Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.
FLAUW EN PUBERAAL, MAAR GOED BEDOELD: dit soort verhaaltjes vindt u bij de vleet ('n 200-tal) op www.bloggen.be/kris .......... PICTAIKU'S (de allernieuwste kunstvorm) vindt u op www.bloggen.be/pictaiku
29-06-2010
Tsjoep en Lala.
Tsjoep en Lala waren ontsnapt. Mijn nieuwe buurman, de operazanger, kwam het mij vertellen. Hij had ze zien lopen op de straat en nu liepen ze op de immense weide van boer Touternitou, aan de overkant van de straat. Tsjoep en Lala zijn Kameroenschapen, dwergschapen van een tamelijk zeldzame soort, die hooguit een halve meter groot worden. Het zijn haar-schapen, hetgeen betekent dat ze geen wol produceren, maar behaard zijn zoals een geit. Overigens zien ze er uit als geiten. En ze gedragen zich ook als geiten: niet makkelijk in de omgang, schuw als een hinde en even snelle lopers en springers. Waarom het dan tóch schapen zijn? Welnu, de horens van een mannetjesschaap zijn sterk naar achter gekromd en die van een geitenbok niet, en daarenboven horen alle geiten een sik te hebben. U begrijpt het al, beste lezer, Kameroenschapen zijn sikloos en de rammen hebben sterk naar achter gekromde horens. Van dat alles had ik geen weet toen mijn neef Tsjoep en Lala bij mij afleverde, in de meimaand. Hij wist dat ik uitkeek naar twee dwergschaapjes om mijn boomgaard af te grazen. Voor twee grote schapen is de beweidbare oppervlakte te klein. En één enkel schaap? t Zou omkomen van eenzaamheid: schapen zijn kuddedieren.
Eigenlijk had ik geopteerd voor twee ooitjes, meisjes-schapen dus. Dat het er twee van verschillend geslacht waren het rammetje had duidelijk naar achter gekromde horens vond ik minder vervelend dan hun geitachtig voorkomen. Ach, schapen zijn nu eenmaal populairder, sympathieker, geliefder dan geiten. En dat het wel degelijk zo is moge blijken uit het feit dat vrijwel niemand er aan denkt om geitjes te tellen als hij de slaap niet kan vatten. Schaapjes daarentegen Geen mens zal in zijn hoofd halen om een arm sympathiek vrouwtje te betitelen met die brave geit of die arme geit of gewoon die geit. Dat schaap daarentegen, of het nu braaf is of arm of gewoon maar een schaap, straalt genegenheid en medeleven uit. Maar Tsjoep en Lala wáren schapen, al riepen al de buren nóg zo hard dat het geiten waren. Want bij geen van beide een spoor van een sik! En dan die kromme horens van Tsjoep!
Tsjoep en Lala waren uitermate schichtig. Ik kocht voor hen de heerlijkste schapenkorrels en die deed ik in een leuk aarden kommetje. Hoezeer ze de korrels ook lustten, ze kwamen pas smullen als ik op minstens drie meter afstand van het kommetje ging staan. Geitenmanieren zeiden de buren. En wat dan nog? Er zijn genoeg mensen met vossenstreken of die zich als varkens gedragen
We hadden Tsjoep en Lala pas twee dagen, toen een oude verweerde man mijn nachtelijke slaap kwam verstoren. Hij was op zoek naar zijn geit die naar een bosrijk gebied op een heuvel was gevlucht. Het kan monsieur Seguin geweest zijn. Die bond zijn geiten vast aan een touw om ze te laten grazen, maar - schrijft Alphonse Daudet in zijn «Lettres de mon Moulin » - il les perdait toutes de la même façon: un beau matin, elles cassaient leur corde, sen allaient dans la montagne, et là-haut le loup les mangeait. Ni les caresses de leur maître, ni la peur du loup, rien ne les retenait. Cétait, paraît-il, des chèvres indépendantes, voulant à tout prix le grand air et la liberté.
s Anderendaags heb ik zorgvuldig mijn omheining nagekeken op eventuele uitbraakmogelijkheden. Het leek mij alles vrij stevig. Nu is vijfhonderd vierkante meter niet echt wat je een grote vlakte kan noemen, maar toch groot genoeg, docht mij, voor twee kleine schaapjes om vrij en ongebonden rond te dartelen. Het gras was mals, in de schuur stonden twee zakken schapenkorrels van de lekkerste! klaar, er was een hok om te schuilen bij regen en ontij. En ik was bereid er borg voor te staan dat, zolang ík er zou zijn, er geen haar op hun hoofd zou gekrenkt worden. Ze zouden dus wel gek moeten zijn om te willen uitbreken, zo dacht ik. En toch!...
Geen week later liepen ze tussen de vijf runderen, vier koeien en een stier, op de grote weide van boer Touternitou. Om ze terug te laten keren moesten ze eerst gevangen worden, en op díe grote vlakte tussen de "koeibeesten" bleek dat onbegonnen werk. Twee schapenboeren hebben zich aangeboden met vangnetten en ander materiaal, aan twee apothekers en vijf veeartsen heb ik raad gevraagd. Tevergeefs. Eén gaf mij de raad de dieren te verdoven met valium, tussen hun korrels te mengen, maar een tien keer hogere dosis dan diewaarvan een mens in een coma kan geraken had niet de minste uitwerking. Logisch, wist iedereen mij achteraf te vertellen, want in de pens van een herkauwer wordt het slaapmiddel afgebroken
De ontsnapte schaapgeiten werden een leuk gespreksonderwerp. Boer Touternitou echter vond het na een week of drie niet meer om te lachen:
Die boer die zwoer hem blou
Hij zou die skaap doodskiet
Ik vroeg hem nog wat geduld te hebben en ik verzekerde hem dat ik hem zou vergoeden voor de geleden schade. Hij gaf mij nog drie dagen. Daarna zou hij zelf wel zorgen dat ik de schapen terug zou hebben. Over drie dagen zou ik ze in mijn boomgaard zien liggen.
Ik had de boodschap wel begrepen, daar hoefde geen tekeningetje bij. Alle hens aan dek dan maar weer. Ik liet een vierkoppige vangploeg komen van de Brielmeersen van Deinze. Het zou een fluitje van een cent worden, een kolfje naar hun hand: hadden zij immers, onlangs nog, niet een ontsnapte ooievaar gevangen? Maar t werd weer eens een maat voor niets! Toen kwam mijn reddende engel, als een deus ex machina, onder de vorm van een allerliefst vrouwtje, een veearts uit Oudenaarde. Ze kwam met drie Border Collies. Twee bleven aan de kant staan, als reserve. De derde, de oudste, maar tevens de slimste, heeft uiteindelijk al het werk gedaan. Border Collies zijn herdershonden, vooral bekend als schapendrijvers. Het zijn ongetwijfeld de intelligentste onder onze trouwe viervoeters. Dank zij een wonderbaar samenspel met zijn bazin, slaagde de hond er na een klein half uurtje inde moe gerende schapen in mijn armen te drijven, zodat ik ze maar voor t grijpen had. En zonder de koeien en de stier die door t hele gedoe in paniek geraakt waren, zou t allemaal nog wel sneller gegaan zijn
We hebben Tsjoep en Lala naar de Brielmeersen gedaan, het natuurpark in Deinze. Ze zullen daar ongetwijfeld beter hun draai vinden dan bij mij. En ze zullen er ongetwijfeld vriendjes maken. Sorry, Tsjoep en Lala voor de stress die ik jullie bezorgd heb, maar ik heb het gedaan voor jullie welzijn. En ik kom jullie zeker een dezer dagen een bezoek brengen in de Brielmeersen. Met de hele familie, want het park loont zeker de moeite. Weten jullie overigens hoe het met Blanquette, het lieve geitje van monsieur Seguin, afgelopen is? Als je ooit eens naar de Provence gaat, zo eindigt Alphonse Daudet zijn verhaal, zal men u daar vertellen over de cabro de moussu Seguin, que se battégue touto la neui emé lou loup, e piei lou matin lou loup la mangé. En omdat uw kennis van het Provençaals ongetwijfeld te wensen overlaat, vertaal ik dit maar direct naar het Nederlands: De geit van mijnheer Seguin, die zich de hele nacht verweerde tegen de wolf, en uiteindelijk, in de morgen door de wolf werd opgegeten.
En zodoende kent dit verhaal nog een gelukkig einde. We hadden het, ei zo na, moeten afsluiten met: E piei lou matin moussu Touternitou la tué. En, tja, hoe zal ik de boer nu vergoeden voor de geleden schade? Zijn vrouwtje is hoogzwanger. t Zal voor héél binnenkort zijn. Ik heb mij voorgenomen voor een mooi cadeautje te zorgen voor de kleine. Als ik een geboortekaartje krijg
Hieronder, om het verhaal iets aanschouwelijker te maken, een foto van de weidewaar het zich allemaalheeft afgespeeld. De foto is deze winter genomen, toen de schapen er nog niet waren. U herkent wél drie van de vijf koeibeesten. In de verte: de kerk van Grijsloke, op een heuvelrug. Betweters beweren dat de Kameroenschaapjes, wier roots in bergachtig land gelegen zijn, door de aantrekkingskracht van die heuvelrug naar deze weide zijn gevlucht.
Er is heel wat mooie literatuur te vinden op t internet. Neem nu het verhaal De Gasknop dat Jan Bauwens op 19 juni l.l. heeft neergepoot op zijn weblogwww.bloggen.be/omskvtdw . Het gaat over een dementerend vrouwtje dat telkens weer vergeten is of zij haar deur wel op slot gedaan heeft en of zij de gaskraan heeft dichtgedraaid. En er gebeurt nog meer in dit verhaal, dat uiteindelijk afloopt met een fatale knal.
Dit verhaal heeft mij des te meer getroffen omdat het dementerend vrouwtje Irmaatje heet. Ik heb zelf namelijk zon dementerende tante Irma gehad. Meer dan eens heb ik ze ten tonele gevoerd in mijn memoires: O jerum jerum jerum , 2006. Ook zij keerde, als ze pas haar huis verlaten had, steeds weer op haar stappen terug, om te zien of ze haar deur wel goed op slot had gedaan en of ze de gaskraan had dichtgedraaid. Toen haar wandklok eens was stilgevallen, omdat ze vergeten was ze op te winden, is ze acht maal na elkaar bij de buren gaan vragen hoe laat het was.
Toen ze mij op een kwade dag vroeg bij de boer een zak aardappelen te halen, omdat ze er geen meer had, zei ik dat ik de dag tevoren pas een zak aardappelen voor haar was gaan halen bij die boer. Dat laatste ontkende ze ten stelligste. t Werd van welles-nietes, net zo lang tot ik haar dwong in de kelder te gaan zien: daar lág de zak! Omdat ze haar ongelijk nu wel moest toegeven, werd ze razend kwaad, ze joeg mij haar huis uit en gooide mij haar koffiekan achterna. t Was schoorvoetend dat ik een paar dagen later weer bij haar binnenkwam, op mijn hoede voor t geval ze weer naar de koffiekan zou grijpen. Maar ik had mij nodeloos zorgen gemaakt: ze was poeslief en blij mij te zien. Ze bleek het voorval helemaal vergeten te zijn. In haar koffiekan was een flinke deuk. Ik vroeg hoe die erin gekomen was. O, die moest er al lang in geweest zijn, misschien was die er altijd al wel in geweest
Op den duur vond tante Irma haar huis niet meer terug en raakte ze op den dool. We moesten haar naar een verzorgingstehuis doen. Daar was ze niet graag en als ik haar daar ging bezoeken smeekte ze mij haar mee te nemen, terug naar haar huisje. En omdat ik op haar verzoek niet kon ingaan maakte ze telkens een scène toen ik wegging. Soms schreeuwde ze zo hard dat heel het tehuis in rep en roer stond. Het duurde verscheidene maanden vooraleer ik een oplossing gevonden had voor dat probleem. Bij toeval. Ik was weer eens bij haar op bezoek. Ik verliet de kamer om een kop koffie te halen in de cafetaria. Toen ik met de koffie terugkeerde, verwelkomde ze mij alsof ze mij in geen weken had gezien. Hetzelfde gebeurde enkele dagen later, nadat ik even haar kamer had verlaten voor een toiletbezoek op de gang. Voortaan zou ik nooit meer afscheid nemen: alleen nog even naar het toilet gaan op de gang. Dat ik daar niet eerder opgekomen was!
Dit verhaal eindigt niet met een knal zoals dat van Jan Bauwens. De schrijver van De gasknop heeft overigens verklaard dat het Irmaatje uit zijn verhaal een fictief personage is, één die nooit bestaan heeft, verzonnen Een schitterend verhaal met een verscheurend slot, maar niet écht gebeurd
En hoe is het met mijn tante Irma afgelopen. Bijna met een anti-climax. Op zondag 28 oktober 1990 is ze niet meer wakker geworden uit haar middagdutje. Ze was zesentachtig. Weinig mensen zijn mij dierbaarder geweest dan tante Irma.
Mijn nieuwste boek (Uit het schuim van de zee, 2011) behandelt de hele Griekse mythologie in 136 verhalen (408 pag.) en 18 originele tekeningen. Het is nu reeds aan zijn derde druk toe. Het boek is te bestellen via mail (kvansteenbrugge@gmail.com). Betaling na ontvangst (18,95 euro). Bij bestellingen vóór 1 mei dienen geen verzendkosten betaald te worden.