Inhoud blog
  • 3. Alaska in 't kort
  • De Dempster Hway - geschiedenis - ons verhaal - permafrost
  • Rijden in Canada
  • Churchill - zijn ijsberen en info over ijsberen
  • Lewis en Clark en de Oregon Trail
  • Goldrush en Chilcoot trail
  • DOI - grondbeheer BIA - BLM - Nationale Parken
  • Montgomery Alabama
  • I have a dream
  • rijden in de VS
  • De voorbereiding
  • Van NY via de kust van New England naar Canada
  • Canada Info
  • allerlei info over reizen
  • Verenigde staten: INFO
  • Onze eigen camper overseas
  • Wat anderen over ons weten
  • THAILAND EN LAOS jan/feb 2005
  • TUNESIE -Sousse El Hana Beach hotel
  • TENERIFE feb 2004
  • ZUID INDIA - de fotoalbums
  • Zuid India - het vertrek
  • Badami
  • Hampi
  • Bangalore
  • Mamallapuram
  • Pondicherry
  • Auroville
  • Thanjavur - Tanjore
  • Tiruchirappalli - Trichy
  • Madurai
  • Zuid India - the Backwaters
  • Kochi - Cochin
  • Zuid India - naar Ooty
  • Nationale Parken
  • Mysore
  • Belur
  • Halebid
  • tempelfeest op de terugweg
  • Naveen beach resort Murudeshwar beach
  • straatbeeld India
  • mensen in de tempels
  • eten in India
  • markten
  • onze chauffeur
  • stenen kappen
  • Zuid India - ambachten - van suikerriet tot suikerklomp
  • Zuid India - rijst
  • Zuid India - ambachten - touw maken
  • Zuid India - ambachten - stenen bakken
  • EGYPTE dec 2000
  • bijlage verslag
  • VS ATLANTA Oct nov 2000
  • MALLORCA sept 2000
  • GRIEKENLAND kreta mei 2000
  • DOMINIKAANSE REPUBLIEK jan/feb 2000
  • 1 CHILI tot Vuurland
  • 2 Vuurland en noord tot Villarica
  • 3 Villarica noord naar Antofagasta
  • 4 Antofagasta naar San Pedro en terug tot ChiuChiu
  • 5 terug zuidwaarts, nog 2x de Andes over en naar huis
  • gletsjers
  • NIEUW ZEELAND zuideiland
  • NZ Noordeiland
  • NZ Rotorua - geothermiek en Maori
  • De Maori
  • rijden in Nieuw Zeeland
  • AUSTRALIE Brisbane zuid tot Warnambool
  • AU Warnambool via Stewart Hway naar Darwin
  • AU van Darwin via Cairns naar Brisbane en thuis
  • Platypus
  • ZUID AFRIKA BOTSWANA NAMIB najaar 1998
  • THAILAND MYANMAR CAMBODJA VIETNAM voorjaar 1996
  • PAKISTAN najaar 1995
  • ZIMBABWE Mei 1995
  • SRI LANKA voorjaar 1994
  • MALEISIE EN THAILAND januari 1994
  • INDONESIE - fotoalbums
  • Indonesië 1993 - het verhaal.
  • THAILAND - de kennismaking
    ribbe2
    teksten
    23-06-1999
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.AU van Darwin via Cairns naar Brisbane en thuis
    Terug zuidwaarts.
    In Noonamah nemen we de Arnhem Hwy naar Kakadu. The crocodile farm en de Reptile world spreken ons niet aan. We bezoeken wel de Fog dam die helemaal wit ziet van de bloemen.
    Er kruipt een reuzegrote salamander over de baan. Er fladderen duizenden vogels rond. Wat verder zien we een zoutwater crocodile liggen. Weten niet goed wat we zien. Verwachtten die grote beesten hier niet. Komen blijkbaar van de Van Diemen golf via de Adelaide River. Aan de Adelaide river crossing kan men een bootje nemen om een tour en croco watching te doen.
    Onze volgende stop is het Window on the Wetlands visitor center dan een mooi uitkijkplatform heeft over de wetlands die helemaal in bloem staan Binnenin interessante uitleg over het eco-systeem, het leven van de aboriginals enz. Het is ook het hoofdkwartier van het Mary River NP.
    We rijden verder met af en toe een bebloemde billabong; mooi, mooi, mooi. Wat verder komen we aan de Mary river crossing. Ook over dit plaatsje hadden we aan het kampvuur veel verhalen gehoord over enorme barramundi’s die ze hier vangen. We vinden een klein parkingske en hebben een rustige nacht.
    Vroeg de baan op richting Kakadu. De gate is nog niet bemand en we KUNNEN dus niet betalen.
    Als we de Wildman river over rijden zien we beneden een groepke kleine krokodillen liggen. We mogen echter op de brug niet stoppen en men mag niet blijven staan op de brug. We rijden rechtstreeks naar het visitor center.
    Goed geinformeerd over klimaat, eco systeem en al wat ge maar wil weten over de vroegere en hedendaagse bewoners. Op onze vraag waarom men op de brug niet mag staan geven ze een uitleg dat het te gevaarlijk is voor het verkeer (er rijden hier amper auto’s) en dat men croc’s kan zien on a tour. Ja, dag Jan. We rijden wat rond in het dorp en gaan piknikken aan een meertje.
    We rijden verder tot aan de east alligator river en Ubirr. De muurschilderingen hier kan ik me nu niet precies meer voor ogen halen. We hebben niet veel zin verder Arnhem land in te rijden en keren terug.
    In Nourlangie en Cooinda doen we nog een paar kleine wandelingen langs de billabongs van JimJim en Yellow water. De rotstekeningen van Nourlangie rock nemen we er wel graag bij. De riviertrip laten we aan ons voorbij gaan.
    We rijden terug het park uit en overnachten nabij Mary river roadhouse.
    We rijden terug richting Katherine. We slaan af naar Edith Falls, parkeren onder de bomen en doen een stapke naar de waterval waar ook kan gezwommen worden. Hier zitten soms ook croc’s maar geen zoutwater dus zogezegd harmless (moeten we dat geloven?)
    In Katherine laten we nog eens naar de auto kijken. We hebben geen problemen meer gehad maar we moeten nog heel veel km doen. We gaan piknikken in het Katherine low level NP aan de oever van de Katherine river.
    Daarna Springvale homestead en “the school of the air” Op naar Karherine Gorge in het Nitmiluk NP. Eerst een bezoekje aan het visitor center en dan weer de wandelschoenen aan. Er zijn een paar tourbussen aangekomen die allen de boot op gaan- wij moeten passen wegens “besproken” We slapen deze avond nog eens aan onze recreation dam.
    Rechtaan, rechttoe naar Threeways (N v Tennant Creek) waar we de Barkly Hwy nemen richting east.
    Het was vroeger de Cob & Co coach run die in verschillende films werd opgevoerd.
    Het is een lange weg naar Mt Isa. Een paar benzinestations met de nodige voorraad en een bed om te slapen. De baan is op veel plaatsen éénvaks al zitten er ook veel roadtrains op.
    Camooweal is het laatste plaatsje voor de grens met Queensland. Het is het service centrum voor de rundveehouderijen van de Barkly tablelands. Er is een grote, heel oude, general store en een oud roadhouse.
    Mt Isa is een mijnstad waar vooral koper, zilver, lood en zink gewonnen word. Men ziet van heel ver de schouw van de loodsmelterij. We hadden daarna spijt niet naar de mijn te zijn gereden voor het John Middling Mining display en visitor centre. We waren het totaal vergeten. Vermoedelijk een beetje murw van de lange hete rit.
    We vonden een overnachtingsplaatsje buiten het centrum op een grote grasparking met waterkraantjes en ontmoetten er een Tasmaans koppel dat al meer dan 4 jaar door het mainland aan ’t rijden was. Veel verhalen natuurlijk. Krijgen het adres van hun homestay en mogen daar gratis gaan overnachten wanneer we maar ooit in Scottsdale komen. De sleutel hangt naast de deur van de garagebox…………de dochter woont er op het naastgelegen domein.
    Langs de baan naar Charters Towers over de Flinders Hwy is niet veel te beleven. Rijden, rijden…af en toe een waterpomp waarvan het rad langzaam draait; we komen aan wegenwerken en rijden gewoon door de afwateringsgracht.
    Nabij Cloncurry rijden we over een éénspoorbrug die zo versleten is dat we inkijk hebben in de gracht er onder ( hier moeten dus ook die …tonners over)
    Julia Creek en Richmond kleine stadjes maar leuk als afwisseling en om eens te stoppen. Dit is ook een koper stadje. Hier werd de Royal Flying Dr service geboren. Het museum hier heeft daarover dan ook alles te vertellen, maar ook over de Burke en Will’s expedition die hier door kwam en de School of the air enz.
     Hughenden is een gezellig stadje aan de oevers van de Flinders river. Home of the beauty and the beast. Het beest is een skelet van de Muttaburrasaurus het grootste en meest volledige gevonden in Australie. The beauty is het Porcupine Gorge NP dat voor ons niet te bereiken is door de slechte toestand van de weg. We overnachten hier in een zijstraatje aan een haag.
    En dan komen we weer in de bewoonde wereld: Charters Towers. Een goudstadje. De rush kwam op gang nadat een aboriginal riep:”Gold…boss…gold” In het stadje zijn nog veel mooie oude gebouwen overgebleven zoals het stadhuis waar het visitor center is. Wij vinden het er aangenaam toeven.
    Hier rijden we noordwaarts richting Atherton Tablelands. Het is een smalle eenzame baan met alleen roadtrains als tegenligger.
    In Mt Garnet zien we een heel grote p. waar roadtrains worden samengesteld. We gaan ons achteraan plaatsen maar verhuizen als er zo’n grote naast ons komt staan met draaiende motor. Volgens onze pa naar een parking met gras hogerop boven de weg. Ik herinner het me niet meer.
    Verder via Ravenshoe naar Palmerston NP. Millaa Millaa een klein gezellig stadje. Kopen er een tshirt met roadtrain. Gaan de watervallen bezichtigen.
    Via Malanda, Ungaburra en Gordonvale rijden we naar Cairns.
    We rijden onmiddellijk naar NQ dat langs de grote doorgaansweg ligt niet ver van de luchthaven. Ondertussen hadden we ook een raar tokkend geluid en zaten we nog met de voorlopig gefixte kabel. Ze zien niet onmiddellijk wat het is en stellen ons voor om van voertuig te wisselen. Achteraan staan een deel oudere campers en we kiezen er eentje uit met dezelfde indeling waaraan we nu goed gewend zijn. Ze zullen hem tegen morgen opkuisen en nazien en dan kunnen we ons gerief overhevelen.
    We rijden wat door het compacte centrum, wandelen langs de mall, de zeepromenade en The pier market place. Nabij het centrum vinden we nog een shoppingcenter om onze voorraad aan te vullen.
    We slapen aan de Yarabah Aboriginal Community. We bezoeken het centrum dat in verschillende delen is opgesplits. Het Creation Theatre over de legendes en het geloof. Een nagemaakt dorp waar demonstraties zijn van speer- en boomerangwerpen. Ze tonen ons welk voedsel ze in de natuur vinden. Er is een danstheater en de opvoering is perfect. We zien ze de didgeridoo bespelen en ze tonen ons hoe ze gemaakt worden. In de winkel die er aan verbonden is zijn prachtige zaken te koop. We praten een beetje met een jongere die hier in opleiding is en nog maar korte tijd bij zijn familie weg is. Het is een hele grote stap want er is weinig waardering voor hem. Voor de blanken zijn ze nog steeds een beetje (veel) tweederangsburgers. Voor hun familie verraders en alleen nog aanvaard om geld naar huis te brengen. Het was een hele ervaring en weer hebben we dat vervelende gevoel en vergelijken met de Maori in NZ die met veel meer fierheid over zichzelf praten.
    We gaan terug naar NQ. De wagen staat klaar en we laden al onze rommel over. Het vergt heel wat uitleg om hun aan het verstand te brengen dat de kussens van het bovenbed naar de andere camper moeten omdat we de onze in Brisbane lieten en niet onderweg gedumpt hadden.
    We bezoeken Kuranda. Rijden met de camper tot boven aan de parking. Via een boardwalk door het regenwoud komen we aan de Barron river met de falls. Daar stopt ook het treintje. Verderop bereiken we nog een andere waterval. Het is hier prachtig. De hitte is hier ook veel zwaarder en we zweten een stukske af.
    We vinden ’s avonds een mooie parking haaks op het strand in Palm Cove. Het is een mooi strand in een chique buurt. Op het strand liggen grote schelpen en er wordt nogal wat afgejogd. We slapen rustig met alle ramen open en worden ’s morgens wakker van het vogelgekwetter. We blijven hier nog wat rondhangen.
    Daarna zoeken we hogerop hier en daar nog een strandje op. Rijden verder en maken een omwegske naar Port Douglas langs een mooie door palmbomen omzoomde laan. In 1911 bijna volledig van de kaart geveegd door een wervelstorm is het nu een echt toeristisch centrum. Vanaf hier rijden we echt door vochtig tropisch landschap met bomen met lianen, grote bloemen en veel mos.
    In Mossman komen we aan de Daintree river waar men met een veerpont over moet. Er is hier heel veel drukte. Men kan de rivier op met een soort rupsboten. Overal verwittigingsborden voor krokodillen. Binnen een afsluiting zijn er een hele hoop grote exemplaren te bewonderen.
    Verder noordwaarts ligt Cape Tribulation. Een zeer verlaten streek. Alleen Cooktown is nog van enige betekenis en daar zouden we nog wel geraken met onze auto. Hier zette die eerste bekende Europese toerist voet aan wal in 1770. Verder noord is onbegonnen werk daar men door rivieren moet rijden en de gravelbaan in zeer bedenkelijke staat. Het is alleen voor de avonturiers. In Daintree NF doen we een mooie wandeling langs een glibberig boardwalk. Onderweg terug naar Cairns stoppen we aan de Crocodile farm. Deze is echter al gesloten alleen de wc blok is open en we houden daar dan ook een grote wasbeurt. Willen op de parking overnachten maar men komt ons vragen te vertrekken daar we op privé terrein staan. Ze tonen ons wel de weg naar een mooi strandje: terug de brug over en re de zandweg in.
    Het is een zalig plaatsje. Het bord met verboden kamperen ligt ergens tussen de struiken. Later komt er ook nog een jong koppeltje Australiers aan die dit plekje zeker kenden. Overal staan verwittigingsborden voor krokodillen en stingers. Aan het verwittigingsbord is ook een fles met azijn die men moet gebruiken om de stinger te laten loslaten. We zagen die flessen ook op al de andere stranden (zouden die bij ons ook blijven liggen?)
    Via Kurunda rijden we richting Mareeba en onderweg doen we de Davies Creek Falls. Via Mareeba naar Tolgo. Van daar gaan we naar Lake Tinaroo en de Cathedral Fig een enorme boom. In Uyngaburra staat de Curtain Fig. Een boom waarvan de luchtwortels een echt gordijn vormen.
    We slapen in Malanda in een picnikparkje. Terug naar Millaa Millaa voor de waterfall circuit road. Aan enkele watervallen kan gezwommen worden in een prachtige natuur.
    Verder via de Palmerston hwy en nog een mooie waterval terug richting kust. Onderweg zien we de aankondiging: grootste suikerriet plantage van Australie.
    Innisfail is een leuk stadje. Er is een museum van het suikerriet. We nemen een scenic road langs de suikerriet dorpjes Silkwood en Mena Creek. Suikerriet zover we kunnen zien en ook hier zijn ze vuurtje aan ’t stoken om het vuil en het meeste loof te verbranden maar vooral om het ongedierte (waaronder giftige slangen) te verjagen voor men de oogst begint. Met grote machines wordt het riet afgereden. Tussen de velden liggen sporen met wagentjes die men vult en naderhand naar een groot en lang spoor brengt waar ze aan elkaar gekoppeld worden en zo een lange trein vormen om naar de suikerfabrieken te brengen. Zijn een beetje geschrokken van de primitieve installaties hier (Tienen is er een paleis tegen) Alleen de geur komt ons zeer bekend voor.
    Onderweg staan regelmatig stalletjes met fruit, vooral bananen en ananas. De prijs staat er op en er is een busje om uw geld in te steken ( wordt hier niet gestolen?).
    In El Arish rijden we richting Mission Beach. Het is een aaneenrijging van kleine plaatsjes met mooie stranden. Van hieruit kan men naar de Dunk Islands en het Barrier reef. Daar wij niet duiken of snorkelen is het niets voor ons.
    Tully is het natste plekske in Australie. Hier valt meer dan 4000mm/jaar. De rivier is een beruchte rafting plaats. We overnachten in Tully heads.
    Cardwell is een van de oudste stadjes en is ook het enige tussen Cairns en Brisbane waar de baan de kust raakt. Het is eigenlijk maar één lange straat met winkeltjes. Langs de 1 komen we nu ook restarea’s tegen waar men een kop koffie kan krijgen en overnachten. Overal staan ook verwittigingsborden om tijdig te rusten.
    Ingham is het grootste suikercentrum van de streek en een paar km inland staat ook de grootste suikermolen. We overnachten een stukje voor Townsville.
    Townsville is een grote stad. We willen hier vooral 2 dingen doen: de MHshow en het aquarium. Met een goed plannetje in de hand gaan we op zoek naar de fairgrounds. We vinden een parking langs de straatkant in de nabijheid van een “gate”. Als we daar zijn blijkt er alleen ingang te zijn voor personeel en moeten we helemaal de blok om. Het grootste deel van de grounds wordt ingenomen door een camping waar zowat elke Australische MH club zijn plek heeft. Er worden volksspelen enzo gedaan. Op de show zelf is niet echt zoveel te beleven. Er zijn een tiental nieuwe modellen met allen zowat dezelfde inrichting. We maken kennis met een deel leden van de Brisbane Mhclub. Veel van hun leden hebben er eentje ingevoerd van overseas=Engeland daar deze verwarming en koelkast hebben op LPG Daarna rijden we kriskras door de stad. Wandelen langs de Flinders st mall en de rest van het compacte centrum. Via The strand, een aangename zeeboulevard rijden we naar East Flinders street waar het Greet Barrier reef Wonderland is met museum, omnimax theather en het aquarium. Vooral dit laatste vonden we enorm mooi met de koralen, de soorten gevaarlijke vissen en de stinger (wat een lange armen….)
    Hier overnachten we op een parking/picnikplaats langs de 1. Het was er onverwacht rustig.
    Bowen is het fruit en tuinbouwcentrum van de streek. Er strijken hier dan ook veel seizoenarbeiders neer en de meeste hostels zijn op hun ingesteld. Op het visitor center kan men alle info krijgen over een job. Wij vinden een paar mooie plaatsjes aan het strand. ’s Avonds staan we op een betonparking aan de zijkant van een hotel. We krijgen bezoek van de politie die ons vraagt naar de camping te gaan omdat het hier op vrijdagavond niet echt veilig is. Hadden ons ook al vragen gesteld toen we aan een telefoonkot een chaos zagen en een leeggeschudde portefuille die er lag. We gaan dus naar de camping en betalen 12$ Doen hier dan ook maar onze was en nemen een zalig lange douche.
    Van Bowen naar Airlie Beach. Een aangenaam toeristisch stadje. Alles staat hier in het teken van het duiken. Van hieruit kan men ook naar de eilanden.
    In Dryander en Conway NP zijn er verschillende wandelingen uitgezet met goedbeschutte parkings aan kleine strandjes. We rijden naar boven tot op Mt Rooper Lookout en naar Mandalay point.
    Terug naar de Hwy en voor Mackay slaan we af naar Seaforth. Hier is een parking aan het strand en op het pleintje. Het is er nogal druk. We rijden nog wat verder tot Cape Hillsborough NP. Nabij het rangerstation is er een parking en picnickplaats. Voor het strand moet men lang een steil padje naar beneden. Als we buitenzitten komen de kangoeroes tot aan onze voeten om te bedelen. Er zitten blijkbaar ook koala’s maar we zien er geen. Het was hier rustig slapen
    We vertrekken naar Eungella NP Tijdens de aanloop zien we vooral tuinbouw. Dan wordt het klimmen. Onderweg moeten we door het water rijden. Aan het visitor center is er een picnick en parking. We stoppen om ons te informeren en zien opgezette platypuses = vogelbekdier(een soort otter met een platte bek zoals eenden-in ’t groot dan) We gaan aan de rivier kijken, er is een uitkijkplatform gemaakt dat een stuk over het water uitsteekt, maar we zien ze niet zo direct. Zullen morgen heel vroeg nog eens moeten komen kijken. We rijden verder bergop. Onderweg aan de rivier veel startplaatsen voor kayak en nog andere rustige plekjes. We rijden tot heel boven aan de kloof waar een waterreservoir is. Onderweg ook mooie plaatsjes om in ’t water te plodderen daar waar het riviertje breed is en aan de kanten zeer rustig. We overnachten op de camping van het NP Ook deze morgen geen platypusses te zien Onderweg naar Mackay zien we weer veel treinsporen voor het suikerriet. In dit stadje is ook de grootste “sugar-loading terminal” en het is er erg druk. Het stadje rijden we rond. Het heeft wat oude gebouwen maar dat is het dan ook.
    Rockhampton Richting Yeppoon en van daar naar Emu park. Over heel deze kuststrook zijn er mooie strandjes. Onderweg doen we Double Head, Bluff point en Pinnacle point, 3 mooie uitzichtpunten. In Emu park staat er een monument ter ere van Cp Cook-the singing ship- het zijn pijpen waar de wind door blaast.
    Gladstone heeft een heel grote haven. Even zuidelijker in Agnes Waters is een gratis camping. Er staan een paar campers en een paar tentjes. Het toiletblock is nog nieuw. Jonge Australiers die met hun fiets rondtrekken zijn bijna opgepeuzeld door de muggen. ’s Avonds wandelen we naar het centrum, kopen in het enige oude winkeltje een ijsje. De afstand viel wat tegen, we willen een stuk afsnijden maar lopen vast op de spoorweg. Het is al goed donker als we thuiskomen.
    Bundaberg is onze volgende stop. Vinden het een leuk stadje en vinden een mooie overnachtingsplaats op een mooie betegelde parking aan het strand. Er staat nog een Australische camper die hier elk jaar een paar maanden staat. Er zijn nette openbare toiletten. We blijven hier een paar dagen rondhangen.
    Childers is een schilderachtigstadje en heeft een paar leuke winkeltjes. In Torbanlea slaan we af naar Hervey Bay (Torqay, Urangan enz.) Het is hier een echte toeristische stopover vooral naar Fraser Island. Voor ’t ogenblik zijn er geen walvissen in de buurt dus liggen de boten werkloos aan de pier. Wij slapen aan de boatlanding. Overal aan de pub’s hangen de winnende vangsten uit (grootte/gewicht) We eten er een fisch and chips en krijgen een portie voor een hele week.
    Maryborough doorkruisen we in alle richtingen. Het heeft mooie lanen en heel mooie oude huizen.
    Tin Can Bay. Ook hier komen dolfijnen ’s morgens vroeg naar het strand om gevoed te worden.
    Eerst gaan we naar Rainbow beach en rijden door het mooie Great Sandy NP. Vanop de parking kan men het grote duin beklimmen en heeft men een prachtig uitzicht. Terug in TinCanBay rijden we helemaal de kuststrook zo ver we kunnen. Er zijn mooie picnickplaatsen en we vinden een mooi plaatsje aan het strand om te luieren. ’s Avonds gaan we achter een warenhuis overnachten. ’s Morgens is het nog heel fris als we al op uitkijk staan. Er worden emmertjes met vis verkocht om de dolfijnen te voeren. Onze papa beleeft er veel plezier aan.
    In Gympie nemen we de O15 en nabij Imbil rijden we naar de Borumba dam. Het is mooi rijden en boven aan de dam is een mooie picknickplaats. Kenilworth naar Maleny en terug noordwaarts via de mooie route naar Mapleton langs het mooie Kondalilla NP, een mooi stukje regenwoud.
    We rijden ook door het zeer toeristische Montville. In Nambour kan men er niet neven zien dat men in de ananasstreek is. Er staat langs de baan een exemplaar in fiberglas van 15m hoog.
    We rijden naar de sunshine coast. Van Colum beach naar Maroochydore door het deltagebied van de Maroochy river. Er is een mooie strandboulevard en aan de wharf is het heel aangenaam. Er staat redelijk wat wind en er zijn veel surfers.
    Van hier tot Caloundra is er weer veel bebouwing. Het staat ons hier wel erg aan. Naar Landsborough en Beerwah waar we de Glass House Mnts inrijden. Er rijden nogal wat tourbussen hier. Veel mooie winkeltjes en gezellige restaurantjes. Een heel mooie route om te rijden. Het gebergte heeft een bizar uitzicht: een hoge heuvel met overal bergkegels op.
    Nabij Strathpine vinden we een rustig plaatsje op een soort restarea met picknick enz. We kiezen deze plaats omdat we van hieruit niet ver van Brisbane zijn.
    Vandaag gaan we Brisbane verkennen met de auto. Daarna staat het Lone Pine Koala sanctuary op het programma. Het is een mooi groot park. Buiten koala’s zijn er ook nog kangoeroes, de tasmaanse duivel, kazuari's en andere inheemse dieren te zien. Het is een rustige afsluiting van onze reis.
    We gaan terug naar Strathpine en rekenen morgen op een goed uurtje om naar NQ te rijden. We ruimen zoveel mogelijk op en maken onze bagage klaar
    Na een niet zo goede nacht ( bang om ons te overslapen?) rijden we binnen. De afrekening valt zeer goed mee. Krijgen alle kosten terugbetaald en nog wat meer omdat ze zich misrekend hadden ( kon niet vinden waar maar als het voor hun OK is voor ons ook natuurlijk.) Ze bellen een taxi en het doet raar weer in een gewone auto te zitten. Het wordt een lange reis: Van Brisbane via Auckland, LA, Frankfurt (waar we meer dan 6u moesten wachten) naar Brussel

    23-06-1999 om 00:00 geschreven door ribbe  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (12 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Platypus
    Platupys
    geen eigen foto
    er slechts ééntje van ver weg gezien




                                                                   vogelbekdier in 't water, op 't droge en een beetje getruckeerde foto

    Het vogelbekdier is een uniek Australisch dier. Het heeft de kenmerken van drie andere bekende diersoorten: de snavel van een eend, het lijf van een mol en de staart van een bever. Toch is het vogelbekdier een heel ander dier dan één van deze drie dieren. Samen met de miereneter behoort het vogelbekdier tot de monotremen. Monotremen zijn de meest primitieve zoogdieren, ze zogen hun jongen hoewel ze eieren leggen en niet levend baren zoals alle andere zoogdieren. Het woord monotreem komt uit het Grieks en betekent één gat. Ze hebben namelijk maar één uitgang die meerdere functies heeft: paren, eieren leggen en uitwerpselen. Monotremen komen van nature alleen in Australië voor. 



             

    23-06-1999 om 00:00 geschreven door ribbe  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-12-1998
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZUID AFRIKA BOTSWANA NAMIB najaar 1998



    Na Zimbabwe hadden we serieus de smaak van Afrika te pakken. Toch viel de beslissing om naar Zuid Afrika te trekken nogal onverwacht.
    Regelmatig trokken we naar Brugge om bij Wegwijzer te snuffelen in reisverhalen en reisgidsen. Mijn ventje kan niet zolang stilzitten en was 't stad ingetrokken maar kwam heel vlug terug. In het uitstalraam van 't VAB/VTB kantoor hing een aanbieding ... iemand verkocht zijn tickets aan 16000bfr/pp... datum vrij te kiezen....
    Wie of wat houdt er ons tegen? Niemand - niks. De beslissing is heel vlug genomen en een uurtje later komt hij terug met tickets en een autoreservatie...
    De rest van de dag duiken we in allerlei gidsen en lezen verslagen.
    's Avonds bellen we de kinderen dat we volgende week naar Zuidelijk Afrika vertrekken.


    Reispassen en vaccinaties zijn nog OK - reischeques hebben we nog voldoende...
    Aangezien we een auto ter beschikking hebben moeten we niet zo op een stuk bagage kijken. We willen nog voor ene keer met de tent gaan. Die van ons is wat aan de krappe kant maar de tunneltent van Els is perfekt want de kampeerbedjes passen er ruim in. Matrasjes, slaapzakken, ons colemanneke en een paar potten, pillamp en koplampen... Het is omvangrijk maar we blijven ruim onder de toegestane 40kg  en na jaren ervaring kan ik me bedwingen om de laatste momenten er nog 't één en 't ander te willen bijfoeffelen.


    We hebben een nachtvlucht met Sabena en landen rond 9u30 op Jan Smuts in Joburg.
    Gelukkig want er staat een lange rij aan 't wisselkantoor en 't lijkt niet vlug vooruit te gaan - veel gediscussier over rekeningen die niet kloppen...ook wij moeten hun vragen het nog eens na te tellen want er is wat te kort...ekskuses, jaja, dat kennen we.
    Aan de balie van Avis staan slechts 2 klanten voor ons maar ze hebben er blijkbaar niet veel zin om er tegenaan te gaan. Omdat we de auto ook meenemen naar Zimbabwe, Botswana en Namibie moeten er extra papieren ingevuld worden en ja... op 't middaguur is dat niet zo evident... Het gekste.. we moeten na 30dagen ergens een Avis kantoor binnenrijden om de verhuring te verlengen.want ze verhuren slechts per periodes van 1 maand. Dat we in 't bezit zijn van formulieren voor 45d. hindert hun niet... binnenrijden moeten we anders kunnen ze het voertuig laten opsporen wegens "ontvreemding" Ja wadde...
    Met een trolleybusje worden we tot bij ons autootje gereden. Even nakijken waar alle knopjes staan en we zijn er mee weg. Tanken en de hway op richting Pretoria. Joburg zullen we later wel doen als we het verkeer wat gewoon zijn aan 't verkeer.

    Links rijden is weer even wennen en het neemt zo onze aandacht in beslag dat we de afrit voor Doornkloof en het Smuts'house gemist hebben waar we op de camping wilden. We nemen dan maar de volgende.Rondrijden heeft niet veel zin want binnen een paar uurtjes valt de duisternis en daartegen willen we toch ons tentje recht hebben (de eerste keer steeds weer wat wennen) en vroeg naar bed na een nacht in de lucht.

    Pretoria: administratieve hoofdstad van Zuid Afrika en hoofdstad van Transvaal. We zijn er op 't goeie moment om de stad in al haar pracht te zien. De duizenden jacaranda's staan in bloei en we rijden door weelderige blauwe lanen. We rijden kriskras door de stad en stoppen om wat mondvoorraad in te doen.
    Een bezoekje aan Fort Klapperkop en het Voortrekkersmonument mag niet ontbreken.
    Ik persoonlijk vind het Voortrekkersmonument zelf vooral groot maar niet echt mooi. Binnenin worden de heldhaftige verhalen verteld van de trek van de boeren die met ossewagens vanuit Kaapstad door het ruige landschap noordwaarts trokken. De kring van wagens, laager =een taktiek die ze tijdens hun tochten toepastten om zich te verdedigen,  rond het monument vond ik wel indrukwekkend. Het verhaal van hoe boeren, Hollanders, tegen hun verleden aankijken. Het vertelt dus enkel de blanke kant van de Zuid Afrikaanse geschiedenis en de boeren zijn er enorm fier op.
    "Ons vir jou, Suid Afrika" 
    Terug naar Pretoria en we moeten wat zoeken naar een oprit voor de Hway. We vragen de weg aan een paar stadsarbeiders en oeps daar is het al... blanke vrouw spreekt zwarte man aan op straat....not done blijkbaar maar ze wijzen ons wel de goede richting.
    Een mooie en nieuwe autostrade. Onderweg houden we halt aan een rusplaas. Een heel modern benzinestation, resautrant, winkels en zelf sanitaire instellingen met douches. Alle heel net. We doen wat proviand in en zijn weer de baan op.  In Machadodorp verlaten we de grote baan en rijden door de Schoemanskloof
    In Witrivier vinden we een hotel met camping. We zetten onze tent op begluurd door een stel kraanvogels.
    Van hieruit verkennen we de Drakensbergen. Via Sabie, LongTom pas, Lydenburg, Pilgrim's rest (oud mijnstadje nu een gezellig toeristenoord) Grasko, Blydenberg canyon met pinacle, God's window en Bourkes'luch holes, Strijdom tunnel en Erasmus pas en terug via Hazyview
    De volgende rit gaat zuidwaarts naar Barberton en omgeving. Swaziland willen we later doen. Onderweg komen we langs fruitstalletjes met bananen, mangoo (5R de emmer) lychees (10R de grote plastiek zak.) We smullen.
    Kruger NP. Na Zimlbabwe hebben we dieren spotten hoog op ons programma staan. We rijden het park binnen via de zuidingang Malelane. Week pas gekocht, overnachtingsplaatsen vastgelegd en goed geluisterd naar alkle do's and not done's . Onze eerste overnachtingsplek wordt Pretoriuskop.
    We slapen in een kleine rondavel met bed, koelkast, klein klerenrek en..aircon. Outside bathroom en kitchen.
    We vertrekken 's morgens vroeg, houden 's middags platte rust en in de late namiddag weer op bol. De eerste uren vallen we een beetje terug op de anderen om de plaatsjes te vinden waar iets te zien is maar na een tijdje lukt het ook ons om goed tussen de struiken te kijken. Genieten, rustig wachten aan een waterpool en ondertussen smikkelen van 't fruit.
    In het visitor center alle info te bekomen, rangers staan her en der met standjes en geven ook uitleg .. Vlaams? Kennen jullie Helmut Lotti? ni te geloven.
    In 't park zijn picknick area waar men mag uitstappen - een winkeltje en BBQ's -
    Het lukt me niet met mijn wegwerpfototoestelletje een fatsoenlijk beeld te nemen van de dieren ...
    Ons volgende camp wordt Balula - inschrijven in Olifantskamp want geen bureel in Balula, alleen en wachter die de gate open en toe doet.
    Een basic camp maar een droomplekske. De avond valt als we ons tentje nog moeten opzetten - eten klaarmaken met de pillamp op een gasvuurtje, eten aan een stenen tafeltje met koplamp op. Ik hoor iets, hef mijn hoofd op en mijn lamp schijnt in de ogen van een dier nog geen 3m van mij, achter de rug van mijn ventje maar ook acher de fence goddank.... een hyena. 's Avonds in de tent nog liggen luisteren naar de geluiden en raden wie er achter dat stukje zeildoek langskwam.
    Onze week hier zit er vlug op. We deden geen nightsafari of voettocht die in de grote camps georganiseerd worden. Zo spannend genoeg voor ons.
    Via Magoebaskloof en Louis Trichardt noordwaarts naar Messina.
    Hier zouden we de grens oversteken naar Zimbabwe en moesten we ons bij Avis melden.
    Blijkbaar onze papieren niet in orde - zouden nog veel moeten bijbetalen voor zekering en day tax. plus, diegene die ons aan de grens zou begeleiden door de administratie en mafiose toestanden is niet aanwezig. de dame is heel voorkomend. Wij willen niet nog meer gaan betalen en wachten op iemand die er niet is. Voor ons hoeft het niet meer. Na een paar telefoontjes kan zij ons de reeds betaalde som terugbetalen met een litanie aan het adres van die domme zwartjes die ze in dienst nemen. Ik krijg een stevige por in mijn zij van 't ventje..bang dat ik daarop zou reageren?
    Een beetje pissig om het gemiste Zimbabwe en de verloren tijd vertrekken we richting Botswana. Via Alldays, Maasstroom, Swartwater naar Tom Burke. Botswana binnen via de Groblersbrug over de Limpopo rivier.
    Kleine grenspost, vriendelijke mensen, wat over en weer geloop met papiertjes, hier en daar een stempel. Als uitwuif vertellen ze ons dat de baan 100km opgebroken is en dat we de zijslopen moeten nemen. Met ons city golfke? Geen probleem, volk genoeg langs de baan.
    De slopen die ze provisoir gegraven heben zijn diep, smal en zanderig. Wat als we een tegenligger krijgen... 't zal zich wel oplossen zeker. We rijden, schuiven en vooral aan de oversteken van de rechter naar de linkerkant van de baan moeten we opletten dat we niet vastgeraken. Onze eerste tegenligger komen we tegen als we op een paar kms van Palapye weer op de asfalt rijden. en dat volk onderweg???

    In Botswana is een encounter met olifanten op de grote verbindingsbaan Francistown - Livingstone geen uitzondering. Het is de grote verbindingswag tussen Zuid Afrika en Zambia en dus vrij veel vrachtvervoer. Dat ze regelmatig in de remmen moeten gaan voor olifanten is te zien aan de wrakken langs de baan.
    Op de meeste plaatsen is het struikgewas een paar meter langs beide kanten van de weg verwijderd en toch... we waren verwittigd maar 't was toch schrikken toen ze plots voor onze wielen de baan overstaken..
    Ik vond altijd dat Botswana een speciaal sfeertje heeft en vraag me niet waarom.... omdat we zo weinig blanken zagen? Veel couleur locale? Op de kleine campings onderweg zagen we enkel Zuid Afrikaanse toeristen en was er een echt safarisfeertje.
    Chobe NP ligt grenst in 't noorden aan de Zambesi. In het maincamp wel veel groepen met toeristen... vooral bussen met volledige slaapgelegenheid of een rijdende camping;..We hadden vroeg de tent opgezet maar na een paar uur stonden we ingesloten tussen groepen die blijkbaar een wedstrijd hielden in "om 't hardst lawaai maken" Effe aan de receptie gaan vragen en doorgereden naar een kleinere plek. Zalig... we vinden een mooie plek zonder hoog gras (remerber snakes) tussen de rivieroever en onder een heel hoge boom. De tent stond op 1 - 2 - 3 recht maar was nog vlugger terug afgebroken toen de parkranger kwam melden dat we op het pad stonden dat de nijlpaarden 's nachts gebruikten.... daarom was het ook zo mooi vlak...
    Hebben die avond heel lang naar de geluiden buiten liggen luisteren. Hoorden we een hyana? was dat getril het stappen van olifanten of..een nijlpaard? Uiteindelijk toch in 't slaap gesukkeld... we vertrouwen op de ranger. (de eerste kerten dat we in Zimbabwe op een open camping verbleven hebben we wel de nacht doorgebracht in de tent maar de eerste twee heel weinig geslapen... zelfs onze eigen ademhaling hoorden we...)
    Een telefoonkaart gaan kopen en de kinderen gebeld. door een paar winkeltjes gelopen.
    We doen een boottocht op de Zambesi tussen de croco's en de hippo's, niet zo spectaculair dan ik verwacht had maar wondermooi.
    De Okavonga delta spreekt ons niet aan. Met kleine bootjes in een waterrijk gebied waar vermoedelijk heel veel muggen zitten. We kiezen om door de caprivi te rijden. Tot de grens en een stuk er voorbij een zeer slechte weg.
    Aan de grenspost doen ze "belangrijk" Alle papieren van de auto en van ons ... een resem documenten invullen en... tonen waar het nrplaatje van de auto zit...
    We nemen een Noorse backpacker mee die hier al sinds gisteren op vervoer zit te wachten. Het is snikheet. We rijden op een mooie asfalt door dichte bush. Veel dieren zien we niet, vermoedelijk veel te heet. Hier en daar een kleine nederzetting met meestal mooi opgeveegde erfjes. 't Is zondag en de mensen trekken mooi opgedirkt en geschminkt naar de kerk.
    We stoppen af en toe om iets te drinken en te eten en de Noor maakt een diep gat in onze voorraden.
    In Rundu vinden we een hotelletje met camping. Onze lifter kan er een kamer vinden en wij zetten ons tentje op in de tuin. 's Avonds eten we er een lekker potjie van gemsbok.
    Etosha rijden we in via de Van Lindquist gate (yep  vroegere Duitse kolonie) We gaan even op verkenning.
    Etosha heeft 3 camps ééntje hier, halfweg Halali en aan de andere kant van 't park Okaukeujo.
    't Is nog te vroeg om hier al halt te houden. we rijden dus verder en stoppen regelmatig om wat rond te kijken - hier en daar via eeen rondweg. Het is hier heel anders dan de andere wildparken: heel open, zoutpannen. De zon brandt en de dieren vermoedelijk ergens slapend onder de struiken.
    Halali vinden we niets voor ons en dus zetten we ons tentje op in Okaukeujo. Dit camp heeft zowat alles wat we kunnen dromen.. goed info - zwempool waar we uiteindelijk geen gebruik van maken - een mpooi hotel - maar wij hadden het meest plezier aan de verlichte waterpool. Uren hebben we daar doorgebracht op een bankje. De va et viens van de dieren in 't oog gehouden - de lange nekken van de giraffen tegen de ondergaande zon, de machtsstrijd tussen neushoorn met jong en olifantenventje met zijn aanhang... briesen, blazen...trompetten maar uiteindelijk moet de olifantenfamilie de baan ruimen. Genoten en nog eens genoten.
    Koakaland en de Himba is niet te doen met ons autootje. In Outjo zien we wel Himba op de markt.
    Waterberg Plateau park kan ons niet zo aanspreken - vermoedelijk ook wat te moe en we rusten er gewoon uit.
    Via Karibib naar Swakopmund. Teveel wind om ons tentje op 't strand neer te zetten zoeken we onderdak in een klein GH. Ook hier in de stad veel traliewerk voor ralmen en deuren van vensters en afgesloten parkings.
    Van hieruit doen we verschillende tripjes:
    Noordwaarts langs de kustbaan. Nogal mistig 's voormliddags en vooral drukbezocht door vissers - auto's met 5 tot 6 grote vislijnen vooraan op de bumper - gek zicht.
    Rössing mine, 's werelds grootste uranium mijn.
    Welwitschia area. Deze plant komnt nergezns anders ter wereld voor; Voor 't eerst ontdekt in 1959 zijn ze er tot nu toe nog niet uit bij welke plantenfamilie ze het meest aanleunt. De plant is beschermd en zonder permit mag men niet het gebied in.
    Langs stranden en hoge duinen naar Walvis bay waar we een leuk visrestaurantje ontdekken en de patron een wachter bij onze auto plaats. Nog even tot de lagune en de zoutpannen waar 't krioel van de vogels.
    De volgende dagen staat er voor mij weer een hoogtepunt op 't prograam - hopen foto's had ik gezien van de Namib Naukluft
    En we gaan er naartoe met ons city golfke. We doen wel een fameuse voorraad water in.. ge weet maar nooit. Kilometers rijden op een brede gravel die dezelfde kleur heeft als de gravelwoestijn rechts en links van ons....
    Welgeteld één tegenligger komen we tegen. Ter hoogte van Kuisebbridge vind ik persoonlijk het heel mooi. De rievier is een zandbedding en heeft slechts een paar weken per jaar water dat dan nog niet eens tot aan de zee geraakt
    Nabij de camping in Homeb kan men een kijkje nemen in de grot waar de geoloog Henno Martin met zijn collega 3 jaren onderdoken tijdens WO II ( boek The sheltering desert)
    Een deel kms voor Sesriem komen we langs een farm die camping aanbiedt. Er zijn ook mooie kamers maar we verkiezen ons tentje neer te zetten onder een schaduwrijke boom. Het eten (potjies) is er lekker.
    Van hieruit is het wel nog een stukje rijden naar sesriem. sesriem een benzinedorp en een paar krotten.
    We zijn blij dat we niet gekozen hebben voor de camping van 't park want 't zit er stikvol met groepen die veel lawaai bij hebben.
    Sossusvlei. We rijden zover we mogen met 2WD en stappen daar over op een 4x4 - onvergetelijk mooi.
    De volgende dag kwamen we hier nog eens terug.... mijn borstkas was een paar maatjes te klein om al die emoties te torsen.
    Voor wie denkt in Sesriem zijn voorraad te kunnen opslaan ... een benzinepomp en een verfrommeld winkeltje...Doorgaans omdat de meeste toeristen hier georganiseerd komen.
    Wij verder zuidwaarts naar Aus en vinder er onderdak in de Arendslodge bij een farmer.  De lodge ligt nog 4 km van het hoofdgebouw via een smal zanderig wegske. Rij maar zegt de boer - ik volg - ik rij toch vlugger dan zie ik als jullie vastrijden. Bij mij gaan de alarmbellen rinkelen maar het lukt ons. De lodge kan groepen tot 10 man herbergen. Is gebouwd uit rotssteen en tegen de rotswand aangeplakt. Achteraan een BBQ plaats, hout en een aansteker (hahaha) Binnen petroleumlampen. Water uit een watertoren. Back to basics - we feel good.
    We bestellen producten van de farm - gaan heel zijn installaties eens bekijken. Hij woont hier samen met zijn broer en runnen de zaak onder hun beidjes. Voor bank en andere aankopen moeten ze 284km ver rijden...
    Wij bezoeken van hieruit Luderitz... deels verdwenen onder de duinen. We hebben het gezien maar hebben er zeker ons hart niet verloren. Vooral een toeristen gedoe.
    Voor vertrek vers fruitsap ingedaan en op de gas moeten trappen om tijdig in Keetmanshoop te geraken om geld te wisselen.
    En weer moeten we beslissen: Fishers Canyon of de Kalahari.
    Het eerste is vlug afgeschreven: in deze periode mag men de canyon niet in wegens te grote hitte (er zijn touroperators die het toch aanbieden ...een paar dagen geleden is een Nederlands meisje hier omgekomen door uitdroging en niet tijdig geëvacueerd te kunnen worden) De Kalahari is dan ook weer een naam die als muziek in mijn oren klinkt.
    Het enig dat van hier tot de grens te zien is zijn de Kookerbomen...quiver trees ...
    Aroab nabij de grens en het enige dorp onderweg heeft niets te bieden. Zelfs het benzinestation is gesloten.
    De grensovergang in Rietfontein: een houten kot aan de straatkant en een ijzeren bareel die opgehaald wordt met de koord. Vriendelijke mensen, leuke babeel en we zijn weer in ZA
    We rijden richting Bokspits. Dit stadje ligt weer op Botswana. Voor 't centrum slaan we links af en volgen de Nossob river naar Kalahari Gemsbok NP. ( bij zware regenval zorgt deze rivier ervoor dat we weg helemaal komt onder te staan) Geen regen nu maar wel een stoffige gravelbaan.

    Kalahari gemsbok NP
    Eén van de parken waar wij zeer goede herinnereingen aan overhouden is het Kalahari Gemsbok NP - in het NO Van Zuid Afrika geprangd tussen Namibië en Botswana. Er is geen parkgrens tussen deze landen en de dieren hebben dus een enorm gebied. Voor ons zijn slechts 3 banen uitgezet lans de Nossob rivier en de Aoub rivier en een verbindingsbaan tussen beide. Het is eigenlijk een half woestijn en er valt een 200mm regen per jaar. Tussen beide rivieren ligt een rood/bruin duinengebied. Wij waren er in December en het was er snikheet - ook 's nachts koelt het niet af. In de rondavels, restaurant en toiletblok is airconditioning.
    Het grootste kamp is Twee rivieren waar ook nog een winkel is maar vlees, groenten of brood is er niet te vinden. Profiand meenemen dus.
    De kortsbije stad ligt op 4 à 5 u rijden via een stoffige zandweg. 
    De camping is leeg, plaats zat dus om ons tentje neer te zetten. 's Avonds komt er een zwitserse familie bij die rondrijden in een jeep met tent boven op het dak - het is een jong koppeltje met de moeder van het meisje.
    Veel toeristen denken dat, van zodra ze achter de omheining zijn hen niets meer kan overkomen en worden nonchalant. Zo ook deze familie. Ze hebben hun tafeltje en stoelen in de schaduw onder een boom gezet. BBQ aan en lekker smullen. Plots slaakt het meisje een verschrikkelijke schreeuw. Ze krijgt niks gezegd maar wijst naar de boom. Achter de rug van de moeder, in de vork van 2 vakken, richt zich een groen slang op. Iedereen achteruit. De moeder naar de auto.... De slang kiest het hazenpad. De wachter is op het geschreeuw afgekomen. Ze vertellen hun belevenissen en hij zegt dat het een cape cobra was... de giftigste slang van Afrika.
    Voilà, terug een beetje met twee voeten op de grond... we zijn in Afrika... in de wildernis...en velen vergeten dat nogal eens en denken in "hun" wereld te vertoeven maar 't is echt die van de beestjes..
    De moeder hebben wij niet meer gezien en niettegenstaande ze hier een 4tal dagen dachten te blijven waren ze 's middags verdwenen..
    Wij controleerden 's avonds de tent ook extra en zorgden er voor dat de rits goed dicht was....  lawaai maken is 't beste om die lieve beestjes op afstand te houden.

    Het is weer een hete dag. We rijden vandaag naar Nossob kamp. Voor we vertrekken moeten we doorgeven waar we naartoe willen. Als we ginder niet opdagen....gaan ze zoeken.
    We volgen de Nossob rivier....gewoon een droge bedding. Gelukkig hebben we koude thee meegenomen. Tegen de middag is de wind die door 't open raam blaast zo heet dat we natte handdoeken op onze schouders leggen om wat af te koelen - de thee is warm maar daar hadden we op gerekend...Cola of limonade zou niet te drinken zijn..
    We ontmoeten een jong koppel uit Nassogne die met een heringerichte oude marktwagen op ronde zijn. Ze staan ook aan wat eens een waterpool was en nu nog slechts wat opgewoelde modder. Zij hebben airco in de auto ... goed rondkijken en vlug oversteken... al zijn de dieren bij zo'n hitte ook loom... we spreken af voor straks op de camping. We zien vandaag veel Gemsbokken - prachtige dieren die vooral hier in overvloed voorkomen. Gieren genieten van een maal maar we kunnen niet onderscheiden wat het is...
    Na het aanmelden op de camping en het geruststellende telefoontje naar Twee Rivieren zetten we onze tent op. Hier redelijk veel volk - vooral zuid Afrikaners... Ze hebbben het nogal op onze tent gemunt en zouden ze graag overkopen ... We hebben er echter zelf te lang moeten naar zoeken. Is er ééntje waar we recht in kunnen staan en ook met de slaapbedjes ons nog bewegingsruimte geeft.
    We sleuren de bedjes buiten onder de (goednagekeken) boom en ik leg natte badhanddoeken over mij.... na een paar minuten zit de handdoek vol vlinders die op het water afkomen... Ben blijkbaar ingeslapen en wakker geworden van de kou.... Natte handdoeken is een goede methode om af te koelen maar blijkbaar het temperatuurverschil een beetje te drastisch...
    Die nacht daalt de temperatuur van 42 naar 39°C - in de verte dondert het en het is verschrikkelijk beklemmend. 's Morgens is alles kletsnat...
    We beslissen hier geen tweede nacht te blijven want we hebben serieus last met ademen.
    We rijden niet naar Mata Mara maar nemen de verbindingsweg.
    In de hoge en mooi gekleurde duinen zien we nog een paar cape cobra's kronkelen..overal liggen grote vruchten ...woestijnmeloenen .. met grote gaten in door het pikken van de vogels.
    In Twee Rivieren nemen we een bungalow met airco voor de volgende nacht. Ben zo dom geweest ook wat kleren te wassen en buiten te hangen.... kan ze 's anderendaagsmorgens terug uitwringen... nog natter dan toen ik zo ophing. Leg alles dan maar achteraan voor 't venster. Nogal een tentoonstelling van ondergoed maar...daar droogt het tenminste.
    Vond de Kalahari heel mooi - zeker om eens terug te komen als 't niet zo heet is.


    Via Upington naar Springbok. Augrabies laten we rechts liggen want 't is hier nog veel te heet om te gaan wandelen. Over de Burkes's Pas naar Kamieskroon. Deze streek, Namaqualand,  is heel bekend voor zijn bloemenpracht na de eerste regenval.

    . Die periode is het moeilijk nog een plaatske te vinden op camping of een bed in een hotel want zowat van overal komt men naar hier om die prachtige bloementapijten te bewonderen. Nu dus geen probleem want ’t is krikkeldroog.

    Via Garies, Vanrhynsdorp en Klawer naae Clanwilliam, een heel gezellig stadje. Een bezoek aan ’t toeristenbureauke levert ons een campingadresje midden in de Sederberge. Een camping midden de natuur, eenvoudige maar heel mooie site en we staan er alleen.

    Van hieruit doen we een toertje rond via Pakhuispas, Batterkloof, Calvinia, Loeriesfontein, Nieuwoudtville waterval, Vanrhyns pas. Op sommige plaatsen heel mooi, soms heel slechte baan. Het ontneemt ons de zin om hier nog veel met de auto door de bergen te rijden.

    Later ontdekken we dat een 15/20 kms meer zuidelijker nog een camping is van ’t park – heel mooi gelegen in een vallei aan een riviertje. ’t Is aanlokkelijk maar we willen nog heel wat zien de volgende dagen.

    In Citrusdal nemen we de R303 via Middelbrergpas en Gydopas naar Ceres. Onderweg stoppen we aan een fruitstalletje en weer moeten we voor de grote hoeveelheid gaan… per kg verkopen ze niet. We vertrekken hier dus met een grote kartonnendos vars perskes en een andere doos appelkosen .. de achterbank staat weer goed  vol.

    In Tulbagh gaan we naar de historische huizen kijken en rijden verder via Malmesbury en Wellington. We rijden nog even verder door de Bainskloof daar hadden we het adres van een mooie camping. Deze blijkt echter vol te zitten met groepen. Maar terug en naar de camping die we juist buiten Wellington zagen.

    ’t Is WE en de camping zit vol WEers. Leren er wat mensen kennen en volgen met aandacht de werkzaamheden bij de uren die juist toekwamen… ze installeren zich professioneel met lampen in de bomen en boven de picnic tafel… spijtig dat de autobatterij niet zo akkoord was. We lenen ze onze pillampen…

    Vandaag een rondrit door wijnland. We zien weer opvallend veel jacaranda’s in de stadjes. We rijden  langs Paarl en door Worcester,  over de Hex River pas,door  de Matroosbergtunnel, over de Rooihoogtepas en de Burgers pass naar Montagu waar we een ruzie over onbetaalde rekeningen meemaken in een terminologie die ik in deze tijd niet meer mogelijk achtte. Kogmanskloof brengt ons naar Robertson en terug in Worcester.

     Met de wijnroute langs Franschhoek en Stellenbosch en een paar proeverijen sluiten we de dag af.In Ome Samie se winkel neuzen we rond tussen de dure snuisterijen .. gezellige kitch.

    Met een omweg via Melkbosstrand en Kreeftebaai naar Kaapstad. Onderweg gestopt bij een kolonie Jan Van Genten. Amai wat een lawaai en vooral, wat een stank…maar mooi, dat wel.

    We rijden door Kaapstad naar kommetjie en zetten daar midden de erfdieren onze tent neer. Van hieruit zullen we de kaap bezoeken.

    We reden er kriskras door de verschillende stadswijken, brachten een bezoek aan ’t office van de  NP, gingen kuieren op de visserswerf.

    De tafelberg stond op ’t programma. Met de kabel naar boven. En zoals met veel van die must do’s lag de verwachting veel te hoog. Wij vonden Signal Hill veel interessanter qua geschiedenis en uitzicht. Geen spijt dat we het deden maar zeker niet voor herhaling vatbaar.

    We gingen rijden en wandelen in het Kaap de Goede Hoop natuurreservaat en pinguins kijken.

    Ons volgende nachtje slapen we ergens nabij West Sommerset op ’t strand naast de gesloten camping.

    We volgen de kustroute oostwaarts. In Hermanus houden we halt, gaan er verse vis kopen, 6R voor een grote haaifillet,  voor de BBQ en een wandeling maken langs de kust. Van walvisspotten komt er in dit seizoen niks terecht.

    Kaap Agulhas en zijn scheepswrakken, Molshoop met oude vissershuisjes, Arniston ook oude huisjes en een mooie camping door hoge hagen beschermd voor de wind en ieder plaas heeft eigen sanitair. Nabij Swellendam komen we weer op de hoofdbaan en droppen we op de camping van Bontebok NP al vonden we dat één van de mindere parken (of al teveel gezien?)

    Weer noordwaarts via Tradouwspas naar Ladismith. De Seweweekspoort en Bosluiskloof brengen ons aan Gamkapoortdam waar we zelf onze rooibos plukken. Huiswierpas, Calitzdorp Swartbergpas naar Prince Albert. Een rustig dorp en gezellig om een terrasje te doen.Via Schoemanspoort naar Oudtshoorn waar we nog juist bij tijd zijn om de laatste struisvogelshow mee te maken…Neen, wij hebben er niet op gezeten.

    ’t Wordt laat en we rijden in één trek door naar Wilderness NP.

    Hier blijven we zeker een paar dagen staan. Mooi terrein, mooie omgeving, mooie wandelingen.

    We rijden naar George airport om de volgende huurperiode te laten noteren. De auto heeft veel kms gedaan en we lispelen het vermoeden dat hij aan onderhoud toe is. Ze stellen ons een vervangwagen voor en wij accepteren graag want in de andere kraakt alles naar ’t zand. De rode wordt vervangen door een blauwe en we zijn weer op weg Outeniekwapas, Robinson pas naar Mosselbay en Gouritsmond.

    Een ander tochtje naar Krysna  Prince Alfredspas, Uniondale, de rust en Meiringepoort … We doorkruisen zowat het ganse hinterland met zijn vele passen en kloven.

    Tsisikama NP is onze volgende halte. Wandelen en met de auto de omgeving verkennen en de dagen zijn weer te vlug voorbij.

    Al lang geleden dat we nog olifanten zagen… wij dus op naar Addo elephant park één van de kleinere parken maar wel met veel dikhuiden. Op één van de rondritten voelden we weer ons hart wat sneller slaan toen we achter een kudde olifanten op een smal wegske reden maar ook achter ons een kudde volgde… reden we hun niet voor de voet???

    Om wat vlugger vooruit te komen nemen we de N2 tot Kokstad en daar gaat het weer noordwaart naar de Drakensberge via een smalle baan, deels gravel. We houden halt in een stadje waar camping staat aangegeven ( en ‘k kan mij met de beste wil de naam van het oord niet meer herinneren) We volgen de pijlen en staan voor een gesloten poort. Er hangt wel een vermelding met telefoonnummer maar om te bellen moeten we terug naar ’t centrum. We stoppen aan een telefooncel aan ’t gemeentehuis.waar juist mannen buiten komen. We vragen hen of er in de omgeving nog een andere camping is.. ze verwijzen ons naar die dat gesloten is…Als we vertellen dat we voor een gesloten poort stonden worden we binnen genodigd en de campinguitbater opgebeld. Die bevindt zich kms van hier en ’t zou nog uren duren voor hij terug is; Geen probleem, ze roepen iemand op om ons binnen te laten. Wij terug naar de camping en daar komt iemand aan die met een grote tang gewoon het slot openbreekt en ook dat van de sanitaire ruimte… we verslikken ons even… geen probleem want ’t is maar een slot..’s Morgens hebben we bezoek van de burgemeester die zijn excuses komt aanbieden met een korf met ontbijt … wij verlegen … en nog erger als ze later geen standgeld willen aannemen…Eigenlijk hebben we heel veel van die anekdotes waar mensen zo spontaan helpen en zo vriendelijk zijn voor ons.

    We nemen de afslag naar SaniPas Hotel. Een mooie route. Keren waar de route doodloopt

    Nog een paar anderedoodlopende  dalen in gereden maar ze lijken een beetje op mekaar

    Cathedral Peak een heel mooie camping, heel gezellig maar voor ons zijn er slechts een paar korte wandelingen. Er vertrekken op de camping veel echte bergwandelingen maar daarvoor zijn we een beetje te oud en te stram. Zijn al blij dat we hier in deze mooie omgeving een dag kunnen doorbrengen.

    Golden Gate Highlands NP met Parkoffice, hotel en grote camping. Bij ’t opzetten van de tent komen ze hulp aanbieden maar uit ondervinding weten we dat we dat best onder ons beidjes toen anders wordt het een gevecht met tentstokken...Ze komen ons dan maar verwennen met een frisdrank en wat fruit. Het ene gezin is een dominees familie uit Witbank, de andere  zijn farmers in hetN/O. We kunnen er nog steeds niet van over wat een vleeseters die Afrikaners toch zijn…voor 3p heel de grote braairooster vol met worsten, beef, halve kippen…

    Een paar kleine wandelingen liggen binnen ons bereik. De rest rijden we rond met de auto en gaan zelfs eens kijken aan het “gierenrestaurant”niet ver van de kraal. Er worden karkassen in de diepte gegooid waar deze op af komen… is het restafval of doen ze het voor de toeristen? Daar hebben we het raden aan en we willen het ook niet vragen. In de omgeving liggen ook een paar mooie dorpjes.. gezellig winkeltjes lopen en door de parken wandelen.

    Harrismith, Ladysmith naar bloedrivier waar als herdenking aan het bloedbad, aangericht tijdens de Grote trek tussen de voortrekkers en de zulu,  als herdenking een museum is opgericht.


    Voor verhalen over de geschiedenis van ZA, de Grote Trek en Bloedrivier
    Voor wie zich aan de geschiedenis van Zuid Afrika interessert:
    de geschiedenis
    http://nl.wikipedia.org/wiki/Geschiedenis_van_Zuid-Afrika
    de grote trek

    http://www.groottrek.za.cx/index.htm
    de slag bij Bloedrivier
    http://af.wikipedia.org/wiki/Slag_van_Bloedrivier

     


    Via Vryheid en Piet Relief naar Barberton. ’t Wordt vlug donker en we droppen op de eerste de beste camping .. een beetje een speciale … wat rommelig maar met gezellige mensen. De rest van de sites zijn verlaten … buitenlandse toeristen komen hier zelden overnachten. Ons potje koken en vroeg naar bed.

    En we trekken weer naar Kruger. Onderweg doen we weer onze voorrad fruit in vooral mango en vars perskes en appelen.

    We rijden kruger weer in via Malelane. Op ’t bureel lachen ze eens als we smeken of er nog ergens nog een plaatske is voor ons tentje… ze doen de verhalen van ’t office in Kaapstad af als fabeltjes..op de campings is er altijd wel plaats. Wij voor de eerste nacht naar Malelanecamp op een paar kms van de hoofdingang…. En … we zijn de enigen in heel het camp. Niemand in de rondavels en geen enkele tent. We worden hartelijk welkom geheten door de campranger en de mannen die instaan voor het onderhoud. Zetten onze tent op en zijn blij met de mooie sanitaire blok en de grote keuken, een grote ruimte binnen met alles erop en eraan en zelfs een grote diepvriezer en buiten onder een afdak ook nog eens kookgelegenheid en een leuke eetplaats…Hier eten doet men wel niet alleen.. we zitten nog maar pas of we worden omringd door kleine aapjes die uit zijn op elk kruimeltje.

    Ons eerste toertje gaat naar Pretoriuskop. Onderweg wat ambiance want een oude, zieke olifant loopt snuivend over de baan… achter hem auto’s en een hele colonne waar hij op afstapt.. wij in deze colonne. Auto’s beginnen achteruit te rijden en dat is om problemen vragen.. een aanhangwagentje gaat in de verkeerde richting staan..moet afgekoppeld worden..nerveus gedoe.. na een hele tijd besluit dikhuid toch maar de bush in te wandelen. Vermoedelijk zou hij dat al eerder gedaan hebben was iedereen blijven staan.. maar ja, wie weet wat de olifant denkt..nabij Pretorius zien we een jonge luipaard in een boom…we blijven rustig aan de kant staazn, eten wat fruit en..daar zijn de impala’s oeioeioei als dat maar goed afloopt… de luipaard neemt zijn sprong en…weg is iedereen..We rijden maar tijdig terug want stel dat mister elephant het verkeer weer wat regelt komen we niet tijdig binnen…hem niet meer gezien.

    Het heeft hier de vorige weken nogal veel geregend en onderweg moeten we regelmatig door beekjes die anders droogstaan. En het begint weer… op een gegeven moment is aan ’t kruispunt de route die we willen nemen versperd wegens flood.. we nemen dan maar de andere iets langere weg. Plots staan we weer voor een rivier…het water gust van de bergkant en ’t water nogal bruisend maar de bodem voor zover we kunnen zien verhard. Maar aan de overkant moeten we de helling op die nogal uitgeslepen is door ’t water. Wat nu.. ’t ventje wil het er op wagen want de alternatieven: terug helemaal rondrijden dan komen we hier niet uit voor het donker en is de gate gesloten… blijven staan hahaha in Kruger weten ze niet waar ge naartoe rijdt en komt niemand zoeken (behalve de beestjes misschien) We wagen het erop.. voldoende gas geven om tegen de heuvel op te kunnen.. het lukt met een slipke tussenin maar pa lost het gaspedaal niet. Oef, oef wat hebben wij toch een sterk hart..’t bonst wel lijk de wilde beesten en we zien allebei een beetje bleek rond de neus maar kicking and alive.. Als we terug aan de grote doorgangsweg komen zien we dat in de tegengestelde richting ook een versperring stond.. moesten ze versleuren om er uit te geraken en… heel goed rondgekeken of er niks beweging in de struiken was. Terug in ’t camp vroegen we of ze die paden niet eerst controleerden of er niemand opzat voor ze die afsloten… En dat dus met ons city golfke…alles behalve een 4x4

    En nog is ’t avontuur niet gedaan. In de nacht wordt ik wakker van de wind en het onweer. Het doet verdorie lelijk. De tent gaat aan één kant plat. We moeten met beide handen stokken en tentzeil vasthouden…we proberen ons zo vlug mogelijk wat aan te kleden in geval van… Het begint bovenaan en aan de zijkanten ook door te sijpelen.. we schuiven alles naar ’t midden en maken een noodplan. Als we ’t niet meer kunnen houden alleen de kleine rugzak en onze matrasjes mee naar de keuken… De tent houdt het .. rond 4u valt de storm..we kruipen weer in bed maar van slapen komt niet veel meer in huis. ’s Morgens nemen we de ravage op…2 tentstokken hebben het begeven, bovenaan de afsekklep losgescheurd en verschillende spanrekkers zijn kapot.

    We breken de zaak af.. bagage in de auto en de tent op de wasdraad om in ’t zonneke te drogen. We rijden naar ’t office om te kijken of ze ons voor de volgende nacht een onderdak kunnen aanbieden.

    In Crocodilebridge zijn nog safaritenten.. we reserveren.

    Tent is zo goed als droog als we ze inpakken..zullen binnen een paar dagen thuis wel bekijken en op die tijd zal ze wel niet gaan stinken zeker.

    ’t Is onze voorlaatste dag in ZA en we rijden langs de hoofdbaan naar Lower Sabie waar we ’s middags picknickken… hier staan sommige tenten werkelijk in 10cm diep water.. onderweg moeten we stoppen voor een grote troep gnoe’s die noordwaarts trekken..over de asfalt die verdwijnt onder de poep. In de bomen enorme gieren die de troep volgen.. Als ’t begint te regenen schuiven we meer over de baan dan rijden.

    Juist binnen in ’t office van Crocodilebrug als de hemelsluizen helemaal open gaan. We schrijven in, krijgen de sleutel en installeren ons om te wachten tot het wat minder wordt. We zien buiten alles onderlopen en ’t water stijgt nog – geen nood zegt de ranger, de stoep is hoog genoeg.

    Er komt meer volk binnen – tenten lopen onder en iedereen op zoek naar iets anders voor de nacht. Wij blij dat we al gereserveerd hadden. Als ’t water na een paar uurtjes meer zakt is het al donker – we gaan eerst tevoet, schoenen en kousen uit, onze tent opzoeken. Ze staat op een houten verhoog – grote ruimte met alles erop en eraan – onder ’t afdak buiten koelkast en kookinstallatie. We riskeren het om met de auto tot hier te rijden…Voor we de kans hebben uit te pakken komt iemand van de rangers langs om de tenten na te kijken. Bij ons loopt onderaan het zeil wat water binnen maar we kan ons eigenlijk niet deren. Toch dringen ze er op aan om naar een rondavel te verhuizen want stel dat het midden in de nacht problemen zouden zijn. Wij willen wel maar willen er ook geen fortuin voor betalen.

    De rondavel is “luxe” met een groot zacht bed en een luxe badkamer. Op het terras een grote moderne ingerichte keuken en een zithoek. ’s Avonds worden buiten de lichten aangestoken richting fence zodat men van in de lodge de langskomende dieren kan bewonderen.

    ’s Morgens schijnt het zonneke weer. Wel een probleem: de uitgang over crocodillebrug is versperd voor alle verkeer wegens overstroming. We moeten dus weer helemaal rond naar Malelane en deze avond om 20u30 vertrekt onze vlucht.

    Als we onderweg nog eens in een file terechtkomen wegens een ongeval slaat de paniek toe. Ik zoek het telefoonnummer van Sabena al op en we zullen onderweg bellen als we denken het niet te halen. De rest van de weg over autostrades met de voet ferm op de gas en een redelijk overdreven snelheid.

    Nog even tanken voor we de auto inleveren. Alles OK zeggen ze.

    We komen thuis met ons hoofd en ons hart vol… weken zullen we vertellen

     

    Heb hier met opzet niet telkens vermeld welke dieren we allemaal zagen want dan zou dit verslag nooit eindigen.

    We zagen er heel veel van de kleine mestkever tot de grote mastodonten. We vroegen en kregen uitleg van de rangers.

    Blijven met het gevoel dat we dat graag eens zouden over doen.

    Veel toeristen die georganiseerd naar Kruger gaan klagen dat ze zo weinig wilde dieren zagen. ’t Ja ‘r is geen dierentuin waar ze op u staan te wachten. Meestal rijden de bussen midden in de dag het park in bij volle hitte, als alle dieren schuilen en ’t zelfde als ze ’s anderendaags weer vertrekken. Gevolg dat iedereen heel graag een nachtsafari meemaakt om toch iets te zien…

    Wij zagen Cheetah en luipaard op nog geen km van de ingang van ’t park…de kms die men aflegt hebben niet zo veel belang wel het tijdstip en de manier waarop men rustig en aandachtig tussen de struiken leert kijken en dat vraagt toch wat tijd.


    We reden regelmatig bij vergissing een township in. Voor ons een openbaring... veel volk, arme maar meestal netjes opgeveegd naast hun platen/vodden behuizing. Voelden er ons onwennig en maakten dat we wegkwamen niet zozeer uit onveilkigheidsgevoel maar we voelden ons voyeurs.
    Voor ons blijft Zuid Afrika een topper – de mensen en de natuur.

     

    klik hier voor diavoorstelling




    31-12-1998 om 00:00 geschreven door ribbe  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    31-03-1996
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.THAILAND MYANMAR CAMBODJA VIETNAM voorjaar 1996
    Thaïland, Myanmar, Cambodja, vietnam, Thaïland

    diavoorstelling: klik hier


    Vlucht naar Bangkok
    ter plaatse alle verdere vluchten georganiseerd
    Planning was: Thaïland, myanmar, Zuid-China, Vietnam, Cambodja, Thaïland

    Zoals heel dikwijls tijdens onze reizen is het verloop nogal verschillend van de planning.
    We vlogen met de Turken naar Bangkok. Op KaoSan road kochten we een ticket voor Rangoon en zorgden we voor een visum voor Myanmar.

    Myanmar het vroegere Birma

    Op de luchthaven konden we toen niet ontkomen aan de verplichte wissel  1$=7 Kyatts officieel - black market: 100 tot 120Kyatts - nogal een enorm verschil.
    Wij lieten ons niet overtuigen om dat land te boycotten. Het is niet omdat er een dictatoriaal regime is dat de bevolking daar de gevolgen moet van dragen. Dat al het geld dat toeristen binnenbrengen naar de overheid gaat is ook een fabeltje. Het is heel goed mogelijk de bevolking een graantje te laten meepikken.
    Wij namen geen trein waar toeristen een forse prijs mogen betalen maar charterden een auto met chauffeur..TumTum die we heel toevallig ontmoetten op een terrasje.
    De eerste dag reed hij met ons door Rangoon van de ene ambassade naar de andere. We wilden hier zowel ons Chinees als Vietnamees visum kopen en dat is ons perfect gelukt op 1 dag.
    Aziaten zijn wat onwennig als vrouwen het grote woord voeren. Ik dus mijn beste beentje voorgezet en 't lukte.
    Hebben voor beide visums voor 2p nog geen 20$ uitgegeven. In Brussel vroegen ze voor Vietnam voor 1p al meer.
    We gingen ook een vlucht reserveren voor Kunming in Zuid-China, een route die onlangs werd geopend.
    De overige tijd besteedden we aan het bezoek van de stad  en de tempels, TumTum's familie en een voorouderverering.
    TumTum bracht ons overal waar we het vroegen en onderhandelde voor ons voor tickets van boten enz. Het was voor hem de eerste keer dat hij zoiets deed maar wij wisten goed wat we wilden en hij leerde een heleboel voor volgende trips...
    Heb vooral heel mooie herinneringen aan Inle Lake (waar ze roeien met de benen - vrouwen sigaren roken en we varen tussen de drijvende eilanden), Mandalay, Bagan met zijn honderden tempels en de zo vriendelijke mensen met witte wangen. Wel een dégout gekregen van een groep mannelijke chinese toeristen... brutaal, ongemanierd en werkelijk vies... hun in 't plat vlaams verteld wat ik van hen dacht en nooit zo'n grote ogen gezien van verwondering...
    Terug in Rangoon vertelt men ons dat de vlucht naar Kunming is geannuleerd wegens te weinig passagiers en de volgende vlucht gaat maar eerst binnen 14 dagen... zouden er dan genoeg passagiers zijn? Wat doen we 14d in Rangoon? In 't zuiden zijn nog vele plaatsen gesloten voor toeristen ...
    We beslissen dan maar ons ticket in te leveren en vliegen terug naar BKK.

    terug in Bangkok

    In 't reisbureauke zijn ze verwonderd ons reeds terug te zien en ze doen hun uiterste best voor een andere routing... Kopen een ticket BKK naar Ho Chi Ming , Vietnam met een stop-over in Phnom Penh, Cambodja en een vlucht Hanoi-Vientiane, Laos. Vandaar zouden we overland weer naar BKK terugkeren. Ze moesten ook ons visum voor Vietnam laten veranderen want toen moest men nog correct de datum en plaats van binnenkomst in 't land en de juiste datum en grensovergang bij vertrek bij 't visum plaatsen.
    We kregen het zonder meerkost.

    Cambodja het vroegere Kampuchea

    Phnom Penh airport is zeer goed georganiseerd -na de bagage komt men bij de immigratie: een heel lange tafel waar een tiental ambtenaren zitten met stempels en nietjesmachines en...Gewoon pas afgeven aan de eerste en verder de file volgen en aan 't einde betalen en pas recupereren. Ze zorgen blijkbaar voor werkgelegenheid.
    PP lijkt een provinciestad in verhouding met andere Aziatische steden.. heeft een prachtig Koninklijk paleis, nationaal museum en een paar mooie tempels. De stad zelf oogt redelijk Frans. Een bezoek aan de school waar de rode Khmer hun gevangenen opsloten, maar zeker ook 't bezoek aan de Killing Fields, gaat me in de kleren zitten. Hoe is het mogelijk dat mensen dat andere mensen aandoen?
    In Cambodja verplaatsten we ons naar 't noorden met de speedboot (5 à 6u) over het Sonlé sap lake. Er kan ook op Siem reap gevlogen worden, wat slechts het dubbele kostte. Bussen waren nog verboden voor toeristen. Wij kozen de boot omdat we iets wilden zien en een beetje van de boottocht op zich genieten. Ja wadde. De boot hotst en botst uren achtereen over 't water. Tempo wordt hoog gehouden uit angst voor overvallen. Op dek en dak is het snikheet en in de boot zelf ijskoud door de tocht daar er bijna geen ramen met glas zijn..Zouden ze reddingsvesten hebben?? Van een aangename boottocht was geen sprake.
    Siem Reap daarentegen was een onooglijk klein maar lief dorp met wat hotelletjes en GHses ('t schijnt er nu over druk te zijn) Vriendelijke mensen. Geen bedelende kinderen. Wel trucks met soldaten die 's avonds met veel lawaai door 't dorp razen.
    We huurden een auto met chauffeur voor verschillende dagen want de site is enorm groot en fietsen daar beginnen we in deze hitte niet aan.
    Angkor Wat zelf is onvoorstelbaar mooi en op veel plaatsen door de jungle overwoekerd. 'k Vergeet nooit Tha Prom en Bayon, het mooiste dat ik ooit zag. We hebben er uren doorgebracht met als enig gezelschap onze chauffeur en de venter met warme frisdrank! (Blijkbaar zijt ge er nu nooit meer alleen zoveel bezoekers zijn er nu)
    In ons GH leerden we een alleenreizende Japanse fotograaf kennen die ziek was. Ons een paar dagen over hem ontfermd want de post van AZG lag er verlaten bij en wij hadden voldoende chimique bij. Zijn dank was groot en hij kon onze chauffeur overtuigen hem mee te nemen daar hij een toegangslicentie had voor plaatsen die anders voor ons ontoegankelijk bleven. 'k Kreeg daarna een deel foto's die ik met zijn toestemming in mijn diavoorstelling heb verwerkt.

    Vietnam

    We vliegen naar HCM, Vietnam en komen op de luchthaven in één grote chaos terecht. Geen mens die weet waar hij welk papiertje moet halen of waar laten afstempelen. Zijn al blij dat we onze bagage konden bemachtigen. We zijn zo moe dat we de eerste de beste taximan aanspreken om ons naar 't centrum te brengen. Van andere reizigers kregen we een goed adres maar 't had heel wat voeten in de aarde voor hij ons naar dat plaatsje wilde brengen..is te duur, is te vuil, is gesloten.... niks van, hij kreeg daar vermoedelijk geen percentje want 't was er pico bello.
    De stad zelf is druk .. duizenden brommers en fietsers en daartussen een sliert auto's. Een straat over steken is een kunst (en wij die dachten dat dat in BKK erg was) Gewoon verstand op nul, schuin oversteken en zeker niet stoppen... we hebben het overleefd. Een ander fenomeen is de handel... in de toeristische buurt zetten handelaars winkelwaar en terrasjes buiten. Als ergens politie gesignaleerd wordt verdwijnt alles in een mum van tijd. Rekken vouwen samen, iedereen neemt zijn bord op en de tafels verhuizen naar binnen waar men dan bijna op mekaars schoot zit.
    Voor onze uitstap naar de Mekong Delta en onze trip naar 't noorden kopen we tickets in Sing Café -het zuiden is een 3daagse uitstap - van zuid naar noord koopt men een totaalticket voor de bus en men kan afstappen op elke halte en daarna vandaar weer verder. Een heel goed systeem al zitten de busjes soms wel vol en gaan zelfs fietsen mee in het middenpad. Het was ook het enige vervoer dat nog serieus werkte de rest lag plat wegens TET, het Chinese nieuwjaar.
    Wij vonden Vietnam heel mooi. De geoogstte rijst wordt gewoon op de weg gelegd zodat auto's enz. er over kunnen rijden - daarna halen ze de lege halmen weg en vegen de rijst bij mekaar. Heb sindsdien niet echt meer smakelijk rijst gegeten...Danang was veel fruit en een mooi meer waarop geroeid wordt met de voeten. Na Thrang een kustplaatsje waar we op 't strand vers gebakken vis of garnalen aten. Na 2 dagen werd de prijs van onze kamer verdrievoudigd. TET - het Chinese nieuwjaar. In 't hotel was in de namiddag een drink en 's avond een feestje maar op straat was helemaal niks te zien. De mensen vieren het thuis en de kinderen gaan op bezoek bij familie om een centje te krijgen. Overdag worden er wel offers naar de tempels gebracht en is het daar een grote drukte. We kregen regelmatig nootjes en zoetigheden toegestopt en staan vermoedelijk op honderden foto's van die dag... Mijn grijze korte haren zijn ook hier een bezienswaardigheid en zelfs voor mijn sproeten krijg ik flaconnetjes met........ in.
    Hoi An: heel speciaal sfeertje ..veel mooie chinese villa's, huizen in franse stijl en een beetje dorpssfeer. We liepen er 2 dagen rond in de gietende regen en toch kon 't ons bekoren.
    In Hue kwamen we toe in de regen en de kou die het echt onaangenaam maakte. 'k Was de eerste bij Vietnam airlines om een ticket te bemachtigen naar Hanoi want wegens TET heel druk en heel weinig vluchten en 'k had enorm geluk want we konden de volgende avond vliegen. We bezochten het fort en de perfume river dan ook in een record tempo.
    Hanoi. We vinden een net hotelletje niet zo ver van 't centrum. Het is er koud en de kamer heeft ramen met klepglaasjes. Al de reten met WCpapier proberen te dichten. 's Morgens worden we wakker en weten niet wat we horen: gekeel van varkens en andere dieren. Voor de deur van 't GH is 't markt en de dieren worden ter plaatse geslacht. Mijn eetlust foetsie en die was al niet meer zo de laatste dagen...'t wordt dus "baguette met  la vache qui rit"
    Niettegenstaande de kou en de wind vonden we Hanoi aangenaam.  We verkennen de stad kriskras en niet echt doelgericht. Komen zo uit bij de meest onwaarschijnlijke tafereeltjes. Willen iets kopen en vragen de prijs.. als we willen afdingen verhogen ze plots de prijs...we verstaan er niks van.
    Onze tocht naar de Laotiaanse ambassade was er eentje om niet te vergeten. Eerst verdwalen we door de kleine straatjes. Op de ambassade zelf zitten 2 mannen achter een tafel maar zijn niet bereid een visum voor Laos te geven - 't is TET en als we er eentje willen zullen we er moeten voor betalen.. 50$ each en 5 dagen wachten  (ipv toen 5$/pp)...ja salut, aan dat spelleke doen we niet mee. We wisten ondertussen dat ook in Laos het weer slecht was anders hadden we het er op gewaagd en gehoopt bij 't binnenkomen op de luchthaven desnoods een tijdelijke permit te kunnen bemachtigen.
    Wij dus naar Vietnam airlines om te proberen ons ticket voor Vientiane te ruilen voor ééntje naar BKK en ze deden dat zonder problemen en zonder 1 cent meerkost. Chapeau voor de service (kregen er zelfs een tas thee bovenop)
    Zo ziet ge - geen China en geen Laos...maar wel

    terug naar Thaïland

    Even terug in KaoSanRoad en vervoer met de bus georganiseerd naar HuaHin
    Stralend weer en een mooi GH met terras boven zee waar ze lekkere visschotels serveren. 's Avonds ergeren we ons blauw aan een groep aangeschoten Duitsers. Een flirt uitdagend met een serveerster - bij de afrekening geeft hij haar een (vermoedelijk dikke) fooi met de luide opdracht dat het voor haar alleen is en ze tegen de andere diensters niks moet zeggen.... het jong ding zit er duidelijk verveeld mee...  voilà wij Duitsers kunnen de wereld en iedereen kopen..wees ons dankbaar... Na een paar dagen houden we het voor gezien en trekken met de bus naar Phuket.
    Het hotel waar we onze eerste nacht doorbrachten was blijkbaar ook ééntje waar de meisjes van plezier zich thuisvoelden... we zijn dan 's morgens maar vlug op zoek gegaan naar iets anders en kwamen in een klein resort terecht..  We doen het rustig aan, wandelen wat langs de stranden, genieten in de visrestaurantjes.
    We reserveren plaatsen op de boot naar Kho PhiPhi en Krabi.
    Het eiland PhiPhi is eigenland slechts een smalle zandstraat midden het koraalrif. Op sommige plaatsen kan men tegelijk de stranden aan de noord en zuidkant zien, zo smal. Het stikt er van de GH's, restaurantjes en winkeltjes. De voornaamste bezigheid hier: zonnen, snorkelen en duiken
    Van hier gaan we met de boot naar Krabi.
    We voelen dat het tegen 't einde van 't verlof loopt - denken veel aan de kinderen - de fut is er wat uit.
    Nog één tochtje komt op de planning: Phang Nha met zijn speciale rotsen en het moslim vissersdorp.

    Met een minibusje terug naar Phuket waar we een vlucht nemen naar BKK

    Mooi verlof - veel plannen gewijzigd - ontdekt dat het in Noord Vietnam ferm koud kan zijn en men er zich dus best kan op voorzien qua kledij


    31-03-1996 om 00:00 geschreven door ribbe  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 4/5 - (2 Stemmen)
    31-10-1995
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.PAKISTAN najaar 1995

    Pakistan

    diavoorstelling: klik hier

    Na het zien van een diareeks op de reismarkt ging het kriebelen. Toen we Helga ontmoetten die met Bashir is getrouwd zagen we het helemaal zitten en gingen aan het plannen. Volgens haar zou het interessant zijn de tent mee te nemen omdat op sommige lange afstanden slechts zeer basic accommodatie voorhanden is.
    We maakten een reisplan en vroegen een prijsofferte voor het transport met jeep en chauffeur omdat we nogal routes wilden doen waar zo goed als geen openbaar vervoer was.
    Reserveerden bij Connections een vlucht met Turkisch Airlines via Istanbul naar Karachi. Ter plaatse zullen we proberen een binnenlandse vlucht naar Islamabad te nemen.

    Het pakken van de rugzakken vergt wat discipline aangezien de limiet per persoon op 20kg ligt en we de tent en luchtmatrassen meenemen. We besteden wat meer aandacht dan anders aan het samenstellen van de apotheek en kunnen het niet laten wat zakjes suiker en een pot choco mee te nemen. Op 't laatst steken we er ook nog wat vuurblokjes bij...ge weet maar nooit.

    4 september 1995

    We voelen ons toch wat nerveuzer dan anders.
    De vlucht verloopt zonder problemen. De luchthaven van Karachi is "adembenemend" door de hitte, de rook en een mengeling van oosterse geuren. Er lopen opvallend weinig westerse reizigers rond.
    De vlucht van PIA naar Islamabad zit vol en we reserveren op de volgende met Air Asia.
    "De" maatschappij om uw adrenaline naar ongekende hoogten te brengen.
    Buiten mij zitten er slechts 2 andere vrouwen in het vliegtuig. Rijke dames met prachtige gewaden. Tegelijk met het starten van de motoren worden de gelovigen opgeroepen voor het gebed. Allah is groot maar ik voel me heel kleintjes. Geen van beide geluiden is geruststellend. De startbaan heeft veel weg van de kasseien in een vlaamse wielerklassieker. Het intrekken van de wielen doet het vliegtuig schudden. Is hetuit angst dat Allah zo aanroepen wordt? Het wordt de engste vlucht die ik ooit meemaakte en 'k durf slechts terug diep ademen als de motoren in Islamabad gestopt worden. No more Air Asia...
    In Islamabad zien we niemand die op ons staat te wachten. We maken zelf een bordje met onze namen op. We worden nogal begaapt tot ik plots besef dat ik best wat discreter kan zijn en stop vlug het bordje in mijn ventje zijn handen. Niemand reageert. We hebben een telefoonnummer en na veel uitleg krijgen we Bashir aan de lijn. Hij vraagt ons met een taxi tot het New Kamran Hotel in de Kashmir Road in Rawalpindi te komen. Het begint al goed.
    Op het opgegeven adres is het eerst effe slikken. Waar zijn we hier terecht gekomen? De kamer zelf is wel OK.
    Bashir heeft een hele uitleg over Helga die in Belgie bevallen is van zijn dochter en hij moet bij de telefoon blijven en kan ons niet rondrijden enz. enz. Hij heeft wel een andere chauffeur, Karim, een jong ventje. We beraden ons. Er zit niet veel anders op dan het erop te wagen. We beslissen een voorschot te geven en de rest in stukken te betalen als we tevreden zijn over het verloop.
    We willen eerst wat rusten en spreken af om daarna Pindi te gaan verkennen.
    Rawalpindi is een satelliet stad van Islamabad waar vooral rijken en diplomaten verblijven. Voor de rest geeft de stad een vervallen indruk. Gelijkvloers piepkleine winkeltjes en de verdieping vervallen.
    We gaan naar de grote bazar om ons een shalwar qamiz te laten maken - vooral omdat het zo praktisch en gemakkelijk is om dragen. Eigenlijk is de halve stad één grote bazar tussen 2 grote boulevards. We kiezen lichte stof en laten maten nemen (zie er het nut niet van in want de broek is een olifantsgedoe en het bovenstuk heeft ook niet veel model)
    In de fruitbazar doen we onze voorraad in: bananen-altijd goed, lekkere druiven.
    Het avondeten kan ons niet echt bekoren - we zijn ook te moe en niettegenstaande duurt het lang voor we de slaap kunnen vatten.

    Islamabad via babusar naar Gilgit

    Om 5u worden we gewekt voor het gebed. Wij ongelovigen kunnen nog een paar uurtjes blijven liggen.
    Het ontbijt, thee met chapatis en een pikant sausje. Haha maar ik heb suiker en choco bij...
    Karim zit op de bumper van de jeep op ons te wachten. Het wagentje ziet er fatsoenlijk uit met voldoende beenruimte. We bespreken de route: Murree, Abbottabad, Mansehra, Balakot.
    Eerst echter terug naar de bazar om onze kleren op te halen.Het zicht in de spiegel werkt op onze lachspieren.
    We verkijken ons op de fel gekleurde en versierde busjes en trucks. De cabinedeuren lijken op overdadige kastdeuren met een kijkgat ter grootte van de zijspiegel die er juist voor hangt. Boven de cabine op een piepklein balkonnetje zitten zelfs passagiers.
    Murree is een toeristisch centrum in de Gali's dat vroeger als zomerresidentie diende voor de engelsen. - de verschillende Gali dorpjes liggen tussen de 2200 en 2500m in pijnbossen en vooral gekend voor de pistachenoten. We laten ons een zakje nootjes roosteren. De baantjes zijn smal en het lokale transport gebeurd per paard. In Ayubia National Park nemen we de stoeltjeslift. We zien de toppen van de Nanga Parbat 8125m hoog en nog 175 km hier vandaan. We wandelen met een familie pakistaanse toeristen terug naar de parking. Ze praten goed engels en zijn zo benieuwd naar onze leefwijze als wij naar de hunne.
    In Abbottabad weet Karim een goed restaurant en we krijgen lekkere soep (??) en een grote rijstschotel met groenten en een pikante bonensaus (dahl).
    Mansehra is een marktstadje op de kruising van de Karakorum Highway en de route naar Kashmir via Muzaffarabad. Tea-time dus in één van de vele roadside kotjes.
    Halfweg Muzaffarabad begint de Kaghan Valey. Deze route over de 4173m hoge Babusar pass was de enige verbinding met het noorden voor men in 1960 met de KKH begon. De route is slechts open van juli tot en met september.
    Balakot ligt aan het begin van de route. Karim brengt ons naar Park Hotel dat mooie kamers heeft. en warme douches. Het avondeten: rice and dahl.

    We worden wakker van belgerinkel na een zeer goeie nacht en staan vroeg op want het wordt een lange rit. Bij het ontbijt is de thee heerlijk en de koffie niet om drinken. Karim stelt ons voor alle bagage in grote plastiek zakken te steken tegen ’t stof dat we onderweg zullen te slikken krijgen.
    Aan de brug over de rivier is 't veemarkt. Er komen nog steeds schapen en geiten met belletjes uit de bergen. Aan de overkant van de rivier is een nomadenkamp.In de verte komt nog een kleine karavaan aan. Het doet me denken aan de prentjes over de vlucht naar Egypte. Karim vertelt dat het hier nog druk gaat worden daar de herders naar het dal komen voor de wintermaanden.
    De route is smal maar voorlopig nog geasfalteerd. 24 km verder in Kawai nemen we een jeep track naar Shogran. Karim zet pinnen vooraan op de motorkap. Eentje in 't midden en eentje links vooraan.Holala dat hij nu maar naar de baan kijkt ipv naar boven! Hij legt uit dat hij de helling in 't oog houdt voor rollende stenen en dat hij door de pinnen op de cm kan rijden. En "die" uitleg zou me dus moeten geruststellen.
    Voorbij het chique Pine Park Resort komen we op Siripia. Het is een plateau met prachtige bloemen en uitzicht op de 5290m hoge Malika Parbat. en heel veel wandelmogelijkheden. Wij doen rustig aan. De benen en de longen moeten nog aanpassen.
    Bij de afdaling moeten sommige bochten in 2x genomen worden.
    Shinu, Jared, Mahandri, het zijn plaatsnamen op de kaart met wat winkeltjes en restaurantjes en de NWFP die hier een paar guesthouses en viskwekerijen op de Kunhar rivier heeft.
    Kaghan is alleen van belang omdat het ook in de winter te bereiken is.
    Van hieruit wordt de baan zeer smal. We schrikken effe als we een muilezel zien met een mand aan de zijkant waar een baby in ligt. Achter de bocht volgt de rest van de familie met heel hun hebben en houden.
    Naran, op 2400m is het zomerparadijs. Van hieruit worden tochten georganiseerd tevoet, te paard of per jeep. Het aanbod in de restaurantjes is zoals overal; rice and dahl.
    We slaan af naar Lake Saifal Muluk Het baantje is nog smaller en meer geaccidenteerd dan dat naar Sapipia. Het is prachtig. Het water van 't meer is melkgroen en er ligt sneeuw op de toppen van de bergen. Er staan een paar verlaten maar nette stenen gebouwtjes en een open restaurantje waar een paar herders huizen. Karim gaat onderhandelen en we mogen voor een paar roepies onze tent opstellen. We zitten op 3200m en we trappen op onze adem als we de luchtmatrassen gaan opblazen. Karim steekt een handje toe. Het is nog warm en mijn ventje legt zich in 't zonneke op zo'n soort bed/ligbank met brede gevlochten banden. Niet erg comfortabel want hij houdt het geen 10' uit.We steken een vuurblokje aan voor soep en daarna thee en worden geconfronteerd met de wetten der natuur en moeten lang wachten voor het water kookt. Koude groentenschotel met versgebakken chapati's , grote fruitschotel. We genieten van een prachtige zonsondergang gehuld in onze slaapzakken want 't wordt verdorie koud. We slapen lijk marmotten.

    Karim komt ons wekken met een pot gloeiend hete thee. Hij leert ons slurpen...genoeg koude lucht meenemen zodat ge uw tong niet verbrandt.
    We lopen nog wat rond in Naran bazar. Bewonderen het zelfgemaakte speelgoed van de kinderen. Doen een bod op een karretje van ijzerdraad en plastiek dat spijtig genoeg de reis niet heeft overleefd.
    Vanaf nu is het voor Karim het serieuze werk. Niks asfalt meer, heel smal en af en toe over het puin van een sliding. Water stroomt over de weg en brengt stenen mee van de helling. Midden van nowhere is een nis in de rotswand met een raar beeld (dier of mens zonder hoofd? een bepaald voorwerp?), een offerkistje en vlaggetjes. Karim steekt er centen in maar doet of hij oost-indisch doof is als we vragen welk beeld het is - for safety...daar moeten we het mee doen. Aan een houten brugske zitten een paar mannen te wachten op materiaal om het te herstellen. Karim krijgt een bestelling mee om af te geven in Babusar village (werken zullen dus nog een tijdje stil liggen) In de verte zien we een grote stofwolk. Hopelijk geen nieuwe verschuiving. Uiteindelijk is het een kudde geiten en schapen. Ze worden de helling opgedreven om de wagen door te laten.
    In Oburai stoppen we aan de tea shop (er is geen enkel ander gebouw te zien)- een kot met wanden van stukken rots en een dak van een soort patattenzakken/karton/golfplaat. De glaasjes worden in kokend water gespoeld voor ze er de thee in gieten. Er staat nog een jeep met een Pakistaanse heer en dame. Zij rijden nog tot Lake Lulusar en gaan dan weer naar Naran. De baan wordt nog moeilijker maar het uitzicht is adembenemend.
    Lake Lulusar is het grootste natuurlijk meer van de regio Hazara en de bron van de Kunhar rivier die we reeds van in Balakot volgen. We zien een paar kampementen van Gujar nomaden maar volgens Karim zijn ze nogal op zichzelf en 'k durf geen foto's nemen omdat de vrouwen nu al de benen nemen.
    In Gittidas is er een checkpoint. Het is het zuidelijkste plaatsje van Kohistani. We moeten naam, pasnummer enz. invullen maar vooral vanwaar we komen en waar we naartoe gaan. Gekke vragen want er is maar één baan (als ge dat al baan kunt noemen)
    Op de pashoogte 4145m is het koud, winderig en de lucht ijl. We dalen af naar Babusar village waar Karim de bestelling gaat doen bij het NAPWD Northern Areas Public Works Department. Wij stappen op aanraden van Karim niet uit. De bevolking lijkt hier ook niet zo vriendelijk te zijn.
    De route wordt weer beter en de afdaling gaat vlot. Als we in Thok zijn begint de duisternis te vallen en we komen in het pikdonker in Chilas aan.Karim gaat nog vlug tanken. Volgens hem zijn in Pakistan steeds 3 zaken dag en nacht geopend: fuel shop, tea shop, gun shop.
    De naam van het hotel waar we verbleven ben ik vergeten. Deed ons denken aan die in 't oostblok. Ver van gezellig maar de kamer proper en de douches kapot. Rice and dahl is onze avondkost

    Het stadje oogt niet vriendelijk. We rijden langs het fort dat de Engelsen hier bouwden om de Babusar pass te beschermen , is nu politiekantoor. Voor de petroglifs moeten we te ver om en eigenlijk interesseren ze ons niet zo erg. Blijkbaar zijn er overal langs de KKH stenen en rotsen met inscripties van namen, gebeden voor een goede reis of jacht, namen van diegenen die het leven lieten onderweg enz.
    Van hieruit gaan we de Karakorum Highway noordwaarts volgen. Aan deze route werd in 1960 begonnen en ze was af in 1980. Ze is 1200km lang van Havelian tot Kashgar in China. Een leger van arbeiders is dagelijks bezig met het openhouden van de baan. Gelegen op de breuklijn van een paar aardplaten is het er zeer beving gevoelig en er gaat geen dag voorbij zonder slidings of modderstromen of stukken baan die de diepte in duiken.
    We rijden naast de Indus die hier een brede modderige stroom vormt - geen modder maar grijs van het bergpuin. In Raikot bridge steken we de Indus over. Een paar km verder is de plaats waar in 1841 een hele rotsmuur naar beneden kwam en de Indus afdamde. Toen die dam het begaf waren er vloedgolven die heel de vallei van de kaart veegden en een heel legerbataljon dat op 500 km van de plaats gestationeerd was.
    We krijgen meer en meer zicht op de Nanga Parbat ook de Killer Mountain genoemd omdat heel veel trekkers het leven op de steile wanden lieten. Hij is omgeven door verschillende andere majestueuze toppen (waarvan ik de Rakaposhi 7790m en heel scherp, de mooiste vind) en 6 zeer lange gletsjertongen. We zouden graag de Astore valey doen maar daar zouden we minstens 3 dagen voor moeten uittrekken en we beseffen dat we echt niet alles kunnen doen.
    Aan de afslag naar Skardu mogen we nog eens door het checkpoint en 't boek invullen. In Gilgit brengt Karim ons naar Mountain Refuge GH. Even toeteren en de poort gaat open. Na wat onderhandelen mogen we voor 10 rps onze tent op het gazon plaatsen. We hebben veel beziens bij het opzetten. Er logeren leerlingen van de verpleegstersschool en binnen de kortste keren zitten ze aan onze voordeur. Als mijn ventje weg is laten ze hun nieuwsgierigheid de vrije loop en zitten binnen de kortste keren binnen in de tent alles te keuren. ‘k Moet mijn ogen goed openhouden want blijkbaar vinden ze alles fantastisch en kunnen ze alles gebruiken zelfs mijn waterketeltje. Na even zet ik ze resoluut aan de deur- show is over. Dialoog is spijtig een probleem want ze spreken Pashtun en niks anders.
    In de late namiddag wordt er weer getoeterd en als de poort open gaat geloven we onze ogen niet Jokke en Lut uit Korbeek-lo komen uit de jeep gesprongen. Ze hadden aan de checkpoints onze namen zien staan en de richting waarin we gingen. Hun chauffeur Uncle John was langs een paar andere GH's gereden maar vermoedde toch dat we hier waren.
    Ze zetten hun tentje naast de onze.

    Karim gaat zijn moeder opzoeken en neemt de was mee.
    In het GH zijn douches die we tegen een kleine vergoeding mogen gebruiken. Voor avondmaal zal men yak klaarmaken. De elektriciteit valt uit, pillampen en kaarsen worden boven gehaald. We zien niet wat we eten maar het smaakt heerlijk. We blijven nog lang buiten zitten en luisteren naar de verhalen van diegenen die uit China komen, een Zwitserse fietser die al maanden alleen onderweg is door het Midden-Oosten en via China, Vietnam enz. verder door Azië wil trekken. We bestellen samen nog een grote kom pudding, brokkelen er koek en fruit in. De “patron” bekijkt ons met een scheef oog maar 't is lekker smullen onder een heldere sterrenhemel.

    Een groepje mannen zit tussen de scheringlijnen van de tent en ze maken geen aanstalten om te vertrekken als wij willen gaan slapen . Lut en ik proesten het uit als onze mannen hun aan ’t verstand proberen te brengen (in ’t plat Vlaams) dat het verboden is naar ons te staren. Uncle John komt er bij en werpt zich op als onze beschermer. Mannen!!!!!!!!

    Een strak blauwe lucht en fel zonlicht. De kleuren zijn hier veel heller dan thuis en een zonnebril is geen luxe. Als ontbijt kiezen we voor een kom porridge met suiker. En ‘k heb weer veel bekijks van de Pakistani als ik er een bord vers fruit onder meng.

    Vermoedelijk vertelt Karim hun nog meer over onze vreemde gewoonten want als we de tent gaan opbreken komt hij er aan met de patron om onze luchtmatrassen te tonen en testen en hem te laten proeven van onze witte choco.

    We nemen afscheid van Jokke en Lut die noordwaarts de KKH op rijden en naar Kashgar in China willen. Onderweg willen ze ook een paar trekkings doen.

    Voor we vertrekken wil ik nog naar de post om naar de kinderen te bellen en geld te wisselen. Er is onderweg zoveel te zien dat we de richting kwijt zijn. Heel beleefd vraag ik in ’t Engels aan een politieagent hoe we aan de post geraken. Verbijstering alom. Ik denk eerst dat ze mij niet verstaan tot mijne frank valt dat ik de verschrikkelijke fout maakte als vrouw een man aan te spreken. Verontschuldig mij zo goed als mogelijk met de uitvlucht dat mijn ventje geen andere talen spreekt. Er kan een flauwe glimlach af – oef . In de post beheers ik mij en laat Louis het woord voeren. Voor ’t geld wisselen geen probleem. Telefoneren is dan weer wat anders. Ze kunnen geen verbinding maken met Islamabad en rechtstreeks gaat het niet van hieruit. Op de terugweg naar ’t GH zien we onze verpleegstertjes. Ze tronen ons mee om te tonen waar ze werken en wat ze allemaal al mogen doen. Zij kwebbelen er lustig op los maar die taferelen zullen me nooit meer loslaten en ‘k maak het voornemen de verdere reis heel voorzichtig te zijn.

    Op een sportplein zijn ze een partijtje polo aan ’t spelen. We blijven even kijken en ’t gaat er nogal hevig aan toe. Ze zijn aan ’t oefenen voor de nationale kampioenschappen die volgende week op de Shandur pass worden gehouden vertelt ons een jonge man. Hij mocht in Augustus meehelpen bij het bezoek van prins Charles die met de engelse ploeg deelnam aan de wereldkampioenschappen, ook op de Shandur. Hij vertelt dat het verschil daar in zit dat zij met trucks hun paarden vervoeren en dat die van de buitenlandse ploegen ingevlogen worden.

    ’t Is al middag. We eten vlug een kleinigheid en vertrekken richting Skardu. We moeten eerst terug via de KKH en het ritueel herhaalt zich aan de controlepost. We steken de brug van de Indus over en staan voor de volgende controlepost. Leg maar eens uit waar we naar toegaan! Zo ver mogelijk…waar is dat?

    Door de Induskloof kolkt het grijze water. De skarduroad is een smalle asfalt. We komen langs borden “slide area begins/ends” Wat verderop staan we in de file: een truck en een bus voor ons en mannen die de baan aan ’t ruimen zijn. Karim kan er, na veel gemanoeuvreer, aan de bergkant over rijden en ik hou me aan de carosserie vast alsof dat helpt om de wagen in ’t gareel te houden….. Hier en daar zien we aan de overkant smalle paadjes. Daar er geen bruggen zijn steekt men de rivier over, hand over hand aan een kabel waaraan een soort klimkram hangt. Op één enkele plaats zagen we een bakje met een kabel die over een katrol liep en ergens anders mannen die al peddelend de rivier overstaken op een vlot van hout op opgeblazen varkensblazen. Op een andere plaats is een stuk van de weg de diepte ingedoken en probeert men met stukken rots de weg te stabiliseren. Na een dik uur rijden zien we op de bergflanken op de onmogelijkste plaatsen aanplantingen mogelijk gemaakt door zeer inventief aangelegde irrigatiekanalen.

    Thowar is de district hoofdplaats en niet veel meer dan een paar huizen. Aan de overkant van de rivier ligt het oude koninkrijk Rondu tussen een défilé van bergtoppen. We naderen Skardu en de vallei opent zich als een groen lappendeken. Er worden volop groenten en fruit geteeld. Waar ze op ’t veld aan ’t werken zijn stoppen we en onderhandelen over tomaten, wortelen, meloen , druiven en abrikozen. Karim wikkelt alles in vochtige doeken. Blijkbaar is de lucht hier zo droog dat alles op zeer korte tijd uitdroogt.

    De Indus stroomt hier traag door de 40km lange en 10 km brede vallei. De rivierboden lijkt op een immens keienveld hier en daar afgewisseld met zand duinen. En ook hier is het licht zeer intens en de natuur lijkt als bevroren – de lage zandbanken lijken op ijsschotsen, geen mensen, geen bomen, geen vogels…op de achtergrond bruine bergen, de achterliggende sneeuwtoppen kunnen we alleen vermoeden… heel speciaal.

    Deze streek wordt ook wel klein Tibet genoemd omdat er niet minder dan 60 toppen zijn die boven de 7000m steken.

    We rijden Skardu bazar binnen en zitten onmiddellijk in de drukte. Koeien grazen aan de straatkant. Volgeladen trucks en karren en veel mensen op straat want ’t was marktdag. Karim brengt ons naar het PTDC K2 motel. Hij gaat onderhandelen en we mogen onze tent gratis opstellen in hun tuin.

    We gaan vlug aan ’t werk want de avond gaat vallen en ’t wordt fris. Het avondeten is deliceous in verhouding met wat we de laatste dagen aten. Vermoedelijk hebben we dit geluk te danken aan een Nederlandse K2 (8611m) expeditie die hier is neergestreken. Ze hebben hun poging moeten staken door grondverschuivingen op de aanlooproute naar Concordia en daarna te groot lawinegevaar door de hoge temperaturen. Wat ons verwonderd is dat die mannen zoveel rommel achter laten. Overal staan lege, verhakkelde metalen kisten. Blijkbaar is het de gewoonte dat ze ook een deel van de kleding uitrusting achter laten. Karim heeft zich voor een appel en een ei een paar fleece jassen en oranje sous-pulls gekocht op de oude markt.

    We lopen wat rond door de zalen en genieten van de vele foto’s en de geschiedenis van de mountainiering. We luisteren naar de verhalen van een paar ontgoochelde klimmers. We vertellen dat we via de Hushe valley zo ver mogelijk willen geraken naar de voet van de MasherbrunnK1 (7821m). Ook ons zal dat niet lukken daar de baan afgesloten is door een enorme sliding. Te voet verder is voor ons onbegonnen werk maar de vallei lijkt wel de moeite waard te zijn.

    Mijn ventje gaat ons toiletgerief halen in de tent want er zijn hier heerlijk warme douches. Hij komt terug met ‘t nieuws dat er een bewaker van ’t hotel op een stoel naast de tent zit. Als we terug gaan worden we getrakteerd op thee en “iets” zoets dat het midden houdt tussen cake en pudding en druipt van de honing (baklava achtig). Een paar vrouwen komen er op de achtergrond bijzitten. De vrouwen zijn hier in Kashmir volgens Karim minder terughoudend dan in de rest van ’t land.

    Ze fluisteren en giechelen achter hun sluier.

    Doodmoe en boordevol van al dat mooie dat we gezien hebben kruipen we in onze slaapzak.

    We vertrekken vroeg na een degelijk ontbijt en…lekkere koffie.

    Na een uurtje rijden komen we in Gol en de volgende controlepost. Er zijn een paar kleine Boedhistische stupa’s en rotsen met rotstekeningen maar ook hedendaagse grafitti. Karim weet ondertussen dat we daar niet zo in geïnteresseerd zijn. Wat verder vloeit de Shyuk river die het water uit de bergen van Ladakh in Noord India afvoert samen met de Indus. De baan is slecht en stoffig. Er komen zeer zelden toeristen omdat er zeer weinig accommodatie is hier en de mensen staan nogal schuw tegenover westerlingen. Ik heb dan ook mijn shalwar qamiz aangetrokken en trek een sjaaltje over mijn hoofd telkens we een kleine nederzetting naderen.

    We rijden door Khaplu omdat we dit op de terugreis willen doen. Via een jeeptrack rijden we door de Hushe valley. Niet tegenstaande de baan slecht is, is het toch aangenaam rijden. Een heel andere natuur. Hier en daar is men graan aan ’t oogsten met een zeis. Het dorsen gebeurt onder een afdak met kleine paarden die een rad draaien. We zien weinig mannen meestal op de bok van een kar, veel vrouwen in fel gekleurde sarongs en héél véél kinderen. Karim raadt me af om foto’s te nemen omdat het moslims zijn en zeer schuw. In Kande kan men een tent huren. De eigenaar spreekt al jaren om een Inn te openen. De tent is vies. Juist voor Hushe rijden we vast aan de sliding. Een paar trucks staan er geparkeerd en de mensen moeten tevoet over de hoge puinwal om hun dorp te bereiken. Wij klimmen een stukje naar de plaats die een paar jongeren ons aanduiden en vanwaar we toch een prachtig zicht hebben op de MasherbrunK1. Het is hier prachtig en wij gaan onze benen wat strekken. Karim wil naar Husche bazar voor de K2shop waar men alle mogelijke materiaal verkoopt bijeengezocht van expedities- men kan hier al het materiaal kopen of huren voor zijn eigen kleine expeditie. Hij komt teleurgesteld terug. Er is veel materiaal maar de prijzen zijn westers. Hij hoopt in Skardu nog iets op de kop te kunnen tikken. We koken water voor thee en bakken pannenkoeken. Onze vriend weet niet wat hij ziet en proeft. Wij eten ze met fruit en wat suiker, hij smeert een dikke laag choco. Aan een zeer rustig tempo rijden we terug, deels met spijt zelf niet in Hushe te zijn geraakt maar toch genoten van de mooie, rustige route.
    We stoppen in Kaphulu. Het stadje heeft veel meer sfeer dan Skardu. De Khaplu Inn en de Ghanche Inn zijn de enige GH’s en ogen allebei even basic. Normaal kan men bij Ganche zijn tentje zetten maar het tuintje ligt onder het puin voor de nieuwbouw (contradictio in terminis) De kamer is fatsoenlijk, van de badkamer praten we liefst niet (we zullen het wel stellen met de wijde natuur) De kamers liggen aan één kant van een brede gang, de keuken en wat nog????? (we willen het liefst niet zien) aan de andere kant. Slachten wordt in de middengang gedaan. Rice and dahl, no meet wordt ons avondmaal..

    Het geroezemoes in de gang gaat tot lang in de nacht door.

    Maken zelf onze koffie en bestellen slechts chapati en hardgekookte eieren (no bacon) want alleen het zicht al op het gebeuren in de gang doet een aanslag op mijn maag.

    Khapulu(op 2600m) hangt tegen de flank van een granieten rots. De huisjes zijn gemaakt van hout en rotssteen. Op de daken zien we ook geitenstallen. Moeizame irrigatiewerken hebben het tot een kleine oase gemaakt in deze woestenij van rots en zand. Smalle en steile straatjes voeren door de bazaar naar het centrum.en verderop naar het oude koninklijke paleis. In de bazaar vinden we een bakkerij en doen onze voorraad in. We komen langs het poloveld. Wat hogerop in het oude koninklijke paleis met zijn vier verdiepingen en balkons woont nog steeds een nakomeling van de laatste Raja Fateh Ali Khan. Ook andere familieleden leven nog in ’t stadje. De eerste settlers kwamen van Xinjiang, Hunza en Ladakh en de islam werd vanuit Kashmir meegebracht. In Chakhchun village staat een moskee gebouwd in de 15°eeuw maar spijtig voor ons niet toegankelijk. Men kan nog verderop naar maar kleine dorpjes. Maar wij verkiezen alleen nog tot the heights te lopen voor uitzicht op de Masherbrun.

    Voor we vertrekken eten we nog een broodje en rijden terug naar Skardu. We kijken nu stroomafwaarts en verwonderen ons er over dat het zo’n groot verschil in uitzicht geeft.

    We zijn blij ons tentje weer te zien en nog gelukkiger met een heerlijk avondmaal en een heerlijke warme douche.

    Karim is weer op jacht naar koopjes.

    Wat langer blijven slapen en uitgebreid gaan ontbijten. We krijgen hulp van een paar bijdehandse jongens bij ’t afbreken van de tent.

    Skardu’s Shia Moslims vieren Ashura en Chhelum, herdenking van de dood van Hussain de kleinzoon van de profeet. Mannen en jongens trekken dan door de bazaar al zingend terwijl ze zichzelf kastijden met zweepslagen. De datum verschilt elk jaar en we zijn blij dat het niet tijdens ons verblijf hier valt - teveel drukte en teveel gruwel (zagen het ooit in Maleisië)

    Achter het poloveld nemen we het steegje naar Karpochufort in de 17°eeuw gebouwd door Ali Sher Khan Anchan op deze rots. Het is een hele klim maar het uitzicht maakt ons sprakeloos. Terwij Ali Sher Khan op strooptocht was gaf zijn gemalin aan Mongoolse kunstenaars de opdracht voor haar ook een paleis te bouwen nabij de pologronden –Mindoq Khar met een Mongools geïnspireerde tuin – Hilal Bagh voor de aanvoer van water voor het onderhouden van die tuin liet ze dan ook maar een aquaduct bouwen. Van het paleis en de tuinen is niets meer te zien door de verwoestingen door Dogras en overstromingen.
    Het oude Raja paleis is nog steeds in gebruik.
    Qatal Gah is een fel gekleurd complex achter het Tourist Office met een moskee en de imam barge die alleen gebruikt wordt bij het Shia festival.

    Doodmoe van al dat rondlopen op hoge hoogte en het klimwerk willen we gaan rusten aan een meer.
    Voor Kachura Lake moeten we niet ver om rijden. We kijken onze ogen uit op het kitscherige Shangri-la tourist resort, helemaal in Chinese stijl gebouwd en met een prachtige tuin. Een cola smaakt lijkt champagne in dit decor.

    Tijdens de rit naar Gilgit kunnen we heerlijk genieten. We voelen ons ondertussen volledig safe met Karim achter ’t stuur. Aan de post voor Gilgit kijken we het boek eens door om te zien of we geen bekende namen tegen komen. Noppes.

    We zetten ons tentje op, op dezelfde plaats en voelen ons direct thuis. Karim trekt een nachtje naar huis en neemt weer de was mee.
    Nieuwe klanten en nieuwe verhalen. Het avondeten zal yak op de bbq zijn want “no electricity” en gestoomde rijst. Bij het douchen moeten we elkaar bijlichten. We installeren ons met een boek op het balkonnetje en komen er niet toe ook maar 1 bladzijde te lezen want de hemel is helder, volle maan en duizenden sterren.

    We slapen wat langer want we houden een dag rust.
    In de voormiddag trekken we weer maar eens naar de post. De weg kennen we ondertussen en de efficiëntie is er ook niet op verbeterd. Geen kinderen gehoord vandaag. Ze zullen zo stilaan wel ongerust worden. Maar ja, geen nieuws is goed nieuws – hopelijk denken ze daaraan.
    Mijn chocopot is leeg. Op de markt kopen we abrikozen en perziken en ik slaag er in onder het toeziend oog van de “patron” een paar potten lekkere confituur te maken. Hij wordt goedgekeurd. ’s Namiddags roept hij mij om de juiste hoeveelheid suiker uit een grote baal te scheppen … om te lachen natuurlijk. Als hij de vruchten spoelt en ontpit wil ik het hem graag nog eens voor doen. Het feit dat ik de potten afkook en na ’t vullen ondersteboven zet is blijkbaar weer zo’n westers fantasietje en wordt aan iedereen die binnenkomt uitgelegd.
    Dus als ge ooit in Gilgit komt en verse confituur voorgeschoteld krijgt… remember me.
    De rest van de namiddag probeer ik dit verslag bij te houden. Vertrek steeds met goede voornemens maar elke dag schrijven lukt me gewoonweg niet.

    Bashir zou ons hier komen opzoeken om te zien hoe het meevalt en wat we verder willen. No Bashir

    Karim komt vroeg terug en hoort natuurlijk het confituur verhaal. En heb ik geen pannekoeken gebakken??? Voilà dat wordt dus het dessert deze avond. ‘k Ga ooit nog eens een folderke moeten opstellen: koken voor je gastheren waar ook ter wereld.
    Na een zeer rustige dag en een gezellige avond genieten we van de rust in ons tentje.

    De "KHH"

    Daar gaan we dan. Lang droomde ik van de KKH, las boeken en ging kijken naar diavoorstellingen en films. Het is zo ver en ik voel weer wat spanning.
    Van hier tot de Khunjerab-pass aan de Chinese grens is het 258km spektakel. De KKH volgt de Hunza en later de Khunjerab rivieren, slingert zich door diepe kale kloven en windt zich rond 7000ders, gletsjertongen likken aan de baan.
    In verhouding met de vorige routes is deze heel druk bereden. Het is dan ook de verbindingsweg met China. We worden voorbijgestoken door jeeps met rijke toeristen die de tocht in één dag klaren.
    Wij hebben tijd zat en willen ons koesteren in de zon, al onze zintuigen op scherp.
    Vanaf de start wordt onze blik getroffen door de 7140m hoge Kampire Dior als een bewaker van de vallei. Na een half uurtje stoppen we aan het monument voor de duizenden arbeiders die deze route aanlegden. Het stelt een drilboor voor en er staat in Urdu een tekst onder (heb hem even opgezocht en geef hier de vertaling in ’t engels – wil hem niet nogmaals vrijelijk vertalen) “God has given humans integrity, faith, and a strong mind, and if they set themselves to it they can kick a mountain to powder or stop a river in its tracks” Heel velen lieten het leven in de barre omstandigheden blootgesteld aan alle natuurgeweld. Voor ’t ogenblik zijn er nog dagelijks een paar duizend soldaten druk bezig met het onderhouden en vrij houden van de baan.
    In Jaglot moeten we beslissen of we de oude route nemen. Deze jeep track loopt een stuk over de bergwand aan de andere kant van de rivier. Daar werd in 1960 gestart met de werken op de oude karavaan route. De ingenieurs van het Pakistaanse leger hadden er zoveel problemen dat ze beslisten de route wat te verleggen. We hoeven even geen jeep track en nemen de nieuwe route.
    Vanuit Chalt vertrekken verschillende valleien naar de Karcheli en de Chaprot gletsjer. In de Garmasai vallei zijn ook warmwaterbronnen en er wordt nog gezocht naar robijnen. We gaan alleen even de baan af om uitzicht te krijgen op de gletsjers. Hier staat ook een informatiebord dat de eilandplaat eindigt en de Aziatische plaat begint – hier botsen 2 continenten.
    Van hieruit draait de baan om de Rakaposhi (7788m) heen. Langs de baan zijn een paar restaurantjes die leuke terrasjes hebben met uitzicht op deze majestueuze berg -de 27° op de lijst van de hoogste bergen ter wereld – maar voor mij één van de mooiste. We zitten goed en halen onze sunblocker en zonnebril boven. Een vers fruitsapke, benen op een andere stoel en Karim zijn fleece onder mijn hoofd. Wat kan het leven mooi zijn. Karim heeft ook een soulmate gevonden en beiden zitten ze gehurkt op de schokbreker vooraan de auto nootjes te peuzelen. Soepele mannekens.
    In Nazirabad steken we de rivier over en rijden over de mooie chinese brug bewaakt door twee rijen leeuwen.
    10km verder rijden we het voormalig grondgebied van het Koninkrijk Hunza in – het wordt nog steeds de Hunza vallei genoemd en ze is adembenemend mooi. Het was vroeger een rijke streek vooral door de overvallen op de karavanen.
    Op de vruchtbare hellingen liggen de tuintjes in terrassen afgeboord met rotsmuurtjes en de vele ranke populieren hebben reeds hun herfstkleur. . Er bovenuit steken de Rakaposhi, de Ultar en de Distaghil. Heb me een plannetje gekocht met al de bergtoppen en gletsjers op en dat doet goed dienst al kan Karim ons ook zeer goed alle toppen aanwijzen.
    Langs de baan staan zakken aardappelen, wortelen, bonen en abrikozen op vervoer te wachten. Zelfs boven op de Natco bussen zijn de zakken hoog opgestapeld en daar bovenop nog een tiental passagiers. Er lopen ook opvallend veel mensen langs de baan en bijzonder veel schoolkinderen. Ze wuiven en roepen naar ons. Oude mannen tikken hun tulband aan als groet en af en toe vertraagt Karim om een woordje te plaatsen en ons de kans te geven hun waren te keuren. Dat tikken tegen die tulband werkt op mijn lachspieren … een verbasterde militaire groet??? Ze hebben ook allemaal zonder uitzondering grote messen of zeisen in hun lendenband steken. We kopen een zak druiven en een soort misvormde meloen. Neen, niet zo maar vlug vlug kopen. De waren moeten gekeurd worden, mooie rijpe kleur en geen gebarsten druif, aan de meloenen moeten we tasten en ruiken en wegen. Als de waren goedgekeurd zijn kan men onderhandelen over de prijs.
    De Hasanakloof slokt ons op, hoge massieve wanden, diepe kloven en diep onder ons de wilde rivier. Vanop de brug hebben we uitzicht op de uitlopers van de Hasana gletsjer en al staan we in volle zon toch krijgen we kippenvel door de koele bries die van de ijsvlakte komt. Vraag me af hoe men beslist heeft waar de weg moest liggen en waar men een brug kon bouwen…moest men dat te voet of te paard verkennen of had men voldoende uitzicht vanaf het karavaan pad van de oude zijderoute? Moet ik later nog eens naar informeren.
    En dan zijn we in Aliabad en zien we hogerop Karimabad liggen.

    Aliabad is druk en alleen interessant voor zijn busstation en de grote bazar. We rijden door naar Karimabad en zien een uithangbord Ideal View hotel/restaurant and camping point. – a unique place for stay and dine. We volgen de pijlen via een smal bergpaadje een nog smaller en kramikkig brugske over een kloof en komen aan “het hotel”. We weten niet wat we zien. Een klein laag gebouw in de traditionele grijze Hunza steen met openingen waar ofwel niks ofwel donkere doeken voor hangen. Ze leggen ons uit dat het nog moet gebouwd worden maar ze hebben een keuken en er zijn toiletten. Het hotel dus niks maar de ligging is fabuleus en er is een grote tuin. Er staan een paar tenten opgesteld die verhuurd worden. Wij mogen de onze opstellen voor een paar rps. en kunnen kiezen welke bergtop/gletsjer we aan onze voordeur willen. We kiezen voor uitzicht op de Ultar. Mijn borstkas is vandaag een maatje te klein om al die overweldigende emoties op te bergen. Hebben niet veel kms gereden maar ik denk dat ze bij de top tien der wereld behoren.
    Karim zet ons af nabij het poloveld. We lopen naar de bazar (en pa doet zijn voorraad Tshirts in) en wandelen door het kleine centrum en langs de irrigatiekanalen. Blijf me verwonderen over de inventiviteit en oordeelkundigheid waarmee ze aangelegd zijn.
    We vinden wel de auto terug maar Karim is verdwenen. De tamtam treedt in werking als we in de teashop naar hem vragen en na een paar minuutjes is hij er en “blinkt” met zijn nieuwe zonnebril.
    Terug in ‘t “hotel” waar men zich op onze terugkomst heeft voorbereid. Een jongere die in Frankrijk was wil voor ons frietjes bakken. Hij heeft de aardappelen al geschild en gesneden. Willen hem niet teleurstellen en bestellen voor elk een portie. De tomaten die ze hebben zien er goed uit en we nemen er 4 mee … zullen die zelf wel pellen en snijden. Vlees hoeven we niet, onze wandeling door de bazar en de slachterij had onze vleeshonger verdreven.
    Het is ondertussen goed donker en koud. Aan de bomen worden lantaarns gehangen. We zetten de tuintafel in de voortent en wikkelen ons in onze slaapzakken. De frietjes komen er aan; een heel grote kom en ze druipen van ’t vet. We leggen een paar vellen van onze keukenrol op ons bord in de hoop van… maar de vrees voor deze nacht. We durven niet anders dan er toch wat van te eten. Gaan een keteltje water koken, gooien er een paar zakjes soep in en eten er een half toastbrood bij. We ruimen zelf af en laten een deel van de vettige boel in plastiek zakjes verdwijnen om weg te gooien. De kok glundert als hij de lege borden ziet en ik neem me voor de zoveelste maal voor nooit meer in ’t buitenland frieten te eten want dat valt altijd tegen.
    We kruipen vroeg in bed, moe maar gelukkig. Tijdens de nacht doen we een race naar de WC en vallen onze voorraad Immodium aan.

    Boven verwachting toch nog goed geslapen. Onze tent staat te dampen in de zon. Amaai, van temperatuurverschillen gesproken. Om 9 u zitten we in korte mouwen buiten een voorraad chapati’s te verorberen. Onze magen hebben de aanslag blijkbaar goed overleefd.
    We rekenen af. De kok is zo fier dat hij voor ons heeft mogen koken dat we niet mogen betalen. We staan er op een vergoeding te geven voor onze staanplaats, de tomaten en het koken van het water maar dat we de frietjes graag als geschenk aanvaarden. We laten hem wat zakjes soep en nescafé achter.
    Hoog tijd voor een bezoek aan de forten Baltit en Altit. Ze liggen beiden op een rots. Stevig gebouwd van stenen en dikke houten balken en gepleisterd met in de zon gedroogde leem. De geschiedkundige verhalen en de verhalen over het interieur zijn te lang om hier te schrijven er zijn voldoende boekjes en folders over. We dwalen door de ruimtes en aanhoren de vele verhalen over prinsen en prinsessen, krijgsheren en de slotwachters Het waren feodale besturen. De boeren voorzagen de slotheer van al wat hij nodig had en in geval van oorlog of rampen kregen ze van hem bescherming.
    Via ladders heeft men toegang tot het dak en uitzicht op de Rakaposchi en de Ultar-gletsjer maar ook op de vallei en de dorpen. Op de daken van de huisjes die onder het fort gebouwd zijn leven geiten en schapen en worden groenten en fruit gedroogd. De daken zien oranje van de abrikozen. Van deze vruchten wordt alles gebruikt. De noot om verf te maken, de pit om te eten of meel te maken. Het vruchtvlees wordt gedroogd en grotendeels verkocht. Een deel wordt gehouden als aanvulling op de voeding.
    De vallei is wel heel vruchtbaar maar tegen ’t einde van de winter zijn de voorraden op. Buiten drogen en pekelen zijn er weinig bewaarmogelijkheden. Als er al electriciteit is kan men er toch niet op rekenen omdat die dagelijks vele uren uitvalt. Generatoren worden alleen in hotels en grote zaken gebruikt. Zelfs het lokale ziekenhuis beschikt momenteel niet over een generator.
    In Aliabad is het Pakistan Mineral Development Corporation project om de winning van edelstenen te bevorderen. Wat verderop kan men naar de ontginningsplaatsen voor robijnen wandelen.
    Ganesh ligt in een kronkel van de KKH waar deze naar beneden duikt om de rivier over te steken. Het is een zeer oud dorp en de meeste inwoners zijn sjiieten die nog vasthouden aan de oude tradities. Er is een fort met moskee en een wachttoren waarnaast een waterreservoir. De jongeren leren hierin zwemmen en bewijzen daarna hun kunsten en dapperheid door het oversteken van de rivier. De overkant van de rivier bereiken was in oorlogsjaren dikwijls de enige ontsnappingsweg. Kort bij de Ganesh brug is een rots die helemaal overdekt is met inscripties, namen van heersers en jaartallen sommige teruggaand tot de 5°eeuw. De tekeningen vertonen steekbokken en sjamanen.
    Aan de overkant ziet men dorpjes tegen de bergflank kleven. Overal ziet men massa’s puin die naar beneden zijn gekomen. Er is hier ook een derde van de KKH de diepte ingegaan. Er gaat een gat van een tiental meter lang. De arbeiders hangen in netten langs de bergwand om herstellingswerken uit te voeren. Weer even griezel, griezel. We zien wel veel borden “slide area starts” maar ze imponeren ons niet meer. Karim daarentegen is steeds zeer aandachtig en kijkt nog steeds meer omhoog dan naar het wegdek.
    We steken terug de rivier over via de Shishkot brug. Volgens de reisgidsen één van de mooiste uitzichten langs de KKH. En we moeten het beamen al heeft bij mij de Rakaposhi nog steeds een streepke voor.
    In Gulmit zitten we terug op een zeer vruchtbaar plateau, gemiddeld 2500m. Er is een klein museum, een fort en een boekerij waar veel lectuur in ’t engels te vinden is over de geschiedenis van de streek, mountainering enz. De deur is open en we steken even ons hoofd binnen. Veel bezoekers komen er niet vertelt men ons. De georganiseerde reizen zoeven hier voorbij en stoppen misschien even om iets te drinken. De trekkers komen voor de bergen en spenderen weinig tijd aan de rest. Af en toe blijven er een paar wereldreizigers rondhangen die zich dan wel gelukkig prijzen met de mooie en sommige zeer oude boeken. Er zijn wel een paar leuke GH’s.. we zien wel op de terugweg.
    Even voorbij Gulmit komt de Ghulkin gletsjer helemaal tot aan de baan en eindigt onder de brug in de rivier. We stappen uit om hier ook de wind te voelen die van de ijsvlakte komt. Natuurwetenschappen in de praktijk, koude lucht daalt en warme stijgt. De weg klimt terug langs de zijmorene. 10 Minuten later zien we voor ons de Passu gletsjer, stralend wit en met diepe groenachtige kloven – een pracht van een gletsjer zoals ge ze niet dikwijls ziet. Daarachter hoge pieken waarvan er zomaar zeven boven de 7500m uitsteken.
    Passu is een ontmoetingsplaats voor bergbeklimmers. Ook Jokke en Lut zouden hier gaan trekken. In de Passu Inn vinden we hun namen niet in het gastenboek. Misschien zitten ze nog in China. De vallei is hier breed en ook hier is de fruit en groenten teelt troef. Dat het dorpje niettegenstaande de vele mogelijkheden niet groter is is te wijten aan zijn geografische ligging. De gletsjers van de Shimshal vallei blokkeerden regelmatig de rivier met telkens waterdoorbraken en modderstromen die een deel van de rivieroever en het dorp meesleurden. De modderstroom van 1974 bedolf een groot deel van het dorp onder puin en vormde een meer waar nu op ganzen gejaagd wordt.
    Wat verder loopt de KKH over een brug over stroom van de Batura gletsjer (60 km lang en daarmee één van de langste in deze regio) Het grijze ijs en puin raakt regelmatig de baan. In 1976 haalde hij de oude chinese brug omver en 2 stalen bruggen raakten met de tijd buiten gebruik. De voorlopig nieuwe brug heeft een wegdek lijk een soort metalen zeef om zoveel mogelijk puin en smeltend ijs door te laten. Men vraagt zich hier af wanneer de gletsjer de baan definitief opvreet.
    Verderop in verschillende kleine dorpjes zijn projecten van het AKRSP zichtbaar van op de highway: irrigatiekanalen, boomgaarden en boom kwekerijen. Het aanleggen van de KKH bracht hier meer welstand.
    Sust/Soost het laatste centrum voor de Khunjerab pass en de grens met China. Het openstellen van de route en het toerisme deden in dit dorpje hotels uit de grond rijzen, veel vlugger dan de ondersteunende faciliteiten konden volgen. De gebouwen zijn er, de accommodatie basic en de restaurant serveren heel eenvoudig Pakistani food.
    Rond de immigratie en douanekantoren staan trucks en Natco bussen en is er wat over en weer geloop. Vermoedelijk is het drukker als de bussen uit China aankomen. Er is een klein bankkantoor, een post, een ziekenhuis (??) en een hammam (zalig warm op deze hoogte)
    Het is allemaal in mini formaat maar het werkt ook allemaal perfect.

    In de Mountain refuge hebben ze een kamer vrij. De badkamer is rudimentair maar netjes. Centrale verwarming bestaat hier niet dus blijven we niet te lang op de kamer. Buiten in ’t zonneke en uit de wind is het heerlijk en… met uitzicht.
    Er is een brief voor ons van Bashir. Had ons blijkbaar gemist in Gilgit. Zullen we maar geloven zeker. Hij stelt voor te gaan afrekenen bij zijn ouders in Hyderabad.
    Karim kent de uitbater van ons GH en ze nemen ons mee de bergen in. Daar op 3800m zijn diepe putten die het water van de bergen opvangen en ondergrondse tunnels vormen de irrigatiekanalen. De tunnels werden met de hand gegraven en voor de inhuldiging werd er zelfs een plateau uit de bergwand gehakt om de helikopter met de hoogwaardigheidsbekleders te laten landen bij de inhuldiging.
    ’s Avonds schuiven we bij kaarslicht aan in de eetzaal met een 6tal andere reizigers tussen de 25 en de 40jaar. Het gezelschap staat ons aan. In de hoek staat een soort open haard die aangestoken is en de temperatuur aangenaam maakt.
    We genieten van de reisverhalen en avonturen. China blijkt toch voor velen het moeilijkst ongeorganiseerd te bereizen. Tickets voor trein en bussen bemachtigen een kunst, uit eten gaan een gruwel want de chinese chinees kan niet koken in vergelijking met de chinees die wij kennen en de klanten onbeschoft en met “ongemanierde” manieren. Hoe mooi het land ook is de charme valt tussen de plooien van het steeds op zijn strepen moeten staan. Pakistan is luxe volgens hen. Ze dromen al van een vrijdagnamiddag drink op de Australische ambassade in Pindi. Weer iets geleerd. Blijkbaar is dat de enige plaats in Pakistan waar overvloedig en vrij alcohol geschonken wordt en aangezien dress code voor Australiërs zich beperkt tot shorts en sandalen zullen ze er niet te fel opvallen.
    Voor hen zijn wij oudjes met veel durf en dat we regelmatig de tent opzetten vooral als de accommodatie niet veel soeps is vinden ze geniaal. Maar ja, wij hebben Karim en zijn jeepke hé.
    Het menu: eenvoudig, smakelijk en spot goedkoop. De potten moeten regelmatig worden bijgevuld. Anton is verlekkerd op de vanillepudding en doet zijn bestelling voor morgenvroeg.
    Eentje heeft een gitaar bij en er wordt nog wat gezongen – vooral uitbundig.
    Als de stoof uitgaat kruipen wij in bed en ’t heeft vermoedelijk geen 5 minuten geduurd voor we sliepen.

    Ontbijt met porridge, vanillepudding en toast met ei. In de volgorde van het opdienen. Geeft ni ’t is lekker, warm en voedzaam.
    Tegen dat wij vertrekkensklaar zijn is Anton al aan ’t wassen. Kookwas op een vuurtje buiten. Kon nog juist een paar zaken redden….hij zou alles gewoon afgekookt hebben omdat de geur en ’t vuil van China er in kleefde. Mannen toch. De zon schijnt en de lucht is krikkel droog ’t zal wel lukken lm het drogen.

    Van hieruit is het nog 85 km naar de pashoogte. Hebben de voorbije dagen niet veel kms afgelegd..
    De vallei is smal en kaal. De rotswand is niet heel stabiel en grote stukken rots en platte stenen liggen op de baan en zolang ze geen groot obstakel vormen mogen ze er blijven liggen. De Hunza rivier is verleden tijd we volgen nu de Khunjerab river. De natuur blijft zo goed als hetzelfde. Hier begint het Karakorum Nationaal park, het territorium van het Marco Polo schaap met zijn mooie horens en waar jagen verboden is.. De vallei wordt breder en de rivier een klein bergbeekje met een grasoever en wilgen en berken (wat komen die hier op deze hoogte doen?) Onderweg zien we een paar Yaks
    In Dih, 6 stenen huizen groot, de laatste security check noteren we zorgzaam dat we van Sost komen en naar de pashoogte gaan. Straks zullen we hier het tegengestelde noteren. Administratie in orde.
    Nog 50 km. Na Dih zien we regelmatig vervallen betonnen gebouwen. Dit waren de GH’s van 1960 voor de Chinese werkers aan de KKH. De laatste 30 km zijn heel gemakkelijk rijden. De baan is veel minder steil De baan volgt weer de oever van het riviertje. De 12 goed aangelegde haarspeldbochten brengen ons naar de pass hoogte.
    Ter hoogte van het douaniershuisje parkeert Karim de auto en zet meteen de motorkap omhoog om condens te voorkomen.

    De Khunjerab ligt op 4733m hoogte en wandelen is op onze adem trappen. We doen rustig aan. Karim brengt ons tot bij de douaniers die ons thee aanbieden. De mannen verblijven hier een volledige maand op wat voor ons de meest verlaten douanepost ter wereld moet zijn. Ook de wintermaanden zitten ze in dit betonnen hok met een paar britsen alhoewel de pas dan officieel gesloten is. De enige luxe die ze hebben is een gasbrander om op te koken en het een beetje te verwarmen. Zouden ze niet stiekem naar Dih afzakken? Wie kan hun hier dan controleren?
    De lucht is ijl en droog. Het trekt op de lippen en het voorhoofd. Dit is de hoogst gelegen geasfalteerde grensovergang ter wereld. Even een foto nemen aan het O km KKH bord en het monument met de vermelding dat de pas in 1982 open ging eerst voor plaatselijk verkeer daarna ook voor toeristen.. De pas ligt op een continentale waterscheidingslijn. Het water aan de Pakistaanse kant gaat naar de Indische Oceaan, aan Chinese zijde verdwijnt het in de Taklamakan woestijn (wanneer je er in gaat kom je er niet meer uit)

    Richting streep die de scheiding tussen de beide landen aangeeft.
    De Chinese douaniers hebben bezoek van hun baas, eentje met sterren op zijn épauletten. Ze vragen ons om bij op de foto te komen en ook de Pakistaanse douaniers. Ik neem ook maar vlug ééntje met mijn ventje tussen die opgetogen in de handen klappende mannekens. Het mag eigenlijk niet maar met een paar woorden Engels zweren we op ons zieltje dat we ze aan niemand zullen laten zien. De omkoopsom bedraagt de tegenwaarde van 5 zakjes oplossoep.
    We hebben dus illegaal op Chinese bodem gestaan.

    Wat ons nog het meest verwonderd is dat op deze hoogte zo weinig sneeuw te zien is. Zo droog is het hier.

    Voor we vertrekken een bezoekje aan de openbare toiletten ook hier gescheiden voor mannen en vrouwen en… proper.
    Na een paar maal starten slaat de motor aan. Blij want duwen op deze hoogte zie ik niet zitten. Volgens Karim is dit een bijverdienste voor de douaniers: zorgeloze toeristen de berg af helpen.
    De verwachtingen zijn niet meer zo hoog gespannen en de terugweg zeer relaxt tot er een 20tal meter voor de auto plots een rotsblok naar beneden schuift. Karim, altijd attent, had het gezien en kon tijdig remmen en een stuk achteruit rijden omdat dit blok misschien andere stenen heeft losgemaakt. We geloven onze ogen niet als we onderweg de Zwitserse fietser uit Gilgit tegenkomen. Hij heeft de route dus bijna zo vlug afgelegd als wij.
    We stoppen in Sost voor een drankje en krijgen van Ibrahim de resterende vanillepudding voorgeschoteld. Anton ligt achteraan in de hangmat te soezen en wil hier nog een paar dagen blijven. De rest is vertrokken.
    In Passu gaan we in ’t GH iets eten. We installeren ons in de tuin onder een boom vol kakivruchten. We zouden hier ook graag een tijdje blijven maar we moeten ook nog langs de ouders van Bashir in Hyderabad en Karim verwittigt ons dat we dan een heel deel van de geplande route zullen moeten schrappen en dat willen we dan ook weer niet.
    In Hyderabad trekken we een smal wegske in. Karim is wat nerveus. Hij vraagt ons even in de auto te blijven zitten. Na een tijdje komt hij terug en stelt de vader van Bashir voor die ons uitnodigt naar zijn huis. We moeten nog een heel stuk via een smal padje bergop voor we er zijn. De moeder nodigt ons binnen. Door mijn hoofd spookt alles doorheen: wat is Helga hier komen zoeken? Zijn dat echt de ouders van Bashir en moeten we hier zomaar een groot bedrag $ achter laten? We krijgen thee en koekjes en fruit voorgeschoteld. Kakkerlakken lopen over de schotel maar dat blijkt niemand anders dan ons op te vallen. Ik verontschuldig mij dat ik zo boven hen uittoren maar door mijn knieën kan ik niet op de grond zitten en ga maar in de vensteropening zitten. Krijg ondertussen ook wat frisse lucht. De vader is gepikkeerd omdat Helga naar België gegaan is om te bevallen en niet onmiddellijk is teruggekeerd. Het kleindochtertje is ondertussen al 9 dagen oud en de buren zijn niet blij dat Helga het lesgeven zolang heeft stopgezet. Ze vergeet de familie enz. ‘k Voel me meer en meer gespannen worden. Djeses, de schoondochter die niet opdraaft, die haar eigen gemak en het welzijn van de kleine niet opoffert voor de familie. Zou hier graag eens komen als Helga er is. Kan er mij geen voorstelling van maken. Is ze gelukkig hier? Wat als de kleine ziek wordt? Er is hierboven geen auto en te voet naar de baan is al gauw een paar uur stappen – laat staan dat ge daar dan onmiddellijk verder vervoer vindt. En Bashir die steeds op trekking is. We rekenen af maar besluiten het laatste derde slechts in Islamabad , op ’t einde van de rit, aan Karim te overhandigen. De houding van die vent staat ons helemaal niet aan. Zo vlug als ons fatsoen het toelaat nemen we afscheid. Het commentaar van Karim op heel de situatie zal ik maar niet neerpennen, hij voelde er zich ook niet wel bij.

    De rit is nog lang en de zware voet gaat op het gaspedaal, we stoppen af en toe even om nog wat foto’s te nemen of te genieten van straattafereeltjes.
    Het is “thuiskomen” in Gilgit.

    Gilgit via shandur naar Chitral

    Voor we vertrekken gaan we nog wat inkopen doen. Op de Shandurroute is er niet veel mogelijkheid om proviand in te slaan. In de Chinar Inn lukt het mij om een telefonische verbinding te krijgen met thuis. Juist de tijd om te zeggen dat met ons alles goed gaat, nieuws van hun zal voor een volgende keer zijn want de verbinding valt uit.

    Klaar voor de 400km lange jeep track naar Chitral. Volgens de boekjes moeten we rekening houden met een rijtijd van 25 tot 30u als alles meevalt.
    De vallei volgt de Gilgit river en de omliggende bergen behoren tot de Hindu Kush. De vallei behoorde tot 4 koninkrijken, Punial, Ishkoman, Yasin en Ghizar. Er worden dan ook veel verschillende dialecten gesproken maar de meesten verstaan het Shina dat ook in Gilgit wordt gesproken, gelukkig voor Karim en voor ons. Van 1989 werden ze ondergebracht in het Gilgit District maar teren nog sterk op hun eigen regels. De kledij van de vrouwen is er ook opvallend veelkleurig en op ’t hoofd hebben ze een soort beklede “doos”. Volgens Karim moffelen ze daar hun kleine schatten in vooral kohl voor de ogen.
    Het is prachtig rijden. Het pad, want meer is het niet, slingert naast de rivier tussen de bergen door. Waar de vallei wat breder is liggen hier en daar kleine dorpjes.
    In Golapur houden we teastop voor Karim en hij komt terug met een gebakken vis. We peuzelen er wat van, smaakt wel lekker, maar we durven hem ni

    31-10-1995 om 00:00 geschreven door ribbe  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-05-1995
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.ZIMBABWE Mei 1995
            Zimbabwe



    diavoorstelling klik hier


    Zimbabwe is een deel van het vroegere Rhodesië dat onder Cecil Rhodes ook nog Zambia, Malawi en Mozambique omvatte. Harare was een suburb van Salisbury. Deze naam verdween, de hoofdstad werd Harare en de suburb is het huidige, zeer levendige Bwame.


    De kogel is door de kerk. We gaan naar Zimbabwe.
    Na verschillende keren Azië als reisdoel te hebben gekozen willen we wel eens ergens naartoe waar het rustiger is.
    Na het lezen van wat reisverhalen en omdat we slechts 2 weken weg kunnen viel deze beslissing.
    We reserveerden een vlucht bij Balkan airlines. Het is er eentje met een tussenstop in Sofia waar we de nacht moeten doorbrengen.

    Brussel naar Sofia
    De vlucht Zaventem-Sofia verliep vlekkeloos. Op de luchthaven krijgen we een transitformulier. Een minibusje brengt ons naar  hotel Pliska nabij 't centrum. Tien minuten later zijn we reeds op stap in de stad. Een speciaal sfeertje en mooie gebouwen. We stappen een oude kerk binnen waar een huwelijksplechtigheid plaats heeft volgens de Grieks-Orthodoxe riten. We wisselen een paar DM in Bulgaarse Lev en schaffen ons een stadsplannetje aan en een paar gekke gadgets voor de kinderen. Op de tram moeten we ons laten helpen want we verstaan geen knijt van het ticketsysteem. De conducteur wordt er zowat gek van, wuift ons weg, laat ons gratis meerijden en verwittigd ons als we op het centrale stadsplein zijn. We slenteren door de smalle straatjes en stappen een winkeltje binnen. Oeps, grote consternatie als we vergeten te wachten tot er een winkelmandje vrij komt. Dit systeem kenden we van in Tjechoslowakije maar we hadden er in ons enthousiasme niet meer aan gedacht. Als eerste souvenir voor mij deze reis koop ik mij een setje met een tiental haaknaalden in diverse maten voor de prijs van omgerekend 2,80BFr
    We kuieren door het stadspark en nemen de trolleybus terug naar het hotel.
     Het avondeten is zoals overal in het oostblok: een soort linzensoep , aardappelen met kool en worst en een taartje als dessert.
    De kamer is groot, versleten maar proper. Zelfs de douchekop doet het. We liggen vroeg in bed want we worden om 6u30 opgehaald.

    Op de vlucht naar Harare is achteraan nog veel plaats vrij. We mogen echter niet verhuizen omdat op de laatste rijen illegalen zitten die terug naar Nigeria worden vervoerd. Onverwacht landen we in Tunesië om bij te tanken. We mogen rustig blijven zitten. In Lagos, Nigeria moeten we wel naar de transitzone. Het is er snikheet en de airco doet het niet. Aan de douane post is er veel heibel. Een geharrewar van mannen, vrouwen en militairen en massas bagage in bijeengeknoopte doeken die de weg versperren. Een jongeman maakt gebruik van de herrie en springt terug over het dranghekken en verdwijnt richting landingsbanen. Uiteindelijk kunnen we met een half uur vertraging terug inschepen. Alles wordt wel een paar maal nagekeken op verstekelingen. Het wordt zo heet dat men de nooddeuren openzet om wat lucht te krijgen. Gelukkig wordt het weer rustig na het opstijgen. Van slapen komt niet veel meer. We landen rond 9u in Harare.

    Zimbabwe - here we are
    Eerst zorgen dat we Zim.dollars hebben. Ze proberen ons hier reeds in 't zak te zetten maar ik tel mijn centjes altijd goed na en het sorry, sorry lokt bij mij alleen een plat vlaams discours uit. Een taxi brengt ons naar The Executive Hotel nabij het centrum.
    De kamer en badkamer zijn ruim en netjes. De prijs zeer schappelijk. Het restaurantje is zeer gezellig en ze serveren er heerlijke maaltijden.
    We gaan op verkenning, eerst naar een autoverhuurbedrijf. Een paar blokken verder is er ééntje die ons een goede prijs maakt. Het behoort wel niet tot een keten maar heeft wel afspraken met garages in de verschillende steden. We mogen straks de wagen komen keuren en hem deze avond reeds meenemen naar 't hotel niettegenstaande het verhuurcontract morgenvroeg slechts start. We maken ook een afspraak voor drop-off aan de luchthaven de laatste dag.
    We trekken het centrum in. Daar is, aan het parlementsgebouw, een betoging door vrouwen voor het behoud van hun parochiepriester . Er wordt gezongen en gedanst. Wij gaan op zoek naar het Travel Center om wat informatie te vergaren, vooral over de parken. In het Main Post Office posten we een paar kaartjes in de hoop dat deze voor ons thuis zullen zijn. We wandelen verder door het centrum en stappen binnen in een paar zaken met lokale kunst die ons doen watertanden. 't Steekt hier vol met prachtige zaken die ik allemaal wel zou willen meenemen. Iets voor de laatste dagen. We paraderen langs het Meikles hotel - grand chique. Wandelen door de Harare Gardens en langs het open air theatre waar muzikanten aan 't oefenen zijn. Het sfeertje hier bevalt ons wel. Opvallend de vele MACs en JFK's en hier en daar zien we straatkinderen rondhangen. Een meisje, wiens ouderdom we op 7 à 8 jaar schatten, nemen we mee de broodjeszaak in en laten haar haar keus maken. Blijkbaar not done hier maar we vegen er ons voeten aan. We wandelen verder en nemen een bocht langs het Bronte Hotel. Het is een oud-koloniaal huis met een prachtige tuin waar we genieten van een heerlijk fruitsapje. De kamers zitten nu vol maar we zullen proberen onze laatste nacht hier door te brengen.
    De wagen ophalen zodat we morgenvroeg de baan op kunnen.
    Onze eerste dag op Afrikaanse bodem is ons goed bevallen.

    In de badkamer hangen pamfletjes om zo zuinig mogelijk om te springen met water en dat doen we dan ook.
    Voor ontbijt kiezen we de afrikaner versie. Amaai daar kom ik normaal een hele week mee toe.
    De bagage de koffer in en we zijn op weg. We zoeken op het plannetje de gerichtste weg om op de baan naar Bulawayo te geraken. Eerst rustig aan want ze rijden hier aan de verkeerde kant van de weg en dat is toch steeds een tijdje aanpassen.
    24 km richting zuid is het Lion & Cheetah Park. We willen het aan 't begin van 't verlof bezoeken om een beetje overzicht te krijgen van al die verschillende katachtigen. Hyena's vind ik afschuwelijk, de Hunting dog heel speciaal, de civet, genet en serval cat heel sierlijk, de cheetah's en luipaarden imponerend. We zijn juist op tijd om het voederen mee te maken. De poema's gaan nogal tekeer als ze grote hompen vlees toegeworpen krijgen. Aan de overkant van de baan kan men door een park rijden waar cheetahs en leeuwen vrij rondlopen. Mijn ventje draait de zijramen omhoog als er een paar jachtluipaarden te kortbij komen en aan de spiegel gaan likken.
    Langs de baan wordt er veel gelift. Wij pikken 2 vrouwen met hun baby's op. Prachtige gewaden (dat kan men niet zo maar gewoon kleren noemen) dragen de dames. Ze zullen wel een teken geven zeker als ze willen uitstappen want hun taaltje is wel het onze niet. We stoppen aan een soort fruitkraam en de mango's, bananen en pomelo's verdwijnen in een grote kartonnen doos. We rekenen af maar één van onze liftende dames komt kijken, keurt het fruit, verwisselt een paar mango's en onderhandelt blijkbaar over de prijs want we krijgen nog wat kleingeld terug.
    Als we in Gweru aankomen hebben we ongeveer 300km afgelegd. Het is een goede baan en 't gaat vooruit. We gaan iets eten en wat voorraad indoen.We willen niet te lang rondhangen om voor 't donker in Bulawayo te zijn.
    Op 't eerste zicht is Bulawayo een gezellige stad. Verloren rijden kunt ge er niet want het is naar amerikaans model opgevat in rastervorm met in de ene richting de avenues en in de andere de genummerde streets. Het Caravanpark ligt tussen 2 openbare parken en spreekt ons niet zo aan. We rijden dus verder naar Matopos Nat. Park  Aan de gate betalen we de inkom en voor onze campingplaats. We willen ons tentje opzetten nabij de Malene Dam.
    We hebben nog maar pas alles uit de koffer gehaald of een dame komt ons thee en appelen aanbieden en vraagt of ze kan helpen. We zijn goed op elkaar afgesteld dus geen probleem. Als de tent staat komt ze een klapke doen. Ze heeft een kunstgalerij in Harare en komt naar hier om te schilderen. Ze heeft hier dan ook een zeer grote tent met verschillende kamers staan en alles goed ingericht. Ze vertelt ons dat we in Harare goed moeten opletten, het is er de laatste jaren zeer gevaarlijk geworden. Twee maanden geleden is er zelfs bij een blanke ingebroken. Wij verslikken ons bijna in onze appel ... (2 maand geleden? Bij ons op 't dorp elke week)
    Aangezien de kilokes beperkt waren op de vlucht hebben we niet veel kampeermateriaal bij. Zij vertelt ons waar we in Bulawayo alles kunnen lenen.
    Als het duister valt verschijnt er een gewapende bewaker. Er is geen afsluiting aan de camping en men weet maar nooit welke dieren op bezoek komen. (djeses, daar had ik zelfs nog niet aan gedacht) Hij steekt het vuur aan voor 't opwarmen van het water voor 't bad in de toiletruimte - geniaal systeem; verwarmt tegelijkertijd het water en de ruimte want 's avonds koelt het deze tijd van 't jaar wel fel af. Voor diegenen die het wensen steekt hij de BBQ aan, wij zijn blij met een vuurtje om gezellig rond te zitten.

    Als we in onze slaapzak liggen horen we natuurlijk van alles en vooral datgene wat er niet is. De zenuwen staan een beetje gespannen, de eerste keer sinds lang terug in de tent slapen en ook de eerste keer terwijl er buiten vanalles kan rondlopen. We zijn moe genoeg om toch goed te slapen.
    We worden wakker van het daglicht. Met onze vuurblokjes koken we water voor thee. Ons ontbijt bestaat uit een groot bord vol fruit en wat graanvlokken.
    Het eerste dat we vandaag doen is op zoek gaan naar kampeergerief. We komen uiteindelijk bij Iversens Hire en vergroten ons comfort met een paar kampeerstoelen en tafeltje, kampeermatrasjes, een kookpot, een gasvuur en grote gasfles, gaslamp voor buiten aan de tent en Kopen een paar ankerslotjes om de ritsen van de tent vast te maken want blijkbaar zijn apen slim. De kinderen moesten ons bezig zien.. Luxe in ons klein tentje.
    Tijd nu om op safari te gaan en het park te verkennen. Spannend toch.  Het park is verdeeld in verschillende wild area's langs beide kanten van de doorgangsbaan. Het zou een boek worden als ik hier moet neerschrijven wat we er allemaal beleefden dus een kort overzicht.
    De site zelf is prachtig met geel/rode rotsen en plateau's. Op verschillende plaatsen zijn er waterpools waar de dieren komen drinken en dikwijls zijn daar ook uitkijkplatforms. Aan sommige rivieroevers wordt verwittigd voor crocodiles. De campingplaats in Togwe area vinden we heel mooi liggen. De ranger heeft ons zien staan en komt ons verwelkomen, hij toont ons mooie plaatsjes en opent fier de deur van de toiletruimte die hij onderhoudt, het hout voor 't opstoken ligt klaar. Mooi,  maar we zouden hier moedermens alleen staan en zo erg voelen we ons nu ook nog niet thuis in de wildernis. We spreken hier wel onze mondvoorraad aan en trakteren onze vriend op Belgian choclats die richting smeltingspunt dreigen te gaan.
    In de Northern area zijn ook veel rock paintings maar het voornaamste is toch wel het graf van Cecil Rhodes. We moeten een klimmetje doen om boven op de rots te komen waar de steen ligt. Een prachtige plaats, view of the world, en het is er werkelijk adembenemend mooi. We vinden een mooie platte steen om op uit te rusten en geven onze ogen de kost - gelukkig maar. De rust is vlug voorbij als ik in mijn ooghoek plots een slang zie wegkronkelen. Het is nog een beetje moeilijk om doordrongen te raken dat we echt in het wilde zitten niettegenstaande hier en daar wat menselijke inbreng te zien is.
    Tijd om onze kookkunst te tonen nu we een grote castrol en een groot vuur hebben. Mijn moortje kookt in geen tijd. De rijst wordt aangevuld met tomaat, paprika's en verse ananas. Vanuit de struiken wordt onze tafel bespiedt door een familie baboons. Niks onbewaakt achterlaten dus en de rits van de tent potdicht.
    's Avonds zitten we met een tiental rond het vuur en converseren in het afrikaans/plat vlaams.
    Vanop onze matrasjes luisteren we naar de nachtelijke geluiden waar we zeer vlug aan gewoon geworden zijn. De ranger houdt de wacht. Ik slaap in één ruk door tot de zon de tent opwarmt.
    De volgende dagen genieten we nog hier in 't park. Mijn ventje heeft zijn hart verloren aan de impala's. Overstekende Kudu's doen ons regelmatig in de remmen gaan. Tegen de avond aan zijn het vooral de waterbokken die onze aandacht trekken. We zitten voortdurend met onze neus in de boeken om al die mooie dieren te kunnen benoemen. Al onze zintuigen staan op scherp en we leren heel vlug door de struiken kijken en het geritsel interpreteren. Als we een luipaard met zijn prooi zien hebben we het echter nog moeilijk om dit als "gewoon" te bekijken.
    Laatste avond. Afscheid nemen we met een pannekoekenbak op zijn vlaams.
    In Bulawayo gaan we naar 't warenhuis foerageren. Melkpoeder kan niet schiften, aardappelvlokken zijn vlug klaar, ontbijtvlokken voor bij 't fruit, spek om ons broodjes in 't vet te soppen. Fruit en groente

    31-05-1995 om 00:00 geschreven door ribbe  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (3 Stemmen)
    31-03-1994
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.SRI LANKA voorjaar 1994

                                            
                                                   Sri Lanka voorjaar 1993

     


    Het is eigenlijk niet zo gemakkelijk nu een verslagske te schrijven over Sri Lanka nadat het landje geteisterd werd door de Tsunami en vermoedelijk veel mensen waar we overnacht hebben in de problemen zijn gekomen. De foto's van hutjes en GHses op de stranden heb ik dan ook met opzet niet opgeladen.





    diavoorstelling klik hier


    We waren herhaaldelijk op Sri Lanka, de laatste maal in 1993. Ik ga er geen dag voor dag van maken maar een beetje een overzicht hoe wij het eiland ervaarden.


    Sri Lanka was voor ons een mix van , Portugese, Hollandse en Engelse kolonisatie. De laatste keer dat wij er landden werden we vooral met Duitsers geconfronteerd. Het begon reeds op de luchthaven. We wisten dat Negombo op slechts 7km ligt. De tuktuk's hadden ons vermoedelijk horen praten - toen we de prijs vroegen moet er op mijn gezicht verbijstering te zien zijn geweest - 300rps???. Onmiddellijk kwam de vraag: Deutschland? Niks van en ik wil niet meer dan 50rps betalen. Het wordt dus onderhandelen en neen we gaan niet naar het nieuwe hotel maar halen ons adresje van vroeger boven.
    GH Di Phani -500rs/dubbel met ontbijt  tel 031.8225  verschillende kamers gelijkvloers met ruime badkamer - netjes - fan en klamboe en ... toiletpapier. Het tuintje met ligbanken en veel schaduw geeft rechtstreeks toegang tot het strand. Ze koken er lekker en er is veel lektuur ter beschikkings ...zelfs Nederlands.
    We worden er zeer hartelijk welkom geheten en onze vorige kamer is nog vrij - wij blij. Het duurt geen uren voor we door hebben dat Negombo zowat het domein van de duitsers is geworden. We bestellen in 't engels en krijgen antwoord in 't duits - ja wadde...ons eenvoudig vissersdorpje is niet meer...
    De kinderen van de huisbazin gaan voor ons fruit halen in 't dorp en we liggen vroeg in bed.. De eerste dagen willen we rustigaan doen.
    Vissers en kinderen delen het strand met koeien, loslopende schurftige honden en krantenpapier vol kleine visjes vol vliegen. Voor strandvakantie moet men zeker niet naar hier komen. De meeste toeristen zitten dan ook in de grote hotels met zwembad en een strand dat regelmatig wat bijgeharkt wordt.
    Van hier noordwaarts staan veel kleine katholieke kerkjes in verschillende kleuren nog overblijfselen van de Portugesen. De Hollanders lieten dan weer een fort achter waar een gevangenis in werd ondergebracht maar waar niet veel meer van overblijft. Wat er wel nog is zijn de 120km lange kanalen die van Colombo via Negombo tot Puttalam lopen.
    Op de markt worden al onze zintuigen tegelijk geprikkeld geuren en kleuren, verkopers die hun waren aanprijzen en ons laten voelen en proeven hoe zacht de vruchten zijn.
    Wij wandelen graag het binnenland in langs de lagune waar de vissers wonen aan de kleine binnenwatertjes. Er zijn heel veel winkeltjes en fruitstalletjes bij gekomen. Mijn ventje is verzot op "klappers" jonge kokosnoten met heel veel sap en de zoete ananassen. De keuze bij de bakker is nogal gevarieerd geworden.
    In 't GH komt 's avonds de uitbaatster een praatje slaan. Haar leven is er niet beter op geworden. Ze wordt dagelijks met toeristen geconfronteerd die een heel andere kultuur meebrengen. Aan de andere kant haar eigen kultuur... een man die haar onder de duim houdt en slaat als hem iets tegenzit. Weggaan bij die vent kan niet want dan wordt ze verstoten door heel haar familie en is zij "de slechte - de onwaardige" De kosten voor de opleiding van de kinderen en het weinige geld dat ze daarvoor van hem krijgt. Hij blaft en zij loopt. (is een gekend fenomeen in Sri Lanka - kwamen het op onze vorige reizen herhaaldelijk tegen)
    We trekken een dagske uit om naar Colombo te sporen en wat in 't stad rond te kuieren (trein 10rs/pp)- wat bootjes zien en ijsjes eten - proberen een vlucht te versieren voor Trivandrum-Zuid India. Die zitten echter bomvol omdat door de onlusten met de Tamil de veerboot niet meer vaart en het lukt ons niet binnen de tijd voor een 14tal dagen naar ginder te gaan - halen een treinticket voor Anuradhapura (96rs/pp) en ontdekken dat ze ons weer in 't zak willen zetten (de prijs op het kaartje is veel lager maar volgens hen is de prijs vandaag omhoog gegaan - goed maar dan moet ik wel een kaartje hebben met de juiste prijs...en, we krijgen centen terug

    Anuradhapura.
    werd 5 eeuwen voor onze jaartelling reeds bewoond. Ze bleef tot de 10e eeuw de hoofdstad van een machtig koninkrijk waar 119 koningen hebben geregeerd waarvan er 3 zeer bekend werden.
    Dutugamunu versloeg de Tamils
    Valagamba gaf het onderwijs een steuntje en bouwde daarvoor het grote klooster waar onderricht werd gegeven in boeddhisme en wereldse kennis.
    Mahasan zorgde voor immense irrigatiewerken en citernes
    In 1820 ontdekte een engelsman de ruines.Het bleek een heel grote stad te zijn geweest met vermoedelijk tienduizenden mensen die leefden in huizen met verdieping. Het verblijf van de koning omvatte meer dan 1000 kamers en was omringd door vele heiligdommen.
    Kondamalu GH 300rs/dubbel met ontbijt - heel netjes maar afgeleefd
    . We kopen een combinatieticket Cultural Triangle 30$ of 1450rs- voor de 3 grote bezienswaardigheden ...hier- Polonnaruwa en de tempel van de tand in Kandy.
    Het bezoeken is dan ook een hele opgave en we huurden een auto met chauffeur/gids voor de ganse dag (500rs) om ons van de ene naar de andere plaats te begeven. Nog steeds is men bezig met restauratie. Er staat niet zoveel meer overeind en gelukkig kan de gids ons veel vertellen.
    Onder een afdakje staat een mediterende boeddha. Er zijn verschillende Dagoba -in eentje wordt een sleutelbeen van boeddha als relikwie verdient in een andere werd vroeger de "tand" bewaard. Andere werden gebouwd uit boetedoening of uit eerbied. Het bronzen paleis is bijna volledig verwoest geweest en er staan slechts een paar pijlers recht. Van het Mahasena paleis is alleen een maansteen over maar die is dan ook zo mooi dat ze er een afrastering rond hebben gezet. Er staan prachtige afbeeldingen op die de opeenvolgende stappen uitbeelden die men moet afleggen om tot wijsheid te komen.
    Er zijn 2 waterbassins (tanks)die dienden voor de reinigende baden. Het voornaamste in heel het domein is de oudste boom waaronder Boeddha de wijsheid heeft gevonden. Er is eigenlijk maar 1 tak over die moet gestut worden maar niettegenstaande de heiligste plaats in Sri Lanka.
    Voor we terugkeren naar 't stad rijden we langs de Wewa waar vrouwen aan 't wassen zijn en gelovigen hun rituele baden nemen.
    Mihintale
    We laten ons naar Mihintale rijden en we moeten alles uit de kast halen om de rots te beklimmen.
    Halfweg staat er een grote witte Boeddha en zijn en ons uitzicht is fenominaal. Nog hoger langs smalle ijzeren trapkes tot boven waar gelovigen gaan mediteren. Waauw voor het uitzicht maar wel met knikkende knieën van vermoeidheid vooral het klimmen zonder schoenen valt zwaar.

    Polonnaruwa
    We nemen de public bus naar Pollonnaruwa ( 20rs/pp  3 1/2u rijden) en dat is weer eens iets anders. Zoals overal in Azië zit hij afgeladen vol. De mensen zijn hier echter veel minder schuw en na een paar minuten staan er een paar klein mannen tussen onze knieën en een derde op mijn schoot. Het is warm in de bus en ik haal mij ergernis op mijn nek als ik de venster niet wil openzetten. Niks van. We moeten nogal wat draaien en 't is gekend dat ze vlug wagenziek worden. In de bus hangen dus overal plastiek zakjes maar door 't venster gaat vlugger... en bij 't volgende raam komt de lading terug binnen... Niettegenstaande vol komen er onderweg toch kinderen op om te zingen en te bedelen bij de toeristen.
    Wij geven uit principe nooit aan kinderen. Geen geld, geen bic, geen snoep. Hoe meer ze krijgen hoe minder zin ze hebben om naar school te gaan. Geld krijgt ge niet...daarvoor moet ge werken. Schrijfgerief hebt ge nodig in 't school en niet om het verder te verkopen om er daarna snoep of snuff mee aan te schaffen... want van de toeristen leerden ze hoe lekker zoet dat is..en ja, als de toerist weg is hoe moeten ze daar dan weer aangeraken? Door te bedelen. We scheppen een vicieuze cirkel en hebben alleen ons eigen ego gestreeld door hun een prul toe te stoppen. En na een paar dagen zijn we weg...en komen er andere toeristen die het dan weer op hun heupen krijgen van 't gebedel....
    Onderweg zien we badende olifanten, prachtige flora, ganse poppenfamilies op staketsels om de daarachterliggende dorpen te beschermen.
    Als de bus stopt worden we overvallen dor touts die ons naar hun GH willen brengen. Ze zijn enorm opdringerig en 'k kan zelfs niet in mijn gids kijken. Een paar krachtige plat vlaamse termen zaait wat onrust...een vrouw die zo tekaar gaat... en ze zijn weg.
    We vinden een rustige kamer aan 't kanaal: Kuruppu Gardens 420rs/dubbel AI

    De site van Polonnaruwa valt ook onder het ticket van de Cultural triangle. Ze is veel kleiner in oppervlakte en dus veel beter te bewandelen dan Anuradhpura - van latere datum (10e eeuw en later) en de resten in betere staat - ge kunt er u veel meer bij voorstellen.
    Een 3tal singalese koningen lieten hier prachtige gebouwen neerzetten - een zeer geslaagde mengeling van singalese architectuur en indiase kunst.
    Parakrama Bahu aan wie de site zijn praal te danken heeft heeft zijn standbeeld onder een afdakje bij de ingang. Er naast staan nog een paar resten van de bibliotheek.  Van het koninklijke paleis staan nog 2 van de 7 verdiepingen recht en 't heeft wat...vooral de reliefs in wat ooit de raadzaal was kunnen mij bekoren. Er is een shivatempel en het Terras van de tandrelikwie met een aantal kleinere monumenten. En zoals overal een watertank. De zittende en liggende boeddha op 't einde van 't bezoek gun ik slechts een snelle blik want ik heb genoeg monumenten gezien en mijn voeten branden... genoeg is genoeg...
    Vanop ons terraske hebben we uitzicht op 't meer en de gelovigen die zich komen baden en vrouwen met kinderen die schateren en spetteren (hebben ze door dat we hun in 't oog hebben?) Het is 's avonds ook heerlijk wandelen langs kanaal en meer.

    Dambulla
    Samen met andere reizigers charteren we een minibusje (16rs ongeveer 3u rijden). Peter de Canadees onderhandelt over de prijs. Rond de middag zijn we ter plaatse en na de middagrust gaan we de rotstempel bezoeken. 't Zit ook bij in ons Cultural triangle ticket. (Srilankezen betalen nergens toegang)
    Sun Flower II was ons aangeraden.  250rs/dubbel
    Het stadje is één grote groentenoverslagplaats - ook de busjes puilen uit met zakken wortelen, uien en courgetten.
    Het is weer klimmen naar de rotstempel. Bovenop een groot boeddha beeld. Het zijn 5 verschillende heiligdommen die uit de rotsen zijn gehouwen, de muren versierd met mooie fresco's en de plafonds in één woord prachtig -hopen liggende, zittende en staande boeddha beelden in alle formaten. Vorige keer mochten we binnen foto's nemen nu is het weer verboden omdat teveel toeristen met boeddha zelf op de foto wilden.
    Bij 't avondeten is er spectakel in de keuken - de man van de kokkin is poempeloere zat en zit zijn vrouw achterna met een mes. Theo, de Nederlander verwittigd de GH uitbater. Zijn respons: laat ze maar doen en blijf in uw kamer zo kan hij u niets doen... of hij zijn vrouw iets aandoet zijn blijkbaar zijn zaken niet...
    Ik zie een grote zwarte harige spin in de badkamer. Ben nu wel niet bang voor een spinneke maar 't formaat van dit exemplaar is niet echt geruststellend. Iemand van 't personeel komt ze pakken en draagt ze buiten. Deze avond gaat mijn muskietennet heel goed dicht. Van in ons bed horen we de apen op het dak spelen.
    's Morgens worden de kamers gedaan door een meisje  van naar schatting 9 à 10 jaar. Ik met mijn groot blad spreek er de eigenaar op aan... en zeg dat we niet opgetogen zijn over zijn GH en er zeker geen reclame voor gaan maken.
    We verhuizen naar het resthouse een honderdtal meter verder. Peter en Theo verhuizen mee.
    Sigiriya= de leeuwenrots:  we nemen de local bus ( 5,50rs 45') en worden afgezet op een 10' van de site.
    Aan een fruitstalletje langs de baan verwittigt men ons dat we wel voorzichtig moeten zijn omdat er wilde olifanten rondlopen die de laatste tijd wat amok hebben gemaakt en zelfs 2 mensen het leven ontnamen. Allé...een rustige wandeling gewenst. 't Is wel rustig langs het baantje maar bij 't minste geritsel geef ik mijn ogen goed de kost.
    Het fort staat op rood/bruine rotsen die hoog boven de jungle uitsteken. De koning vermoordde zijn vader en verjoeg zijn broer, bouwde een paleis en veel tempels en verwendde de monniken om zo in de gunst te komen bij Boeddha voor vergeving van zijn wandaden..
    De beklimming is er ééntje om U tegen te zeggen... eerst mijn knie maar intapen...Achter een traliedeur en via een wenteltrap kunnen we de fresco's bewonderen die zich onder een overhangende rotswand bevinden. De jonge dames van Sirigiya zijn nog met 20 - men vermoedt dat het er vroeger meer waren - de fresco's zijn bijzonder goed bewaard gebleven. Ze hebben allemaal ontblote borsten op ééntje na (vermoedelijk een dienstbode) en er staat een hele boel grafitti op de muur die er door de eeuwen is aangebracht door bewonderaars (blijkbaar wordt er onderzoek gedaan naar de ontwikkeling van de lokale taal). Foto's nemen mag maar zonder flits en...nergens aankomen .
    natuurlijk.
    Verder omhoog tot waar een leeuw zijn voorpoten een stenen poort vormen. Hier heeft men de kans om al eens goed rond te kijken - ver boven de jungle.
    In de hoek staat een ijzeren kooi... voor als de bijen aanvallen... ¨Met de regelmaat van de klok installeren wilde zwermen zich tussen de structuren van de ladders die naar de top leiden. Een pamflet vertelt ons dat we niet in paniek mogen raken of op de vlucht slaan want dan vallen ze gegarandeerd aan. Ze worden regelmatig verwijderd maar komen even regelmatig terug. Volgens hetzelfde papierke is men in 't dorp voorzien om in te grijpen bij ongevallen en steken van bijen... liefst niet aan denken ..
    Boven op de top liet de koning een immens paleis bouwen waar nu niet veel meer van over is. 18 jaar later kwam zijn broer met zijn troepenuit India terug  en verdreef de moordenaar.
    Het uitzicht is adembenemend en al de acrobatische toeren meer dan waard. We installeren ons om te genieten, wat te eten en te drinken maar vooral om te bekomen van de inspanning. De zon staat ondertussen ook hoog en 't is meer dan warm. Terug beneden bewonderen we de tuinen - ondergronds zijn waterreservoirs die met elkaar door kanalen verbonden zijn. In de deksels zijn gaten waardoor de regen kan insijpelen maar die bij overdruk echte fonteinen vormen.
    We nemen de bus naar Nalanda (6,5 rs 1u) en een half uur tevoet naar Nalanda Gedige de oudste tempel (ook op triangle ticket anders 12$ en er is voor ons zo goed als niks te zien.. 1 klein tempeltje met wat hindoemotieven - maar voor de gelovigen zelf van heel grote waarde.
    Op de terugweg men raken we de richting kwijt, geen mens te zien, we komen na een uurtje en veel zweten een paar kms verder terug op de hoofdbaan.
    In de namiddag bezoeken we nog een spicegarden Old Village een paar kms richting Matalé (bus 10rs)- De kruiden waren het goud van het eiland waar westerlingen naar op zoek waren.

    Blijkbaar is Trincomalee terug open voor toeristen. Alle toeristische infrastructuur ligt er wel plat daar er jaren niemand binnen mocht maar er zouden al een paar GHes hun deuren geopend hebben. We willen er graag naartoe maar voor 't moment regent en waait het er fel en ze geven geen beterschap voor de volgende dagen. De route er naartoe loopt door een prachtig gebied. Langs de route heeft men veel kans olifanten en andere fauna te zien. De dieren zijn noordwaarts getrokken omdat het in Ya en Gal Oya nogal druk is geworden door de minibusjes die er rondrijden.
    Een beetje zonde maar we zijn niet naar hier gekomen om te verzuipen. 

    We nemen een directe minibus via Matalé (10rs) naar Kandy (6rs) de voormalige hoofdstad in de tijd der koningen. Ze ligt aan een kunstmatig meer en op ongeveer 500m hoogte. Ze heeft ons altijd al kunnen bekoren en we hopen er een weekje te kunnen blijven. 
    Zijn vermaardheid dankt de stad aan de tand van boeddha die hier in de tempel bewaard wordt - hij wordt nooit getoond.
    Dagelijks komen honderden gelovigen hem eer bewijzen. Eens per jaar, in Juli of Augustus, gaat de tand op uitstap. Hij wordt in zijn zevendelig, zeer kostbaar schrijn op een olifant door de stad gevoerd. Duizenden drummers en dansers openen de stoet, gevolgd door heel wat versierde olifanten. Als laatste de Maligawa Tusker, meestal een oudere olifant die deze eer te beurt valt tot hij sterft. Hij draagt steeds een kopie van de tand bij zich. Als hij er niet meer is wordt zorgvuldig een nieuwe olifant gekozen en speciaal voor deze taak afgericht.. Er zijn weinig mensen die zoveel eer en zorg te beurt valt als dit dier.
    Het is een adembenemend feest.. men heeft ogen te kort en de drums vallen nooit stil. De festiviteiten duren tien dagen en die dagen kan men in Kandy op de koppen lopen.
    Wie het ooit wil meemaken kan best een jaar of langer tevoren een bed reserveren. Slapen buiten het centrum is geen goed gedacht want auto's kunnen de stad niet in en men kan kms stappen om er te geraken. Het is in alle geval één van de grootste en mooiste festiviteiten die ik ooit zag.
    Deze keer zullen we ons met minder moeten tevreden stellen maar er is nog genoeg te zien en te beleven dat we vorige keer wegens de drukte niet hebben kunnen doen.
    Van Peter kregen we het adres van de familie  Nanayakkara die even buiten 't centrum kamers verhuurt. We hebben ze gebeld en ze hebben kamers vrij.
    Joe Nanayakkara, 29 Gemunu Mawathe, Hantana Place, Kandy  tel 08 34767
    350rs/dubbel met ontbijt
    kort bij Institute of Fundamental Studies waar een Belgisch echtpaar werkt - samenwerking KU Leuven.
    1/2 uurtje tevoet of met driewieler 50rs (al kan die dikwijls het bergske niet op) In WE's en 's avonds komt Joe afhalen aan bus en treinstation
    We worden hartelijk ontvangen met vers fruitsap en gebak.  De kamers liggen in een apart gebouw in de tuin met terras en uitzicht op Kandy en de omliggende bergen. De andere kamer is in gebruik door de zoon die er komt studeren.
    Tijd om ons eens goed te verwennen - een heerlijk schuimbad en een fris bedje, een boek en een drankje. De namiddag vliegt voorbij.
    Bij 't avondeten ontmoeten we de heer des huizes. Hij geeft les aan de technische hogeschool. De dochter is ook thuisgekomen en zit ook in 't onderwijs. De man voert het woord, de dames dienen op.
    Het eten was lekker maar spicy met heel veel potjes groenten  en sausjes en....gelakte eend. Het dessert was voor zoetekauwen - honing, kaneel, safraan en kormijn - we hebben weer heel wat bijgeleerd en geproefd.
    De avond brengt afkoeling en we slapen met de vensters wagewijd open. Het muskietennet is blijkbaar handmate met bloemetjes en veel fantasietjes..wat kitcherig maar wel leuk.
    Het was zalig ontwaken... Op ons terraske staat het ontbijt klaar ...blijkbaar hebben ze ons van boven goed in 't oog gehouden want we zijn nog maar pas klaar of ze staan er met vers fruitsap, schotels fruit en geurende thee en koffie. We leren koffie drinken met cacao uit hun eigen tuin geserveerd op klontjes suiker.
    Vandaag gaan we op stap in Kandy zelf. De heer des huizes neemt ons met de auto mee tot in 't centrum en we spreken af voor de terugrit deze avond.
    't Is nog niet te warm en we stappen het meer rond en gaan een tas thee drinken in het Suisse Hotel met zijn oude charme en mooie tuin. Lord Mountbatton logeerde hier toen hij onderkoning was van India.
    De namiddag gaan we naar de overdekte markt. Ik koester nog steeds de mooie vruchten waarin de kruidnoot zit en die ik daar van een handelaar als geschenk kreeg. We hebben er veel te zien en de meeste handelaars spreken vlot engels en geven graag uitleg nadat we hun vragen hebben beantwoord over onze job, loon, huis en kinderen...  We proeven fruit en krijgen thee aangeboden. 'k Zie zoiets al gebeuren in Leuven op de markt... en dan nog wel tegenover farangs... 
    Even buiten het centrum richting GH is een ziekenhuis. 't Zal beroepsmisvorming zijn zeker maar na een paar minuten weten we al 't één en 't ander over het reilen en zeilen. Het ziekenhuis en de behandelingskamers liggen aan de overkant van de baan. Hier zijn alleen de slaapzalen en de keuken. Een eenvoudig bed en ijzerentafeltje. Omdat velen geen cent bezitten wordt het eten gesponsord. Aan de muur hangt een lijst met namen van patienten met daarachter de naam van diegene die sponsord voor fruit - drank - ontbijt- of avondmaal... (de naam van onze gastfamilie staat er ook bij en tot mijn grote vreugde ook die van een paar westerse toeristen - wij zetten er graag de onze bij voor een jonge moeder met 2 kinderen) Middagmaal zie ik er niet bij staan...voor armen maar 2 maaltijden per dag zeker.
    Gelukkig hebben we afgesproken voor de terugrit want 'k zou met de beste wil ter wereld het bergske niet tevoet op kunnen.
    We leren weer andere schotels kennen. Krijgen een kaart van Kandy en omgeving met alle interessante bezienswaardigheden er op... en de adressen van batikzaken... ze hebben in hun living een prachtig tableau hangen en mijn bewondering heeft hun handelsgeest gewekt en ze geven het adres van..een vriend...Ze zullen voor ons ook toegangskaarten aanschaffen voor een voorstelling van de Kandy dancers (150rs/pp)
    Op de kamer staan thermossen met koffie, thee, fruitsap en ijswater - een grote schotel fruit en een blikken doos met koekjes... (op het deksel de engelse Royals)  Als we hier lang blijven gaan er wel kilokes bijkomen ..
    We vertrekken vroeg naar de botanische tuin. Bus naar Peradeniya 3rs. De bussen zitten vol met schooljeugd. Buiten het centrum liggen een deel grote scholen geconcentreerd - in de nabijheid ook een golfclub en een bowling club... en alles very british, zowel de gebouwen als de uniformen die gedragen worden. Ge krijgt een beetje het gevoel terug in de koloniale periode te zitten.
    Peradeniya Botanical Garden is heel groot en is een van de beroemdste ter wereld en terecht..De laan met de reuzen palmen, de kruidentuin, de orchideeën tuin met de grootste soort ter wereld, een Birmaanse reuzenbamboe van 30m hoog, een gigantische ficus waarvan de takken 1500m2 beslaan, de billenkokos van de Seychellen en bomen vol vliegende honden (enorme vleermuizen) Het meest gekke voor ons zijn de koppeltjes hier en daar onder de bomen die zich verschuilen achter grote zonneschermen. Op het buitenterras vinden we een lommerrijk plaatsje en kunnen heel het gebeuren in 't oog houden.. allé de af en toe bewegende paraplus.
    Op de terugrit stoppen we daar waar we vermoeden de batikshop te vinden. We zijn er niet ver naast.
    -Kreations Peradeniya rd 877
    Ogen te kort heb ik om al die mooie dingen te bekijken... we mogen even in 't atelier en zien hoe met geduld die prachtige werken tot stand komen. Het is geen serie werk. Elke kunstenaar maakt waar hij zin in heeft en bepaald zelf de prijs die hij ervoor wil ontvangen. Er komt 10% bovenop voor de galerijhouder. 't Is wel niet goedkoop maar 'k laat me toch verleiden door een fries met Kandydancers en een madame met blote borsten van 't fresco in Sirigiya . 
    Wel nooit zeggen dat ge door iemand gestuurd zijt want dan komt er een percentje bij voor de doorverwijzer.
    -Ceygems international Gemmological Museum, Peradeniya rd 673
    Een museum met heel mooie stenen - een nagemaakte mijn en een videoreportage over de echte mijnen.
    Natuurlijk ook een verkoopzaal maar goddank helemaal niet opdringerig. - maar: ga alleen, afdingen tot de helft van de prijs en.... Antwerpen kennen ze er heel goed...
    We moeten voortmaken want deze avond gaan we naar 't optreden. 
    Ik bewonder zo de sari's van de dames dat ik van Ariya en Denithi een demonstratie krijg in de kunst van 't omwikkelen - tot 7m lang zijn de stoffen... en ze dragen ze met grote sier.
    De vrouwen gebruiken ook veel kruidentuiltjes voor hun bad. Verschillend voor als ge moe zijt of depressief, voor pijn in de spieren of knoken... ze houden ook veel van geurtjes en passen die aan aan hun gemoedsstemming.. nogal ingewikkeld want een foute keuze kan desastreuse gevolgen hebben voor de gemoedsrust.... ik knik maar en oh yes, ah... maar mijn kopke is te klein om dat allemaal te onthouden en...experimenteren zou dus desastreus kunnen ziijn. 
    Geweekt in kruiden, gedept met exotische geurtjes en gewikkeld in een prachtig gewaad, mijn ventje in een brede beige broek en een breed en lang wit hemd dat er over hangt met een smal zwart sjaaltje onder zijn kraag zijn we klaar voor de soiré. 'k Ben blij dat zij zelf ook meegaan om niet teveel uit de toon te vallen en,  moest mijne rok uiteen zakken iemand om me te helpen.
    In de zaal heeft een reisagent al de eerste rijen gereserveerd door er briefjes op te leggen maar er is nog niemand te zien. Na een praatje van onze gastheer met een paar mannen die daar rondlopen worden de briefjes bij mekaar geschoven en krijgen we zitjes helemaal vooraan en een tafeltje met verfrissingen. Gelukkig is er kunstlicht want ik voel me blozen tot achter mijn oren en 'k durf niet goed kijken als de groep Duitsers binnengestormt komt. Als ik hun kommentaar hoor geraak ik weer in een emotionele kakkewalk... 'k ben fier op mezelf en blij dat we het zo mogen beleven maar hun onbeschoft gedrag maakt dat de stoom uit mijn oren komt. Mijn Duits is niet perfect maar wel voldoende om hun op een belachelijk lieve manier (slecht karakter van mij) even attent te maken op de disharmonie tussen hun nood aan kultuur en hun wansmakelijk gedrag ... hoe dun het laagje vernis is als men denkt dat de tegenpartij u niet verstaat... Ze staan even met hun mond vol tanden en vooraleer ze de kans hebben te antwoorden richt ik me weer demonstratief tot onze gastheer en gastvrouw.
    Het spektakel zorgt binnen de kortste keren dat ik me weer goed voel.  Hou heel veel van het opzwepende ritme van drums, mijn hart gaat er van bonken. Het lopen over hete kolen en slikken van degens vind ik dan weer wat minder. Na afloop bij 't applaus krijgen mijn gastvrouw en ik een orchidee aangeboden.. en 'k sta weeral met mijn mond vol tanden. Heb me na deze avond blijven afvragen welke rol onze gastheren in deze maatschappij speelden om zo'n voorkeursbehandeling te krijgen... zoveel honeurs ben ik niet gewoon.
    Een dagske naar het olifantenweeshuis. De dag begon niet zo denderend.. toen we voorbij het hoofdgebouw kwamen hoorden we klappen vallen en geschreeuw... wat gebeurd hier. We worden zonder veel woorden uitgenodigd om in te stappen ... alleen mijn ventje wordt aangesproken... hebben de vrouwen afgedaan voor vandaag? Op een vraag over de tempel en het museum krijg ik, in tegenstelling tot vorige dagen, amper antwoord. Was het daardoor dat ook het bezoek aan de olifanten ons niet veel zegde? Of hadden we al teveel olifanten gezien? Vermoed het eerste want voor mij horen olifanten tot mijn lievelingsdieren..
    Als we aan de tempel van de tand komen is er nogal veel beweging. We begeven ons tussen de massa naar de binnen. Er is ter ere van de tand een muziekgroep dat optreedt. We schuiven mee aan om eer te brengen aan de "tand" maar 't moet zo vlug gaan dat we niet veel te zien krijgen en we lassen nog een tweede toertje in en treuzelen om eens goed te kijken naar al die luxe en franjes al worden we aangepord om voort te gaan.
    Buiten worden we aangesproken door een jonge monnik (allé jong voor ons-schat hem rond de 40) en op een bank in de schaduw van een boom komen we weer wat meer te weten over boeddha, zijn leer en het leven als leek en monnik.
    Terug bij ons gastgezien zien we bekende gezichten:  Peter Abrams en Theo zijn gearriveerd. Het wordt dus een drukke avond - de gastvrouwen verzorgen ons met allerlei lekkers en de gastheer, die krijgen we niet meer te zien.

    We willen richting bergen. Als we vertrekken staat Joe klaar om ons naar 't station te brengen. We opteren voor Ella als uitgangspunt voor de verkenning van de hoogvlakte. Het is een mooie rit door de theeplantages waar men volop aan de pluk bezig is. Niet ver van het station ligt in een zijwegske Lizzie Villa GH in een mooie tropische tuin. Het werd ons onderweg door andere trekkers aangeraden en 't heeft wel charme. De kamers zijn wel wat donker door de hoge bamboes en bananenbomen die voor 't venster staan. Het heeft hier de vorige dagen geregend en van echt wandelen komt niet veel in huis.
    Het Resthouse ligt aan één van de vele watervallen van de streek. Het is alsof het gebouw boven de afgrond hangt en het is gezellig tafelen in de grote veranda met een 5* uitzicht. We zijn blij een plaatske te vinden binnen want het is hier in de streek niks te warm. Ik had mijn stapschoenen onder het afdek gezet om wat te laten drogen.
    Als ik ze 's morgens wil aantrekken zie ik net op tijd dat er iets inzit ... en 'k heb letterlijk gekeeld... één van de personeelsleden haalt er een scorpioentje uit.
    Aangezien er door de modder niet te stappen valt gaan we de dorpen in de omgeving verkennen.
    Met de bus naar Nuwara Eliya. Een stadje op 1900m hoogte dat nog steeds een Britse sfeer ademt met zijn villa's in Tudorstijl, een golfclub waar ge voor 1 dag een lidkaart kunt kopen of er eens rondkuieren en de oude foto's bewonderen.Hill Club lijkt wel een brits landhuis met zijn mooie tuin. Nu is het een hotel. Er gaan eten kunnen we niet want er is een dressrule en we hebben geen overhemd of das bij (blijkbaar kan men dat daar wel huren maar zover willen we het nu ook niet drijven) We drinken er een tas vieze maar dure koffie (wie drinkt er nu ook koffie in 't paradijs van de thee- wij dus - ni echt slim) en gaan ook hier wat rondneuzen. Er is zelfs nog een bar "alleen voor mannen" Hier en daar hebben we mooi uitzicht op de grote theeplantages.
    Men kan hier een bezoekske afleggen aan een theefabriek waar men ook kan proeven maar daar willen we hier onze tijd niet insteken.
    We willen met de bus naar Haputale maar er is er geen rechtstreekse. Met de local bus naar Bandarawela. Een heel ander stadje. Blijkbaar komen er niet zoveel toeristen want de winkels zijn gevuld met local stuff en dat is altijd fijn om de sfeer op te snuiven.. voorwerpen te zien waarvan we niet weten waarvoor ze dienen .. gratis demonstratie en een volkstoeloop Voor de schooljeugd zijn we de attractie van de dag. Onder begeleiding komen we aan 't busstation voor onze volgende rit... We zullen moeten wachten tot de bus vol zit.
    Na een half uurtje wordt de bus gestart... mis... men tracht de bus te starten maar hij weigert. Geen probleem volk genoeg om te duwen. Neen, niet de mensen die al op de bus zitten want die blijven zitten om hun plaats niet te verspelen..Eens van de parking is er een helling en prrrrrt hij doet het. Ik voel me er niet erg gerust in. Tussen mijn voeten zie ik de baan onder ons voorbijschuiven... het karton dat er op lag was een beetje verschoven! Niettegenstaande veel hellingen lukt het.
    Haputale. Een paar huizen, een paar hotelletjes, een theefabriek en een treinstation. Het bevalt ons op 't eerste zicht. In het Resthouse gaan we een hapje eten en nemen hun kaartje mee voor de komende dagen. De trein brengt ons terug in Ella waar de regen neerstroomt.
    's Morgens regent het nog. Er hangt een dichte mist en we lassen onze tocht naar de Horton plains af. Hadden nochtans graag Hatton en Adam's Peak gedaan. Het is een heilige berg die zowel door boeddhisten, hindoes als moslims vereerd wordt - 2250m hoog en een stevige klim...en naar World's End, maar in de regen?
    We nemen een minibus voor een lange rit naar de zuidkust. Yala laten we links liggen.
    Vanaf Hambantota rijden we langs de kust met regelmatig mooie uitzichten.
    Tangalle wordt onze eindbestemming. Een tuktuk brengt ons naar Villa Ocean Waves. Een korte inspectie van de kamer en het lijkt ons wel wat. Het is een oud herenhuis, de kamers hebben dubbele openslaande deuren en êen heel hoog plafond. De hall heeft een leeshoek met houten lambrizering.
    Er is verse vis en schaaldieren en de kok heeft er iets lekkers van gemaakt.
    We worden scherp in 't oog gehouden door een leguaan die in de tuin huist en blijkbaar niet erg schuw is.
    We hebben er een zeer fijne tijd. We wandelen naar 't dorp en de markt. We verkennen het strand in beide richtingen en weten niet wat we horen als vanop de verdieping van Lanka Inn GH op ons wordt geroepen. Daar is Peter weer. We spreken af om nog eens samen te gaan eten in een restaurantje op 't strand (volgens de informatie die ik nu heb zouden zowel GH als restaurantje in de golven verdwenen zijn)
    Een bezoek aan Galle, vol herinneringen aan de Hollandse kolonisatie, mocht ook niet aan 't programma ontbreken en het is er ons goed bevallen (het stadje zelf is door zijn omwalling redelijk goed ontsnapt maar al de vissershuisjes en visrestaurantjes op de stranden zijn nu ook weg) Volgens de hotelbaas is het weer mooi zonnig in de bergen.

    We breken op - gaan met de trein naar Colombo en nemen daar de aansluiting naar Haputale.
    Het resthouse ligt ook op de kam van een berg en de enige kamer die vrij is krijgt de volle wind uit het dal en de houten vensterluiken en deuren rammelen. Morgen zou een andere kamer vrij zijn en kunnen we verhuizen.
    In Haputale leerden we dat het korter is om langs de spoorbils te lopen dan langs de weg, dat de treinen tuuten voor ze er aankomen en iedereen het spoor kan vrijmaken, dat barelen aan spoorwegovergangen in dit landje niet het minste nut hebben ...
    We wandelen door de theeplantages en de pluksters tonen ons hoe we het moeten doen .. op de fabriek, waar ook op zondag nog volk aan 't werk is, worden we door de eigenaar uitgenodigd en krijgen we een privé rondleiding, mogen we proeven en krijgen van alle soorten een pakje mee. (Als ik later thuis de foto's opstuur kont er een paar weken later een postpak met kilo's thee -genoeg voor familie, vrienden en buren)
    De enige leraar van 't schooltje vertelt over het onderwijs en de moeilijkheden en mogelijkheden. Hij is fier op wat hij hier kan doen. Hier zou ik ooit graag terugkomen... klein, rustig en gemakkelijk contact met de lokale bevolking.
    De tijd dringt. We moeten stilaan richting Colombo. Met de bus naar Kalutara. We vinden een GH aan de strandblvd. Er is een verhoogd terras met uitzicht op strand en vissers.  De eigenaar is een duitser. Hij heeft een afspraak met een Srilankese familie. Zij runnen het GH en mogen de recettes houden. Hij heeft levenslang het recht op een soort appartementje en zij zorgen voor zijn eten en de onderhoud. Hij verblijft hier 9m/jaar. Gaat regelmatig naar Madras of Trivandrum zodat zijn reisvisum in orde blijft. Goed gezien maar ik zou het niet kunnen. Familie en vrienden achter laten.. nederlandse lektuur..een toneel.. een concert.. Neen ik moet regelmatig terug naar "huis".
    De vissers in deze streek zitten op staken in de branding omdat ze door het geweld van 't water niet kunnen blijven staan. Het is in deze streek een methode die vooral in ere gehouden wordt ten gunste van de toeristen.
    Zo ook het traditioneel plukken van cocosnoten en het tappen van cocosmelk. Er zijn koorden gespannen tussen de toppen van de bomen en ze zweven er over als echte evenwichtskunstenaars.
    Aan sommige stranden zijn ook schildpad reservaatjes. De eiren worden kunstmatig uitgebroed en de schildpadjes uitgezet. Bij een vorig verblijf op dit eiland hebben we een paar weken hier in 't zuiden doorgebracht en dat alles uitgebreid gaan bezoeken. Nu schiet de tijd er over...
    In 't centrum van Kalutara is een groot hindu heiligdom .. buschauffeurs, taxi's, auto's stoppen om geld te offeren in de vele gleuven in de muur.
    Het centrum heeft ook een grote groenten en fruitmarkt. We krijgen er maar niet genoeg van.
    Onze laatste volledige dag nemen we de bus naar Mt Lavinia voor onze laatste nacht. Het hotelletje is eenvoudig maar prijzig. Als ik ga slapen val ik nog door mijn bed. Geen probleem er zijn kamers en bedden genoeg.
    Mt Lavinia vinden we maar niks ... lawaaierig... een chic hotel waar de trein bijna door de tuin rijdt maar van hier geraken we gemakkelijk weg.
    De bagage is heel vlug gemaakt.. cadeautjes goed ingepakt want ze gooien nogal met de bagage op de transportbanden.
    We nemen trein tot Colombo en de bus naar de luchthaven.

    Als we thuiskomen is het bitterkoud. De kilte zit in onze knoken en het duurt een paar dagen voor onze inwendige termometer zich heeft aangepast.



     

    31-03-1994 om 00:00 geschreven door ribbe  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (2 Stemmen)
    31-01-1994
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.MALEISIE EN THAILAND januari 1994
    Naar Thaïland met Jos

    De smaak zit er in.
    Na mijn uitstap met Betty droomt ook mijn ventje van Thaïland.
    Jos, de mannelijke helft van onze goede vrienden wil hem graag vergezellen. De vrouwtjes blijven thuis.
    Wij wuiven ze vrolijk uit op Zaventem.

    Hun verhaal:

    Afscheid op de luchthaven. Germaineke een beetje onder de voet.
    Meteen goedkope vlucht en dus een paar tussenhalten via Milaan naar Rome en Bangkok met Al Italia.
    In BKK over de spoorbrug en met de trein naar 't centrum. Met andere reizigers een gedeelde taxi naar KaoSanRoad en ons een goed hotelletje gevonden.
    Een paar dagen de omliggende straten en de stad verkend. Tempels, drijvende markten, klongs, winkels.
    Met de nachttrein naar ChiangMai waar we in handen vielen van een tuktukker die vermoedelijk een beetje aan de drugs had gezeten en die ons in 't centrum naar een soort hoerenkot bracht. Toch nog vlug een heel goed GH gevonden.
    De eerste avond al naar de nightmarket en veel gezien dat ons interesseerde.
    Met een tuktuk naar DoiSuthep, veel trappen omhoog maar heel mooie tempel en we kijken onze ogen uit op de rituelen en offerandes - draaien ook eens aan de trommels enz.
    Op de ambachtenstraat zien we heel mooie dingen - houtwerk wordt gekeurd.
    's Avonds naar een folklore avond met dan en lekkere maaaltijd. Als souvenir een mooie foto meegebracht ( de enige van de hele reis en waar ze nu ligt...als ik ze terug vindt komt ze hier bij 't verslag
    Met de bus naar MaeHongSon - een GH bij een oud vrouwke - goed.
    Het stadje verkend en een uitstap naar de bergstammen.
    Van MHS naar Pai met de bus, over de bergen langs een heelmooie route.
    Als we in 't GH komen ontdekt Jos dat hij zijn papieren en geld niet bij heeft. Gelukkig nog wel zijn reispas. Vergeten in MHS.  Met dezelfde bus nog teruggereden.
    In 't GH natuurlijk niets meer te vinden...gaan aangeven op politiebureau - de politie mee naar 't GH en veel gepalaver maar geen oplossing. Jos naar huis gebeld om geld over te schrijven, contact te nemen met het reisbureau voor recuperatie tickets enz.
    Terug naar Pai en daar een paar dagen gebleven om wat te bekomen - we hadden er een goed GH en een goed eetkraampje.
    Met een minibusje naar Taton. Van hier kan men over de Kok rivier naar Chiang Rai. We reserveren voor de volgende dag.
    De boottocht is een heel avontuur: kleine bootjes, met 6 op de bodem zitten, af en toe vastvaren in 't zand en iedereen eruit om hem los te trekken. Zweten onder de loodzware hitte. In Chiang Rai over een smal plankje en we worden overspoeld door touts die ons naar hun GH willen brengen.
    Een goed GH maar de kamers slechts afgescheiden door bamboematten.
    Van hieruit een tocht met olifanten georganiseerd - onderweg aan een bamboehut was er eten voorzien - de chauffeur wacht ons op en we hebben nog een flinke wandeling bergaf tot aan een meer waar de auto op ons wachtte.
    Nog een bezoek aan de Golden Triangle. Onderweg aan de Birmese grens veranderd van bus naar ChiangMai
    Van ChM terug naar BKK met de bus.
    Terug in Bangkok naar Al Italia om de terugvlucht te regelen... een deel gepalaver maar 't kwam in orde.
    Op SilomRd regelen we ons transport naar 't zuiden met de nachtbus. We blijven op SilomRd slapen. We kopen grote zakken om al onze aankopen in kwijt te geraken
    De bus tot Surathani - hier een lange wachttijd om ons naar de boot te brengen richting Koh Samui.
    Het eiland was een beetje een tegenvaller. Er rijdt een minibusje rond het eiland die u afzet aan een GH. bevalt het niet moet ge wel wachten op zijn volgende passage. Toch een houten hutje gevonden op het strand.
    Het eiland staat vol cocospalmen. De afgerichte apen plukken de cocosnoten en gooien ze naar beneden.
    We zoeken een ander GH meer in 't centrum. We waren naar hier gekomen om uit te rusten maar dat zijn we hier vlug moe. We gaan kijken om terug te vliegen maar dat lukt niet. We zitten hier dan onze tijd maar uit.
    Ik ga nog een daguitstap doen naar speciale rotsformaties.
    Met de boot terug naar Surathani en van daar met de bus naar de luchthaven. Binnenlandse vlucht naar BKK
    Via een lange schacht van Domestic airport naar International airport.
    Met veel vertraging vertrokken. In Rome de aansluiting gemist. Veel geloop maar uiteindelijk kunnen we met Sabena naar Zaventem.... Maar hopen dat onze bagage mee is want daar hebben we geen zicht op.
    Alles OK bij de landing en de vrouwtjes heel blij ons weer te zien.


    Ons verhaal: 
    Germaine en ik bellen mekaar regelmatig. Ze zullen het ginder wel goed hebben zeker want de eerste tijd laten ze helemaal niks van zich horen.
    Het tweede telefoontje dat er door komt is niet zo'n best nieuiws. Jos is bestolen en zijn tickets, geld en papieren zijn weg. Ze waren onderweg naar Pai toen ze het ontdekten. Bus terug genomen maar weg bleef weg. Germaine hier zoveel mogelijk geregeld - naar Connections gebeld.
    In MaeHongSon hebben ze van de politie papieren gekregen - voor terugkomst zullen ze in BKK naar All Italia moeten gaan voor het ticket.
    We horen niks meer. 't Zal wel in orde zijn zeker.
    Dag van terugkomst: wij naar de luchthaven. De vlucht van Rome landt maar onze mannen zien we niet afkomen. Een beetje paniek. We gaan ons bevragen aan de balie en blijkbaar zaten de mannen er niet op. Zouden er ginderachter nog problemen geweest zijn? Niks gehoord.... Bij All Italia vertellen ze ons dat ze hun verbinding in Rome gemist hebben en met de volgende vlucht komen. We gaan maar een goei tas koffie drinken pm wat te bekomen.
    En ja, daar zijn ze dan. We kijken onze ogen uit. ze vertrokken elk met een kleine rugzak en zie ze daar staan met 2 van die grote zakken met wieltjes en ritsen om steeds groter en groter te maken...
    Ze hebben dus half Thaïland opgekocht voor hen en de familie. Mannen.................
    De enige foto die ze van hun reis mee terugbrachten is er ééntje van ChangMai waar ze een avondje uit hadden... Mooie meisjes maar waar de foto gebleven is...


    't Ventje vertrekt weer naar Maleisië en Thaïland, nu met Daniël

    De dochter volgt rijles en mijn ventje leert haar begeleider kennen. Ook iemand die graag reist maar ook nog nooit verweg was geweest. Verhalen, een bezoekje en huis en ja... 't ventje heeft het voor Thaïland en de plannen zijn vlug gemaakt. hun fotoalbum: klik
    hier

    Hun verhaal:

    Met Malaysian airlaines naar Kuala Lumpur. Met de bus van de luchthaven naar 't centrum.
    We vinden een goed GH maar met heel veel en smalle trappen. We verkennen Kuala Lumpur en gaan een kijkje nemen vanop het hoogste gebouw ter wereld - 63 verdiepingen hoog, verkennen China town. 's Avonds gaan we naar de nightmarket
    De tweede dag weet ik niet wat ik zie als in ons GH onze beste vrienden arriveren: ja de Jos en Germaine. Wij vertrekken naar de Cameron Highlands en zij naar een ander GH... die trappen hé
    Met de bus door een prachtige natuur - heel bochtige route. We nemen onze intrek in TwinPinsGH - goed met een tuintje.
    Het zijn dagen van wandelen door de jungle en theeplantages. Er was er een zeer avontuurlijke bij over boomstammen, afdalen met lianen en te ver uitlopen... gelukkig komen we op de theeplantage een Singaporees tegen met een een auto  die ons mee terug wil nemen want we hadden zeker nooit voor de nacht ons bed terug gevonden. De volgende dag neemt hij ons ook mee naar de stammen hier hoog in de bergen waar hij als ontwikkelingshelper werkt.
    Van hier naar Penang. Hier ook een GH in 't centrum. We bezoeken de stad en een paar tempels. Het is druk want 't zijn de voorbereidingen voor ThaiPussan. Overal zijn ze cocosnoten langs de openbare weg aan 't leggen die de dagen van de feesten op 't straat kapot gegooid worden en waar de boetelingen over lopen. Het kapot gooien gaat gepaard met veel lawaai en geroep.
    27/01 Het is zo ver. Eerst de drukte in de stad en aan de botanische tuin daarna met de bus naar de tempel waar de echte ThaiPusan doorgaat. We weten niet wat we zien. Een brede baan wel 2 km lang vol volk. Hoe vindingrijk mensen zijn om zich te pijnigen...met priemen door wangen en lichaam ... op de rug haken met touwen aan waaraan anderen zich laten voortslepen - omgekeerde ijzeren hoepels die in het lichaam geprikt worden versierd met bloemen en bovenop beelden . Het is een lange weg en regelmatig zijn er stopplaatsen waar geofferd wordt en gedanst en de haken/pinnen nog wat bijgetrokken. Op 't einde van de route nog 258 trappen. Onmenselijk. We zijn er niet goed van. Blij dat we het gezien hebben maar zeker niet voor herhaling vatbaar.
    Morgen gaat het naar Hat Yai in Thailand.  De mooiste herinnering aan Maleisië zijn de Cameron Highlands

    Gelukkig zijn we wakker want de nachtwaker die ons ging wekken ligt nog in diepe slaap. De minibus komt ons ophalen en 't gaat in hoog tempo richting Thaïse grens. De grensformaliteiten verliepen heel vlog.
    Het stadje zelf is druk omdat ook veel Maleiers de grens oversteken om hier goedkoop te komen inkopen.
    We gaan poolshoogte nemen voor 't vervoer naar Phetburi. Blijkbaar de treinen vol en iemand die er rondhangt brengt ons naar een reisbureau om ons een veel te duur busticket aan te smeren. Niks van. Uiteindelijk zou er nog plaats zijn op de trein 3eklasse vertrek 16u55 aankomst Phetburi 7u30 - nachttrein dus - 145 ThB met de belofte dat we op de trein mits een kleine toeslag naar 2eklas zouden kunnen verhuizen.
    Een drukke en bonte menigte met veel bagage... dozen die onder de zitbanken moesten en andere goed zichtbaar in de bagagerekken. Douaniers deden voortdurend hun ronde om te controleren op smokkelwaar. In ons rijtuig stonden 2 vrouwen op uitzicht en als er douaniers in 't zicht kwamen verhuisden de dozen naar elders. Dat spelletje heeft zo uren geduurd... we hadden dus wel iets te zien. De rit verliep verder goed maar slapen, dat was wat anders.
    Gelukkig vonden we in Pethburi om 9u30 al een hotelletje mooi gelegen aan de rivier. Na een deugddoende douche direct in slaap gevallen tot 13u.
    We bezochten een paar tempels en namen daarna de bus naar het  Kaeng Krachan NP. Onderweg moesten we overstappen op een camionette die ons aan de ingang afzette want het park is met de bus niet te bereiken.
    De 2 wachters kennen geen woord engels, ze halen er een jonge dame bij die voorstelt om ons achter op een brommertje door het park te rijden. Dieren zouden er niet te spotten zijn. Dat hoeft voor ons ook niet. We houden het voor gezien en gaan de 80km onverrichterzake terug... Liever morgen naar de River Kwai
    Phetburi is niet de ideale plaats om informatie te krijgen. De enige plaats waar men echt tourist onvriendelijk was. Ze willen ons alleen maar veel te dure tickets aansmeren.
    Uiteindelijk komen we er achter dat we de bus richting Bangkok moeten nemen tot Rathburi en daar overstappen op de gele bussen die allemaal naar Kanchanaburi rijden. De overstap daar ging heel vlot. In Kanchanaburi staan de tuktuks te wachten om hun GH aan te prijzen. Wij kiezen Sams Place aan de Kwai rivier met een enig mooie ligging. Hutten op palen 150ThB voor een dubbel met privé badkamer.
    Ge gaan op verkenning uit in de stad en naar het station voor vertrekuren trein naar NamTok. Het is hier heel druk en er lopen weinig toeristen rond. de meesten komen op uitstap vanuit BKK.
    We bezochten het kerkhof 61 000 zerkjes ... Daarna de trein 17ThB - kraken en rammelend en eindigend in een rijstveld -  en nog 1 1/2km tevoet tot aan de beroemde brug - 't is stikheet (33-35°)  en we zweten ons te pletter.
    We bezoeken het museum... nogal gruwelijk maar verder wel interessant. Als we de stoomfluit horen spoeden we ons naar buiten om de trein heel langzaam over de brug te zien rijden. Daarna zijn we er nog eens over gewandeld.. 't is opletten met de losse planken en gaten.. Daniël is niet te bewegen om transport te nemen en we wandelen nog een dik half uur terug naar ons GH. De mensen zijn hier enorm vriendelijk....
    Douchen en platte rust tot het avondeten. En vroeg naar bed want... doodmoe maar tevreden. Ontbijten met een lekkere pannekoek met banaan, rugzak pakken, geld wisselen en naar de trein richting Sai Yok
    aan de grens met Myanmar/Birma..  Twee spectaculaire plaatsen: de brug over de river Kwai en 15 km verder NamTok, de trein gaat over krakende bruggen langs de rotsen ...
    Die heeft vertraging maar na een 2u durende rit komen we in sai Yok waar we een GH vinden dat echt niet veel voorstelt en met veel muggen. We sprayen alles vol en vertrekken naar de waterval ... een dun straaltje water dat een tiental meter naar beneden sijpelt - Daniël kan maar niet begrijpen dat dit "de" beschreven waterval is.... ja, ze zijn niet overal zo spectaculair lijk in Europa hé. De omgeving is mooi maar om verder naar het NP te trekken??
    We vertrekken via Kanchanaburi en Supanburi (1 km tussen de busstations)  naar Ayuttia. Een dagske rijden dus... Onderweg eten we gebakken banaan maar dat valt niet echt mee.
    Een tuktuk brengt ons naar PhaeLongGH heel mooi gelegen aan de rivier uitgebaat door een zeer vriendelijke Thaïse familie. Een heel mooie kamer met een typische badkamer buiten. We reserveren voor morgen een tuktuk om ons gedurende een 3tal uren door de site te rijden. Het blijft heet ...35° en we puffen...
    We bezochten de site maar voor de namen van tempels, wats enz. verwijs ik liefst naar een reisgids...zoveel... zoveel moeilijke namen.
    Onze tuktukker wil met ons naar 't GH rijden om onze bagage op te halen en ons naar 't busstation te brengen voor diezelfde 100ThB.
    Met de trein zou ook gaan maar die vertrekt slechts om 17u en 2u rijden wil zeggen dat we in 't donker gaan aankomen en dan nog een GH gaan zoekn is niet zo ideaal.
    De bus naar Sanaburi - even heibel want onze tuktukker wil plots 400ThB - niks van, afspraak is afspraak, direct een menigte rond ons maar de buschauffeur die wat engels spreekt neemt het voor ons op ... In Sanaburi even een gebakken banaan eten en..deze keer wel lekker. We moeten ons haasten voor de aansluiting naar Pak Chong.
    Na even een paar man van ons te hebben afgeschud zien we iemand die kaartjes heeft van Jungle adventure met GH. Het zijn duitsers die het uitbaten en de tochten in de jungle organiseren. Ze hebben geen kamer vrij maar we behelpen ons met "paljas par terre" in het bureau met de stellige belofte dat we morgen een kamer hebben. We reserveren de safari van 1 1/2dag.
    Patchong is één lange straat met eetstalletjes. De banken zijn gesloten, we kunnen niet naar huis bellen.. We slapen lijk marmotten op onze matrasjes op de grond...
    Deze voormiddag nog wat door 't stadje gewandeld en om 15u vertrek naar Khao Yai N.P met 30man.
    De tocht door de grotten waren voor mij geen lachertje... er waren niet voldoende pillampen .. slechts 5 ..we zochten ons een weg over stenen en gruis, omhoog en omlaag, op de knieen door smalle openingen en op de rug onder de stalagmieten doorschuiven. Het tempo lag voor ons te hoog - de rest van de groep 20-30 jarigen -  Onderweg moesten de lichten uit, luguber ...plots kreten want een hele zwerm vleermuizen vloog ons om de oren. Het was me wat. Na 1 1/2u komen we bezweet en moe buiten, de camionette in om 30km verder aan een steile klim te beginnen. Na een kwartier hield ik het voor bekeken en besloot terug naar beneden te schuiven. (Volgens Daniel een verstandige beslissing want 't was een moeilijke klim). Toen ik een paar minuten beneden was dacht ik een trein te horen maar het waren duizenden en duizenden vleermuizen die de kloven en holen verlieten voor de nacht. Een machtig schouwspel. Terug in 't GH, douchen, eten en slapen. We worden verwittigd dat we om 5u zullen vertrekken ipv 10u het zal dus een lange dag worden.
    Om 6u vertrokken en om 7u30 al een stuk in 't park. Overal kleine apen, makaken. Om 8u start onze 4u durende trekking door regenwoud. Een hele belevenis.. na een kwartier stonden we al voor een rivier waarover een boomstam om over te steken en er hingen ook lianene ... de eerste bereikt al slingerend de overkant, voor het mijn toer is liggen er al een deel jonge gasten in 't water. 'k Zal dus geen belachelijk figuur slaan als ik er ook induik...een flinke aanloop, zwiep en ik land in 't struikgewas aan de overkant. We kropen over boomstammen, gleden over mos. .. gelukkig had ik een goede dag want met 60 zo'n avontuur!!! We zagen nog gibbons, hoorden de geluiden van de jungle .. een kleine uil maakt precies morse geluiden... Berg op, berg af, veel zweten en uiteindelijk staan we op het uitkijkpunt. Onvergetelijk mooi. Middag ... met de truck naar het hoogste punt en daarna weer naar beneden klauteren of..springen want de rotsblokken  liggen ver van mekaar. Plots staan we op een klein plateau achterons de berg en jungle voor ons een grote diepte.  Een mooie picknick plek - rijst, eieren en pijpajuin.mmm
    Er zijn nog 3 watervzallen te bezichtigen wel stappen over moeilijke wegen. Ik ga met de truck mee tot aan de laatste waterval, kan hier rusten met een drankje tot de anderen aankomen en we nog een stukske eten.
    't Wordt donker en de trucks vertrekken met grote flashlampen aangestoken richting olifantenstek..We zagen veel reeachtigen maar.. geen olifanten.
    Het was een lange dag en jong en oud (ik) waren moe maar zeer tevreden. Ik sliep voor ik goed in bed lag.
    Vandaag trein naar Khorat, trein naar Udon Thani, bus naar NongKai aan de Mekong. GH, mooi aan de rivier met zicht op Laos. Het eten in het nabij gelegen restaurant niet te eten....hothothot en duur.
    Aangenaam stadje maar nogal prijzig, weinig eetstalletjes. Er zijn verschillende boottrips te doen maar te duur voor een uurtje. De tocht naar ChiangMai naargelang de waterstand maar 4000ThB - niet voor ons dus
    Met een gammele bus naar ChiangRai - het traject is niet bijzonder mooi. Vandaar naar PokChang met de bus langs de Mekong - heel mooie rit. Het is soms zo steil dat de bus het in 1° met moeite kan halen.
    PokChang is niet veel soeps en we besluiten de bus verder naar Loei te nemen.
    Loei is een broeierige en vuile stad. Ook de GH's naargelang. We vinden toch een goede kamer. De bazin spreekt frans. ze vertelt ons dat het het katoenfestival is. Een echte kermis. Veel attracties, kraampjes, eten, optreden van groepen, dans en muziek en hier voor de eerste keer Thai kickboxen gezien. Brutale sport waar alles toegelaten is met vuisten en benen.
    's Anderendaags nog wat gaan wandelen en markten. We pakken onze bagage en gaan naar het busstation. De bus moest vertrekken om 10u30 ...om 3u nog geen bus en van armoe terug naar 't zelfde GH gegaan. De bazin vertelde ons over de bergvolkeren in LomSak.
    De volgende dag met de bus naar LomSak. Onderweg stoppen we aan een dorp op palen..deze bergbewoners war ze over gesproken had. Het is nog vroeg en we besluiten hier niet verder tijd door te brengen en nemen de expresbus naar Tak. De bus begint onmiddellijk aan klim langs een mooie route en dan weer de diepte in naar Pitsanoluk. Even halt en verder naar Sukothai....een mooie stad. daarna door de rijstvelden naar Tak. Gewone bussen rijden niet meer verder en we moeten met een minibusje naar MaeSot. De chauffeur was zo vriendelijk ons naar het MaeSot GH te brengen maar: volzet. Na wat heen en weer gepraat brengt hij ons naar GH4 ook daar geen kamers maar wel plaats op de slaapzaal. Buiten ons nog 1 andere gast. We sleuren alle matrasjes (ongev.3cm dik) bijeen zodat we toch een deftige onderlaag krijgen.
    We rijden met een tuktuk naar de rivier de Moei. We konden onze ogen niet geloven wat hier te zien is... alles wordt de rivier overgesmokkeld naar Birma... grote pakken worden op de schouder de rivier over gedragen... een drukte van jewelste. De GHuitbater verwittigd ons zelf niet over te steken wegens gevaarlijk... er wordt geschoten en de Karen worden uitgemoord. Die nacht horen we ook geweerschoten. We zullen maar wegblijven uit Birma.
    Met Songthaew naar TaSonYang in het gezelschap van 3 vrouwen..afgeladen vol met marktwaren en dieren. De eerste 50km niks te zien daarna weer bergachtig en mooi. In het dorp was er geen songthaw meer naar MaeHongSon... de volgende gaat morgenvroeg. In het GH laten we voor een paar BF onze was doen... Ze vertellen dat we gewoon aan de stopplaats moeten wachten en er wel iemand langs komt. Een lege songthaw laadt ons op voor een geweldige rit met duizenden bochten, berg op en berg af in een ferm tempo richting Chiang Mai. Aan een GH kort bij de hoofdbaan zet hij ons af.  Rustig, goed bed en geslapen....We zitten op de baan ChiangMai -MaeHongSon.
    De GHkeeper iw een vlaggenfanaat.. de Belgische ontbreekt nog...hij vraag ons die op te sturen en bij hem gratis te komen overnachten. Hij voert ons ook gratis naar het volgende busstation.
    Over de bergen, heel mooi kwamen we in MaeHongSon; GH Jean is van mindere kwaliteit, dunne matras.
    Daniel gaat naar de longnecks ik ben aan wat rust toe en ik had ze al gezien met Jos.
    Ik slenter naar de markt met zijn vele kraampjes en de Birmezen die hier hun zaakjes komen verkopen. Ik wil wachten tot ChiangMai om cadeautjes te kopen zodat ik niet te veel moet sleuren. Aan de vijver is het zalig rustig en er is ook nog een mooie tempel op een heuvel met een uitzicht over 't stadje en de omliggende bergen. De boottocht op de Pai rivier is nogal gepeperd. En ik deed reeds met Jos een boottocht op de Pai...
    We gaan wel nog de tocht doen naar de Lisu. We vertrekken met een bont gezelschap naar de LodgeCave waar enorme vissen in de holen huizen en dan door de jungle. Het is slechts een spoor en we worden door mekaar gehusseld. Als 't spoor stopt pakt de gids een mat uit de auto en tovert er een lekkere lunch op. Daarna gaan we tevoet verder. Aan een open veld houden we halt... een papaverveld... we moeten osn wel wat in de luwte houden want helicopters vliegen over, volgens de gids staatscontrole. Hij geeft  ons uitleg over de verschillende soorten, teelt en 't plukken. We rijden terug tot op de verharde weg om een half uurtje later weer de bush in te duiken tot bij een afgelegen dorp van de lisu stam. Er hangt een varken boven 't vuur te roosteren. Daar verneemt hij dat er een paar dorpen verder feesten zijn met dans en lekker eten om 't nieuwe jaar te vieren. Wij dus nog eens 2u hossen in de truck over iets dat op een spoor lijkt. Het dorp ligt tegen de heuvel aan en er lopen massa's varkens rond. In 't dorp worden we hartelijk welkom geheten door deleraar die ook wat engels praat. Hijzelf wat niet van hier waar gaf hier les. Al de mensen zijn in prachtige klederdracht.De dorpsoverste nodigde ons uit om mee te dansen en...we deden mee - de muzikant speelt op een bamboe instrument met verschillende pijpen - iedereen danst mee in een grote kring. Prachtig. We worden uitgenodigd om mee te eten van de geroosterde buffel, in een grote pot stond een soort soep te pruttelen met grote stukken vlees in en daarnaast grote potten gestoomde rijst. Het was heel lekker. We worden uitgenodigd om te blijven en zouden in 't schoolgebouw mogen overnachten maar... de gids heeft morgen weer een andere groep en de meisjes moeten de bus van 22u halen naar ChiangMai. Het wordt dus een wilde rit om tijdig terug in MHS te zijn. We zagen er niet uit, helemaal onder 't bruine stof maar wel een onvergetelijk dag, kostprijs 350ThB en een paar blauwe plekken
    Vandaag nemen we de bus naar Pai, een 4u durende route bekend om zijn mooie natuur, zijn vele bochten en het weeë maaggevoel. Ja, de kotszakskes deden weeral dienst gelukkig voor geen van ons beiden.
     Pai is op een jaar tijd fel verandert. Er lopen veel toeristen rond. Wel 10 bureaukes waar men kan inschrijven voor trekkings. Vorig jaar was hier van trekking nog zo goed als geen sprake.
    Met de bus naar ChiangMai. De chauffeur doet rustig aan. Onderweg stappen een deel reizigers af om naar Taton te gaan en vandaar met bootjes over de Kok rivier naar ChiangRai (deed ik vorig jaar)
    In ChiangMai een ruime kamer met al wat we nodig hebben. 's Avonds nog een bezoek aan de nightmarket en tegen 1u30 uiteindelijk in ons bed.
    De voormiddag de stad gaan verkennen en daarna platte rust want 't is weer verschrikkelijk heet. 's Avonds langs het post office om naar huis te bellen en daarna nog eens naar de nightmarket.
    Vandaag uitstap naar het olifantenkamp met wassen van de olifanten, ze aan 't werk zien en een showke - daarna een rit op de rug van mijn lievelingsbeestjes. Daarna de butterfly farm: mooi en de slangenfarm: interessant maar stinkend. De lunch daarna was lekker maar met de viese geur nog in onze neus... Nog een bezoek aan de ambachten in een omliggend dorp, zilver, hout, leder, paraplukes, edelstenen enz.  en daarna met onze tuktuk terug naar de ChiangMai Inn. Een frisse douche en voor de laatste maal naar de nightmarket. Ik doe er mijn aankopen voor de thuisblijvers en een paar zijden hemden voor mij ... het bieden valt goed mee...
    Met tuktuk naar busstation en de bus naar Lampang. Wel even moeten zoeken voor een goede slaapplaats. Uiteindelijk vinden we het in 9Mituna Hotel naar onze zin. De stad zelf is niet veel bijzonders. De gebruikelijke stalletjes. De paarden dragen er met vloemen versierde hoedjes...De bezienswaardigheden liggen kms buiten 't centrum en we hebben al zoveel gezien dat het nu niet echt meer hoeft. Na 't avondeten kopen we ons busticket voor de volgende dag.
    De rit naar Bangkok heeft niets bijzonders - de aircon draait op volle toeren, het eten dat we krijgen is veel te spicy en krijgen we niet binnen. Bij een tussenstop kopen we kippenbillen en laten ons die goed smaken.
    Het busstation ligt 11 km buiten BKK . Een taxi brengt ons naar de KaoSanroad naar 't GH waar ik vorige keer verbleef. de prijs is gestegen en de kwaliteit gedaald.. morgen gaan we op zoek naar een ander onderkomen.
    Daniel wil morgen naar de WE markt wandelen, 10 km ... mij niet gezien in deze hitte en de uitlaatgassen.
    Na 't ontbijt naar de Wat Phra Kaeo. Druk, heet en lange rijen om aan te schuiven. We gaan dan maar naar China town. Hongerig van 't rondlopen eten we aan een stalletje uit de wok scheuten met ei en groenten.
    Al wandelend komen we aan de ChaoPraya rivier. Er liggen bootjes waarmme men naar de klongs kan, langs de koninklijke boten enz. Met een beetje onderhandelen kon ik de prijs drukken. Het werd een tochtje van een paar uur, door smalle klongs waar de mensen bijna op de rivier leven, we bewonderden de prachtige boten en stopten even aan de snake farm.
    Zware dag, douchen en eten. Daniel wil nog naar Silom Rd maar voor mij is de rek er uit. Mijn buik rommelt, ik blijf op KaoSanrd wat rondhangen, niet te ver van WC's. Als ik het tempo van Daniel blijf volgen lig ik straks plat en dat is niet de bedoeling.
    38° broeierig heet. Daniel is na 't ontbijt weer op verkenning door BKK  - 4 à 5u stappen in deze hitte haal ik niet. Ik laat me in de namiddag naar een Elephant Theme parc rijden en daarna naar een krokodillenfarm (wat uiteindelijk toch mee viel)
    Vandaag staat de Rose Garden op 't programma maar dat gaat niet door want de minibus is kapot. Een trip voor morgen geboekt. Om tempels te bezoeken is het veel te warm. Tegen de avond gaan we naar Silom Rd ( 1 1/2u door uitlaatgassen maar Daniel gaat tevoet) en ik vul mijn voorrad geschenkjes nog wat aan. voor de terugweg nemen we toch een tuktuk.
    Ze komen ons wekken voor de trip naar de drijvende markten en Rose Garden. Daniel was gisteravond al niet goed maar is nu ziek, koorts en kan niet eten. Hij bleef de ganse dag in bed.
    Een beetje gescharrel bij de minibiusjes. Ikke achteraan en trok me niks aan van terug uitstappen enzo plots Indisch doof...We voeren langs mooie kanalen, door een prachtige natuur. Op de drijvende markt was het druk - veel bootjes met waren en veel toeristen. Een prettig gestoorde menigte. Na de middag naar de show ... mooie omgeving, mooie optredens.
    Heb de ganse dag aan Daniël moeten denken. Terug in 't GH is hij wel op maar voelt zich nog goed ziek... teveel in de hitte gelopen en al die aircon winkels in en uit...veel te grote temperatuurverschillen weet hij nu ook. Hopelijk gaat het morgen beter. Na 't avondeten nog even naar 't vrouwke telefoneren. Thuis alles goed maar bitterkoud. Oei, hoe ga ik dat verwerken...hier weken heet en zweten... 
    Vandaag tempelbezoeken. Daniel nog steeds ziek. Ik had ze wel al gezien maar 't is steeds de moeite waard en.. de trip was gereserveerd (eigenlijk voor Daniel)  en 't is de laatste dag en die wil ik toch ook nog wat aangenaam doorbrengen. Het gezelschap viel mee....
    Gelukkig is Daniet toch wat beter als we naar huis moeten vertrekken.... 't was goed - veel verschillende ervaringen - ook nogal veel op bussen gezeten maar het local transport is al een belevenis op zich
    't Wordt tijd dat ik mijn vrouwke en kinderen in de armen kan sluiten

    mijn verhaal:
    Ik heb ze de les opgedaan. Bellen aub....en af en toe doen ze het of sturen ze een fax.
    Geen commoties deze keer. Wel blij dat ik mijn ventje weer thuis had en...
    hoe goed het gezelschap ook, volgende keer weer liefst samen.

    31-01-1994 om 00:00 geschreven door ribbe  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-10-1993
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.INDONESIE - fotoalbums
    .                        Indonesië    -    najaar 1993

    Klik op kaarten  voor vergroting
    .
    .





     
     




       
               Sumatra

      Vlucht van Jakarta in echt 
      noodweer; landen op Medan
      in de pikkedonker wegens
      electriciteitspanne;
      koeien op de landingsbaan
      aan adrenaline geen tekort.


    diavoorstelling Sumatra


    .  
                    Sulawezi

    Het oude Celebes
    Door de botsing van de continenten
    heeft het eiland
    een heel opvallende vorm
    Wij gingen vooral voor de
    kleurrijke Torajacultuur en de
    prachtige koraalriffen
    diavoorstelling  Sulawezi


    .

    Kalimantan

    en de Mahakam river

          Voor kaart klik op
         
    Mahakam River

    diavoorstelling Kalimantan Noord

    Van Palu op Sulawezi vlogen we eerste klas (dankzij overboekingen) naar Balikpapan, Noord Kalimantan (het vroegere Borneo) Met public taxi rijden we naar Samarinda.
    Over de  Mahakam river hoorden we vele verhalen en het leven op en langs de rivier intrigeerde ons

     



    Zuid Kalimantan

    Banjarmarsin
    en de diamantmijnen

    diavoorstelling Kalimantan zuid

    In onze overmoed beslistten we de bus te nemen van Samarinda naar Balikpapan en van daar Banjarmarsin in hethet zuiden. We kwamen dus meer dan geradbraakt in Samarinda aan. Samarinda is een stad tussen water. De streek is gekend voor zijn diamantmijnen en de langneusapen.


                            Biak

         Witte zandstranden, helder zeewater en
          paradijsvogels
          Kalksteengrotten hoeksteen van het
          Japanse  verdedigingssysteem
          Heel vriendelijke mensen, de meeste van 
          austronesische afkomst
          Zo goed als geen toeristen.
    diavoorstelling: Biak.


    Irian Jaya
              nu weer Papua

    Nieuw-Guinea is na Groenland
    het grootste eiland ter wereld.

    diavoorstelling: Wamena en Baliëmvallei

    Irian Jaya neemt de westelijke helft van het eiland in.
    Vooral ongetemd, met afwijkende ecologische zones en nog veel ongekend gebied.

    Onlangs nog werden vele ongekende dieren en planten ontdekt.
    Land ook van de Dani en de Baliëmvallei


    .                         Bali
         
         
    Het eiland dat er in slaagt
          niettegenstaande veel toerisme
          en buitenlandse invloeden
          zijn eigenheid te bewaren.
     
    diavoorstelling: Bali


    Het verhaal    zonder Sumatra en Bali - dat volgt nog

    31-10-1993 om 00:00 geschreven door ribbe  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (3 Stemmen)
    30-10-1993
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Indonesië 1993 - het verhaal.

    Klik op kaarten  voor vergroting

    Indonesië


    De kinderen zijn nog te jong om alleen thuis te blijven maar willen ook niet mee naar verre bestemmingen.
    We maken een keuzen. 't Ventje blijft thuis en ik zoek mij een reisgezelschap.
    Via berichtjes kunnen we een groepje van 6 samenstellen om zo gemakkelijk prové vervoer te kunnen charteren.
    Later bleek het niet zo'n beste formule te zijn.
    We hadden mekaar een paar maal ontmoet en samen een programma opgesteld.
    We reserveerden vluchten bij Garuda. Vele binnenlandse vluchten vroegen om een goedeplanning maar vooral om het betaalbaar te houden. Vlaamse en Nederlandse reisagentschappen gecontacteerd ..de ene had fligthcoupons, de andere toeristentickets aan 50% (beperkt aantal) Ik maakte een combinatie van beide en na serieus aandringen lukte het Connections om het bij Garuda toch gedaan te krijgen.
    Bij het vertrek in Zaventem had het vliegtuig lekke band - nieuwe moest van Schiphol overgevlogen worden....vliegtuigen hebben geen reservewiel aan boord, kunnen ook moeilijk onderweg even halt houden als hij gekapt is bij 't opstijgen....
    Heel nipt de vlucht gehaald...


    Sumatra

    Van Jakarta vliegen we naar Medan op Sumatra door een pracht van een onweer. Midden in de nacht maar de lucht is helder van de bliksemschichten. Ik nijp ze... 't kan eens teveel worden hé. We landen op een luchthaven waar alle lichten zijn uitgevallen (hoe zou 't zijn met de apparatuur van de verkeerstoren?)
    We charteren een busje en de chauffeur haalt de eigenaar van een GH uit zijn bed om voor ons de deuren te open.
    Medan, een grote stad, met de allures van een provinciestadje - we laten ons rondrijden met fietsriksjas en bekijken Moskee, markt, Maimmon palace, de oude plantagehuizen, china town enz.
    Met de bus noordwaarts naar Bukit Lawang, Gunung Leuser NP en de rang-oetans heropvoedingsschool.
    Mooi dorp aan een wilde rivier, mooi GH en een fijn sfeertje. Met een wankel bootje en na een ferme klim op zoek naar de apen.
    We hebben een heel fijne tijd hier.
    We charteren weer een busje naar Berastagi. in het land van de Karo. Omringd door vulkanen. Onze eerste verkenning brengt ons van fruitmarkt naar groentenmarkt en bloemenweelde. Fruit in alle soorten en veel die we niet kennen ... het is dus proeven geblazen..sommige vinden we heerlijk maar andere walgelijk...
    We bezoeken een paar omliggende dorpen, verwonderen ons hoe verschillende families in zo één grote open ruimte kunnen samenleven (rumah adat noemen ze zo'n woonst)... We leren gestoomde rijst eten uit bamboekokers... Onze zintuigen staan op scherp en krijgen heel wat te verwerken. De botanische tuin echter is gesloten...waarom? geen mens die 't kan vertellen.
    Er is een bruiloft in de buurt en we kunnen er naartoe. We worden wel geacht een geschenk mee te nemen. In de winkel helpen ze ons bij onze keuze.
    Er is veel volk en de verschillende groepen bieden hun geschenken aan alzingend en dansend. Het is niet altijd gemakkelijk om te volgen wat er gaande is - mensen lopen aan en af. Voedsel wordt binnengebracht: dampende potten met rijst en sauzen en vlees. Ieder krijgt een bors. Ik heb een oogske geworpen op de ketels en...niks voor mij, schep me gewoon een beetje plain rice op. De buurvrouw stoot me aan als ik klaar ben en vraagt om mijn bord goed vol te laden - ze schudt het dan in een plastiek zak om mee huiswaarts te nemen. Als we het bruidspaar zien om onze geschenken af te gaan verwonderen we ons over de leeftijd.. ze wonen dus blijkbaar al vele jaren samen, hebben kinderen en kleinkinderen maar nu pas voldoende centen om een degelijk trouwfeest te geven voor de familie, zelfs voor diegenen die overseas wonen.
    Van Berastagi naar Prapat door Batakgebied.  Even een kijkje nemen bij de Sipisopiso waterval en we rijden langs het toba meer gevormd door vulkaanuirbarstingen.
    Het Simulangun paleis is prachtig - de huizen hier zijn speciaal met aanbouwen met spitse daken. Als de dochter trouwt wordt een stuk bij aangebouwd ... één van de weinige echt matriarchale samenlevingen.
    Prapat: betalen om 't stadje binnen te mogen... we landen midden op de markt. Charteren een ferry naar Tuktuk op het eiland Samosir en nestelen ons in een mooi GH aan 't meer met een duizend* uitzicht. We bezoeken er het Batak museum, oude graven maar vooral genieten we er van de rust en de mooie natuur.
    We spenderen en paar dagen en stappen dan weer op de bus. Even een kijkje onderweg in het Balige museum, een stop aan de evenaar en 's morgens arriveren we in Bukittingi (hoge heuvel) in het land van de Minangkabau.
    Na wat zoeken hebben we een overnachtingsplekske gevonden. We trekken op verkenning. De stad is ontstaan rond het Fort Dekock van de Nederlanders en vanop de toren een uitzicht over de mooie omgeving- als herkenningspunt staat in ' centrum een grote kloktoren. In de grote overdekte markt vergapen we ons aan het aanbod, rond de markt veel souvenierwinkeltjes.
    We organiseren voor de volgende dag een rondrit naar het karbouwengat, stoppen aan rijstvelden en watervallen, gaan even kijken naar een bullfight waarrond de massa staat aan te moedigen...
    Voor mezelf heb ik een dagske jungle gearrangeerd met een gids.... van Bukittingi naar het Minanjaumeer....
    Het is een aardig eindje stappen onder een hoog en dicht bladerdak, donker en vochtig waar de dierengeluiden veel laten vermoeden en we slechts verschillende soorten apen, vogels, insecten kunnen spotten. Veel parasietplanten met mooie bloemen. Midden in de jungle is een GH met een vriendelijke uitbater  .. wie kort bij de natuur wil leven komt hiuer aan zijn trekken.... water uit de rivier, douche onder de waterval - geen electriciteit, eten wat de tuin opleverde... Van hier naar de bewoonde wereld nog een paar uur stappen.
    Het minanjaumeer is gewoon heerlijk. Voor wie er wil verblijven: voldoende accommodatie en weinig buitenlanders. Met de bus terug naar Bukittingi.
    Met taxi naar de luchthaven in Padang vanwaar we een vlucht hebben naar Ujung Padang in Sulawezi met tussenstop in Jakarta.
    Simatra: één brok natuur en cultuur - aangenaam om te verblijven


    Sulawezi

    Van de luchthaven met minitaxi naar de busstand aan de stadsrand van Ujung Padang (Makasar) Hier weer een busje gecharterd. We hadden een paar goede adresjes en een bed voor de nacht was dus vlug gevonden.
    We zitten op de strandboulevard en 's avonds is het er feest met de vele karretjes met versnaperingen en hun kleurrijke lichtjes. We reppen ons naar het bekende visrestaurant. Gezellig iw at anders, een heel grote zaal met witte plastieken tafels en stoelen maar...wat er op 't bord komt is overheerlijk en overvloedig. En de ijsjes achteraf echt voor lekkerbekken. Goed dus voor een dagelijks bezoek.
    De havenwerf is bekend voor zijn Buginese schoeners... gemaakt zonder nagels...prachtige boten. We rijden met een fietstaxi door de achterafstraatjes, kijken onze ogen ogen en belanden in een drukke haven. Havenarbeiders laveren over een balk om de zware lasten aan boord te brengen. Doet mij aan de Marco Polo verhalen denken.
    In Kampung Belang (nederlandse nederzetting) vinden we Fort Rotterdam - heel imposant en 't was 't bezoekske waard. Ik vind het een aangename stad om in rond te lopen. Nog even langs een orchideeenfarm en een juwelenwinkel want ze maken hier prachtdingen in filigraan.
    We kiezen terug voor een gecharterde auto om ons naar 't noorden naar het land van de Toraja te brengen zo kunnen we onderweg stoppen waar we willen.
    Aan de ene kant de zee en kleine lagunes aan de ander kant een majestueus gebergte. ParePare een haven, een bouwwerf  van bagu en prahu boten. In zee staan wankele houten torens waar de visser op kruipt om zijn netten binnen te halen... De stad op zich bezoeken we niet want we willen verder.
    We rijden Torajaland binnen onder een grote boogpoort. Hier en daar kleine dorpjes en vele piepkleine barakjes/winkeltjes met de hoogst nodige zaken en zonder veel klienteel. De frisdrank staat er buiten zowat te koken. Van koelkasten geen sprake want electriciteit is er slechts af en toe een paar uur.
    Kleurrijk landschap met granieten rotsen, blauwe luchten, zon die weerkaatst in 't water van de rijstterassen...verroeste daken en grote en weelderige bloemen.
    In Rantepao een goed GH gevonden, wel een stapke van 't centrum.
    Een gids zoeken die u niet bedot is een opgave... loven en bieden en wachten. Ondertussen verkennen we het dorp langs alle kanten en proberen een paar restaurantjes.
    We gaan tevoet naar de markt waar vooral héél veel varkens, mooie buffels en prularia te koop worden aangeboden. Varkens met vastgebonden poten en een stok tussen worden tevoet, met de fiets, in een riksja of met het openbaar vervoer aangebracht.
    Markt dag is ook een goede kans om de kleine dorpen uit de omgeving te bezoeken want transport in overvloed...210 man in een busje samen met kippen en varkens ...maar we geraken er. Een bezoek aan een oud traditioneel dorp is de moeite waard - rijen huizen indezelfde mooie stijl met aan de voordeur de orens van de geslachtte buffels als teken van rijkdom. Bomen hangen vol vliegende honden die opvliegen als we een steentje gooien (sorry beestjes maar we wilden het ook eens zien)
    De toraja begraven hun doden in rotsopening in de berg. ze maken er een balustrade waar poppen op staan die de overledene afbeelden en die waken over de vallei.
    Baby's werden in uitgeholde bomen begraven met de voeten naar boven zodat ze mee zouden kunnen groeien... Rond de begraafplaatsen vliegen roofvogels en beenderen liggen alom gestrooid.
    Wij gaan met een busje terug anderen willen tevoet ...lopen hopeloos verloren en waren gelukkig toch iemand te ontmoeten nabij een theeplantage die hen op de goede weg kon helpen...
    Nog een paar prachtige wandelingen gedaan in de omgeving. We stellen ons vertrek een dagske uit want we kunnen naar een begrafenis... Die duren hier dagenlang... een houten dorp wordt opgezet voor de gelegenheid - de overledene ligt in een aparte kamer en groepen met familie en bekenden komen langs en allen brengen ze giften mee, van varkens tot buffels die terplaatse geslacht worden om de bezoekers te voorzien van overvloedig eten. Alle giften worden minutieus in een boek genoteerd zodat er rekening mee kan gehouden worden met de waarde op 't ogenblik dat u een bruids- of afscheidsmaal geeft. Het is een mix van oude en katholieke gebruiken... Goed om eens te zien maar de drukte, het lawaai en de geuren van het  slachtafval temperen mijn inlevingsvermogen...teveel komt op me af... Ik heb het gezien maar kon er mij echt niet inleven.
    Verder noordwaarts. Pendolo aan het Posomeer. Een klein stadje aan het mooie meer maar verder niet veel te beleven - zelfs een fris drankje is ons niet gegund dus doen we het maar met thee. 't Is namiddag en dan zijn er grote golven op het meer, te gevaarlijk om met een bootje over te steken dus moeten we verder langs de baan naar Tentena. Er ligt een asfalt sinds 2 jaar maar de baan is al in een abominabel toestand door slidings en wegspoelingen.
    Tentena: een mooi hotelletje aan het meer. Van hieruit ook tochten te boeken naar de omliggende Nationale parken, watervallen en grotten.
    De sfeer in 't groepke is niet meer dat wat het geweest is. Een deel willen vooruit naar Bali om de rest van de zon te gaan genieten op 't strand. Van hier uitstappen te doen wordt niet meer gesproken.
    We rijden naar Palu en regelen er de vlucht naar Balikpapan. Vinden een adres van een snorkelparadijsje en verkassen. Een GH zonder tralala - geen electriciteit... bamboe verblijven op palen ... een open restaurant boven 't strand ..bananen a voloné en..... een wondere onderwater wereld op een paar meter van de shoreline. Alleen, de sfeer is wat verziekt  domme domme domme toch..
    We beslissen de rest van de trip verder met 3 af te werken...
    Er liggen zelfs pedalo's op het meer....

    Kalimantan ( vroeger Borneo) :Noord
    De Mahakam rivier


    Mahakam River
    Van Palu op Sulawezi vlogen we eerste klas (dankzij overboekingen) naar Balikpapan, Noord Kalimantan (het vroegere Borneo) Met public taxi rijden we naar Samarinda.
    Het is avond als we aan de taxistand aankomen en we ons naar het centrum laten voeren. De zoektocht naar overnachting verloopt niet zoals we verwacht hadden. Eerste hotel: full, tweede: full, derde full... holala hier klopt iets niet. Nergens zien we volk in de lobby's. Het is weekdag dus al het werkvolk voor de houtkap is in 't binnenland. Vermoedelijk zitten we hier met een ons bekend probleem. De bediende achter de balie moet aangifte doen op het politiekantoor als er vreemdelingen overnachten en zegt voor 't gemak maar dat het hotel vol zit. Niet met ons dus. We installeren ons in de zetels en gesticuleren en praten hard om wat indruk te maken. Ik richt me terug tot de balie... ja, als alle hotels vol zitten kunnen we niet anders dan in de lobby slapen tot morgenvroeg of hij moet het politiebureel bellen om te vragen waar we kunnen overnachten. Ik zie zijn stoppen doorslaan. Hoor hem denken "wat moet ik met dat vrouwmens" Er volgt een druk telefoongesprek en ja... er zijn nog een paar kamers vrij die wel al gereserveerd zijn ... Uiteindelijk slapen we 3 nachten in de "gereserveerde" mooie kamers.
    En voor 't eerst op deze reis is er ook enkel en alleen maar rijst, wel in alle variaties, voor ontbijt gelukkig met heel veel vers fruit en lekkere pudding als toetje.. Het belooft voor als we de rivier op gaan.

    We vinden vrij vlug een gids om ons up river te begeleiden naar het woongebied van de Dayak. Van hieruit kan men met openbaar vervoer=riviertaxi het binnenland in maar we kiezen voor een privé optie - we moeten het nog overleven ook hé. Gaan met de gids naar de markt om proviand in te slaan om zeker nog wat anders mee te nemen dan COLA. We doen vooral onze voorraad fruit in om onderweg onder de rijst te mengen en water (lauw water nog altijd beter dan lauwe cola.
    Met de bus rijden we naar Tengarong. Wat ons het meest opvalt is de slechte aardeweg en de houtkap. Hele flanken leeggeroofd. Hier en daar is gestart met heraanplanting.
    Terwijl onze gids op zoek gaat om een bootje te charteren bezoeken wij het Mulawarman museum in het prachtige paleis met uitzicht op de rivier. 't Was vroeger een houten paleis dat afbrandde en de Nederlanders bouwden een nieuwe behuizing voor de sultan, niet in de traditionele stijl maar wel rijkelijk, de man waardig.
    Ons bootje: lang, smal, een plankske om op te zitten en ééntje om de rug te steunen en heel belangrijk: een luifel tegen de brandende zon.
    We vergapen ons op het leven aan de rivier - winkeltjes, drijvende markten - maken kennis met de sanitaire instellingen die op 't water drijven en het uiterste van ons evenwicht vergen... vogels van piepklein tot uit de kluiten gewassen met de mooiste kleuren, we gluren naar apen en de apen naar ons...
    In Kota Bangun houden we even halt. Het is wel klauteren om via de smalle houten plankjes en de steile helling aan land te geraken.
    We komen in een vlak afwateringsgebied van de rivier met vele ondiepe meren. Regelmatig moet het roer uit het water want het oppervlak zit dicht van de waterplanten. Op droge staken zitten honderden mooie ijsvogels. Soms varen we door dichte begroeiing en 'k vraag me af hoe ge in deze wildernis de weg kunt vinden....(stond zelfs een wegwijzer midden in nowhere)
    's Namiddags houden we halt in Muara Muntai. Het is een moerassig gebied en het dorp heeft houten plankieren op stelten als wegen. Voor 't moment staat het redelijk droog en daarvoor zijn we dankbaar...misschien minder muggen. Onze gids brengt ons naar zijn broer, het schoolhoofd, zij zullen vandaag ons gastgezin zijn. In 't midden van de huiskamer hangt, in een opgeknoopte doek, de jongste telg: een paar weken oud. Het is er netjes, de mensen vriendelijk - alles OK dus. De leraar spreekt engels en vertelt honderduit over zijn dorp, de mensen en gewoonten.
    We gaan op verkenning, iets eten en drinken onderweg tot de iman zijn volk oproept tot gebed. Op een paar minuten is alles gesloten en valt 't dorp stil...iedereen naar de moskee.
    Goed uitgerust geraken we zonder ongelukken weer in het bootje. Na een paar uur varen zitten we weer meer ingesloten door de jungle - de indruk dat we op een beekje varen. De vissersbootjes met chinese netten liggen op 't droge - laag water. Af en toe moet er uitgestapt worden om de boot over de stenen te krijgen... We geraken toch nog in Long Iram. Hier gaan we ons in 't longhouse installeren. Het eerste dat ik doe is mijn muskietennet hangen en mijn bed goed afsluiten want tussen de plankenvloer zijn grote spleten en ik heb graag mijn bed voor mij alleen.
    Een groep duitsers die hier 'sd avonds landen hebben een folkloristische groep geïnviteerd en wij genieten mee van 't spektakel.
    Ik heb hier een mooie houtsculptuur gezien in ijzerhout en heb een paar dagen mijn amusement om erover te onderhandelen.
    's Morgens is er buiten drukte en een optocht ... een overleden vrouw wordt weggebracht en in de optocht worden allerhande zaken meegedragen... haar matraske, kleren, voedsel en....een kruisbeeld. Onze gids geeft slechts mondjesmaat antwoord op onze vragen.
    Hij chartert een 4x4 om het binnenland in te rijden. Langs halsbrekende wegen komen we op de mooiste plaatsjes. Kleine dorpjes waar ik me wel even de vraag stel hoe het kan dat kinderen hier overleven...ze spelen in vieze poelen waar WC's en alle afval water inloopt - ze poetsen er hun tanden mee...Vrouwen dragen grote zware oorringen die grote gaten in hun oorlellen trekken - hoe lager ze hangen, hoe mooier. Aan al de huizen staan gesculpteerde beelden om het huis van onheil te bewaren. Elk dorp heeft ook zijn bevallingstrap ...een houten trap met baarstoel waar de vrouw  ten aanschouwe van heel de gemeenschap haar kind kan baren.
    Vermoedelijk door mijn vele vragen rijdt onze gids ook met ons naar een begraafplaats. Van een gewoon heuveltje tot een rijkelijke bezuiging - overal ligt kapotte verpakking van rijstzakken enz. waar ongedierte zijn best heeft gedaan... verrotte matrassen en kleren. De overledene krijgt alles mee om zeker niet in armoede het nieuwe leven te starten.
    Een oude vrouw blijft rond mij plakken...wrijft over mijn armen (sproeten) en in mijn witte haren. Even later komt ze terug met een zwart papke, we vermoeden asse met varkensvet en wil het in mijn haren smeren.. Onze gids verstaat haar taal niet (zegt hij toch) Met veel gebaren en mijn handen op mijn hart bedank ik maar weer ik het aanbod af. Ze neemt me bij de hand - geeft me een stokje en gids me rond een graf en pakt mijn hand om in de aarde te prikken...raar...en onze gids zwijgt... Een hele ervaring - wat ziet ze toch in mij? een soort heks?
    Riverafwaarts gaat de tocht vrij vlug terug naar Samarinda.
    Spijtig dat we niet meer tijd hadden want 't was wel een ervaring om U tegen te zeggen.


    Kalimantan Zuid

    en de diamantmijnen

    overmoed beslisten we de bus te nemen van Banjarmarsin naar Balikpapan en van daar naar het zuiden. We kwamen dus meer dan geradbraakt in Samarinda aan. We hadden twee namen van GH'es. Het eerste hing half boven de rivier en werd overvloedig geparfumeerd door verrottingsgeuren. Het tweede was sober van bouw, heel netjes en met ruime kamers. Thee en kokend water a volonté.
    Er waren slechts een paar andere gasten zodat het vlug in kannen en kruiken was om samen uitstappen te regelen naar de mijnen en de langneusapen.
    Buiten dat heeft de stad vooral een zeer bedrijvige drijvende markt en een heel moderne moskee. Ook het aanbod aan restauratie is opvallend groot en er staan veel exotische gerechten op 't menu. Het enige waar ik toch eens van heb willen proeven zijn schildpadeieren..bah...griezel nog als ik er aan denk. Al de rest van aap, krokodil tot slang en wormen laat ik ongemoeid aan mij voorbijgaan. 'k Zal 't wel doen met rijst en kip en heel veel fruit.
    De uitstap naar het apeneiland was vooral interessant door de drijvende markt en een tropische regenbui die ons in een mum van tijd doornat maakte al zaten we onder een afdak. Blij dat de zon terug scheen als we aan land gingen en we werkelijk verdampten. De enige apen die we er zagen waren geen langneusapen en waren op het agressieve af om onze picknick te plunderen. Uiteindelijk hadden we het moeten weten dat zo'n korte uitstap niet veel kans geeft op een encounter met zeldzame dieren.
    De diamantmijnen, maar vooral de mensen die er werken, zullen mij mijn leven lang bijblijven. Smalle gaten tot heel diep ondergronds (5m en meer)- verluchting gebeurd door lange buizen waar de lucht doorgedreven wordt door manueel bediende ventielen -langs een smal en kramikkelig laddertje worden grote schalenklei bovengehaald die in een waterpoel gespoeld worden op hoop van een goede vondst, edelstenen of halfedelstenen. De grootste stenen die wereldwijd in omloop zijn komen van deze velden. Het werk dat geleverd dient te worden: onmenselijk.
    Het opvangcentrum voor oerang oetangs hebben we in Kalimantan niet bezocht omdat we op Sumatra reeds zo'n centrum bezochten.
    Verschillende rivieren komen uit in de delta rond Banjarmarsin en er zijn rivierboten om het binnenland in te trekken. Wij vermoeden dat het leven langs de rivieren zowat overal hetzelfde zal zijn en opteren voor een beetje rust op Bali
    Kalimantan heeft me laten proeven van het oerwoud en oude kulturen: de Dayak en hun longhouses, hun rituelen rond leven en dood, hun beeldhouwwerken en krijgstrofeeën (schedels) De rivier en het leven op het water, de rijkdom aan planten en dieren, vooral vogels en rare vissen.
    Ik heb er van genoten met al mijn zintuigen al ben ik soms heel diep in mijn reserves moeten gaan. 3x rijst per dag is zelfs voor mij soms van 't goede teveel en uren zitten op een plank in een bootje zou men beter doen in zijn jeugd ipv "op ouderdom"


    Biak

    Eén van de kleinere eilandengroepen is Biak dat ten Noorden van Irian Jaya ligt (West Papua - Nieuw Guinea) Bewoond door Melanesiërs die onder invloed van de vele zendelingen en kolonisten een groot deel van hun traditionele kultuur lieten varen. Tijdens WOII was het bezet door vele duizenden japanners.
    De eilandenworden momenteel vooral bezocht door ornithologen op zoek naar de paradijsvogel waarvan er in deze regio een 40tal verschillende soorten voorkomen. Spijtig want de stranden zijn zalig en de mensen enorm vriendelijk en gastvrij.
    Wij waren er op de nationale feestdag die door de autochtonen uitbundig gevierd wordt. Mensen komen van de kleinere eilanden en er wordt van de gelegenheid gebruik gemaakt om te dopen en te trouwen.
    We ontmoetten er verschillende mensen die voor een Nederlander hadden gewerkt en daar de kans kregen om te leren lezen en schrijven in 't nederlands.... Ze gingen mee naar het strand - plukten cocosnoten en trakteerden ons terwijl ze herinneringen ophaalden aan vroeger.


    Irian Jaya - Papua

    Nieuw-Guinea is na Ijsland het grootste eiland ter wereld. Het oostelijke deel is Papua Nieuw-Guinea dat onafhankelijk is. Het westelijke deel hoort toe aan Indonesië: Irian Jaya. Het maakt ongeveer 1/4 van de oppervlakte van Indonesië uit. Qua fauna en flora neemt het een heel speciale plaats in en er leven veel soorten die nergens anders ter wereld voorkomen. Het ligt ten oosten van de Wallace lijn en leunt meer aan bij Australië dan Azië. Na het Amazone gebied herbergt het het grootste regenwoud ter wereld. Het heeft met eeuwige sneeuw bedekte bergen tot 4595m hoog en in 't zuiden treft men in de vloedgolven mangroven en nipahpalmen en verderop moerasbossen.
    De inwoners zijn austronesiers, papuas die verwant zijn met de aboriginals, en aangevuld met Javanen en Sumatrezen door een doorgedreven spreidingsplan van de regering. Er zijn heel vele stammen en men vermoed dat er op 't eiland nog mensen wonen die nooit met blanken in kontakt kwamen. Ga alleen de voor mij 3 belangrijkste noemen.
    De Asmatters leven in 't zuiden en zijn moerasbewoners en waren koppensnellers. (zijn? niettegenstaande het onder Nederlands bewind verboden werd verdween er in 1961 Michael Rockefeller..ja, de zoon van..bril werd teruggevonden als eigendom van een asmati.)
    In het westen wonen de Ekari. Ze zijn grote economisten -de primitieve kapitalisten - Geschenken geven zoals wij dat bedoelen bestaat voor hen niet - alles wordt verhuurd, geleend en de rente wordt minitieus berekend. Ze werken met een heel ingewikkeld stelsel dat 60x herhaald wordt en waarbij alles om getallen draait. Na 't invoeren van onderwijs werden ze echte wiskundige bollebozen en pasten zich enorm vlug aan aan alle technische verbeteringen.
    Wij bezochten in het centrale bergland de Dani - ze dragen nog steeds hun traditionele kledij: de peniskoker, niettegenstaande eerst de hollanders en daarna de indonesische regering alles in 't werk had gesteld om het te verbieden maar alleen onrust hadden geoogst.
    Ontdekkingsreizigers werden gevolgd door antropologen, zendelingen, ondernemers/goudzoekersen nu zijn er de inwijkelingen en de toeristen.
    Wij landden op Setani de luchthaven van Jayapura en het was er beklemmend heet. We zochten onderdak kort bij de luchthaven omdat we door wilden vliegen naar Wamena in de Baliemvallei. Wat het eerst opviel was het enorme geluid van de krekels. Uit eten deden we in een restaurant temidden van zendelingen van diverse "merken"
    Jayapura, de hoofdstad, lijkt meer op een provinciestadje en ware het niet voor de hitte ik zou er gerust een tijdje willen verblijven.
    Op het politiekantoor voor de permit om het binnenland in te trekken zijn er lange wachttijden...geen wachtenden maar een voetbalwedstrijd die op TV wordt uitgezonden. Rechtover is echter een heel goede bakkerij. In weken zo geen lekkere broodjes geëten (en voorraad ingedaan)
    Merpati vliegt naar Wamena met kleine vliegtuigjes en onderweg hebben we een prachtig zicht over regenwoud en bergen.
    Landen in Wamena is een cultuurschok. De bagage wordt uitgeladen door mannen gekleed in peniskoker.. rond de arm een koordje waar veren tussen steken ..de ene een soort fietsketting als halssnoer, de andere een kepi op als teken van zijn waardigheid. Met een soort tuktuk naar een GH even buiten 't centrum. De ingang van het domein wordt beschermd met een boog en een poort om de geesten buiten te houden. Ook elk dorp heeft zo'n ingangsboog.
    De kamers zijn eenvoudig maar netjes...de badkamer herbergt een soort grote trog met water en er hangen biezen matten om wat privacy te garanderen. Voor de deur zitten een paar gehurkte mannen op wacht. Het knoppeke voor 't licht zit op blote draden en ik kom daar dus niet aan.. wachters genoeg om het voor mij te doen. Onder het afdak waar de tafel gedekt staat hebben we het gezelschap van een 20tal exotische vogels waaronder zelfs (illegaal) een paradijsvogel (wondermooi) De mensen zijn enorm vriendelijk en de taal is de grootste barrière.
    Vele zaken worden open gehouden door inwijkelingen. De meesten werden door de regering betaald om uit dichtbevolkte eilanden naar hier te emigreren. Eten gaan we doen de hoofdstraat in 't centrum nabij de markt. We eten er 3 dagen kreeft met bami ...Steevast aan de deur een paar Dani die 't één en 't ander proberen te slijten. Ze willen me absoluut een draagnet voor op de rug laten kopen ... om de baby in mee te dragen (op mijnen ouderdom? ) De mannen kopen een peniskoker en die wordt 's avonds onder veel jolijt geshowd.
    We bezoeken de markt, de geuren en kleuren zijn niet te beschrijvenen we geloven onze ogen niet als we er een vrouw een biggetje zien zogen. Schijnt hier een gewoonte te zijn, de ene borst voor de baby de andere voor de biggetjes. Mijn schroom is te groot om er een foto van te nemen (waarom zou ik het tenandere doen? om te bewijzen wat we zagen?) Ik koop er een paar lekkere ananassen om 's morgens onder de "plain rice" te snijden.
    We charteren samen met andere reizigers een minibusje en gids voor een paar dagen. We laten ons ergens afzetten om naar een paar dorpen te wandelen. Gelukkig hebben we genoeg copy's genomen van onze permits want overal komt het dorpshoofd in traditionele kledij (of geen kledij beter gezegd) met kepi op onze papieren afstempelen en hangt een copy aan de ingangsboog tot we weer vertrekken. Onze gids brengt ons ook naar een dorp waar ze een mummie van hun voorouder bewaren en vereren en waar we dik mogen betalen om hem te zien. We blijven er een tijdje rondhangen en proberen wat contact te leggen. De mannen mogen een kijkje nemen in de mannenhut. Ik ga een kijkje nemen in het "klaslokaal" We leren hoe ge uit brak water zout kunt halen door vezels erin te weken en ze later te drogen en verpulveren. En vermoedelijk nog heel veel andere dingen waar ik niet zo direct aan denk.
    Wamena heeft een diepe indruk nagelaten. De confrontatie met de cultuur, de lieve mensen, de manier van landbouw ( heel primitief maar zeer efficiënt), de zorg waarmee met de natuur wordt omgegaan. Deze herinneringen pakt niemand me af.

    Bali

    We komen uit het luchthaven gebouw en de beklemmende hitte overvalt ons. Van de luchthaven van Denpasar met een publictaxi naar Ubud. Een mooi GH gevonden buiten 't centrum met ruime kamers en een tuin.
    Pancake banana is de ganse dag door te krijgen en de pot thee wordt regelmatig bijgevuld.
    Slapen met deuren en vensters open, zicht op de sterren en begeleidt van krekelmuziek. Verder de grote stilte.
    Bij 't wakker worden zijn de lakens klam van de vochtige lucht brrr  douchen, drogen en voor ge aangekleed zijt weer volop in 't zweet.
    Ubud telt veel kunstenaarszaken - om de vijf duren zit er wel iemand te schilderen...Paleizen en lotusvijvers, tempels maar vooral de onophoudelijke stroom van mensen die met kleurrijke offers naar de tempel trekken. Uren kan men op een terrasje zitten zonder zich te vervelen...En terrasjes zijn er in overvloed. Het is zalig dwalen door de straten.
    We nemen een busje naar het Monkey forest en keren tevoet terug al snuisterend in de vele kleine winkeltjes.
    Mijn buren zijn jonge duitsers en we spreken af om samen een auto te charteren om de omgeving te bezoeken.
    Rondom Ubud zijn dorpen die zich specialiseren in houtbewerking, in andere vinden we prachtige rijstterrassen. Goa Gajah met olifantengrot, de heilige bron en nog een deel tempels. Veel gezien...'s Avonds gaan we naar folkloristische optredens in Ubud waar de Ramayana wordt uitgebeeld. een andere avond naar Bedulu voor een Kecak uitvoering. De tempel van Besakih is op zich niet zo mooi maar ligt op een rots op het strand.. prachtig als ligging.
    Met ons vijven rijden we noordwaarts. In Bangli stoppen we voor een prachtige tempel midden in het bos: Pura Kehen...heel mooi. Heel de omgeving is prachtig om te wandelen.
    Midden in het beggebied ligt Gunung Batur een diep kratermeer. De tempel hier, Pura Ulun Danu Batur, heeft vele binnehoven met offertafels die van Kintamani vond ik persoonlijk nog mooier.
    Een snelle afdaling naar de kust, vele apen langs de baan die bedelen en hun leven riskeren.
    In Sangsit keren de vrienden terug. Voor hen zit de verloftijd er op, mij resten nog meer dan een week.
    Ik vind er onderdak in een zalig hotelletje. Uren kan ik zitten op een boomstam aan het zwarte strand en de bedrijvigheid van de vissers gade slaan. Bij een visrestaurant wordt ik dagelijkse klant. Het is hier minder vochtig dan in 't zuiden en 't centrum van 't eiland. Zie niet in waarom ik hier niet langer zou blijven.
    Voor de laatste dagen ga ik met een groep andere toeristen mee terug naar Ubud. Er is nog een kamler vrij in ons vorig GH. 's Avonds in een restaurantje ontmoet ik een jonge zweedse trekker die op dezelfde dag zijn terugvlucht heeft. We spreken af om gezamelijk naar de luchthaven te gaan.
    Nog gaan telefoneren naar huis... zolang zonder 't ventje weg is ook niet alles. Heel die caroussel van emoties kunt ge met niemand delen. En 't zat blijkbaar hoog... eerst een fax en dan nog een telefoontje...
    In Denpasar heeft onze vlucht vertragingt...1 u wordt 2u... we gaan op zoek naar sorrybonnetjes voor eten en drank...nestelen ons in een goeie zetel met een boekske..
    Een rustige vlucht en een stormachtig weerzien..... Nooit meer zonder 't ventje.....

    Conclusie:
    men kan beter alleen reizen dan met een groepke dat men niet goed kent - vlug strubbelingen als de vermoeidheid optreedt en klikvorming na liefdesperikelen onder de 3 alleenstaanden.
    Zelf de knoop doorgehakt en gesplitst zodat het geen verlof van onverdraagzaamheden zou worden. Ik ben verder getrokken met John en zijn vrouwke... ééntje vloog naar huis en het nieuwe koppel vloog naar Bali....
    Nooit meer zonder mijn ventje op stap.
    De reis zelf is een aanrader en zou ik wel opnieuw willen doen...

    Jaren later deden we onder ons beiden een deel over....






    30-10-1993 om 00:00 geschreven door ribbe  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    31-01-1993
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.THAILAND - de kennismaking
      T
    h
    a
    ï
    l
    a
    n
    d

    J
    a
    n
    u
    a
    r
    i

    1
    9
    9
    3


    De eindejaarsdagen gingen we op skiverlof naar Spindleruv Mlynn in het Reuzengebergte - Tsjechoslowakije..
    Bij de heenrit werd de dochter ziek ...terplaatse haar vriendinnetje en onze zoon ... op de terugreis lagen mijn ventje en ik in de lappenmand.
    We voelden ons doodziek en hadden nog weken nodig om te bekomen.

    Ik wou weg, wou de zon zien. Vrienden juist terug van Thaïland loofden het land in de vergrotende trap. Dat zou nog wat zijn maar.....
    de kinderen te jong om alleen thuis te laten...

    Zaterdagavond weer aan 't werk. Voor 't starten van de dienst even samen met de collega nachtwaaksters nog een tas koffie drinken - het idee om naar Azië tegaan geopperd en... Betty springt op de kar... Ze wil mee en zal het morgen haar man vragen.
    Zondag: de mannen OK
    Woensdag na de nachtdienst naar Connections en de vlucht vastgelegd
    Vrijdag vertrokken met in de rugzak een Lonely Planet - we zullen ter plaatse wel zien

    Onze mannen en vrienden zijn er niet zo gerust in .. 2 oudjes, vrouwen, samen naar een toen nog niet zo toeristische bestemming...zonder hotelreservatie. Wij houden ons stoer maar toegegeven de zenuwen wriemelen wel een beetje.

    Het was ook de eerste maal een langeafstandsvlucht
    Tijdens de vlucht zitten we bij een koppel die vroeger al in BKK waren en die gaven ons nog vlug een overnachtingsadresje.



                                                                                          


    Het weer in Bangkok

    Het weer in Chiang Mai

    Het weer in Mae Hong Son




    Thaïland - here we are

    Eens door de immigratie en douane gaan we centen wisselen - niet teveel had mens ons aangeraden want te slechte wisselkoers op de luchthaven.
    Aan de infostand een kaart van Bangkok en een informatieboekje over Thaïland meegenomen
    Eens buiten overvalt ons de hitte...
    Aangeschoven aan de taxistand (ja, toen wisten we nog niet veel hé)
    We vergapen ons aan de drukte - de arme buitenwijk - de vieze sloten met prachtige lotusbloemen...een olifant in het straatbeeld. Als we 't centrum van de stad naderen is het tegek bussen, auto's, tuktyuks strijden om een plaatsje - er hangt een blauwe walm van uitlaatgassen. Oeioeioei aan wat zijn we begonnen.
    We geven de taxidriver het adres maar hij brengt ons eerst ergens anders naartoe. Betty blijft in de auto zitten bij de bagage en ik ga het GH bekijken. Het ligt ergens achterin in China Town... Azië nog niet gewoon valt dat wat tegen. We porren de chauffeur aan ons naar het opgegeven adres te brengen even buiten Chinatown aan de river. Basic, very basic.
    We nemen er een kamer en laten er onze bagage achter...
    Met de riviertaxi begeven we ons naar de andere kant van de stad. En vlug komen we een hotel tegen dat ons wat meer aanspreekt. We reserveren een kamer en gaan terug om onze bagage op te halen.
    Van hieruit verkennen we de stad... slenteren door de straten, eten in de warenhuizen  , ons vergapen aan al wat er te zien en te eten valt aan de stalletjes langs de straatkant (hier eten durven we nog niet en die sprinkhanen en wormen brrr)- laten ons met een tuktuk rondrijden en bezoeken tempels (onvoorstelbaar mooi - de rituëlen en de mensen intrigeren) , winkels (jaja juwelen, kleren enz. de hele reutemeteut) 
    Doen een uitstap met een longtail boot naar de drijvende markten van Damern Sadouak en daarna de Rose Garden. Het overweldigt ... al onze zintuigen staan op scherp , indrukken wisselen mekaar in razend tempo, een emotionele kakkewalk.
    De natuur is prachtig, onze kleine kerstroosjes  zijn hier grote bloeiende bomen...
    Maar wat ons het meeste charmeert zijn de vriendelijke mensen..
    We hebben Bangkok overleeft maar houden we er nu van of niet?

    We reserveren plaatsen voor een nachtelijke busrit naar chiangMai.
    Het is een ervaring, vermoeiend maar vooral koud 's nachts daar de airco niet af kan. Met wc papier stop ik de reten zo goed als mogelijk toe...dat daar maar geen valling van komt.
    We vinden een goed GH vrij rustig geleden en voelen er ons onmiddellijk heel goed. Kort bij centrum, goede restaurantjes, nightmarket. We leggen er heel veel kms af...Betty gaat naar de kapper en krijgt een behandeling om U tegen te zeggen.. volledig met hoofdmassage en geurtjes.
    Bezoeken de omliggende dorpjes die zich gespecialiseerd hebben in ambachten, vooral voor toeristen. Bezoeken Dui Suthep en boeken een rafting met olifantentocht. 't Is vollen bak genieten. We faxen onze mannen en kinderen die zich ondertussen gerustgesteld voelen.
    Uitstap naar Chiang Rai en de golden triangle

    Op een reisbureauke arrangeren we een pakketje naar MaeHongSon met gids. Na een korte vlucht landen we en staat er een wagen op ons te wachten die ons naar een resort brengt weg van alle drukte. In een grote tuin staan ruime bungalows. We leren thaïfood appreciëren als wordt elke bestelling vlug gevolgd door "NO spices please" want ons binnenste staat af en toe in brand.
    Aan de overkant van het riviertje lopen olifanten en in onze kamer genieten we het gezelschap van gekko's...Betty heeft het er niet op ...
    Van hieruit trekken we de bergen in, bezoeken een paar watervallen, een paar minderheidsgroepen waaronder de Karen (longnecks)  

    We vliegen rechtstreeks van MHS terug naar BKK en door naar huis.
    veel bandjes 8mm film en geen foto's... kan er dus hier ook geen plaatsen

    Blij dat ik 't ventje en de kinderen terugzie. Nog lang reisverhalen met de collega's en 't besluit dat dit de eerste keer was maar zeker niet de laatste.


    31-01-1993 om 00:00 geschreven door ribbe  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 2/5 - (19 Stemmen)


    T -->

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs