Inhoud blog
  • Kunstenaar op weg naar...
  • augustus 2013 Met de fiets naar Boedapest
  • Juli 2013 een trainingsrit met de racefiets
  • Onderweg in de Morvan september 2012
  • Provence zomer 2013
    Zoeken in blog

    Peter's Blog

    15-07-2013
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Provence zomer 2013

    Reisbericht vanuit de Provence

     

    Het is zaterdag 29 juni. Wij zijn ondertussen al bijna twee weken van huis weg, de tijd vliegt. Ik heb al een paar mooie fietstochten kunnen maken, de streek is zonder meer prachtig.  Gisteren ben ik, op aanraden van Gerard, naar de ‘ancien village’  van Bras d’ Asse gereden, ongeveer 50 km ten oosten van onze camping.

    Toen Louis hier nog was zijn we vorige week samen al eens gaan zoeken naar die plek, maar zonder resultaat. De exacte naam van het dorp was ik blijkbaar vergeten en we kwamen terecht in ‘les Ganas’ een gehucht van Ongles, er verbleven overwegend Parisiens. ‘Maar’, zei een oudere bewoonster,  ‘hier in de buurt is er ook een gehucht waar Belgen wonen, vraag het maar eens in het café in het dorp’…

    Bij een volgend tochtje belandden we rond de middag op het terras in Ongles.  ‘Oui, il y a des Belges, ils habitant  à la Rouvière, ils viennent tout de suite pour boire leur aperitif.’  We ontmoetten er enkele Vlamingen waarvan er één gites verhuurt, de anderen waren familie en een vriend. We hadden nog niet gevonden wat we zochten, maar de man met de gites kende nog een andere ‘kolonie’ Belgen en die was niet in ‘Ganas’, maar in: ’Bradas’…..

    Onderzoek op de kaart  bracht  meer klaarheid: een eind verder naar het oosten, in de vallei van de Asse, ligt het dorpje ‘Bras d’ Asse’ en een smal weggetje leidt naar de ‘ancien village’, op de Michelin-kaart aangeduid met het symbool voor ‘ruïne’.  Deze keer geen twijfel meer, dat was de plek.  Waar het geheugen begint te falen, kan een toevallige ontmoeting en wat speurzin nog tot resultaat leiden..

    Gisteren dus vertrokken naar Bras d’ Asse. Eerst de vallei van de Durance over en dan langs een mooi plateau met koren-, salie- en lavendelvelden steil afgedaald naar  St Julien d’Asse.

    Ik volg de vallei en kijk links naar omhoog. Op de kam is er een ruïne,  en rechts… daar is een gracht, ik was er bijna in gesukkeld… Na een steile klim kom ik aan in het dorpje. Op een groot terras staan twee  lange tafels. Ze worden afgeruimd van het middagmaal. Het ruikt er nog lekker. Ik zie een vrouw naast een grote pan de laatste restjes paëlla bijeen scheppen. Ik word voorgesteld aan Marc : ‘Ah, nog nen toerist die eens komt kijken, of komt ge naar hier voor te werken?’…   Ondanks z’n cynisme is hij niet onvriendelijk en hij vraagt me wat ik wil drinken. Ik neem een glas water en ga zitten. Zoals bij elk beginnend gesprek wordt er wat afgetast, maar na enkele minuten weet ik waar het om draait: ‘de meeste mensen zijn lui en de Belgische staat zal failliet gaan’… ‘ in België worden alleen de profiteurs  beloond’… ‘maar met Frankrijk is het nog erger gesteld’…. ‘Je klinkt verbitterd’ zeg ik en hij beaamt.  ‘Voor een project als dit zijn er drie dingen nodig: geld, bereidheid tot werken en de bereidheid tot samenwerken’....  Marc heeft de balans opgemaakt, onvoldoende over heel de lijn…

     

