Ik ben Ria Coeckelberghs, en gebruik soms ook wel de schuilnaam RiCo.
Ik ben een vrouw en woon in Houthalen-Helchteren (België) en mijn beroep is Freelancejournalist.
Ik ben geboren op 05/11/1956 en ben nu dus 67 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Lezen, schrijven, fotograferen, decoreren, koken.
Hoe werkt het en wat kun je ermee?
Bij Vormingsplus Hasselt krijgen we daar antwoord op van Karolien
Nouwen, sociaal-cultureel vormingswerker. In twee sessies maken we
kennis met de technieken die ons de basisvaardigheden moeten
bijbrengen. Onze groep cursisten bestaat uit vijf vrouwen en een man.
Het worden interactieve sessies nadat
we eerst wat theoretische uitleg hebben gekregen over hoe onze
hersenen werken. De prefrontale cortex is bij kinderen nog niet
geheel volgroeid en dat verklaart hun vermogen om te fantaseren. Bij
volwassenen neemt dat vermogen af. We kunnen ons wel trainen om die
creativiteit weer op gang te brengen. Die begint bij een nieuwe
manier van kijken en los komen van vaste denkpatronen: dit heet
creatief waarnemen. Nieuwe ideeën moeten niet direct worden
afgeschoten maar worden bewaard om te rijpen volgens het uitstel
van oordeel. Via flexibel associëren voegen we meer
begrippen toe aan een bepaald woord. Dit worden denksporen. Met
divergeren spuien we meer ideeën om een probleem op te lossen dan we spontaan zouden
doen. Ten slotte is er de verbeeldingskracht die de slaagkans
van een idee vergroot.
De spelregels voor een creatieve sessie
in een groep zijn als volgt:
- Stel je oordeel
uit
- Wees open - Geef extra aandacht aan naïeve
ideeën - Geen hiëarchie of arrogantie - Lift mee op de ideeën van anderen
Het moeilijkste is om de
probleemstelling goed te formuleren. De vijf W's van wie, wat,
waar, wanneer en waarom moeten er zeker in terug te vinden zijn.
Positief gerichte vragen inspireren en geven zin om na te denken over
de vraag. In de brainstormsessie gaan we zoveel mogelijk ideeën
genereren voor een probleem of doelstelling. Daar hebben we zeven
technieken voor: de matrix, ja maar, de held, de concurrentie, de
vooronderstelling, het tijdschrift en 10 miljoen.
In de convergerende fase gaan we
alle ideeën selecteren, uitwerken en verfijnen via
selectietechnieken zoals COCD-box, hits, bolletjesparade en hoeden
van de Bono.
De ideeën worden verfijnd met de
spiegeltechniek en de plus en min.
Concreet zijn we aan de slag gegaan met
twee probleemstellingen: - Hoe kunnen we een intrigerend beeld
creëren? (Voor een cursiste die na vier jaar tekenacademie een eigen
ontwerp moet realiseren). - Bedenk verschillende toepassingen met
siersteentjes. ( Voor een cursist die als ondernemer aan de slag wil
met grid).
Het waren leerrijke avonden maar het
tempo lag hoog vanwege tijdsgebrek. Iedereen is het erover eens dat
een extra les zeer welkom zou zijn.
Leestips: 'Hoe creativiteit werkt' van
Johan Lehrer
Ik volg de driedelige cursus 'Schrijf
je eigen kortverhaal' bij Vormingsplus in Hasselt. Onze docente is Wendy
Slenders (1976). Ze is afkomstig uit Bergeijk in Noord-Brabant (NL) en
woont met haar gezin in As.Van opleiding is ze geschiedkundige en
criminologe. Ze vertoefde enkele jaren in Zuid-Amerika. Daar begon ze
met schrijven. Ondertussen heeft ze al vier publicaties op haar naam
staan.
Gouden afgrond: Salta
(Noord-Argentinië) één van de vele legendes die de ronde doen
over deze streek vormen het uitgangspunt voor deze roman.
De stenen: Helen, een
jonge archeologe, trekt naar hartje Frankrijk om het mysterie achter
de 'Pierre aux Neuf Gradins' bloot te leggen.
De heks van de Moorsberg:
jeugdboek
Scholen in het gelid:
co-auteurschap over de geschiedenis van het katholiek onderwijs in
de Mijnstreek (1906-1992)
We zijn met zeven cursisten, zes
vrouwen en een man. Telkens weer ondervind ik bij schrijfcursussen
dat het vooral een vrouwenaangelegenheid is. Schrijvers zijn mensen
met een groot inlevingsvermogen. Dat hebben vrouwen van nature al
meer dan mannen. Misschien is dat een plausibele verklaring?
Wendy geeft eerst een stukje theorie en
dan mogen we zelf aan de slag.We pakken elk een briefje uit drie
verschillende glaasjes : eentje met een onderwerp, eentje met het soort tekst
en eentje met een woord dat in de eerste regel moet voorkomen. Ik moet een
journalistiek stuk schrijven over een misdaad waarin het woord KIND
in de eerste zin voorkomt. Fictie is voor mij onontgonnen terrein
maar na enkele minuten krijg ik toch iets op papier. Er komen
ons verrassende verhalen ter ore.
Voor de volgende les moeten we een
verhaallijn klaar hebben. Dat wordt in de groep besproken en iedereen
kan meedenken om het vorm te geven. Voor non-fictie is het moeilijker om naar een climax toe te werken dan bij fictie. Het merendeel van de cursisten zal het daar nog moeilijk mee krijgen.
Ik ga schrijven over een gebeurtenis in
het leven van Rineke (54). Zij is gezondheidstherapeute en wordt
beschuldigd van opzettelijke mishandeling, oplichting en
kwakzalverij. De farmaceutische industrie en de inspecteur van
Volksgezondheid hebben een val voor haar opgezet waar ze met open
ogen in trapt. Derde medeplichtige in het complot zijn de media die
een ware karaktermoord op haar plegen. Het is een biografie die leest als
een thriller, geschreven voor een groot publiek. Mensen moeten zich
ervan bewust worden dat niets is wat het lijkt.
In de derde les mogen we ons verhaal
voorlezen en het moet een tot vier pagina's tellen. Wendy geeft ons nog een goede tip mee. Uitgeverij Het Punt biedt de mogelijkheid om kortverhalen van 30 A5- bladzijden te publiceren. Zo'n boekje heeft de naam Leespuntje.
Bedperikelen Mijn nachtrust is er tijdelijk vandoor. Na vijftien jaar is hij plots
vertrokken. Mèt het leeggelopen waterbed. Een maand lang mag ik matrassen
uitproberen. Na korte nachten op een plank- lijkt het wel- ben ik suf en
lusteloos, heb ik rugpijn en zie donkere kringen onder mijn ogen. Ik wil
mijn zachte bed terug !
HASSELT- 05/12/2013- Spiegeltje
spiegeltje aan de wand...Tijdens de zevende les mochten we onszelf
eens goed bekijken. Daarvoor had onze docente op iedere tafel een
spiegeltje in tegelvorm neergelegd.
Eerst leest ze ons voor uit 'Dagboek
van een dichter'. Bij Leonard Nolens is elke alinea een verhaaltje.
In 'Laat alle deuren op een kier' neemt hij in het gedicht 'Roes'
afstand van zichzelf door in de derde persoon enkelvoud te schrijven.
Al onze uiterlijke kenmerken moeten we
opschrijven, niet alleen van ons gezicht maar van ons hele lichaam.
Met of zonder kleren? vraagt Staf. Ik wist dat die vraag zou
komen!, lacht Ingeborg. Dat mag je zelf bepalen. Gegniffel
in de klas.
Daarna keren we ons naar binnen en
beschrijven de karaktereigenschappen, ook de eventueel
tegenstrijdige. Wat vind je belangrijk in je leven? Is dat je beroep?
Hoe drukt zich dat uit? Wat is de kern van jouw identiteit? Wat is
jouw leidraad? Waar sta je nu voor? Wat zijn je dromen, wensen en
verlangens? Wat voel je als je naar jezelf kijkt? dicteert
Ingeborg ons de vragen.
We mogen een totaal portret schetsen of
een deel ervan uitvergroten. Ik kies voor het laatste, terwijl de
rest van de klas het op het eerste houdt. Enige voorwaarde is dat het
over het NU gaat en niet over het verleden.
Hendrik merkt op dat je in Het
Stadsmus-het stadsmuseum- in Hasselt in verschillende spiegels kunt
kijken en er dan steeds anders uitziet. Hij schrijft zijn verhaal in
de wij-vorm. Hendrik en zijn spiegelbeeld zijn aan het woord.
Ingeborg is onder de indruk van onze
schrijfsels. Thuis mogen we het verder uitwerken.
Onze docente leest voor uit het boek
'De ontembare vrouw' van Clarissa Pinkola Estès dat gaat over de
vrouwelijke intuïtie.
Daarna mogen we ons nachtverhaal een
andere wending geven door er fictie van te maken. We leveren ons schilderij in dat we thuis hebben gemaakt.
We zijn nu over de helft van de tweede
lessenreeks. Het einde komt in zicht en dat bezorgt iedereen een
weemoedig gevoel. Er wordt een balletje opgegooid of we toch niet bij
elkaar kunnen blijven komen en zo een schrijfclub vormen.
Ingeborg raadt ons alvast het boek 'The Artist's Way' van Julia Cameron aan om alles
uit ons schrijftalent te halen. Het is de bijbel voor kunstenaars.
Bij Bol.com vond ik de volgende uitleg:
Julia Cameron beschrijft in haar werkboek The Artist's Way een
praktische methode om in twaalf weken de verschillende blokkades die
onze creatieve vermogens in de weg staan, op te heffen. Gevoelens van
bijvoorbeeld angst, jaloezie, schuld en jezelf in de weg zitten, kun je
zo omvormen tot positieve gevoelens van veiligheid, kracht, integriteit,
zelfbescherming en hoop. Een waardevolle en inmiddels wereldwijd door
velen beproefde methode om (weer) in contact te komen met je eigen
creativiteit.
De mens is doorgaans geblokkeerd in zijn creativiteit; daar gaat de
auteur van dit boek in elk geval van uit. Wat zij geschreven heeft, is
een twaalfweekse cursus om de creativiteit in jezelf terug te vinden en
los te maken. De twee basisingrediënten hierbij zijn de
'ochtendpagina's' (een dagelijks bij te houden dagboek) en de
'kunstenaarsafspraakjes' (het inplannen van tijd voor jezelf en je
creatieve uitingen). Het boek gaat over veel meer dan alleen je
creativiteit (her)vinden. Het is een verhaal van bewustwording en
autogene training, verpakt in stimulerende hoofdstukken vol met aanzet
tot zelfonderzoek en gelardeerd met - bijna op elke pagina - spreuken en
gezegdes van bekende mensen uit heden en verleden. Geen gemakkelijke
kost en zeker niet geschikt om achter elkaar uit te lezen, maar dat is
ook niet de opzet van dit boek. Met literatuuropgave.
Het is elf uur 's avonds. Mijn
nachtdienst op de afdeling Chirurgie in het ziekenhuis begint. Ik was
er al een kwartier eerder om mijn uniform aan te trekken en het
rapport door te lezen. Wat heeft ons afdelingshoofd toch een
vreselijk handschrift. Hadden we toen maar al een computer. Samen met
mijn collega proberen we de zinnen te ontcijferen. Als alles
duidelijk is wensen we de collega's van de avonddienst een goede
thuiskomst.
Wij beginnen aan onze eerste ronde.
Gewapend met een zaklamp en een bloeddrukmeter starten we in de meest
afgelegen kamer. De slapende patiënten observeren we goed. Wie nog
wakker is informeren we naar hun toestand. Sommigen hebben pijn en
vragen naar een pijnstiller in de vorm van een tablet of zetpil. Een
injectie wordt alleen direct na de operatie gegeven. De pas geopereerden hangen met hun arm
aan een infuus en daarvan controleren we de druppelsnelheid . Als de
zak met fysiologisch zout of plasma leeg is moet die op tijd
gewisseld worden. Er mag absoluut geen lucht in de slang komen want
dan is er kans op een luchtembolie.
Als we patiënten hun bloeddruk moeten
meten maken we hen wakker. Bij hersenletsel is het heel belangrijk
om de pupilreactie te controleren. Dat doen we door met een fel
lampje van zeer dichtbij in hun ogen te schijnen. Wonden inspecteren
we op nabloedingen en vervangen het verband zo nodig. Kamer na kamer
komt aan de beurt.
Opeens hoor ik een alarmsignaal af
gaan. Ik kijk in de gang en zie een rode lamp branden boven een kamer
verderop in de gang. Ik ren erheen. Eerst zet ik de rode alarmbel uit
die meteen rechts om de hoek zit en druk de groene aanwezigheidsknop
in. Ik zie een gezette mevrouw languit op
haar buik op de grond liggen. Haar kamergenote heeft op de bel
gedrukt want ze kan zelf ook niet uit bed.
De gevallen patiënte zet haar
handpalmen onder haar schouders en probeert overeind te komen. Ik
kniel naast haar neer en kijk in haar gezicht. Waar hebt u pijn?
vraag ik haar. Ze kijkt me een beetje verdwaasd aan en zegt: Ik
wou alleen even naar het toilet. Gelukkig, ze is bij haar
positieven. Dat ze op zijn minst een paar blauwe plekken van haar val
overhoudt, daar ben ik van overtuigd.
Ik help haar op een stoel te gaan
zitten en vraag hoe ze zich voelt. Een beetje slap en een droge
mond. Voor ik met haar naar het toilet ga neem ik eerst haar
bloeddruk op die aan de lage kant is. De polssnelheid is te hoog. Die
gegevens zijn normaal in zo'n situatie. U bent waarschijnlijk
flauw gevallen. Ik breng u naar bed en geef u een glas water,
spreek ik haar geruststellend toe. Ondertussen is mijn collega bij
mij gearriveerd en praten we nog even met de twee dames. Als alles
verder in orde blijkt zetten we onze tocht voort. We maken er een
melding van in het rapport. De nachthoofdzuster van alle afdelingen
noemen we heel plastisch 'zwerfhoofd '. Ook bij haar melden we het
voorval.
Elke twee uur doen we de ronde. Om drie
uur drinken we met de collega's van de ernaast gelegen afdeling
Orthopedie samen koffie in de gemeenschappelijke keuken. Het is een
moeilijk tijdstip, voor mij toch. De slaap begint me te
overmeesteren. Sloten koffie heb ik nodig en goed sterk. Ik lach mijn
vermoeidheid weg bij het horen van amusante verhalen. Zo helpen ze
mij over het dode punt heen.
Vorige week viel de les uit want onze
docente was ziek. Begin januari krijgen we een inhaalsessie.
Als we in het leslokaal binnen komen
brandt er op elke tafel een kaarsje. We zijn benieuwd wat Ingeborg nu
weer voor ons in petto heeft. Ook horen we zachte muziek op de
achtergrond. Gaan we mediteren? Nee, we moeten in het donker onze
gedachten laten gaan over het thema NACHT.
Daarna mogen we onze associaties
hiermee opschrijven. Daaruit kiezen we een woord of enkele woorden
waarmee we weer nieuwe associaties vormen. We krijgen dan een half
uur om ons verhaal op papier te zetten. Ik vertel over mijn
nachtdienst in het ziekenhuis.
Intermezzo
Na de pauze konden we niet meteen
verder met de les omdat de receptioniste vast hing in de lift.
Jeanne maakte hier melding van waarop
Ingeborg en Hendrik mee naar de gang liepen. De vrouw had haar
leesbril en mobieltje niet bij zich. Wij belden 112. De brandweer was
onderweg.
Ondertussen kwamen in de klas de
verhalen los over DE LIFT. Ik vertelde over mijn claustrofobie en dat
ik nooit in een lift stap. Toen ik op de twaalfde verdieping woonde
nam ik altijd de trap. De boodschappen zette ik erin en drukte
vervolgens op knop 12 in de hoop dat ze hun bestemming zouden
bereiken. Mijn conditie was indertijd top!
Opdracht
Haal thuis verf en kwast tevoorschijn
en maak een schilderij waarop je de sfeer van je nachtverhaal
uitdrukt.
We wonen op de twaalfde
etage van een flatgebouw. Het is
winter. Bij elke windvlaag rammelt de ijzeren balustrade. De
feestdagen zijn achter de rug. Twee dagen na de positieve
zwangerschapstest begint de misselijkheid. Het braken beperkt zich
niet tot de ochtend maar wordt steeds heviger en gaat dag en nacht
door. Ik heb dorst. Zelfs een slok water kan ik nog niet binnen
houden. Mijn slokdarm en keel staan in brand. Hier lig ik dan in bed,
te ziek om eruit te komen. In de aanpalende woonkamer hoor ik de klok
tikken. De uren kruipen voorbij. De wind en het getik zijn
zenuwslopend en ik krijg barstende hoofdpijn.
Na
een week komt de huisarts. Ik moet naar het ziekenhuis want ik ben
uitgedroogd. Mijn man Bert helpt me aankleden. Hij ondersteunt me terwijl
we naar de deur lopen. Eenmaal buiten op de galerij hoor ik een
gesuis in mijn oren en zak ik door mijn knieën. Ik voel hoe ik naar
de lift wordt gedragen en in de auto wordt gelegd. In het ziekenhuis
beland ik in een rolstoel en kom ik terecht op de afdeling
Gynaecologie en Obstetrie. Mijn gezicht heeft een asgrauwe kleur.
Ik
lig alleen op een kamer. Elk uur brengt de verpleegster een
medicijnpotje met 20 milliliter water . Vierentwintig uur per dag,
zeven op zeven. Er mag niemand op bezoek komen, ook mijn man niet. De
gordijnen zijn dicht en zullen pas na weken weer open gaan. Geen
radio, geen TV, geen lectuur, geen bloemetje. Elke prikkel vermijden.
Alleen nog sterven, denk ik.
Geleidelijk aan mag ik
meer drinken. De aanhoudende dorst bezorgt me visioenen van
geconserveerd fruit met veel sap dat ik gulzig opdrink. Dromen over
ijsjes in allerlei kleuren en smaken dringen zich in me op om het
brandende gevoel in mijn keel te blussen. Als ik wakker word voelt
mijn voorhoofd warm aan. Mijn lippen zijn gesprongen. Ik neem nog
maar eens een ijsklontje om op te zuigen. Eén gedachte tolt door
mijn hoofd: waar ben ik aan begonnen?
Mijn bed wordt opgemaakt
en ik moet op de weegschaal gaan staan. De wijzer blijft steken op
tweeënveertig kilo, zes kilo minder dan toen ik trouwde. Bert mag
officieel weer op bezoek komen. Het valt hem op dat ik
mijn trouwring niet meer draag. Verschrikt kijk ik naar mijn
rechterhand.We zoeken tussen de
lakens, onder het bed en in het nachtkastje maar we vinden hem niet.
In de vierde les
mogen we in groepjes van vier onze brief voorlezen.De vrouwen zijn in de meerderheid. Per
groep is er slechts één man.
Daarna krijgt iedereen een kopie van
het schilderij 'Hoofdweg en zijwegen' van Paul Klee. Aan de hand daarvan mogen we onze eigen
hoofdweg en zijwegen tekenen en inkleuren op een vel tekenpapier. Van
te voren moesten we een opsomming maken van hoe die wegen eruit zagen
en welke 'verkeersborden' we tegen kwamen. Zo creëerden we het
landschap van ons leven.
Na de pauze beginnen we te schrijven
over één van die wegen of een overzicht van allemaal. Daarbij moeten we zo beschrijvend
mogelijk te werk gaan.Ieder leest na een kwartier zijn stukje
tekst voor. Ik schrijf over mijn eerste kind. We mogen er thuis aan verder werken tot een lengte van
een A4-tje. We mailen het dan naar onze docente ter correctie.
0
1
2
3
4
5
- Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen) Categorie:Schrijfcursus Tags:Hoofdweg en zijwegen, Paul Klee,
Brief aan vriend Rainer
Wat ben ik blij dat je me na 37 jaar op
Facebook hebt gevonden. Dank zij jou is het contact met onze vrienden
in Brakel weer hersteld. Het voelt alsof ik mijn familie terug heb. Ik ben onbeschrijflijk gelukkig.
Toen ik de eerste keer na al die jaren
bij jou op bezoek kwam raakten we niet uitgepraat. Er was ook zoveel
gebeurd. Zo vertelde je dat je zelf ook onze vrienden uit het oog had
verloren omdat je 12 kilometer verderop in Bad Driburg was gaan
wonen. Je had een goede baan gekregen als huismeester in het kasteel
van de graaf en de gravin von Oeyenhausen-Sierstorpff.
Je woonde bijna dertig jaar met je
vrouw Silvia op het landgoed in een houten rentmeesterwoning en was
zeven op zeven dag en nacht beschikbaar voor de adellijke familie. Er
liepen reeën rond die jullie in de zomer op het terras bij het
ontbijt kwamen begroeten. De honden van de graaf waren dol op jou en
dat gold niet alleen voor hen. Ook bij de gravin kon je een potje
breken. Je was haar vertrouwenspersoon. In het boek dat ze heeft geschreven, richtte ze in het voorwoord een speciaal dankwoord tot
jou. Door jouw alertheid en ingrijpen is het kasteel van een
uitslaande brand gespaard gebleven en heb je de familie in veiligheid
kunnen brengen.
Koningin Beatrix en prins Claus kwamen
regelmatig logeren omdat Beatrix een tante is. Haar moeder Juliana heette met haar
meisjesnaam ook von Oeyenhausen. Je leerde het hoog bezoek van een
andere kant kennen en maakte grapjes met prins Claus.
Jammer dat aan die mooie tijd een einde
kwam doordat zoon Marcus het roer overnam. Hij trouwde als eerste met een
burgermeisje, Annabelle Hünermann, ondanks de afkeuring van zijn
ouders. Na de dood van de graaf en de gravin werden alle oudgedienden
afgedankt, waaronder ook jij, en vervangen door jong personeel. Er
waaide een nieuwe wind. De huidige familie is de zevende generatie
die sinds 225 jaar op het landgoed woont. Het 60 hectare grote park
is toegankelijk voor het publiek. Ze bezitten vier
revalidatieklinieken, een luxehotel met wellness en een natuurlijke
waterbron. Er is voor 25 miljoen euro gerenoveerd. Het betekende een
nieuwe doorstart of het faillissement. Inmiddels heeft het paar drie
kinderen die de traditie van kuuroord kunnen voortzetten.
Je keerde terug naar Brakel en betrok
je voormalig ouderlijk huis. Ondertussen was ook jouw vader
overleden en je hulpbehoevende moeder kwam onder de hoede van je zus
Helga.
Toen je veertien jaar was wilde je een
opleiding tot bakker volgen maar dat mocht niet van je vader. Je
moest gaan werken omdat er acht kindermonden te voeden waren en je
ouders het geld hard nodig hadden.
Ik bewonder je dat je het toch nog zo
ver hebt geschopt, mede door je flair en omgangskunde. Al die mooie ervaringen kun je
koesteren als je het prachtig geïllustreerde boek van de oude gravin
nog eens ter hand neemt.
LEUVEN- 20/06/1956- Janineke (8) overlijdt aan meningitis
Vandaag gedenken we onze dierbaren
die niet meer onder ons zijn. Het ergste dat een ouder kan overkomen
is zijn kind verliezen. Het overkwam mijn grootouders langs vaders
kant in 1956, het jaar waarin ik ben geboren. Het veertien jaar jongere zusje van
mijn vader, Jeanineke, kwam op woensdag 19 juni thuis van school met
hevige hoofdpijn. Toen hadden de kinderen nog hele dagen les. Ook
leek het of ze een beetje verkouden was. "Als je morgen nog niet in orde bent blijf je maar thuis
want het is toch bijna vakantie", opperde mijn grootmoeder
Amelie.
De volgende ochtend troffen ze haar ijlend van de koorts
in bed aan. Mijn overgrootmoeder, die naast hen woonde, werd erbij
gehaald. Na een blik op haar kleindochter te hebben geworpen zei ze:
"Ga de pastoor maar halen want dat kind is stervende." Mijn
tante Monique, toen zestien jaar, werd erop uit gestuurd. Het was
tien uur toen ze bij het bed van Jeanineke arriveerden. Helaas was ze al overleden.Aan hersenvliesontsteking zoals later zou blijken. "Vader was helemaal in shock, vertelt tante Monique."
's Avonds gingen mama en mijn jongere zus Jacqueline boven slapen. Ik
bleef met papa beneden in de keuken zitten. Een groot koksmes uit zijn restaurant lag voor hem op tafel. Hij pakte het beet en wees ermee in mijn richting."Ik heb jullie allemaal niet meer nodig,
brieste hij. "Ik omarmde hem. Luid snikkend stortte hij compleet in. Zijn verdriet was overweldigend. De hele nacht ben ik
bij hem gebleven.
HASSELT-23/10/2013- Tijdens
onze derde les autobiografisch schrijven werd er nagedacht en
gesproken over het thema vriendschap. We moesten op een A3-vel een
tijdlijn uitzetten met jaartallen waarin we vriendschappen hadden
gesloten, wie dat waren en waarom. Ook moesten we aangeven of het
vanuit een positieve dan wel negatieve ervaring was ontstaan. Dus
boven de horizontale lijn of eronder. Daaruit kozen we één persoon
of een groepje waaromheen we associaties maakten. Na de pauze gingen
we aan de slag met ons verhaal.
Ware vrienden
SEPTEMBER 2010 Ik krijg een
vriendschapsverzoek op Facebook. Mijn mond valt open van verbazing.
Het is Rainer, één van onze boezemvrienden van mijn broer en mij
uit onze kindertijd. Dat is toch wel 37 jaar geleden ! Meteen
accepteer ik hem en er ontstaat een chatgesprek.
Eindelijk heb ik je gevonden,
roept hij uit als we later op Skype zitten. We praten twee uur lang
want er is zoveel gebeurd in bijna vier decennia.Ik wist niet hoe
ik je moeilijke achternaam moest spellen op Facebook. Ik heb van
alles geprobeerd maar het is uiteindelijk gelukt. Zijn woordenstroom is niet te stoppen. Plots was je weg, verhuisd zonder
afscheid te nemen, klonk er een licht verwijt en droefheid in zijn
stem. Ja, het ging toen allemaal zo snel. We maakten plannen om
elkaar te ontmoeten en het jaar daarop zou ik op vakantie naar Brakel gaan. De
herinneringen en heimwee naar mijn fantastische jeugd zijn altijd
gebleven. In gedachten ga ik terug naar 1965. Mijn vader, die
beroepsmilitair was, werd daar in dat idyllische dorp gestationeerd.
Lopend naar de lagere school kwamen we altijd langs een huis waar
veel kinderen speelden. Het was het ouderlijk huis van Rainer waar
hij woonde met zijn twee broers en vijf zussen. We bleven er wel eens
hangen als we van school kwamen. Zij waren al eerder klaar omdat ze
ook vroeger begonnen. Rainer nam ons mee naar zijn vriend Franz die
op een boerderij woonde. Daar mochten we op de hooizolder spelen en
in de koeien-en paardenstallen kijken. Van de boerin kregen we
rijstpap met bruine suiker. Later maakten we een ritje op hun
paarden. Mèt teugels maar zonder zadel. Wat voelde ik de volgende
dag mijn staartbeentje!
Opdracht: schrijf een brief naar deze dierbare vriend(en).
In bijlage URL: 'Vriendschap is een illusie' van Het Goede Doel
LEUVEN 1964- Mijn eerste herinneringen
aan de ontluikende liefde voor lezen gaan terug naar de derde klas
van de lagere school. Ik woonde toen in Ijzerenwegstraat 2 in de wijk
Blauwput in Kessel-Lo en mocht regelmatig in het weekend bij mijn
overgrootmoeder op de Trolieberg 86 (Boven-Lo) logeren. De vroegere
jongenskamer van drie bij vier meter lag aan de voorzijde van het vierbloksrijtjeshuis. Het kleine
raam keek uit op de weg met hobbelige kasseien waarvan ik dacht dat het
een oude Romeinse heirbaan was. Daarachter uitgestrekte velden en bos.Ik sliep in een bed dat men nu
een twijfelaar noemt. Het was te breed voor een éénpersoonsbed en
te smal voor een tweepersoons. De matrasvulling van kapok voelde aan
alsof ik op een zak met stro lag. Mijn tengere lichaam liet er een
afdruk na als een voet in het zand. Met een stok klopte Moeke het
matras 's anderendaags op zodat ik de volgende nacht weer op een
gladde ondergrond kon liggen.
Boven het bed hing een plank waar
voorraad op stond. Naast de Sunlightzeep vond ik een stapeltje
stripverhalen in oblongformaat van Eric de Noorman. De cover van de
Reis naar Atlantis trok mijn aandacht en ik sloeg het boekje open. De
bovenste helft van het blad was voor tekeningen en daaronder stond
het verhaal geschreven. Gelukkig kon ik al goed lezen en werd ik
meteen meegezogen in het avontuur. De historische tekenverhalen over
die stoere Viking zijn me altijd bij gebleven. Nu vraag ik me af
waarom die boekjes daar lagen? Misschien behoorden ze wel toe aan één
van haar vier zonen, zeker niet aan mijn overgrootvader want die was
analfabeet. Moeke kon wèl lezen en schrijven. Ze deed de
huisadministratie en verzorgde de post. Ik ben een beetje
geleerder dan mijn man, lachte ze terwijl ze ons van boven haar
leesbril aankeek.
Eric de Noorman was een Nederlandse tekststripreeks,
getekend door Hans
G. Kresse, die van 1946 tot 1964 als krantenstrip werd
gepubliceerd. De verhalen draaien rond een vikingkoning,
Eric, en zijn avonturen overzee. Vanaf 1948 werden ze in
oblongformaat
tegen 75 cent in grote oplagen verspreid, wat mede het grote
verkoopsucces verklaart.
Samen met Kapitein
Rob en Tom
Poes behoort "Eric de Noorman" tot de 'grote
drie' uit de Nederlandse stripgeschiedenis. De goed gedocumenteerde
verhalen en tekentechnische kwaliteit worden nog steeds geroemd en
beïnvloedden vele andere Europese stripauteurs. "Eric de
Noorman" is ook één van de weinige Nederlandse strips die
ook in het buitenland populair was. In Vlaanderen werd de serie in
Het
Laatste Nieuws en De
Nieuwe Gazet gepubliceerd.
Blauwput is gelegen in het westen van
Kessel-Lo en aan de achterzijde van het station
van Leuven. Het gebied is zich gaan ontwikkelen vanaf het
midden van de 19e
eeuw. De ontwikkeling voltrok zich, mede door het station, veel
sneller dan in de rest van Kessel-Lo dat lange tijd meer landelijk
bleef. Oorspronkelijk hing het gebied af van de parochie Vlierbeek
die de hele gemeente Kessel-Lo bestreek.
In 1877
was het gebied voldoende gegroeid zodat een nieuwe parochie met de
naam Blauwput ontstond. In de 20e
eeuw ontwikkelde de wijk zich verder, mede dankzij de
onmiddellijke nabijheid van het Leuvense stadscentrum, en zou
Blauwput volledig vergroeien met het stadscentrum. In 1941,
tijdens de Tweede
Wereldoorlog, werd de wijk grotendeels verwoest maar ze werd in
korte tijd weer heropgebouwd.
HASSELT- 16/10/2013-Nadat iedereen het verhaal over zijn
huis had voorgelezen in de tweede les, sneden we na de pauze het thema herfst aan. We
moesten zoveel mogelijk trefwoorden over dit onderwerp opschrijven.
Daarna mochten we gaan puzzelen om hiermee haiku's te maken.Een Haiku is een Japanse dichtvorm
zonder rijm maar gebaseerd op lettergrepen. De eerste regel bevat 5 lettergrepen,
de tweede zeven en de derde weer vijf. Het traditionele Japanse gedicht gaat
altijd over de natuur en probeert het beeld in een moment te vangen.
Mijn probeersels zagen er zo uit:
Onze huiseekhoorn/ is weer op zoek naar nootjes/ voor zijn winterslaap
Vallende blaadjes/ wind en striemende regen/ brengen winterblues
Kleurrijke pompoen/ in de soep of de oven/ lekker smullen maar
In de ochtendmist/ vangen we spinnenwebben/ met een rond twijgje
HEERLEN (NL)-Ik ben opgetrokken in
1965, middenin de roerige sixties. Niet dat ik het aan den lijve heb
ondervonden maar ik weet het van horen vertellen. Als eigendom van
de gemeente Heerlen kreeg ik de taak om alle materieel te herbergen.
De mannen van de technische dienst zetten meteen de radio aan als ze
er waren. Ik luisterde naar de eerste Top 40- uitzending van
piratenzender Radio Veronica met het nummer 'I feel fine' van The
Beatles. Van eigen bodem begon de groep Golden Earring aan een
opzienbarende carrière. De pop-radiozender Hilversum 3 kwam ook in
de ether als tegenhanger van deze commerciële zender en andere
zeezenders. Voor het eerst kraakten studentenechtparen leegstaande
panden in Amsterdam. Ook werd daar de organisatie Provo opgericht.
Dat waren de zogenaamde nozems die zich anti-autoritair opstelden en
provoceerden. Het waren voornamelijk artistieke jongeren en
straatjeugd die zich bezig hielden met vrije liefde, ecologie,
milieu, emancipatie en democratisering. Ze stelden op hun manier
maatschappelijke vraagstukken aan de orde. Het leverde hun zelfs een
zetel in de gemeenteraad van Amsterdam op. Door hun toedoen
veranderde Nederland op politiek en cultureel vlak. Prinses Beatrix
verloofde zich met Claus von Amsberg en bij het huwelijk het jaar
daarop gooiden de Provo's rookbommen. Hierdoor kregen ze grote
internationale bekendheid. De studentenopstand van Parijs in 1968 was
zelfs geïnspireerd door de Provo-beweging.Koningin Juliana opende de
langste brug van Europa. Hij meet ruim vijf kilometer en ligt over de
Oosterschelde en krijgt de naam Zeelandbrug. De eerste nieuwjaarsduik
in de Noordzee was ook een feit. Dat gebeurde in Scheveningen. De
acht deelnemers werden getrakteerd op erwtensoep.
Maar genoeg over het
noorden. Wat gebeurde er eigenlijk in het zuiden van het land? Op 17
december hield minister van economische zaken Joop den Uyl een
toespraak in de Stadsschouwburg van Heerlen. Hij kondigde de
mijnsluitingen aan. Reden was de snel verslechterende markt voor
steenkool en de vondst van enorme aardgasvoorraden in Slochteren.
Binnen tien jaar zouden zowel de staatsmijnen als de particuliere
mijnen allemaal dicht zijn. Hij beloofde vervangende werkgelegenheid.
Met de vestiging van het autobedrijf Volvo in Born werden mijnwerkers
omgeschoold tot metaalarbeiders. De eerste dependance van het
Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds of ABP werd in Heerlen gevestigd.
In Brunssum opende Curver een nieuwe plasticfabriek. De Staatsmijnen
en Shell wilden een olieraffinaderij bij Urmond oprichten maar die is
er nooit gekomen. De staatsmijnen en de particuliere mijnen richtten
een fonds voor sociale werkvoorziening op, de ZOL-bedrijven,
afkorting voor Zuid-Oostelijk Limburg. Er vestigden zich een hele
resem bedrijven die aanspraak konden maken op een premieregeling. Ze
waren echter te zwak om zonder subsidie te overleven. Al deze
inspanningen leverden nog niet voor één derde werkgelegenheid op.
In totaal vielen er 45.000 ontslagen. 17.000 mensen zochten hun heil
in Duitsland en België. 37% vloeide af via sociale werkvoorziening
of pensioen. Op 31 december 1974 werd de laatste vracht steenkool
naar boven gehaald in de Oranje-Nassau 1- mijn te Heerlen. Alle
oude mijnterreinen werden in 10 jaar tijd gesaneerd en kregen een
nieuwe bestemming. Het tijdperk van de koempels is hiermee voorgoed
afgesloten.
HEERLEN (NL)- 1998- Naast ons huis
pachtten we een stuk land van de gemeente. Het was zo groot als een
kavel. Mijn man Bert was vroeger graag boer geworden. Hij besloot om
er dieren op te houden. Het begon met enkele kippen en een haan.
Later kwamen daar nog konijnen en eendjes bij waarvoor hij een klein
zwemvijvertje maakte. Na dat klein spul vond hij het tijd worden voor
de grotere soorten. Op een dag verrijkten enkele schapen onze
miniboerderij. Omdat wij op dat stuk grond geen schuilplaats voor de
dieren mochten zetten, moesten die twee blèters 's avonds in het
schuurtje op onze eigen tuin overnachten. De eerste keer liep het
helemaal uit de hand. De schuifdeur van de eethoek naar de tuin stond
open toen Bert bezig was de schapen van de weide te halen. Ze kwamen
parmantig naar binnen gestapt om mij in de keuken te verrassen nadat
ze eerst mijn kruiden, die in potten bij de schuifdeur stonden, naar
binnen hadden gewerkt. Bert greep één van de twee met beide handen
vast aan zijn wollen vacht. Het schaap begon terug richting tuin te
rennen en sleurde mijn man uit de rolstoel. Hij sleepte hem een
tiental meters mee over de grond en op het gras liet Bert zich los. Het was zo komisch dat iedereen het uitschaterde. Over Bert
hoefden ons geen zorgen te maken want die lag zelf ook in een deuk, figuurlijk dan.
Als dat zou zijn gefilmd met de verborgen camera hadden we
beslist een prijs gewonnen !
HASSELT-09/10/2013-Gisteren is het tweede deel van de cursus autobiografisch
schrijven gestart bij Vormingsplus in Hasselt. Tien weken lang
krijgen we weer les van Ingeborg Manshoven.Er hebben zich elf
cursisten ingeschreven. Van de vorige cursus zie ik twee bekende
gezichten, Carine en Staf. Vanaf de derde les komt ook Rosemie. Ze
is nu op vakantie.De tafels staan tegen elkaar aangeschoven zodat we
in een kring kunnen zitten. Ik neem rechts van Ingeborg plaats. Naast
mij zit Veronique, dan Lut, Staf, Wilfried, Marijke, Elke, Carine,
Hendrik en Jeannine. Ingeborg vertelt iets over zichzelf en dan zijn
wij aan de beurt.
Na de voorstelronde gaan we meteen aan
het werk. We moeten opschrijven hoe vaak we al zijn verhuisd in ons
leven, vanaf onze geboorte tot nu. Als we de straatnaam en het
huisnummer nog weten vermelden we dit ook. De lijst van Staf
is het langst met 19 plaatsen, daarna kom ik met 18. Als ik thuis
nog eens alles in alle rust naloop ben ik er misschien nog een paar
vergeten, oppert Staf. Hij is de oudste van het gezelschap en was
vroeger beroepsmilitair. Voor zijn werk moest hij vaak verhuizen. Dat
gold ook voor mijn vader. Sinds ik op kot ging ben ik tot nu al acht
keer verhuisd. Voor mij is de maat vol.
Uit alle huizen moeten we er één uit pikken waar we bijzondere
herinneringen aan hebben. Vervolgens zet Ingeborg ons een kwartier
aan het non-stop schrijven. Daarna vertellen we er onze gebuur over
en dan worden de rollen omgedraaid. Dit levert wellicht nog extra
informatie op waarmee we ons verhaal kunnen aanvullen.
Na de pauze moeten we een situatie
beschrijven die in het huis heeft plaats gehad.
Ik vertel over ons schaap dat mij
in de keuken verraste en die Bert uit zijn rolstoel trok. Ieder mag zijn eigen verhaal voorlezen.
Ingeborg en de medecursisten zeggen wat ze ervan vinden.
Opdracht: laat het huis vertellen, één
A-4 pagina, lettergrootte 12-14
Dat autobiografisch schrijven
therapeutisch kan werken werd duidelijk toen een paar cursisten na
een paar lessen afhaakten.Voor sommigen bracht het een emotionele
rollercoaster teweeg. Zij konden de confrontatie met zichzelf niet
aan. Volgens Ingeborg was het totaal niet de bedoeling om dingen van
je af te schrijven in de les. Dat neemt niet weg dat er een lang
bewaard familiegeheim door een cursist werd prijsgegeven waar wij
deelgenoot van werden .
Het verleden kwam opnieuw tot leven in
de verschillende schrijfopdrachten die we kregen. Spannende
gebeurtenissen wisselden elkaar af met getuigenissen en bedenkingen.
Het delen van gevoelens bracht ons heel dicht tot elkaar. Het
groepsgevoel werd iedere week sterker.
Elke les was weer even spannend. We
moesten bijvoorbeeld over een fictief onderwerp schrijven waarvan ik
dacht dat ik dat niet kon, maar het tegendeel bleek waar. Ook de
schilderles was heel leerzaam om iets in beeld uit te drukken. Zelfs
muziek en geuren kwamen in de les aan bod.
Voor de zesde en laatste avond had
Ingeborg een verrassing meegebracht. De schilderwerkjes had ze op één
vel verzameld en iedere cursist kreeg er een mee als aandenken.
Jammer dat er op de groepsfoto twee
cursisten ontbreken. Hopelijk zien we ze terug bij de vervolgcursus.
Aandenken cursus autobiografisch schrijven, deel een
De zwarte stroken beelden mijn zes kostschooljaren uit. De onderste balk is het donkerst omdat het eerste jaar het zwaarst was. Toen ik na zes jaar het strenge internaat achter me kon laten brak voor mij de vrijheid aan. Ik had het gevoel dat ik heel wat moest inhalen. In mijn studententijd op kot heb ik dan ook flink de bloemetjes buiten gezet. Dat was vuurwerk !
Die koude winter van vijftig jaar geleden is er eentje om in te kaderen. Onderstaand filmpje doet je huiveren van de kou. Ik
woonde toen aan de kust in Westende-Bad. 's Avonds ging mijn moeder met
het strijkijzer over het onderlaken voordat mijn broertje en ik het bed
in stapten met de sokken en de handschoenen aan.'s Ochtends stonden de
ijsbloemen op de ramen. Wolkjes en streepjes waterdamp vormden zich
boven ons bed telkens als we uitademden.