Pyracantha
Botanische naam : Pyracantha 'Golden Charmer' Nederlandse naam : Vuurdoorn Herkomst : Duitsland Bijzonderheden : schurftvrij, leistruik Grondsoort : alle, kalkrijk Vochtbehoefte : normaal Licht : zon Groep : (sier)heesters Gebruik : solitair, tuinen, insecten Hoogte : 2.00-3.00 m Vorm : opgaand Bloeikleur/vorm : wit/créme Bloeitijd : mei, juni Blad : wintergroen Vrucht : geel, oranje Twijg/stam : doornen/stekels
Standplaats: droge bodem, normale bodem Een voedzame, goed waterdoorlatende bodem is voldoende voor deze mooie planten.
Kenmerken: Vuurdoorn (Pyracantha) is een geslacht van groenblijvende struiken uit de rozenfamilie (Rosaceae). Het geslacht komt van nature voor van Zuidoost-Europa tot Zuidoost-Azië. Het geslacht is nauw verwant aan Cotoneaster. Vuurdoorns onderscheiden zich door hun grote scherpe stekels, terwijl Cotoneaster geen doorns draagt. Vuurdoorns worden 4-6 meter hoog.
Bloemen : De Pyracantha bloeit met witte bloemen in de maanden mei en juni. Enkele maanden na de bloei hangt de struik vol met kleurrijke vruchten. In de winter komen de vogels die met plezier weg pikken om hun magen te vullen. De zeven soorten hebben witte bloemen en rode, oranje of gele bessen. De bloeitijd loopt van de late lente tot in de vroege zomer. De bessen worden laat in de zomer geproduceerd en rijpen in de late herfst.
Planten : Echter worden de planten veel vaker als solitair tegen een muur aangeplant aangezien de planten met hun breed vertakt wortelgestel zeer goed tegen de droogte kunnen. Na enkele jaren zullen de planten de gevel tot verschillende meters hoog gaan inpalmen.
Eigenschappen: Vuurdoorns zijn belangrijke sierplanten in tuinen, vanwege hun fraaie bloemen en bessen. Ze worden vaak tegen een muur geplant en bieden vogels die willen nestelen een uitstekende bescherming. Ook bieden hun doornige structuren bescherming tegen inbraak en vandalisme. Merels doen zich graag tegoed aan de bessen, de rassen met gele bessen zijn minder in trek. Een van de bijzonderheden van vuurdoorn is dat de planten droogte zeer goed verdragen ; daarbij worden ze geholpen door een wijd vertakt wortelsysteem, dat zeer diep in de grond groeit.
Vermeerderen : Na de eerste vorst verschrompelen de vruchten en verslijmt het vruchtvlees. De zaden komen dan vrij, maar kiemen niet eerder dan na veel kou te hebben geleden.
Snoeien : Vuurdoorn bloeit op hout dat ten minste twee jaar oud is. Snoeitijd: midden voorjaar. In de zomer kunnen 'verkeerd' groeiende scheuten worden weggeknipt. Vuurdoorn kan door sterk snoeien worden verjongd.
Soorten :
Pyracantha angustifolia China Pyracantha atalantoides China Pyracantha coccinea Italië Pyracantha crenatoserrata China Pyracantha crenulata Himalaya Pyracantha koidzumii Taiwan Pyracantha rogersiana China
Weetjes :
Een vuurdoorn is vooral geliefd als hij vanaf de nazomer zijn prachtig geel gekleurde bessen laat zien.
Het zijn wintergroene struiken met scherpe doorns waardoor ze geschikt zijn als ondoordringbare hagen tegen vandalisme of inbrekers. De vogels weten de doornen ook te waarderen en nestelen graag in deze met scherpe doorns beschermende struik.
De bessen van Vuurdoorn zijn weinig giftig. Na de inname van minder dan 10 bessen van deze plant volstaat het om het kind wat water te laten drinken. Na inname van grotere hoeveelheden neemt u toch best contact met uw huisarts of met het antigifcentrum. Ook na de inname van andere plantendelen (bladeren, stengels, wortels) is het beter contact op te nemen met het antigifcentrum.
Indien een kind toch symptomen krijgt na de inname van bessen die als weinig giftig vermeld staan, contacteer dan uw arts of het antigifcentrum. Misschien is er een probleem met de identificatie, of gaat het om een ander gezondheidsprobleem.
Opgelet ! Deze plant heeft scherpe doornen waar kinderen zich kunnen aan kwetsen.
De nederlandese naam heeft betrekking op twee uiterlijke kenmerken : de lange doornen aan elke scheut en de vurige kleuren van de vruchten in het najaar. In de maanden mei en juni zijn de struiken bezaaid met wolken van witte bloemen, die helaas wat scherp ruiken. De donkere, altijd groene bladeren zorgen voor kleur in de winter .
|