Sint-Anna-ten-Drieën
De preekploeg houdt van een reactie
E-mail ons!

Wil je ons iets zeggen dat niet op deze blog moet verschijnen? Mail ons hier. Mag iedereen het lezen, klik dan op op het gele 'Uw positieve/negatieve reactie hier' onderaan de tekst.

Zoeken in blog

  • Website parochie
  • Preekstoel
  • Portaal preken.be
  • ANNA3
  • Sint-Anneke Centrum
  • 27-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Mijne wereld - 6de Paaszondag A 2008 - Gie

    Zesde Paaszondag A 2008 - 26 en 27 april 2008

    Eerste lezing: Petrus 3,15-18
    Evangelie: Johannes 14,15-24

    “Dit is mijne wereld, dit is mijne wereld ni” zingt de Antwerpse muziekgroep Think Of One op zijn nieuwste cd. Hoewel het Arabisch en het Antwerps dialect in hun nummers meestal goed samenklinken, laten beide werelden zich niet altijd even vlot met elkaar mengen.
    “Dit is mijne wereld, dit is mijne wereld ni”.
    Aan dat zinnetje dacht ik toen ik de woorden in het evangelie hoorde. “De wereld kan Hem niet ontvangen, omdat ze Hem niet ziet en ook niet kent” en “nog maar een korte tijd en de wereld ziet Mij niet meer, terwijl jullie Mij wel zullen zien”.
    Johannes zegt het op de manier die hem zo eigen is. Johannes is zo enthousiast, is zo ‘vol’ van wat de Geest hem doet meemaken, dat zijn woorden wel een waterval lijken. De Geest van de waarheid is inderdaad over Johannes neergedaald. Maar wij, wij begrijpen er niks meer van.
    Laten we het evangelie even opnieuw lezen, het met andere woorden vertellen.
    Jezus vertelt over zijn heengaan. Hij houdt een soort afscheidsrede om aan zijn leerlingen duidelijk te maken waar het op aan komt. Wat de boodschap is die ze ervan moeten meedragen.
    Jezus zegt:
    “Ik heb geleefd, zoals God wil dat de mensen leven.
    Zó levend, ben Ik erg op God gaan lijken. Zie je Mij, dan zie je God.
    En ook al ga Ik nu voorgoed van jullie weg, je zult God toch nog kunnen zien.
    Want Ik stuur hulp: mijn geest zal blijven, mijn geest die de Geest van God is.
    En alles wat jullie doen en laten in mijn Geest, gebeurt, op de manier zoals Ik jullie dat heb voorgedaan.
    Als jullie mijn geboden onderhouden, dan zal Ik er zijn, dan zal God er zijn, tot het einde der tijden”.
    Zo verstaan we het al beter. We begrijpen dat het ook over onszelf gaat.
    Toch blijven we balanceren op de tweespalt van twee werelden:
    Aan de ene kant is er ‘de wereld van Jezus’. Een nieuwe wereld waarin de leerlingen veilig zitten zolang ze zijn geboden onderhouden. Een wereld die openstaat voor het goddelijke.
    Aan de andere kant is er ‘de oude wereld’, gekenmerkt door een zekere geslotenheid. Een wereld die onbekwaam is om de Geest te ontvangen.
    Tussen die twee werelden bestaat een opvallende tegenstelling. Een tegenstelling die eigenlijk van alle tijden is. Altijd zullen er mensen zijn die God een plaats geven in hun leven en anderen die niet in God geloven.
    God verplicht je niet om in hem te geloven. Hij nodigt ons alleen uit, in alle vrijheid. Er moet een zekere bereidheid zijn om je leven te richten op de verbondenheid met God en om je hart af te stemmen op de golflengte van het evangelie.
    Mensen vinden het ‘handig’ om de wereld op te delen in duidelijk herkenbare groepen. Dat is in de loop van de geschiedenis dikwijls gebeurd en het gebeurt nog steeds. De goeden en de slechten; de bokken en de schapen; gelovigen en ongelovigen; rechtvaardigen en zondaars; armen en rijken; autochtonen en allochtonen; zieken en gezonden, en zo voort. Bij zo'n onderscheid tussen mensen, volgt al vlug de gedachte: God zij dank, wij staan toch aan de juiste kant, wij zijn de goeden en die anderen kunnen we beter mijden, negeren, afstand houden, ofwel hen bekeren, op andere gedachten brengen en wie niet horen wil, moet voelen: uitstoten en uitroeien desnoods.
    Die opdeling in twee werelden is niet van Jezus afkomstig. Jezus volgt niet de grenzen van onze menselijke opdelingen.
    Het onderscheid is niet op zo’n eenvoudige manier te maken. De grens valt niet zomaar te trekken. We lopen het gevaar ons te vergissen. Want hoewel er tussen beide een wereld van verschil is, blijft het toch onduidelijk waar de ene wereld eindigt en waar de andere wereld, die ‘vreemde’ wereld, begint.
    Het is ook zeer de vraag tot welke wereld wij zelf behoren. Behoren wij wel tot die nieuwe wereld van de Geest? Zitten we op het goede spoor? Zijn we wel (zoals Johannes) gegrepen door de Geest, of blijven we hangen in burgerlijke middelmatigheid?
    Is het niet vaak zo dat die grens tussen twee werelden eigenlijk door onszelf heen loopt? Een christen staat in de wereld, maar is niet van deze wereld. Is het dan niet in deze wereld dat we moeten leven als christen? Moeten we ons van deze wereld afkeren, ons eruit terugtrekken en afzonderen? Of is dit de wereld waarin wij be’geest’ering moeten brengen, die wij moeten omvormen in Jezus' Geest?
    Wij zijn tegelijk christen én ten volle een kind van onze tijd. En deze twee werelden botsen. Er zijn zoveel momenten waarop cultuur en christendom vandaag met elkaar in botsing komen. De maatschappij vraagt ons om te presteren, te concurreren, carrière te maken en eerst aan onszelf te denken. Ons geloof nodigt uit om steeds voorrang te geven aan de ander, om nederig en dienstbaar te zijn.
    Het is precies 50 jaar geleden dat ‘de wereld’ zich tentoonstelde in Brussel. Misschien niet toevallig is het ook 50 jaar geleden dat Johannes XXIII paus werd. De paus die het Vaticaans Concilie bijeen riep om de kerk weer ‘bij de tijd’ te brengen.
    Telkens weer moet ons geloof vorm krijgen in onze tijd en in onze eigen wereld. Telkens weer nodigt de Blijde Boodschap ons uit om de tekenen van onze tijd te verstaan en in te gaan op de noden van onze wereld.
    Christen zijn in deze wereld vraagt blijkbaar veel kunst- en vliegwerk. Als we teveel bij het oude blijven, verstarren we en belanden we in fundamentalisme. Als we ons teveel aanpassen, verliezen we onze eigenheid en gaan we verloren. Er is een toenemende spanning tussen onze Westerse wereld en het christendom. Mogen we nog uitkomen voor ons geloof, of is geloven louter een privé-aangelegenheid?
    Misschien is er juist daarom een Helper nodig. Een Geest van de waarheid om te weten waar het op aankomt. Zeker als van ons, van de leerlingen, verwacht wordt dat we zelf begeestering kunnen geven.
    Welke hulp mogen wij eigenlijk verwachten. Het gaat zeker niet om een ‘eerste hulp bij ongevallen’ of een wegenhulp die ons komt ‘depanneren’. Het gaat wel om een hulp-langs-de-weg  die ons komt bemoedigen.
    Wij worden opgeroepen om Jezus weg te volgen, hem te leren kennen en zijn geboden te onderhouden. Hij zal ons de Geest van de waarheid zenden, die langs die weg staat te supporteren, opdat we het nog een volgende ‘mile’ zouden volhouden.
    Ik wil afsluiten met een kort gebed, met de woorden van Chesterton:
    "Heer, geef ons de kracht om de dingen te aanvaarden die onvermijdelijk zijn. Geef ons de moed om de dingen te veranderen die veranderd moeten worden. En geef ons boven alles de wijsheid om beide van elkaar te onderscheiden."
    Gie Stappaerts
    Er werd inspiratie geput uit een overweging van Marion Corvers en uit een preek van Emmanuel Van Lierde.

