuur, en een meeting met het stadsbestuur brengt
misschien soelaas. Plannen worden grondig bestudeert, afspraken worden gemaakt
en weer verworpen.
Het
zijn niet allemaal tegenstanders van de wekelijkse markt in de straat. Ik
ontmoet Ria, op de hoek Jozef De Weerdtstraat/August Scheyvaertslaan. Op mijn
vraag of zij ermee akkoord gaat dat hier de wekelijkste markt komt te staan
haalt ze gelaten haar schouders op. Ik heb er geen problemen mee. Het zal op
woensdag druk zijn, dat wel. En vanaf zes uur wat lawaai zeker? Het zal altijd
voor iemand goed of slecht zijn. Voor mij is de markt in ieder geval kortbij.
Ik
wandel langs de pare zijde richting Kristus Koningplein. Tientallen bordjes met
de duidelijke tekst: Zonder Marktstraat werden voor de ramen bevestigd. Niet
elk huis heeft zo'n bordje, maar dat wil niet zeggen dat de bewoners niet
solidair zijn. Begin dit jaar (2016) werden jonge bomen aangeplant. Op een paar
bomen na mag de straat gerust 'laan' worden genoemd. Voorbij de bocht is het
eerste elektriciteitskastje geplaatst tegen de gevel van pand nummer 34. Hier
is de praktijk van Luc Van Tulder. Dokter in de algemene geneeskunde en General
Practitioner, wat zoveel wil zeggen als: geneesheer voor acute en chronische
ziekten. Naast een dokterspraktijk is er eveneens een Logopedie van Manu de
Waal gevestigd. Een afdeling 'De letterweg', dat zich richt op onder andere een
behandeling van lees- en spellingproblemen.
Voor
de in- en uitrit van supermarktketen Aldi is de weg nog afgesloten. We zijn
half januari 2016. Geen enkele auto kan de parking in of uit. Momenteel worden
de laatste stenen gelegd van de verhoogde berm. Als het weer mee zit is het
beslist klaar voor het weekend. Dan is het wachten op de eerste marktkramers.
Volgens Willie is dat voor maart, nog anderhalve maand dus. Willie woont met
zijn gezin in de August Scheyvaertslaan en heeft totaal geen probleem met de
wekelijkse markt in deze straat. Al begrijpt hij wel de frustratie van de
bewoners. Vanaf dinsdagavond moeten alle auto's uit de straat zijn. Waar
moeten al die auto's naartoe? Bij ons in de straat is geen optie. Onze straat
(AugustScheyvaertslaan) staat ook vol
geparkeerd. Er is volgens mij maar één mogelijkheid en dat is parkeren bij het
Veltwijckpark. Maar is daar genoeg plek? Hier in de Jozef De Weerdtstraat staan
meer dan honderd auto's! Zelf gaat Willie nooit over de markt, vertelt hij nog
voor hij afscheid neemt en verder stapt.
Langs
de overzijde wandel ik terug langs de onpare zijde.
Op nummer 7 woont Kathleen Philips, met een manuele kinesitherapie praktijk.
Ook
aan deze zijde staan op regelmatige afstand enkele kasten die de marktkramers
moeten voorzien van elektriciteit. De één werd tegen de gevel geplaatst, de
andere tegen de boordsteen.
De nummers 15 tot 19 is de ingang van de O.L. Vrouw van Lourdes kleuterschool.
Een jonge man wil me te woord staan. Op zichzelf heeft hij geen probleem met de
markt. Hij is slechts bezorgt dat de veiligheid van het kleuterschooltje in het
gedrang komt. Hebben ze dat dan niet bestudeert? vraag ik bezorgt. Hij
denkt het niet, maar als ik vraag of hij op de vergaderingen aanwezig was
antwoordt hij negatief. Met zoiets zullen ze toch wel rekening houden zeker,
denk ik nog voor we ieders onze weg vervolgen. Achter een raam werd een A4
pagina gekleefd met de volgende tekst: Districtsbestuur, als jullie de
JDW-straat niet deftig willen aanpakken, mag de markt voor ons part inpakken.
Bij sommigen zit het probleem dus echt diep. Even verder nog een ander blad
voor een raam: Deze straat werd veroordeeld tot 25 jaar 'puttekes' vullen,
bedankt districtsbestuur.
Tussen de nummers 57 en 61 is een braakliggend stuk grond te koop.
Ook tussen 61 en 65 kan een woning worden opgetrokken.
Woensdag
24 februari 2016. Markt in de Driehoekstraat. Voor de laatste maal wandelen, kuieren
en slenteren er marktbezoekers tussen de kramen. Sinds mensenheugenis heeft de
wekelijkse markt hier in de Driehoekstraat gestaan. Decennia lang 'de'
ontmoetingsplaats van vele Ekerenaars en sympathisanten uit de naburige dorpen.
Wie herkent het niet? Iemand ontmoeten op de markt is vanzelfsprekend. In het
midden van de weg komen ze elkaar tegen, en er ontstaan gesprekken die wel
enige tijd kunnen duren. Ze hebben totaal geen weet dat ze de doorgang
blokkeren voor de andere marktbezoekers. Buurtbewoners uit de Driehoekstraat
halen opgelucht adem. Nooit meer zoeken naar een plaats om hun voertuig te
parkeren. Het probleem verhuist naar de nieuwe locatie van de markt. Niet alle
kramen staan vandaag opgesteld. Hebben ze afgehaakt of zijn ze verhinderd? Misschien
zijn het 'losse' marktkramers: zoals de kaartenverkoopster die voor de
winkelketen 'Blokker' staat. Ze heeft wel een vaste plek aangevraagd maar dat
kan nog even duren. Er zijn nog zoveel wachtende voor u.
Op
Facebook van 29 februari 2016 werd een foto geplaatst door het 'Jozef De
Weerdtstraat Community'. De vereniging verwelkomt op deze manier de markt in de
straat. De foto vertoont een roos en een vlinder. Onderaan lezen we tekst:
Maar de roos heeft ook doorns, we stay vigilant. De organisatie plaatste er
de volgende tekst bij: Na een verbeten strijd om de markt uit onze straat te
bannen, reiken we u, marktkramers, de hand. Tijdens de ganse periode was u
spijtig genoeg de grote afwezige! Wij hopen dan ook dat u, door dit gebaar,
onze bewoners en onze straat met respect zal behandelen en 'op zijn minst' u
houdt aan uw verplichtingen die door de wet zijn opgelegd!
Woensdag
2 maart 2016. Vandaag wordt in Ekeren geschiedenis geschreven. Vanaf vandaag
staat de wekelijkse markt op het Kristus Koningplein en tot halverwege de Jozef
De Weerdtstraat. Voor de markt worden winkeltasjes uitgedeeld aan de
voorbijgangers. Het zijn winkeltassen van Ekeren Winkeldorp met een bijhorende
winkelactie spaarkaart. We hebben het niet gezien. Als we de markt weer
verlaten is er van een bedeling niets meer te zien. Niet elke plaats op het
marktplein is benut. Er zijn nog drie plaatsen vrij. We horen van een
marktkramer dat er enkele marktkramers terug naar huis zijn gereden door de
hevige regenbui van vanmorgen. De rest van de kramen staan wel dicht op elkaar.
Het zal wel in orde zijn. De brandweer is ter plaatse en keurt alles met
argusogen. Bij mooi weer, als het drukker wordt, wordt het hier drummen. Als
mensen hier in het wandelpad met elkaar willen keuvelen loopt alles vast. De
luifels van de over elkaar staande kramen komen tegen elkaar in het midden van
het pad. Als het regent blijven de bezoekers tenminste droog. Als de zon
tijdens de zomermaanden op zijn hoogste punt staat lopen de mensen in de
schaduw van de luifels.
In
de Jozef De Weerdtstraat, de Zonder Marktstraat, is meer plek tussen de kramen.
Ook hier zijn nog enkele vrije plekken. De kaartenverkoopster is vandaag niet
van de partij. Vanmorgen vroeg werd één auto weggesleept. Vergeten werk
waarschijnlijk? De wettelijke afstand tot de huisgevels werd ingekort tot 1
meter. Spijtig voor de bewoners op het gelijkvloers. Tot 13:00u leven de
bewoners in de schaduw van een marktkraam. Tijdens de bijeenkomst van 26
oktober 2015 werd beslist om zoveel als mogelijk rekening te houden met de
vraag van de omwonenden om geen grote kramen: zoals vis- en kippenkramen in de
straten te plaatsen. Die kramen staan op het Kristus Koningplein. Zo hebben de
bewoners van de Jozef De Weerdtstraat geen geurhinder en zal ook de lawaaioverlast
beperkt blijven. Voor de in- en uitgang van de kleuterschool staan geen
marktkramen. Op deze manier komt de veiligheid niet in het gedrang. Het laatste
kraam, vandaag toch, staat voor huisnummer 32. De groenten wagen van Fons
Peeters en zijn familie is ook aanwezig in de straat. Het is de enige
marktkramer die zijn cliënteel verrast met een fris fruitig drankje. Een
appelsapje als welkomstdrankje voor hun nieuwste stek. Ze verkopen als eerste
bakjes met geurige primula's. De mooie kleuren blauw, geel, witte en roze
bloemen zullen binnenkort overal staan schitteren in voortuintjes en op de
vensterbanken. Een gevoel van de nakende lente overvalt ons. Tot schrijfs.
Zondag
13 september 2015. Vandaag, Open Monumentendag, wordt het privédomein
Wolvenbos, van wijlen baron Kronacker opengesteld voor het publiek. De
weerberichten beloven niets goed voor vandaag. Regen over het hele land. Het is
nochtans droog als we richting Kapellen rijden. Vooraan, rechts, voorbij de
hoge gietijzeren poort staat de voormalige portierswoning die verhuurd is aan
de ex-boswachter van het domein. Hij is net buiten en heet ons welkom.
Tegenover de woning bevinden zich de voormalige paardenstallen die momenteel
gebruikt worden als garage. Op de zolder van de stallen sliepen vroeger de
paardenverzorgers. Achter de stallen werd een watertoren gebouwd die het kasteel
van drinkbaar water voorzag. Nu wordt de toren niet meer gebruikt.
Uitzonderlijk mogen we op het domein parkeren. Te voet gaan we tot bij de
splitsing. Achter een draadomheining is een klein dierenpark aangelegd. Bokken
en geiten liggen te herkauwen in een flauw waterzonnetje. Een honderd meter
verder staan kramen opgesteld. Een info- en een drinkbarkraam met tafels en
stoelen staan uitnodigend te wachten. Een springkasteel werd voor de kinderen
opgesteld zodat de ouders rustig van een 'Wolfbier' kunnen genieten.
We
volgen onze gids tot aan het dierenpark. Er komen steeds meer en meer mensen
bij. Gewoonlijk neemt de gids slechts 15 mensen mee. Nu zijn het er meer dan
het dubbele. Hij spreekt zacht. Je moet aandachtig luisteren en zeker niet te
ver af staan. Iemand maakt hem er op attent, maar hij praat niet luider. Als
hij halt houd om iets te vertellen wacht hij niet altijd tot de groep rondom
hem staat. Vooral ouderen en mama's met kindjes blijven wat achterop en kunnen
niet altijd mee volgen wat onze gids vertelt. Bon, soit. De gids vertelt:
'Dit domein noemt 'Wolvenbosch'. Hoe het aan zijn naam kwam hebben we niet
kunnen achterhalen. Waarschijnlijk vertoefden hier vroeger veel wolven. Het
behoort tot de familie Kronacker. Het kasteel staat momenteel te koop. Al drie
jaar zelfs. Moest iemand interesse hebben?' Niemand biedt zich aan. 'Kronacker
is niet de eerste eigenaar van dit domein. Verteld de gids verder. Voor hem
waren er nog twee. De familie Lievens, Fester en als laatste dus Kronacker. De
Familie Lievens bouwden als eersten een bescheiden villa op het domein in 1920.
Een hoge muur werd opgetrokken voor de privacy en zo creëerden ze een micro
klimaat. Daar maakte de familie gebruik van en legden een groentetuin aan die
aan de dagelijks behoefde kon voorzien'. Nu bloeien er op de perken nog mooie
najaarsbloemen. Kleine bomen zorgen voor schaduwrijke plekjes.
Vervolgens
stappen we langs vijf onzichtbare bunkers die gebouwd werden voor 1914 door het
Belgische leger. De bunkers steken bijna volledig onder de grond. Ze zijn
overwoekerd met grond,gras, struiken en
zelfs bomen. Als onze gids niets over de bunkers had gezegd hadden we er zo
voorbij gelopen. We wandelen langs weiden met grazende paarden. Houten beelden
worden her en der op het domein tentoongesteld. Het bos is verwilderd. De
vroegere wandelpaden groeien stilaan dicht. De rododendron begint aan een
offensief. Enkele jaren geleden wandelde de barones nog over de wandelpaden.
Zij werd geboren in Engeland in december 1917. Ze huwde met baron Kronacker,
een zakenman, die van 1944 tot 1947 minister was en in 1994 overleed. De
barones stierf op 93 jarige leeftijd in november 2011.
Het
voormalige vliegveldje, achteraan op het domein, werd aangelegd door de familie
Fester in 1930. Hier landen en stegen vliegtuigjes op tot 1953. Even later
staan we voor de ingang van het grote kasteel dat werd gebouwd door de
Antwerpse architect Paul Smekens tussen 1919 en 1921. Het werd de
verblijfsplaats van de familie Fester-Good. Baron Paul Kronacker en zijn zussen
kochten op 25 februari 1952 het gehele domein over. Het kasteel staat momenteel
leeg. Uitgezonderd de conciërge die nog toezicht houd en onderhoudswerken
uitvoert. Ook vormt het kasteel het decor voor de reeks op één: 'Voor wat hoort
wat'.
Om
af te sluiten luisteren we naar het strijkkwartet Opus 4 dat een ode brengt aan
het kasteel en zijn enorm domein. Tijdens deze portie wolvenmuziek drinken we
een Wolf-bier. Ze hebben 3 soorten: goudblond bier met 7,4% alcohol, bordeaux
van 8,5% en de Wolf 9 is amberkleurig met 9% alcohol. Tot schrijfs. Tekst: Luc
Verschooten. Fotos: Rina Meurs.
De
straat noemde tot 1866 Processieweg. Het gemeentebestuur besliste dan om de
naam te veranderen naar aanleiding van de toenmalige beenhouwerszaak die daar
gevestigd was.
Tijdens
WOII werden boven Ekeren zware bommen en verschillende brandbommen gedropt. Het
is 16 september 1940, twee uur 's nachts, vier zware bommen worden in de
Pastorijveld en in de Beenhouwerstraat geworpen. Er zijn geen doden, maar de
huizen in de nabijheid hebben allen verbrijzelde ramen.
Nummer 9 is een gewoon rijhuis. Hier bouwde Lin Verheyen een praktijk op met
'Psycho- en Creatieve Therapie'. Ook 'Klankmassage' wordt vermeld.
Op de hoek, nummer 41, was omstreeks 1910 een kruidenier gevestigd. Boven de
inkomdeur werd speciaal een raam dichtgemetseld om er een reclamepaneel te
bevestigen. Het opschrift luidde: F. Peeters Janssens. Bakker en winkelier.
Hoelang de winkel er was is niet geweten. In 1983 was dan kruidenier Donckers
aan de beurt. Hij bediende zijn cliënteel tot en met 1986. Nu is het pand een
woning.
Op nummer 4b, was een tijdlang Nail & Body Health gevestigd. Een
nagelstudio waar je verzorgt wordt door Sandra. Luc was verantwoordelijk voor
sportmassage en hersteltraining. Een plaats om te ontstressen of uit te rusten.
Pastorijveld
De
naam is een oud toponiem dat in 1608 vermeld staat als 'Pastoryelandt' bij 't
Hagelcruys.
Het nummer 25 is een 'Thuiszorgwinkel'. Sinds januari 2008 verkopen Walter
Penders en Lieve Jonkers medisch materiaal, kwalitatieve hulpmiddelen en
verzorgingsmateriaal.
Op nummer 27 vinden we in 1980 'Coiffure Anne', gespecialiseerd in permanente.
Na 16u op afspraak. Ze runde hier haar zaak tot 2002.
In rijhuis nummer 46 woonde een tijd lang 'De Witte Danny'. Hij was verkoper en
plaatser van vloer- en muurtegels in de jaren negentig van de twintigste eeuw.
Ook
Pastorijveld ontsnapt niet aan de bouwwoede. Het laatste stuk onbebouwde grond
wordt verkocht door bouwwerken Versnel. Er worden 8 ééngezinswoningen
opgetrokken.
Vuurkruisenstraat
Deze
naam werd verkregen vanaf 10 december 1956. Vernoemd naar een bepaalde
groepering van oud-strijders die in het bezit zijn van een 'vuurkruis'. Ze
werden uitgereikt aan de frontsoldaten tijdens WOI.
Op nummer 7 bevond zich in 2008 de enige winkel in de straat. Kapsalon 'Peggy'
met een laat avond service tot 20.00 uur. In 2012 verhuist Peggy naar Leo
Baekelandstraat 55 waar ze nu (2015) nog steeds een vertrouwd cliënteel heeft.
Waterstraat
Na
besluit van het schepencollege van 7 juli 1966 wordt dit gedeelte 'Waterstraat'
genoemd. De straatnaam hield verband met de slechte toestand van de weg en
bestond al nog voor de omgeving 'Bunt' bebouwd werd.
In nummer 4 was voor 1977 H. Van de Leur & Co bvba gevestigd. Een handelaar
in centrale verwarming.
Het nummer 10 is een mooie villa met de naam 'Zonneweelde'.
Op nummer 12 staat vanaf maart 1971 zaal 'De Geesten'. Voor feesten en
evenementen of een koffietafel bij uitvaarten. De zandweg ernaast leidt naar de
scouts lokalen en 'Tel 18'. Tel 18 is een jeugdhuis waar jongeren welkom zijn
vanaf 16 jaar. Er worden fuiven, filmavonden en optredens georganiseerd. De
medewerkers zijn een groep vrijwilligers.
Het nummer 16 is de pastorij, gebouwd in 1958. Men kan er terecht met alle
vragen in verband met parochiale aangelegenheden zoals catechese, vieringen
enz. Naast de pastorij werd ook een stenen kapelletje gemetseld. Eerlang hing
er een houten kruis, maar de tand des tijds besliste het kruis eraf te halen.
Rest enkel een donkere afdruk.
Achter de mooie afsluiting staat er nog een mooiere villa, gebouwd in 1896.
Devilla met nummer 26 wordt momenteel
gerenoveerd.
Bremboslei
Een
nieuwe straat sedert 1965. Dit was vroeger een zandige vlakte die men 'De
Gheest' noemde. Er groeide slechts brem en kreupelhout. De tennisclub 'TC De
Sigaar' is nog steeds een druk bezochte chalet van Stad Antwerpen. Ze bevindt
zich over de uitrit van de sporthal.
Op het nummer 3 startte 'Kenize' in 1992 een 'Schoonheidsinstituut' voor
gelaats- en lichaamsverzorging in deze woning. Kort daarna verhuisde het
instituut naar de Oosterlinckhoflaan.
De
omgeving rondom de Lange- en Korte Sterrestraat heette vroeger 'De Bosschen',
naar de vele eikenbomen die er groeiden. De plaats waar wegen of paden in het
bos samen liepen, werd 'De Ster' genoemd, naar de vorm die het wegencomplex
vertoonde. Vanuit deze benaming ontstond later de benaming Sterrestraat voor
zowel de Lange als de Korte Sterrestraat.
Op de hoek Lange Sterrestraat/Kloosterstraat bevindt zich momenteel Coiffure
Jirina. De ingang is langs de Lange Sterrestraat.
Op het nummer 19 was vooreerst een kruidenierszaak gevestigd die in die tijd
tegelijkertijd apotheker en/of kruidendokter was. Na WOII komen er nieuwe
producten op de markt. Doch zit er bij de bevolking de schrik nog volop in.
Sommige artikelen zijn nog op de bon te verkrijgen. Bij bepaalde artikelen
wordt er nog volop gehamsterd. Tot groot jolijt van de kruidenier. Jaren later,
na een renovatie ingreep komt hier het kapsalon van Marie-Louise. De kinderen
studeren af en bouwen een eigen gezin op. Marie-Louise stopt met de kapperszaak
en volgt haar man naar Spanje waar ze samen een klein hotelletje uitbaatten.
Het pand in de Lange Sterrestraat wordt nu al enkele jaren bewoond door een
gezin. Aan de voorgevel werd niets veranderd.
Nummer 25. Begin jaren zeventig, van vorige eeuw, was dit pand van 'De Vos en
Zn' metonder andere: raamgarniering,
behangen, verf en toebehoren, ...etc. Zijn sterkste troef was: vloerbekleding
meten, maken en plaatsen. Na 1987 verhuist de zaak naar het Geestenspoor. Sinds
1988 is het 'Ekers Aquarium' hier ondergebracht.
Op het nummer 27 werd decennia lang café 'De Ster' uitgebaat, 'bij Theo en
Jeanne Parmentier'. Ernaast beschikten ze over een zaal voor vergaderingen en
feesten. Het café heeft ook tijdelijk gediend als doplokaal, tijdens de
renovatiewerken aan de 'oude gendarmerie' in de Veltwijcklaan. Vanaf 1992 was
er een zeehengelclub gevestigd in het café. Heel het pand kreeg na de sluiting
een facelift. Uitgezonderd het pannendak is alles gerestaureerd en gerenoveerd.
De inkomdeur is niet meer op de hoek. Het is een grote woning geworden.
