Hier zaten vrouwen voor
alle mogelijke misdrijven.
Er verbleven ongeveer 110
vrouwen.
Van zodra zij binnenkwamen
moesten ze alles afgeven. Dan kregen ze klederen ( ondergoed en bovenkleding)
van de inrichting zelf. Dit was allemaal in teken van de veiligheid. ( in
naaien van drugs was gemeengoed geworden ) De kans tot ontsnappen werd daardoor
verkleind, zo niet belet.
De classificatie der gedetineerden.
Er waren verscheidene
afdelingen of categorieën:
a)Landloopsters
die een misdrijf gepleegd hadden
b)De geïnterneerde
abnormalen
c)Jeugdige
meisjes( minderjarigen ). Landloopsters
onder de 25 jaar en ook weerspannigen uit verbeteringsgestichten.
d)De opgeslotenen
om reden van de wet tot bescherming van de Maatschappij.
e)De gedetineerden
die voor de raadkamer en ook voor het assisenhof moesten verschijnen.
f)De opgeslotenen
dieeen niet toerekenbaar misdrijf of
delict gepleegd hadden.
g)De
hospitaalafdeling voor oudere mensen die landloopsters of geïnterneerden waren
h)De afdeling voor
correctioneleveroordeelden met een
langere termijn dan 3 jaar.
i)De veroordeelden
voor een kortere periode van minder dan 3 jaar.
De dagindeling van de gedetineerden:
6.30 uur: opstaan 7.30 uur: ontbijt, wit of bruin brood, boter, confituur, en koffie. 8 uur tot 12 uur: werken. Ofwel in de werkplaats, wasserij,
kuisploegen, maar steeds onder begeleiding van een bewaakster. 12 uur: middageten met dessert, één maal in de week waren er frieten,
als drank, water, het eten werd in speciaal daartoe verwarmde wagentjes
aangevoerd.
13 tot
17 uur: arbeid. In de toen moderne wasserij werd er elke dag gewassen en
gestreken voor zes strafinrichtingen.: Brugge, Ieper, Ruislede, Oudenaarde,
Gent en ook voor de eigen inrichting.
17.30 uur: avondeten: wit of bruin brood, boter, confituur, beleg, en koffie
18
uur tot 21 uur: ontspanning in de zaal.
21
uur: naar bed en doven der lichten, niet alle lichten gingen uit, de
nachtdienst zorgde ervoor dat bepaalde controlelichten bleven branden.
Dit was de dagindeling in de
Refuge. Later werd alles aangepast volgens religie en op order van de
directeur.
Contact met de buitenwereld.
De uit en inkomende
briefwisseling werd door de kwartierchef gecontroleerd. Later kwam de dienst
censuur, en deze mocht de inkomende brieven diagonaal lezen. Dit als
veiligheidsmaatregel. Stond er iets verdacht in, dan ging de brief naar de
directie die dan de nodige maatregelen trof. Brieven van Advocaten werden
gesloten gelaten, maar op de briefwisseling kaart werd dit wel vermeld.
Bezoek ( familie) gebeurde
in de bezoekzaal, enkel voor veroordeelden en na toelating van de directie.
Normaalmochten de beklaagden bezoek
ontvangen in de afzonderlijke bezoekzalen, ( de kotjes zoals dit in vaktermen
genoemd werd)
Er mocht van de familie niets binnengebracht worden, op uitzondering, na
toelating, van de directeur.
Hoelang zaten de gedetineerden?
Dit werd bij wet bepaalt.
Normaal één derde van hun straf, tenzij de rechtbank er anders over besliste.Er waren nog twee soorten
strafuitvoeringen in die bepaalde periode :
Straffen tot een maand
konden uitgezeten worden in weekend arresten.
Straffen tot zes maand konden uitgevoerd worden in beperkte hechtenis. Dit wil
zeggen, overdag uit werken gaan en s avonds verblijf in de strafinrichting.
De medische dienst
Dagelijks was er consultatie
door Dr. Provoost van St Andries.
Drie maal in de week kwam Dr. Ducheyne, psychiater.
Er was pre- en postnatale verzorging.
Medicatie voorgeschreven door de dokter en Psychiater werd klaargemaakt door de
verpleegster.
De medicatie werd aangeleverd door de Centrale Apotheek van Vorst.
Maatschappelijke assistent.
Er was een maatschappelijke
assistent aanwezig die als verbindingspersoon en sociale begeleider ervoor
zorgde dat er begeleiding en reclassering was voor, en na de vrijlating.
Gerechtelijke bijstand
Zoals in andere
gevangenissen was er een vrije keuze voor een advocaat.
Voor behoeftige gedetineerden waren er pro-deo advocaten voorzien.
Alle briefwisseling met de advocaat is en wasstreng geheim ( geen controle).
De bezoeken van advocaten gebeurde in aparte spreekkamers.
Voorwaardelijke vrijstelling
Gedetineerden die hiervoor
in aanmerking kwamen werden na advies van de Commissie waar de directeur,
dokter, psychiater, maatschappelijk werker, een hoofdbewaarder deel van
uitmaakten voorgesteld tot vrijlating. Dit advies werd overgemaakt aan de
Minister, Procureur des Konings, en de Burgemeester van de stad waar de
betrokkene zou gaan wonen. Enkel de Minister besliste of de Voorwaardelijke
vrijstelling zou ingaan, en met welke voorwaarden deze moesten worden
uitgevoerd. Bij een veroordeling voor gelijk welk volgend misdrijf werd de
persoon terug opgesloten en moest hij/zij de rest van zijn straf uitzitten met
nog een eventuele bijkomende straf er boven op.
Vrijdag 15 september 1944. Brugge is pas drie dagen bevrijd.
Om 11 uur komt het bericht dat de nieuwe gouverneur zou gekend zijn. Pierre
van Outryve dYdewalle, gewezen
kabinetschef van de eerste minister en secretaris van de Ministerraad, zoon van
Emmanuel. De aanstelling geschiedde voor een termijn van twee maand.
De Canadezen hebben in de weide nevens de Refuge, langs de
Hospitaaldreef tussen de Zandstraat en de Legeweg een openluchtkamp ingericht.
Alles is praktisch en keurig, langwerpige tenten als eetkamer voor de
officieren, keukens enzovoort er staan ook ronde en kegelvormige tenten voor
drie à vier manschappen; De Canadezen zijn verzot op allerhande fruit en
verlekkerd op onze tomaten. Het kamieltje, de buurttram naar Diksmuide Leke
is heden namiddagomstreeks 17.30 uur
aangekomen en bolt tot de spoorwegbrug. Het park van de Canadezen nevens de
Refuge is als een aantrekkelijkheid van de foor.
De mensen van de streek gaan er naar toe en wandelen en
trachten met gebaren en grimassen een praatje te voeren met de Canadezen.
Sommigen die ietwat Engels kunnen speaken zijn in drukke conversaties
gewikkeld en treden graag als tolk op. Het krioelt er van allerhande kinders en
jonge snotters die in de tenten mogen ravotten. Een Canadese piot zit te
schrijven en meestal ziet men er één of meerdere die zich scheren. Er is een
echte pikzwarte neger bij die bij het jonge volkje de meeste bijval heeft.
Bron: met toelating van Ewald Van Coppenolle - Voorzitter Heemhundige kring M. Van Coppenolle.
Maurits had goed opgemerkt dat alles keurig en net
opgericht was.
Op een site van de RCAMC Casualty Clearing Stations staan te lezen:
and thanks to inproved sanitation,hygiene,and treatment
methods, less than 1% of fatalities were due to disease.
Vrij vertaald: dankzij de hygiëne, sanitaire
voorzieningen, en verzorgingsmethodes , stierven er minder dan 1% van de
slachtoffers.
De RCAMC Casualty Clearing was dus geen hospitaal in de
werkelijke zin. Aan de Refuge werden er wel lichtere gekwetsten verzorgt, ( er
was sprake van 1200 bedden ), maar eerder werden alle zware gekwetsten door
verwezen naar andere hospitalen, vooral in Engeland.
De RCAMC was een onderdeel van de 10de
Infanterie, de 4de Canadian Armoured Division.
Er waren verschillende regimenten onder deze divisie. Deze aan de Refuge waren:
De 12th Canadien General hospitalen de
12de Field Ambulance
De 15th Field Ambulance had hun kwartier in Zevenkerke.
Een verslag aangaande deze plaats was als volgt.
According to the war diary of the 15th field ambulance,the
following information is provided.
Sep 9/44 Headquaters opened under canvas in a small
village near Bruges. At 1500 hours the situation being such that a stay at
least two days was contemplated it was decided to move the ADS to a building.
The CO mad a recee and took over a Tech school attached to the Benitictine
Monastery nearby .
12 sept 44: Fine and cool. Casualties light. Bruges fell
this morning to the 2Cdn inf.Division . 4th Cdo Div witch exception of rear
and Main HQ and A echelon moved across canal. A1 and A2 Sections od 15th Fld
amb moved this afternoon. They established a CCP in the vicinity of Syseels.
Casualties for the day were 21.