Dag 1: vrijdag 1 augustus
5 uur. Na een bijna slapeloze nacht met veel gerommel (in de atmosfeer
welteverstaan) worden Renate en ik gewekt. In een mum van tijd zijn we
uit bed en maken ons klaar voor wat onze eerste van hopelijk vele reizen samen
zal worden. De koffer en reistas (beiden niet meer dan de toegelaten 20
kilogram per stuk) zijn reeds gepakt zodat we mooi ruim op tijd staan te
wachten op stationstaxi Frans. De
voorziene trein naar Brussel-Noord komt warempel 2 minuten vóór tijd
aangebold. Even vermoed ik dat we later
aankomen in bovenvermeld station waardoor we het noodgedwongen op een lopen
zetten. Dankzij de verlofperiode is het
opvallend rustig in de Nord zodat we
vlot het perron opgeraken waar we de trein naar de luchthaven kunnen
nemen. Op dat traject lees ik op mijn
zorgvuldig gemaakte voorbereiding dat beide uren wel degelijk klopten, maar
blijkbaar was ik die even vergeten. In
de luchthaven verloopt de check-in van de bagage van een leien dakje. De instapkaarten werden gisteren reeds
afgedrukt, dus we moesten hier niet aanschuiven. Op het gemak door de douane en de
bagagecontrole en voor we het goed en wel beseffen staan we aan de gate,
nauwelijks 20 minuten nadat we van de trein stapten. Ik hoor mn ma nog steeds zeggen: Ge moet
zekers 2 uurn op voorhand in de luchthaven zijn. We wandelen door de immense
gang, want het duurt nog een ruim een uur voor we aan boord kunnen. Terwijl we zitten te wachten aan gate A51
worden de namen Verhaeghe-Vercruysse-Baele afgeroepen met de melding zich aan
de balie te begeven. Ongerustheid maakt
zich van ons meester. We krijgen echter
een andere zetel dan aangevraagd toegewezen.
Van vooraan het vliegtuig belanden we op de voorlaatste rij en dan nog
met de gang die ons scheidt. Ik neem
plaats naast een neger. Dit merk ik pas
na een 10-tal minuten want hij wil blijkbaar van een tukje genieten, volledig
onder een Brussels Airlinesdeken. Gezien
hij dikwijls in een onverstaanbare versie van het Engels met een passagier aan
de andere kant van de gang en een rij ervoor communiceert, stel ik hem voor om
van plaats te wisselen. Gezien er een
aantal plaatsen onbezet blijven, kunnen Renate en ik naast elkaar zitten. Met vertraging taxiën we naar de startbaan,
maar ook hier blijven we lang stilstaan, blijkbaar omdat er belangrijke
documenten aan boord ontbreken. Met een
uur vertraging zetten we uiteindelijk koers richting Oslo, waar we iets na de middag arriveren. Al bij al moeten we niet lang wachten op de
bagage waarna we ons naar de Hertz-stand begeven. Bij Scandinavian
Car Rental zijn ze op de hoogte zodat de papieren voor de huurauto rap in
orde zijn. We moeten ons naar level 4C begeven maar de liften zijn jammergenoeg
defect. Dan maar met onze 35 kg bagage
te voet over de trappen. Na een kwartier
wachten (wegens de drukte kunnen de Hertz-mannen het nauwelijks bolwerken)
ontvangen we de sleutels van onze huurwagen, een pikzwarte Ford Fiesta. Nadat we de
parking afgereden zijn, komen we vanzelf op de E06 die ons richting Oslo leidt. In de hoop om een picknickplaats te vinden,
nemen we een afrit, maar we belanden even op een industrieterrein. Een weinig later zitten we wel in het gras
nabij een wegrestaurant. Na meer dan 8
uren reizen zonder treffelijk eten kan dit wel smaken. Hierna neemt Renate het stuur in handen. Enkele kilometer vóór de hoofdstad verlaten
we de snelweg. We zetten koers richting Halden nabij de Zweedse grens, een
dikke 2 uren rijden. Onderweg stoppen we
in een goedkopere supermarkt Bunn Preis
waar we o.a. spaghetti, saus, kaas, hesp, water en chips kopen. In Halden, door haarspeldbochten en
snelheidsbeperkingen 50 km verwijderd, maar toch ruim een uur rijden, is het
centrum goed verlaten. We wandelen er
door de winkelstraat, maar meer dan een caféartiest horen we er niet. Hand in hand gaan we naar het gezellige
jachthaventje. Daar probeer ik 2x de
camping te bellen om te melden dat we na 19 uur zullen aankomen, maar niemand
neemt op. Dan maar rond 18 uur
vertrekken naar onze eindbestemming: camping Gröne Backe in Dals-Ed,
Zweden. De wegen worden almaar rustiger,
ook het bochtenwerk blijft achterwege.
De grenscontrole tussen Noorwegen en Zweden is enkel nog te zien in
films, sterker nog: kinderen zwemmen gewoon de grens over. Gelukkig is de receptie nog tot 22 uur
geopend. We krijgen kampeerhut Svalan toegewezen naast onze 4
Nederlandse buren. Tot onze verbazing
herbergt de hut een elektrisch vuurtje, bestek, glazen, borden, potten en
pannen, een koelkast en een koffiezetapparaat.
Er is zelfs een brüdrüster
aanwezig. Ik kook de spaghetti alsook de
saus waarvan heel wat spetters voor een kleurenpalet zorgen op de lichtgroene
muur. Gelukkig is Renate met haar
sponsje in de buurt. Na het avondmaal
gaan we langs het meer te voet naar het centrum van Ed, maar veel valt er niet te rapen, want het is reeds na
achten. s Avonds schrijf ik mijn
wedervaren van vandaag, terwijl het linkerglas uit mijn bril gevallen is. Hoe leg je dat in het Zweeds uit ? Zorgen voor morgen, nu heerlijk pitten in een
warme hut.
Weer: zeer zonnig en warm (± 28°)
Afstand: 205 km (auto) 6,27 km (te voet)
01-08-2008, 00:00 geschreven door Rik Verhaeghe
|