Het pand nummer 39 was een brood en banketbakkerij van voor de jaren zeventig,
van vorige eeuw, uitgebaat door L. Maas, met specialiteit boerenbrood enkel op
donderdag. In 1984 veranderde de naam in 'Verstreken'. Van zodra deze bakker
stopt werd het pand te koop gezet. Eind november 2015 staat het pand nog steeds
te koop.
Ter hoogte van nummer 53 had Verbaenen zijn atelier. Achter de bruine poort
werd geboord, gefreesd en gezaagd. Verbaenen zelf woonde in de Moretuslei.
De nummers 53-55-57 is een nieuwbouwcomplex dat werd opgetrokken in opdracht
van huisarts dokter De Waele. Boven de praktijk werden appartementen gebouwd. Vooreerst
stond hier een groot winkelpand van Verbaenen. Een kruidenierszaak met aanzien.
Dokter de Waele had in het begin van zijn carrière de praktijk in de Korte
Sterrestraat nummer 7, op het eerste verdiep. Hij was toen al gespecialiseerd
in acupunctuur en de praktijk werd te klein. Hij kocht het pand van Verbaenen
en vestigde daar zijn praktijk. Tijdens de afbraakwerken en de oprichting van
de nieuwepraktijk verhuisde de huisarts
naar de nieuwbouw op de hoek Lange en Korte Sterrestraat.
Nummer 40. Al in de vroege jaren zestig, van de twintigste eeuw, was in dit
pand algemene voeding gevestigd met de naam 'Leunis', uitgebaat door Alice
Lauwers, echtgenote van John Leunis. Een grote winkel met dagverse groenten en
fruit. Daarnaast vond men hier droge voeding, zoals bieren, frisdranken,
koekjes Het aanbod was zo divers dat men steeds vond wat men wou. Het
winkelpand werd in de jaren van 1990 gerenoveerd door de oudste kleindochter
van Alice en John tot een familiale woning.
Op de hoek Lange Sterrestraat/ Korte Sterrestraat, nummer 60, was vooreerst de
kruidenierszaak van 'Collet' geweest. Daarna, rond 1970-'75, was er wassalon
'De Ster' gevestigd. Het was rond de jaren van 1960 een ware trend. De was- en
droog problemen van onze vrouwen verdwenen als sneeuw voor de zon. In dit
wassalon stonden wasmachines, centrifuges en een droger. In een mum van tijd
was alles schoon en kast droog. De eigenaar verkocht het pand en de aannemer
maakte het met de grond gelijk. Een groot rood appartementsblok kwam in de
plaats. Op het gelijkvloers had dokter De Waele tijdelijk zijn praktijk tijdens
de opbouw van het appartementencomplex aan de overzijde.
Nummer 70 is een gewoon huis in de rij. In dit huis opende Britt in 1990 haar
eerste kapsalon.De zaken gingen goed.
In 1996 verhuisde het kapsalon naar Kloosterstraat 35.
In nummer 72 huisde een legende. De Kolenboer of Firma Raus, Jeans en alle
textielwaren. Bekend tot in Boemerskonte, werd wel eens gezegd. Fernand Raus
startte met het leveren van kolen aan huis. Hij bleef dan in de volksmond De
Kolenboer noemen. Raus was niet de enige leverancier in het dorp en dat begon
de familie te voelen. Het hoekpand begon met de verkoop van Jeans broeken. De
drie zussen Maria, Josée en Lisette hadden de leiding in de winkel maar toch
werd heel de familie bij de zaak betrokken en het lukte. Als je in het dorp
rondwandelde en er hield een auto naast je stil mocht je gerust zijn. De
inzittende vroegen naar De Kolenboer. 37 jaar later, in 2005 houdt de familie
het voor gezien. Het is genoeg geweest. In het pand wordt er vakkundig
gerestaureerd en gerenoveerd. Het resultaat mag gezien worden en Johan De Wilde
bvba trekt hier vanaf 2013 in. Sanitair en verwarming, zonneboilers en
renovaties van badkamers. Nu bevind de zaak zich op de Kapelsesteenweg 117 te
Ekeren.
Korte Sterrestraat
In pand nummer 7 komt 'Vidal electronics' in 1986 met hi-fi meubels en disco
materiaal op maat gemaakt. Op het eerste verdiep had Dokter De Waele in de
jaren tachtig, van vorige eeuw, zijn praktijk. Later zou hij naar de Lange
Sterrestraat verhuizen.
Het smalle pand met nummer 12 heeft vroeger een klein kaaswinkeltje geweest bij
'Frans Verresen'. Aan de voorgevel is het nog duidelijk te zien. De tegels
glimmen nog zoals voorheen. Vooral at men in de vroege jaren van 1960 Hollandse
Goudas en Brie van eigen bodem. Kaas in vaste vorm met een zurige
karamelsmaak.
Kouter
Na
goedkeuring van het schepencollege op 26 maart 1970 wordt deze straat Kouter
genoemd. Kouter betekend 'bebouwd land' en komt hier tot zijn recht in deze
nieuwe wijk.
Op nummer 28 was 't Ekers Bloemenhofke gevestigd. Vanaf 1991 tot zeker 1993 was
hier bij Bette-Vingerhoed een Groothandel in bloemen, exotische planten en
snijbloemen.
Konijnenberg
De
'nieuwe' straat, sinds 11 december 1963, werd genoemd naar het oude toponiem
'Conijnenberch' in 1599. De oude onbewoonbare hoeve Van den Bril werd gesloopt.
Ze stond tegenover het 'Moretushof', nu de 'Antwerp International School'.
Op nummer 53 hadden we tot circa 1987 dagbladhandel 'Mikie' of 't Konijntje.
Begonnen met rookwaren en dagbladen, maar uiteindelijk uitgegroeid tot een
heuse mini-supermarkt met alles erop en eraan.
Nummer 24 werd in 2014 'Beautycilious' op het eerste verdiep. In dit
appartement kan je terecht voor alle klassieke verzorging zoals pedicure,
manicure gelnagels, gelaatsverzorging zelfs aan huis.
Statiestraat
De
straatbenaming vond haar oorsprong in het nabijgelegen spoorwegstation bij het
begin van de straat langs de Veltwijcklaan. De spoorlijn verbindt Antwerpen met
Roosendaal. De Statiestraat is langs één zijde bebouwd en bezit enkele grote,
prachtige villa's en landhuizen die gebouwd werden eind 19de- en begin
20ste-eeuw.
Het nummer 5 is een landhuis dat gebouwd werd rond 1900.
Nummer 6 is eveneens een landhuis van begin 1900.
Nummer 7 noemt 'Avondrust'
Nummer 8 'Lentelust' is een verkooppunt van bloemen en planten uit eigen kweek
die decoratief worden tentoongesteld. Een 'Lust' voor het oog.
Nummer 9 is dan weer een villa die eveneens van 1900 is met prachtige boogramen
en decoratieve gevels. Omgeven door een oase van groen.
De nummers 16 tot 25 is Residentie ter Borcht een appartementsblok van vijf
verdiepingen hoog.
Het nummer 27 was van in 1920 een houtzagerij met de naam: 'Cardinaels-Verstraeten'.
Vanaf 1947 werd de houtzagerij overgenomen door Arnold Groven uit Limburg. De
naam veranderde in 'De Toekomst'. Nadien werden de terreinen ontruimd en in
gebruik genomen door wegenbouwfirma 'Van As'. Eind 2015 staan er reeds enkele
nieuwe woningen op het terrein.
De nummers 28 - 29 bevinden zich op de hoek De Noteschelp/Statiestraat. Dit
gebouw is de voormalige herberg 'De Noteschelp' dat werd opgetrokken in 1901 in
opdracht van Antoon Van de Weyngaert. Vanaf 1902 tot 1908 was deze herberg het
eindpunt van de paardentram die vertrok aan het station. Na 1919 werd de
herberg stopgezet en werd het pand een woonhuis van een verkoper van
bakkersgerei. De voorzijde is afgeschermd door een hoge haag.
De Noteschelp
Een
straat zonder winkels maar ik kan het niet nalaten er enkele woorden over te
vertellen. De straat is ontstaan rond het jaar 1900 voor de opbouw van enkele
villas. Aan de overzijde (pare kant) staan moderne woningen die eind van de
twintigste eeuw werden opgetrokken. Ook nu, in de 21ste eeuw wordt
er duchtig gebouwd. Er is dus niet alleen in de Statiestraat enorm veel
nieuwbouw bijgekomen. Er werden recent twee nieuwe straten aangelegd. De eerste
noemt 'De Schomme'. Wat zoveel betekend als verwilderd terrein, begroeid met
buntgras en onkruid. In deze nieuwe straat staan al enkele nieuwe huizen. De
volgende nieuwe doodlopende straat is 'De Kleine Geest'. Genoemd naar een
hoger gelegen onvruchtbare zandgrond. Hier is alles nog kaal. Links van de
nieuwe straat stond 'Villa Berkenhof', gebouwd rond 1900 met een prachtige
veranda als aanbouw en omgeven door statige bomen. De gronden van De Noteschelp
behoorden toe aan wegenbouw 'Van As'. Eind november 2015 werd het gebouw in de
vroege morgen gesloopt. De bandensporen van een bulldozer zijn nog zichtbaar.
Zelfs een tussenkomst van Ekers Onroerend Erfgoed mocht niet baten. Van de
villa rest slechts een eenzaam wit kruis dat geplaatst werd door de
buurtbewoners op de omgewoelde aarde. Het opschrift luidt: Berkenhof 1900 2015.
Een
ander mooi vrijstaand landhuis steekt boven de beplanting uit. De villa werd
gebouwd omstreeks 1903 als Villa Britania.
Eind
juli, begin augustus 2014 werd de spoorwegbrug door de buurtbewoners opgefrist
in een kleurrijk koraalrif. Alle graffiti werd mooi overschilderd met kleurige
visjes en planten.
Langs
het zebrapad dwarsen we de straat, slaan links af en wandelen langs de pare
zijde van de Kloosterstraat.
Op de hoek Kloosterstraat/Bilderdijk was, in een voormalig pand, een
kruidenierszaak gevestigd. Sinds enkele jaren is het een moderne nieuwbouw met
appartementen geworden.
In het pand (150) was Etaleur Collet recent nog zaakvoerster. Het is een gewoon
huis in de rij. Achter de beide ramen kon je steeds genieten van mooie en warme
etalagekunst. Voorheen was hier een kolenleverancier gevestigd. Een in- en
uitrit was langs de Bilderdijk.
In de vroege jaren van de 20ste eeuw was op het nummer 146 café
Proost gevestigd. Naderhand kwam er een discotheek. In het jaar 1975 was er
Timiama gevestigd. In 1991 werd de naam veranderd in Donkere Wolk tot en met
1992. De donkere wolken scheurden uiteen en men veranderde de naam in:t Galjoen. (2015).
De zij inrit van supermarkt Colruyt bevindt zich op nummer 122.
Op het huisnummer 112 was een bakkerij gevestigd met de naam 'Paul'.
Aan nummer 108, was in 1981-84 op dit adres een schoenmakerszaak Den Dijk
gevestigd van de familie Crauwels/Roosenboom. Later kwam er een afhaal chinees.
Het is een gewoon rijhuis en niet aan de voorgevel te zien dat hier handel werd
gedreven.
In nummer 102 was ooit bakkerij 'La Paloma' gevestigd met als specialiteit:
marsepein. Of het ooit een volwaardige bakkerij was is niet geweten. Het lijkt
alsof hier alleen een distributie en administratiekantoor gevestigd was. In
november 2015 opent Auto Center Ekeren zijn deuren. De uitbaters beloven
kwaliteit te leveren aan voordelig tarief. Voor een check-up, onderhoud of een
herstelling. Zonder afspraak.
Op de parking van Van Ende stond lang een frituurwagen die uitgebaat werd door
Anita van 1989 tot 2007. Zij bewoonde het naastliggende pand nummer 100. De
dochters Sas en Linda namen het in 1998 van haar over. Het frituur is al enkele
jaren uit het straatbeeld verdwenen.
Achteraan werd door Jef Van Ende en Johan De Bie van 1980 tot 1993 Selfmade
Ekeren opgericht. De zaak werd onlangs overgenomen en noemt nu HandyHome.
Supermarkt AD Delhaize bevindt zich momenteel op het nummer 90. Hier was
voorheen Meubelen Van Ende en daarna supermarkt Van Ende gevestigd met in
1987-89 De Vleesmeesters.
Nummer 86? Achter het kapsalon bevond zich vroeger feestzaal-restaurant
Mistral. Danny, onze oudste zoon, herinnerd zich nog dat na het restaurant hier
een vogelkeuring plaats vond. Delhaize gebruikt de ruimte nu voor opslag van
goederen.
De Cliënt op nummer 84 is een kapsalon dat al jaren een vertrouwd beeld in deze
straat is. Hier was nog de Ekerse Videotheek gevestigd.
Tussen de apotheek en kapsalon 'De Cliënt' bevindt zich de school 'Moretus'.
Eduard Moretus zorgt voor een stuk bouwland langs de weg naar Hoevenen. Met de
school wordt gestart op 27 september 1838 met 4 leerlingen en 3 zusters. De
zusters die les geven waren van de congregatie van Sint-Vincentius a Paulo uit
Gijzegem. De school wordt al snel te klein en moet uitbreiden. De zoon, Alexis
Moretus, is de nieuwe grote financier van de uitbreiding. Op 10 november 1995
neemt de school afscheid van de twee laatste zusters van het O.L.
Vrouweninstituut. Zuster Claire en Aurelia gaan op rust in het klooster van hun
orde te Gijzegem. In het jaar 2005 gaat het O.L.V. van Lourdesinstituut samen
met de Lambertusschool en wordt omgedoopt tot Moretus.
Het gebouw met nummer 80 werd gebouwd in 1913, volgens de muurankers in de
gevel, op de plaats waar maalderij De Schepper was. Achter de woning stond
van 1845 tot 1905 een windmolen. Drukkerij Taverniers pvba had hier zijn winkel
metschoolbenodigdheden. Achteraan was
de drukkerij gevestigd. Ons Rina haar jongste broer, Leo, heeft hier zijn
eerste stappen gezet als 'leerjongen'. Het is lang geleden, maar hij kan het
zich nog goed herinneren. Als hij erover praat lijkt het alsof alles gisteren
is gebeurd. De apotheek in het pand is van recentere datum.
In nummer 74 en 76 is het handelspand van de Merksemse Rijschool.
Het nummer 72 was voorheen nachtwinkel Lyaz pvba. Vanaf 1997 was dit pand een
immobiliënkantoor van Immo De Laet. In 2006 verhuist hij naar het hoekhuis in
de Dorpstraat. Vanaf 2006 is er een Thai restaurant gevestigd. Enkele tafels en
stoelen staan ter beschikking, maar je kan de gerechten ook mee naar huis
nemen.
In nummer 68 was rond 1990 Pagadder gevestigd. In 1991, is er sprake van Big
Bijou: verkoop van oorbellen, colliers en armbanden. Ook stolas, ringen en
kinder bijouterie. In 1992-93, komt hier Consensio, een bureau om
kapitalisatiebonnen te verlengen. In 1997-99 is het de beurt aan het
Spaarkrediet, vanaf het millenniumjaar 2000 is het Centea bank.
Ernaast in nummer 66 is ooit een kledingwinkel van Nini geweest, van 1977 tot
1985. Van 1986 tot 1989 wordt het Maddys Mode' dat uitgebaat werd door G.
Aerts-Jubert. Een zaak met als specialiteit: rokken en broeken tot maat 54.
Tijdens de jaren schakelt het echtpaar over naar Belgische en Duitse mode tot
en met maatje 56. Sinds enkele jaren is dit pand een rijwoning. Een groot bord
van een immobiliënkantoor voor het raam laat duidelijk weten dat het pand net
verkocht is.
In 1996 vinden we Maddys Mode terug als sponsor in de jaarboekjes van de
carnavalstoet, maar dan in pand nummer 64. De fastfoodketens hebben hun tol
geëist: tot 2001 werd er dameskleding verkocht tot maatje 58. Als laatste heeft
een nachtwinkel hier onderdak gevonden. De rolluik is naar beneden. Er komt een
nieuwe huurder in.
In het nummer 62 was nog het Ekers Fotocenter gevestigd van Jos Brocatus.
(1977-94). Alle grote merken van pocketcamera tot professioneel materiaal was
hier voorradig. Van 1995 tot 1999 komt Foto Katleen in dit pand. Ze beloofd het
ganse jaar door gratis dubbele fotos of vergroting. Het pand is nu een woning.
Het winkelpand nummer 60, op de hoek met de Molenstraat, was vroeger een
platenzaak met de naam: 'Mi-Be-Mol' van 1977 tot 1987. Nu is al enkele jaren
hier restaurant Gino gevestigd vanaf 1994. De pita en pizzeriazaak vierde in
2014 zijn 20 jarig bestaan.
De nummers 56 en 58, op de hoek met de Molenstraat, is een appartementsblok van
Jan Thijs. Hij handelde in onroerende goederen. Achter de garage, in de
Driehoekstraat, verhuurd hij nog altijd garageboxen. Daar hadden wij in de
jaren tachtig onze garage voor onze eerste auto.
Welk huisnummer het nu juist was is niet meer geweten. In nummer 54 of 52 heeft
kunstschilder Petrus Valckx (1920-1996) nog zijn schilderijen tentoongesteld.
In het jaar 1960 ongeveer.
Nog een voormalig winkelpand op nummer 54 dat omgebouwd werd tot familiewoning.
Er was voorheen een sportkledingwinkel gevestigd. Hier was in 1993 tot 2007
Arabesk gevestigd, een kledingzaak met vrijetijds- en sportkledij voor het
hele gezin.
In het pandnummer 52 had Van Dijck-Joos (1977-97) een zaak in Electro. In 1999
was Knokker aan de beurt. Een zaak met doopsuiker, geboortelijsten en kleding
voor kinderen tot 4 jaar. In 2011 werd het pand nog een bijhuis van Van Dijck.
Voor de vitrine stonden inbouwtoestellen tentoongesteld. Nadien vestigde hier
een Schoenmakerij met Sleuteldienst. Deze zaak was voorheen in de
Driehoekstraat gevestigd. Wegens onteigening of einde huurceel verhuisde de
zaak hiernaar toe.
In het nummer 50 was tot 1975 fonoplaten Mi-Be Mol gevestigd. Hij verhuisde
naar winkelpand nummer 60. In 1984 tot 1993 was hier restaurant Oud Ekeren
gevestigd. In 2013 werd dit even de thuishaven van J &R Team; met
artisanale pralines, snoep schepijs en nog veel meer. Thans 2015 is in nummer
50 een Lunchroom-IJssalon gevestigd. Voorheen was hier onder andere 'Race
Paddock' gevestigd. Een zaak met schaalmodellen, boeken en DVD's. Men kon hier
tevens bereide broodjes kopen. Ook nachtwinkel 'Sawera' vond hier tijdelijk een
onderkomen. Naast de zaak bevindt zich feestzaal 't Rood dak, dat vroeger nog
Coop noemde. Nu is er af en toe een Repair Café gevestigd, waar vrijwilligers
kapotte spullen repareren tijdens een gezellige babbel. De herstellingen zijn
gratis.
Ook nummer 46 is een gerenoveerd winkelpand waar iets van afslanken in heeft
gehuisvest. In 1977 tot 1984 werd hier een kinderkledingzaak uitgebaat met de
naam Benjamin. In 1985 tot 1988 wordt het kinderkleding Pagadder. In 1994 tot
en met 1998 komt Ricardos met zijn herenkleding in dit pand. Kwaliteitskleding
binnen ieders handbereik.
In nummer 44 van de Kloosterstraat was in 1987 Elysée. Boetiek Yentil vanaf
1990 tot 1997. In 2006 tot 2008 was het de beurt aan Den Ekerse pijl, alles
voor Dartliefhebber, ook borduren van textiel. Na een 'advies-slank-fit' zaak,
werd het pand gerenoveerd tot een gezellige woning.
Voor het nummer 42 staat een stelling met zeildoek. Tot en met 1995 was hier
lingerie J. Rombouts gevestigd. Een breukmeester die werkte voor alle
ziekenkassen. Daarna 1998 tot het einde van de eeuw was Lingerie Bodyline hier
gevestigd. Een winkel met exclusieve topmerken, maat 70a tot 140g. Achteraan
was 'Ekers Zonnebankcentra' gevestigd.
Nummer 40 is momenteel een leegstaand pand. Hier was voorheen 'Het Knopke'
gevestigd, die verhuisden naar nummer 4 in de straat. Daarvoor was banketbakker
St Jozef hier gevestigd van 1977 tot 2007
Nummer 38 was ooit Trico Bello. In 1995 tot en met 1997 kwam hier een naai- en
breimachine winkel met breischool.
Het nummer 36. Rond het jaar 1977 tot 1992 was Keurslager Schellekens op dit
adres ingeschreven. Alles werd ten huize vervaardigd door gediplomeerde vaklui.
Daarna bediende Keurslager Heynen-De Leus van 1993 tot en met 2008 hun
cliënteel in dit winkelpand. In het pand bevindt zich nu 'Wassalon de Parel'.
Op nummer 34 was begin jaren 1970 'Meubelen
Valckx' hier gevestigd. Ook noemde dit pand: 'Parfumerie Ladyface' van 1977 tot
1996. Een schoonheidssalon voor dames. Kapsalon Britt issinds 1996 een vertrouwd beeld in de
Kloosterstraat. Na een tijdje in de Lange Sterrestraat een kapsalon te hebben
uitgebaat kwam ze in dit pand terecht.
Op nummer 32 was Coiffure René gevestigd vanaf 1977 tot en met 1979.
Naderhand bevond zich hier een kapperszaak van Lutgarde. Nadat zij in de
Moretuslei haar kapperszaak opende werd het pand in de Kloosterstraat
veranderd. Vanaf 1990 tot 1996 werd de winkel over genomen door Jef Lenaerts:
een zaak met groenten, fruit, wijnen en verse kruiden. In 1998 lezen we t
Krommeke op de vitrine. Naast groenten en fruit verkoopt men ook noten en
gedroogde vruchten. Thans is de het pand 30-32 vanaf 2010 ingericht voor
dagbladhandel Rewers PP. Op de vitrine lezen we: 'totale uitverkoop'. In
oktober 2015 sluit hij voorgoed de deur. De benedenverdieping wordt thans te
huur aangeboden.
In Kloosterstraat 30 kon je alle dagen terecht bij Frituur Tilly. Van voor
1977 tot 1988. Koude schotels en kip aan t spit waren de specialiteiten. In
1989 tot 2007 werd het Yellow Snack.
Het nummer 28 was in de vroegere jaren een schoonheidscentrum Lady Face, in
1974.
Achter de gevel van nummer 24 was in 1995-1996 het Zonnecenter gevestigd met
'privé sauna en snelbruiners'. Ook badmode en lingerie. In 1997 tot 2000 kwam
ECU Travel in het pand, voor al uw reizen. Daarna nam Van Dijck ook dit pand
over om de zaak uit te breiden.
Het nummer 22 was voorheen een reisbureau met de naam 'Spillemaeckers'
gevestigd. Volgens een facebookvriend zat in nummer 22a kleermaker Jef
Hendrickx en nummer 22b was een verkooppunt van naaimachines. Nostalgische
momenten. Hier heeft Van Dijck-Joos zich gevestigd. Een zaak met elektro, hi-fi
en stereo van 1997 tot op heden.
Nummer 18. Het pand dateert van 1900. In die tijd werd er een café uitgebaat.
Er waren heel veel cafés in Ekeren die tijd. Te veel van het goeie. Dat kon
niet blijven duren. In 1978 noemde de winkel nog Gabriëls, een winkel met
textiel en kleding. Ons Rina heeft hier ongeveer dertig jaar geleden, (1981)
toen het een babywinkel was met de naam Bambi, een dekentje en duwwagentje
gekocht voor onze jongste zoon Edwin. Kaaswinkel Alpenhoorn opende voor het
eerst haar deuren op 1/10/1994. Info van Tamara Heynen, waarvoor dank.
Ook nummer 16 is nu een leegstaand winkelpand. In 1977 tot 1992 was hier nog
zetelgarnierder van Bolders-Strybos gevestigd. Ook Trialco and Sercom
international heeft hier handel gedreven. Een zaak die handelt met
elektrotechnische bouwelementen. Nu wordt alleen het uitstalraam gebruikt door
bakkerij Bossuyt om zijn artikelen te showen.
Het pand, nummer 14, staat leeg.
Het nummer 12 in de Kloosterstraat is momenteel een kapsalon (2015) Nieuwe
Stijl voor Heren en kinderen. Dit was vroeger, samen met het nummer 14
eveneens garage Mooens pvba. Een Mazda verdeler waar we begin jaren tachtig,
van vorige eeuw, onze eerste auto kochten 1980-09.
Rechts naast de bank, op het nummer 10, bevindt zich het bekendste winkelpand
van Ekeren. Algemene IJzerwarenhandel Goosens met als specialiteit:
gereedschappen van voor 1977.
In nummer 8. In de jaren stillekes was hier fotolabo De Strecker gevestigd. In
dit labo deed Paula, echtgenote van ons Rina haar oudste broer Hubert, haar
best de beste fotos uit te kiezen voor de klanten. Ook was hier Copco Travel
gevestigd, voordat hij naar de Dorpstraat verhuisde. In 1979 had begrafenissen
en crematies C. Haast hier een zaak gehad tot 1984. Hij verzorgde alle
transporten in binnen en buitenland. In 1991-94 , kwam FamiBank in dit pand
voor persoonlijke leningen en andere bankverrichtingen. In 1995 wordt het
Citibank. Leningen snel en voordelig. In 1998 wordt het een Ippa Bank. Alle
verzekeringen, leningen en financieringen. In 2000 en tot op heden is hier AXA
Bank en verzekeringen gevestigd met als directeur de heer De Coster.
Het winkelpand nummer 6 was in 1985 tot 1992 Phildar hier gevestigd. Daarna was
tot 2002 de zaak eigendom van Heirman die er een schoenwinkel uitbaatte. In
2003 tot 2007 kwam Tearoom Den IJsberg in dit winkelpand, met pannenkoeken,
verse wafels, roomijs en belegde broodjes.
Als
laatste werd het gelijkvloers verhuurd aan Carluccio. Sinds zijn
Pizzeria-Trattoria sloot staat het pand al geruime tijd leeg.
In het winkelpand nummer 4 werd er door de vrouw van Jef De Hoon boetiek 'Lef'
open gehouden met de toen bekende merken, das lef hebben. Dat was van 1986 tot
2002. Ze organiseerden elk jaar een modeshow in het Ekers Hof. Daarna was
kledingwinkel Oceane pvba aan de beurt in 2006 en 2007. Vervolgens werd de zaak
'Het Knopke' genoemd. Een handwerkwinkel met wol in verschillende kleuren.
Daarna vond hier het Cultuur Centrum van Ekeren tijdelijk onderdak voordat ze
naar het Hof de Bist, in de Veltwijcklaan, verhuizen.
Op nummer 2, naast de inrit van het 'Godshuis'. Tijdens mijn jeugdjaren zag
het er hier allemaal anders uit, weet ons Rina te vertellen. Het was een
gezamenlijke overdekte ingang voor drie winkels: het winkelpand van Zeeman was
'De Wolmolen' in 1979. De ingang bevond zich links, rechtdoor was de ingang van
een kleine cremerie zaak. Rechts was nog een winkeltje, maar ik weet niet meer
wat ze daar toen verkochten. Dan is Atlas Stock in 1996 gekomen, een winkel met
huishoudartikelen. Vervolgens werd het pand in 1999 overgenomen door Phildar.
Sinds enkele jaren is er de Zeeman gevestigd.
Tekst:
Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs. Bron: Alle Facebookvrienden en speciale
dank aan Luc Somers - Erik Bontinck en de jaarboekjes van De Bierpruvers.
De
straat kreeg haar naam naar de toenmalige oprichting van het kloosterhuis van
de Zusters van St-Vincentius a Paulo uit Gijzegem, de vroegere Onze-Lieve-Vrouw
van Lourdesinstituut.
Destaatsbaan werd met kasseien geplaveid rond
1850. In 1887 wordt de eerste tramlijn gelegd. De tram verdwijnt uit de
Kloosterstraat in 1966 en de sporen verdwijnen in 1975.
Soms
zal je merken dat de huisnummers niet overeenstemmen. Waarschijnlijk door
vernummering eind jaren zestig van vorige eeuw. Een excuus om fouten te maken.
We
starten onze zoektocht naar verdwenen winkels vanaf de Dorpstraat langs de
onpare nummers en wandelen noordwaarts richting viaduct Leugenberg. Aan de
lichten dwarsen we de straat en keren langs de pare nummers terug naar de
Dorpstraat.
In pand nummer 1, op de hoek, Driehoekstraat/Kloosterstraat, was tot 1977 de
herberg 'Het vliegend wiel van Jan Kanora gevestigd. Na de nodige renovatie
werd vanaf 1979 tot 1990 hier de bank J. Van Breda open gehouden. Vervolgens
was er een computerwinkel gevestigd die op politiebevel zijn deuren moest
sluiten. Vastgoed Hecerna bouwde eveneens hier later een zaak op. Daarna kwam
immobiliënkantoor Century 21 tijdelijk in dit pand, tot de zaak verhuisde naar
de Markt. Nu is in het winkelpand vanaf 2011 Inpa Computers gevestigd. Een
webshop voor pc, laptop, tablet en smartphone. Zelfs online kan besteld worden.
In de winkel sta je tegenover een ervaren deskundige.
Op nummer 3 was 'Begrafenissen H. Holemans' gehuisvest. Achter de hoek was
vroeger pand nummer 5. Er bevond zich een klein café met de toepasselijke naam:
In den Driehoek. We spreken hier over de jaren twintig en dertig van vorige
eeuw. Het café vond geen overnemer meer en moest verkocht worden. Holemans was
er als de kippen bij. Kocht de zaak en liet het pand renoveren. Het huisnummer
verdween. Langs een driedelige deur kon je daarna binnen in een rouwzaal. Na 70
jaar geschiedenis stopte de zaak zonder overname in september 2013.
Op het huisnummer 7 was het voormalige cafépand 'Taxi' gevestigd vanaf 1977.
Van 1989 tot en met 1993 nam kledingzaak Ricardo's de zaak over. De zaak werd
genoemd naar het toenmalige Miami Vice personage. In 1999 was hier nog de
bescheiden Antiekhandel van Patrick Wyllinck gevestigd. Een groothandelszaak
met eigen fabricatie in Tsjechië. In het jaar 2000 kwam 'M.J. Reizen' in het
pand. Een reisagent voor alle touroperators zoals Sunsnacks en Jet Air. Nu is
het een gerenoveerde woning.
In pand nummer 9 was vooreerst drogisterij Hoet en Co gevestigd (1980). Daarna
kwam Colorama pvba tot 2006. Een speciaalzaak in verven en behang vanaf 98,- BF
voor een rol. Heel het gebouw werd met de grond gelijk gemaakt en er werd een
nieuwbouw opgetrokken. Op het gelijkvloers is een winkelpand voorzien en er
kwam 't Ooievaarke, een winkel in babyartikelen. Vanaf 2015 wordt het pand
uitgebaat als kapsalon 'Image' voor dames.
Het winkelpand ernaast, nummer 11, was vanaf 1996 tot 1999 een Cera bank. Dan
kwam VDAB 'De Werkwinkel Ekeren'. Het loket waar werkzoekenden terecht konden
met vragen over werk. Nu is er het consultatiebureau 'De Voorzorg' in
ondergebracht, in samenwerking met Kind & Gezin.
Huisnummer 13 herbergt thans VCLB 'De Wissel-Antwerpen Medische kringloop.
Voorheen was hier schoenen Lenaerts gevestigd.
In nummer 17 was de voormalige Volvo garage van Mooens en zonen pvba van 1980
tot 1988. In de begin periode verkocht hij naast Daf auto's ook LPG, diesel en
benzine. Na renovatie- en verbouwingswerken kwam er in 1989 tot 2005 'Car Top
NV'. Onderhoud Volvo en verkoop van tweedehandswagens met waarborg. Naderhand
werd het pand overgedragen aan 'Bul-Construct, een zaak die ramen, deuren en
sectionale poorten aan de man bracht. Nu is het eentweedehandsboetiek geworden met de naam
'Pastin'.
Het pand van Electro Gielens vinden we hier al voor 1977. Het is gelegen op
nummer 19 tot en met 21. Eerst handelde Gielen uitsluitend in haardvuren op het
nummer 21. In nummer 19 was de voormalige cinema Corso gevestigd. Hier heeft
menig Ekerenaar, begin jaren '70, nog één van de laatste films gezien voor men
definitief de deuren sloot. Nu is het de overdekte parking van de zaak Electro
Gielens.
Het nummer 23 is een leegstaand handelspand. In 1977 tot en met 1986 bevond
zich in dit pand Droogkuis De Vos. Het bedrijf waar kleding en textiele
stoffen grondig worden gereinigd en gewassen. Het deskundig personeel is
ervaren om delicate kleding te strijken, te persen en indien het moet zal het
netjes en piekfijn verstevigd worden.
Het pand met nummer 29 is een rijhuis waar in 2001 fotografie Marc Adriaenssens
was gevestigd, met specialiteit: huwelijksreportages. Voor een blijvende
herinnering aan de mooiste dag in het leven van een bruidspaar. Glamour en
romantiek wordt voor eeuwig vastgelegd tijdens de foto-shoot. Een dag waarop
bruid en bruidegom stralen van geluk mag gezien worden.
Lang geleden zou, in nummer 33, een winkel zijn geweest met de naam 'PRO',
vanaf 1977, een winkel met geschenken en seizoenartikelen. In de zomer werden
er tuin- en klein meubelen aangeboden. Ook elektrische huishoudapparaten,
keukengerief...etc. gingen vlotjes over de toonbank. De moeder van Jeannine
Somers was er gerant. Het All Fitness Center dat een tijd uitgebaat werd door
Lily De Block, is vanaf 1991 een vertrouwde zaak van Ekeren.
In het pand nummer 35 naast de Fitness zou Parfumerie Ladyface handel gedreven
hebben voor ze verderop kapsalon René over nam. Tot 1991 was hier De
Kaashoeve van Maria De Bruyn gevestigd. In haar zaak vond je een grote keuze
in zachte- en harde kazen en fijne charcuterie.
Het nummer 37. Begin jaren tachtig stond hier nog een pand met café
Stoplicht. Daarna, in 1990 kwam t Ekers Winkeltje tot 1996 met verkoop van verschillende
varia s, geschenken, cosmetica, huishoudartikelen en darts gerei. Het kleine
winkeltje werd afgebroken voor een parking.
Kloosterstraat 39 is de school 'Dreihoek' die met de jaren uitgegroeid is tot
een kleine campus. In 1995 verdwijnt de kleine parking wegens de uitbreiding
van de school. Sinds september 2015 werd een nieuwbouw ingehuldigd voor de
kleuters, op de plaats waar de parking was.
Op nummer 53 verkocht men vakkleding en textiel tot 1979. In 1981 vindt men
hier Poot Stoop. In 1995 was er zelfs sprake van een Pita Huis. De panden 53 en
55 werden afgebroken om plaats te maken voor de kleuterklasjes van de school.
Nummer 57, op de hoek met de Blarenstraat, stond tot 1978 Café t Kloosterke.
Ook deze zaak verdween van de aardbodem. Na afbraak werd een moderne woning
gebouwd van drie verdiepingen hoog, met acht appartementen.
Op de andere hoek met de Blarenstraat, nummer 59, staat café Duivenbond,
genoemd vanaf 1976, maar bestaat al veel langer. Vanaf dat jaar dan kon je
terecht bij Jean en Gaby tot 1991. Daarna namen Myriam en Peter het café over
tot 1993. Als laatste werd het bij Rikke en Myriam. Het is al een hele tijd
gesloten na een brand. De ramen zijn nog steeds geschilderd met wensen voor
kerst en nieuwjaar van een jaar of twee geleden. We kunnen binnen gluren via
een openstaand raam. Alle muren zijn met Gyprocplaten afgewerkt. De naden zijn
grondig geplamuurd. Het is wachten op de schilder. In december 2015 zijn de
ramen ontdaan van de kerst en nieuwjaarswensen.
In nummer 63 kwam tot 1978 Coiffure Hilda Adriaenssens. Daarna werd het in 1979
nog een dameskapsalon Hilin. Iedere woensdag was tienerdienst met -15%. In
1990 nam Bondoline de winkel over. Vanaf dat jaar kan je terecht voor
doopsuiker, snoep, pralines en Antwerpse handjes.
Op nummer 65 was vanaf 1977 tot en met 1992 Boetiek Sabine gevestigd. Daarna
nam Bondoline de winkel over en breidde op die manier haar zaak uit.
In nummer 67 kwam vanaf 1977 tot 1979 Nieuwkuis Lamot. Hier was voorheen
Cromheeke Tuinaanleg gevestigd. Daarna kwam Werner Hertoghs van 1990 tot 2009
zich hier vestigen. Een zaak met rookwaren en dagbladen tot hij verhuisde naar
handelspand 32. Als laatste kwam hier A&G Solutions in 2015. Een zaak die
schoonmaak aanbiedt.
Het nummer 71 was van Boekhandel Herbosch tijdens de periode 1977 tot 1979.
Van huisnummer 69 tot en met 75 is in 2013 een nieuwbouw opgetrokken zonder
handelspand. Hier was voorheen Pandava gevestigd. Een bescheiden zaak die
startte in huisnummer 71 en steeds verder uitbreidde naar de naastgelegen
panden. Pandava verhuisde in 2009 naar Hoevenen in de Hoge Weg. In het hoekpand
met nummer 77 kon je ooit wafels en pannenkoeken eten bij Crêperie 'Denise'.
Naast een grote keus van ijscoupes en warme wafels, verkocht Denise ookwarme en koude snacks. Kwaliteit is ons
reclame kon je op de folders lezen van 1980-86.
--Nummer
73, was in 1974 een winkel van algemene voeding bij de Pol gevestigd. In 1977
tot 1979 was hierDenise de
uitbaatster. Daarna nam Pandava dit pand over van 1980 t/m 2009.
In nummer 75 baatten Elisa Sabbe-Hermans hier hun schoenenzaak uit met de naam
Elise. Van 1977 tot en met 1991
In het hoekpand, nummer 77, werd gestart met een voedingswinkel. Volgens
Facebook vrienden was dat 1977 en 1978. Verdere gegevens ontbreken. Vanaf 1980
kon je hier wafels en pannenkoeken smullen bij Cremerie Denise tot 1994. Een
Grieks restaurant nam de zaak over.Sinds 2003 is het pand restaurant Giovanni's, pita en pizza.
Het winkelpand, hoek Kloosterstraat/ Lange Sterrestraat met nummer 79, heeft in
eerste instantie een kinderwinkel geweest met de klinkende naam 'Kinderdroom'.
Nadat de verkoop van kinderwagens en kinderstoeltjes minderde werd de zaak
gesloten. Na enkele renovaties werd de zaak van Kapper Danny Backe in 1979
ingehuldigd. Daarna nam een andere kapper zijn zaak over, 'Kapsalon Jacomo' in
1994 en 1995 . Nu huist hier sinds 2009 kapperszaak 'Jirina'. De ingang is in
de Lange Sterrestraat. De kortelings gerenoveerde appartementen, boven de kapperszaak,
hebben hun ingang in Kloosterstraat 79.
In winkelpand nummer 81 heeft voor zover wij weten apotheker Engels-Brabants
gestaan tot 1983. De apotheek verhuisde naar de overkant in nummer 80.
Sindsdien staat het pand leeg en te huur.
In nummer 83 kon je in 1977 terecht bij bloemensierkunst Azalea tot 1984 met
een specialiteit van bruidsruikers en grafkransen. Ook Marijn de Jong heeft
hier winkel gehouden tot hij verhuisde naar de Markt. Momenteel kan je hier
terecht voor Kinesitherapie en medische voetverzorging.
Winkelpand nummer 85 was bekend tot ver buiten de grenzen van Ekeren. De
'François' werd hij tot op het laatst nog genoemd alhoewel zoon (Charel) en
echtgenote achter de toog stonden. Een elektronische kassa heeft er nooit
gestaan. Ze maakten de rekening steeds met potlood op stukjes papier. In de
week was het vooral de schoolgaande jeugd die het winkeltje terroriseerden
voor snoepgoed. Op zondag dan stonden mensen in rijen tot buiten aan te
schuiven voor verse charcuterie. Het ging in één moeite door want naast de
François heeft altijd een bakkerij geweest. Na stopzetting van hun zaak werd
het pand gerenoveerd en kwam er de Webfabriek CVBA in. Nu zijn er verschillende
burelen in gevestigd.
Het pand ernaast, nummer 87, is een bakkerij. Er zijn ondertussen veel
uitbaters de revue gepasseerd. Ik denk aan: Banketbakkerij Phillipsen
(1977-85), Wouters pvba 1986-07, Bakkerij Van Hooydonck 2008-2013 en sinds 2014
noemt de zaak t Bakkerke.
In nummer 91 was voorheen naaibenodigdheden Verwimp gevestigd, tot 1979. Tot
Pandora de zaak overnam van 1980 tot 1996. Een zaak die met de jaren uitbreidde
naar het nummer 89, het naastgelegen pand. In 2009 werd de winkel omgetoverd
tot een snack-praatcafé 'Jump-Inn' tot 2011. Vervolgens werd het pand overgenomen
en veranderde de naam in 'Place.2.be'. Verkoop van belegde broodjes, dranken,
koffie etc. Het mocht niet baten. Voor de grote vitrine hangt een bouwaanvraag.
Een aannemer zal het gebouw afbreken, tegelijkertijd met het hoekpand ernaast.
Nadien wordt een appartementsgebouw opgetrokken met 6 woongelegenheden eneen handelspand op de benedenverdieping.
Op het nummer 93, op de hoek met de Moretuslei, bevindt zich momenteel een
T-shirt drukker. De uitbater mocht nog 6 maanden over dit pand beschikken. Het
logo van de vorige huurder, van dit pand, ACV is nog duidelijk zichtbaar boven
de uitstalramen. In dit winkelpand verkocht Cado-Disc voorheen zijn CD's,
vinylplaten en cassetten. Ooit was hier café Stardust gevestigd vanaf 1965.
Eerst werd het uitgebaat door de heer en mevrouw Van Werf. In de jaren tachtig
werd je nog bediend bij Nini.
Ik
krijg een schrijven van Marc De Mulder met de melding dat zijn vader daar het
café openhield. Maar... en nu citeer ik Marc: doordat mijn vader bokser was
geweest noemden ze hem De Kid. Het bleef hun café tot 1978. Daarna werd het
overgenomen door Mon de goochelaar.
In
het weekend hoorde men tot ver in de omtrek de discobar spelen. Alles
verdwijnt, helaas, ook dit pand wordt met de grond gelijk gemaakt voor een
appartementsblok.
We staan voor het hoekpand met de Moretuslei, nummer 95. Tot 1978 was het hier
Franco-Belge, een drogisterij. Hier was nog een schilder-behangerswinkel van
Claessens of Niemans gevestigd. Volgens ons Rina moet hier nog een kapperszaak
gevestigd zijn geweest. Snackbar 'Handgesmeerd' bvba was hier nadien gevestigd.
Daarna volgde in 2009 een ander broodjeszaak 'Delicious'. Het pand stond een
tijd leeg maar nu wordt het uitgebaat door Rookstop. Hier wordt je geholpen om
te stoppen met roken met laserstralen.
Nummer 97 is al jaren ingenomen door 'Assugal'. Een verzekeringskantoor.
In pand nummer 99 woonde Gontier P, een schilder en behangwerker.
Naast de ruime woning met nummer 107 is een inrit die leidt naar de
werkplaatsen van de voormalige Aerogo Europe nv Transportsystemen. Hier was
vroeger bouwondernemer Claessens gevestigd. Hij bewoonde het pand nummer 107.
Hij was verdeler van bouwmaterialen. Met haar vader heeft ons Rina hier vaak
zand en cement komen kopen voor de afwerking van hun nieuwe woning in de
Boerendijk. Sinds half september 2015 is men begonnen met de afbraakwerken van
de achterliggende loodsen en werkplaatsen voor de nieuwe Aldi met slagerij. Het
is spijtig dat ook het geboortehuis van Hendrik Kanora moet verdwijnen. Ikzelf
heb begin jaren tachtig een gedenkplaat tegen de gevel geplaatst. Hopelijk komt
er een nieuw verguld bord tegen de gevel te hangen waar het geboortehuis heeft
gestaan.
De woning, nummer 109, wordt afgebroken voor de nieuwbouw van Aldi. Voorheen
was hier een kapperszaak gevestigd Coiffure Thys 1989-90. Ook was hier
tijdelijk de onafhankelijke ziekenkas (OZ) in ondergebracht, tot deze naar het
Kristus Koningplein verhuist.
In het pand nummer 111 werd jaren handel gedreven in bloemen en planten door
Govaerts Dirk van 1993 tot 2003.
Op nummer 113 was voorheen boetiek Abbey Road tot 1979. In 1984 kwam het
Ekers Videofilm Verhuur in de plaats. Enkele jaren later, in 1990, was er
sprake van t Gazetje in dit pand. Vanaf 1992 tot 1996 , staat er dan t
Baguetje op de vitrine. Een nieuwe broodjeszaak die op haar beurt naar de
Dorpstraat verhuist.
De woning met huisnummer 119 met de grote poort ernaast behoorde toe aan een
melkboer. Hij deed zijn ronde nog met een triporteur. Waar is de tijd?
In het pand 123 was van 2000 tot 2012 Peter Driesens bvba gevestigd. Hij was
zaakvoerder en installateur Centrale Verwarming.
Op het nummer 127 werd een mooi statig kasteeltje gebouwd rond 1897. Het staat
wat achterin en heeft een voortuintje. Het noemde vroeger Villa Les Hirondelles
en het is Cultureel Erfgoed. Boven de garage is een glazen gaanderij dat het
huis verbind met een smal bijgebouw ernaast.
Het nummer 139 herbergde vier jaar lang Jeans Club met vrijetijdskleding. Van
1978 tot en met 1982.
Op de nummers 149 en 151 is Art-Deco gevestigd. Een firma van belettering en
digital printing.
Het nummer 153 is een leegstaande woning of pand waar onlangs 'Rookstop' zijn
waren aanbood voor de zaak verhuisde naar nummer 155.
Ook in het pand ernaast (155) heeft Rookstop gehuisvest geweest. Nadat het
hoekpand op nummer 95 vrij kwam verhuisde hij daarnaar toe. In de jaren
stillekes was hier café 'Den Dijkmolle' gevestigd. In 1983 en 84 huurde café
Den Baron het pand. In 1995 vinden we dan hier restaurant La Pasta gevestigd
met een Frans/Italiaanse keuken, tot 1998 . Nu is het pand verhuurd aan
Extramadura, een verzekeringskantoor (2015).
In het hoekhuis (157) werd vanaf het begin bier getapt. Eerst noemde het
etablissement café 'Den Dijk'. Daarna werd het café Happy Corner in 1979 en
80. Daarna stond Mon en Francine achter de tapkast tot 1982. De naam
veranderde in café Hoekske, maar dan zijn we al 1992. In 1994 tot 1996
veranderde weer de naam en noemde het hier café Maritime. Als laatste werd
het café 't Promilleke genoemd: bij Marice en Ludo. In 2007 sloot voorgoed het
etablissement. Nu is het een gerenoveerd pand en opgewaardeerd tot
gezinswoning.
In 1929 werd deze straat de grens tussen Antwerpen
en Ekeren. De vroegere Dijkstraat was onbewoond langs de zijde van Antwerpen.
In 1941 werd de naam Bilderdijk veranderd in Bilderdijkstraat.
Aan de Ekerse kant volgen de huisnummers elkaar op
in numerieke volgorde. De woningen aan de Antwerpse zijde van de straat hebben
onpare nummers. De Bilderdijkstraat gaat slechts tot nummer 19, tot de
Gebroeders Leemansstraat. Daarna neemt de Stad Antwerpen over met de straat
'Schoonbroek'. Op het eeuwig groene grasplein, naast het viaduct naar de
Leugenberg, heeft rond 1980-1985 een frituurwagen gestaan. Verdere gegevens
ontbreken.
Op nummer 1b was, nog voor 1970, een hengelsportwinkel
'In den Haak' gevestigd met aquaria en visgerei. In 1984 werd de zaak gestopt
en kwam 'frituur puntzak'. Elke vrijdag werden er voor 1 puntzakken met
frieten verkocht. Een drukte van jewelste. Nu noemt het pand 'Aan Tafel', een
frituur en snackbar met nog steeds dezelfde puntzak vol frieten voor 1. Ook
broodjes en snacks zijn te verkrijgen.
Ter hoogte van de nummers 13 en 14 is de in- en
uitrit van supermarktketen Colruyt.
Gebroeders Leemansstraat
Genoemd vanaf 1 september 1931. Ze werd vroeger
Korte Dijkstraat genoemd. De nieuwe straatnaam werd gegeven ter ere van de drie
gebroeders Leemans die sneuvelden tijdens WOI. Leemans Jaak, geboren te Ekeren
op 18 januari 1891 en overleden te Hoogstade op 2 juni 1915. Leemans Frans
Ludovicus Jos werd geboren op 30 april 1895 en overleed eveneens te Hoogstade
op 3 juni 1915. Leemans Constant Ludovicus werd ook te Ekeren geboren op 28
februari 1893 en overleed in het Militair Hospitaal te Montpellier op 15 mei
1917.
De straat werd geplaatst op verzoek van Joyce
Caluwé. Er zijn echter geen winkels. Na plaatsing op mijn blog krijg ik via
facebook een melding van Marc De Mulder met de volgende info: Als je via
Bilderdijkstraat deze straat inkomt, was er aan de rechterzijde een
herstelplaats voor fietsen en bromfietsen. Dat moet het derde of vierde huis
zijn geweest. Het pand had de naam: De Strop.
Februari 2017. Nadat Peggy Cambré mijn Blog
opnieuw deelde op facebook kreeg ik nieuwe informatie aangaande enkele straten.
Ik citeer niet letterlijk wat Guido Laureyssens schrijft, maar dit zijn de
feiten: Van mijn geboorte tot in 1955 heb ik samen met mijn ouders in deze
straat gewoond(huisnummer 67). Om
verder te gaan op de info van Marc De Mulder aangaande het pand De Strop...
De Strop (Frans Verschaeren) was havenarbeider en baatte samen met Irma, zijn
echtgenote en klein Stropke de zoon Leo, ook de herstelplaats voor fietsen en
bromfietsen uit. Zoon Leo was een zeer goed wielrenner tot bij de liefhebbers.
Door omstandigheden stopte hij met koersen en werd eveneens havenarbeider. De
echtgenote van De Strop, Irma, sprong zelf mee op de koersfiets in haar jonge
jaren en deed aan catchen in haar vrije tijd. Ik kan je verzekeren dat je daar
geen patat van wou krijgen. Zo heeft ze op een keer een demonstratie gegeven
met twee vrijwilligers in de werkplaats. Ze was toen al de vijftig gepasseerd,
jawadde. De Strop was een echte stielman in zijn herstelplaats. Alle dagen,
zowel winter als zomer, was het vollen bak in zijn werkplaats. Tot het noodlot
toesloeg. Frans, Kamiel zijn broer enbuurjongen Edward Verbaenen gingen vissen op de Oosterschelde en zijn
alle drie verdronken tijdens een opkomende storm. De broers werden eerst
gevonden maar voor Edward zijn er enkele weken overweg gegaan. Leo heeft dan de
zaak een aantal jaren verder gezet. Weer sloeg het noodlot toe. Leo kreeg een
zwaar ongeval ter hoogte van de Bistkapel in de Veltwijcklaan. In het pikdonker
liepen drie vrouwen naar de overzijde van de straat. Balans: 2 dodelijke
slachtoffers en één zwaargewonde. Leo was enkele jaren gehuwd en had naast het
ouderlijke huis een nieuwbouw opgetrokken. Aan de haven was Leo een
clarkchauffeur. Zonder erg reed hij onder een hijskraan door die ijzer
verplaatste. Een kabel brak en Leo werd verpletterd onder tonnen ijzer. Het
noodlot had hier zwaar huisgehouden.
Spijtig genoeg herinnerd Guido zich geen
jaartallen meer. Toch bedankt Guido Laureyssens!
NSB Straat
De straat behoorde vroeger tot de Kloosterstraat
en werd daarom in de volksmond 'Klein Kloosterstraat' genoemd. De NSB straat
werd geboren op 19 juni 1957. NSB is de afkorting van 'Nationale
Strijdersbond', een groepering van oudgedienden van beide wereldoorlogen. De
onpare zijde is bebouwd met woningen. Langs de pare zijde staan enkel
garageboxen en afsluitingen van tuintjes.
Ik plaats deze straat op verzoek van Peggy Cambré.
Ook hier geen winkels te bespeuren. Maar
Op het nummer 5 was tussen het jaar 2000 en 2002
één handelaar in de straat. Een zaak van Van Kiel Martin met ramen en deuren in
PVC en ALU.
Oorderseweg
Deze straat was vanouds de weg die leidde naar
Oorderen, langs de Ekerse Dijk, vooraleer er een eigenlijke straat kwam, was
hier een dreef in de richting van het Ursel- of Schoonbroekhof, dat tijdens de
17de-eeuw het eigendom en het buitenverblijf was van kunstschilder P.P. Rubens.
De hoeve, op nummer 7 werd gebouwd door de
weduwe van P.P. Rubens 'Helena Fourment' in 1644. Het werd een pachthoeve met
veel grond om te bewerken. De hoeve werd in 1923 verkocht en in 1934 verhuisden
de eigenaars naar Kloosterstraat 5, waar ze café 'In den Driehoek' overnamen.
De zaak werd overgenomen door H. Holemans en gerenoveerd tot een rouwzaal. De
laatste eigenaars, van de hoeve, zijn Walter Elst, een bekende kunstschilder.
Walter huwde met An van De Sompel die in de jaren 1992 tot 2003 in de verbouwde
stallen een computerwinkel uitbaatte.
Nummer 21 is een gewoon rijhuis waar Eric
Johnson een praktijk heeft in kinesitherapie.
Tussen de nummers 43 en 49 staan de twee laatste
loten bouwgrond te koop. Niets ontsnapt aan de bouwwoede van de mens.
Het mooie landhuis nummer 59 is de
praktijkwoning van Ann Bernaers. Dokter in de genees- heel- en verloskunde.
Ter hoogte van nummer 83 staat wat achteruit
gebouwd het nieuwe 'Schindebad'. De officiële opening vond plaats op 27 juni
2009. Achteraan is een ruime cafetaria met inkijkramen naar het zwembad dat
sinds kort (voorjaar 2015) een nieuwe uitbater heeft. Het zwembadcomplex
bestaat uit een wedstrijd- en een instructiebad. Het geautomatiseerde kassasysteem
zorgt voor een vlotte doorstroming van de bezoekers. Het voormalige
'Schindebad' voldeed niet aan de strenge Vlaamse milieunormen en werd nadien
afgebroken. Op de plaats staan enkele kinderspeeltuigen.
Op nummer 127 kwam dameskapper Gaston Hoeykens
van 1978 tot '79 een zaak opbouwen. Hoeykens verhuist nog datzelfde jaar naar
de Schutstraat. Vanaf 1980 komt hier 'Natuurvoeding 't Kruidentuintje'. Nu is
het een gerenoveerde woning.
In nummer 129 vestigt M. Snelders zich in dit
pand en start een timmer- en schrijnwerkerij van 1978 tot en met 1985.
In New York City wordt op 8 december 1980 muzikant
John Lennon neergeschoten door Mark David Chapman. Lennon overlijdt even later
op weg naar het ziekenhuis.
Het nummer 171 is vanaf 1971 tot 2013 een dagbladhandel,
uitbaat door Boudewijns met wenskaarten, carnavalsartikelen... etc.
Het complex nummer 8 is de pas gerenoveerde
school die in 1908 werd geopend vanaf het middelbare. Het onderricht werd
toegewezen aan de broeders van de Christelijke scholen en zij doopten het
gebouw met de naam: 'Sint-Lambertusgesticht'. Op 11 april 1942, tijdens de
woelige oorlogsjaren, komt de 25 jarige knaap Aloïs Notteboom (beter bekend als
broeder Vital) naar Ekeren om in het Sint-Lambertusinstituut les te geven. Op 1
april 1976, na veertig jaar les geven, gaat broeder Vital met pensioen. Door
zijn gouden stem zingt hij nog enkele jaren in het gemengd koor 'Con Amore'.
Sinds 2005 noemt de school 'Moretus Ekeren'. De basisschool noemt nog steeds
'Sint Lambertus'. Naast het voormalige klooster is de 'Ekers Theaterzaal'
gevestigd.
In nummer 14/1 zijn de 'Gebroeders Simons',
aannemers alle bouwwerken een zaak gestart vanaf 1977 tot 1994. René Simons
vierde het 50 jarig bestaan van zijn zaak in 1993.
Nummer 50. Een rijhuis waar Hild Meylemans haar
praktijk uitoefent in 'Psychotherapie'. Individueel of in groepsverband.
Het pand nummer 84 is een gewoon huis in de rij.
Maar er is toch een handelszaak met de klinkende naam BLPro bvba. Verkoop
Pc's-Laptops- hard- en software en onderhoud. Alles wat maar met PC te maken
heeft vind je hier. Van 2006 tot 2010.
De nummers 120 tot 124 herbergt een zaak met de
klinkende naam: Pattisserie Bossuyt met zijn specialiteit: ijscreme en
pralines. Op 1 september 1965 vestigde Lieven Bossuyt zich in deze straat. Hij
behaalde talrijke Europese prijzen met zijn smakelijke creaties. In 197O opende
Bossuyt een tweede zaak, eerst aan de kerk op Markt 10/4 en sinds 1993 in
Dorpstraat 17. Op zondag 30 augustus 2015 vierde de Meester bakker Bossuyt
feest in het Ekers Hof. Elke bezoeker werd getrakteerd op taart en
versnaperingen.
Wat verder, op nummer 152 is de apotheek van
Liesbeth Cuypers gevestigd. Zelfs online kan medicatie bestelt worden.
Het volgende pand, nummer 154, is een pizzeria
zaak van Verdi. Warm, vers, en lekker is de slogan. Oorspronkelijk adres op
Schoonbroek 72, maar de ingang is in de Oorderseweg.
Akker
Voorheen was dit de Akkerstraat. Genoemd naar de
vele akkerlanden die hier waren voor 1930. In 1931 werd de straat Akker genoemd.
Op nummer 96 wordt 'Café Telstar' voor het eerst
vermeld in 1963 met als uitbaatster Cecile Vekens. Van 1976 tot 1978 namen
'Francine en Ronny' de zaak over. In 1978 wordt vissersclub 'Telstar Ekeren'
gesticht. Van 1979 tot 1988 konden de vissers terecht bij 'Marcia en Ronny'. In
1989 veranderde de naam in De Nieuwe Telstar met als uitbaters 'Patje
Schelfhout en Stef Draguet. Patje verliet al vlug de zaak en Peggy vervoegde de
zaak tot 1994. Even werd het Danscafé De Nieuwe Telstar bij 'Stef en
Marianne' tot 1997. 37 jaar later is de vissersclub nog steeds actief in
'Herberg Den Telstar'. De huidige uitbater is Theyri Verresen.
Ter hoogte van de nummers 22 tot en met 32 is
een breed stuk braakgrond van de laatste landbouwer uit het Groot Hagelkruis.
Het staat vol met verroeste landbouwmachines, veevoeder, houten paletten en
aanhangwagens.
De nummers 53 en 55 is een recent opgetrokken
nieuwbouwcomplex met 5 appartementen. Nog slechts één woning op het
gelijkvloers staat te koop.
Nummer 49 is een rijhuis met een honden
trimsalon, 'Bull's-eye'.
De mooie woning achter nummer 41 is een zaak van
'Ghitec'. Algemene elektriciteitswerken in nieuwbouw of renovatie.
Het nummer 7 is bewoond door Kegeleers bvba. Een
vloer en tegelwerker.
Alfons Jeurissenstraat
De straat noemde vroeger: Brilstraat. In 1936 werd
de straat Alfons Jeurissenstraat genoemd. Alfons Jeurissen was een Vlaamse
schrijver van Kempische verhalen, geboren te Hasselt op 19 mei 1874 en
overleden te Ekeren op 18 juni 1925. Hij woonde in één van de huizen naast het
Reisagentschap De Keyser op het Kristus Koningplein vlakbij de 'Brilstraat'.
Hij schreef onder meer; 'Broeder Bertus', 'Heikleuters', 'Op de vlakte', 'Van
levenden en doden' en 'Heksendans'.
De school in de straat, op nummer 11 en 13, werd
in gebruik genomen vanaf 1878 als gemeenteschool (Rijksschool). Ze werd
uitgebreid met een verdiep in 1929. De school heeft ook enkele jaren dienst
gedaan als muziekschool. Daarna volgden jaren van leegstand. Op 09/02/1998
wordt de school verkocht aan het O.L. Vrouw van Lourdesinstituut. In 2001 werd
het scholencomplex volledig gerenoveerd, maar de woning vooraan bij de straat,
werd afgebroken. De lagere school verhuist naar hier terwijl het middelbaar
onderwijs in de Kloosterstraat blijft. De school heeft nog twee ingangen. Eén
naast het politiebureel en verderop hebben de kleuters een aparte ingang langs
de Jozef De Weerdtstraat.
In pand nummer 17 was in de jaren 1974 'Algemene
voeding Beyers' gevestigd. In 1977 nam voeding 'Vleugels' het winkelpand over.
De nummers 19 en 21 zijn al decennia lang van
garage Madereel. Hij werd in 1968 concessiehouder van Fiat, met herstellingen
door geschoold personeel. In 1990 nam zoon, Wilfried Flamand, de zaak over en
breidde de zaak uit met de verkoop van Lancia en Alfa Romeo. (2015).
Achter de gevel van nummer 25 vinden we een
psycholoog met de naam 'Johan Engelen'.
Het nummer 41 is de voormalige notariswoning van
Herman De Bie. Het gebouw werd rond 1925 opgetrokken.
Het pand met nummer 30 heeft ook al een lange
geschiedenis achter de rug. En het is nog niet voorbij. Rond de jaren van 1970
vindt men op deze plek garage Veraghtert. Verkoper van 'Apal Buggy, en 'Alfa
Romeo'. In 1979 wordt de naam veranderd in garage 'Driesprong' een Dacia en
Daihatsu verdeler met alle herstellingen. In 1994, na een grondige renovatie
komt hier 'Frituur Melrose'. Na de verhuis naar de hoek met de Leerhoeklaan
komt hier een vestiging van Mobistar. Leveringen van alle GSM toestellen. In
oktober 2015 zijn er renovatiewerken aan de gang. Er hangen al neon
lichtreclames aan de gevels met opschrift Ekeren snack. De zaak opent de
deuren half december. En we zagen dat het goed was.
--Pand nummer 4 is een gewoon huis in de rij. Het
gebouw is ouder dan het lijkt. In het Jaarboek 7Heemkring Ekeren uitgebracht in 1989, lees
ik een artikel uit het weekblad Polder en Kempen.Het persbericht is een bloemlezing uit de
oorlogsjaren 1939 1940. Op dit adres bevond zich het bureel van A. Van Looy.
Eigenaar van een autobus die vanaf zondag 6 maart 1938 alle dagen van Ekeren,
via Luchtbal, naar Antwerpen reed. De bus was volgens de reclame die hij zelf
maakte: snel, regelmatig, veilig en goedkoop. Alle inlichtingen waren op het
bureel te verkrijgen. Passagiers die iets op de bus vergeten waren konden hier
eveneens terecht. Spijtig genoeg stopte de heer Van Looy het jaar daarop met de
autobusdienst. De echte reden is niet geweten. Er hing een papiertje in de
bus waarin de uitbaters te kennen gaven dat zij om door de bevolking
voldoende gekende redenen hunne uitbating staken vanaf 1 februari 1939. Had
het iets te maken met de opeising van voertuigen voor de nakende oorlog?
Tekst: Luc Verschooten. Foto's: Rina Meurs. Bron:
Het Laatste Nieuws. Ekers Onroerend Erfgoed, Heemkring Ekeren, jaarboekjes
carnavalstoet van de Bierpruvers en Facebookvrienden.