    Na een tijdje verdwijnen de ergernis en de scherpe kantjes en ik word uitgenodigd om eens rond te gaan kijken in de gebouwen en de tuin. Op het ogenblik van m’n bezoek verblijft er een groep van gehandicapten uit Mechelen. In de half gerestaureerde kapel hangt het vol met tekeningen en schilderwerkjes van de gasten. Een vrouw toont me fier wat ze heeft gemaakt, ik maak een paar foto’s en ze glu

    Het is tijd om terug te keren naar de camping. Ik kies ervoor om weer over het plateau te gaan, maar dan moet ik wel steil omhoog vanuit de vallei, een uitdaging die ik niet kan laten liggen. Ik word boven beloond met een prachtig uitzicht over het dorpje Entrevennes en de omgeving. De huisjes zijn tegen de heuvel geplakt, ik besluit om er eens te gaan kijken. De kerk ligt, zoals wel vaker, helemaal boven in het dorp. Ik vraag een oude man de weg, hij begint te vertellen en nodigt me uit om een glas te komen drinken in zijn huis.

    Monsieur Robert Maestracci is 84 jaar en woont in een ruim huis. In de gang zitten twee katten en verderop zie ik nog een derde. Entrevennes is niet alleen een pittoresk Provençaals dorpje, maar het heeft ook een bijzondere geografische ligging. Mijnheer Robert begint met mondjesmaat  te vertellen over zijn opzoekingswerk, rustig, gedecideerd en zonder een zweem van de passie die er toch lijkt te zijn.  Ik raak geïntrigeerd door zijn verhaal en we arriveren samen in zijn studiekamer. Allerlei metingen en geometrische constructies op topografische kaarten tonen het bijzondere van de plek en het verband dat er is met andere historische, sacrale of in geologisch opzicht bijzondere plaatsen. De Da Vinci code is niet ver weg en mijnheer Robert verwijst er ook naar. Zo is er de bergpas over de montagne de Lure, ‘le Pas de Graille’.  Graille is het Provençaalse woord voor raaf, de geografie vertoont de vorm van… een vogel en het woord graille is verwant met… ‘de graal’….. Niet alles kan ik goed verstaan, maar monsieur Robert laat me het boek zien dat hij erover heeft geschreven….. uitgegeven in 1989 en met een inleidend woord van ene mr Lincoln. In de inhoudstafel zie ik astrologische termen en begrippen uit de mythologie…‘het boek is helaas nergens meer te verkrijgen’…

    Op het bureau zie ik de foto van zijn overleden vrouw, mijnheer Robert kijkt even opzij, ik raad zijn gedachten. Sinds september bereddert hij zichzelf. Veel tijd om te studeren is er niet meer over: de was, de plas, het koken, de zorg voor het huis. Maar de pc staat aan en een email mag ik wel sturen.  Ik neem afscheid van een minzaam man. Buiten wacht mijn fiets, een bezoek aan de kerk is er niet meer van gekomen. Ik zet mijn terugweg verder richting Forcalquier en krijg de wind pal van voren. Ik stop even en stuur Marleen een berichtje: ‘ben een beetje en retard, tot straks’.

                            

    Dit was ik bijna vergeten: op de heenweg heb ik een kort bezoek gebracht aan de Romeinse  ‘site d’Alaunium’.  Reizigers op  weg van Apt naar Sisteron hielden er halt om te rusten en zich te bevoorraden. Toen al en ook later kreeg de plek een religieuze betekenis. De kapel die er nu nog staat, is toegewijd aan de ‘Notre Dame des Anges’.

    Bijlagen:
    studie entrevennes 1 klein.jpg (58.6 KB)   
    studie entrevennes 2 klein.jpg (50.6 KB)   
    via domitia 2 klein.jpg (30.8 KB)   
    via domitia 3 klein.jpg (89.9 KB)   

    15-07-2013 om 00:00 geschreven door Peter Maerien  


    >> Reageer (0)
    23-08-2010
    Klik hier om een link te hebben waarmee u dit artikel later terug kunt lezen.Met de racefiets en bagagekarretje naar Frankrijk
    Hier vind je enkele dagboeknotities van mijn fietstocht in Frankrijk van 10 tot 20 augustus 2010.

    Met de fiets naar Vézelay
     
     
    Dag 3: De regen trekt op uit de vallei van de Semois. Voor het ogenblik is het droog en straks ben ik in Frankrijk. Eerst nog een stukje klimmen.
    Boven in het bos van Sugny hoor ik het gevecht van twee reebokken. Ik zie ze vlak naast de weg. Ze trekken zich weinig aan van een eenzame fietser. De hormonen doen hun werk. Plots schiet de verliezer in mijn richting. Hij springt me bijna omver. Maar zijn reactie is vlug. Prachtig schouwspel.
    Zouden het ook hormonen zijn die me aan deze tocht deden beginnen? Ik weet het niet. Ik ben alleen op pad vertrokken. Tijdens bedevaarten en kruistochten bleven de dames thuis. Vézelay heeft me geroepen... Wat lokt me er naartoe? Zijn het de hemelse cello-suites van Bach die werden opgenomen in de kathedraal? De architectuur van de romaanse kerk? De geschiedenis van de plek? Of is het de mythe?
    Onderweg zijn het vooral de stoffelijke zaken die mijn gedachten in beslag nemen: waar vind ik eten en drinken en waar kan ik straks slapen? Op ‘la campagne’ in Frankrijk is dat niet evident. Even dacht ik dat de sterrenhemel mijn dak zou worden. Maar uiteindelijk ben ik goed terecht gekomen.
    Ik beland eerst in een 'miellerie'. Ze hebben er lekkere honing en ook enkele gites, maar alles blijkt vol te zitten. Ik krijg verse koffie aangeboden en er ontstaat een leuk gesprek. Er wordt getelefoneerd naar een chambre d’hôtes even verder op. De man wil me met de auto brengen, want het is 12 km terug naar het noorden. Voor de lift heb ik bedankt, maar de koffie geeft me vleugels.
    Het zijn niet alleen stoffelijke zaken die me in beslag nemen. Wanneer je alleen reist, praat je tegen jezelf en je denkt aan je geliefden. Eén ervan heeft deze tocht al eens gedaan, niet met een race-fiets maar met een Gazelle-toerist. Achter mijn fiets hangt een karretje voor de bagage. Het ding volgt prima! Maar wat heb ik toch weer veel gewicht bij... "Eén onderbroek is genoeg", zei Lowie. Verstandige man! En waarom die 1200 gr tekengerief !? Heuvel op, heuvel af. Goed voor de spieren, maar van tekenen is nog niet veel in huis gekomen. Straks misschien: de kathedraal van Vézelay? Zoals Monet de kathedraal van Rouen heeft afgebeeld: 's morgens, 's middags en 's avonds. Maar dan toch liever niet onder het oog van de toeristen. Geef mij maar mijn eenzaamheid. Morgen ben ik weer op pad.


    Voor het slapen gaan, nog even proeven van enkele heerlijke bladzijden van Erwin Mortiers "Godenslaap" ...
     
    "... dat uit een kind de substantie der goden nog niet helemaal weggesijpeld is." (pag. 16)
     
    "... over de goddelijkheid der kinderen en de kindsheid der goden. Hun beider bestaan kent het karakter van een dromerig spel want ze hebben geen weet van de dood. Hun wreedheden zijn lichtvoetig, hun tederheden bruut. Smelt de oneindigheid van de doden samen met het onbevangene van een kind en wat je krijgt is een gruwelijke godheid." (pag. 17)
     
    En over boeken: "... dat boeken net als goden en kinderen in het voorgeborchte van het bestaan verblijven, (...) Alles moet er nog gebeuren en alles is er al voorbij; dat is van het paradijselijke de essentie." (pag. 18).
     
    Tot binnenkort!

     

     

     

     

    Dag 3 (vervolg): Na een kleine omweg via de 'miellerie' ben ik goed terecht gekomen in een chambre d' hôtes in Grandpré. 's Avonds zitten de gasten bij het gezin aan tafel voor het eten. Ik zit recht tegenover de boer. De man is 70 jaar en op pensioen. Zijn dochter heeft het bedrijf in handen. Tijdens de maaltijd wordt zij plots van tafel geroepen want er zijn koeien uitgebroken. Nog tijdens het dessert is ze al terug. En er ontstaat een vinnige discussie. Ik probeer zo goed mogelijk te volgen. Als ik nu maar beter Frans verstond! Maar hun lichaamstaal spreekt boekdelen. Dit is 'savoir vivre' of hoe de Fransen met een conflict omgaan. Ik geef mijn oren de kost. Ondertussen brengt de moeder een zelf gebakken dessert. Het is een taart met de allereerste mirabellen van het seizoen. Ze smaakt heerlijk en ik ga vroeg slapen.

    Dag 5: Ik ben aangekomen in de jeugdherberg van Troyes, de vroegere hoofdstad van de Champagne. Het is een prachtige locatie, maar de herberg is compleet verlaten. Ik heb alleen het gezelschap van de conciërge en zijn vrouw. Twee mensen die zich door het leven sloffen. 's Morgens zit ik in een verlaten eetzaal en krijg ik koffie uit een plastic beker. Mijn aandacht wordt getrokken door een affiche aan de muur. Op 16 maart 2008 zijn in Parijs een aantal wielertoeristen vertrokken naar Peking. De reisroute staat uitgetekend op het bord: 12.000 km met de fiets. Ik trek er een paar foto's van. Buiten druilt de regen onophoudelijk. Morgen bezoek ik de stad Troyes. En dan weer de fiets op, verder naar het zuiden.

    Dag 7 en 8: Vandaag heb ik een stuk langs het kanaal van Bourgogne gereden, dit is Frankrijk op zijn mooist! In Chablis rijd ik door de wijngaarden. Het zijn nog pittige klimmetjes voor ik op mijn bestemming ben. Maar het binnenrijden in Vézelay is de bekroning. En straks sta ik in de basiliek... Ik zal er een dag verblijven.


    Dag 9: Het fietsen in Frankrijk zit er op. Ik zit op de trein naar Parijs. Vanmorgen heb ik nog een kort ritje gedaan naar het station van Avallon. Het stadje Avallon ligt een paar heuvels voorbij Vézelay, in het noorden van de Morvan. Dit is een streek om naar terug te komen!
    De trein is nieuw en comfortabel, met veel ruimte voor mens en fiets, maar geen hoge-snelheidstrein. In Parijs zal ik aansluiting hebben met een trein 'à grande vitesse' naar Lille. Het blijkt niet mogelijk te zijn om tot Brussel te sporen met de fiets. Ik heb nog wat aangedrongen aan het loket, maar uiteindelijk toch maar ingestemd en een ticket genomen naar Lille. Als alles goed gaat, logeer ik vanavond bij mémée. Dat is een onverwachte wending, maar ik weet dat ik straks ga landen in een veilige haven.

    Ik steek de adapter van mijn GSM in het stopcontact. 230 volt wordt feilloos omgezet naar de juiste spanning. Oef, ik zal weer SMS-jes kunnen versturen, mocht het nodig zijn. Op een vijftal meter voor mij staan mijn fiets en het karretje in een grote ruimte. Ik kan ze van op mijn zitplaats in de gaten houden. Een vrouw met twee kindjes is net opgestapt. Ze heeft een klein meisje bij in een buggy en een jongetje van 4 jaar. Een vinnig ventje met een petje op. Hij gaat de fiets bekijken. Ik zie hem in zichzelf praten en bewegingen maken. Ik probeer zijn gedachten te raden. Het duurt niet lang of hij gaat voelen aan het spatbordje van mijn kar. "Pas toucher!" roept de mama. De woorden hebben geen effect. "Touche à rien!" Het jongetje doet verder met wat hij niet kan laten. Misschien wil ik hem wel iets vertellen van de fiets, of van mijn tocht. Maar ik blijf zitten en kijk naar het ventje. Welke tochten gaat hij ooit maken, hoe zal zijn levenspad eruit zien? Nieuwsgierigheid zet aan tot onderzoek. En dan volgen ervaring en inzicht.

    Nieuwe situaties hebben altijd iets spannends. Hoe geraak ik straks met de fiets door Parijs, van het ene station naar het andere? De aankomst is voorzien om 15.46 u, het vertrek naar Lille om 17.58 u. Ondertussen loopt mijn trein binnen in Paris Bercy, in het zuiden van de stad. Het vertrek is straks in Paris Nord. Ik heb 2 u en 12 minuten. Dat moet voldoende zijn. Ik grijp mijn fiets vast, maar het voorwiel valt er uit. Godver..., die kleine vlegel heeft er dan toch aan geprutst. Het is zonder veel erg! Op weg dus naar de volgende etappe.

    De overtocht door Parijs is goed verlopen. Ik zit weer in de trein, op een genummerde plaats deze keer en binnen een uur zal ik in Lille zijn. Mijn bagage en ikzelf zijn veilig en wel aan boord geraakt. Maar het voorbije anderhalve uur is een speciale ervaring geweest.


    Bij aankomst in Paris Bercy ben ik naar het infoloket gegaan. Ik heb een plannetje van de stad gekregen en besluit om de oversteek bovengronds te maken. De metro is niet te doen met het karretje. Ik spreek een keurige Parisienne aan, ze is tussen 60 en 65 jaar, schat ik. De dame spaart tijd noch moeite om samen met mij uit te zoeken hoe ik het best kan rijden. Ze stelt me gerust, er is voldoende tijd! En wat is Frans toch een mooie taal!

    Parijs heeft flinke inspanningen gedaan voor de fiets. Op verschillende plaatsen zijn er publieke fietsen ter beschikking. En er zijn stroken voor fietsers afgebakend op de rijweg. Alleen merk ik al vlug dat het fietspad ook wordt ingenomen door voetgangers die er zorgeloos over flaneren. Ik volg de boorden van de Seine en krijg een prachtig uitzicht op de Notre Dame. Opletten dat ik niet tegen het stalletje van een schilder aanrijd. Langs de oevers van de Seine rijden was een goed plan, maar nu moet ik nog zien dat ik via de trap terug op een hoger niveau geraak. Hopla karretje los en met de klikschoenen aan dan maar alles naar boven gesjouwd.

    Terwijl ik verder rijd, spreek ik een jongen op een mountain-bike aan. Hij loodst me feilloos naar 'la Gare du Nord'. En hij heeft bewondering voor het karretje. Ik zwaai nog naar hem en hij steekt zijn duim op als hij er zeker van is dat ik de laatste afslag in de goede richting neem. Aan het station is het even schrikken: de buurt wordt streng bewaakt door la garde civil, met het geweer in aanslag. Waakzaamheid voor mogelijke aanslagen. Maar nu zit ik goed en wel in de trein en hij is in alle veiligheid vertrokken. Ik had niet gedacht dat ik op deze manier Parijs nog eens zou zien.

     

     

    Dag 9 (vervolg): Mijn schoonbroer Geert komt mij afhalen aan het station van Lille. Ik heb aan zijn vriendelijk voorstel, via SMS, niet kunnen weerstaan. Liefst van al wou ik de resterende kilometers met de fiets afleggen, maar dan zou het bijna donker geweest zijn bij mijn aankomst.
    Ik word als een prins onthaald. We eten samen mosselen met frites en drinken een glas lekkere wijn. Bij mémée kan ik straks gaan slapen. Zoals vroeger, toen de kinderen nog klein waren en we met z'n allen op bezoek gingen. Mémée vraagt of ze de wekker moet zetten. Ze weet dat ik morgen meer dan 180 km voor de boeg heb.


    Dag 10: Om kwart voor zeven worden we wakker, zonder wekker. Ik begin me klaar te maken. Mémée kijkt aandachtig toe. Ze heeft chocoladekoeken gekocht en vraagt wat ik nog nodig heb. Terwijl ik bezig ben bekijkt ze nieuwsgierig mijn fietsschoenen. Ik vertel haar alles over het systeem van de klikpedalen. Dit is voor ons beiden geen alledaagse ochtend. Ik zwaai haar nog ten afscheid en zet koers richting Merksplas. Het eerste dorp dat ik tegen kom is Dadizele, een bedevaartsoord met een kathedraal. Na tien km heb ik al een wegomlegging. Dat is geen goed begin! Ook voor de Vlaamse fietspaden in 'macadam' ben ik bevreesd, maar na een dertigtal km vind ik een prachtige route langs het Leie-kanaal: hoera, recht naar Landegem! Via Drongen en Afsnee zoek ik de Gentse ringvaart op. Als ik de Schelde kan bereiken, zit ik goed. Ik rijd een jonge vrouw op de fiets voorbij. Een km verder sta ik stil om op de kaart te kijken. De jongedame zet haar weg verder. Ik haal haar weer in en begin een gesprek. Ze komt van Aalter en fietst naar haar moeder in Melle. Haar man is een verwoede fietser, zegt ze. Samen zijn ze al naar Barcelonette in de Franse Alpen geweest. Hij is er de 'col de la Bonette' opgereden, zij reed mee in de volgwagen en de Mont Ventoux heeft hij ook al beklommen. "Ik heb geen tijd om te trainen, want we hebben drie kleine kinderen". Tja, wat zeg je dan, "laat je man er ook voor zorgen"? We groeten elkaar hartelijk en ik zet mijn weg verder.

    De Schelde volgen, is geen succes. In Melle is het fietspad onderbroken. Ik neem de gewone weg naar Dendermonde. De grote markt lijkt me een goede plek om er wat te eten en te drinken. Ik bestel een koffie. Op een mooi terras heb ik zicht op de historische gebouwen van de stad. Naast me zit een heer met een glas Orval. Ik zeg iets over het bier en hij begint te vertellen. Na een poos bestelt hij een tweede. Het valt me op dat de mensen vlug over zichzelf gaan vertellen als je hen aanspreekt. Maar de man is ook nieuwsgierig naar mijn tocht. "Je hebt een goeie vrouw", is zijn conclusie. Aan een tafeltje achter ons heeft een heer aandachtig meegeluisterd. Hij zegt niets, maar knikt instemmend. Ze wensen me beiden succes met de verdere tocht. Voorbij Boom kom ik op het fietspad langs het Nete-kanaal. Hier zit ik op bekend terrein. Ik schakel een tandje bij en weet dat ik op een mooi uur thuis zal zijn. Ik kijk uit naar het weerzien.


    23-08-2010 om 11:38 geschreven door Peter Maerien  


    >> Reageer (0)


    Archief per week
  • 22/06-28/06 2015
  • 16/09-22/09 2013
  • 09/09-15/09 2013
  • 15/07-21/07 2013
  • 23/08-29/08 2010

    E-mail mij

    Druk op onderstaande knop om mij te e-mailen.


    Gastenboek

    Druk op onderstaande knop om een berichtje achter te laten in mijn gastenboek


    Blog als favoriet !


    Blog tegen de wet? Klik hier.
    Gratis blog op https://www.bloggen.be - Meer blogs