HERINNERINGEN AAN ROBERT ROOSEN, EEN ONVERGETELIJK WIELERMAN !!!
Eén van de vele leuke momenten waar Robert me weer wat moest vertellen. Gewoonlijk humoristisch.
Het overlijden van Robert Roosen, op 91-jarige leeftijd, zal bij heel wat oud-renners, organisatoren, supporters en vooral
Temsenaren, heel wat herinneringen oproepen. Ook voor mij!
Ik ben er fier op dat ik met de Roosen wel twintig jaar heb samen gewerkt. Hij délégué, ik als verslaggever. Hij stond er op dat ik regelmatig mee in de wagen stapte want hij had er een paar goei. Moppen dus. We hebben schitterende momenten gekend in de volgwagen. Maar toch zág hij alles wat bij de renners gebeurde, terwijl hij vertelde en toen
zag ik het ook. Hij zette zich altijd in om de renners goed te leren kennen en als het moest voerde hij wel een gesprek over één of ander. Het is mij zeker bij gebleven dat, wanneer we achter een groep reden, hij veel renners herkende door op hun rug te kijken.
Hij was steeds een bijzondere BWB-afgevaardigde die aanzien had bij al wie in de wielersport was betrokken: de organisator, de renners, het publiek. Robert Roosen was een correct en eerlijk man die beschikte over een aparte kijk op de aankomst van een koers. Hij zag de rugnummers zo precies over de streep komen alsof hij toen een videocamera achter zijn ogen had zitten. Zoals Robert het deed, is na hem nooit niemand meer opgestaan onder de afgevaardigden.
Ooit vertelde hij mij dat hij eens een koers deed waar ze met 28 naar de meet kwamen en zoals dat vroeger meer gebeurde, was er maar één afgevaardigde, Robert Roosen dus. Hij maakte een uitslag op met 28 renners. Omdat er niemand kwam reclameren moet het volgens Robert toch juist geweest zijn.
Toen ik op een koers was met hem en hij in de uitslag van 20 renners, de 13de plaats niet kon voorzien van een rennersnaam, zette hij mijn naam daar op. De uitslag werd aan een deur gekleefd en de renners kwamen. Opeens riep er eentje:
-Dat klopt daar niet op de 13de plaats, ik zat daar.
-Bedankt zei Roosen en ik verdween uit de uitslag!
Zo hebben we Robert Roosen, die rijzige respectafdwingende figuur, aan de aankomstlijn zien staan. Hier in Haasdonk.
Robert vroeg me ook regelmatig om eens mee te kijken bij de aankomst. Vanaf de 5de, zei hij dan. Maar het is toen dat ik besefte dat ik best nooit BWB-man zou worden. Eer ik tot vijf de renners had geteld, was gans de groep al binnen
Hij heeft verdorie destijds de coureurs ook de beleefdheid bijgebracht. Ik maakte het meermaals mee dat een renner zijn koerspet op het hoofd droeg toen hij zich wilde laten inschrijven. Dan kwam Roosen in actie. Hij schreef niets op maar hij keek naar de renner.
-Awel. Meer hoefde hij niet te zeggen en hij viseerde de pet. Met een snelle greep werd de pet afgezet.
Een kordate BWB-man.
Het was dit jaar 62 jaar geleden dat Robert zijn eerste koersje deed. In eigen gemeente op de Vierstraten. En sedertdien stopte het niet meer. Laat ons stellen dat hij toch wel gemiddeld een 50 wedstrijden per seizoen deed en dat brengt ons dan toch gauw op een paar duizend in zijn ganse carrière. Het strafste daarbij was, dat hij van elke koers de feuille bij hield. Hij beschikte over een onuitputtelijk archief.
Toen ik zelf als wielersportjournalist al eens iets nodig had uit lang vervlogen tijden, hadden we maar naar Robert te telefoneren.
- Robert, ik zou moeten weten wie de 19de augustus 1963 de koers voor onafhankelijken in Haasdonk heeft gewonnen. Kunt ge dat eens opzoeken?
- Bel me over een minuut of vijf terug, klonk het dan.
En ja hoor. Hij wist dat Martin Van den Bossche daar de bloemen kreeg.
Robert Roosen is zelf ook persmedewerker geweest voor Het Laatste Nieuws, Dagblad Het Volk en La Dernière Heure. Hij leidde de wielerclub De Scheppersvrienden en maakte met zijn vrienden er een erezaak van om in juli de wielerliefhebbers, een zeer aantrekkelijke beroepsrennerskoers aan te bieden. In alles wat in zijn Temse gebeurde op wielervlak, had hij een voetje staan. Meer zelfs, ik heb dikwijls vastgesteld dat Robert een grenzeloze liefde had voor de gemeente.
Vooral wat Temse op toeristisch vlak te bieden had, maakte hem zo fier. Op een augustusavond bij het evenement Temse in de Wolken, ontmoetten mijn vrouw en ik Robert, die alleen op wandel was. Die avond leerde ik de BWB-man nog beter kennen, anders kennen eigenlijk want hij heeft geen vijf woorden over de koers verteld. Temse ja, alleen zijn dorp aan de Schelde. Vroeger en nu in de prille 21ste eeuw. Ik dacht dat ik de Roosen kende maar die avond maakte ik meer verassingen mee als in 20 jaar koersen volgen met hem!
Het zal me steeds bijblijven hoe Robert Roosen ongekende zin voor humor had. Op een moment dat ge het niet zou verwacht hebben maakte hij een humoristische opmerking.
Toen hij mij voor het een of ander nodig had dan telefoneerde hij. Opvallend was dat hij steeds begon met mijn volledige naam te noemen. Hallo, Flor Van de Velde.
Zijn laatste oproepen heb ik onthouden, nog niet zo heel lang geleden.
-Hallo, Flor Van de Velde, ik moet dringend het adres hebben van Marcel Van Kerckhove. Hebt gij dat soms?
Ik had dat natuurlijk, want samen met Marcel stichtte ik het CHW-Beveren en we zitten nog steeds samen in het bestuur.
En zijn laatste oproep:
-Hallo, Flor Van de Velde, Roosen hier. Zeg, Isidoor De Ryck is overleden in het rusthuis van Melsele awa. Ik kan niet naar de begrafenis komen. Kunt gij soms zorgen voor een doodsprentje?
Hij was er toen 90 en nog steeds was hij bezig met zijn groot hobby: de wielersport. Hij wilde zijn verzameling compleet houden, zeker als het om zijn Temse ging. Ex-prof Isidoor was een dorpsgenoot.
Toen ik de doortocht van de Tour moest commentariëren, eerst eens in Beveren en daarna in Melsele-dorp, bezorgde Robert me een bussel papiertjes waarop hij interessante gegevens over Wase deelnemers van vroeger en wetenswaardigheden had neergeschreven. Zo van die gegevens waarvan de toeschouwers zegden Amai, die Flor die weet toch nogal wat
. Het merkwaardigste was wel dat Robert me spontaan kwam opzoeken met die info, ik had hem daar niet om gevraagd. Maar hij wist dat ik de speaker was. Ik was dan ook enorm vereerd dat hij voor mij al die dingen had opgezocht.
Die papiertjes zitten nog steeds in een farde en blijven voor mij waardevol, niet alleen om ze eventueel bij een volgende doortocht nog eens te gebruiken, maar vooral om me de figuur van Robert Roosen in herinnering te houden.
De teksten die Robert me bezorgde met gegevens over de Tour. Interessant genoeg om ze op Polderrenners eens te laten lezen.
Ik had altijd heel graag aan de hand van zijn persoonlijk archief, de wielergeschiedenis van het Waasland geschreven. Toen ik hem dat vertelde knikte hij wel goedkeurend maar ook maar één blad ter beschikking stellen, deed hij niet. Nooit. Ik hoop dat al die rijkdom die Robert bezat, toch eens naar buiten mag komen. Nu alles zo degelijk kan ingescand worden, zou dat moeten kunnen. En
het zal zeker behoren tot ons Waas wielererfgoed.
Gedurende de vele jaren dat ik met Robert samenwerkte, heb ik ooit één keer van hem gewonnen in de koersorganisatie. Het was tot een discussie gekomen over het aantal ronden dat nog moest gereden worden.
-Nog 3", zei Roosen. Neen, nog 2. Hier kijk maar op mijn blad, antwoordde ik. Robert zei niets en begon zijn eigen blad te bekijken. Misschien wel dik tegen zijn goesting zei hij:
-Ge hebt gelijk nog 2 ronden.
Het was denk ik, nu 1000-1 in het voordeel van Robert Roosen. Ik had in al die jaren toch de eer gered!
In de Schoolstraat, waar Robert woonde, heb ik meerdere jaren aan de micro gestaan op de wielerwedstrijden die daar door het comité School-en Pastoor Boelstraat werden ingericht. Door Roosen zelf, zeg maar. Op zeker keer hadden zijn helpers de spandoek van Dagblad Het Volk onderste boven gehangen aan de nadarafsluiting. Toen de koers begon maakte ik er Robert attent op en hij had dat zowaar zelf nog niet gezien. Ze hebben hem gewoon laten hangen.
Het was ook op diezelfde koers dat het ongenadig regende en bleef regenen. Op zeker ogenblik stonden er precies drie toeschouwers bij elkaar naar het gebeuren te kijken. Voor de rest geen kat te zien in de aankomstzone. Toen kreeg ik een leuke inval: ik liet mijn micro liggen waar hij lag, stapte de natte straat over tot bij die moedige mannen met paraplu en zei hen persoonlijk: Mannen, als ze nu komen nog 3 ronden. Dan stapte ik terug naar het tentje waarin ik moest staan.
Een gebeuren dat echt éénmalig was, op vijftig meter van de Roosen zijn deur.
Tekst en fotos : Flvdv
|