    27-04-2008 om 00:00 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    20-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De weg van de dienstbaarheid - 5de Paaszondag A 2008 - Fred

    Vijfde Paaszondag A 2008 - 19 en 20 april 2008

    Eerste lezing: Handelingen 6, 1-7
    Evangelie: Johannes 14, 1-12

    In de weken na Pasen wordt de eerste lezing meestal genomen uit de Handelingen van de Apostelen. Dat is zowat het dagboek van de jonge kerk, het relaas en wedervaren van de eerste volgelingen van Jezus. In kinderbijbels krijgen die Handelingen soms als ondertitel: "Het begin van de kerk".
    En soms wordt er van die eerste, beginnende kerk ook een geïdealiseerd beeld opgehangen. Er gebeurden vele wonderen en tekenen door toedoen van de apostelen. Vele nieuwe gelovigen sloten zich aan en wijdden zich aan het breken van het brood en het gebed. Ze bleven bijeen en bezaten alles gemeenschappelijk. Ze verkochten hun bezit en verdeelden dat onder allen naar ieders behoeften. Kan het nog mooier?
    Maar het fragment dat we daarnet hoorden vertelt een ander verhaal. Er waren ook in die jonge kerk van bij het begin een aantal praktische problemen. En er was ook verschil van mening en zelfs onenigheid. Waar ging het over? De Hellenisten begonnen tegen de Hebreeën te morren, omdat bij de dagelijkse ondersteuning hun weduwen achtergesteld werden. Het doet bijna denken aan een discussie in de stijl van "eigen volk eerst".
    Even iets over die weduwen. In de oudheid waren zij de armste en de zwakste mensen in een gemeenschap. Vrouwen waren in die tijd volledig afhankelijk van hun echtgenoot, en als hij stierf, hadden ze niets meer: geen status en ook geen inkomen. Zorg voor weduwen staat dus eigenlijk voor het steunen en opvangen van de armsten en de zwaksten uit de samenleving. En ook dàt hadden die eerste volgelingen van Jezus zich tot doel gesteld.
    Eigenlijk is het niet zozeer een twist tussen twee volkeren van verschillende afkomst. Het gaat veeleer over de vraag welke taak of taken bij de apostelen en hun volgelingen voorrang moeten krijgen. Vandaag noemen wij dat op een studiedag of in een workshop: het stellen van prioriteiten.
    En in die eerste kerk had men zich een drietal prioriteiten gesteld: het gebed, de bediening van het woord en de ondersteuning. Die drie taken heeft de kerk nu nog: zorg voor liturgie en de bediening van sacramenten, verkondiging van het woord in onderwijs en catechese, en dienstbaarheid voor de zwakkeren, met een geleerder woord diaconie genoemd.
    De apostelen lossen het probleem op door een zevental mannen te kiezen die zich specifiek met de diaconie of ondersteuning gaan bezig houden. De anderen kunnen zich blijven wijden aan het gebed of de verkondiging van het woord. Ook toen was er dus al een taakverdeling, om dezelfde redenen als nu. Iedereen heeft immers specifieke talenten of mogelijkheden. En er is geen mens die zomaar àlle taken op zich kan nemen.

    Er is een tijd geweest dat mensen zich een goede christen konden noemen als ze maar elke zondag trouw en op tijd in de kerk waren. Wat ze in de loop van de week deden kwam er veel minder op aan. Nu is de slinger naar de andere kant geslagen. Bidden en naar de Mis gaan is niet meer nodig, als we maar in vrede met elkaar kunnen omgaan.
    De waarheid zal wel weer in het midden liggen. Wil de kerk leefbaar blijven en mensen aanspreken, dan is er altijd nood aan gebed, aan liturgie. Ook in onze parochie zijn er diverse groepen mensen die daarvoor hun bijdrage leveren. Zij maken of kiezen teksten, ze musiceren of zingen, ze zorgen voor decor en bloemschikking, ze lezen, verwelkomen of bereiden de dienst voor.
    Even belangrijk is de verkondiging van het woord. Gelukkig zijn er onder ons nog mensen die aan doopcatechese willen doen of die de 57 kinderen die gisteren hun eerste communie deden daarvoor wat hebben voorbereid. En gelukkig zijn er mensen die de vormelingen van vorig weekend een jaar lang wilden begeleiden. Verkondiging van het woord kan overigens ook op school en in het gezin gebeuren.
    En nog eens even belangrijk is die diaconie, of dienstbaarheid. Het gaat van ziekenzorg tot rouwverwerking, van welzijnszorg tot broederlijk delen, van de wereldwinkel tot de mazen van het net. En het is niet mijn bedoeling om iedereen te vernoemen, ik geef maar voorbeelden. Ik wil zeker niet de mensen vergeten die op een of andere manier bijdragen tot het vormen van een echte gemeenschap, bij jongeren of ouderen, in jeugdbewegingen en sportclubs, in culturele of gewoon ontspannende activiteiten.
    Laten we ieder maar op zijn of haar eigen terrein en met de inzet van de beschikbare talenten hun gang gaan. En laten we voor elke taak maar evenveel waardering opbrengen. In het evangelie van vandaag horen we Jezus toch zeggen: "In het huis van mijn Vader is ruimte voor velen". Of in een andere vertaling: "In het huis van mijn Vader zijn vele kamers".
    Een ander zinnetje dat ons in het evangelie misschien trof is: "Ik ben de weg, de waarheid en het leven". Dat is wat moeilijker te begrijpen, maar we moeten eraan denken dat dit woorden zijn uit de afscheidsrede van Jezus, tijdens het laatste Avondmaal. Hij had vlak daarvoor de voeten van zijn leerlingen gewassen. Pas daarna volgen die woorden.
    Het gaat dus om: "Ik, die zojuist jullie voeten gewassen heb, ben de weg, de waarheid en het leven". Ik, die diensbaar wil zijn, zelfs tot de dood erop volgt. Niemand heeft God ooit gezien, maar Jezus heeft Hem ons doen kennen. Er is nooit zoveel van God te zien geweest, als in het leven en sterven van Jezus van Nazaret. Daarom is Hij voor ons de weg en de waarheid. Zowel in gebed als in verkondiging van het woord. En, zoals de titel van deze viering aangeeft, gaat Hij ons ook voor op de weg van de dienstbaarheid.

    20-04-2008 om 19:31 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    13-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Goede Herder - 4de Paaszondag A 2008 - Ria

    Vierde Paaszondag A 2008 - 12 en 13 april 2008

    Eerste lezing: 
    Evangelie:
     
    Hoewel vandaag de evangelietekst volledig over de Goede Herder, zijnde Jezus gaat, wou ik toch even stilstaan bij de eerste lezing genomen uit de handelingen. In deze tekst spreekt Petrus de inwoners van Jeruzalem toe. Let wel we zijn dan reeds na Pinksteren, de volgelingen hebben op dat ogenblik reeds de Heilige Geest ontvangen, ze zijn als het ware klaar om de weg te gaan die hen door God aangewezen wordt.
    Het is verbazend welke metarmorfose de leerlingen ondergaan hebben, waren ze in de vorige weken nog een groepje angstige en verbijsterde mensen, die zich op alle wijzen afzonderden om de Joden niet onder ogen te komen, nu treden ze in groep naar voren en spreken ze vrank en vrij de menigte toe!
    Wat een begeestering en met wat een kracht klinken hun woorden. Zo overtuigend zijn de woorden van Petrus dat onmiddellijk een groot aantal (3000 schrijft men) zich bekeert en zich zelfs laat dopen. Die overredingskracht hebben wij helaas niet meer. Missen wij dat vuur? Is onze daadkracht om Zijn woorden waar te maken te klein of zelfs bijna onbestaande?
    Natuurlijk hadden de leerlingen de Boodschap werkelijk uit de eerste hand, zij waren nog in de ban van Jezus' woorden en daden, zij hebben zoals hen beloofd was, echt die bezielende Geest over zich voelen neerdalen, maar toch...

    De Goede Herder!
    Begrijpen we de woorden en de gelijkenissen die Jezus gebruikt altijd wel op de juiste manier? Ik weet dat de vergelijking met een kudde schapen niet bij iedereen goed aankomt! Een kuddedier zijn in deze tijd van individualisme valt niet bij iedereen in goede aarde!
    Maar vergeten we niet dat Jezus sprak tegen de Joden, een volk dat bij uitstek een herdersvolk was.
    Jezus ziet zichzelf als een herder die zijn volgelingen op het juiste pad brengt nl. de weg die God voor hen bedoelde, geen weg van ene plaats naar een andere, geen reisweg maar een levensweg!
    Een weg die zal leiden naar een beter en voldaner leven, een leven van goedheid, van mededogen en naastenliefde. Dit leven is het dat Jezus ons werkelijk voorgeleefd heeft. De voorbeelden spreken voor zich!
    Hij was het toch die verstotenen, zieken en afgedwaalde mensen terug in de samenleving bracht. Hier spreekt de herder: Ik haal de verloren schapen terug! Voor de Joden was de vergelijking met een herder bekend: in het oude testament, het geschiedenisboek bij uitstek voor de Joden vinden we nog herders terug die geroepen door God hun volk leiden in plaats van hun kudden. Mozes die de schapen van zijn schoonvader hoedde, toen hij geroepen werd om zijn volk uit Egypte te leiden, of David die ook van achter de schapen gehaald werd door Samuël, of Amos die van herder profeet werd!
    Wanneer Jezus zegt dat Hij de deur is die naar de veilige en juiste weg leidt, dan spreekt Hij over die ene deur in de schaapsstal langs waar de herder binnenkomt en zijn schapen roept. Hij zegt: alle andere manieren om in de schaapsstal binnen te gaan zijn slechte wegen, wie langs een andere weg binnengaat heeft slechte bedoelingen, het zijn mensen die U bedriegen en u naar uw ondergang leiden!
    Zo wordt Jezus in het Johannes-evangelie als 'goede herder' geplaatst tegenover rovers en dieven die enkel komen om te stelen en te vernietigen. De gedachte dat God leven in vrede en goedheid wil schenken loopt door de teksten van deze zondag. De drieduizend die door de woorden van Petrus zich bekeren vinden een nieuwe leefgemeenschap rond de levende Christus. Ook zij vormen een nieuwe groep die de Goede Herder volgen. Zij gaan ook door die deur die hen de juiste weg toont.

    Waarom is voor ons, die geen schapen of kuddedieren willen zijn, Jezus toch onze 'goede herder'?
    In het profiel van de herder schetst Jezus Zijn persoon. Schapen herkennen de herder aan zijn stem, zijn voortdurende zorg om hun veiligheid en welzijn, zijn voortdurende aanwezigheid.
    Dat schept een diepe vertouwensband. De relatie tussen de schapen en hun herder is het symbool van een geborgenheid in God.

    Zingen we niet steeds vol overtuiging :
     Mijn Herder zijt Gij, o mijn Heer
     Aan niets ontbreekt het mij
     Ik vrees nu geen gevaren meer,
     Want Gij staat m'altijd bij!

    13-04-2008 om 14:24 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    06-04-2008
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.De Emmaüsgangers - 3de Paaszondag A 2008 - Marc

    Derde Paaszondag A 2008 - 5 en 6 april 2008

    Eerste lezing: Handelingen 2, 14, 22-23, 32
    Evangelie: Lucas 24, 13-35

    Er is de laatste weken nogal stevig gediscussieerd, naar aanleiding van het overlijden van Hugo Claus. En er is toen soms scherp uitgehaald naar de Kerk, en naar het christelijke gedachtegoed. Het christendom zou het lijden verheerlijken.
    Ik denk dat dit een misverstand is. Ja, in de kern van de boodschap van de apostelen horen we dat Jezus aan kruis is genageld en gedood. Dat zegt vandaag Petrus in de eerste lezing. En ja, ons symbool, de vlag waaronder wij varen, is die van het kruis: een teken van foltering en dood. Het lijden heeft een zeer belangrijke plaats in de christelijke boodschap.
    Maar. Dat betekent helemaal niet dat christenen het lijden willen cultiveren, of het zouden nastreven. In de verhalen over de reacties van die eerste christenen op de dood van Jezus hoor ik juist het tegenovergestelde. Ze waren er kapot van. Ze wilden dat lijden niet, ze zagen er de zin helemaal niet van in. Jezus zelf heeft heel zijn leven tegen lijden gestreden, en wilde goed doen, mensen genezen, uit hun lijden halen. En nu heeft de dood en het kwaad dat onuitroeibaar in het hart van mensen lijkt te leven, het toch gehaald. Die eerste leerlingen hebben dat niet kunnen aanvaarden. Alles waarin zij geloofd hadden, had zijn zin verloren.
    Maar daar stopt het evangelie niet. In de teksten kunnen we ook lezen hoe hun geloof na zijn dood dan toch gegroeid is. In de weg die zij daarbij gegaan zijn, kunnen we ook onze weg, onze reis naar Emmaüs, herkennen. Met vallen en opstaan is de hoop teruggekeerd, is de ijzersterke overtuiging gegroeid dat het allemaal wél zin heeft, alles wat Jezus verteld heeft. Het lijden is er, onontkoombaar, in onze wereld. Allemaal moeten wij erdoor gaan, en op het einde wacht de dood. Dat moet gebeuren, zoals die vreemdeling tegen de Emmaüsgangers zegt: “de Messias ‘moest’ dit alles lijden...”. maar dat einde is geen niets, waarin alles zal verdwijnen. Het is een nieuw begin. Er is nieuw leven, ook al zien we het niet, ook al ervaren we dat niet. Maar diep in ons gloeit de warme overtuiging, dat het wel zin heeft om door te gaan, om de weg van Jezus te gaan, om vol te houden met goed te doen en te vechten tegen het kwaad.
    Het evangelie verheerlijkt het lijden niet. Het evangelie veegt de wanhoop weg, die opdoemt als we niet voorbij het lijden kunnen zien.
    In het verhaal van Lucas van staat een van de mooiste zinnen die ik ooit in de Bijbel gelezen heb: “Blijf bij ons, want het wordt al avond en de dag loopt ten einde”. Het was voor hen avond geworden, de stralende dag van het leven van Jezus, van de hoop op een beter leven, leek voorbij. Maar dan gebeurt er een wonder. Er zijn van die avonden die niet zozeer de nacht en de duisternis schijnen aan te kondigen, maar eerder vrede brengen, en geloof dat het morgen goed zal zijn. In mijn herinnering komen nu zachte avonden boven met vrienden, als alles goed werd in het licht van de ondergaande zon. En ik denk aan scoutskampen, als we met die bende moegespeelde gasten – en soms werd er stevig ruzie gemaakt en was er ambras geweest -  in het slapend woud stonden te zingen: “Oh Heer, d’ avond is neergekomen..... geef ons Heer, zegen en rust en vree...”.
    Zo’n avond wordt het in Emmaüs. De vooravond van een nieuw begin. De hoop die ze kwijt waren komt onweerstaanbaar terug boven, in hun hart brandt het geloof dat Jezus leeft. De dood en het lijden zijn niet weggevaagd, maar kunnen het leven niet meer kapot krijgen. Het kruis wordt een teken dat na Goede Vrijdag Pasen komt, onweerstaanbaar.

    Hoe hebben die bedrukte, hope-loze leerlingen van Jezus  de weg naar dat onweerstaanbare geloof gevonden? Niet door wonderen. Ze vertellen dat ze het lege graf gezien hebben, dat er engelen verschenen zijn, maar dat brengt hun geen hoop. En in ons verhaal herkennen ze Jezus, ja, in het breken van het brood, maar Hij verdwijnt, Hij blijft niet bij hen en dat vinden ze helemaal niet erg. Het geloof heeft geen  wondere onverklaarbare gebeurtenissen nodig zoals een leeg graf, of een dode die je terug tegen komt. Hun geloof groeit, als ze de Schriften horen verklaren. Hun geloof groeit, als ze samen het brood breken. Dan herkennen ze: “Jezus spreekt tot ons”. Dan beleven ze: “Jezus breekt het brood met ons”.
    Lucas heeft een verhaal geschreven over ons. Een van de Emmaüsgangers krijgt een naam: Kleopas. De andere: heeft geen naam: hij kan ieder van ons zijn. Wij komen Jezus tegen, maar we beseffen het niet. Wij lezen en horen de Schriften, maar begrijpen ze niet. Wij breken samen het brood, en Hij is met ons. Als we ons hart open zetten, kunnen tot een hartverwarmend geloof komen, dat ons terug op weg zet. Dan durven we terugkeren naar onze groep om kerk te maken, en het werk van Jezus verder te zetten: als gelovige, optimistische mensen.

    06-04-2008 om 14:16 geschreven door de preekploeg  

    Uw positieve/negatieve reactie of commentaar hier (0)


    De preekploeg van Sint-Anna-ten-Drieën, Antwerpen Linkeroever

    In een eucharistie-viering volgt na het evangelie meestal een preek of homilie. In onze parochie bestaat hiervoor (al jaren) een preekploeg. Ze bestaat uit een zestal mensen die, na onderlinge afspraak, geregeld een "preekbeurt" verzorgen.
    Momenteel zijn dat Ria, Hilda, Marc, Jan, Gie en Fred. Pastoor Herman maakt uiteraard ook deel uit van de preekploeg en komt zelf ook meermaals aan de beurt.
    De bedoeling van een homilie is niet een universele waarheid te verkondigen die iedereen verplicht moet geloven en zeker niet de mensen terecht te wijzen. In een homilie willen wij de lezingen uit de bijbel een beetje verduidelijken en trachten wij ze in verband te brengen met de actualiteit van vandaag.
    Dat is niet altijd even simpel en daarom proberen wij elkaar te helpen. Elke maand komen wij samen om de lezingen uit de bijbel te bespreken en elkaar te inspireren bij het opstellen van de preek.
    In deze blog publiceren wij niet alleen onze homilies, maar staan wij ook open voor uw reacties.

    Blog als favoriet !
    Archief per maand
  • 04-2024
  • 03-2024
  • 02-2024
  • 01-2024
  • 12-2023
  • 11-2023
  • 10-2023
  • 09-2023
  • 06-2023
  • 05-2023
  • 04-2023
  • 03-2023
  • 02-2023
  • 01-2023
  • 12-2022
  • 11-2022
  • 10-2022
  • 09-2022
  • 06-2022
  • 05-2022
  • 04-2022
  • 03-2022
  • 02-2022
  • 01-2022
  • 12-2021
  • 11-2021
  • 10-2021
  • 09-2021
  • 06-2021
  • 11-2020
  • 10-2020
  • 09-2020
  • 07-2020
  • 06-2020
  • 05-2020
  • 04-2020
  • 03-2020
  • 02-2020
  • 01-2020
  • 12-2019
  • 11-2019
  • 10-2019
  • 09-2019
  • 06-2019
  • 05-2019
  • 04-2019
  • 03-2019
  • 02-2019
  • 01-2019
  • 12-2018
  • 11-2018
  • 10-2018
  • 09-2018
  • 06-2018
  • 05-2018
  • 04-2018
  • 03-2018
  • 02-2018
  • 01-2018
  • 12-2017
  • 11-2017
  • 10-2017
  • 09-2017
  • 06-2017
  • 05-2017
  • 04-2017
  • 03-2017
  • 02-2017
  • 01-2017
  • 12-2016
  • 11-2016
  • 10-2016
  • 09-2016
  • 08-2016
  • 06-2016
  • 05-2016
  • 04-2016
  • 03-2016
  • 02-2016
  • 01-2016
  • 12-2015
  • 11-2015
  • 10-2015
  • 09-2015
  • 08-2015
  • 07-2015
  • 06-2015
  • 05-2015
  • 04-2015
  • 03-2015
  • 02-2015
  • 01-2015
  • 12-2014
  • 11-2014
  • 10-2014
  • 09-2014
  • 06-2014
  • 05-2014
  • 04-2014
  • 03-2014
  • 02-2014
  • 01-2014
  • 12-2013
  • 11-2013
  • 10-2013
  • 09-2013
  • 08-2013
  • 07-2013
  • 06-2013
  • 05-2013
  • 04-2013
  • 03-2013
  • 02-2013
  • 01-2013
  • 12-2012
  • 11-2012
  • 10-2012
  • 09-2012
  • 06-2012
  • 05-2012
  • 04-2012
  • 03-2012
  • 02-2012
  • 01-2012
  • 12-2011
  • 11-2011
  • 10-2011
  • 09-2011
  • 06-2011
  • 05-2011
  • 04-2011
  • 03-2011
  • 02-2011
  • 01-2011
  • 12-2010
  • 11-2010
  • 10-2010
  • 09-2010
  • 08-2010
  • 06-2010
  • 05-2010
  • 04-2010
  • 03-2010
  • 02-2010
  • 01-2010
  • 12-2009
  • 11-2009
  • 10-2009
  • 09-2009
  • 06-2009
  • 05-2009
  • 04-2009
  • 03-2009
  • 02-2009
  • 01-2009
  • 12-2008
  • 11-2008
  • 10-2008
  • 09-2008
  • 08-2008
  • 06-2008
  • 05-2008
  • 04-2008
  • 03-2008
  • 02-2008
  • 01-2008
  • 12-2007
  • 11-2007
  • 10-2007
  • 09-2007
  • 08-2007
  • 07-2007
  • 06-2007
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
  • 02-2007
  • 01-2007
  • 12-2006

    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs