Niets Is Altijd Iets Als Niets Iets Aanraakt
Inhoud blog
  • Archief per maand
  • 05-2007
  • 04-2007
  • 03-2007
    Een interessant adres?
    Blog als favoriet !
    {TITEL_VRIJE_ZONE}
    Plato op de chatbox
    groepsgesprekken en Filosoferen met kinderen en jongeren
    24-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.

    Kinderfilosofie? Altijd even geslaagd?

     


     

    ANTWERPEN - 10 mei 2007

     

    We bespreken binnen dit artikel of kinderfilosofie wel altijd even geslaagd is. Hiervoor maken we gebruik van de visies van verschillende personen die werken rond kinderfilosofie. Doorheen onze zoektocht over kinderfilosofie, kwamen we maar weinig contra’s tegen. Vandaar dat we er in dit artikel voor opteren om verschillende visies naast elkaar te leggen en er op een kritische wijze naar te kijken. Op deze manier proberen we, gezien ons thema filosofie is, nieuwe denkpatronen en uitdagingen te creëren.

     

     

    Filosoferen met kinderen is niet altijd even voor de handliggend zoals men wel zou denken. Richard Anthone (filosoof en lector aan de Karel de Grote Hogeschool te Antwerpen) omschrijft filosofie of wijsbegeerte, als een discipline die zich niet zozeer kenmerkt door een bijzonder studieobject, maar wel door de aanpak. Volgens hem is filosofie eerder procesgericht dan productgericht (Anthone, 1999). Filosoferen is een speelse activiteit, een gespreksvorm waarbij gedachten worden uitgewisseld over datgene wat gewoonlijk als vanzelfsprekend wordt ervaren en waar geen moeilijke vragen uit de weg worden gegaan.

     

    Als we uitgaan van deze omschrijving rijst ons de vraag of we nog wel kunnen spreken van filosoferen. Wanneer men de filosofische vraag makkelijker maakt, is het dan nog wel filosoferen? Vragen bestaan in de wereld van een kind, dat is zeker. Kijk maar naar de belevingswereld van een kind. Kinderen vullen hun eigen wereldbeeld in door eigen gedachten te kanaliseren om zo alles te kunnen ordenen in het geheel.

    We kunnen ons ook de vraag stellen of kinderen wel in filosoferen geïnteresseerd zijn. Indien dit niet het geval is, waarom zou men dat soort denken dan moeten stimuleren? Kinderen hebben originele denkbeelden, maar de stimulans om die te uiten ontbreekt hen vaak. Hoe ouder ze worden, hoe meer deze originele beelden worden verdrongen door denkbeelden die een doorsnee iemand beoogt te hebben. (De Vos, 2006)

    Kinderen zijn over vele dingen, waar wij als volwassenen al lang niet meer bij stilstaan, verwonderd (Anthone, Janssens, Vervoort & Knops, 2006). Zo stellen bijvoorbeeld kleuters op een enthousiaste manier vragen. Niet alleen om hun verwondering uit te drukken, maar vooral omdat het hen helpt zich te kunnen oriënteren in een enorm complexe wereld. Deze verwondering en gerichte nieuwsgierigheid verminderen naarmate ze ouder worden, omdat er later nauwelijks tijd en ruimte gevonden wordt om daarop in te kunnen gaan. Nochtans blijkt dat ook jongeren, wanneer hen de kans tot filosoferen wordt geboden, er dankbaar gebruik van maken om met elkaar van gedachten te wisselen en om samen op ontdekking te gaan. (Zeno, 2005)

     

    “Filosofie is eerder procesgericht dan productgericht”

     

    Anthone zegt ons dat filosoferen met kinderen, op een systematische en gestructureerde wijze, samen nadenken en praten over filosofische vragen is. Vragen waarop een definitief antwoord niet gegeven kan worden. Maar die ons, de mensheid, toch bezighouden (vb: ‘Wat is echt?, ‘Waar komen woorden vandaan?’).

    Hierdoor moeten kinderen hun eigen antwoorden zoeken, waarover ze vervolgens met elkaar kunnen praten. De kern van een filosofische activiteit bestaat uit denken over de eigen positie in de wereld, hoe de wereld in elkaar zit én uit denken over het denken (Anthone, Janssens, Vervoort & Knops, 2006). Dit sluit dan weer aan op onze vraagstelling, met name dat kinderen hun eigen kijk hebben op de omgeving en dus ook steeds op zoek zijn naar antwoorden om hun “wereld” te begrijpen.

    Op deze manier is het inderdaad mogelijk om vanuit een makkelijkere vraagstelling te komen tot een sterkere belevingswereld van het kind.

     

    Kinderfilosofie is gericht op het verwoorden van je eigen wereldbeeld, hoe het komt dat je denkt zoals je denkt. En gaat niet over het napraten van grote filosofen. Dit proces gebeurt in dialoog. Het betekent zowel het analyseren van je eigen gedachten, hoe ze verschillen van anderen, als ook het nadenken over speculatieve vragen. (Zeno, 2005)

    Astrid De Keizer (docente Filosofie aan de Hogeschool van Leiden) sluit zich quasi volledig aan bij de mening van Anthone. Zij legt echter nog meer nadruk op het ‘waarom’ van de vragen.

    Het waarom van iets is volgens ons ook belangrijk. Als er geen waarom kan zijn, dan kan er ook geen antwoord ontstaan. “Waarom” is het vraagwoord dat steeds opnieuw uitdaagt tot zoeken, en antwoorden opnieuw in vraag stelt.

    Het valt toch vaak op hoeveel een kind kan vragen: “Waarom?”. Steeds opnieuw, tot de omgeving er een halt aan toeroept.


     

    Een andere vraag die we ons hierbij kunnen stellen is of het noodzakelijk is om je eigen identiteit op losse schroeven te zetten om zo filosofie mogelijk te maken? Verschillende identiteiten bemoeilijken het gesprek. Maar geldt dit nog steeds als je er afstand van neemt? (verslag filosofisch café, 2006)

    Er zou kunnen gesteld worden dat men het verband legt met ‘identificatie’: het beeld dat we van onszelf hebben, kan een hinderpaal vormen om met een open geest te kunnen luisteren.

    Als we het filosoferen met kinderen op deze manier bekijken, kunnen we ons de vraag stellen of kinderen - en in de eerste plaats pubers - wel in staat zijn om een deftig filosofisch gesprek te voeren. Want zijn het niet net deze twee groepen die nog op weg zijn zijn om hun identiteit te ontwikkelen? Anderzijds is het mogelijk dat kinderen en jongeren hun identiteit beter leren onderbouwen, herkennen en erkennen als gevolg van deze filosofische houding.

     

    “Kinderfilosofie is gericht op het verwoorden van je eigen wereldbeeld”

     

    Lipman (Amerikaanse filosoof en logicus) stelt zich gelijkaardige vragen over twee problemen. Het is echter belangrijk om te vermelden dat Lipman vertrekt vanuit het onderwijssysteem. (Bartels & Van Heuckelom, 2005)

    Ten eerste is er volgens Lipman een cognitief probleem: kinderen denken minder goed, dan hun werkelijke denkvaardigheid waarover ze beschikken. De scholen schieten tekort bij het aanmoedigen van de ontwikkeling van denkvaardigheden. Kinderen leren te weinig denken en leren evenmin zich een onderzoekende houding aan te meten. Heel jonge kinderen blijken nochtans geïnteresseerd en nieuwsgierig te zijn om zin te geven aan hun leven en dingen te exploreren, om zich zo in te laten met ervaringen.

    Het tweede probleem heeft meer te maken met de affectieve zijde van het onderwijs. Het gaat hier over de houding van kinderen tegenover de school en het academische leven. Een houding die vaak negatief is, al is het maar door het verplichte karakter van de school.

    Eens ze naar de basisschool gaan, stelt zich het probleem dat ze hun interesse en nieuwsgierigheid kwijtspelen. Het valt op dat men de nieuwsgierigheid van kinderen niet optimaal gaat stimuleren. Hierdoor ontmoedigt de school een onderzoekende houding.

     

    “FILOSOFEREN MET KINDEREN IS MOGELIJK”

     

    De specifieke terminologie van de filosofie beperkt vaak de mogelijkheden en interesses. Het is mogelijk om de traditionele problemen van de filosofie aan kinderen voor te leggen op een manier die voor hen toegankelijk is, m.a.w. hen filosofische problemen voor te leggen in een alledaagse taal.

    Hieruit kunnen we afleiden dat filosoferen met kinderen mogelijk is volgens Lipman. Maar enkel als het op maat van de jongeren is geschreven en dus verstaanbaar wordt gemaakt voor hen. Op deze manier kunnen we eventueel stellen dat het verbeteren van  de natuurlijke rationaliteit van kinderen, het doel van de kinderfilosofie is. Dit alles door gebruik te maken van dialogen tussen een groep van gelijken die oplossingen zoekt voor algemene problemen.

    Met andere woorden, gebruikt Lipman filosofie om kinderen weerbaarder te maken en zichzelf te leren kennen? Bestaat er hier niet het gevaar dat kinderen zich gaan overbelasten en zichzelf gaan overvragen, omdat er teveel van hen verwacht wordt?

     

    Rudolf Kampers (filosoof en lerarenopleider aan de Hogeschool Amsterdam) is echter van mening dat kinderen jonger dat 7 jaar nog over onvoldoende empathisch vermogen beschikken om te kunnen filosoferen.

    Jonge kinderen beschikken volgens hem nog over te weinig cognitieve vaardigheden. Het zijn net deze cognitieve vaardigheden die nodig zijn om tot een filosofisch gesprek te kunnen komen dat ook degelijk zijn vruchten afwerpt in het ontwikkelen van een eigen ik, zoals Freud zou zeggen. De veronderstelling dat jonge kinderen deze ontwikkeling nog niet voldoende hebben doorgemaakt, zorgt misschien voor een zware verwarring bij de zoektocht naar zijn eigen persoon bij een kind.

     

    In tegenstelling tot Rudolf Kampers is Judith Capaan (2007) (pedagoge en stafmedewerker van Combiwel) van mening dat filosoferen met kinderen mogelijk is vanaf drie jaar. Zij meent dat kinderen nieuwsgierig zijn en bezig zijn met de wereld om zich heen te verkennen. Ze hebben tal van vragen, en zijn zowel bereid als in staat om over dingen na te denken. Ook Richard Anthone en Astrid De Keizer delen de mening dat je met alle leeftijden kan filosoferen. (Organisatie voor gecombineerd welzijnswerk in Amsterdam, 2007)

     

    “Veel opvoeders vinden het handiger zelf een vraag te formuleren”

     

    Zowel bij groepsgesprekken als bij het filosoferen met kinderen is het belangrijk dat er duidelijke afspraken en regels gemaakt worden, samen met de kinderen en jongeren. Het is belangrijk dat deze regels door iedereen gekend en erkend worden.

     

    Om er voor te zorgen dat iedereen betrokken is bij een groeps- of filosofisch gesprek, moet er sprake zijn van gelijkwaardigheid, gelijke kansen en dezelfde rechten en plichten.

    De groep moet bereid zijn om elkaar te begrijpen, elkaar te aanvaarden, respect te hebben voor de mening van anderen en wederzijds vertrouwen te hebben. Iedereen is verantwoordelijk voor het verloop van het gesprek.

     

    De rol van de gespreksleider mag zeker niet over hoofd zien worden binnen het domein van de filosofie en het denken in de bijzondere jeugdzorg en scholen.(Bartels, 2006) In de context van ons project wordt de rol van de gespreksleider vaak opgenomen door opvoeders.

     

    Het echte startpunt van het filosofische gesprek moet naar ons idee altijd gevormd worden door vragen vanuit de kinderen zelf. Dit is in de praktijk lang niet altijd het geval. Veel opvoeders vinden het gemakkelijker zelf een vraag te formuleren, opdat ze het gesprek zo beter kunnen voorbereiden.

    Anderen geven hier de voorkeur aan, omdat ze hoge eisen stellen aan de startvraag. Deze vraag moet een discussie meteen kunnen openbreken en tegelijk krachtig genoeg zijn om een gesprek gedurende langere tijd aan de gang te houden.

     

    Het Centrum voor Kinderfilosofie in Nederland merkt dat veel opvoeders enthousiast beginnen aan het filosoferen met kinderen, maar na enige tijd afhaken. Deze waarneming wordt niet ondersteund door enig onderzoek in de Benelux, noch daarbuiten. Het is een veronderstelling die gegroeid is vanuit onze contacten met Rudolf Kampers, die aan het centrum verbonden is en vanuit het Delphi onderzoek, geleid door Rob Bartels (medewerker van het Centrum Kinderfilosofie in Nederland en grondlegger van het Delphi onderzoek).

    Het gaat hier niet om de vraag of kinderfilosofie krachtig genoeg is om voldoende opvoeders bij een eerste kennismaking enthousiast te maken. Maar eerder om de vraag waardoor het komt dat het veel opvoeders niet lukt om, na een enthousiaste start, op lange termijn succesvol in hun groep met kinderen te filosoferen.

     

    “Als kinderfilosofie een achilleshiel heeft, is dat het terrein van de toerusting van de leraar”


    In het verlengde ervan ligt een tweede vraag. Welke belemmeringen zijn er om kinderfilosofie succesvol in een instelling te kunnen implementeren?

    Het lijkt erop dat kinderfilosofen zich over alles druk maken (de thema's, de methodiek, het denken van kinderen, de effecten, enz.) behalve over de opvoeder van wie verwacht wordt dat die met kinderen filosofeert en zijn rol als gespreksleider opneemt. Dat is merkwaardig. 'Als kinderfilosofie een achilleshiel heeft, is dat het terrein van de toerusting van de leraar', schrijft Lipman (1988). Een terechte vaststelling die echter niet tot de studies geleid heeft, net daar waar een achilleshiel om vraagt, volgens Rob Bartels.(Bartels, 2006)

    Wat ons echter opvalt in dit geheel, is dat opvoeders, leerkrachten, enzovoort binnen hun opleiding niet de nodige ondersteuning krijgen om filosofische gesprekken te leiden. Laat staan dat ze binnen de opleiding niet meer te zien krijgen van de filosofie dan de pure geschiedkundige basis. Op die manier is het moeilijker om nadien in een rol te stappen van gelijkwaardige partner, al dan niet als moderator, binnen een filosofisch gesprek met kinderen.

     

    Is het niet net dit element dat het heethangijzer zal worden of misschien al is binnen de verschillende visies op kinderfilosofie?

     

    Besluit

     

    Filosoferen biedt de gelegenheid om samen te praten en na te denken. Het is een scheppen van een forum waar allerlei vragen aan bod kunnen komen. Filosoferen is een denk- en een praatactiviteit rond universele thema's, maar is tevens een activiteit waarbij een aantal belangrijke vaardigheden worden aangescherpt. Kinderen en jongeren worden niet alleen uitgenodigd om na te denken, maar vooral om "goed" en "zelfstandig" te leren nadenken.(Zeno, 2005)

     

    (FMK)

     Literatuurlijst

     

    Anthone, R., & Mortier F. (1999). Socrates op de speelplaats: filosoferen met kinderen in de praktijk. Uitgeverij Acco. Leuven. 272 pp

     

    Anthone, R., Janssens, E., Vervoort, S., Knops, J. (2006). Peinzen: 49 filosofische vragen voor kinderen.  Uitgeverij Acco. Leuven. 112 pp

     

    Bartels, R. & Van Heuckelom, K. (2005). De kleine grote denker. Centrum Kinderfilosofie. Stichting Lente. 57 pp

     

     

    Internet

     

    Bartels, R (2006). Delphi onderzoek kinderfilosofie, geraadpleegd op 1 mei 2007, op http://www.xs4all.nl/~rob1sept/Bestanden/Delphi%20Onderzoek%20Kinderfilosofie.pdf

     

    De Vos, R. (2006). Filosoferen met kinderen. Geraadpleegd op 22 februari 2007, op http://www.wijsneus.org/inleiding.htm

     

    Organisatie voor gecombineerd welzijnswerk in Amsterdam (2007). Combiwel. Geraadpleegd op 14 mei 2007 op http://www.combiwel.nl/

     

    Verslag filosofisch café, (2006), geraadpleegd op 15 mei 2007, http://www.filosofisch-cafe.be/text/Cafe%2008%20verslag%20Richard.htm

     

    Zeno, centrum voor praktische filosofie (2005). Filosoferen met kinderen. Geraadpleegd op 22 februari 2007, op www.zenopraktischefilosofie.be/prod01.htm  

     

     

    Interview

     

    Capaan, J. (2007) Interview met Capaan J., op  27 maart 2007

     



    Geschreven door: Sophie Stevens, Faith Van Noten, An Verboven, Ineke Struyf, Britt Verhelst en Simon Van Broekhoven. Studenten Orthopedagogie aan de Plantijnhogeschool te Antwerpen (België)

     

    24-05-2007 om 09:57 geschreven door socrates  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (1 Stemmen)
    15-05-2007
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Met men harem naar Haarlem wel spijtig dat we in zevenhuizen zaten. dat kwam nog goed uit zo had ieder een eigen huis en was er 1 liefdesnestje....

    15-05-2007 om 15:49 geschreven door socrates  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 5/5 - (4 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen Ons groepje

    15-05-2007 om 15:44 geschreven door socrates  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen mooi weer vandaag!!!! ik doe alles vandaag liever traag...

    15-05-2007 om 15:43 geschreven door socrates  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen

    gewoon samen zijn.... en lacheeuuuu

    15-05-2007 om 15:42 geschreven door socrates  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen denken over het leven.... NOT!!

    15-05-2007 om 15:42 geschreven door socrates  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen stoer....

    15-05-2007 om 15:41 geschreven door socrates  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 1/5 - (2 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen reisje naar nederland met de project groep....

    15-05-2007 om 15:41 geschreven door socrates  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen zie die britt chillleeuuuuuuuuuu....

    15-05-2007 om 15:40 geschreven door socrates  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.
    Klik op de afbeelding om de link te volgen filosoferen in de zon...

    15-05-2007 om 15:40 geschreven door socrates  

    0 1 2 3 4 5 - Gemiddelde waardering: 0/5 - (0 Stemmen)

    Foto

    Rondvraag / Poll
    Heeft de groepssamenhang effect op het slagen van een groepsgesprek?
    ja, de groepssamenhang heeft altijd invloed op het gesprek
    ja, een goed samenhangende groep biedt veiligheid en vertrouwen.
    - Neen, want in een goed samenhangende groep is er geen reden tot groepsgesprek.
    - Neen, want het thema van het gesprek is meer bepalend dan de groepssamenhang.
    Bekijk resultaat


    Gastenboek
  • hoi
  • filosoferen met kinderen
  • *
  • interessant boek
  • veel blogplezier

    Druk oponderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek



    Zoeken met Google





    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs