Ik ben Cantaert Danny, en gebruik soms ook wel de schuilnaam Dannycant.
Ik ben een man en woon in Zottegem (België) en mijn beroep is Bouwvakker....
Ik ben geboren op 26/03/1962 en ben nu dus 61 jaar jong.
Mijn hobby's zijn: Schrijven, lezen....
23 November 2008 kwam mijn eerste roman uit, Jan de Lichte...De weg naar de hel!
Dit in volle samenwerking met het Loui
Binnenkort zijn ze er weer, de Zeeuwse mosselen, of iets wat die naam mag dragen na een weekje of wat op smaak te zijn gebracht in het heilige water van de Waddenzee of Oosterschelde. Deense, Duitse of Ierse, het maakt niets uit. Na een spoeling daar veranderen ze immers spontaan van identiteit en worden zo het equivalent van hun eigen Hollandse lekkernij.
Bodemcultuur is daarbij de norm en naar jaarlijkse traditie zullen ze ook deze keer lekkerder, later en vooral (veel) duurder zijn dan het voorbije mosselseizoen. Daar is geen ontkomen aan. Maar wie kan het ze kwalijk nemen? De zwarte oester is immers een lekkernij waar wij Belgen ons Nationaal gerecht bij uitstek tegenover stellen en geef toe, deze cultuurvermenging kent zijn weerga niet. Mosselen friet is het van het, overtreft een vijfgangen-menu, maar niet qua prijs en ook dat zal nooit (meer) veranderen.
Dus klagen we nu weer steen en been om strakjes toch te bezwijken voor een dampende kom klaargemaakte zeevruchten van onze Noorderburen. Het is sterker dan onszelf, en dat weten die Hollanders maar al te goed.
De CAO van onze Koninklijke familie ligt weer voor een jaartje vast. Een aanpassing naar boven met ten minste vijf percent is méér dan verhoopt, maar het werd dan ook wel keihard gespeeld ten paleize Brussel.
Spontane werkonderbrekingen waren al aangekondigd, langzaam- aan acties bezig en de dreiging met een algemene staking, werd reëel.
Maar de druk is van de ketel. De koopkracht blijft gewaarborgd en is niet eens een overbodige luxe. De brandstofprijzen swingen immers de pan uit en de tank van je luxejacht vullen slaat al vlug een budgettair gaatje van formaat in je portemonnee. Ook de Hummer van stal halen kan weer, het zwembad blijft verwarmd en dikke truiendag zal ook nu weer bij die ene symbolische dag kunnen blijven.
De dagelijkse kappersbeurt van Fabiola blijft een constante, inkrimpen van het personeel hoeft niet en staatsbanketten kunnen nog net.
Toch hopen ze op een beter jaar in Laken. Minder valpartijen met breuken tot gevolg door de forse aankoop van antislip sokken en looprekjes in verstelbare hoogte. Bij ziekenhuisopname, niet langer een volledige gang, men mag nu ook de kelderruimte aanbieden. Geboortes zonder epidurale of thuisbevalling. Dit moet ervoor zorgen dat vooral de medische kosten naar omlaag kunnen.
Maar er blijven natuurlijk andere kosten en nieuwe! Hier volgt een lijstje.
- Voor het doorknippen van lintjes Een goedsnijdende schaar.
- Aankoop verschillende tubes Voltaren-gel Het veelvuldig zwaaien zorgt immers voor elleboogontstekingen bij Albert.
- Jaarlijks terugkerende taalbaden De resultaten blijven nog altijd uit.
- Anticonceptiemidden en supersterke condooms Beslissing genomen na het winkelen van filip en Mathilde in een supermarkt, samen met de kinderen. (Mathilde wil wel geribbelde.)
Toch is er blijk van goede wil en besparingen. Villawerken worden uitgesteld, (de marine is momenteel onderbemand). Inkrimpen van het wagenpark, (het Smartje wordt van de hand gedaan). Laurent gaat wéér een boek schrijven (het verdriet van Laken) en er wordt beknibbeld op alimentatie.
Dat is een vraag die je als ouder hoopt nooit te moeten horen uit de mond van je eigen kind. Maar helaas, het gebeurt maar al te vaak dat je geconfronteerd wordt met iets wat je helemaal niet verwacht, iets waarvan jij dacht dat het jouw kind niet kon overkomen, iets waar je volkomen machteloos tegen bent .
Op een dag wordt jouw kind ziek, zwaar ziek, en na een hele reeks van slopende testen, onderzoeken en omzwervingen van het ene ziekenhuis naar het andere, krijg je als verdict dat jouw kind ernstig ziek is ..Dat jouw kind kanker heeft.
Kanker een woord dat je laat trillen op jouw benen, dat jou het gevoel geeft dat de aarde in één klap onder je wegglijdt.
Machteloosheid, woede! Dit zijn meestal de eerste reacties. Meteen gevolgd door de vragen waarvan, hoe en waarom mijn kind!
Volwassenen die getroffen worden door één of andere vorm van kanker is op zich al erg genoeg, maar als het om kinderen gaat die geconfronteerd worden met deze gruwelijke ziekte, en het dan ook nog om jouw eigen kind gaat, krijg je zowat het gevoel dat jouw hele wereld in elkaar stuikt. Je raakt in shock, voelt verwarring door de vele informatie die je toegestopt krijgt (teveel om allemaal te verwerken) en dan moet jij het ook nog aan jouw eigen kind proberen uit te leggen wat er precies aan de hand is. Er de moed voor vinden.
Een haast onmogelijke opdracht, als je weet dat het woord kanker nog steeds tot de taboesfeer behoort en zelfs volwassenen er nauwelijks in slagen daar onder elkaar over te praten. Dan besef je ten volle wat het is om zulk vreselijk nieuws aan jouw eigen vlees en bloed te moeten mededelen.
Maar ondanks alles, ongeacht hun leeftijd, er zijn wegen om met kinderen over kanker te praten. Hen uit te leggen wat de behandeling inhoudt, te praten over leven en dood.
Niet alleen erover praten is belangrijk, ook het luisteren, hun vragen zo goed en zo kwaad mogelijk beantwoorden en ervoor zorgen dat zij de situatie voor een groot deel begrijpen.
Neem ook hun gevoelens serieus. Kinderen kunnen op verschillende manieren reageren op het nieuws dat ze ernstig ziek zijn, dat ze kanker hebben. Dit kan variëren van woede tot droefheid, een schuldgevoel, angst, verwarring en frustratie. Dit is niets abnormaal maar laat hen dan ook weten dat ze zich zo mogen voelen, dat jij je ook zo voelt.
Geef altijd eerlijke antwoorden op hun vragen, hoe moeilijk ook. Maar als je iets niet weet, zeg het dan ook.
Dan komt de lange weg van behandeling, een compleet onbekende weg voor het kind en meestal ook voor de ouders. Kinderen vrezen vaak het onbekende, ze denken soms dat een situatie slechter is dan in de werkelijkheid. Verklaar hen het behandelingsproces op een manier die gepast is voor hun leeftijd, op een manier die zij kunnen begrijpen, maar vergeet daarbij niet dat jouw kind zaken als chemotherapie of bestraling als iets heel slecht ziet omdat de neveneffecten, zoals het verlies van haar en misselijkheid als heel onprettig worden ervaren, wat nog zacht uitgedrukt is. Dit geldt evengoed voor volwassenen!
En dan komen de vragen, mama waarom heb ik zon pijn, ik voel mij zo moe, moet ik hier nog lang blijven, ga ik nu dood ?
Neen, gelukkig niet altijd, heel wat kinderen overleven deze vreselijke ziekte. Maar dan nog zijn lang niet alle problemen achter de rug. Naast de lichamelijke gevolgen zijn er ook sociaal-emotionele gevolgen die in meer of mindere mate de kop op steken.
In de eerste fase overheerst de ziekte alles, ze zet het hele leven overhoop met soms spanningen en veel verdriet in het gezin tot gevolg. Het duurt dan ook een hele poos voordat een gezin zijn evenwicht weer heeft hervonden.
Bij genezing leeft er altijd (gegrond of ongegrond), een grote angst voor de terugkeer van de ziekte. Sommige kinderen trekken zich terug, vinden moeilijk aansluiting met leeftijdsgenoten, zij voelen zich anders en lopen soms jaren op de tippen van hun tenen, tot de batterij op een dag echt leeg is.
Ze hebben de ziekte dan wel overleefd, maar moeten elke verdere dag zien te overleven, de goede, maar ook de slechte, en jij als ouder hebt dan ook maar één wens. De wens dat jouw kind voor de rest van zijn of haar leven, zich genezen en zonder al te veel zorgen, elke verdere nacht te ruste kan begeven: langzaam verzinkt in een diepe slaap en zich overgeeft aan zijn dromen
Dit gaat de perfecte dag worden, ik voel het gewoon. Er is geen pijn en niets in mij weet zich zulk moment nog te herinneren. Meestal zorgt de hevigheid ervan dat ik in een roes rondwaar. Dat de omgeving aan mij verloren gaat en ik enkel overleef.
Mijn toekomst is teniet gegaan op de dag dat ik het woord 'terminaal' op mijn visitekaartje kon bijschrijven. Een woord dat niet eens erg klinkt maar wel het dromen beknot. Je langetermijnvisie gaat verloren en enkel de huidige momenten zijn van tel. Plannen maken is er niet meer bij, behalve één, en daar was ik een hele poos zoet mee.
Toch is het gelukt, ondanks de tegenkantingen. Zowat alles kreeg ik over mij. Verwijten, smeekbedes! Zelfs mijn schuldgevoel is maandenlang op de proef gesteld door een omgeving die zich maar moeizaam in mijn gedachtewereld kon verplaatsen.
Uiteindelijk berust je. Na de opstandige periode van het 'waarom', komt het aanvaarden als een verlossing. Je koestert het leven dat leefbaar was en lonkt naar een pijnvrij alternatief.
Je weet dat het moet voor alles ondraaglijk wordt, want de hulp die je krijgt is eerder schaars. Het wordt als vluchten aanzien, zelden als een verlossing. Die verlossing is er dan ook alleen voor mij. Niet voor hen die verweesd achterblijven. En daar wringt het schoentje.
Je dient hen te overtuigen van je gelijk, ook al weten ze het wel! Je moet het gezicht dat ze ervoor afwenden zachtjes terugdraaien en hopen dat ze in je ogen zien dat iedereen er beter van wordt. Ook ik!
Pas dan kun je verder. Het punt bepalen dat eruitstappen de dag van je bevrijding wordt. Stap voor stap, heel omzichtig neem je afscheid van dierbaren. In laatste instantie ook van jezelf, maar dit is het minst moeilijke. Het verlangen naar die dag, neemt in de mate van het aftakelen, stelselmatig toe. De wens die te halen in een toestand waar jezelf nog alle touwtjes in handen hebt, is de enige doelstelling die je voor ogen hebt. Het moet de perfecte dag worden. Hoe hard dit ook klinkt. Zonder verdriet, in mijn reiken naar draaglijkheid, en werelden die er misschien niet zijn. Maar ook zonder een verwijt, naar ik hoop, dat ik lang een last voor mijn omgeving was of hen in een onvergeeflijk verdriet sleur.
Zo een dag gaat dit worden. Onomkeerbaar naar bevrijding toe en hoopvol naar mezelf. De datum staat al een tijd vast en zo ook mijn vastberadenheid. Vandaag wil ik nog leven als nooit voorheen. Morgen zal ik geleefd hebben, als nooit voorheen. Dus geniet ik nu van mijn moment zonder pijn. Blij dat dit gevoel mij even de herinnering brengt aan zoveel betere tijden.
Ik zeg wel betere, geen mooiere! Mijn mooiste dag wordt immers vandaag. Nog eenmaal kijk ik uit naar een overheerlijke maaltijd. Naar een samenzijn met vrienden, want afscheid nemen doen wij niet.
Verdriet laat ik niet toe op mijn perfecte dag. Ik aanvaard dan ook geen tranen, een knuffel des te meer. Vanavond stuur ik iedereen naar huis, lachend, met een laatste kus. Want niemand hoeft erbij te zijn. Zo is het al weken geregeld! Eén druk op een knopje en de rest gaat vanzelf.
Dit moment kies ik zelf, niemand zal het weten. Ik wil het dan ook nu, vandaag, voor het morgen niet meer kan. Dan kunnen jullie mij herinneren als die vastberaden, overgelukkige persoon met zijn perfecte leven. Niets wil ik daaraan veranderen, ook niet .Die laatste dag!
Zouden zij televisie mogen kijken? Ik vrees van niet, maar mooie plaatjes zijn er genoeg te bewonderen in de Sixtijnse kapel. Alleen jammer dat ze al zijn ingekleurd. Nee, zich vervelen gaan die ongeveer honderdachtendertig Kardinalen duidelijk niet doen. Er zijn er méér, maar die zijn niet meer kiesgerechtigd. De maximumleeftijd bedraagt immers tachtig jaar. Het gaat dan ook om verkiezingen, wat in hun kringen niet zo alledaags is. In tegenstelling tot de politiek worden die niet om het x-aantal jaren gehouden. Hier gaan zij duidelijk over lijken! Moet de regerend premier, in dit geval de Paus, letterlijk doodvallen en dit naar alle waarschijnlijk om herverkiesbaarheid te voorkomen. Stel je voor!
Rare gang van zaken? Helemaal niet! Daar is tenminste duidelijkheid over. Wat over de vaststelling van een Pauselijk overlijden, (driemaal kloppen op zijn voorhoofd met een zilveren hamertje en het hem dan vragen, niet kan worden gezegd. Dat is pas bizar te noemen. Nog erger als men weet dat de voorlaatste Paus al een drietal weken voor zijn overlijden al niet meer kon praten!
Maar goed, zij komen dus in Conclaaf bijeen, de Kardinalen. Ik vind dat zo een mooi woord. Het is net alsof ze naar de koffietafel komen. Wat in principe ook zo is, zij het dan wel achter gesloten deuren. Het Latijnse Cum Clave is immers vrij vertaald, 'met sleutel'. (Opgesloten dus).
Het moet een geritsel van jewelste zijn. Al die rode gewaden terwijl ze flaneren in de kapel, op zoek naar het beste plaatsje. Zij die hardhorend zijn, proberen een plaatsje vooraan te bemachtigen. De luidst roependen meer achteraan. Hun mijters netjes achtergelaten in de kleedkamer, of houden zij die gewoon op? Eens iedereen zijn plaatsje ingenomen, kan het polsen naar elkaar toe beginnen. De (extreem) rechtse vleugel probeert uiterst links meer naar het midden te halen. Of is het andersom?
Het moet een prachtig schouwspel zijn. Kardinalen aan het redetwisten met elkaar. Groepjes aan het verbroederen, enkelingen die geen kant weten te kiezen. Zouden zij eigenlijk badges hebben opgespeld, of wisselen zij gewoon naamkaartjes onder elkaar uit?
Op een gegeven moment gaan ze dan over naar de eerste ronde. Waarschijnlijk wordt hier de traditionele gongslag (bij bokswedstrijden) vervangen door klokkengelui. Al was het maar om in de traditionele sfeer te blijven, waarna het stemmen kan beginnen. Elke dag gebeuren er vier stemrondes, twee in de voormiddag en twee na de middagpauze. Om de drie dagen wordt een rustdag voorzien, ze zijn immers niet meer van de jongste. Drie namen per stembeurt mogen zij aangeven, verschillende wel te verstaan. Als bij de telling erna blijkt dat één Kardinaal tweederde van de stemmen haalt, wordt die uitgeroepen tot winnaar! Op zichzelf, of blanco stemmen is hier vermoedelijk niet toegelaten.
Dat dit niet van de eerste keer lukt, lijkt me evident. Allemaal staan zij immers te dringen om de vrijgekomen vacature in te vullen. Velen voelen zich geroepen, maar er kan slechts één de winnaar zijn!
Na elke tweede stemronde zonder resultaat, worden de briefjes opgebrand. Al dan niet, met toevoeging van nat stro (zoals vroeger), of een chemisch product de dag van vandaag. Zo creëert men de zwarte rook, die aangeeft dat er nog geen verkozen is. Eens die er wel is, het nieuwe hoofd van de kerk, worden de briefjes zonder toevoegingingrediënten verstookt en ontstaat er normalerwijze witte rook.
Als de dag er ooit komt dat de Kardinalen tot elektronisch stemmen overgaan, komen zij wel dik in de problemen. Maar aan de snelheid waarmee de kerk vernieuwingen aanpakt, zullen daar nog wel enkele eeuwen overgaan. De kleur van opbrandende laptops is immers een mengelmoes van beide. Kan enkel maar tot verwarring leiden.
Mocht het Conclaaf voor langere tijd aanslepen omdat de eerwaardigheidsbekleders er niet in slagen een tweederde meerderheid te vinden, dan gaan zij over tot de 'minimumnorm'. De meest voorkomende twee namen worden dan geselecteerd en daar gaat dan de beslissende stemming over. Een doodgewone meerderheid is dan voldoende en de nieuwe Paus is verkozen.
Net zoals in een wielerwedstrijd de overwinningstruien al klaar liggen, in verschillende maten, zo ook bij een pausverkiezing. Er is keus uit verschillende witte togen. Het is namelijk zo dat het eerste publiekelijke optreden van de kerkvader op een balkon is, en in het wit. Er zijn nog zekerheden in deze (kerkelijke) wereld amen
Net voor de winter moest ik ze al noodgedwongen aan banden leggen. Ze begonnen toen al op te spelen en ik vond dit helemaal niet kunnen. Ik wil best aannemen dat ze ongeduldig zijn, maar met rukwinden van 90 kilometer per uur en hevige plensbuien hadden ze niet het minste recht om toen al op het voorplan te treden!
Ze waren er niet blij om, de kriebels, en daar kan ik wel een beetje inkomen. Mijn uitleg dat alles op zijn tijd moet komen, slikten ze maar moeizaam. Hun weerwerk was dan ook fel. Door de hoge temperaturen eind december, claimden zij hun recht op om vroegtijdig de kop op te steken.
Koning winter was nergens te bespeuren en zo dachten zij even haasje over te spelen. De winter kon best een keertje overslaan, vonden zij. De kriebels hadden hem echt niet nodig.
Toen moest ik ingrijpen! Dit konden ze niet straffeloos maken! Koning winter had zijn plaats en stond natuurlijk op zijn strepen. Hij was ziedend en dreigde ermee uitzonderlijk hard toe te slaan dit jaar.
Met veel overleg wist ik hem een beetje in te tomen. Een paar uitbreidingen op het aantal sneeuw- en ijsdagen wisten zijn dreigement voor een groot deel af te zwakken. Hij zou de middelmaat aanhouden, zolang iedereen zich aan de gemaakte afspraken hield. Tot maart mocht hij aan de macht blijven en pas daarna konden de kriebels overnemen.
Dit was voor hem te nemen of te laten! Het was dit of een totale winterchaos tot begin mei!
De kriebels waren niet echt tevreden maar stonden zwak. Vóór hun tijd uitkomen zou nu genadeloos worden afgestraft. De hardheid van de winter hebben zij nooit de baas gekund, en dat zou dit jaar niet anders zijn. Na overleg beloofden zij zich gedeisd te houden. Braaf in een hoekje zouden zij hun tijd afwachten met de stellige belofte niet meer zo ongeduldig te zijn.
Maar ook zij zijn koppig. Wist ik veel! Door al die heisa weigeren ze nu dit jaar door te breken. De kriebels zijn niet vergeten dat koning winter extra privileges kreeg om de gemoederen te bedaren. Nu willen ook zij extra voordelen alvorens de wereld met hun verschijnen te verblijden.
Ik probeer hen nu uit te leggen dat de hardheid van de winter echt nodig is. Zo komen zij als lentekriebels heel wat beter voor de dag. Maar het overleg verloopt moeizaam!
Zij weten dat hun tijd eraan komt, en proberen net zoals koning winter voorheen, het onderste uit de kan te halen.
Ik zal ze moeten overtuigen dat het verlangen naar hen er 'bijna' is. Dat iedereen klaar zit om die eerste kriebels te voelen en in het hart te sluiten. Aan de andere kant moet ik ook Koning winter meermaals zijn gedane beloftes voor ogen houden. Hij is niet vergeten dat ze hem gewoon terzijde wilden schuiven. Ik vrees dat hij nog wat in petto heeft, maar hoop toch dat hij zich mild en vergevingsgezind zal opstellen!
Als iedereen zijn afspraken nakomt, vloeit alles netjes in elkaar over. Zoniet!? Dan vrees ik dat er nog vele keren de vraag komt waar de kriebels dit jaar zijn?
Er is nog een beetje tijd, maar koppig als ze zijn vrees ik toch dat ook zij het hard gaan spelen door wat langer op zich te laten wachten. Zij zijn evenzeer onmisbaar en weten het. In dat geval kan ik ook nog eens met de zomer gaan onderhandelen en hopen dat die inschikkelijker is.
Er zal dus nog heel wat moeten gebeuren of anders dreigt dit jaar het lentegevoel aan ons voorbij te gaan.
Die kriebels verlangen om gevoeld te worden, nu rest enkel de vraag ..wanneer?
Iedere keer als ik de pijn in jouw ogen lees, krimpt mijn maag en neemt de machteloosheid mij in haar greep. Voel ik elke zucht die nauwelijks hoorbaar als een kwellende streling jouw lippen ontsnapt. Proef ik wanhoop, de vertwijfeling als elke dag een beetje minder gaat. Toch wil jij niet klagen, maar ik merk al te goed wanneer elke beweging jou even teveel is. Dan vervloek ik god en uit de wens jou te ontlasten door een stukje van dat afzien aan mij door te schuiven. Wat natuurlijk ijdele hoop is, want in zulke zaken is hij die zich de allerhoogste mag noemen blind, doof en ongevoelig. Neen, dit is geen verwijt, enkel een vaststelling. En terecht. Hoe onbenullig moet 'Hem' een stukje pijn lijken in de algemeenheid van een wereld waarin dagelijks honderden kinderen sterven nog voor ze hebben geleefd. Waar liefde en haat hand in hand lopen. Elkaars tegenpolen maar onlosmakelijk verbonden als gevoelens die door intensiteit zoveel met elkaar gemeen hebben. Waar natuurrampen in een zucht hele beschavingen verwoesten alsof er nooit een plaatsje voor hen is geweest.
Laat mij daarom jouw pijn heel even.
Zodat ik jouw ogen opnieuw mag lezen als een spiegelbeeld dat levenslust weerkaatst in die van mij. Dat ze stralen na weer een dag vervulde wensen in de wetenschap dat morgen nog beter kan zijn. Dat opnieuw een lach de kamer kleurt en zoetgevooisd het geluid van jouw stem laat weerkaatsen als melodieus genoegen voor heel ons gezin.
Dan kun je slapen, aan één stuk door, in de beschermende rust van nachtelijk dromen. Genieten van sterren als ooit, toen je als kind nog engelen zocht. En kom je tot rust in schuilende armen waar zacht gefluister jou zal wekken. Ontwaak dan, in de dag na gisteren. Toen enkel pijn jouw metgezel was en leef elke verdere in de overtuiging dat hij het waard is, ondanks alles. Maar jij zou jezelf niet zijn mocht jij mij dit gunnen, als het al kon. Je zwijgt de pijn liever weg en hoopt stiekem dat ik het niet zal merken. Net om die zorgvolle blik uit mijn ogen te wissen en te laten uitschijnen dat het allemaal zo erg nog niet is. Toch blijf ik volharden, net omdat ik van je hou en elke kwelling die jou ten dele valt ook een stukje van mij behoort te zijn.
Het jaar nul of daar omtrent. Lagen de herders weeral bij nacht. Poepzat gedronken, de schapen geteld. Ze houden de wacht met een stukje acht!
Ons moeder hoogzwanger van God weet wel wie, in zedig japonneke, geheel onbevlekt!
Zij raakt niet vooruit, dankzij haar spruit. Buigt zedig het hoofd en roept naar de geest. Pa zoekt een herberg. Zijn pré is al door! Ze zwierden hem buiten en heeft niet meer kluiten. Maar alles zit vol, tot t vrouwke toe. Hij ziet ze al vliegen. Het licht is haast uit. Dan kraakt hij een pand, al lijkt dit een stal. Moeder moet kuisen maar voelt zich er thuis! De os aan de kant, het stro in een bakske. De schapen naar buiten op tijd voor hun kakske.
Plots heeft zij t steken en voelt water breken. Zij kan niet geloven maar iets wordt geboren. Engel speelt deuntjes, de pannen van t dak. Maria krijgt kleurtjes en baart met gemak. Krijsend als varkens, in t stro gesmeten. De buren gewekt, ze zullen het weten.
Siroop tegen krampen, zalf voor de poep. Een tutter van goud, ze krijgen hem zoet!
Jozef wil wijntjes, maar proeft alleen water. Hij wil dat veranderen, maar dat komt wel later.
Het volk stroomt nu toe. Een licht toont de weg. Met heel weinig stoelen, doet ieder zijn zeg. Of loopt wat te zingen, het lijkt carnaval. Jozef toont t zoontje, een echt zwaar geval!
Je zus zal niet komen, kust hij t vrouwke zacht. Er is volk genoeg, we blijven vannacht. Het wordt een vedette, met bomvolle zalen. Lacht van de pret, waar blijft hij het halen? En alles komt rustig, ook de drie wijzen. Die worden al moe, van t verre reizen. Pa is content, moeder tevreden hun zoontje op stro, zal niemand vergeten
Als papyrusschilder van het plaatselijke parochieblad werd ik wel vaker op feestjes uitgenodigd. Toch was dit er eentje dat mij nog lang zou heugen.
Wat moest doorgaan voor een gezellig laatavonddiner onder vrienden, draaide uit op een regelrecht braspartijtje. Ik was daar getuige van.
Het was vrij aanzitten aan die ene grote tafel in het midden van de zaal, en daar begonnen de problemen. Jezus gaf die avond een afscheidsfeestje. Hij had van zijn vader het bericht ontvangen dat die hem heel binnenkort kwam halen voor een verre reis. Natuurlijk wou iedereen heel dicht bij hem zitten, want vertellen kon Jezus als de beste. Zijn verhalen leken zo ongeloofwaardig, dat ze haast waar moesten zijn. En dan had je zijn goocheltrucs nog niet gezien. Ja, Jezus kon het publiek naar zijn hand zetten en was enorm populair.
Ik merkte hoe de twaalf genodigden bijna vochten om toch maar in zijn buurt te zetelen. Geroep en getier vulden de ruimte, een gekibbel van jewelste. Petrus wou niet naast Judas plaatsnemen! Die was nijdig omdat Jezus de beste stoel kreeg. Marcus was dan weer jaloers. Jaloers omdat hij een boontje had voor Magdalena, de enige vrouw in het gezelschap. Die zag hem echter niet staan. Zij had het zwaar te pakken voor het feestvarken die avond en liet dit ongeremd blijken.
Na heel wat tumult namen ze eindelijk plaats en kon ik aan de momentopname beginnen. Ik zag terloops dat er Pita op het menu stond. Daar Jezus net aan het doorgeefluik van de keuken zat, werd de schotel met broodjes aan hem gegeven. Eén voor één gaf hij ze door met de woorden; 'Haast U een beetje, want ze zijn heel erg warm!'
Dorst werd er evenmin geleden. De fles rode wijn ging duchtig rond. Jezus had die gekozen en bleek in mijn ogen een echte kenner. De Grand Cru Petrus van het jaar nul was echt wel een topwijn. Bijzonder zeldzaam en verwonderlijk dat er hier zo kwistig werd mee omgesprongen. Ze dronken zich het lazarus en ik had alle moeite van de wereld om hun profiel vast te leggen. Toen Jezus even later recht stond en met een handgebaar de anderen het zwijgen oplegde, wist ik dat het nu of nooit zou was. Hij keek zijn vrienden één voor één aan, en begon aan een lange toespraak.
Aan elk van hen wist hij wel iets te zeggen. Hij had het over bouwplannen, ergens op een rots. Ook het woord verraad hoorde ik vallen maar was te geconcentreerd bezig om het hele verhaal te volgen. Al vlug begon hij op te scheppen. Over die keer toen hij over water liep, welk een formidabele visser hij wel was. Van het feest waar hij water in wijn veranderde! Dat vond hij nog steeds één van zijn strafste stoten. De plaatselijke brouwers liggen er nog altijd wakker van.
Na zowat de tiende 'toast' was hij uitgepraat. De helft van het gezelschap lag uitgeteld, ze hadden die verhalen dan ook al zo vaak gehoord. De waard bracht een gepeperde rekening die Judas graag vereffende. Hij had die dag een 'meevallertje' gekend en wou dit niet alleen oppoten. Hij tastte diep in zijn buidel en de fooi was ruim.
Voor ze er erg in hadden, kraaide een haan al voor de tweede keer. Ze besloten met zijn allen te verkassen naar een afterparty op de Tempelberg. Die club daar stond bekend voor zijn martini's met olijven.
Terwijl ze één voor één Jezus achterna strompelden voor een laatste halte die nacht, ogenschouwde ik het tafereel dat nu nog als een ruwe schets lag te wachten om te worden vereeuwigd. Het zal ongetwijfeld een mooi plaatsje in het parochieblad krijgen met als opschrift; 'het laatste avondmaal'.
Voldaan schaarde ik mijn spulletjes bijeen. Toen ik wat later huiswaarts trok, kraaide de haan voor een derde keer. 'Rotbeest', kafferde ik, 'ze moesten die dieren op hok zetten.'
Er hing onweer in de lucht, en ik spoedde mij naar huis.
Zondermeer een gevleugelde quote, maar ze omvat dan ook de kern van dit schrijven, de essentie van mijn roman waarin ik één weergave schets van hoe een volkse jongen in zeer korte tijd wist uit te groeien tot één van de wreedste bendeleiders die onze streek ooit heeft gekend.
En neen, hij was geen Robin Hood! Niet eens een graag gezien figuur. Hij deed wat hij dacht te moeten doen en dit alleen maar uit overlevingsdrang.
Ruim 250 jaar na zijn dood, spreekt dit illustere heerschap nog altijd tot de verbeelding en roept zijn naam in onze streken telkens weer de herinnering aan diepdonkere tijden op.
Het volk bezat niets, de rijken alles Dat staaft een legende dat hij stal van de gegoeden en het schonk aan de schooiers!
Helaas.
Vagebond en struikrover, sociale dief, moordenaar of schelm het zijn maar enkele van de synoniemen die verbonden zijn met zijn naam en die dan ook nog steeds het waarom van zijn daden in vraag stellen!
Daarom dus dit boek!
Tegen een historisch verantwoord tijdschema en correct juiste locaties, een bevolking die gebukt gaat onder de vele oorlogen welke hier voor verdeeldheid en bittere armoede zorgden, schets ik één beeld van hoe een volksjongen kon uitgroeien tot een beruchte bendeleider en moordenaar om uiteindelijk op amper 25 jarige leeftijd een méér dan afschuwelijke dood te sterven!
Op 14 november 1748 wordt hij op de Markt in Aalst geradbraakt.
Maar zijn dood schonk leven aan de legende en vele plaatsen in onze Vlaamse Ardennen houden deze in ere. Ze roepen herinneringen op aan die verderfelijke periode en kenmerken zo de levenswijze van het gespuis dat geen andere uitwegen zag.
Een wel héél bijzonder naslagwerk over deze periode en De bende van Jan de Lichte, is zondermeer het 22 ste jaarboek van de Zottegemse Culturele kring!
Volledig verzorgd door de heer Lamarcq Danny, Historicus en uitgever van talrijke publicaties, gunt het ons een blik naar het verleden en geeft haarfijn de historische achtergrond van die woelige periode in de achttiende eeuw weer.
Het leven was in die periode bijzonder hard. De Zuidelijke Nederlanden gingen gebukt onder de voorturende schermutselingen van drie mogendheden. In het oosten lagen de Hannoverse troepen, het zuid-westen was Frans gebied en de Nederlanders kwamen vanuit het noorden. Onze streek lag dus in een soort niemandsland en altijd waren er wel soldatenbenden aan het plunderen. Maar ook van brandstichtingen, verkrachtingen of moorden waren deze niet vies.
Mag ik jou als lezer verzoeken om mij niet ongelezen terzijde te schuiven. Ik wil mij heus niet opdringen, maar als perfect verhaal is het maar normaal om enige vrijpostigheid aan boord te leggen. Je moet me gewoon bekeken hebben.
Dat ik overkom als een omhooggevallen egotripper laat mij niet van dit standpunt wijken. Deze lap tekst is het summum en past als een perfecte puzzel in elkaar. Geen woord staat er teveel, niet één te weinig. Er is een evenwichtigheid zonder weerga.
Alléén al de aanzet grijpt naar de keel. Van dan af volgen de emoties elkaar in sneltempo op. Lachende huilbuien na ademloze stiltes houden jou als lezer zo in de ban, dat pruttelende kookpotjes langzaam tot aangebakken brij vergaan. Telefoontjes worden achteloos genegeerd om niet te worden afgeleid van de vasthoudende lectuur die zich voor jouw ogen tentoonspreidt.
Een zakdoek in de hand en het meermaals zuchten, verraden de betrokkenheid als lezer in het meeslepende karakter van mijn hele opzet en op ware adrenalinestoten lees jij mij zonder verpinken, in één ruk door.
Daarna klinkt het verlossende wauw En volgt een leegte, die jou algauw laat besluiten mij nog een tweede, ja zelfs een derde keer te herbeleven!
Het roesgehalte van mijn uitmuntendheid is zo overweldigend, dat jij mij zonder verpinken bij jouw favorieten opslaat en ook nog een tiental keren afprint voor het geval de computer het zou begeven.
Mijzelf naar een uitgever sturen, hoeft niet eens. Die ontdekking komt er in elk geval door de niet aflatende ruchtbaarheid en de mond aan mond reclame van mijn niet te tellen lezers.
Niet lang daarna volgen ongetwijfeld de eerste prijzen en lig ik als boekvorm in tientallen winkels. Filmrechten lijken mij de logische volgende stap, maar zoals steeds zal het boek beter blijken dan het witte doek. Toch helpt dit mede mijn twintigste druk in ijltempo te slijten en vraag ik mij af waar en wanneer zij het met mij gehad hebben.
Ach, weet je, mijn eigendunk is hoog. De verwaandheid groot. Maar als dit alles helpt de perfectie op schrijfgebied nieuwe normen aan te meten, waarom het dan laten. Niemand zal het aandurven mij als perfect verhaal daarin tegen te spreken. Zeker niet als de eerste honderd lezenden het beamen. Dan volgen de anderen gezwind en vertrouwen zij blindelings de lovende kritieken die mij gul ten dele vallen. Ja, zelfs zonder mij te lezen.
Dan word ik 'een klassieker' en is het enkel van tel mij te stallen in jouw boekenkast om er jarenlang stof te vangen tot ik een zeldzaam en gegeerd verzamelobject word. Veilinghuizen lopen dan jouw deur plat, in de hoop 'het perfecte verhaal' te kunnen aanbieden aan de meest fortuinlijken op deze aardbol. Voor een gigantisch bedrag verander ik dan een laatste maal van eigenaar om uiteindelijk in een zwaar bewaakte kluis, de minnaar van het stof te worden.
Mijn lieve God! Nu moeten we toch eens praten zenne. Er zijn toch nog een pak anderen die je op tijd en stond kunt koeioneren! Of is het persoonlijk? Een spelletje puur uit verveling zeg het dan maar meteen want zo kan het niet verder!
Dat je door de bliksem wordt geraakt, daar kan ik inkomen. Maar kom nu niet vertellen dat tweemaal op één week nog normaal hoort te zijn! Of is het kermis daarboven? Drie schichten voor één euro. Dan ga ik er nu maar even het weerbericht voor morgen op naslaan!
O ja, de efemeriden zijn ook weer in de buurt. Uw manier van ballengooien misschien? Ik hou mijn hart vast.
Wat ons bij jouw idee van een uiterst opwindend avondje brengt!
Elektroshocks na hartfalen! Niet echt mijn ding, maar je voelt als herboren! Ik tril nog na en waan mij in hogere sferen. Dat ik ook weer letterlijk kon nemen toen een dag later mijn vier vingers op het gelijkvloers tussen de liftdeuren bleven steken! Ik kan jou meegeven dat ik dit na een volgend verdiep al een giller van formaat vond!
Jou daarvoor met de vinger wijzen ligt voor de hand want die zwerfkatten met honger kan je bezwaarlijk toeval noemen. Niet in een Ziekenhuisafdeling!
Ik kan dan wel weer dankbaar zijn dat dit alles kortbij de spoed gebeurde, ware er niet het enkelbandje en je voelt mij al komen, met richtlijnen om ineens door te gaan met een chemische castratie. Dat voelt aan als wakker worden met ja nog een vingertje minder, als je snapt wat ik bedoel. Van een vruchtbaar dagje gesproken, zo te zien mijn laatste geweest want ik zing al een paar toontjes lager.
Mijn vrouw gaan lopen lag dan natuurlijk in de lijn van de verwachtingen. Een kinderwens uit een buisje ziet zij niet zitten en mijn vervanger om die in te vullen, ik dan weer niet!
Maar het was pijnloos, de scheiding. Een zwaar gemis, of toch weer niet. Diep ademhalen en doorgaan is het psychisch advies. 'Je bent staal en niet te doorbreken'. Begrijp ik meteen mijn geladen geaardheid en bedenk net wat een aangename afleiding ik op saaie dagen voor jou moet zijn! Bliksemafleiding maar Goed De vonken vliegen er in ieder geval vanaf!