Een vervolg op 2012in366fotos... Klik op de foto om een groter formaat te zien.
12-02-2015
12 februari Avond in Grobbendonk
Ik had deze
namiddag de wagen geparkeerd in de buurt van de watermolen in Grobbendonk en
samen met Phaido heb ik daar een mooie lange geocache-tocht ondernomen. Ik had
de tijd een beetje uit het oog verloren en toen ik me realiseerde dat Josee
waarschijnlijk al een tijdje het avondeten klaar had zag ik nog het lichtspel
van de ondergaande zon in het stromende water. Dat wilde ik toch eerst nog
fotograferen. Het dynamisch bereik van het menselijk oog is vele malen groter
dan dat van het beste fotoapparaat wist ik wel, maar toch wilde ik knal tegen
de zon in proberen hoe ver ik kon gaan qua belichting. Ik heb dus het kleinst
mogelijk diafragma ingesteld, bij de 25 105 die ik er opzitten had is dat f
22, dan heb ik de ISO-waarde terug gebracht naar het minimum: bij de 6D is dat
ISO 50 en toen ben ik met de sluitertijd gaan spelen, steeds maar korter tot ik
op mijn schermpje iets zag waar ik tevreden mee was. Het resultaat is een foto die veel donkerder
is dan het in werkelijkheid al was op dat moment, maar de streep zonspiegeling
in het water en de rode avondsfeer met een herkenbare zon die niet
ergens in een grote overbelichte vlek verborgen zit, heb ik tenminste goed te pakken
gekregen. Dat al de rest tot silhouetten is omgetoverd vind ik ook niet eens
een nadeel, integendeel.
Als je van
Lichtaart naar Kasterlee wandelt langs de zuidkant van de N123 volg je een route
die over de volledige lengte langs, door en over de zogenaamde Kempense
Heuvelrug loopt. Bij de begrippen heuvel en rug hoeft men zich echt niet zo
veel voor te stellen. Mensen uit bergachtige streken die hier ooit hun vakantie
zouden komen doorbrengen zullen zonder twijfel lyrische verhalen schrijven over
het platte land, maar voor ons is dit het reliëf, de bergskes en de wegen er
doorheen noemen we holle wegen. Deze plek in de buurt van het gehucht Goor is de kruising van twee zulke holle wegen. Door
de jaren heen is hier een steeds dieper wordende put ontstaan die meer dan
driehonderd dagen per jaar een quasi onneembare hindernis is voor alle
passanten. Enkele gesneuvelde bomen hebben trouwens al een tijd een van de
kruisende wegen zo goed als helemaal afgesloten maar de Lichtaart-Kasterlee-verbinding
kan theoretisch gezien nog altijd. Er zijn wel eens 4x4-rijders die hier per sé
willen tonen hoe macho ze zijn en die bijten er ook steevast hun tanden op
stuk, lokale tractor-rijdende boeren en bosbeheerders kunnen er occasioneel met
gevaar voor lijf en leden wel eens doorheen laveren maar de modale mountainbiker
of wandelaar categorie waar wij toe behoren zal liever het inmiddels
parallel lopende smalle omleidingspaadje gebruiken. Dat deden wij ook vandaag
en de foto die dit illustreert is ook van op dat iets hoger gelegen traject
gemaakt.
Aanstaande
vrijdag is het kindercarnaval in het dorp. De directrice van De Pagadder, een van de lagere scholen, is onze buurvrouw
en zodoende was ik redelijk goed geplaatst om al wat afspraken te maken. Zo kon
ik vandaag al eens aan terreinverkenning doen. Ik had namelijk al enige ideeën
en ik wilde ter plaatse even controleren of die ook uitvoerbaar waren. Ze
vonden het niet erg dat ik ook even in de klassen binnenwipte om wat
proefopnames te maken en in de gang tussen het tweede en het derde leerjaar
kreeg ik meteen al een kleurig schouwspel te zien. Als opstap naar het carnaval
vond ik dit alvast de moeite waard. Wat een verschil met zon 60 jaar geleden
bedacht ik nog, de kinderwereld is er toch veel vrolijker op geworden. Dat
belooft alleszins voor vrijdag.
De
winterblues, ik vermoed dat rond deze tijd van het jaar er wel meer mensen last
van hebben. Precies omschrijven kan ik het niet en een depressie zou ik het
niet willen noemen maar er bekruipt mij half februari telkenjare weer een
gevoel dat het nu maar eens welletjes moet zijn met al dat gewinter. Volgens
meneer Google is mijn serotoninespiegel onder een aanvaardbare gemiddelde norm
gedaald. Het zal wel Hallo lente hallo licht hallo natuur wanneer schiet
dat allemaal weer in gang hier? Een bezoek aan het arboretum om naar de
winterbloeiers te gaan kijken is er dit jaar nog altijd niet van gekomen en ik leef
in de hoop dat we binnenkort de eerste krokusjes weer zullen zien, voor inheems
bloemenplezier moeten we dezer dagen ver zoeken. Of toch niet? Ik weet namelijk
dat in de tuinen van kasteel Le Paige ieder jaar massas sneeuwklokjes te
bewonderen zijn en toen ik vanmiddag even naar Herentals moest ben ik er eens
gaan kijken. Mijn verwachting bleek ietwat aan de optimistische kant, zo veel
waren het er niet deze keer, maar ik heb er toch enkele gezien en
gefotografeerd.
We vertellen
geen geheim als we zeggen dat wij fervente wandelaars zijn. Wandelen in
combinatie met fotograferen, wandelen om Phaido uit te laten, wandelen al
geocachend, wandelen om katers weg te werken, wandelen om te onthaasten en we
kunnen nog wel enige andere varianten bedenken. Deze morgen hadden we het
rondje Smallebroeken erg kort gemaakt want we hadden gemerkt dat alles in
gereedheid gebracht was voor de Valentijnsjogging, linten om weggetjes af te
spannen, wegwijzers om de sportievelingen de goede richting te tonen en links
en rechts al een verdwaalde, het parcours verkennende, vroege, zich opwarmende
athleet. Wij houden niet zo van al die drukte en van tussen de lijntjes lopen
en dus zijn we maar met de wagen naar de andere kant van het dorp gereden om
daar het wandelplezier verder te zetten. Ook daar waren we niet alleen trouwens,
er liepen nog medewandelaars rond zagen we, maar daar hadden we geen last van,
integendeel, we hebben ze gefotografeerd.
Er is een
bushalte vlak voor onze deur en we hadden deze dame al diverse keren zien afstappen.
Dan nam ze het paadje richting Smallebroeken, ons vertrouwde wandeltraject en
ook daar zagen we haar wel eens de natuur in lopen. Een kort beleefdheids-praatje
hadden we al ooit gemaakt maar vandaag liepen we een hele tijd samen en konden
we haar wat beter leren kennen. Het werd een heel interessant gesprek. Naar iemand
die ooit te voet naar Santiago de Compostella geweest is luister je met plezier.
Bleek dat ze in Berlaar woont, niet naast de deur, en met de bus drie keer
overstappen regelmatig naar haar boomgaard komt hier in Lichtaart. Boomgaard
is eigenlijk een te pover woord, ik noem het liever groendomein of zo. Ze
plant, kweekt en teelt er kruiden, struiken, bomen en bloemen, zorgt voor de
vogels, insecten en alles wat leeft en ze vertelde daar gepassioneerd over.
Toen ze ons uitnodigde om mee te komen en eens rond te kijken gingen we daar graag op in.
Josee effende het pad voor me, door, nog voor ik er zelf toe gekomen was, te
vragen of ik haar mocht fotograferen. Ze had niet zo veel kaas gegeten van
poseren vertelde ze nog, maar ze wilde wel. De eerste shots kwamen inderdaad
nogal gekunsteld over, maar toen ik haar voorstelde zich maar verder tot Josee
te richten met haar verhalen en geen acht op mij te slaan kwam langzaam aan de
spontaniteit terug, handen die mee speelden in haar discours en expressie in
haar gelaat. Ik heb me wat kleiner gemaakt om haar nog wat meer allure te geven
en beter kon ik haar niet portretteren vond ik.
Toen ze deze avond weer op de bus stond te wachten hebben we haar een A4-afdruk
meegegeven, ze was er blij mee en we hebben terloops ook nog vernomen dat ze
Nelly heet.
Het was koud
deze morgen. Na nauwelijks enkele honderden meters beklaagde ik het me al dat
ik ondanks die maar aanslepende verkoudheid toch beslist had mee te gaan voor
de dagelijkse wandeling met Phaido en het vrouwtje.
En er waren er nog die het koud hadden zag ik. Deze dames die meestal achter in
de wei, ver van onbescheiden blikken hun ding staan te doen kwamen zodra ze de
voorbijgangers zagen naar de omheining gelopen op zoek naar warmte, voeding of
andere hulp De dikke jas die ze allemaal aanhadden leek me op het eerste zicht
nochtans een afdoende bescherming tegen deze temperaturen. Ik meende ook te
zien dat de opvallend dikke lijven van de dames niet alleen veroorzaakt werden
door de winterkleding Ik vermoed dat hier binnen enkele maanden een heleboel
kleine lammetjes aan het stoeien zullen zijn. Toch maar in de gaten houden
das ook leuk fotograferen, dat kleine grut
Toen we
alweer enkele jaren geleden beslisten de gitaren en de microfoons aan de wilgen
te hangen waren we er van overtuigd dat het ook definitief gedaan was met de
muziekmakerij. De goesting was over, de lol was er af. Toch hebben we nog
enkele reunies met de ex-collegas georganiseerd, met veel plezier trouwens maar
ook dat is alweer een hele tijd geleden en ik was er van overtuigd dat het nu
echt wel helemaal voorbij was Never say never
Vandaag heb ik me toch nog eens laten overhalen de gitaren nog een keer uit de
koffers te halen om dochterlief te begeleiden. Die wilde enkele liedjes zingen
in de kerk van Hoogstraten tijdens de begrafenisplechtigheid van Marcel
Sprangers, een te jong, totaal onverwachtoverleden familievriend. De jongedame waar ze vast mee werkt was belet
en ik moest haar dan maar uit de nood helpen. Na summiere samenspraak hebben we
wat liedjes van Willem Vermandere, Adèle en Jan Smit ten gehore gebracht en al
bij al hebben we er ons goed doorheen geworsteld ondanks vingers waar geen eelt
meer op zit ( beginnende gitaristen weten wat dat betekent ), ondanksde kou in de kerk, en ondanks het feit dat de
zelfverzekerde podiumroutine helemaal verdwenen is ondertussen.
Tijdens de dienst ga je niet zitten fotograferen natuurlijk, maar na afloop,
toen alle mensen buiten waren kon ik het weer niet laten. Ook de camera mocht
er even uit.
De binnenkant van de kerk van Hoogstraten bood best de nodige
fotomogelijkheden, maar ook de werkplek waar ondergetekende, alweer voor de
laatste keer J, zijn kunstjes opvoerde vond ik het bewaren waard, als
souvenir. Mijn twee lievelingsgitaren die heb ik gelukkig nooit verkocht
mochten mee in beeld en als ik in zeg maar 2025 nog eens doorheen mijn albums blader
zal ik hier zonder twijfel met veel plezier naar kijken.
Josee houdt
van varkens. Ze hoeven niet noodzakelijk bijna 70 jaar te zijn en dik, een
beetje jonger en big mag ook. Voor alle duidelijkheid big moet hier niet
gezien worden als een Engels woord.
Ik was vandaag even in Wuustwezel en dan is het niet meer dan normaal dat ik
met enkele fotos van de kleinkinderen thuiskom en daar bovenop is het ook mijn
gewoonte eens langs de veestapel te lopen om te zien of ik daar eventueel geen
mooie plaatjes kan schieten. Mama koe met kalfje, geitenbok die zijn best doet om
tot bij de geiten te geraken, Brabanders in de wei, enkele poezen op het erf
er was, zoals meestal de nodige bedrijvigheid. Maar om het vrouwtje te
plezieren heb ik deze keer gekozen voor een foto van dit schatje.
Het was behoorlijk donker in die stal en zonder flits moest de Iso-waarde naar
hoogtes waar je enkele jaren geleden alleen maar van kon dromen, de rode
warmtelamp was ook niet echt bevorderlijk voor een makkelijke fotoklus maar de onvolprezen
producten van de firmas Adobe en Nik zorgden er in de nabewerking nog maar eens
voor dat ook deze shot toonbaar werd.
Ik was met
het vrouwke meegereden tot in Achterlee. Daar zou zij vriendin Martine oppikken
om samen een middagje Ikea doen. Zelf wilde ik te voet langs de Coolsweg en
door het bos achter de Floreal terug naar huis wandelen met Phaido.
De tocht voerde ons dus ook langs het Hofke van Bayot. Het was weer een hele
tijd geleden dat ik hier nog geweest was. Iedereen in de streek kent de plek
wel vermoed ik. Bij het begin van de eerste wereldoorlog was Nestor Bayot de
enige Belgische soldaat die op Lichtaarts grondgebied sneuvelde. Op 20 augustus
1914 liep hij hier in de bossen in een hinderlaag die er door Duitse ulanen was
gelegd. Toen hij plots oog in oog kwam te staan met de vijand loste hij een
paar schoten maar werd dan zelf dodelijk getroffen in het hoofd. Hij viel van
zijn paard dat samen met de medesoldaten ongedeerd kon ontsnappen. Een paar
dagen later werd Bayot aan de kerk van Lichtaart begraven. Na de oorlog lieten
zijn ouders de stoffelijke resten naar zijn geboortedorp bij Luik overbrengen. De
jongeman was 21 jaar toen hij stierf. Rond 1919 werd op de plaats van het
vuurgevecht een kruis opgericht en later werd daar een keurig verzorgd perk bij
aangelegd, het Hofke van Bayot. Bij gelegenheid van de honderdste
verjaardag werd hier vorig jaar nog een herdenkingsplechtigheid gehouden.
We zijn met de fotoclub al een tijdje aan het werken aan een project rond W.O.
1 en we denken dan in het bijzonder aan onze Lichtaartse slachtoffers, maar
deze, hier gevallen Luikenaar verdient toch ook de nodige aandacht vond ik.
Er was
vannacht al een nieuw dun laagje sneeuw op de nog niet helemaal weggesmolten restanten
van eergisteren gevallen en toen we klaar stonden om aan de ochtendwandeling te
beginnen kwam het plots weer in dikke vlokken naar beneden gedwarreld. Binnen
de kortste keren was alles weer maagdelijk wit en het bleef maar sneeuwen. Met de
naweeën van de griep nog in mijn lijf, de aanhoudende hoest en kortademigheid
vond ik het op dat moment beter even te passen. Josee is er dus alleen met
Phaido op uit getrokken. Toen ze terugkwam en vertelde hoe mooi het weer was,
en ik ook wel merkte dat het duidelijk leek op te klaren heb ik me toch maar
bedacht en Phaido een extra rondje gegund. Dezelfde fotos maken als eergisteren
leek me geen uitdaging en daarom heb ik gezocht naar andere standpunten.
Het leek er bij momenten op dat de zon
door het wolkendek wilde komen piepen en dat vond ik de moeite van het
fotograferen waard. Knal tegen het licht in heb ik op deze plaats enkele shots
gemaakt. Op het kleine display van mijn toestel leken ze wel oke. Toen ik deze
opname thuis groot bekeek op het computerscherm was ik eerlijk gezegd niet
meteen gelukkig. Het centrale uitgebeten overbelichte deel was zelfs na
gebruikmaking van alle mogelijkheden van Raw-omzetting en de volledige Photoshop-trukkendoos
nog altijd beneden de normen die ik mezelf opleg en ik wilde al aan de slag
gaan met een andere foto. Toch probeerde ik eerst nog even een wit-zwart
omzetting en o wonder daar knapte hij helemaal van op. Mij stoort het lichtere
deel in het midden niet meer en de rest van de plaat ademt ook plots de juiste
sfeer Hoe je onverwacht toch nog een reddingsboei vindt
Ik was de
hele dag niet aan fotograferen toegekomen wat wil je, een kletsnatte
ochtendwandeling en daarna aan de TV gekluisterd om het WK veldrijden te
volgen. Tussendoor moest er ook nog gegeten worden volgens het door Josee
opgelegde uurrooster We hadden wel afgesproken met de vrienden om s avonds iets
te gaan drinken in de Pelleman in Kasterlee. Daar zijn ook nog wel wat
fotomogelijkheden, daarenboven had ik toen we er naar toe vertrokken gezien dat
de maan flink haar best aan het doen was. Het statief had ik dus ook maar in de
wagen gelegd, want de Rielenkapel by night, dat was ook nog een optie.
Nachtfotografie zal wel altijd een van mijn stokpaardjes blijven.
Ons clubje aan de drank, eigenlijk vond ik het bij nader inzien niet echt
origineel meer, maar goed, ik had toch al enkele leuke shots gemaakt. Op de terugweg
wilde ik dan toch ook nog plan B uitproberen. Aan de Rielenkapel was er op dit
uur van de nacht rond kwart voor elf een veelvoud van diverse lichtbronnen.
Er was eerst en vooral het maanlicht, dan was er een gele straatverlichting
langs de achterzijde en aan de voorkant was die dan weer wit. In de nabewerking
thuis heb ik wat zitten experimenteren en na de basisbewerkingen kon ik met
behulp van mijn geliefde Nik Filters toch een aanvaardbaar resultaat tevoorschijn
toveren. Dit is wat het filter Color Efex Pro, Dark contrast #3 Saturated &
detailed er van maakte.
Geen idee of
dit nu een selfie dan wel een otofoto is. Ik hou het voorlopig maar op het
ouderwetse zelfportret.
Het is niet de eerste keer dat ik mezelf probeer te fotograferen in kleine, spiegelende,
al dan niet bolronde objecten. Ogen van dieren zijn daar zeer geschikt voor en
dan bij uitstek paardenogen want die zijn echt wel erg groot en die zitten
daarenboven op een hoogte waar je meestal met de camera goed bij kan.
Probleempje echter, die dieren laten zich niet zo gemakkelijk zo dicht benaderen
met een onbekend groot dreigend zwart object. Nu hebben we al een hele tijd een
vrij goede vrienschapsrelatie met twee paarden die in een weide aan de
Dressenstraat, langs onze dagelijkse wandelroute, hun dagen slijten. Meestal komen
ze zonder dat we ze moeten roepen even naar de afsluiting om ons te begroeten
en een aaitje in ontvangst te nemen en vandaag was dat ook zo. Hun
nieuwsgierigheid naar de gedragingen van Phaido wint het meestal van hun
aandacht voor de man met het fototoestel en dat gaf ondergetekende de
gelegenheid zich zo te positioneren dat de spiegeling mooi midden in het oog
zat. Ik moest wel even door de knieen maar dat is gelukkig fysiek gezien nog
altijd perfect mogelijk, tot nader order.
Toen ik deze
morgen naar buiten keek en de verse sneeuwlaag zag, het mooie licht en de
blauwe lucht had ik niet veel tijd nodig om te beslissen dat ik deze keer maar
meteen met de camera naar buiten moest. Ik heb zelfs het ontbijt maar overgeslaan
en ik was net op tijd in de Smallebroeken, mijn favoriete wandelplek. Net op
tijd inderdaad, want het begon weer te dooien, deze keer kon ik toch nog de
sneeuw op de takken en takjes van de bomen mee pikken in mijn fotos, dat geeft
toch dat tikkeltje extra feeërieke wintereffect en bovendien had ik het geluk
dat er zich een laagje dooimist begon te vormen boven de weiden.
Geheugenkaartjes zijn er in steeds grotere formaten tegenwoordig en dat is maar
goed ook want ik kwam thuis met een massa mistfotos, sneeuwfotos, dieren in de
sneeuwfotos, detailopnames en ga zo maar door Ik heb Josee laten kiezen om
haar favoriet er uit te halen om als foto van de dag te fungeren want zelf zag
ik ze allemaal even graag. Al bij al kan ik me wel vinden in haar keuze, de
mistlaag, diepte in de foto door voorgrondtakken onder en boven, een
prikkeldraad die van uit een hoek de blik naar de hoofdonderwerp-boom leidt
het vrouwtje heeft ondertussen ook voldoende vista en know-how om op een
verantwoorde manier naar fotos te kijken merk ik
De naweeën
van de griep hebben ondergetekende nog altijd in een stevige houdgreep en
hoewel ik probeer weer zo goed als het kan het normale leefpatroon op te pikken
lukt dat toch nog niet altijd. De ochtendwandeling heb ik vandaag weer eens aan
me moeten laten voorbij gaan, de ochtendreutel, - rochel en hoestbuien vertelden
me dat het niet opportuun was meteen de agressieve winterkou in te duiken. Het bioritme
van Phaido draait evenwel voor een groot gedeelte rond pipi en kaka en in zijn uurrooster
willen we niet te veel onnodige verandering brengen. Josee heeft die taak dan
maar alleen op zich genomen. In de loop van de namiddag heb ik geprobeerd dat
goed te maken door er ook eens rustig alleen op uit te trekken met hem. Rustig
is misschien niet het goede woord want met het redelijk natte weer van de
laatste dagen zijn er nogal wat zogenaamde wandelwegen herschapen tot
regelrechte modderpoelen, een WK veldrijden waardig. De aanduiding voor de te
volgen wandelroute en de rustbank die hier neergeplant is door de toeristische
dienst doen eerder lachwekkend aan op een plek waar je door de bagger moet
ploeteren om al wandelend verder te geraken.
Op woensdag
namiddag wordt er meestal beroep gedaan op de grootouders om de kleinkinderen
op te pikken en overal naar toe te brengen. Jefke moest voetballen in Herentals,
dat werd dus de verantwoordelijkheid van bompa Jan. Julie, die gaat dansen in
Balance Health Center, komt dan mee naar huize Pol en Josee, waar tussen een
gezonde maaltijd en de dansles er nog voldoende tijd is aan de schooltaken te
beginnen. Een yoghurtje tussendoor wil er wel in en pake Pol ziet daarin meteen
fotomogelijkheden. Ik weet niet of we dit over-acting mogen noemen, maar de
manier waarop Julie zich duidelijk bewust was van de camera en gekke bekken
begon te trekken was voor mij voldoende reden om af te drukken en om dit beeld
uit te kiezen, liever dan de overige eerder brave kiekjes.
Aan de
overkant van de Kasterleesteenweg gaan we niet zo vaak om onze dagelijkse
portie wandelplezier te halen. Komt het omdat we dan die drukke weg moeten
oversteken? Wie zal het zeggen ik vermoed eerder dat het te maken heeft met
het feit dat het meestal iets natter en iets drassiger is aan die kant. Dat was
vandaag trouwens ook zo toen we beslist hadden dat een alternatieve route weer
eens nodig was. Anderzijds zijn daar dan ook de nodige minder platgetreden
paden op fotogebied en ik heb dus weer uitgebreid mijn hartje kunnen ophalen.
Deze dreef vond ik best enkele shots waard. Phaido erin plaatsen als
aandachtspunt is een van de eerste dingen waar ik aan denk als ik iets wil
toevoegen aan het beeld. Hem laten poseren is ondertussen een vrij eenvoudige
routine geworden. Hij weet precies wat er van hem verwacht wordt en hij kent de
woorden wacht, blijf en zit beter dan welk ander bevel Bij de nabewerking thuis heb ik diverse
uitsnedes, filters en omzettingen van dit beeld uitgeprobeerd en een zwart-wit
omzetting leek me wel iets maar toch miste ik nog dat beetje extra. Uiteindelijk
heb ik Phaido buiten de omzetting gehouden om zo één kleurtoets in de foto over
te houden. Zwart-wit puristen zullen dit wel weer ongepast vinden, maar daar
trek ik me niks van aan. Ik vind het mooi zo.
Een beetje
tegen beter weten in had ik vandaag de macrolens eens op mijn toestel gezet
tijdens ons dagelijkse tochtje en dan ga je anders kijken natuurlijk. Het is
verrassend hoeveel kleine, toch interessante dingen je opvallen als je op die
manier door de winterse natuur doolt.
In de loop van de maand januari trekken we telkenjare wel een dag uit om naar
het arboretum in Kalmthout te rijden en er de bloei van de toverhazelaars te
gaan bewonderen en fotograferen. In de loop van de voorbije jaren zijn er dan
ook al enkele kleurige prachtexemplaren voorbij gekomen op deze blog. Dit jaar
hebben we nog niet de kans gezien om tot daar te geraken en de ons allemaal
beter bekende gewone hazelaar moet dan maar als alternatief fungeren om ons op
de eerste tekenen van de onherroepelijk dichterbij sluipende lente te
attenderen. Qua vroeg in bloei staan moet die nauwelijks onderdoen voor zijn
meer exotische familieleden en hoewel net iets minder spectaculair doet die lang
vóór het botten van de bladeren immers ook al flink zijn best.
Deze
namiddag mochten we weer gaan smullen voor het goede doel. Een van de meest
voor de hand liggende manieren om de kas van je vereniging te spijzen is het
inrichten van een eetfestijn. Ik wil hier meteen aan toevoegen dat ik dat ook
een van de sympathiekste manieren vind. Van alle eetfestijnen is in ons
Vlaanderenland het mosselsouper het meest populaire.
De carnavalsvereniging De Barrierse Rietschieters waar nichtje Jill lid van
is had, zoals ieder jaar, weer beroep gedaan op de eetlust van vrienden,
kennissen en sympathisanten om de werking van de club te sponsoren. Zoiets
moeten ze ons geen twee keer vragen natuurlijk. Wij weten een volwassen portie
heerlijke Zeeuwse lekkernij wel te smaken en als dat dan ook nog in het
gezelschap van enkele goede vrienden kan en er komen de nodige dranken voorbij
om het culinaire plezier compleet te maken, dan mogen we spreken over een
geslaagde namiddag toch?
Tussen het smikkelen door houdt deze jongen natuurlijk altijd de ogen open en
de camera binnen handbereik. De manier waarop de kloeke carnavalisten de potten
met mosselen op een groot dienblad naar de klanten brachten vond ik het bekijken
en het fotograferen alleszins meer dan waard.
Toen ik deze
morgen rond acht uur de gordijnen opentrok sneeuwde het en was het wit buiten.
Ik was niet speciaal zo vroeg opgestaan omdat de nationale weermannen en
vrouwen dat voorspeld hadden, neen, we zouden met enkele leden van de fotoclub
naar een studiedag rond AV-producties gaan in het Nederlandse Rijen. Koffie, ontbijt,
krantje, tandjes poetsen maar rond kwart voor negen kwam een telefoontje van
Alex: of het wel zin had om met dit weer zo ver te rijden? Ik was het er meteen
mee eens, je moet het gevaar niet uitdagen.Nog eens vijf minuten later stond ik al in wandeltenue om het bos in te
trekken.
De temperatuur bleek nogal mee te vallen, te warm eigenlijk om te kunnen
rekenen op een maagdelijk blijvend sneeuwtapijt. En inderdaad, het bos en de
weilanden lagen niet onder die indrukwekkende winterpracht die ik had verwacht.
Het was wit, dat wel, maar op veel plaatsen kwam de gesmolten dooi-smurrie er
al doorheen. Als er zich dan toch eens een mooi landschap aandiende en ik mijn
twijfels had of de foto niet te plat zou worden met zon grote lege ruimte
vooraan had ik gelukkig Phaido nog bij me die gewillig op de goede plaats in de
voorgrond ging poseren.