Potentilla atrosanguinea
Botanische naam : Potentilla atrosanguinea Nederlandse naam : Ganzerik Herkomst : Himalaya Bijzonderheden : donker bloedrood, zilverig behaard Grondsoort : alle, humeus, zand Vochtbehoefte : droog, normaal Licht : half schaduw, zon Gebruik : groepen/vakken, borders, kust/zeewind, insecten, rotstuinen Hoogte : 0.20-0.40 m Bloeikleur/vorm : rood/bruin Bloeitijd : juni, juli Blad : grijsgroen
Standplaats: Zon tot halfschaduw. Zon bevordert de groei en ook de hoeveelheid bloemen. Heesterganzerik gedijt echter ook in de halfschaduw. doorlatende grond. De planten stellen weinig eisen aan de grond , maar zijn niet bestand tegen veel vocht. Gemakkelijke planten die het in elke tuingrond goed doet vooral wanneer deze kalkhoudend is.
Kenmerken: De bladeren van veel soorten zijn samengesteld uit vijf deelblaadjes. Hier duidt de Engelse naam 'cinquefoil' (= vijf blaadjes) op. Overigens hebben sommige soorten maar drie deelblaadjes, zoals de aardbeiganzerik, terwijl andere er zelfs vijftien of meer hebben.
Bloemen : Ze bloeien van juni tot de vorst.
Planten : Mooi te combineren met Sedum,Hibiscus,Lavendel,Salvia,Hebe,Cotinus Planttijd van het voor- tot het najaar. De plant royaal water geven. Maak een gat dat tweemaal zo groot is als de wortelkluit. De bodem van het gat met een spitvork goed los maken. De opgegraven aarde met een schep compost en een handvol mest vermengen. Haal de plant voorzichtig uit de contaier. Tik daarvoor tegen de zijkant en de bodem van de pot, zodat de kluit loslaat. Zoveel grond in het plantgat doen dat de bovenkant van de wortelkluit en de bovenkant van het plantgat op een lijn liggen. Vul het gat verder op met het grondmengsel. Druk de aarde met de handen stevig aan. Geef de struik direct na het planten royaal water.
Gebruikte delen: De botanische naam Potentilla is afgeleid van het Latijnse potens, wat machtig betekent, duidend op een sterke medicinale werking. Zo werd de wortelstok van tormentil (Potentilla erecta) en zilverschoon (Potentilla anserina) gebruikt bij diarree en maag- en darmpijn.
Eigenschappen: Doordat ze diep wortelen kunnen ze langer een droogteperiode overleven.
Vermeerderen : Kweek nieuwe planten door een scheut vlak bij de grond in te snijden . Deze ingraven, met een steen verzwaren tot er wortels gevormd zijn. Dan de nieuwe plant afsnijden .
Soorten : In België en Nederland komen de volgende soorten voor:
--Aardbeiganzerik (Potentilla sterilis) --Kruipganzerik (Potentilla anglica) --Liggende ganzerik (Potentilla supina) --Middelste ganzerik (Potentilla intermedia) --Noorse ganzerik (Potentilla norvegica) --Rechte ganzerik (Potentilla recta) --Schijnaardbei (Potentilla indica) --Tormentil (Potentilla erecta) --Vijfvingerkruid (Potentilla reptans) --Viltganzerik (Potentilla argentea) --Voorjaarsganzerik (Potentilla verna) --Wateraardbei (Potentilla palustris) --Zilverschoon (Potentilla anserina)
Weetjes :
Ganzerik (Potentilla) is een plantengeslacht uit de rozenfamilie (Rosaceae) van kruidachtige planten en een aantal heesters. Het geslacht telt ongeveer vijfhonderd soorten die voornamelijk in gematigde streken van het noordelijk halfrond voorkomen. Over de precieze grenzen van het geslacht vindt nog veel onderzoek en discussie plaats. Het zeer nauw verwante geslacht aardbei (Fragaria) bijvoorbeeld zal wellicht samen met ganzerik in een groter geslacht opgaan.
Verschillende soorten zijn populaire tuinplanten, met name de heesterganzerik (Potentilla fruticosa) met veel cultivars. Deze soort wordt vaak gebruikt in groenaanplant van steden en bedrijfsterreinen, omdat hij weinig onderhoud vergt, winterhard is en voor een groot deel van de zomer bloemen draagt.
De Duitse geslachtsnaam 'Fingerkraut' verwijst naar een andere eigenschap van het blad: het is meestal handvormig samengesteld.
Snoeien en bemesten. Ingewortelde planten meoten om de twee tot drie jaar worden gesnoeid. Verwijder dan eenderde deel van de struik en snoei oudere scheuten tot de grond weg, om de vorming van nieuwe scheuten te stimuleren. Verdeel compost rond de wortelzone. Meer mest heeft de plant niet nodig.
PROBLEMEN: Spint doet zich vooral bij hitte en droogte voor. Op de bovenkant van het blad verschijnen kleine puntjes, op de onderkant zilverachtige spikkels. Dagelijks afspuiten en vochtig houden. Ernstige aangetaste scheuten verwijderen. Desnoods met een speciaal middel behandelen.
|