Inhoud blog
  • De illusie van een 'Verenigde Staten van Europa'
  • De creatie van een crisis, om de Europese burgers de EU te doen slikken
  • Gemeenschapschuld en de globale individuele rijkdom
  • De gedachtenloosheid van de traditionele politieke partijen
  • Karl Marx in de eenentwintigste eeuw
  • De machteloosheid van het soevereine volk
  • Karl Marx in de eenentwintigste eeuw
  • De macht(eloosheid) van het soevereine volk
  • Onze hypocriete, discriminerende en groepsindividualistisch 'nationale medeleven'
  • Hoe concurrentie zowel rijkdom als armpoede genereert
  • Het Aalsterse 'volksfeest'
  • De vrijheid die tot zelfvernietiging leidt
  • Blind, doof, maar welvarend
  • Ook deze maatschappijvorm is eindig
  • Het zevenkoppige crisismonster
  • Een particratie is geen democratie
  • De bedelmaatschappij
  • Onze ondemocratische democratie
  • Linkse en rechtse rechtvaardigheid
  • Voedsel als wegwerpproduct
  • Het utopische plan-B
  • Compromissen zijn altijd 'slechte' akkoorden
  • Hypocriet en ongemeend
  • Wat men krijgt, wordt betaald
  • Over "gemiddelde" lonen
  • Wiens brood wij eten...
  • De rijke gemiddelde Belg
  • Over iets waar niemand wakker van ligt...
  • Onwettig gekozenen wettigen onwettigheid.
  • Het Belgische wespennest.
  • Nog maar eens over het koningshuis...
  • Europees 'president' heeft charisma van een dweil...
  • Tegen het zere been geschopt
  • Integreren in een onbestaande gemeenschap is onmogelijk.
  • Lagere btw en hogere prijzen
  • Blind en doof, maar welvarend.
  • De klimaatconferentie was een beschamende vertoning
  • Hoe ver gaat het Vlaams egoïsme?
  • Rekeningrijden: waar is het hem om te doen?
  • Over de eerste Europese prisident en de laatste Belgische eerste minister
  • Democratie contra gelijkwaardigheid
  • Wij betalen het berotingstekort, en dat is maar goed ook!
  • Hoe wij fraudeurs en belastingonduikers belonen
  • De multiculturele droom aan diggelen.
  • Wat Bart De Wever verzwijgt...
  • Worden fiertsers de clowns in het verkeer?
  • Het kapitalisme als moeder van het nieuwe socialisme
  • De ene fraudeur is de andere niet
  • Kunnen gemeenten Quads verbieden?
  • De crisis van de crississen
  • Waar een klein land groot kan in zijn
  • De toekomst van het kapitalisme
  • De verkiezingsuitslag anders bekeken
  • Bedenkingen bij de volgende verkiezingen
  • De volksverlakkende politieke cultuur
  • In Armani-broeken de internationale zingend
  • Wie wakkert de Islamfobie aan?
  • Een maatschappij die de mijne niet is.
  • De zwanenzang van het kapitalistisch systeem
  • De leugen van de democratie
  • Nadenken over de volgende verkiezingen...
  • De 'light'-versie van het staatseconomisme
  • Bestaat utopia?
  • Ik,en ieder voor zich
  • De zinloosheid van een 'rechtvaardige' vrede
  • Voor leefloners is de crisis dubbel zo groot
  • De jaarlijks weerkerende belangrijkste gebeurtenis van het jaar
  • Karl Marx en Friedrich Engels terug actueel
  • CEO's en ethiek, moraal, schande, schaamte en bedrog.
  • EU: verwachtingen van het Belgische voorzitterschap
  • Gratis toegang (ook) tot het secundair onderwijs?
  • Begroting 2009: zitten de afgedankte Fortis-bestuurders nu in de regering?
  • Over winst, democratie en macht
  • Zijn de linkse verwachtingen over Obama gerechtvaardigd?
  • De noodzaak van overconsumptie
  • Vlaanderen terug naar de stammencultuur?
  • Een eenvoudige vraag...
  • Een met schaamte vervulde Vlaming
  • Een politieke Balkan-oorlog in West-Eurpa
  • De Russische beer is terug
  • Drie miljoen euro voor promotie autogebruik?
  • Wat doet Leterme in Peking?
  • Een staatssecretaris die voldoende 'tot bezinning ' is gekomen
  • Gemeenschapshervorming i.p.v. staatshervorming
  • Moet men Solzhenitsyn zijn Nobelprijs nu postuutm ontnemen?
  • Pensioenen in Vlaanderen hoger dan in Wallonië?
  • Begripsomschrijvingen: de punten en de komma's?
  • Belgacom: een overheidsbedrijf waar privébedrijven van kunnen leren!
  • Kostprijs van plaats in bejaardentehuis = half pension in driesterrenhotel?
  • Confederalisten en seperatisten willen het zelfde!
  • Chronisch gebrek aan visionaire politici
  • 21 juli: feest van overjaarse oma?
  • Nationaliteit en entiteit
  • De soap gaat door...
  • 15 juli: een nieuwe D-day?
  • G8-top over klimaat: wereldwijde volksverlakkerij
  • Ingrid Betancourt: de 'bijna heldin'?
  • Het Vlaamse kleinburgerlijke materialistisch egoisme
  • Is het voor Verherstraeten 1 april?
  • Betalen wij te veel belastingen?
  • De politieke actualiteit zet mij aan tot dromen...
  • De Europese democratie gered door de Ieren?
  • De Vlaamse Politieke intelligentie
  • De keuze van de selectieve solidariteit
  • Ik, en ieder voor zich
  • Justine Henin: Belgische Monegask met moed?
  • Waarom het moeilijk is om possitief te zijn
  • Privatisering van gevangenissen: een late aprilgrap?
  • Fiscale fraude en burgerzin.
  • Is dit nu 'goed bestuur'?
  • Rechtse denkbeelden en de gemeenschap
  • Niet WAT men zegt, maar WIE het zegt
  • Klant wordt koning in het onderwijs
  • Koran en Bijbel: de manklopende vergelijking
  • Watersommeliers: de decadentie ten top
  • De electoraal onbelangrijken
  • De electoraal onbelangrijken
  • De electoraal onbelangrijken
  • Het regeerakkord: wat er staat, en wat men zegt...
  • Fitna : wie voelt zich aangesproken?
  • Wie gelooft die mensen nog?
  • De sociaal-democratie: de armoede bestendigd door het ‘voor iedereen-pricipe’
  • Hoera! al weten wij niet waarvoor...
  • De utopie van de werkelijkheid
  • 500.000 nieuwe banen en 228.000 ongeschikte werkzoekenden
  • Het aureool van de rechtspraak
  • De 'Vlaamse Sint' gaat heel wat deuren voorbij!
  • Het tekort op de politieke markt
  • Staatshervorming: vragen van een ondeskundige bij een scheiding van tafel en bed. Maart 2008
  • Moet armen nu solidair met rijken zijn?
  • Koopkrachtdaling is leugen zegt UNIZO
  • Politiek en geschiedenislessen
  • Mensenrechten: Hypocrisie en economie
  • Nodig en Overbodig
  • Waar zijn de plichten van de bestuurders?
  • De blokken aan ons been
  • Beter het geklungel dan dat CD&V en Open VLD hun zin krijgen.
  • Jean-Marie Dedecker, een light-editie van Pim Fortuin?
  • Democratische voorverkiezingen: Hillary Cinton of een Republikein
  • Geen sprake van "afschaffen"
  • Elk jaar, rond deze tijd...
  • Enkel proletarische nietsnutten...
  • Hoera!...een 'voorlopige' regering
  • Prijsstijgingen en het ware gelaat van het liberalisme
  • Regering van nationale tweedracht?
  • Het meest aangeklikte 'nieuwsitem'
  • Over Islamieten en hypocrieten....
  • De linkse vrouw verlaat de rechtse mannen.
  • Nieuwe Mohammed-rel in de maak?
  • Leegstand en bouwgrond
  • Moeten Belgen naar Wallonië emigreren?
  • Een onverkwikkelijke gedachte...
  • De leugen van 'de splitsing'
  • Beslissende week
  • De 'goede beurt' van Caroline Gennez
  • Na 143 dagen...
  • De Europese "blauwe kaart"
  • Freya houdt het voor bekeken
  • De laatste der overheidsbedrijven
  • Eén Belg op 7 onder de armoedegrens
  • Opwarming van de aarde: oorzaak?
  • Teveel ambtenaren?
  • betalen loontrekkenden de lastenverlaging van werkgevers?
    Een man in de straat
    Renaat Van Poelvoorde
    over de sociale en politieke actualiteit.
    20-01-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De illusie van een 'Verenigde Staten van Europa'
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    Eendracht maakt macht Meer dan ooit prediken vandaag de goeroes van de Europese eenmaking de noodzaak van een doorgedreven eengemaakte Europese Unie, zeg maar een 'Verenigde Staten van Europa', waar vrijwel alles wat vandaag niet tot de gemeentelijke bevoegdheden behoort, door één centrale Europese regering, parlement en administratie zou geregeld worden. Het heet dat in een 'gemondialiseerde' wereld het noodzakelijk is om zowel op monetair als economisch gebied het beleid zo eenvormig mogelijk dient te zijn ten einde de concurrentie aan te kunnen met de huidige en opkomende economische reuzen zoals de VS, Japan, China, Brazilië en India. Zonder een financieel-, sociaaleconomisch-, en bijgevolg ook politiek-eengemaakt Europa zou de 'oude wereld' gedoemd zijn om reeds in de tweede helft van deze eeuw af te glijden naar het niveau van het huidige Afrika. De politieke eendracht tussen de Europese volkeren zou hen de macht teruggeven om, zoals in de vorige eeuwen verschillende onder hen, een groot deel van deze wereld te beheersen.

     

    Voor wie zijn geschiedenis kent is het echter vruchteloos zoeken naar een voorbeeld van een confederatie of statenbond, laat staan het samensmelten van verschillende landen met totaal van elkaar verschillende volken, met eeuwenlange zelfstandigheid, tot één enkel land, al dan niet in een confederaal susteem. Voor zover er op deze aardbol daar ooit pogingen toe zijn ondernomen, waren die nooit een lang leven beschoren. Vooral omdat de reden van vereniging niet zozeer het welzijn van de gehele bevolking voor ogen had, dan wel meestal gestoeld was op macht- en bezitswellust van een beperkte elite. Dat de samensmelting of gezamenlijke lotsbestemming zelden voldoende draagvlak onder de onderscheiden bevolkingen had of kon behouden, was een andere, niet minder belangrijke oorzaak tot een al dan niet vreedzame scheiding. De herhaling van geschiedkundige blunders De Europese Unie is een zoveelste herhaling van geschiedkundige blunders. Ook hier is, onder het mom van de bescherming, en zelfs de verbetering van de welvaart der Europese volkeren, het een kleine elite van groot-kapitaalbezitters (de voormalige grootgrondbezitters) die omwille van de steeds sterker wordende concurrentie van hun Aziatische en Zuid-Amerikaanse evenknieën hun 'leengoeden' (landen) trachten te verenigen onder eenzelfde 'bevelvoerder' (regering).

     

    De plaatselijke 'leenheren' (Presidenten of Eerste Ministers) trachten zoals hen is opgedragen, de geleidelijke machtsoverdracht aan de bevolking te verkopen met de belofte dat een gemeenschappelijk gecentraliseerd Europees beleid 's lands en 's werelds problemen beter zal kunnen oplossen. Bovendien zijn, in tegenstelling tot bij unilaterale beslissingen, gemeenschappelijk genomen fouten gemakkelijk in andermans schoenen te schuiven, en ontloop je daardoor spelenderwijs je plaatselijke politieke verantwoordelijkheid, wat electoraal altijd meegenomen is. Voor een Europese Unie met volledige bevoegdheid over de nationale inkomsten en uitgaven, en de sociaaleconomische wetgevingen, laat staan een Politieke Unie, is er in de overgrote meerderheid van de dertig lidstaten geen maatschappelijk draagvlak te vinden. Hoe meer besluiten van regeringsleiders daar naar toe sturen, hoe groter de aversie tegenover hun doelstellingen wordt bij de bevolkingen in hun thuishavens. Woorden wekken, voorbeelden strekken, maar ontbreken Voorstanders komen steevast aandraven met de Verenigde Staten van Amerika en Zwitserland, als voorbeeld van 'confederaties' die blijk geven dat projecten als de EU wel degelijk werken en succesvol kunnen zijn. Maar, noch bij de VSA, noch bij Zwitserland, is er sprake van een 'confederatie', gezien hun deelstaten vooraf nooit onafhankelijke soevereine staten zijn geweest. Beiden zijn zij niets meer of minder dan bvb Duitsland en België : federale staten waar vanuit het oorspronkelijke centrale gezag, meerdere bevoegdheden aan de deelstaten zijn toebedeeld.

     

    Dus in feiten het omgekeerde van wat er met de EU en zijn lidstaten gebeurt. Daarenboven hebben hun verscheidene bevolkingsgroepen geen eeuwenoude eigen nationalistische staatkundige en sociaaleconomische maatschappijvorm gekend. Een nationalisme dat, voor zover het in de naoorlogse tijd tot 'sluimertoestand' was teruggebracht, tegenwoordig juist opnieuw blijkt aan te wakkeren door de roep naar dénationalisering. Op de vraag, waarom datgene wat nog nooit gewerkt heeft, nu wel zou lukken, heb ik vooralsnog geen enkel onderbouwd antwoord gehoord of gelezen. Gemakshalve beperkt men zich doorgaans tot dooddoeners als daar zijn: "De omstandigheden, problemen en mogelijkheden zijn nu helemaal anders", of "Vergelijkingen lopen altijd mank" Ons land, dat eigenlijk kan beschouw worden als een mini-Europa met drie taalkundig-, en ook enigszins op bepaalde vlakken cultureel verschillende volken, bevond zich enige decennia terug in het stadium waarop men uiteindelijk met de Europese Politieke Unie wil komen: Een light versie van een federale staat waar behalve de culturele en taalwetgeving, aangevuld met andere minder belangrijke bevoegdheden, alle economische, sociale, maatschappelijke, nationale, en internationale politieke bevoegdheden in handen van de centrale regering is. België, het anti-voorbeeld De, zowel taalkundige-, culturele- sociologische als economische verschillen tussen de bevolkingsgroepen en de geografische landsdelen, noodzaakten de achtereenvolgende Belgische federale regeringen via, tot heden zes staatshervormingen, steeds meer centrale bevoegdheden over te hevelen naar de verschillende gewesten. En als bepaalde nationalisten hun zin krijgen , daarin in Vlaanderen gesteund door naar een meerderheid groeiende bevolking, is een quasionafhankelijkheid van de deelstaten niet meer zover af.

     

    Bijgevolg stel ik vast dat in ons eigen land juist het omgekeerde gebeurt van wat zich in de EU afspeelt. Verbazend daarbij is dat zowel de voorstanders van de Belgische decentralisatie, als deze van de Europese centralisatie, de zelfde argumenten gebruiken om hun gelijk te ondersteunen. Dat dit bij mijn weten vrijwel door niemand in vraag wordt gesteld, brengt mij op zijn zachts gezegd, enigszins 'in de war'. Want in België heet het, dat het economisch beleid naar de deelstaten moet, omdat die beter kunnen inspelen op de plaatselijke economische behoeften. Maar voor de EU moet die bevoegdheid echter van de lidstaten weggehaald worden omdat men enkel op centraal vlak de noodzakelijke concurrentiehefbomen zou kunnen hanteren. De Belgische staatshervormers vinden dat de arbeidswetgeving en -activering beter naar de gewesten gaan omdat volgens hen "zowel een werknemer als een werkloze in Antwerpen niet dezelfde noden, middelen, en mogelijkheden heeft of dient te hebben, als zijn collega in Trois-Ponts. Volgens de Europese Unie zou al datgene wat werknemerswetgeving betreft, eenvormig moeten worden, ten einde de concurrentiehandicap en arbeidsvoorwaardendiscriminatie tussen de verschillende lidstaten weg te werken. Nog gekker is het met de landbouwbevoegdheid gesteld: Terwijl de voornaamste wetbepalingen ter zake reeds van kort na de eerste levensdagen van de EEG (voorganger van de EU) tot de centrale Europese wetgeving behoort, vond men het enige staatshervormingen terug toch nodig om de (intussen vrijwel inhoudsloze) portfeulle van landbouw naar de deelstaten over te hevelen.

     

    En zo kan men nog een tijdje doorgaan: terwijl men in Europa zogenaamd omwille van de efficiënte werking van het economische, financiële en politieke beleid zo veel mogelijk wil centraliseren, OPDAT HET VOLK ER BETER ZOU VAN WORDEN, is men in België, om reden van diezelfde efficiënte werking, reeds veertig jaar onverdroten bezig om het centrale gezag van zoveel mogelijk bevoegdheden te ontdoen, OPDAT HET VOLK ER BETER ZOU VAN WORDEN. Besluit. Als het, in dit blijkbaar zo moeilijk bestuurbaar land één ding duidelijk maakt, dan is het wel dat men tegen de wil van de bevolking, geen eenvormig beleid kan voeren voor een samenleving die, wonend in verschillen geografische gebieden, een verschillende taal spreken, en maatschappelijk op meerdere vlakken anders denken, werken en leven.

     

    Men wil van Europa een België van vóór 1980 maken, en van België een Europa van van voor diezelfde tijdsperiode. En omdat het ene als bewijs geldt dat het andere niet kan werken, en visa versa, zullen beiden misschien ooit in de geschiedenis aangehaald worden als voorbeeld van georganiseerde en georkestreerde idioterie.

    20-01-2013 om 16:00 geschreven door Renaat  


    Tags:Europa
    17-12-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De creatie van een crisis, om de Europese burgers de EU te doen slikken

    http://thumbs.dreamstime.com/thumblarge_577/12959766543ffQGt.jpgMet de regelmaat van de klok lanceren de Europese leiders nieuwe plannen voor een verder politieke integratie van de lidstaten in de Europese Unie. Naar verluidt zou dat noodzakelijk zijn om de Euro-crisis op te lossen, zo niet, waarschuwen ze ons, zo niet staat ons allen helle en verdoemenis te wachten. 

    Toen men indertijd begon aan de ‘open markt, de open grenzen, en tien jaar geleden, met de gezamenlijke munt, zou de huidige eurocrisis niet te voorzien zijn geweest, heet het. Nu 'stelt men vast' dat er ‘weeffouten’ inzaten, maar maakt men zich sterk dat 'met de kennis van nu', die worden hersteld”

    Vraag is, of de hoogopgeleide vetbetaalde economen, en gelijkaardig vergoede deskundige ambtenaren, zo incompetent waren, of dat het hier gaat om een vooraf goed uitgedokterde strategie van een onvermijdelijke crisis die dan kan gebruikt worden om de politieke eenwording door te drukken.

    Toen de Eurocraten de open markt, de open grenzen en de gedeelde munt invoerden, hadden zij hoogstwaarschijnlijk al de http://breviero.org/eu2009/robert-schuman.jpgvierde en definitieve eindfase voor ogen: Een politieke Unie. Een federale staat met één gezamenlijk buitenlands-, monetair- economisch- politiek- en sociaal beleid. Maar zij wisten ook dat de onderscheiden bevolkingen daar nooit zomaar vrijwillig zouden in meegaan. Daarom werd daar naar buiten uit ook met geen woord over gerept.

    Eind jaren vijftig van vorige eeuw had men reeds een poging ondernomen om het Europees project in de richting van een federatie te duwen door een voorstel tot een Europese defensiegemeenschap te lanceren. Maar een eerste beraadslaging in het Franse parlement (waar men als reactie de marseillaise begon te zingen) sloeg alle hoop dienaangaande aan diggelen, en noopte de bedenkers van de oorspronkelijke 'Verenigde Staten van Europa' noodgedwongen tot een andere strategie.

    Die bestond er in om het plan voor een politieke unie te vormen, gefaseerd uit te voeren: De optimalisering van de economische 'samenwerking' tussen de lidstaten zou de geleidelijke federalisering in de hand werken. Te beginnen met een gemeenschappelijke markt, gevolgd door het overtuigen van de mensen van het gemak en de voordelen van een gezamenlijk betaalmiddel, en tijdens de crises die daar onvermijdelijk uit zullen volgen, de politieke eenwording doordrukken.

    Zeggen dat de Griekse situatie en de daaruit voortspruitende uitdeining van de crisis 'onverwacht' was, is dus domweg onwetend of een bedrieglijke leugenaar.

    Voormalig Europees commissievoorzitter, Romano Prodi stelt in een recent interview voor Euronews dat:  ‘De moeilijke momenten’ voorspelbaar waren, en hij als econoom bij de creatie van de euro twijfelde aan de werkbaarheid van een eenheidsmunt zonder gedeelde financiële, economische en politieke pijlers. Hij geeft daarin ook toe dat men al tevreden was indien de creatie van de eurozone zou slagen, men er van uitging dat de rest wel zou volgen, en het duidelijk was dat deze crisis er zou komen.

    Volgens sommigen is het oorspronkelijk plan van Schuman en Monnet, de stichters van wat nu de EU is, en wat uiteindelijk bedoeld is om de ‘De verenigde staten van Europa’ te worden, afgekeken van de naoorlogse Duitse Bondsrepubliek. Enkel het feit van het ontbreken van een Europese ‘Bismarck’ die met de kracht van zijn visie de verschillende volken kan verbinden, maakt dat de door de Europese financiële en economische elite gedroomde Europese Politieke Unie, enkel langs deze moeilijke lange weg bereikt kan worden.

    Ooit zal deze grandioze zwendelarij en bedrieglijke volksverlakkerij welke decennialang door de politieke, economische, financiële en intellectuele elites is uitgevoerd, in de geschiedenisboeken komen. Dan zal het voor iedereen duidelijk worden hoe de leidende elites zijn omgaan met het 'nee' tegen het oorspronkelijke plan, een 'neen' dat zij nooit hebben kunnen accepteren. Hoe achter de schermen het einddoel nooit werd verlaten, en  via kleine stapjes en ogenschijnlijk niet-politieke beslissingen heimelijk alle pionnen klaargezet werden voor een politieke unie. Een federale staat van Europa. Een constructie die de bevolkingen wegstemden in referenda, die alle politici jaar in jaar uit ontkenden - maar die ze niettemin hebben willen doordrukken, koste wat kost.

    Enkel de laatste alinea van dat hoofdstuk in de geschiedenisboeken dat aangeeft of men al dan niet in zijn opzet is geslaagd, is nog onduidelijk.

    De auteur dezes, hoopt van niet…

     

    17-12-2012 om 14:32 geschreven door Renaat  


    17-10-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Gemeenschapschuld en de globale individuele rijkdom

    http://www.vlaamsbelang.org/fotos/20090730geld.jpgOns land heeft een ‘overheidschuld’, dat is de schuld  die wij als gemeenschap hebben  tegenover binnenlandse en buitenlandse particulieren, banken en andere financiële maatschappijen, van om en bij de 335 miljard euro. Aangezien wij op dit ogenblik met zijn allen samen, particulieren en bedrijven, 343 miljard euro verdienen, bedraagt ‘onze’ huidige schuld zowat 97.6% van ons totale gemeenschappelijk inkomen.

    Dat dit niet bepaald een angstwekkend probleem hoeft te zijn, wordt aangetoond door de vergelijking te maken met een doorsnee financiële gezinsboekhouding: Menig middenklassegezin met bvb een netto  jaarinkomen van ongeveer  50.000 euro heeft een schuldenlast van om en bij de 200.000 euro, of meer (hypotheeklening). Dat is  400% van hun jaarinkomen. 

    Maar in veel gevallen hebben dergelijke gezinnen ook  aardig wat spaargeld, aandelen en obligaties, en/of hebben zij dat in de vorm van (te verwachten) erfenissen in het vooruitzicht. Dikwijls bedraagt daardoor het totale financieel vermogen van het gezin meer dan de effectieve schuld, en is er dus eigenlijk niets aan de hand.

    Zo ook is dat eigenlijk het geval voor de Belgische gemeenschap,  waar het totale individuele spaar- aandelen- en obligatievermogen (706 miljard) meer dan het dubbele van de gezamenlijke schuld (335 miljard) bedraagt. Strikt genomen is er dus als samenleving per saldo geen echte schuld, maar daarentegen een spaaroverschot van 371 miljard. M.a.w. Theoretisch zou men dus de totale staatschuld (de schuld van ons allen als gemeenschap) in één ruk kunnen afbetalen, en daardoor  zonder enige verdere bezuiniging een begrotingoverschot van 4% kunnen boeken, ware het niet dat wij, de kapitalistische liberale ideologie getrouw, van oordeel zijn geen enkel deel te hebben aan de schuld van 'de staat'.

    Als wij, zoals het goede burgers zou passen, België als één groot gezin zouden beschouwen, waar wij elk weliswaar ons eigen inkomen hebben, al dan niet ‘buitenhuis’ verdiend (loon) of via ‘zakgeld’(uitkering) uit de ‘gezinspot’ verkregen, zouden wij, rekening houdend met onze individuele en gemeenschappelijke  bezittingen, inkomens, en schulden, een  rijk en welvarend gezin zijn.

    Maar gemakshalve vergeten wij, als individuele eigenaars van ons deel in de 706 miljard, dat wij dat kapitaal grotendeels dank zij de uitgaven en investeringen van de gemeenschap (staat) hebben kunnen verdienen of bekomen. Juist zoals de schulden die wij als gemeenschap (de staat) hebben opgestapeld, grotendeels te wijten zijn aan voornoemde uitgaven en investeringen.

    In tegenstelling tot wat men ons wil laten geloven, is de eurocrisis niet zozeer een probleem van een te hoog overheidstekort of te grote staatschuld, dan wel de vrees van de schuldeisers (speculanten= de ‘financiële markten’ genoemd) dat die schulden niet zouden kunnen terugbetaald worden. Daarom ook dat België, (wegens zijn beperkt begrotingstekort en hoog gezamenlijk individueel financieel vermogen, ondanks zijn hoge staatschuld en zijn weigering om de index af te schaffen en daardoor veel meer en sneller te besparen, toch een groot vertrouwen van de financiële markten blijft genieten.

    In ons 'staatshuishouden' spenderen wij op dit ogenblik bijna 20% van onze staatsinkomsten aan  onze gepensioneerden, en 17% als toelagen voor werklozen, loopbaanonderbreking, en kinderbijslag. Daarenboven gebruiken wij nog eens om en bij de  15% van ons gezamenlijk inkomen om bij te passen voor ieders gezondheidszorg. De sociale zekerheid alleen slokt dus al meer dan 50% van ons gezamenlijk individueel inkomen op. 

    Vraag is, of de bijna 5% (8 miljard) aan allerlei subsidieringen aan bedrijven, particulieren en verenigingen, de 3% (6 miljard)aan overheidsinvesteringen, en de 8% (13 miljard) aan allerlei aankopen van goederen zo verantwoord en transparant zijn als het zou moeten, en de bijna 27% (44 miljard aan ambtenarenloon (administratie, onderwijs politie en leger) al dan niet wat overdreven zijn voor dit klein landje.

    Al met al kan men stellen dat, behalve  de 8% (13 miljard) die wij jaarlijks aan renten voor onze gemeenschappelijke schuld dienen te betalen, vrijwel alle belastingen en bijdragen die wij aan de gemeenschap afstaan, rechtstreek of onrechtstreeks naar ons terugvloeien, hetzij individueel, hetzij via rechtstreekse of onrechtstreekse dienstverlening en openbare nutsvoorzieningen.

    Dat, al naar gelang de persoonlijke situatie, de ene al dan niet, meer of minder dan de andere,  daarvan geniet, en gebruik, dan wel misbruik van maakt, zal een blijvende bron van wrevel, nijd en jaloezie blijven.

    Zowel de financiële als de sociale fraude tiert welig in dit door hebzucht beheerste kapitalistisch systeem; En dit in àlle lagen van de bevolking, waar grotendeels  iedereen, al naar gelang de mogelijkheden waarover men beschikt, zijn ‘graantje’ tracht mee te pikken. Maar die mogelijkheden, die evenredig groot zijn al naargelang de hoogte waar men zich op de sociale ladder bevindt, rechtvaardigen eveneens het omgekeerd evenredig onrechtvaardigheidsgevoel.

    Wij, als Belgische (of voor de ‘De Weversen’, nog meer als Vlaamse) gemeenschap zijn dus wel degelijk welstellend met ons batig globaal (som van alle individuele financiële vermogens) financieel  vermogenssaldo van 371 miljard euro. Spijtig genoeg is het grootste deel van de totale 706 miljard in handen van 10% rijke Belgen, terwijl 15% van hun landgenoten daar geen eurocent van bezit. Met een vermogensbelasting van  1% zou men de volledige rente van onze schuld kunnen voldoen, en aldus een uniek begrotingsoverschot van 4% kunnen boeken.

    Dat de oplossing voor de crisis niet ligt  in het drastisch besparen, verminderen van de koopkracht en dus het stilleggen van de economische groei, wordt in Griekenland, Portugal, Spanje en Italië bewezen. Behalve dat steeds meer economen daar van overtuigd raken, is het feit dat de Europese vazallen van het grootkapitaal daar niet willen van horen, wellicht de beste aanwijzing dat daarentegen het (meer) belasten van de kapitaalkrachtigen, dat wel is.

     Al was het maar om de ethische grond, dat zij hun vermogen grotendeels hebben kunnen opbouwen door de belastingen van de loontrekkenden en de aangroei van de gemeenschapschuld  .

     


     

    17-10-2012 om 11:01 geschreven door Renaat  


    15-09-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De gedachtenloosheid van de traditionele politieke partijen

    Er was een tijd dat 'het volk' zich bij verkiezingen kon uitspreken. Over wat, was toen ook al niet zo eenduidig, maar uit de verkiezingsuitslag kon men toch enigszins opmaken hoe de machtsverhoudingen tussen links, rechts, en het centrum was.
    Socialisten waren in die tijd nog 'links', of beter gezegd, links van het centrum. In tegenstelling tot de communisten bestreden zij niet (meer) het kapitalistische op zich, maar streefden binnen het systeem naar een rechtvaardige sociale bescherming voor minder bedeelden en voldoende welvaart voor arbeiders en bedienden.

    In het centrum, huisde de Christelijke volkspartij, met een centrumlinkse vleugel, (Christelijke arbeidersbeweging) en een centrumrechtse vleugel (Christelijke boeren, -middenstand, -vrije beroepen en -patroons)

    En rechts van dat centrum zorgde een liberale partij voor de belangenbehartiging van Industriëlen, niet Christelijke middenstanders, -vrije beroepen, -renteniers,- herenboeren en de zichzelf hoger schattende deel van bedienden.

    Van twee verschillende (taal-) culturen en politieke zeden was toentertijd nog geen sprake, al waren Waalse socialisten toch ietwat 'linkser' en heviger dan hun Vlaamse broeders, de Waalse Christendemocraten toch meestal van 'betere comaf' dan gun Vlaamse geestesgenoten, en bewoonden Waalse liberalen in grotere getale meer 'Chateau-achtige' optrekjes dan hun Vlaamse logebroeders.

    Socialisten verdedigden de belangen der armen, werklozen, arbeiders en lagere bedienden. Liberalen bedienden de kapitaalkrachtigen die de arbeiders en bedienden tewerkstelden, alsook deze die 'het volk' voorzagen van brood, vlees, kleding, en allerlei diensten. En De 'centrumpartij' trachtte, haar Bijbelse principes getrouw, er voor te zorgen dat 'de keizer kreeg wat de keizer toekwam', en er tegelijkertijd voldoende kruimels van zijn rijkgevulde tafel vielen om zijn onderhorigen net voldoende energie te bezorgen opdat zij zijn tafel tijdig zouden aanvullen, en liefst nog wat zou uitbreiden.

    Alles was dus vrij duidelijk en geordend geregeld, tot niet alleen de 'verworpenen der aarde', maar ook 'de Vlaming' ontwaakte, en ook hij zijn ontvoogding op ging opeisen. Nog erger werd het, als diezelfde Vlaming zijn 'heir' zag wankelen door de aanzwellende intocht van nazaten van de Moren, muzelmannen en de Hunnen. Tussendoor was het menigeen opgevallen dat niet alleen onze fauna maar eveneens onze flora stilaan verdween en zowel onze natuurlijke als onnatuurlijke uitwasemingen wel eens onze adem zouden kunnen doen stokken.

    Als gevolg daarvan creëerden in de loop van de tweede helft van de twintigste eeuw meerdere verschillende belangengroepen hen eigen politieke vertegenwoordiging. Dus kreeg elke taalgroep zijn linkse- rechtse- en centrumpartij, ontstonden taalgebonden (rechtse) nationalistische, en (linkse) milieupartijen. Door de constant groeiende middenklasse zagen zowel socialisten als liberalen zich ondertussen genoodzaakt om zich steeds dichter bij het centrum te nestelen, en transformeerden noodgedwongen tot centrumlinkse, en centrumrechtse partijen, wat dan logischerwijs het ontstaan van verschillende min of meer radicale linkse en rechtse splinterpartijen als gevolg had..

    Zowel Vlaamse als Waalse Belgen zitten vandaag opgescheept met een politiek landschap dat, behalve bij de min of meer extreme partijtjes (welke vooralsnog de kiesdrempel niet halen), met uitzondering van het Vlaams Belang, FDF, en de groene partijen, de begrippen 'links' en 'rechts' niet echt meer naar hun oorspronkelijke waarde weet te schatten.

    Vrijwel alle partijen, groenen en N-VA incluis, beweren bij hoog en bij laag dat zijn voor ALLE lagen (standen) van de bevolking opkomen. Een bewering die gezien de grote tegenstellingen van belangen der verschillende maatschappelijke klassen op zijn zachts gezegd eerder volksverlakkend is te noemen.

    Want, zowel socialisten als liberalen belijden hoogstens nog binnenkamers hun oorspronkelijk gedachtegoed. En bij de klassieke centrumpartij zijn de 'christelijke waarden' voor zover ze dat al niet waren, bijzonder vaag geworden. Hun respectievelijke partijprogramma's zijn in hun oppervlakkige hoofdlijnen dan ook voor vrijwel iedereen aanvaardbaar.; Vooral omdat wegens hun inhoudelijk zodanige nuanceerbaarheid, dat zij de toets van een zesde studiejaar-opstel moeilijk zouden doorstaan.

    Zoals in het Duitsland van na de eerste wereldoorlog, door de futloosheid en electorale 'shopping' van klassiek links en rechts, de demagogie voluit alle kansen kreeg, met het gekende gevolg, zo ook profiteren volksverlakkers zoals Bart De Wever en zelfs Wilfried Peters, van de teloorgang van het 'luister naar mijn woorden maar kijk niet naar mijn daden'-gedoe' van het salonsocialisme en het sociaalliberalisme.

    De 'inbedding' van het socialisme in het kapitalistisch systeem, heeft meegeholpen door de vrees voor van het dreigende Oostblokcommunisme,naar het einde toe van de vorige eeuw, in West-Europa en deels in Noord-Amerika, voor het grootste deel van de bevolking een zekere mate van welvaart gebracht. Vandaag is die inbedding, door toedoen van de aanhoudende financiële en economische crisis, totaal krachteloos geworden en kan men niet omheen de vaststelling dat dit sociaaleconomisch systeem geen verdere toekomst meer heeft.

    Of het omgekeerde experiment, welke China aan het uitproberen is: het kapitalisme inbedden in een socialistisch systeem, daar een alternatief voor is, moet nog blijken. De vaststelling dat dit evenmin een antwoord geeft op milieu- grondstoffen- en de financieel systeem problematiek, laat staan dat het een oplossing biedt aan het wereldwijd stilgezwegen overbevolkingprobleem, stemt het weinig hoopvol.

    Zowel het Christelijke, liberale, humanistische, kapitalistische, als het socialistische of ecologische gedachtengoed, is hol en inhoudsloos als het zich beperkt tot begrippen die zij gemeenschappelijk delen en het enkel de (onuitgesproken) interpretatie is welke inhoudelijk het onderscheidt uitmaakt.


    Maar hoe dan ook, voor welk sociaaleconomisch systeem een politieke partij ook moge gaan, een herbronning en vooral begrijpbare, niet mis te verstane verduidelijking van het betreffende gedachtegoed is een noodzaak opdat wij ten minste zouden weten waarvoor wij kiezen...

     

    15-09-2012 om 15:27 geschreven door Renaat  


    15-07-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Karl Marx in de eenentwintigste eeuw

    Marxisme, Leninisme, Communisme, Socialisme...over hun oorsprong, leer, doelstelling, ontwikkeling en uitwerking zijn uitvoerige werken geschreven, en aardig wat uiteenlopende theorieën verkondigd.

    Nochtans zijn de beginselen van het marxisme, het enige daadwerkelijke socialisme, heel eenvoudig. Zij werden o.a. voor iedereen begrijpbaar samengevat in het "Charter van Quaregnon", aangenomen op15 juli 1894 tijdens het buitengewoon congres van de 'Belgische Werkliedenpartij'.

    Daarin werd gesteld dat Alle rijkdommen en hun voortbrengselen, zowel in het verleden als in het heden, ontstaan en voortgebracht, ofwel natuurlijke bestanddelen ofwel de vruchten zijn van hand- of hoofdarbeid van de geslachten, en beschouwd dienden te worden als het gemeenschappelijk erfgoed van het mensdom.

    Verder leest men er in dat Individuele personen of groeperingen  van personen enkel rechtmatig over enig erfgoed konden beschikken, voor zover dat het maatschappelijk nut diende en het doel had om zoveel mogelijk vrijheid en welzijn voor de gemeenschap te verschaffen.

    Volgens het Charter hield de eerder vermelde doelstelling  de verdwijning van het kapitalistisch stelsel in, alsook de hervorming van de bestaande maatschappij welke, in tegenstelling tot het kapitalisme niet uitsluitend ten voordele van een één of meer bepaalde groepen, landen, of volkeren zijn, maar van de gehele mensheid.

    Om de doelstelling: het vrij en kosteloos gebruik van alle voortbrengselen van natuur en arbeid, te verwezenlijken, werd de vorming van een collectivistisch stelsel noodzakelijk geacht.

    In wezen bevatten de vorige alinea's de hoofdlijnen van wat de Marx en Engels voor ogen hadden. Een basistheorie waar  menig hedendaags, zelfs linkse proletariër  even van terugschrikt. Want laten wij eerlijk zijn, de naoorlogse generaties zijn zodanig geïndoctrineerd van het  bezits- en streversideaal dat men enkel als wereldvreemde simplistische utopist nog enige hoop kan hebben op een eenentwintigeeuwse aanvaarding van deze theorie.

    De sociaaldemocratie, de gedegenereerde, de in de tijd steeds 'zieker' geworden nakomeling van het door Marx geïnspireerde socialisme, blijft, tegen beter weten in, vasthouden en geloven in een sociaal bijgestuurd kapitalisme. Een systeem dat, vooral in Noordwest Europa, na de tweede wereldoorlog, tot halfweg de jaren zeventig van vorige eeuw, mede door de geloofwaardige 'bedreiging' van het communistische Oostblok, de 'arbeidersstand' tot een zekere mate van welvaart kon verheffen.

    Sinds het 'wegvallen' van die dreiging,  tegelijkertijd ook aanzien als een overwinning van het kapitalistisch systeem, is de kracht van de sociale bijsturing stelselmatig verminderd, en is zowel de macht als de verrijking van de economische en financiële elite zodanig explosief toegenomen dat het systeem zelf uit zijn voegen barst.

    Bij elke, steeds frequenter voorkomende economische depressie, blijkt steeds opnieuw dat niet de meest welstellenden, maar juist de mindergegoeden en lagere middenklasse  het gelag moeten betalen, dat alles onder het lijdzaam toezien, en zelfs met medewerking van de ondertussen tot links-liberalen verworden sociaaldemocraten.

    Zoals op het einde van de negentiende eeuw de 'verworpenen der aarde' tot ontwaken werden opgeroepen, zo zouden nu, meer dan een eeuw later, de 'bedrogenen van het kapitalistische sociaal liberalisme' moeten opstaan en zich verenigen. Niet om zoals hun voorgangers in 1894 vruchteloos hebben getracht, de kapitalistische draak te bestrijden, want daarvoor is het te sterk, maar om het te isoleren en  via  coöperatieve onderlinge samenwerking zijn overvloed aan voedingsbronnen in te perken.

    Zoals massale en technisch perfect uitgeruste, maar lompe legerovermachten niets vermogen tegen de guerrillatechnieken van eenvoudig bewapende, maar bijzonder beweeglijke milities, kan misschien ook de almacht van het kapitaal en de massale aanbidding van het gouden kalf, verzwakt worden als een steeds groter aanzwellend deel van de burgers het alternatief van de coöperatieve economie daar tegenover stellen.

    Enkel wie niets of weinig heeft, en daardoor uitzicht kan hebben op voldoende, is bereid daarvoor te strijden, omdat hij weinig of niets daarbij te verliezen heeft. Wie reeds meer dan voldoende heeft schaart zich voorlopig in min of meerder mate bij diegenen die te bestrijden zijn, vooral omdat zij zich door hun 'leenheren' laten voorhouden dat zij recht en uitzicht hebben op nóg meer.

    Vooral om die reden ziet het er dus naar uit dat ook het eenentwintigeeuwse Marxisme, zoals zijn negentiende-eeuwse voorganger, enkel kan ontkiemen als een meerderheid van het 'volk' zich ervan bewust is geworden dat het behoort tot de 'bedrogenen'.

    In afwachting van de noodzakelijke ommekeer kan de guerrillastrijd van de' coöperatisten' voor de huidige minderheid  misschien voor enig soelaas zorgen...

    15-07-2012 om 00:00 geschreven door Renaat  


    19-06-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De machteloosheid van het soevereine volk

     'Europa' is vandaag de dag een ver van vertrouwenwekkend begrip. Steeds meer lidstaten van deze eens zo verwachtingsvolle unie zakken weg in een recessie. Een toestand die door de Duitse vrouwelijke wolf in schaapskleren gehulde bondskanselier Merkel, en de Franse slangenbewerende president opgedrongen besparingen, alleen maar verergerd wordt.

    Economen waaronder Stiglitz en Krugman, niet de minste dus,  verwittigen dat zulke besparingen geenszins effectief tot de schuldaflossing van een land leiden, maar dat steeds meer besparen uiteindelijk tot steeds meer lenen leidt met het faillissement als eindresultaat.

    Misschien moeten wij ons eens afvragen of het  wel zo'n goed idee was om steeds meer nationale politieke macht over te dragen naar het Europese niveau, en daardoor de Europese burgers steeds minder zeggenschap te geven over hun toekomst.

    Onze gelatenheid waarmee wij naar de steeds dramatischer toestand van de gewone Griek kijken, en ons apathisch reageren op de dictatoriale greep van de zogenaamde 'financiële markten' op de Europese politieke macht, toont aan hoe slecht het is gesteld met de 'soevereine macht' van de burgers, grondwettelijk verleend aan de volken van de onderscheiden  lidstaten.

    Hoe democratisch is een Europa als belangrijke beslissingen afgedwongen worden door ratingbureaus, beursspeculanten, en de grootste bank van de VSA (Goldman Sachs)? Hoe 'democratisch' is een Europees parlement met politieke fracties, elk bestaande uit 27 verschillende, zogenaamde 'gelijkgezinde' politieke partijen die inhoudelijk enkel hun eigen nationaal partijbelang dienen? Hoe 'volksvertegenwoordigend' zijn de 736 parlementsleden die dagelijks door meer dan 3000 lobbyisten uit de financiële en economische wereld onder druk worden gezet om deze of gene wetsbepaling in te dienen, dan wel tegen te houden?

    Met het recent goedgekeurde 'sixpack' worden de lidstaten verplicht zich te schikken naar de zuiver kapitalistische ideologie. Deze stelt dat enkel de regels van van de vrije markt mogen en moeten gelden, zowel op financieel- ,economisch-, als op politiek gebied, waardoor elk politiek debat daarbij bij voorbaat waardeloos is.

    Dergelijke regelgevingen leiden geenszins tot een betere democratie, of meer economische groei, maar bevoordelen vooral diegenen die, zelfs bij een economische recessie, daar wel bij varen: een kleine financiële elite. Het fameuze"ene procent".  

    De bezuinigingsgolven in Griekenland, Portugal, Spanje, en Italië zijn de uitwerking van deze opgelegde ideologie:  Een permanente overdracht van wie weinig heeft (lage loonwerkers, werklozen, gepensioneerden...), aan wie al het meeste heeft (rijke reders, industriëlen en bankiers bijvoorbeeld, blijven buiten schot). Het omgekeerde van sociale herverdeling, dus.

    In de voornoemde landen, feitelijk zo goed als onder curatele gesteld van kapitalistisch Europa, zijn de burgers vrijwel alle democratische zeggenschap kwijt. Meer nog: Men doet helemaal geen moeite meer om te verhullen wie de touwtjes van de Europese politiek in handen heeft': In Griekenland en Italië zijn de huidige, door Europa opgedrongen eerste ministers... ex-werknemers van 's wereld grootste investeringsbank: Goldman Sachs.

     

    Bij gebrek aan enig protest dienaangaande gaan de nationale politici niet vrijuit. Zij zijn dus medeplichtig aan het verkwanselen van de soevereine macht van het volk.

    Ondertussen doen die zelfde politic hun best om hun 'kiespubliek' van het tegendeel te overtuigen. Niet door argumentatie, maar door in te spelen op de individualistische, hebzuchtige aard van de mens. De aloude 'verdeel en heers'-middelen zijn meer dan ooit in trek en bewijzen hun doelmatigheid. Door de ongelijke verdeling van macht, geld, bezit en arbeid, waardoor de ongelijkwaardigheid wordt in stand gehouden, stimuleert men een niet aflatende strijd tussen de sterken en de zwakken, de werk-hebbenden en de werklozen, de gezonden en de zieken, de jongeren en de ouderen.

     

    En terwijl, als gevolg van die onderlinge individuele- en groepstrijd, de massa zich afzet tegen de voor hen onoverzichtelijke politieke klasse, sluist deze, onder druk van  de financiële en economische wereldelite, steeds meer nationale macht naar de Europese en financiële wereldinstellingen (IMF) welke door de voornoemde elite beheerst wordt.

     

    Door centralisering van de macht over landen met totaal uit elkaar lopende politieke- sociaal- en economische culturen heeft men de democratie zodanig uitgehold dat zij grotendeels onder invloed is gekomen van het kapitalistisch despotisme.

     

    De geschiedenis leert dat centralisatie van macht op termijn dictatoriale neigingen genereert en uiteindelijk geen democratie tolereert. Het valt te vrezen dat de 'Europese droom' daar geen uitzondering zal worden.

     

    Ontwaakt...ingedommelden van Europa...

     

     Renaat van Poelvoorde

     

    19-06-2012 om 11:17 geschreven door Renaat  


    02-05-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Karl Marx in de eenentwintigste eeuw
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Marxisme, Leninisme, Communisme, Socialisme...over hun oorsprong, leer, doelstelling, ontwikkeling en uitwerking zijn uitvoerige werken geschreven, en aardig wat uiteenlopende theorieën verkondigd. Nochtans zijn de beginselen van het marxisme, het enige daadwerkelijke socialisme, heel eenvoudig. Zij werden o.a. voor iedereen begrijpbaar samengevat in het "Charter van Quaregnon", aangenomen op15 juli 1894 tijdens het buitengewoon congres van de 'Belgische Werkliedenpartij'.

    Daarin werd gesteld dat Alle rijkdommen en hun voortbrengselen, zowel in het verleden als het, heden, ontstaan en voortgebracht, ofwel natuurlijke bestanddelen óf de vruchten zijn van hand- of hoofdarbeid van de geslachten, en beschouwd dienden te worden als gemeenschappelijk erfgoed van het mensdom. Individuele personen of groeperingen van personen konden enkel rechtmatig over enig erfgoed beschikken, voor zover dat het maatschappelijk nut diende en het doel had om zoveel mogelijk vrijheid en welzijn te verschaffen. Volgens het Charter hield de eerder vermelde doelstelling de verdwijning van het kapitalistisch stelsel in en de hervorming van de bestaande maatschappij welke, in tegenstelling tot het kapitalisme niet uitsluitend ten voordelen van een één of meer bepaalde groepen, landen, of volkeren zijn, maar van de gehele mensheid.

    Om de doelstelling: het vrij en kosteloos gebruik van alle voortbrengselen van natuur en arbeid, te verwezenlijken, werd de vorming van een collectivistisch stelsel noodzakelijk geacht. In wezen bevatten de vorige alinea's de korte samenvatting van wat de Marx en Engels voor ogen hadden. Een basistheorie waar menig hedendaags, zelfs linkse proletariër even van terugschrikt. Want laten wij eerlijk zijn, de naoorlogse generaties zijn zodanig geïndoctrineerd van het bezits- en streversideaal dat men enkel als wereldvreemde simplistische utopist enig geloof kan hebben in een eenentwintigeeuwse aanvaarding van deze theorie.

    De sociaaldemocratie, de gedegenereerde, steeds zieker wordende nakomeling van het door Marx geïnspireerde socialisme, blijft, tegen beter weten in, vasthouden en geloven in een sociaal bijgestuurd kapitalisme. Een systeem dat, vooral in Noordwest Europa, na de tweede wereldoorlog, tot halfweg de jaren zeventig van vorige eeuw, mede door de geloofwaardige 'bedreiging' van het communistische Oostblok, de 'arbeidersstand' tot een zekere mate van welvaart kon verheffen. Sinds het 'wegvallen' van die dreiging, tegelijkertijd ook aanzien als een overwinning van het kapitalistisch systeem, is de kracht van de sociale bijsturing dermate verminderd, en is zowel de macht als de verrijking van de economische en financiële elite zodanig exacerbatief toegenomen dat het systeem zelf uit zijn voegen barst. Bij elke, steeds frequenter voorkomende economische depressie blijkt steeds opnieuw dat niet de meest welstellenden, maar juist de mindergegoeden en lagere middenklasse het gelag moeten betalen, dat alles onder het lijdzaam toezien, en zelfs met medewerking van de ondertussen tot links-liberalen verworden sociaaldemocraten. Zoals op het einde van de negentiende eeuw de 'verworpenen der aarde' tot ontwaken werden opgeroepen, zo dienen meer dan een eeuw later de 'bedrogenen van het kapitalistische sociaal liberalisme' op te staan en zich te verenigen. Niet om zoals hun voorgangers in 1894 vruchteloos hebben getracht, de kapitalistische draak te bestrijden, maar om het te isoleren en via coöperatieve onderlinge samenwerking zijn overvloed aan voedingsbronnen in te perken.

    Zoals massale en technisch perfect uitgeruste, maar lompe legerovermachten niets vermogen tegen de guerrillatechnieken van eenvoudig bewapende, maar bijzonder beweeglijke milities, kan misschien ook de almacht van het kapitaal en de massale aanbidding van het gouden kalf, verzwakt worden als een steeds meer aanzwellend deel van de burgers het alternatief van coöperatieve economie daar tegenover stellen. Enkel wie niets of weinig heeft, en daardoor uitzicht kan hebben op voldoende, is bereid daarvoor te strijden, omdat hij weinig of niets daarbij te verliezen heeft. Wie reeds meer dan voldoende heeft behoort in min of meerder mate bij diegenen die te bestrijden zijn, vooral omdat zij zich door hun 'leenheren' laten voorhouden dat zij recht en uitzicht hebben op nóg meer.

    Het ziet er dus naar uit dat ook het eenentwintigeeuwse Marxisme, zoals zijn negentiende-eeuwse voorganger, enkel kan ontkiemen als een meerderheid van het 'volk' zich ervan bewust is geworden dat het behoort tot de 'bedrogenen'. In afwachting kan de guerrillastrijd van de' coöperatisten' voor de huidige minderheid voor enig soelaas zorgen...

    Renaat van Poelvoorde

    02-05-2012 om 11:52 geschreven door Renaat  


    Tags:socialisme, marxisme
    06-04-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen. De macht(eloosheid) van het soevereine volk
    'Europa' is vandaag de dag een ver van vertrouwenwekkend begrip. Steeds meer lidstaten van deze eens zo verwachtingsvolle unie zakken weg in een recessie. Een toestand die door de Duitse vrouwelijke wolf in schaapskleren gehulde bondskanselier Merkel, en de Franse slangenbewerende president opgedrongen besparingen, alleen maar verergerd wordt.

    Economen waaronder Stiglitz en Krugman, niet de minste dus, verwittigen dat zulke besparingen geenszins effectief tot de schuldaflossing van een land leiden, maar dat steeds meer besparen uiteindelijk tot steeds meer lenen leidt met het faillissement als eindresultaat. Misschien moeten wij ons eens afvragen of het wel zo'n goed idee was om steeds meer nationale politieke macht over te dragen naar het Europese niveau, en daardoor de Europese burgers steeds minder zeggenschap te geven over hun toekomst.

    Onze gelatenheid waarmee wij naar de steeds dramatischer toestand van de gewone Griek kijken, en ons apathisch reageren op de dictatoriale greep van de zogenaamde 'financiële markten' op de Europese politieke macht, toont aan hoe slecht het is gesteld met de 'soevereine macht' van de burgers, grondwettelijk verleend aan de volken van de onderscheiden lidstaten. Hoe democratisch is een Europa als belangrijke beslissingen afgedwongen worden door ratingbureaus, beursspeculanten, en de grootste bank van de VSA (Goldman Sachs)?

    Hoe 'democratisch' is een Europees parlement met politieke fracties, elk bestaande uit 27 verschillende, zogenaamde 'gelijkgezinde' politieke partijen die inhoudelijk enkel hun eigen nationaal partijbelang dienen? Hoe 'volksvertegenwoordigend' zijn de 736 parlementsleden die dagelijks door meer dan 3000 lobbyisten uit de financiële en economische wereld onder druk worden gezet om deze of gene wetsbepaling in te dienen, dan wel tegen te houden?

    Met het recent goedgekeurde 'sixpack' worden de lidstaten verplicht zich te schikken naar de zuiver kapitalistische ideologie. Deze stelt dat enkel de regels van van de vrije markt mogen en moeten gelden, zowel op financieel- ,economisch-, als op politiek gebied, waardoor elk politiek debat daarbij bij voorbaat waardeloos is. Dergelijke regelgevingen leiden geenszins tot een betere democratie, of meer economische groei, maar bevoordelen vooral diegenen die, zelfs bij een economische recessie, daar wel bij varen: een kleine financiële elite.

    Het fameuze "ene procent". De bezuinigingsgolven in Griekenland, Portugal, Spanje, en Italië zijn de uitwerking van deze opgelegde ideologie: Een permanente overdracht van wie weinig heeft (lage loonwerkers, werklozen, gepensioneerden...), aan wie al het meeste heeft (rijke reders, industriëlen en bankiers bijvoorbeeld, blijven buiten schot). Het omgekeerde van sociale herverdeling, dus. In de voornoemde landen, feitelijk zo goed als onder curatele gesteld van kapitalistisch Europa, zijn de burgers vrijwel alle democratische zeggenschap kwijt. Meer nog:

    Men doet helemaal geen moeite meer om te verhullen wie de touwtjes van de Europese politiek in handen heeft': In Griekenland en Italië zijn de huidige, door Europa opgedrongen eerste ministers... ex-werknemers van 's wereld grootste investeringsbank: Goldman Sachs. Bij gebrek aan enig protest dienaangaande gaan de nationale politici niet vrijuit. Zij zijn dus medeplichtig aan het verkwanselen van de soevereine macht van het volk. Ondertussen doen die zelfde politic hun best om hun 'kiespubliek' van het tegendeel te overtuigen.

     Niet door argumentatie, maar door in te spelen op de individualistische, hebzuchtige aard van de mens. De aloude 'verdeel en heers'-middelen zijn meer dan ooit in trek en bewijzen hun doelmatigheid. Door de ongelijke verdeling van macht, geld, bezit en arbeid, waardoor de ongelijkwaardigheid wordt in stand gehouden, stimuleert men een niet aflatende strijd tussen de sterken en de zwakken, de werk-hebbenden en de werklozen, de gezonden en de zieken, de jongeren en de ouderen.

    En terwijl, als gevolg van die onderlinge individuele- en groepstrijd, de massa zich afzet tegen de voor hen onoverzichtelijke politieke klasse, sluist deze, onder druk van de financiële en economische wereldelite, steeds meer nationale macht naar de Europese en financiële wereldinstellingen (IMF) welke door de voornoemde elite beheerst wordt.

    Door centralisering van de macht over landen met totaal uit elkaar lopende politieke- sociaal- en economische culturen heeft men de democratie zodanig uitgehold dat zij grotendeels onder invloed is gekomen van het kapitalistisch despotisme. De geschiedenis leert dat centralisatie van macht op termijn dictatoriale neigingen genereert en uiteindelijk geen democratie tolereert.

    Het valt te vrezen dat de 'Europese droom' daar geen uitzondering zal worden. Ontwaakt...ingedommelden van Europa...

    Renaat van Poelvoorde

    06-04-2012 om 15:35 geschreven door Renaat  


    Tags:Politiek, democratie,
    19-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onze hypocriete, discriminerende en groepsindividualistisch 'nationale medeleven'

    Deze week komt, met het ter aarde bestellen van de slachtoffers van het busongeval in Zwitserland,(hopelijk) een einde aan het door de media schandalige commercieel uitgebuit ramptoerisme. Wat het dagenlang volledig in beslag nemen van alle radio- en TV nieuws- actualiteit- duiding- gesprek- en discussieprogramma's, laat staan de, uitgezonderd voetbalpagina's, vrijwel heel de krantenpagina's vullende fotoreportages te maken hebben met 'medeleven', is voor zowel mijn verstandelijke als emotionele beperkte intelligentie moeilijk vatbaar. 

    Op het avondnieuws van vorige dinsdag werd bericht over Bangladesh waar als gevolg van een aanvaring een veerboot was gezonken, waardoor 110, zowel volwassenen als kinderen verdronken. Meer dan een vluchtige vermelding, zowel in TV- als radiojournaals, en een verloren berichtje op kantenbinnenpagina's, vonden de nieuwsredacteurs, gezien de afstand, nationaliteit, en sociale status van de slachtoffers, dat blijkbaar niet waard. Door het feit dat even later het bericht van het Zwitserse busongeval binnenliep, en rampen met 'eigen volk' uiteraard heel wat meer luisteraars, kijkers, en lezers interesseren, werden trouwens alle andere  persagentschaptelexen tot 'minder belangrijk' gedegradeerd en naar de prullenmand verwezen.

    In opdracht van "de vierde macht" (de media) moest en zou het individuele groot verdriet van de nabestaanden collectief gedeeld worden. Alle binnenlandse en buitenlandse problemen en gebeurtenissen, van om het even welk sociaal belang, dienden, althans voor de eerstvolgende dagen, als totaal irrelevant en onbelangrijk, of als 'niet gebeurd' te worden beschouwd.. Elke nieuwsuitzending, elk actualiteit- duiding- discussie- en praatprogramma, moest en zou de ramptoeristisch verlekkerde Vlaamse kijker tot vervelens toe overdonderen met dezelfde beelden, filmpjes, berichten van 'reporters ter plaatse', interviews en commentaren met, van en over ouders, familie, leeraars, schooldirecteurs, psychologen, psychiaters, dokters, hulpverleners, autocarbestuurders, verkeerspecialisten, politiediensten,  burgemeesters en ministers. Zowel het federaal als het Vlaams parlement moest haar werkzaamheden opschorten, en zelfs de uitzending van het snertprogramma 'De Voice van Vlaanderen' diende te worden verschoven naar het einde van de week, omdat men veronderstelde dat het 'nieuwsitem' tegen die tijd wel enigszins zou 'uitgemolken' zijn, en het collectief verdriet terug wel wat entertainment verdiende.

    Uiteraard is het erg, heel erg, je kind, ouders, broer of zuster te verliezen. Uiteraard is het schokkend, als vrienden, en zelfs gewoon bekenden je plotseling ontvallen. Iedereen van mijn leeftijdscategorie is op één of ander manier daaromtrent 'ervaringsdeskundige en weet dat men het echte verdriet om het verlies van een geliefde enkel kan verwerken in zichzelf, en zo nodig gevonden, gesteund door zelf gekozenen uit zijn omgeving. Interesse, en  het eerder viraal' medeleven van anderen is daarbij, zo niet storend, dan toch volstrekt overbodig.

    Bovendien zie ik niet in of de getroffenen er beter of slechter aan toe zijn als, behalve zijzelf, ook nog anderen op hetzelfde ogenblik hetzelfde meemaken, laat staan dat hun mate van verlies en verdriet evenredig zou stijgen al naar gelang het aantal getroffenen.

    Tot slot nog even volgende bedenking meegeven:  Het feit dat elke dag een paar duizend kilometer van ons verwijderd, gemiddeld 35.000 ouders hun kind door hongerdood zien sterven, en dàt ons geen moer beroert, toont aan hoe (voor velen onbewust) hypocriet en discriminerend en groepsindividualistisch onze 'nationale condoleantie' wel is...

    19-03-2012 om 00:00 geschreven door Renaat  


    Tags:maatschappij, samenleving, medeleven
    11-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hoe concurrentie zowel rijkdom als armpoede genereert
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    'Concurrentie' is een min of meer modern woord voor de in oorsprong 'drang om te overleven'. Reeds in de oertijden waren samenlevingseenheden (gezinnen, stammen) steeds met elkaar in strijd om het behoud of verovering van 'vruchtbare gronden' met bijhorende, als voedsel fungerende, fauna en flora .

    Hoe groter het bevolkingsaantal binnen de samenlevingsvormen werd, hoe meer daarin levende sub-samenlevingsvorman ontstonden die onderling in concurrentie gingen. De 'pikorde' binnen die samenlevingen werd grotendeels bepaald door de individuele en/of groeps- fysieke sterkte .

    Naargelang in de loop van de geschiedenis de samenlevingsvormen evolueerden naar gestructureerde maatschappijen, geregeld door al dan niet democratisch tot stand gekomen wetten en regels, werd de fysieke kracht verdrongen door de verworven sociale status binnen de samenleving, hetzij door afkomst, bezit, en aanzien, hetzij door een combinatie daarvan.

    De eeuwenoude klassenmaatschappij, waar in oorsprong de edelen zich verrijkten via het werk van lijfeigenen of slaven, welke zij ter compensatie in leven hielden, evolueerde vanaf de 18de eeuw tot de basisvorm van het kapitalisme van, door en voor de al dan niet uit de adel stammende fabriekseigenaars en herenboeren, 'gezoogd' door een onderbetaalde, grotendeels in armoede levende arbeidersklasse en landbouwpachters.

    Vanaf het einde van de 19de eeuw tot in de tweede helft van de 20ste eeuw zorgde de arbeidersstrijd, na de tweede wereldoorlog vooral in West-Europa daarbij gesteund door de angst voor het communisme, voor de creatie van 'welvaartstaten' , in het ene land al meer dan in het andere, met een min of meer doeltreffende sociale zekerheid welke de "uit de boot-vallenden" tegen al te grote armoede moesten beschermen.

    Waar de de socialistische experimenten in Oost Europa en Azië, in oorsprong het door K.Marx uitgewerkte gelijkwaardigheidbeginsel trachtte na te streven, paste in West-Europa het aloude adellijk kapitalisme zich noodzakelijkerwijs aan aan een 'loon naar werken' -systeem.


    In feiten is, de sociaaldemocratie en de sociaal gestuurde economie een compromis tussen het kapitalisme en het zuiver socialisme. Tot kort na de tweede wereldoorlog werd de maatschappij gevormd door -een 'leidende' klasse van 'rijken, -een 'middenstand' van zelfstandige en vrije beroepen, en notabelen die enig aanzien genoten en zich al wat extra's konden veroorloven, -een arbeidersklasse die ondanks zes, twaalf uur durende werkdagen, in relatieve armoede leefden, en ten slotte -de werkelijke armenklasse.

    Dat aloude sociale klassensysteem bestaat vandaag ook in Europa en Noord-Amerika nog steeds, al is het dan in licht gewijzigde vorm . Behalve de leidende klasse van rijken, en de (weliswaar niet meer hongerlijdende) armen, is er een grote middenklasse met nogal sterk uiteenlopende inkomens en belangen ontstaan, waartoe zich niet enkel de oorspronkelijke middenstanders en hogere kaders, maar ook het grootste deel van de 'werknemersklasse' zich toe rekent.

    Vraag blijft hoe het komt dat, ondanks een relatief goed sociaal systeem in de meeste West-Europese landen, deze elk toch gemiddeld tussen de 10-15% onder de armoedegrens levende burgers tellen, en in de rest van de wereld, vooral in Afrika en zuid Amerika, ondanks alle Uno- en NGO-acties, men de armoede en ellende, grotendeels ontstaan na de kolonisatieperiode, al die tijd niet noemenswaardig heeft weten terug te dringen.

    Voor zover hen die vraag wordt gesteld, blijven de verantwoordelijke politieke natie- en wereldleiders meestal het antwoord schuldig. In plaats van daar een gemotiveerd antwoord op te geven, beperken zij zich hoogstens tot vrijblijvende verontschuldigingen, aangevuld met het gebruikelijk aanwijzen van de bijbehorende 'zondebokken'

    Mijn inzien begrijpelijk, gezien men steevast blijft uitgaan van het kapitalistisch vrije-marktmodel, met zijn prestatie- en concurrentiestrijd en de fetisj van de ongebreidelde productie- consumptie- en winstgroei.

    De zo geroemde "vrije-markt" is is niets meer of minder dan een beschaafde(?) kopie van het oeroude jungleprincipe: Wie het sterkt of het slimst is, of een combinatie van beide, rijft zo niet de gehele, dan toch het grootste stuk van de buit binnen. De fysisch- of verstandelijk zwakkeren, het kleinste of zelfs helemaal niets.

    Maar in tegenstelling met de junglewet, waar de 'overwinnaar' het teveel aan buit meestal achterlaat, waardoor de 'overwonnenen' dikwijls toch nog een deel van 'de koek' kregen, vereist het vrije- marktprincipe en de 'winstmaximalisatie' dat ook het directe overtollig gewin door de winnaar wordt ingepalmd, waardoor de 'chronisch overwonnenen' een onherroepelijke dood (faillissement) tegemoet zien.

    Hoe dan ook heeft de sociaal democratie, vooral in het naoorlogse West-Europa, mede door de druk van het dreigende communisme, daar enige correctie weten in aan te brengen. Via allerlei sociale bijdragen en belastingen werden de winnaars (met wisselend succes) al dan niet uit eigenbelang gedwongen een klein deel van hun overtollige 'buit' af te staan aan de gemeenschap, welke die pleegt aan te wenden voor gemeenschappelijke voorzieningen en ondersteuning van de zwakke 'overwonnenen'.

    Reeds eeuwen voorziet deze aarde, mede geholpen door de vindingrijkheid van de mens, voorlopig nog over voldoende grondstoffen, opbrengsten en middelen om wereldwijd ALLE mensen een menswaardig bestaan met stijgende welvaart en welzijn te verstrekken.

    De hebzucht van 'de sterksten', daarin lijdzaam gevolgd door hun 'onderhorigen' hebben er echter steeds voor gezorgd dat een kleine groep van de wereldbevolking het overgrote deel van alle grondstoffen en hun opbrengsten in handen hebben. Daar waar nodig voor het handhaven van het kapitalistisch systeem, is er een middengroep van 'gemiddeld sterken' gecreëerd met een relatieve welstand, welke deskundig gemanipuleerd wordt om de machtspositie van de financieel-economische elite te consolideren.

    Ondertussen blijft wereldwijd het groot deel van de mensheid, welke, al naargelang de gemiddelde welvaart van het land onveranderlijk in armoede leven. (spijts alle inspanningen en goede voornemens van Uno-organisaties)

    Maar, zolang men het zowel het individuele- als groepsprestatie- en concurrentiebeginsel niet afzweert, zal rijkdom armoede genereren en omgekeerd armoede de rijkdom blijven 'zogen'. Zolang men waarde van iemand, afhankelijk maakt van zijn afkomst, maatschappelijke positie, functie, en/of diploma, en men de waardering van de geleverde prestatie daar afhankelijk van maakt, is spreken over rechtvaardigheid, niets meer dan hypocriete volksverlakkerij.

    Niet het onnatuurlijke 'gelijkheidsbeginsel', waar men wegens zijn onbereikbaarheid het gemakshalve maar al te vaak over heeft, maar de "gelijkwaardigheid" van alle mensen en beroepen, zou het eikpunt moeten zijn waar zowel natie- als wereldleiders hun beleid moeten op afstemmen.

    Maar gezien 'gelijkwaardigheid' de waarde en maatschappelijke status van macht, bezit, vermogen, en kennis, sterk relativeert, is het niet echt verwonderlijk, dat dit begrip zelden of niet voorkomt in wetten en regels,... en het zelfs bij de 'gewone man in de straat' vrijwel onbekend is.

    11-03-2012 om 15:23 geschreven door Renaat  


    Tags:politiek, sociaal, maatschappij, vrijheid
    02-03-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Aalsterse 'volksfeest'
    Carnaval, het 'feest' waarvan het gros van de Aalsterse 'carnavalisten' onwetend zijn over de oorsprong, laat staan de doelstelling ervan, is weer eens voorbij. De massale vervuiling, afval, en stank, het gevolg van drie dagen en nachten, dansen, zingen, drinken, vrijen en one-night- of -day-standjes is zo goed mogelijk opgeruimd, al moet het eerst nog eens goed regenen alvorens de bier- en urinereuk volledig verdwenen zal zijn.

    Dat dit volksfeest in zijn moderne versie zodanig gecommercialiseerd is, waarbij centrumherbergen , omgetoverd tot fantasieloze bierstallen, aan onrechtmatig verhoogde drankprijzen een niet bestaande service aanbieden, de grootste winterfoor vrijwel onbetaalbaar wordt voor de minderbedeelden, schijnt, uitgezonderd enkele 'wereldvreemde' zeurpieten zoals schrijver dezes, niemand te deren.

    Zoals nog meer evenementen en periodes van het jaar, zoals de vakantie- en Nieuwjaarsperiode, waarbij de mate van deelneming aan het 'sociale' gebeuren hoe dan ook afhankelijk is van de individuele koopkracht, is ook carnaval gaan behoren tot het consumptiepakket, grotendeels bepalend voor ons gemeenschappelijk leven.

    Meer dan ooit is Keizer Nero's 'brood en spelen' actueel. Ondertussen hebben de moderne pseudo-Nero's al één en ander 'in brand' gestoken, terwijl het gepeupel...ondertussen met gesloten ogen en oren voortspeelt...

    02-03-2012 om 00:00 geschreven door Renaat  


    Tags:Aalst, carnaval, pompierwagens
    11-02-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De vrijheid die tot zelfvernietiging leidt

    "Het zegevierend en tot het uiterste gedreven individualisme, en de té grote vrijheid van handelen, doet naar de absolute monarchie terugverlangen. Want een vrijheid, waarvan vrijwel alleen de sterken voordeel aan hebben, is de ergste der tirannieën."
    Met deze uitspraak stelde de Franse schrijver Paul Brulat reeds in het begin van de vorige eeuw, dat de zo geroemde vrijheid, de financiële en economische machten tot de tirannen van de twintigste en daaropvolgende eeuw zou maken.

    Maar in tegenstelling tot de feodale heersers van de voorgaande eeuwen,hadden de nieuwe kroonprinsen van Wall Street een uitgekiend systeem bedacht waardoor het aloude Romeinse idee van 'brood en spelen' voor bijna iedereen wel wat leuks en lekkers te bieden had. Uiteraard, onder voorwaarde dat men op de daarvoor geschikte plaatsen dezer aardkloot geboren was, en men over een bepaals niveau van fysische en psychische capaciteiten beschikte.

    Begrippen zoals 'steeds meer', en 'steeds groter', waarop het kapitalistisch economisch en financieel systeem gestoeld zijn, dienen dan ook als werkmethode: Zowel productie, omzet, winst, en consumptie dienen in steeds grotere mate en onbeperkt te groeien, zo niet valt het het hele systeem als een kaartenhuis in elkaar.

    Ook binnen het financieel systeem is zowel het debet als het krediet onderworpen aan het groeiprincipe. Want gezien geldwaarde gecreëerd wordt door schuld, en bijgevolg zuiver fictief is, is het dan ook noodzakelijk dat de schuld onbeperkt stijgt.

    Om een heel ingewikkeld systeem in één enkel begrijpbaar woord samen te vatten: Ons financieel systeem, werkzaam binnen de vrije-markt, is niets meer dan zuivere 'luchtfietserij'. Zolang iedereen er in gelooft, maar er geen enkel bewijs van vereist, blijft het (voorlopig) werken.

    Maar...systemen zijn nu eenmaal gebonden aan regels en wetmatigheden. En regels en wetmatigheden zijn veelal niet compatibel met het begrip 'vrijheid', laat staan dat zij er ingrediënten van zouden zijn. En gezien 'meer' wel degelijk de vader van hebzucht is, en hebzucht zich uiteraard niet laat regelen, zijn regels en wetmatigheden in een vrijemarkteconomie niet bepaald stimulerende factoren.

    Als gevolg daarvan is er wereldwijd een leger aan economen en financiële specialisten ontstaan om er voor zorgen dat de regelgevingen in balans blijven met de vrijheid van handelen.

    En laat het nu juist dààr allemaal fout lopen. Want blijkbaar hebben zelfs de hoogst geschoolde wezens in die branche geen enkel benul hoe men een, tot eindig gedoemd zijnde groei, tóch verder kan doen groeien, en de ondertussen immense openbare schuld te beperken, alhoewel die Systemish genoodzaakt is om steeds groter te worden.

    Sinds vorige eeuw heeft men de 'eindigheid' van productie- omzet- winst- geld- en schuldgroei steeds weten op te vangen en uit te stellen. Zo slaagt men er vooralsnog min of meer in om tot omzetgroei te komen door productie van gebruiksgoederen die minder lang meegaan, vlugger stukgaan en/of vlugger verslijten, of produceert men ze zodanig dat bij het falen van één enkel onderdeel gans het product dient vervangen te worden.

    Ook voor het probleem van de steeds grotere wordende ongedekte schuld, heeft men een, uiteraard tijdelijke, oplossing gevonden. Schuld wordt namelijk gewoonweg doorverkocht. Zo is geld, in papier, munten of bankgiro, welke men ontvangt, niets meer of minder dan de 'schuldwaarden' van anderen.

    De met de regelmaat van een klok voorkomende economische en financiële crisissen zijn het gevolg van het steeds frequenter vastlopen van het systeem. Een vastlopen dat telkens voortkomt uit de wetmatigheden van het systeem die zelfcorrigerend trachten op te treden, waardoor 'de groei' vermindert of zelfs stil valt.

    Dat het tè voortvarend 'misbruik' van het systeem, door een bepaald land (zoals heden Griekenland) 'de bal aan het rollen brengt', bemoeilijk enkel de werking van de toegediende 'pijnstillers' die men op europees vlak wil en kan toedienen om de gevolgen van de 'ziekte' te bestrijden. De ziekte van de schuldencrisis, die reeds eerder in in de VS, IJsland en Ierland was uitgebroken.

    Wie zich vandaag geen vragen stelt bij de onmacht en onkunde van de hooggeschoolde en de hemel in geprezen politieke, economische, en financiële experten, is ofwel ziende blind ofwel ter kwader trouw.

    Daarom had ik graag van iemand enige deskundige uitleg gekregen bij de vraag hoe de miljarden mensen in China, India en Brazilië, via hun ongebreidelde economische groei, een grotere welvaart gaan krijgen. Want opdat nog maar de helft daarvan ooit aan onze huidige levensstandaard zou toekomen, is een ecologische voetafdruk noodzakelijk die drie maal de maximale draagkracht van onze aarde betekent. Bovendien vraag zich blijkbaar niemand af hoeveel energie en grondstoffen, meer dan nu, daarvoor nodig zijn, laat staan dat zij voorradig zouden zijn.

    Tot dusver zijn er enkel (een groeiend aantal) economen en sociologen te vinden die op gemotiveerde wijze het tegenovergestelde beweren. Die stellen dat K.Marx's analyse van het kapitalistisch systeem na meer dan honderd jaar nog steeds geldt en aan de voorspelde gevolgen niet te ontkomen is, als men het in zijn geheel niet drastisch hervormt.

    Er was een tijd dat vrijheid een begrip was dat m.b.t. landen, volkeren of gemeenschappen werd gebruikt. Namelijk, de maatschappelijke en gemeenschappelijke vrijheid.

    De aanbidding van de individuele vrijheid, het dogma van de kapitalistische financiële en economische tirannieën, om zodoende het individu als loon- en consumentslaaf te gebruiken, ter verrijking van een kleine elite, is het eenentwintigeeuwse equivalent van de het middeleeuwse laten- en negentiende Amerikaanse slavensysteem.

    De ongebreidelde individuele vrijheid is een vrijheid die stelselmatig het gemeenschapsgevoel en de maatschappelijke vrijheid vernietigt, en die uiteindelijk tot zelfvernietiging van het systeem zal leiden.

    Terugblikkend in de geschiedenis blijkt, voor zover geweten, de in vorige alinea aangehaalde stelling de basisoorzaak te zijn van de ondergang van vrijwel elke beschaving. De geschiedenis van de toekomst zal aangeven of wij daar al dan niet iets uit geleerd hebben...

    11-02-2012 om 00:00 geschreven door Renaat  


    Tags:politiek, sociaal, maatschappij, vrijheid
    11-01-2012
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Blind, doof, maar welvarend
    Sinds het begin van deze eeuw heeft het men het steeds meer over de "vergrijzing" van de bevolking en de daardoor te voorziene uit de hand lopende en zogenaamd onbetaalbare ziekte- en pensioenskosten. Uit Allerhande studies blijkt dat de steeds langer levende babyboomers van na de tweede wereldoorlog, vanaf 2015 een steeds grotere hap van de algemene middelen, opgehoest door een steeds kleiner wordende groep actief werkenden, gaan opeisen.

    Door het oprichten van een 'zilverfonds', waar tot heden nog geen daadwerkelijke eurocent is in gestort, de creatie van een 'generatiepact', dat er zou voor zorgen dat minder mensen vroegtijdig op brugpensioen gaan, maar dat vrijwel effectloos blijft, en allerlei subsidieringen om oudere werknemers aan het werk te houden of in dienst te nemen, maar die de gemeenschap bijna evenveel kosten, als zij opbrengen, wekken de beleidmakers de indruk dat men er zich niet alleen van bewust is, maar er ook wat aan doet.

    Niet dus. Politici weten dat de bevolking (nog) niet bereid is om effectieve, inspanning vragende maatregelen te aanvaarden. Ons economisch- en kapitalistisch samenlevingsmodel is namelijk tegen haar eigen grenzen aangebotst, of beter gezegd, door onze ongebreidelde hebzucht en onophoudelijk streven naar steeds meer 'welvaart', hebben wij die grenzen ruim overschreden.

    De verwachting dat het 'terugkeren' naar minder buitenissige tijden, en het creëren van een evenwichtige en toch sociaal aanvaardbare kosten- batenmaatschappij, voor de beter- en middelmatig gegoeden, niet alleen een stagnatie, maar zelfs een achteruitgang van hun levenstandaard zal inhouden, maakt dat de 'gekozenen des volk' niet happig zijn hun kiezers te vertellen waar het op staat. In onze democratie wordt alleen het korte termijnbeleid beoordeeld, terwijl het langetermijnbeleid, zeker als dat op korte termijn alleen inspanningen vergt, meedogenloos afgestraft.
    Zoals met de problematiek en zijn gevolgen, van de opwarming van de aarde, steken wij ook i.v.m. de gevolgen van het ongebreideld kapitalisme en het onvoorwaardelijke geloof in de 'vrije markt', onze kop in het zand.

    In onze zogenaamde strijd tegen de milieuverloedering, armoede, ellende en honger, en onze zorg om de toekomst voor onze kinderen en kleinkinderen, lopen wij steevast te pletter tegen de muur van ons huidig, zowel groeps- als eigenbelang.
    Tegen beter weten in, blijven wij geloven dat wij in staat zijn om de co²-, fijn stof, en andere schadelijke uitstoot tot een biologisch aanvaardbaar peil terug te dringen, zonder daarvoor moeten in te boeten op onze steeds stijgende energie- productie- verbuiks- en winstbehoefte. Ik kan moeilijk aannemen dat men nog niet heeft berekend hoeveel windmolenparken, tienduizenden km² zonnepanelen, en landbouwpercelen voor biogasproductie, daar voor nodig zijn. Dat die cijfers nog nergens naar boven zijn gekomen, geeft te denken.

    In tegenstelling tot de milieuproblematiek, waar gezien de ontoereikende wetenschap over de natuurlijke evolutieprocessen, noch over oorzaak noch over gevolg een algemene consensus bestaat, Zijn de gevolgen van de vergrijzing min of meer exact te bereken. In tegenstelling van datgene, wat om welke reden ook, steeds wordt beweerd, gaat het er hem niet zozeer over of de pensioenen, ziektekosten e.d. binnen twintig jaar nog al dan niet betaalbaar zullen zijn, dan wel, of de actieve bevolking, die het hoogstwaarschijnlijk minder goed dan wij zullen hebben, de hen voorgeschotelde, steeds hoger oplopende factuur zullen WILLEN betalen.

    Met de tijd zullen hervormingen van ons pensioenstelsel onvermijdelijk zijn, al zullen zij waarschijnlijk te laat komen, met een verminderd effect als gevolg. Men kan zich afvragen of in de stilaan aanbrekende tijden van krimpende gemeenschappelijke middelen, het nog verantwoord is om sociale uitkeringen aan iedereen uit te delen, onafhankelijk van hun kapitaalsbezit, -opbrengs- en/of -inkomen. Men kan zich afvragen of het aanvaardbaar is om aan mensen die tijdens hun ganse loopbaan, wegens hun aanzienlijk inkomen, roerend en onroerend bezit hebben kunnen opbouwen, en daardoor alleen reeds, een redelijk inkomen verwerven, ook nog een deel van de schaarser wordende algemene middelen toe te wijzen, waardoor de lage pensioenen ontoereikend laag worden houden.

    Maar wetende dat in het deze strevers-, prestatie- en bezitsvermeerderingsmaatschappij, het 'veel verdienen' en/of veel bezitten, automatisch als gevolg wordt gezien van het zogenaamd "hard en lang werken", en men daarom ook meent recht te hebben op een (zelfs groter) deel van sociale voorzieningen zoals pensioenen, maken dergelijke deeloplossingen van de problematiek uiteraard geen kans bij de grote meerderheid van de bevolking, die alle voordeel heeft bij het behoud van het huidige stelsel.

    Al zijn wij dan doof en blind, wij zijn en blijven daardoor, voorlopig toch, 'welvarend'. Et, après nous: les mouches...

    11-01-2012 om 00:00 geschreven door Renaat  


    Tags:politiek, maatschappij, sociaal
    11-11-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Ook deze maatschappijvorm is eindig
    Als alles goed gaat mogen wij nog voor kerstmis een nieuwe federale regering verwachten. En als kers op die taart, daarbij ook een begroting voor volgend jaar die beantwoordt aan de eisen van de Europese en wereld-schaduwregeringen, nl. de Ceo's en raden van bestuur van de banken, de Europese centrale bank en het Internationaal Monetair Fonds.

    Een begroting die de sluipende afbouw van onze sociale zekerheid,die sinds een paar decennia aan de gang is, is een stroomversnelling brengt. Voortaan dient niet meer de werkloosheid, maar de werklozen worden bestreden. Niet meer de ondermaatse werkomstandigheden die knelpuntberoepen creëren, maar 'werkonwillige,' die weigeren een slecht betaalde job te aanvaarden, Niet meer de oorzaken van massaontslagen en nochtans winstmakende bedrijfssluitingen, maar de parasiterende vijftigplussers die via brugpensioen nog net boven de armoedegrens trachten uit te komen.

    Ook in het ziek buitenlandse Europa is bezuinigen de boodschap, ter meerdere eer en glorie van Wall-street en de andere tempels van de allesomvattende moderne religie met een aantal gelovigen waar de Rooms-katholieke kerk én de Islam in hun beste dagen alleen maar konden van dromen. Het aanbidden van het geld- winst- hebzucht- en consumptie-gouden kalf is nog nooit zo 'cool' en populair geweest. Zelfs in deze tijd waar het ons bij middel van Griekenland, en straks misschien ook Spanje, Portugal en Italië, laat voelen dat het onverzadigbaar is.

    De wetenschap dat alles eindig is, dus ook deze maatschappijvorm waar solidariteit, meevoelendheid, gelijkwaardigheid, rechtvaardigheid en hulpvaardigheid tot nostalgische begrippen dreigen te verworden (of dat deels al zijn), is de enige hoop die ik mijn kinderen en kleinkinderen nog kan meegeven...

    11-11-2011 om 00:00 geschreven door Renaat  


    11-10-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het zevenkoppige crisismonster

    In 2007 ontstond door de instorting van de hypotheekmarkt een wereldwijde crisis die sindsdien de vorm van een zevenkoppige moeilijk te bedwingen draak heeft aangenomen.

    De oorzaak ervan waren de 'subprime'-hypotheken, waarbij in het begin een lage rente betaald wordt die achteraf langzaamaan oploopt. Het bijzondere van deze hypotheek is dat deze ook zonder enige inkomensgarantie kan worden afgesloten. Toen heel wat inkomensonzekere Amerikanen hun afbetalingsverplichtingen niet meer nakwamen, ontstond de "subprime-crisis" waardoor heel wat banken en verzekeringsmaatschappijen dreigden onderdoor te gaan.

    Als gevolg daarvan ontstond eerst de financiële crisis, die men trachtte te bezweren door wereldwijd honderden miljarden in de banken en andere financiële instellingen te pompen en zodoende het in elkaar storten van het financiële systeem te voorkomen

    Door het wegvallen van het onderling vertrouwen tussen de banken stokte de kredietverlening en konden ondernemingen geen of nog maar beperkt krediet verkrijgen. Het consumentenvertrouwen daalde, de economie kromp en bedrijven reorganiseerden of sloten hun deuren. De tweede kop van de draak kwam tevoorschijn: de economische crisis.

    Gezien de staatsfinanciën onrechtstreeks beheerd en gestuurd worden door de financiële en economische machten, kon ook de crisis van de staatsfinanciën niet uitblijven. Niet enkel door de massale steun aan de banken, maar vooral door de gevolgen van de economische crisis groeide het begrotingstekort van de overheden snel. Daardoor gingen veel regeringen extra geld uitgeven om economische investeringen te stimuleren, waardoor begrotingstekorten en staatsschulden verder opliepen.

    De drakenkop van de staatsfinanciën heeft dezelfde slokdarm als deze van de eurocrisis. Want de landen in Europa met de zwakste economieën moeten steeds hogere rentes betalen voor hun staatsleningen. Door het feit de landen van de eurozone een gemeenschappelijke munt hebben met weliswaar een gemeenschappelijk monetair beleid, maar geen gemeenschappelijk economisch beleid, groeien de sterkere en zwakkere landen steeds verder uit elkaar. Als gevolg daarvan komt de euro onder zware druk te staan en dreigen landen zoals Griekenland, Portugal, Ierland hun schulden niet meer te kunnen betalen. De bijstand vanwege het IMF en de ECB dient niet zozeer om om de Grieken, de Portugezen, en de Ieren te redden, maar in de eerste plaats om de Duitse en Franse banken te helpen die in die landen grote bedragen aan leningen hebben uitstaan.

    Het gevolg van dat alles veroorzaakt uiteindelijk ook een sociale crisis. Want om de geweldige begrotingstekorten terug te dringen, worden er draconische bezuinigingsprogramma’s doorgevoerd, waarbij vooral de overheidsdiensten en de uitkeringen, maar ook de pensioenen en andere voorzieningen het moeten ontgelden. Vooral in de zwakke economieën neemt de werkloosheid enorm toe. Als gevolg van de verarming daalt de binnenlandse consumptie en verslechtert de economie. Dat deze politiek van afwentelen van de crisis op de gewone mensen, terwijl de veroorzakers ervan buiten schot blijven, tot grote sociale onrust leidt is dan ook een vanzelfsprekendheid.

    Een sociale crisis heeft steeds gevolgen op de werking van de democratie. De sociale onrust wordt de kop ingedrukt door het buitenspel zetten van democratische procedures en organen. Het zijn niet zozeer meer de de regeringen of de nationale parlementen, maar de EU en het IMF die beslissen over het economische beleid van de landen die steun krijgen.

    Dat alles veroorzaakt een politieke crisis waar zowel de traditionele rechtse partijen als de sociaaldemocraten verantwoordelijk voor zijn, zoals ze ook verantwoordelijk zijn voor de neoliberale politiek die tot deze crisis heeft geleid.

    Het ziet er naar uit dat dat er binnenkort een nieuwe financiële crisis ontstaat, en voor velen is het duidelijk dat er voorlopig geen einde, of oplossing van, de crisis in zicht is, zoals de Europese leiders ons zo graag willen doen geloven.


    Een constante factor in het geheel is de onderschikking van alles en iedereen aan de financiële markten. De krachten die deze crisis veroorzaakt hebben, krijgen ruim baan om hun verderfelijke praktijken door te zetten. Hun wil is wet, politici en beleidsmakers lopen zich het vuur uit de sloffen om het de financiële markten naar de zin te maken en het is uiteindelijk de bevolking die voor de gevolgen op moet draaien.


    Het lijkt er op dat, analoog in navolging van ons Belgisch federaal systeem, ook het al-omprezen kapitalistische vrijenmarktsysteem, zo niet failliet, dan toch tegen zijn grenzen is aangebotst. De enige manier om deze zevenkoppige crisis op te lossen, zal het aanpakken zijn van de almacht van het grote geld, verzet tegen de bezuinigingen, tegen de afbraak, tegen de werkloosheid, tegen het afwentelen van de crisis op degenen die hem niet veroorzaakt hebben.

    Het is nog maar de vraag of deze klassieke 'vakbonds'-oplossingen het tij kunnen doen keren. Stakingen, en het land lamleggen heeft op korte termijn enkel een verergering van de crisis, meer werkloosheid, en grotere schulden als gevolg. Schulden die hoe dan ook ooit moeten betaald worden. En in een kapitalistisch systeem is dat nu eenmaal de 'gebruiker' aan het einde van de ketting: de bevolking.

    Zolang men, al dan niet met de best mogelijke sociale correcties, in dit systeem blijft hangen, zal er niets veranderen aan de feitelijkheid dat rijkdom armoede creëert en armoede het gevolg is van rijkdomverwerving.

    Het alternatief, een maatschappij waar gelijkwaardigheid vooropstaat, en iedereen, ongeacht zijn mogelijkheden, in min of meer gelijke wijze gebruik kan maken van de vruchten van het gemeenschappelijk bezit en prestaties, mag dan wel ingaan tegen de menselijke natuur, feit is dat de werkzaamheid ervan nog nooit is uitgeprobeerd.

    Wie, om dat tegen te spreken, daaromtrent verwijst naar het voormalig communistisch Oostblok, getuigt van weinig kennis over wat Marx en Engels ooit bedoelden.Evenmin als de voormalige sovjet- en andere communistische leiders dat hadden, laat staan dat zij het wisten (wilden) uit te voeren.

    Renaat van Poelvoorde

    11-10-2011 om 00:00 geschreven door Renaat  


    11-09-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Een particratie is geen democratie

    In een democratie is de bevolking soeverein en is alle autoriteit gebaseerd op de instemming van het volk. In een particratie of partitocratie is de wetgevende, en meestal ook de uitvoerende macht in handen van politieke partijen.


    In feiten zijn vrijwel alle zogenaamde democratische landen particratieën, waar de bevolking op gezette tijden via stemming de krachtsverhoudingen bepaalt tussen de zich presenterende politieke partijen.

    Eens de verkiezingsuitslag bekend, eindigt de democratie en gaan, indien geen enkele partij de meerderheid haalt, de onderscheiden partijleidingen, zonder enige verdere inspraak van de bevolking, onder mekaar uitmaken welke parlementaire- en regeringscoalitie het land gaat besturen.

    Het regeerprogramma, dat in een coalitieregering op heel wat punten verschilt van de onderscheiden verkiezingsprogramma’s waarop (theoretisch gezien) de kiezers hun keuze hebben bepaald, wordt door een meerderheid der 'gekozenen des volk', die in werkelijkheid klakkeloos de richtlijnen van de partijtop volgen, goedgekeurd.

    In landen zoals België, waar, zoals bij de recentste federale verkiezingen, de grootste partij amper 17.4% van de stemmen haalt, en er minstens zes partijen nodig zijn om een parlementaire meerderheid te vormen, kan men nog moeilijk stellen dat de gevormde regering, laat staan haar beleid, op “de wil van de kiezer” gericht is.

    Steeds weerkerende uitspraken, zowel door politici, als door burgers, als daar zijn: ‘de wil van de kiezer’, de kiezer heeft gekozen’ de Vlamingen hebben gekozen voor…’, zijn op zijn zachts gezegd ver gezocht. Afgezien van de feitelijkheid dat het grootste deel van de kiezers, on-, onvoldoende-, of zelfs totaal verkeerd geïnformeerd, voor een bepaalde partij stemmen, kiezen heel wat mensen, wars van partijprogramma’s, op personen al naar gelang hun imago of aantrekkingskracht.

    Even onzinnig is de bewering dat er twee verschillende democratieën in dit land zouden zijn: het rechtsstemmend Vlaanderen en het Linksstemmend Wallonië. Het is twijfelachtig of, zo niet de meerderheid, dan toch een groot deel van de N-VA stemmers weten wat de sociaaleconomische standpunten zijn van die partij. (Om nog maar te zwijgen van de VB-stemmers). Ook is het huidige, door centrumrechts gedomineerde CD&V bestuur niet bepaald een afspiegeling van het grootste deel van haar (nog resterende) achterban, dat grotendeel door centrumlinkse ACW-stemmers wordt bevolkt.

    Niet voor niets is blijkbaar niemand binnen eender welke partij, tijdens het voorbije bijna anderhalf jaar op het idee gekomen om, ten einde voorlopig uit de politieke crisis te komen, een a-politieke regering van technocraten te vormen die met volheid van bevoegdheden en met wisselende parlementaire meerderheden zou regeren. Een dergelijk systeem, dat heel wat dichter bij de grondwettelijke ‘scheiding der machten’ zou aanleunen, en daardoor de werkelijke macht van de partijcenacels zou beperken, zou ook veel meer aan de principes van de democratie beantwoorden.

    Ondertussen zouden de politieke partijen, zonder de druk van een noodzakelijke regeringsvorming, en zonder gezichtsverlies, rustig verder kunnen bakkeleien over al of niet noodzakelijke bevoegdheidsoverdrachten.

    Op die manier zouden partijen zoals N-VA, VB, en Groen!, ofwel zoals LDD, een stille dood sterven, ofwel terug tot hun essentie van kleine zweeppartij worden herleid en zouden de kiezers, zelfs in deze particratie, weer kunnen kiezen op grond van de dingen waar het om gaat: nl de sociaal economische richting van onze samenleving.

    11-09-2011 om 00:00 geschreven door Renaat  


    11-08-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De bedelmaatschappij
    Er was ooit een tijd, zeg maar sinds de late middeleeuwen tot na de eerste wereldoorlog, dat honger, armoede en ellende toen in onze streken nog in grote mate voorkwam bij de zogenaamde 'lagere klasse', de armen, waar ook het gros van de arbeiders werd bijgerekend.


    Als die, als gevolg van oorlog, epidemie, of weersomstandigheden, of gewoonweg door overmatige uitbuiting, grote vormen begon aan te nemen en té gênant werd voor de adel en welstellende burgerij, organiseerden die feesten en andere gelegenheden waarop men dan met zogenaamde 'gulle' hand aalmoezen uitdeelde aan de noodlijdenden.

    Achteraf kon meneer en mevrouw de Baron of Graaf met een bevredigd en gerust geweten terug over gaan tot de orde van de dag, tot de volgende hongerescalatie zich aanbood en opnieuw beroep werd gedaan op de meelevendheid en hulpvaardigheid van de historische en industriële adel.

    Toen in West-Europa, voor een deel gevolgd door Noord-Amerika, onder druk van het dreigend communisme, de kapitaalbezitters tegen hun zin een systeem ontwikkelden dat de gemeenschap in zijn geheel, niet alleen noodhulp, maar ook de noodzakelijk wordende sociale ondersteuning moest bieden, verdween voor de in die werelddelen geborenen, samen met de plaatselijke oorlogen en epidemieën, ook de honger en ellende, en was er voor de minder fortuinlijken enkel nog sprake van 'sociale' armoede. Sociale armoede: het ontbreken van voldoende inkomen om mee te doen aan het 'sociale verkeer' , restaurants, feesten, festivals, reizen, modieuze kleding, comfortabel wonen, enz.

    In bepaalde delen van de wereld, voornamelijk het zuiden, de derde wereld genoemd, waar na de koloniale tijd de plaatselijke bevolkingen door de kleine rijke elite welke de plaats van de vroegere kolonialisten hadden ingenomen, verder uitgebuit en in nog grotere armoede en ellende werden geduwd, zorgden plaatselijke oorlogen voor de kers op de ellendetaart.

    Ondertussen baden in West-Europa en Noord-Amerika het gros van de door het kapitalisme uitverkorenen, in weelde en vertier, niet vermoedend dat de geschiedenis zich, zoals zij dat steeds heeft gedaan, onvermijdelijk opnieuw zal herhalen: Zoals elke voorgaande beschaving zal ook de onze, eens aan de top gekomen, al dan niet langzaam, vergaan, terwijl ter plaatse of elders, uit het moeras een nieuwe beschaving opstaat die de kiemen van de vergane glorie met zich dragend, gedoemd is om ooit hetzelfde lot te ondergaan.

    En hier leven wij dan, steeds frequenter geplaagd door de voortekenen van die ondergang: de ene economische depressie, onderbroken door een kortstondige heropleving, na de andere. Met een financieel luchtballonsysteem dat wegens de grenzen van zijn opblaasbaarheid bereikend, met de regelmaat van een klok vol gaten scheurt, en wij met zijn allen steeds meer lucht blazend, het te pletter te storten hopen te voorkomen.

    En terwijl wij geen weg weten met onze eigen luxe-miserie komen, de commerciële nieuwszenders voorop, en bij gebrek aan programma-ideeën, de media met schrijnende nieuwsitems en documentaires over de zoveelste hongersnood in Afrika, of verslagen van chronische massale slachtingen en verkrachtingen tussen Afrikaanse of Zuid-Oost-Aziatische volkstammen, en cultuur- of religieuze gemeenschappen

    Wie voldoende moed en kracht heeft, en 'het geluk' zich door misdadige mensenhandelaars van hun schamel bezit te laten beroven met de onnakoombare beloften naar het Westerse walhalla van het aards paradijs te worden gebracht, kan zich hier bij ons als moderne slaaf laten misbruiken en voor kost en inwoon plus een aalmoes onze economie enigszins helpen opvijzelen.


    Wie wij niet kunnen gebruiken geven wij een briefje met het bevel om het land te verlaten, waarna zij, bij gebrek aan middelen om daar gevolg aan te geven, zich onderdompelen in het zwarte circuit en als 21-eeuwse slaven de "noodlijdende zelfstandigen" behulpzaam te zijn bij het op peil houden van hun buitenlandse bankrekeningen.

    En terwijl de rijke banken kunnen rekenen op miljardensteun van de gemeenschap om hun door hebzucht gedreven aandeelhouders ter wille te zijn, en de hulpfondsen voor te sterk in het rood gaande minder fortuinlijke westerse staten met honderden miljarden worden gespijsd, moeten de ontelbare vrijwilligersorganisaties en officieel opgerichte inzamelinginstellingen zich de naad uit het lijf lopen om enkele honderden miljoenen samen te bedelen, om het leven van een deel van de Afrikaanse door honger en uitdrogende kinderen nog enige tijd te rekken.

    Want, laten wij wel wezen, zelfs na intensieve grote internationale solidariteitscampagnes is het opgehaalde geld amper voldoende om de op sterven na dood uitgemergelde Afrikaanse lichamen net voldoende voedsel toe te dienden opdat zij met het laatste beetje overgebleven energie zich nog net voor het ter aarde gaan, zouden kunnen voortplanten. De daar uit voortgekomen dreumesen kunnen dan, voor zover zij niet zijn doodgeborenen en hun tienerleeftijd halen, hetzelfde ellendige bestaan ondergaan, met nóg minder overlevingskans dan hun ouders hadden.

    Want met de minder dan 0.4% van hun bruutnationaal product dat de welstellende wereldgemeenschap aan ontwikkelingshulp besteedt, dat bovendien grotendeels meer de schenkers dan de ontvangers economisch ten goede komt, is het begrip 'ontwikkeling' eerder een eufemisme.

    De periodiek weerkerende bedelrondes waarbij de gemiddelde vrijwillige burgerdonor eenmalig hoogstens 3% van zijn maandinkomen spendeert, aangevuld met het gemeenschapsgeld wat wereldorganisaties van de rijke landen daarvoor ontvangen, is en blijft onvoldoende om de vraag naar noodhulp te voldoen, laat staan dat daar nog wat van overblijft om de oorzaken ervan te bestrijden.

    De modale middenklasser van de rijke westerse geïndustrialiseerde wereld heeft de plaats ingenomen van de Graaf uit de late middeleeuwen en de Baron van de 18de en 19de eeuw. Zonder zichzelf daar iets voor te ontzeggen strooit hij af en toe, al dan niet door valse schaamte gedwongen, met wat in zijn broekzak achtergebleven stuivers, al dan niet bewust van zijn eigenbelang.

    Sinds de dag dat men 'het bezit' heeft ontdekt en het gebruik van geld als middel daartoe gevonden is de mensheid verworden tot een bedelmaatschappij. En omdat het bestaan van armoede grotendeels aan de rijken te wijten is, en rijkdom zinloos is zonder armoede zal, zolang de drang bestaat meer te bezitten en te zijn dan de andere, zowel rijkdom als armoede blijven bestaan.

    Renaat van Poelvoorde

    11-08-2011 om 00:00 geschreven door Renaat  


    11-07-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onze ondemocratische democratie
    Ons Belgisch politiek systeem is een 'representatieve democratie, waarin het volk vertegenwoordigers afvaardigt naar een parlement, die daar in naam van de burgers wetten en reglementeringen al dan niet goedkeurt, en o.a diegenen aanstelt die voor de uitvoering ervan zorgen. (de regering)

    Vorig jaar in juni kregen wij Belgen, zoals de grondwet bepaald, de gelegenheid onze vertegenwoordigers in het federaal parlement te kiezen. Omdat enkele gewijzigde artikelen in de kieswet door het grondwettelijk hof ongrondwettelijk waren verklaard, waren deze verkiezingen in feiten ongrondwettelijk, maar met het gezegde 'nood breekt wet' voor ogen verklaarden de ongrondwettelijk gekozenen de verkiezingsuitslag dan maar wettelijk.

    Zoals in de meeste democratieën presenteren de kandidaat-volksvertegenwoordigers en senatoren zich aan de kiezers op een verzamellijst van een politieke partij. Of beter gezegd: De onderscheiden partijleidingen beslissen wie er op die lijsten kandideert.

    In de grondwet is er met geen woord sprake over politieke partijen, wat natuurlijk niet wegneemt dat kandidaat-volksvertegenwoordigers zich om praktische reden, zowel voor als na de verkiezingen, mogen verenigen in een bepaalde politieke stroming

    Uiteraard is het grondwettelijk mogelijk zich als 'onafhankelijke', dus tot geen enkele politieke partij behorend, kandidaat aan de kiezer voor te stellen, maar gezien de hoge kosten en organisatorische rompslomp die zowel een verkiezingscampagne als de parlementaire werking met zich meebrengt, is dat in de praktijk in feiten onbegonnen werk.

    Als gevolg daarvan kunnen wij in regel dus enkel kiezen voor kandidaten welke een bepaald partijprogramma onderschrijven, en zich bijgevolg, eens verkozen, bij de uitoefening van hun mandaat zich er toe verbonden hebben de betrokken partijlijn en de richtlijnen van de partijtop na te leven.

    Dat maakt de gekozen parlementsleden weliswaar in theorie de 'gekozenen des volk', zoals dat grondwettelijk voorzien is, maar in de praktijk zijn zij de vertegenwoordigers van de politieke partijen. In (en buiten) het parlement treden zij op als spreekbuis en/of 'stemknopduwer'. Het zijn dus niet zijzelf, maar de partij die bepaalt wat er al dan niet gezegd en/of gestemd wordt.

    Zelfs al hebben wij een voorkeurstem op een bepaalde kandidaat uitgebracht, wij kiezen dus geen persoon als vertegenwoordiger, maar een partij.

    Omdat sinds de helft van vorige eeuw in België geen enkele partij de meerderheid meer haalt, dienen verkiezingen in dit land, in tegenstelling tot wat men de burger voorhoudt, niet om een bepaald soort beleid, laat staan om een regering, of eerste minister te kiezen, maar wordt hij ter stembus geroepen om enkel de machtsverhouding tussen de verschillende partijen te bepalen. Vanaf de dag na de verkiezingen, gaan de partijkopstukken dan onder mekaar uitmaken welke parlementaire meerderheidscoalitie er tot stand komt. Een compromis-regeerprogramma wordt opgemaakt, en ministerposten worden verdeeld. Ten slotte wordt de regeringsamenstelling en haar programma door de vertegenwoordigers van de meerderheidspartijen in de "kamer van volksvertegenwoordigers" goedgekeurd.

    Om de grondwettelijke schijn hoog te houden laat men één en ander weliswaar de de Koning bevestigen, maar die handelt uiteraard volledig volgens aangeven van de partijvoorzitters.
    Zoals in vele landen is, onder het mom van de politieke versplintering tegen te gaan, sinds jaren een 'kiesdrempel' ingesteld, waardoor de stemmen voor partijen welke minder dan 5% van de kiezers wisten te bekoren, automatisch verdeeld worden onder de andere partijen.


    Daardoor worden alle burgers die voor de niet-kiesdrempelhalende partijen hebben gestemd, samen met al deze die om welke reden ook, blanco, of ongeldig hebben gestemd, vertegenwoordigd door partijen voor wie ze geenszins hebben willen stemmen.

    Samen met de feitelijkheid dat, afhankelijk van de regio, en al naargelang het daar gehaalde aantal stemmen, er nogal relatief grote verschillen zijn tussen het benodigde aantal stemmen voor een kamer- of senaatzetel, maakt de kiesdrempel en het ontbreken van vertegenwoordiging van blanco- en ongeldig-stemmers, dat er nogal wat vragen kunnen gesteld worden over het democratisch gehalte van dit systeem.

    Maar dat zou al bij al, gezien dit 'afgewassen' democratisch systeem wereldwijd verbreid is, nog te pruimen zijn, indien het daar zou bij blijven. Men is echter in dit land heel wat verder is gegaan in het "dé-democratiseren" van ons politiek systeem..

    In België is men, sinds begin van de jaren zeventig van vorige eeuw, als gevolg van de (terechte) Vlaamse ontvoogdingstrijd, via de verschillende staatshervormingen, er in geslaagd ons federaal democratisch systeem zodanig uit te hollen dat men, samen met een taalgrens, als gevolg van de taalsplitsing van de politieke partijen, eveneens een 'politieke grens' tussen de taalgemeenschappen heeft ingesteld.

    Daardoor werd de democratische keuzevrijheid van de kiezer beperkt tot enkel de regionale partijen van zijn eigen regio. Als gevolg daarvan wordt hij, wat ook de verkiezingsuitslag moge wezen, zowel via het parlement als de regering voor de helft vertegenwoordigd en geregeerd door partijen voor wie hij NIET heeft kunnen stemmen.

    In geen enkel ander land ter wereld bestaat het parlement en de regering uitsluitend uit regionale partijen, eenvoudigweg omdat het zowel ondemocratisch als onzinnig is dat partijen die enkel verantwoording hebben af te leggen tegenover een bepaalde regio, toch de andere regio's meebesturen.

    De feitelijke politieke, culturele en maatschappelijke twee- (drie-) deling van dit land, evenals de huidige reeds meer dan een jaar durende politieke impasse, en onvermogen een federale regering te vormen, zijn daar het logische gevolg van.

    Omdat de 'grootste' partij van dit land, met amper 17.4% van de stemmen, en de tweede grootste (13.7%), samen 31.1% van de stemmen, wegens hun ideologische tegengesteldheid, tot geen akkoord kunnen komen, en de andere partijen om (regionale)electorale reden zich niet van één van beiden durven ontdoen, wordt hier bewezen dat ook de verkrachting van de democratie zijn grenzen heeft.

    Wij leven hier niet, zoals voorstanders van een ver doorgedreven federalisering beweren, in een land met twee verschillende democratieën, maar in een land zònder democratie, of op zijn minst, een ondemocratische democratie.

    Dat de logica van een federale kieskring voor federale verkiezingen geen ingang vindt, kan deze vaststelling alleen maar onderstrepen.

    11-07-2011 om 00:00 geschreven door Renaat  


    Tags:democratie, politiek
    11-06-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Linkse en rechtse rechtvaardigheid
    Wie er de, hetzij de wetenschappelijke, filosofische of ethische, literatuur op naslaat ten einde enig inzicht te verwerven over de begrippen 'eerlijkheid' en 'rechtvaardigheid, is er in feiten aan voor zijn moeite.

    Het eindresultaat van dergelijk speurwerk kan uiteraard moeilijk anders zijn dan het besluit dat, zoals de meeste begrippen die over menselijke verhoudingen gaan, het afhankelijk is van wie ze hanteert en op wie of op wat ze betrekking hebben.

    Hoe dan ook is er een merkbare scheidingslijn te ontwaren tussen de 'linkse' en 'rechtse' rechtvaardigheid en eerlijkheid.

    Even belangrijk bij het gebruik van eerder vermelde begrippen, zijn ook de interpretaties van woorden zoals 'wij', 'zij', en 'algemeen belang'

    Wie zijn "wij"? Zijn dat gelijkgezinden? De 'gelijkgegoeden'? De noodlijdenden? Of zijn dat diegenen die anderen (kunnen of willen) helpen? Of wordt hier gewoonweg 'wijzelf', de mensheid in zijn geheel bedoeld?

    Als men spreekt over het 'algemeen belang', bedoeld men daar in feiten meestal het 'groepsbelang' of het belang van een bepaalde gemeenschap, land of volk mee. Hoe ruimer men dat begrip ziet, hoe vager en ondefinieerbaarder dat 'belang' wordt. Want zoals de individuele belangen zijn ook de verschillende groeps- en leefgemeenschapsbelangen in heel wat opzichten meestal aan elkaar tegengesteld.

    Zo ook als men het over 'rechtvaardigheid' heeft. Linkse idealisten zoals ik, vinden het rechtvaardig dat 'de grondstoffen en de 'vruchten' die ze voortbrengen, 'eerlijk' (weer zo'n dubbelzinnig woord) dienen verdeeld te worden. Centerm- en rechtsgerichte personen zien eerder rechtvaardigheid in het belonen, al al naargelang de inzet, prestatie, en het bekomen resultaat van diegenen die aan de opbrengsten ervan meewerken.

    Wie ontkent dat het verwerven van rijkdom voor de enen, in regel het verarmen of het bestendigen van de armoede van anderen betekent, ontkent de geschiedenis. Bovendien zijn niet alleen de rijken en betergegoeden, maar ook het grootste deel van de gemiddeld-gegoeden zelden bereidt om een deel van hun bezit af te staan ten voordele van mindergegoeden en armen.

    De cruciale vraag is dan ook: zijn "wij" (het westen, de geïndustrialiseerde landen, de rijken en zelfs de beter- en gemiddeldgegoeden, zoals de meerderheid van Vlaanderen), bereid onze levensstandaard te verminderen? Zijn wij bereidt om een deel van onze welvaart af te staan aan de volkeren die wij in de vorige eeuw uitgebuit hebben en laten onderdrukken door een door ons rijk gemaakte elite? Dat alles ter compensatie voor het leveren van goedkope grondstoffen?

    'Gematigd links' stelt dat het niet zo eenvoudig is om in onze kapitalistische democratische mondiale samenleving 'het geld te halen waar het zit'.

    En laat dàt nu juist de kern van het probleem zijn: heit feit dat de sociaal democratie zich heeft ingebed in het kapitalistische vrije marktsysteem, en al ruim tevreden is dat zij het enigszins wat sociaal heeft kunnen 'corrigeren'.

    Voor rechts en centrumrechts, en zelfs een deel van centrumlinks wordt deze 'gecorrigeerde onrechtvaardigheid' min of meer als voldoende rechtvaardig geacht. Niet in het minst omdat deze nog juist voldoende de belangen van zowel rijken als betergegoeden vrijwaart.

    Deze staan samen met de gemiddeldgegoeden (noodgewongen) een heel klein deel van hun inkomen af aan een 'solidariteitstelsel, net voldoende om de lage levensstandaard van de minderbedeelden en de armoede van de armen te bestendigen.

    Dat juist door dit zogenaamd 'solidariteitsverzekeringstelsel' een aanzienlijk deel van het aldus voorradig 'gemeenschapsgeld' ook terug naar de rijken, beter- en gemiddeldgegoeden vloeit,waardoor de eenheidsvergoedingen relatief laag blijven, wordt normaal en zelfs noodzakelijk bevonden omdat anders de bereidheid tot solidariteit in het gedrang zou komen.

    Zo noemt men het eerlijk en rechtvaardig dat bijdragen die dienen om noodlijdenden en mindergegoeden dezelfde onderwijsmogelijkheden en ziekteverzorging te geven als de bemiddelden, bedragmatig verdeeld worden tussen iedereen. Dus ook aan diegenen die het, gezien hun bezit en inkomen, best kunnen missen. Dat daardoor zelfs de armsten nog steeds een deel van de onderwijs- en ziektekosten voor eigen rekening moeten nemen, schijnt eveneens deel uit te maken van deze twijfelachtige eerlijkheid en rechtvaardigheid.

    Ons belastingsysteem, voornamelijk toegespitst op het inkomen uit arbeid, wordt, gezien het zogenaamd 'herverdelend effect' die de verschillende belastingvoeten theoretisch hebben, door links als vrij rechtvaardig beschouwd.

    Sinds zijn ontstaan is het systeem met der tijd systematisch uitgehold doordat via allerlei kostenaftrekken en vrijstellingen, en mede door de minimale belasting op inkomsten uit vermogen en kapitaal, het werkelijke belastingpercentage de oorspronkelijke belastingvoet verre van benadert.

    Deze praktijk geeft dikwijls het perverse effect dat het netto-belastingpercentage kleiner is al naargelang het bruto belastbaar inkomen hoger is. Dit wordt dan weer door rechts gezien als een 'rechtvaardige correctie' van het voor hen onrechtvaardige belastingsysteem.

    Zo worden de begrippen van de woorden 'rechtvaardigheid' en 'onrechtvaardigheid', 'eerlijkheid' en 'oneerlijkheid', totaal tegenovergesteld, al naar gelang wie ze gebruikt, en vooral in welke sociale status hij zich bevindt.

    Idem voor de omschrijving van het 'algemeen belang'. Enerzijds dienen vanuit kapitalistisch oogpunt, de kapitaalkrachtigen te worden ontzien omdat zij zorgen voor de werkgelegenheid, en de loonslaven voor hun inkomen dus van hen afhankelijk zijn. Het is ontegensprekelijk dat daardoor de kloof tussen 'arm' en 'rijk' steeds groter wordt. Anderzijds is het juist de afhankelijkheid van het grootkapitaal die sociale hervormingen, noodzakelijk om de wereldwijde armoede, ellende en oorlog te bestrijden, in de weg staan.

    Ik ben lang niet de enige die het voorgaande als oorzaak aanwijst voor de mensonterende schande dat wereldwijd nog steeds elke dag 27.400 mensen sterven van honger en om en bij 1.000.000.000 (1 miljard) mensen in mensonwaardige armoede leven.

    Wie dat, hoe hij het ook bekijkt, dàt eerlijk en rechtvaardig, en 'in het algemeen belang' durft te noemen wens ik uit volle overtuiging een armoedig leven toe...

    11-06-2011 om 00:00 geschreven door Renaat  


    11-04-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Voedsel als wegwerpproduct
    Tegenwoordig is honger in de wereld niet langer een belangrijk nieuwsfeit. Het is bij voorbaat oud nieuws. Hier en daar vindt je sporadisch nog wel een eenzame foto van een uitgemergeld kind in de krant, omgeven door al even hongerige vliegen, maar meer dan eens is dat omdat deze in één of andere fotowedstrijd een prijs wegens fotografisch kunstig heeft gewonnen.

    Steeds weerkerend wereldnieuws is anderzijds wel de foto's over elitaire modeshows of -evenementen de jaarlijkse 'London Fashion Week' waar anorexia-meisjes in een flodderige jurkjes dienst doen als wandelende kapstokken. Graatmagere modellen stellen ondergewicht hier gedachteloos voor als de maat van de ideale mens.
    Zoals meerder mensen bezondig ik zelf mij ook wel eens aan het weggooien van een ongebruikt maar al te geel uitziend pakje roomboter, of ietwat verpieterd witloof of tomaten. Zoals elk milieubewust persoon dump ik dat dan bij het GFT-afval waardoor ik mij minder schuldig voel omdat het dan waarschijnlijk nog als potgrond wordt gereclisseerd.

    Volgens onderzoekers belandt wereldwijd zowat de helft van de landbouwproducten op het stort, en verkwisten wij daardoor een aanzienlijk deel van onze natuurlijke bronnen. Zo wordt een vierde van het gezamenlijke watergebruik op aarde gebruikt voor de productie van levensmiddelen die uiteindelijk vernietigd worden.

    Tussen de 15 tot 20 procent van de broeikasgassen ontstaat bij de productie van levensmiddelen dat achteraf als afval wordt weggegooid. Dat is meer dan de gezamenlijke uitstoot van alle voertuigen die fossiele brandstoffen verbruiken. De helft minder voedsel laten verpieteren en als afval dumpen zou dus een even grote besparing aan broeikasgassen opleveren als dat wij wereldwijd de helft van alle auto's in de garage houden.
    In onze tweeverdienermaatschappij gaan wij één keer in de week onze inkopen doen. Daarom kopen wij ook meestal te veel en verkeerd. Omdat wij het nooit geleerd hebben (en er de tijd niet voor nemen), koken wij niet met restjes, en gooien daardoor veel ongebruikt voedsel weg.
    Ook de handelsketens voorzien een respectabel deel van hun groeten- vlees en zuivelproducten als uiteindelijk verlieslatend afvalproduct. Groenten die er niet meer dagvers uitzien gaan samen met de verpakte zak appelen die één rot exemplaar bevat de rekken uit en de afvalcontainer in. Supermarkten gooien liever een deel van nog steeds veilig eetbaar voedsel op tijd weg dan ervan beticht te worden dat ze voedsel-over-tijd verkopen.

    De producenten van voorverpakt bederfbaar voedsel stellen de houdbaarheidsdatum meestal korter dan nodig in. Daar hebben zij uiteraard economisch belang bij omdat hoe meer er door de supermarkt wordt weggegooid, hoe groter hun aankooporders zijn. De omzetten in de voedingsmiddelenbranche stijgen ieder jaar. De kookprogramma's op de televisiestations zijn een ware hype geworden, en er worden bijna even veel kookboeken verkocht als romans.

    Ondertussen wordt er steeds meer eten weggegooid, proberen we met z'n allen zo mager mogelijk te blijven, en laten ons genoegzaal leiden door al dan niet juiste berichten dat de honger in de wereld afneemt.
    Dat verminderd ons schuldgevoel.

    Dat na de drinkwatervoorziening, het voldoende voedsel produceren voor de tien miljard mensen die binnen enkele decennia deze aardkloot bemesten en vervuilen, het voorlopig nog niet op te lossen probleem zal worden, zijn blijkbaar zorgen voor later. Wij huldigen daarvoor tegen beter weten in dankbaar de 'Dehaene-theorie': "pas een oplossing zoeken voor de problemen als ze zich stellen".

    Want...hoe minder we weten over hoe de voedingsindustrie functioneert, hoe beter we ons voelen.
    Jammer, want juist een bewustere omgang met voeding zou heel wat bijdragen om de huidige honger in de wereld te verminderen, en zou kunnen bijdragen om de bedenkelijke toekomst van het mensdom te redden.

    11-04-2011 om 00:00 geschreven door Renaat  


    11-03-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het utopische plan-B
    Zowel de RTBF-reportage “Bye Bye Belgium” van vorig jaar, als het het beruchte “plan B” waar de Waalse PS-voorzitter het had, en ook de reportage van de VRT over een eventuele splitsing van het land, hebben velen onder ons het idee gegeven dat dit wel eens zou kunnen gebeuren
    De recente 'onderhandelingsgeschiedenis' m.b.t. de federale regeringsvorming en staatshervorming geven echter aan dat het vandaag totaal onrealistisch is om tot een onderhandelde splitsing van het land te komen. De eindeloze onderhandelingen over de splitsing van BHV maken dat duidelijk. Als men na jaren onderhandelen rond BHV een onderhandelde splitsing nog steeds moeilijk blijft, wat moet dat dan niet zijn indien pakweg de staatsschuld moet worden gesplitst en over staatsgrenzen moet worden beslist?
    Om nog maar te zwijgen over Brussel, waar de voorstanders van een splitsing geen enkele aanvaardbare oplossing voor hebben. De Brusselaars zelf staan negatief tegenover aansluiting bij een onafhankelijk Vlaanderen en evenmin staan zij te trappelen om zich bij Wallonië te voegen. Bovendien heeft nog steeds niemand weten uit te leggen hoe Brussel als administratief knooppunt van de rest van het land, laat staan als Europese hoofdstad, zowel op sociaal-, bestuurlijk- als financieel vlak, als aparte entiteit kunnen bestaan?

    De Belgische (dus Vlaamse én Waalse) economie is tot nader order nog steeds grotendeels in handen van de traditionele grote kapitaalkrachtige families zoals de Mévius, Van Damme, de Spoelberch, Solvay, Saverys, Frère-Bourgeois, Colruyt, Boël, Bekaert, enz. Alhoewel dat niet steeds openlijk blijkt, hebben deze oude dynastieën van de patronale en financiële wereld nog steeds nog steeds een machtige positie, niet alleen in de Belgische economische, maar ook financiële wereld.
    Een effectieve volledige opdeling van het land is voor hen economisch gezien verre van interessant. Alhoewel de concurrentie tussen de verschillende regio’s voor hen niet bepaald een probleem vormt, al was het maar dat de macht van de arbeidersbeweging verminderd, zou een opsplitsing van het land daadwerkelijk de financiële belangen van de echte machthebbers in dit land bedreigen.
    Bovendien is het idee van onder meer de N-VA, van een “Europa van de regio’s”, een illusie. De economische crisis heeft duidelijk gemaakt dat de interne tegenstellingen in de Europese Unie van die aard dat dit vooralsnog een verre droom blijft. Meer dan ooit is spreken over een een verdieping van de Europese Unie om tot een soort van “Europese staat” te komen het negeren van de realiteit en is niets meer dan dagdromen.

    Het feit dat slechts een kleine 25% van de Vlamingen en amper een goede 10% van de totale Belgische bevolking voor een volledige onafhankelijkheid van de huidige regio's is, is weliswaar een zo veel mogelijk op de achtergrond gehouden gegeven, maar daarom niet minder belangrijk.

    Tot slot is een splitsing van het land dus voorlopig niet aan de orde, en de nu reeds meer dan acht maanden durende politieke 'stellingen- en loopgravenoorlog' geeft aan dat dit bovendien niet op een vreedzame wijze kunnen worden doorgevoerd.
    Ondertussen loopt de verdeel-en-heerspolitiek van de burgerij, door vooral de Vlaams-nationalistische N-VA en haar gefrustreerde voormalige kartelpartner CDé&V, uit de hand, met als gevolg een groeiende polarisatie.
    Het moge toch stilaan duidelijk worden dat bij deze nationale kwestie, uitgezonderd BHV, niet zozeer het communautaire, maar het de links-rechts tegenstelling is die dit land verdeelt, en er daarom op kapitalistische basis geen antwoord is op te vinden.
    De Vlaamse salonsocialisten, samen met versplinterd links dienen zich van de noodzaak bewust te worden om samen met de Waalse linkerzijde front te vormen om in te gaan tegen het kapitalistische systeem en op te komen voor een socialistisch alternatief

    11-03-2011 om 00:00 geschreven door Renaat  


    06-02-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Compromissen zijn altijd 'slechte' akkoorden
    Na zeven en een halve maand informeren, verduidelijken en bemiddelen, raken politici en allerhande  experten, technici,  professoren en opinieduiders het maar niet met elkaar eens over hoe en op welke wijze men dit land moet hervormen, laat staan, over welke nieuw federale regering het dient te besturen.           

    Het verkeerd gebruik, of gewoon misbruik van woorden en begrippen zoals "responsabelisering", "confederale staat", "confederaal model",  "beter geen akkoord  dan een slecht akkoord", komen stilaan mijn strot uit. 

    Poltici (en hun entourage, waarbij ik min of meer ook de media begin te rekenen) menen, al dan niet terecht, dat hun kiezers van dergelijke begrippen geen kaas hebben gegeten, en maken zich bijgevolg te pas en te onpas ongestraft schuldig aan woord- en begripsverkrachting .

    Zo wordt de egoïstische eis dat ieder van de gewesten het maar met zijn, al dan niet voldoende, eigen inkomsten moet rooien, vakkundig bedekt met het stilaan populair wordend begrip 'responsabelisering'.

    Sommigen willen van België een 'confederale staat' maken. Een begrip dat helemaal niet bestaat, gezien een confederatie bestaat uit verschillende van elkaar onafhankelijke staten en dus gezamenlijk helemaal geen staat zijn, maar enkel een verdrag met elkaar hebben afgesloten om bepaalde bevoegdheden gezamenlijk te regelen. (zoals bvb de E.U). Bijgevolg is het begrip 'confederaal model' uiteraard een contradictie in terminus.'

    En dan is om de haverklap die dooddoener "beter geen akkoord dan een slecht akkoord". Alsof een compromis, een onderhandelde oplossing waar men ongeveer het midden tussen beide, of de grootste gemene deler tussen meerdere ver uiteenlopende standpunten tracht te vinden, niet ALTIJD een slecht akkoord is.

    Uiteraard. Bij een compromis krijgt er niemand zijn zin, en in de ogen van de één heeft de andere meer of minder verkregen dan hijzelf. Een compromis is in wezen geen oplossing voor een geschil, het brengt geen vrede na een oorlog, maar is alleen een 'wapenstilstand' waarbij de verschillende partijen overeenkomen om onder bepaalde voorwaarden af te zien van hun oorspronkelijke doelstellingen, of zich verbinden om (voorlopig) geen actie meer te ondernemen om ze te bereiken..

    Een compromis is dus altijd een tijdelijke oplossing waar de 'voorwaarden' de kiemen in zich dragen welke zich op langere termijn  opnieuw tot surrogaten van het oorspronkelijk probleem ontwikkelen.

    Bij de achtereenvolgende Belgische staatshervormingen, werd een 'taalgrens' afgebakend, welke in bepaalde gebieden wegens taalfaciliteiten en buitengewestelijke kieskringen, in feiten irreëel werd, Terloopos versplinterde men sommige beleidsbevoegdheden tot in het onzinnige, en creëerde men een federaal bestuur bestaande uit enkel gewestelijke partijen, die weliswaar gans het land besturen, maar in één enkel gewest verkiesbaar zijn of verantwoording moeten afleggen. Allemaal hervormingen die stuk voor stuk compromissen waren waarvan men wist dat zij maar een  deeloplossing waren voor onze, oorspronkelijk uitsluitend, taal-, problemen.

    Al die compromissen waren per definitie 'SLECHTE' akkoorden omdat een zogenaamd 'goed' en werkbaar akkoord onmogelijk was , gezien er dan een winnaar en een verliezer zou zijn geweest.

    De oorspronkelijke taalproblematiek, waarvan het probleem Brussel, de faciliteitgemeenten, en het kiesarrondissement BHV de uit vorige akkoorden ontkiemde problematiek vormen, zijn intussen tot sociaaleconomische beleidsproblemen uitgegroeid. Door de teloorgang van de kolen- en staalindustrie, waardoor tot de jaren zestig, Wallonië de Belgische economische motor was, verarmde sindsdien het zuidelijk deel van het land en had het steeds meer steun nodig van het economisch steeds sterkere wordende Noorden.

    Eén en ander, waaronder niet in het minst de Franstalige taalhalsstarrigheid, heeft er voor gezorgd dat men in Vlaanderen steeds minder begrip opbracht voor de hoeveelheid Vlaams belastinggeld dat naar het Waals landsgedeelte vloeit, en vooral de wijze waarop het daar, in de ogen van vele Vlamingen, 'misbruikt' wordt.

    Sinds de eeuwwisseling vertaalt dit ongenoegen zich steeds meer in de opgang van de Vlaams-nationalistische centrumrechtse partij N-VA, welke sinds de verkiezingen van vorig jaar wegens haar omvang niet enkel 'onmisbaar' maar tevens bepalend is geworden voor een nieuwe regering- en staatshervorming.
    Maar omdat men bij vorige hervormingen grondwettelijk heeft vastgelegd dat alle daaropvolgende staatkundige- regime- en constitutionele hervormingen alleen via consensus tussen de taalgemeenschappen kunnen tot stand worden gebracht, zijn alle, al dan niet gerechtvaardigde desbetreffende eisen en verlangens van de ene taalgroep, afhankelijk van de goedkeuring door de andere.

    Men kan enerzijds wel bedenkingen hebben  over het democratisch gehalte van een dergelijk systeem, maar anderzijds kan men er niet onderuit dat deze regeling indertijd op democratische wijze is goedgekeurd door een Vlaamse meerderheid.

    Elke 'onrechtvaardigheid', 'financiële last', en 'onwerkbare situatie' welke op dit ogenblik Vlaanderen als dusdanig ervaart, is het gevolg van toegevingen, inderdaad door Vlaamse onderhandelaars gedaan, als tegengewicht voor de Vlaamse vraag naar- en het bekomen van alsmaar meer autonomie en overdracht van nationale bevoegdheden naar het gewestelijk niveau.

    Die steeds grotere autonomie en bevoegdheden van de gewesten betekende voor het economisch groeiend Vlaanderen een voordeel, terwijl het voor het verzwakt Waalse gewest meer lasten dan baten met zich meebracht. Daarom waren dergelijke overeenkomsten voor Vlaanderen 'verworvenheden', en voor Wallonië, toegevingen.

    Wie zijn gat verbrand, moet op de blaren zitten, zegt het aloude Vlaams spreekwoord, en dus ook bij deze staatshervorming zal men tot een compromis, dus vooral in de ogen van nationalistisch Vlaanderen,  tot een 'slecht' akkoord moeten komen.

    Want, laten wij wel wezen. Niemand geeft ongedwongen rechten of voorrechten af, zonder dat hij daar iets evenwichtig voor in de plaats krijgt.

    En laat het nu juist dat zijn dat de voorbije zeven maanden een 'compromis' blokkeert: Vlaanderen heeft niets meer te bieden in ruil voor wat het van Wallonië vraagt: Het wil vrijwel op alle persoonsgebonden en sociaal-economische gebieden volledige zelfstandigheid voor de gewesten, en afstand doen van de automatische solidariteit.

    m.a.w. Het welvarende Vlaanderen wil zijn grotere rijkdom niet meer delen met het armlastige Wallonie. De zogenaamde 'hardwerkende Vlaming' wil niet meer opdraaien voor de in zijn ogen 'plantrekkende en werkonwillige Waal'. Dat is, in gewone, voor iedereen begrijpbare taal gezegd, wat N-VA en rechtse CD&V-ers in "wetsratees" uitleggen als "onverklaarbare geldstromen naar Wallonie", "economische hefbomen" en "responsabiliseringen"

    Dat de Waalse partijen daar vrijwel eenstemmig "NON" tegen zeggen, en ook de Vlaamse linkse partijen daar enige moeite bij hebben, hoeft niemand te verwonderen. Een akkoord dat Veel beter is voor de ene, en waar de andere min of meer slechter mee wordt, mag dan wel (voor Vlaanderen) een goed en sluitend akkoord zijn, een compromis is het alleszins niet.

    Met "liever geen akkoord dan een slecht akkoord" kan Wallonië best leven. Wie dat zegt, stelt zich dusd ongewild op als bondgenoot van dàt deel van de Franstaligen dat geen enkele verandering wenst. In dat opzicht fungeert het Vlaams-Nationalisme in feiten als bondgenoot van het Waals-Belgiesisme. Het kan verkeren zou Bredero zeggen...

    Het alternatief: splitsing van Belgie: dus het akkoord van de Franstaligen om in ALLES toe te geven , is per definitie onbestaande.

    Het ultieme alternatief: de eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring door het Vlaams parlement, is alleen al door het bestaan van Europees Brussel, volkomen utopisch, tenzij voor luchtfietsende onverlaten die zich in Kosovo of Tsjetsjenië wanen. 


               

     


     


    06-02-2011 om 08:24 geschreven door Renaat  


    Tags:politiek, van poelvoorde, renaat van poelvoorde
    04-01-2011
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Hypocriet en ongemeend
    Bij het begin van een nieuw jaar is het altijd goed om even achterom te kijken, al was het maar om, rekening houdend met het verleden,  onze voornemens, verwachtingen en eventuele streefdoelen enigszins bij te sturen tot een realistisch niveau.
    Want, laten wij eerlijk zijn, afgezien van de nietszeggende oppervlakkige inhoudsloze en daarenboven meestal ongemeende nieuwjaarswensen die wij kwistig om ons heen sprenkelen en ontvangen, kijken wij gewoontegetrouw met enig optimisme naar de, voorral nabije, toekomst.

     Het zijn aloude clichés dat de geschiedenis zich steeds herhaalt, en de mens, zo niet helemaal niet, dan toch moeilijk leert uit zijn fouten, maar voor wie vandaag tijdens de jaarwisseling hoopvol heeft geklonken op het komende jaar, gelden zij meer dan ooit.
    In tegenstelling tot de gemiddelde mens, die het als het over toekomst gaat het meestal over zijn eigen persoon of gezin, of in het beste geval ook nog over familie en bedrijf heeft, heb ik het hier over de toekomstverwachtingen voor 'de gemeenschap'. Zowel de gemeenschap als volk, als land, als de mensheid in zijn geheel.

    Op een leeftijd gekomen waar men aardig wat ervaringsjaren achter zich heeft, en men hoopt dat daar nog een derde van aan toegevoegd zal worden, vinden wij, en daarmee bedoelen wij  het éénderde van de mensheid die het nu 'goed' heeft, er steeds 'op vooruit' zijn gegaan, en dat wij voor alle problemen die 'de mensheid' hebben bedreigd, tot heden steeds een 'oplossing' hebben gevonden.
    Daaruit menen wij te kunnen besluiten dat de kans groot is dat dit in de toekomst zo verder zal gaan. Er zijn, zegt men, geen aanwijzingen dat wij niet in staat zouden zijn om de problemen die onze welvaart en de samenleving bedreigen, aan te pakken en daar een (voor ons aanvaardbare) oplossing voor te vinden.

    Ook ikzelf ben wel degelijk van mening dat de mensheid de mogelijkheid heeft om daadwerkelijke en efficiënte oplossingen uit te werken voor de eeuwenlange problematiek van de armoede, ellende honger,  en epidemieziekten, oorlogen, overbevolking, milieuvervuiling en het door de mens veroorzaakte deel van de klimaatverandering.
     
    Maar de terugblik, niet alleen in het voorbije jaar, maar in de paar duizend jaar voorheen, leren mij dat het niet de vraag is of de mensheid daar al dan niet toe in staat is, dan wel of zij daar toe bereid is. En spijtig genoeg geeft de geschiedkundige realiteit aan dat dit niet zo is.
    De bereidheid om oplossingen te zoeken voor de mensheid- en samenlevingbedreigende problemen is gebonden aan de voorwaarde dat op zijn minst onze welvaart blijft behouden en zo mogelijk nog verbetert.

    Voor  het feit dat een dergelijke aanpak een onoverkomelijke contradictie inhoudt: sluiten wij koppig de ogen. Want laat het juist onze welvaart zijn en de drang om die steeds meer te vergroten, die in grote mate verantwoordelijk is voor de aangehaalde problematiek.
    Om onze welvaart te beschermen en te verhogen is een gestage groei van bevolking (overbevolking) noodzakelijk, en een steeds  verdere uitbreiding van landbouw- woon- en industriegebieden (milieuvernietiging en -vervuiling) nodig. Bovendien moet een steeds grotere productie en consumptie van goederen zorgen voor de noodzakelijke economische groei en winstmaximalisatie. (lucht- en bodemvervuiling en klimaatverandering)

     Ons kapitalistisch sociaaleconomisch samenlevingsmodel is nu eenmaal op gestoeld op een systeem dat de samenleving- en milieu problemen als gevolg heeft.
     
    Het val moeilijk te ontkennen dat ons huidig welvaartspeil is bereikt dankzij de uitbuiting en onmenselijke behandeling van de bevolkingen in Afrika, Zuid-Amerika, en zuidoost Azië waar wij in de 18de, 19, en tot half in de 20ste eeuw via slavenarbeid hen ontroofden van de voor onze industriële opbouw zo noodzakelijke grondstoffen. De huidige armoede en ellende (inclusief oorlogen) zijn een rechtstreeks of onrechtstreeks gevolg van ons kolonisatiesysteem, waaraan wij tot de jaren zestig van de twintigste eeuw grotendeels de opbouw van onze welvaart hebben te danken.

     Rijkdom is een gevolg van armoede, en visa-versa. Zonder armoede kan er geen rijkdom bestaan, zij zijn van mekaar afhankelijk. Gans ons samenlevingsmodel en -systeem, hoe sociaal het in sommige landen ook moge zijn, is gestoeld op het eeuwenoude principe van discriminering en ongelijkwaardige behandeling. van mensen, al naar gelang hun fysische en/of psychische mogelijkheden,  De macht van de sterkste, de slimste, de populairste, de meest bezittende, de hoogst gewaardeerde, enz.
    Het beschermen van onze welvaart houdt in feiten het in standhouden of zelfs vergroten van de milieu en samenlevingsproblemen. Het doeltreffend en blijvend aanpakken van die problemen noodzaakt een afbouw van ons welvaartspeil.(in de eerste plaats het welvaartspeil dat de betergegoeden aanhouden)

    En omdat wij nu eenmaal niet bereid zijn om in te boeten aan welvaart behelpen wij ons met oplossingen die enkel als pijnstillers werken. Gevolg is dat 'de ziekte' blijft voortwoekeren.

    Eén en ander is niet enkel op wereldvlak, maar ook in ons kleine landjevan toepassing. De reden waarom wij na meer dan zes maand na de verkiezingen nog steeds geen nieuwe federale regering hebben is eveneens het gevolg van diezelfde onwil om aan welvaart in te boeten (Wallonië) en de drang om ze te verhogen (Vlaanderen) De (terechte) weigering van de ene om armer te worden opdat de andere zich zou kunnen verrijken, en de egoïstische neiging om de solidariteitsbijdrage aan de minderbedeelde voor zichzelf te behouden en zich daardoor te verrijken.

    Het vinden van een compromis kan er toe leiden dat beiden tijdelijk enigszins hun levenstandaard behouden, maar brengt geen oplossing voor de oorzaak van het probleem: Het verschil in rijkdom!
    Bij elke jaarwisseling laten wij het verleden voor wat het is. En vrij van enige wijsheid en inzicht formuleren wij onze wensen en verwachtingen voor het nieuwe jaar.
     En juist omdat wij weigeren het verleden in acht te nemen, zijn die, zo niet hypocriet en ongemeend, dan toch op zijn minst hol, oppervlakkig en waardeloos.

    04-01-2011 om 13:33 geschreven door Renaat  


    Tags:2011, nieuwjaar
    29-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wat men krijgt, wordt betaald

    Wat men krijgt, wordt betaald                december 2010
    Wij hebben het steeds over belastingen, taksen, accijnzen, en sociale bijdragen die wij betalen aan 'de staat'. Over premies, lonen, toelagen, vergoedingen, pensioenen, subsidies die door de 'overheid' worden verstrekt. Over gronden, gebouwen, bedrijven, waardepapieren, geld en schulden van de overheid.

    Allemaal larie en apekool! Want 'de overheid' is niets meer of minder dan de notaris, secretaris of penningmeester, door ons aangesteld om de goede werking te verzorgen van 'de vennootschap' die wij met zijn allen als gemeenschap hebben gevormd, en waar wij a rato van ons belastbaar inkomen, aandeelhouder in zijn.

    Zowel de gemeentelijke, provinciale, gewestelijke als federale overheid zijn in feiten de 'dagelijkse besturen, gecontroleerd door de 'raden van bestuur, van de respectievelijke 'vennootschappen'. Wijzelf als aandeelhouders van die vennootschappen krijgen dan om de paar jaar de gelegenheid om onze wensen en verzuchtingen via verkiezing van de 'raadsleden' kenbaar te maken. Dat die mooie theorie in de praktijk enigszins anders uitdraait, laten wij hier nu even terzijde.

    Tot daar de les in staatshuishoudkunde. Of ten minste, waaruit een dergelijke les, die verplicht in elke middelbare school, zou moeten bestaan. Dat zou bijdragen tot de bewustmaking dat alle zogenaamde staats- gewest- provincie- en gemeente-eigendom onze gemeenschappelijke eigendom is, en dat alles voor een heel klein deel dus van onszelf is.

    Bij gebrek aan dergelijke gemeenschapsopvoeding is het gros van de goegemeente zich echter niet bewust van de feitelijkheid dat elke euro die wij zogenaamd van 'de overheid' ontvangen, betaald wordt door  onze medeburgers en zelfs een klein deel door onszelf. Overheidsgeld is namelijk het geld dat wij via allerlei belastingen ter beschikking stellen van de gemeenschap en dat de overheid gebruikt om er de gemeenschappelijke kosten mee te financieren en verder te 'herverdelen' onder de bevolking.

    Dat dit niet steeds vakkundig en/of naar behoren gebeurt, heeft veel te maken met de verschillende belangen en noden van de oeroude maar nog steeds (in modernere vorm) bestaande standenmaatschappij. Het hebzuchtige streven naar 'steeds meer' is de beschavingsversie van het eveneens oeroude overlevingsinstinct en is de basisoorzaak van het beschamende feit dat in 2010 rechtvaardigheid en gelijkwaardigheid meer dan ooit sprookjesachtige utopische begrippen zijn die alleen simplistische luchtfietsende idealisten, zoals ondergetekende, nog zinvol  vinden.   

    Alles wat wij gratis of aan verminderde prijs bekomen, wordt door anderen betaald, of komt in mindering van hun persoonlijk of gemeenschappelijk eigendom. Zo ook met elke subsidiering, toelage, belastingsvermindering, premie e.d. die wij van overheidswege ontvangen.     

    Elke maatregel daaromtrent heeft een bepaalde, meestal eerbare bedoeling. In heel veel gevallen echter zorgen de rechtlijnigheid van de gebruiksvoorwaarden van bepaalde subsidieringen en premiestelsels voor het perverse effect dat heel wat van het daarvoor gereserveerde geld eveneens terecht komt bij diegenen waarvoor het helemaal niet bedoeld is.

      
    Neem bvb het sociaal energietarief dat de minderbedeelden die het wegens hun inkomen moeilijk hebben moet helpen om hun elektriciteit- en verwarmingsverbruik te betalen. Afgezien van de categorieën die daar wegens hun te beperkt inkomen voor in aanmerking komen, kan selfs een gezin een respectabel inkomen eveneens daarvan genieten als bvb een gezinslid voor minstens 65% gehandicapt is en daar een vergoeding voor ontvangt.

    Verder zijn daar de klassieke uitkeringen voor ziekte, werkloosheid, pensioenen, kindergeld, schoolgeld enz. welke persoonsgebonden zijn, en (met uitzondering van lichte correcties bij de werkloosheidsuitkering) lineair zijn en verder geen enkele rekening houden met het gezinsinkomen. Zo kan een alleenstaande man die een maandelijkse alimentatie van amper 10 euro betaald, vrijwel dezelfde werkloosheidsuitkering genieten als een alleenstaande moeder met drie kinderen waarvoor zij geen alimentatie ontvangt.

    Voorbeelden te over van gemeenschapsgelden die onnodig uitgekeerd worden, waardoor de bedragen voor diegenen die het echt nodig hebben ontoereikend zijn en 'wegens geldgebrek' niet verhoogd worden.

    Afgezien van het deel van onze gemeenschappelijke bijdrage dat op die wijze bij vermogenden als 'zakgeld' terechtkomt, zijn er nog de ontelbare belastingaftrekken en investeringssubsidies die niet alleen bij de modale burger die een even modaal huis bouwt of koopt, maar waarmee de gemeenschap eveneens voor een aardeel deel meebetaald aan de riante villa's en domeinen van de grootverdieners.

    Zijn daar ook de milieupremies, 15% van de kostprijs van de 'milieuvriendelijke' nieuwe wagens (waar stilaan alle middenklaswagens beginnen aan te voldoen) die wij met zijn allen (ook de niet wagenbezitters) financieren. Men kan zich afvragen waarom er geen milieukorting is op het gebruik van het openbaar vervoer is? Misschien dat de vergelijking qua CO²-uitstoot tussen de zelfs milieuvriendelijk middenklaswagengebruiker en trein-tram-busgebruiker té duidelijk de hypocritischheid van ons milieubeleid zou aantonen.

    Ten slotte is er nog het perverse systeem van milieucertificaten en energiepremies, toegekend aan wie investeert in zonnepanelen. Een op termijn heel interessante investering waar menigeen, wegens omstandigheden (huurwoning of appartement) of  laag inkomen niet aan toekomt, maar daar zowel via zijn belasting als via zijn verhoogde elektriciteitsrekening toch meebetaald aan de installatie en gebruikskost van anderen.

    Een schrijnerend voorbeeld van iets wat de ene krijgt, al kan hij het gemakkelijk zelf betalen, en waar de andere die het door omstandigheden niet kan verwerven, of het te duur is, toch meebetaald aan het bedrag dat de ene krijgt.

    Als sociaal voelend mens heb ik er niets tegen pù mee te betalen voor wat anderen krijgen, voor zover zij dat wegens hun ondermaats inkomen nodig hebben. Anders wordt het als ik dien te betalen opdat wie het al goed heeft, het nog beter zou krijgen, en daardoor diegenen die het nodig hebben, te weinig krijgen.

    U toch ook...?


       

    29-11-2010 om 12:47 geschreven door Renaat  


    09-11-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over "gemiddelde" lonen

    Belgische werknemers met een voltijdse job verdienen gemiddeld 2.936 euro bruto per maand. Dat blijkt uit een rapport door de federale overheidsdienst Economie.

    Dat de meerderheid van Belgen een heel stuk onder dat gemiddelde zitten geeft aan dat de minderheid die er boven zit...er ver boven zit!

    Zo toont het loonrapport aan dat bedrijfsleiders gemiddeld 7.870 euro verdienen terwijl de laagste lonen betaald worden aan het horeca- schoonmaak- en transportpersoneel. Dat deze nog aan een gemiddelde komen van 1.975 euro. zal velen die zelfs daar onder zitten, enigszins verbazen.

    Op het eerste zicht lijkt het feit dat bedrijfsleiders het viervoudige verdienen dan bvb hun poetsvrouw, niet zo sterk overdreven, maar ingewijden weten maar al te goed dat in de hogere looncategorieën nogal wat toegevoegde zogenaamde 'onkosten', bonussen; en voordelen in natura, mede het inkomen bepalen, waardoor een bruto maandloon van om en bij de 8.000 euro in feiten ook ook het netto inkomen vertegenwoordigt, of zelfs het oorspronkelijke brutoloon overstijgt.

    Bovendien hebben de ‘grootverdieners' hun loon in de voorbije tien jaar ook nog eens het meest zien toenemen. Bij de kaderleden gingen de brutolonen tussen 1999 en 2008 met iets meer dan 38 procent vooruit, bij de bedrijfsleiders met ruim 36 procent. Geen enkele andere beroepsgroep deed het in de voorbije tien jaar beter. Ter vergelijking, bij de metaalarbeiders was de loonstijging een heel stuk minder groot: +23 procent.

    De loonkoven vergroten dus niet alleen door het feit dat 2% van 1000 in geldwaarde vijf maal minder is dan 2% van 5000, maar daarenboven ook nog door het feit dat de procentuele loonstijgingen hoger liggen bij de hogere looncategorieën.

    Dat deze loongegevens ongetwijfeld extra spanning zullen creëren op het tweejaarlijkse, nationaal loonoverleg, dat deze maand van start moet gaan, hoeft geen betoog. Voor Rudy De Leeuw, voorzitter van de socialistische vakbond ABVV, is het logisch dat alle werknemers vooruitgaan in loon. Dus ook de kaderleden. Alleen kan voor hem die ongelijke verdeling tussen de minder- en meerverdieners niet door de beugel. Voor de socialistische vakbond zijn het vooral de laagste lonen die omhoog moeten.

    Het feit dat maar liefst 5 procent van alle werkende Belgen te weinig verdient en in armoede leeft, is voor elk weldenkend en sociaal mens onaanvaardbaar. De cijfers van de Nationale Bank die aangeven dat wij, zowel wat persoonlijk roerend als onroerend bezit betreft, tot één van de welvarendste volken behoren, staat in schril contrast met de feitelijkheid dat in dit land een werknemer met een minimumloon, in feitelijke sociale armoede leeft.

    Dat Pieter Timmermans, directeur-generaal van de werkgeversfederatie VBO, uiteraard zelf een 'grootverdiener', deze cijfers nuanceert, is uiteraard niet verwonderlijk. Volgens hem is dit rapport onvolledig omdat het alleen de bruto lonen analyseert. Omdat voor de hogere lonen de hoogste belastingtarieven gelden is volgens hem een grote bruto loonsverhoging helemaal niet hetzelfde als een grote verhoging van het netto-inkomen.

    Juist.., maar gezien zij wegens hun hoog inkomen al in die hoogste belastingtarieven zitten, is hun nettoverhoging percentsgewijs dan ook evenredig met hun bruttoverhoging, is het niet, mijnheer Timmermans?...

    Ook stelt de brave man dat het rapport niets zegt over de loonevolutie in kmo's met minder dan 10 werknemers die toevallig wel de meerderheid van het Belgische bedrijfsleven vertegenwoordigen

    . Gelukkiglijk voor hem, zou ik denken, in die sector, meestal middenstanders, is er enkel sprake van de verplichte loonindexering als 'loonevolutie'. Als men die ook mede in rekening had gebracht in het onderzoek, zou het gemiddeld inkomen van de laagste voltijdse brutolonen geen 1.975,- maar waarschijnlijk om en bij de 1.400,- euro of zelfs lagerliggen...

    09-11-2010 om 12:40 geschreven door Renaat  


    11-10-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Wiens brood wij eten...

     

    Door met overheidsgeld, het geld van ons allemaal, dat wij aan de overheid toevertrouwen om onze 'gemeenschappelijke kosten' mee te betalen, de bankencrisis te bedwingen en de pijnen van de daar op volgende economische crisis te verzachten, zien de Europese (en ook andere) landen op tegen grote schuldenbergen en niet te versmaden begrotingstekorten.

    Of het één met het andere wat te maken heeft, durf ik niet met zekerheid te stellen. Maar toch heb ik een redelijk sterk vermoeden dat menigeen zich ondertussen aardig heeft weten te verrijken. En dan heb ik het niet alleen over de groot-onroerendgoedbezitters en de grootkapitaalbezitters, voor wie zowel crisis- als oplevingperiodes goede tijden betekenen, maar eveneens over de gemiddelde gegoede burgers zoals tweeverdieners met een goedbetaalde job, waarvan volgens de recentste cijfers van de Nationale Bank, zowel het onroerend als roerend bezit aanzienlijk is gestegen.

    Met andere woorden, terwijl in landen als België (vooral Vlaanderen), een relatief groot deel van de bevolking het best te pruimen heeft, leeft 'de gemeenschap', de bevolking als geheel, ("de staat" genoemd) onder de 'armoedegrens' met een torenhoge schuldenlast die zij wegens het 'boven haar stand leven' jaarlijks noodzakelijkerwijs met nieuwe leningen dient te bezwaren.

    En omdat, in plaats van de theoretisch verhoopte grote economische grote groei, er vooralsnog enkel sprake is van een 'licht herstel', is er enkel heil te verwachten van 'de tering naar de nering' te zetten. Met andere woorden: ofwel dient de gemeenschap te besparen, véél te besparen, ofwel moet zij meer inkomsten, véél meer inkomsten verwerven. Of een combinatie van beide. 

    Volgens 'simplistische' ultra linkse dagdromers zoals ik, zou men het 'geld kunnen halen waar het zit'. Dat wil zeggen, bij de 'superrijken'. Maar, dat is 'luchtfietserij'. Niet allen omdat die bij het minste onraad met hun "zuur verdiende centen"  naar veiliger oorden zouden verhuizen, maar vooral omdat gans ons financieel en economisch systeem op hen steunt, en zij dus in feiten onze broodheren zijn waar ons werk en inkomen van afhankelijk zijn.

    Omdat wij: zowel de betergegoeden, als jan modaal, als de minderbedeelden daar de dupe zouden van zijn, is dat natuurlijk geen optie. 

    Een meer logische manier om de noodzakelijke 'fondsen' te verwerven zou het meer belasten zijn van de beter gegoeden, zowel de grootverdieners als de grote middenklasse van tweeverdieners met gemiddelde of hogere lonen.

     Maar gezien men het dan heeft over het grootste deel van het kiezerspubliek en de spreekwoordelijke windeieren voor de regerende partijen bij de eerstvolgende verkiezingen massaal uit de lucht zouden vallen, komt deze oplossing, al even 'belachelijk' als de voorgaande.

    Bovendien zou het verplichten van de consumerende aanbidder van het kapitalistische gouden kalf om een groter deel van zijn inkomsten aan de gemeenschap af te staan, afgezien van het te verwachten heftige verzet, een daling van haar koopkracht betekenen. Omdat, zowel sociale onrust in de bedrijven als een daling van de consumptie, minder inkomsten voor hun broodheren betekenen, is een frontvorming van 'werkgevers' en werknemers, zeg maar, "broodheren en loonslaven", niet denkbeeldig.

    Het enige waar men zonder al te veel tegenstand, ja, zelfs met steun van grootverdiener tot 'jan modaal' kan op besparen, zijn de uitgaven tegemoetkomingen, voordelen en voorzieningen die in hoofdzaak moeten  dienen om de minderbedeelden te vrijwaren van relatieve armoede of om hun armoedig bestaan te verzachten.

    Afgezien van het feit dat die groep te lijden heeft onder het stigmatiseringsyndroom, en door velen als 'profiteurs', luiaards en 'hangmat-armen' worden beschouwd, past een grotere en zelfs genadeloze "responsabelisering" van deze groep uiteraard in het rechts-liberaal denken dat vooral in Vlaanderen vandaag grote opgang maakt.

    Uiteindelijk zal men, ten einde het in dit land steeds gelauwerd "solidariteitsprincipe" na te komen, zich beperken om aan de superrijken enkele 'borrelnootjes' aan vragen, de grootverdieners wat te temperen door maxima te stellen aan hun onwezenlijk grote ontslagvergoedingen, en de middenklasse minder belastingaftrekkee toe te bedelen en tot loonmatiging te dwingen.

    Maar, hoe dan ook, voor wie de nog te nemen maatregelen ogenschijnlijk bedoeld mogen zijn, de lage inkomens en minderbedeelden zullen, zo niet via hun inkomen, dan toch vooral percentsgewijs via hun uitgaven het grootste deel van de op til zijnde besparingen 'betalen'

    Zo willen het de broodheren...en gezien wij uit hun handen eten... 

     

    Renaat Van Poelvoorde.

    11-10-2010 om 11:36 geschreven door Renaat  


    Tags:kapitalisme, socialisme, samenleving, gemeenschap, armoede, welvaart
    02-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De rijke gemiddelde Belg

    Volgens de recentste cijfers van de  Nationale Bank behoort de gemiddelde Belg tot de rijkste van deze wereld. Zijn netto financieel vermogen, dat wil zeggen zijn spaargeld en financieel beleggingen, bedraagt, zonder rekening te houden met zijn onroerende bezittingen en na aftrek van eventuele lopende leningen, zo maar eventjes 67.200 euro. Het gemiddeld doorsnee gezin bezit 156.000 euro aan spaargelden, aandelen, kasbons en andere waardepapieren.

    Iemand die zich bewust is van hoe men gemiddelden berekend, weet dat die bedragen meer dan beduidend hoger zouden zijn als men het gemiddelde zou berekenen van enkel diegenen die effectief spaargeld en/of financiële beleggingen hebben. De 15% Belgen die onder de armoedegrens leven, bezitten in regel geen enkele financiële reserve, en wie goed om zich heen kijkt, merkt dat zelfs een niet onaardig deel van de bevolking er weliswaar een aanvaardbaar levenspeil op nahoudt, maar juist daardoor niet aan sparen toekomt.

    Om tot het toch wel aanzienlijk gemiddeld bedrag van 156.000 euro te komen is er dus, afgezien van de 10% 'rijken', voor wie het om reden van behoorlijkheid maar goed is dat hun rijkdom niet meer in voormalige Belgische franken wordt uitgedrukt, een relatief groot deel van de bevolking die zich de status van 'betertegoeden' mag aanmeten en waarvan het financieel vermogen eerder om en bij het dubbele zal schommelen.

    Eigenlijk zijn de cijfers van de Nationale Bank, vooral als men ze logisch analyseert, een bevestiging van wat een goede waarnemer bij gebrek aan cijfers alleen maar kan vermoeden, namelijk dat er voor, zo niet het grootste, dan toch voor een heel groot deel van de bevolking helemaal geen crisis of slechte tijden zijn geweest. Integendeel, voor wie enigszins wat geld heeft en verdient, betekenen 'slechte tijden', periodes waarin hij zijn luxe-uitgaven enigszins mildert en zijn spaarquota verhoogt, terwijl hij in 'betere tijden' enerzijds meer uitgeeft, maar anderzijds door beursstijgingen eveneens zijn financieel bezit de hoogte ziet ingaan. Voor betergegoeden betekenen slechte tijden dus allen een minder snelle stijging van hun welvaart.

    Met zijn allen hebben wij als gemeenschap een openstaande schuld van meer dan 300 miljard euro, wat maakt dat die zelfde gemiddelde Belg een gemeenschapsschuld heeft van meer dan 28.000 euro. Dus als elke 'gemiddelde Belg' zijn aandeel in de gemeenschappelijke schuld aflost houdt hij toch nog het aardige bedrag van 39.000 euro over. Geen staatschuld meer, en wegens het wegvallen van interestbetaling ook een aanzienlijke structurele vermindering van de begrotingstekorten. Als dat niet mooi zou zijn!

    Uiteraard is een dergelijke denkpiste natuurlijk compleet utopisch. Niet alleen omdat wij met zijn allen denken geen individuele schuld te hebben aan de gemeenschapsschuld, maar nog meer omdat het grootste deel van de staatschuld, via staatsbonnen en staatsobligaties aangegaan is bij individuele Belgische staatsburgers zelf, die daar dus een aardige duit aan verdienen. Gekker kan het eigenlijk niet: het individu die zich verrijkt aan de schuld van de gemeenschap waartoe hij behoort, en waardoor hij dus tegelijkertijd zowel schuldeiser als schuldenaar is.

    Voor die 15% onder de armoedegrens levenden, aangevuld met de 20% weliswaar goed levende, maar aan liquiditeitontbrekende Belgen, zal het allemaal worst wezen. Alhoewel, zij zijn wel de eersten die in 'slechte tijden' de rekening gepresenteerd krijgen, en inkomenspercentsgewijs het meest betalen voor dit perverse systeem, waar zij niet kunnen van meegenieten.

    Renaat Van Poelvoorde.    

    02-08-2010 om 10:05 geschreven door Renaat  


    22-07-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Over iets waar niemand wakker van ligt...

    Een maand na de verkiezingen is men blijkbaar gemakshalve al lang vergeten dat een arrest van het Grondwettelijk Hof bepaalde artikelen uit de gewijzigde kieswet als ongrondwettelijk beschouwde.Maar de politici van dit land, zouden zichzelf niet zijn, indien zij het onmogelijke niet mogelijk zouden maken.

    Dus vonden zij voor de gelegenheid wel enkele tot 'grondwetspecialist' uitgeroepen professoren, die stelden dat diezelfde grondwet de verkiezingen verplichtte en dat het goedkeuren van de verkiezingsuitslag door het nieuwe parlement zou volstaan de stembusgang te wettigen.

    Volgens die heren blijken de opperste magistraten van dit land dus incompetent te zijn, en kan men dat arrest dus gewoon bij de ophaling van het papierafval zetten

    .In geen enkel land ter wereld heeft men het ooit aangedurfd om uitspraken van 's lands hoogste institutioneel rechtsorgaan te negeren. Zelfs in dictaturen en schijndemocratieën geeft men er eerde de voorkeur aan om magistraten om te kopen , af te dreigen of te manipuleren, al was het maar om de schijn van een rechtstaat te wekken.

    Dat er nu eenmaal geen andere oplossing bestond dan het arrest te negeren, is al even grote volksverlakkerij als beweren dat het arrest de splitsing van het kiesarrondissement BHV oplegde. Het Grondwettelijk Hof laakte de wijziging binnen de kieswet, welke de arrondissementele kieskringen afschafte en provinciale kieskringen instelde, maar een uitzondering maakte voor de provincie Vlaams Brabant. Dat laatste was niet in overeenstemming met het grondwettelijk gelijkheidsbeginsel, stelde het Hof.

     

    Het, al was het maar voorlopig, terug herplaatsen van de oorspronkelijk artikel over de arrondissementeel kieskringen, wat in 'een handomdraai' te doen was, zou de ongrondwettelijkheid van deze stembusuitslag voorkomen hebben.  Maar om electorale reden, en vooral omdat dit het verder uiteenvallen van dit land zou vertragen, was dat voor sommige partijen niet mogelijk.

     

    De burgers van dit land hebben de politici die zij verdienen. Zij doen zoals wijzelf, want als goede Belgen (Vlamingen?) vegen wij toch ook onze voeten aan wetten, als ons dat goed uitkomt.

     

    En bovendien...ligt U daar toch niet wakker van...

     

    22-07-2010 om 09:58 geschreven door Renaat  


    07-06-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Onwettig gekozenen wettigen onwettigheid.

     Deze maand gebeuren er in België rare dingen. Dingen die men eerder zou verwachten in Zimbabwe of het Voormalige Zaïre waar wijlen Moeboetoe, en hij alleen de wet uitmaakte. Omdat bepaalde artikels van de kieswet, enkele jaren terug om electorale reden door de vorige paarse regering gewijzigd, niet conform de grondwet zijn, wordt die wet van rechtswege onwettig en zijn de komende verkiezingen, volgens een arrest van het Grondwettelijk Hof, dus illegaal.

    Deze maand worden de Belgen, gezien de opkomstplicht, dus verplicht om deel te nemen aan het onwettelijk verkiezen van de  leden van het federaal parlement, m.a.w. de Belgische burger wordt wettelijk verplicht om mee te werken aan onwettelijke handelingen.

    Juridisch gezien zijn dus ook alle gevolgen en handelingen, voortvloeiend uit die onwettelijke verkiezingen eveneens onwettig en bijgevolg van rechtswege ongeldig.

    Maar Belgische politici zouden zichzelf niet zijn, indien zij daar, volgens henzelf, geen mouw weten aan te passen. Na deze verkiezingen zullen de onwettig volksvertegenwoordigers via het stemmen van een wet die verkiezingen wettelijk maken., De illegaal gekozenen zullen dus zelf hun verkiezing legaliseren. Als voorbeeld van wetsverkrachting kan dat tellen. Moeboetoe zou het indertijd niet beter gekund hebben.

    Nergens hoor ik de vraag stellen over wat er gaat gebeuren als na de verkiezingen één of andere malcontente politieke partij, of een burger die zich benadeeld voelt door een door de gekozenen gestemde wet, hierover bij de Raad Van State klacht indient, en deze, zoals te verwachten valt, de uitspraak van het Grondwettelijk hof volgt. De juridische chaos die daar het gevolg van kan zijn, is niet te overzien. 

    Vrijwel alle regeringen hebben in het verleden regelmatig adviezen (welke niet verplicht opvolgbaar zijn) van De Raad Van State, naast zich neer gelegd, en wetsontwerpen die, gezien niet conform de Grondwet, negatief geadviseerd waren, toch laten stemmen en tot uitvoering gebracht. Maar nog nooit hebben de politici het aangedurfd om, als dat advies achteraf via een arrest bekrachtigd werd, dit te negeren.

    Dat men i.v.m. deze verkiezingen, gezien het gebrek aan consensus tussen de taalgemeenschappen, niet anders kan dan het arrest naast zich neer te leggen, en men dit via goocheltrukken tracht e bedekken met een sluier van wettelijkheid, is begrijpbaar, maar daarom niet minder onaanvaardbaar. In het verleden heeft menig Belgisch politici meer dan één land als een bananenrepubliek bestempeld omdat er daar voor hun  burgers geen rechtszekerheid was.

    Een overheid die zich beroept op de 'wettelijke onregeerbaarheid' en daar de verantwoording uit put om in de onwettelijkheid te treden, kan van zijn burgers niet verwachten dat zij de wetten die daar uit voortspruiten plichtsbewust naleven als hen dat evenmin uitkomt.

    Meer dan een decennia geleden omschreef  huidig Minister van Staat, Mark Eyskens, dit land ook als een 'bananenrepubliek'. De man had blijkbaar paragnostische kwaliteiten... 

    Renaat van Poelvoorde

     

    07-06-2010 om 14:32 geschreven door Renaat  


    Tags:verkiezingen, wetten, BHV
    30-04-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Het Belgische wespennest.

    In 1830 creëerden Engelse, Franse, en Duitse politici, met twee lappen grond welke geografisch deels bij Nederland en deels bij Frankrijk hoorde een nieuw land dat men de naam België gaf. Men benoemde een werkloze Duitser uit een adellijke familie tot Koning, en bezegelde daarmee de vrede tussen drie vijanden die eeuwenlang mekaar hadden bestreden.

    Tot het einde van de jaren vijftig van vorige eeuw was in gans het land de financiële, politieke, economische en administratieve macht grotendeels in handen van de Franstalige bourgeoisie. De opkomst van de Vlaamse volksbeweging, die pas begin de jaren zestig voldoende was geworden om de politieke partijen onder druk te zetten, luide het begin in van een reeks 'staatshervormingen.   Ondermeer via het vastleggen van een 'taalgrens', de federalisering van het land, en het opsplitsen van de nationale, in regionale partijen, trachtten de Vlamingen zich van hun historisch gegroeid minderwaardigheidscomplex te ontdoen.

    Elke sessie van deze, vandaag nog steeds niet volledige voltooide staatshervorming, kon pas afgesloten worden  door compromissen en toegevingen van Vlaamse kant. De Franstaligen waren geen vragende partij en konden bijgevolg vrij de prijs bepalen die de Vlaminbgen voor hun 'ontvoogding' dienden te betalen. Er werden akkoorden afgesloten, grondwetswijzigingen doorgevoerd, taal- en andere wetten uitgevaardigd, welke wegens hun ingewikkeldheid, vaagheid, onvolledigheid  en interpreteerbaarheid, de kiemen legden voor nieuwe en met der tijd als maar groter wordende communautaire problemen.

    In de taalgrensgemeenten waar een min of meer grote minderheid woonde van anderstaligen (Frans of Nederlands) voorzag men 'faciliteiten die er dienden voor zorgen dat de inwoners de taal-integratietijd gemakkelijk zouden kunnen overbruggen. Voor de faciliteitengemeenten binnen het Franstalig gebied betekende dat, de Vlamingen er na een paar jaar Frans spraken, en hun daar opgroeiende kinderen achteraf dikwijls eentalig Frans waren. In de in Vlaanderen gelegen faciliteitengemeenten ervaarden de Franstaligen de faciliteiten als een middel om geen Nederlands hoeven te leren en kwamen er zich steeds meer Franstaligen uit Brussel vestigen. Als resultaat daarvan bestaat de bevolking in drie van de zes Vlaamse randgemeenten in grote meerderheid uit de meerderheid uit (meestal Nederlandsonkundige) Franstaligen..         

    Het gevolg van dat alles geeft  ietwat rare feitelijkheden: De hoofdstad van het gewest Vlaanderen ligt niet binnen alleen zijn eigen grondgebied, en is tegelijkertijd de voornaamste stad van een ander gewest (Brussel). In drie van de zes faciliteitenrandgemeenten woont een grote meerderheid van Franstaligen, die conform de taalwetten in het Nederlands (zouden moeten) bestuurd worden door Franstalige burgemeesters en Schepenen. De Franstalige inwoners ervan kunnen bovendien bij de federale verkiezingen voor kandidaten in een ander (Brussels) gewest kiezen.

    Federale en gewestelijke bevoegdheden lopen wirwar door elkaar, en voor sommige vergunningen dient de Belg bij één of meerdere, zowel federale als gewestelijke diensten aan te kloppen. Zes regeringen, evenveel parlementen, en tien 'bestendige deputaties en provincieraden, kondigen wetten of  dekreten en verordeningen af die  via 'alarmbellen' en 'belangenconflicten' door een bepaald gewest of taalgemeenschap kunnen worden geblokkeerd of op de lange baan geschoven.

    Bij gebrek aan nationale partijen kan de Belg maar voor de helft de federale Kamerleden kiezen, en wordt hij door een coalitieregering bestuurd waarvan de helft van de ministers tot partijen behoren waar hij niet heeft kunnen voor stemmen. Een federaal minister is minister van alle Belgen maar kan door de helft van zijn 'onderdanen' noch beloond, noch ter verantwoording worden geroepen.

    Dat het in dit land, ondanks dit kluwen,  nog zo goed om leven is, doet vragen rijzen over de belangrijkheid en de waarde van diegenen die 's lands bestuur in handen hebben, of althans waarvan wij denken dat zij dat hebben.

    Het nieuwe compromis m.b.t. de splitsing van het kiesarrondissement Brussel-Halle-Vilvoorde, een mongolistisch gedrocht, geboren was uit de staatshervormingsessie van die de Taalgrens vastlegde, is weer een juweeltje van volksverlakkerij. Terwijl men steeds heeft gesteld dat de splitsing van het kiesarrondissement de verfransing van de Brusselse rand moest stoppen, zorgt de feitelijke uitbreiding van de faciliteiten er voor dat de verfransing van de Vlaamse randgemeenten in versneld tempo doorgaat. Binnen een paar decennia zal men er nog moeilijk tussen uitkunne om Brussel uit te breiden met alle zes, volledig verfranste, Vlaamse randgemeenten.

    Ook dan zal er maar 'vijf minuten politieke moed' nodig zijn om tijdens een kiescampagne te beloven dat dit nooit zal gebeuren....

    Renaat Van Poelvoorde

    30-04-2010 om 14:24 geschreven door Renaat  




    Foto

    Mijn favorieten
  • Mijn portaalsite
  • Mijn dagelijkse ochtendgroetpagina

  • E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Zoeken in blog


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs