Opochnia, einddoel van mijn reis, is de 'столица гончарства' de hoofstad van de pottenbakkerij of keramiek van het land; dit houdt verband met de uitstekende klei die daar gedolven wordt. Rond 1900 waren daar maar eventjes 1000 familiebedrijfjes pottenbakkers: vader en zonen draaiden potten, moeder en dochters versierden deze. Onder Stalin trad een massale emigratie op van de pottenbakkers; later keerden er terug maar door industriĆ«le concurrentie ging, zoals nagenoeg overal, dit ambacht teloor. Nu is er nog 1 fabriek. Toch blijft het stadje het vaandel van de keramiek hooghouden o.m. door een bekend museum, een kunstschool en enkele 'museumhuizen'.
Vond ik in
Albaniƫ een restant van het aards paradijs dan heb ik nu weeral prijs zo denk
ik. Stel u een licht glooiend lanschap voor met bloeiende fruitbomen en verder
overal groen zover men kijken kan.
Het is onwezenlijk stil, jawel we horen
vogeltjes fluiten en er is zelfs een vroege koekoek. Op een zachte helling een
boerenwoonst met strooien dak.
In het hoevetje ernaast woont Sasja die met van
alles behulpzaam is, met mij afgedaald is naar de bron om water te halen. Naast de bron is er ook een openluchtbad...
In de hoeve is er een typische oude
stenen kachel die Sasja aan de praat kreeg,
Hij zorgde ook voor een prive
pottenbakkersles
Hij beraamde ook een programma voor morgen. Joelia bereidde ondertussen een lekkere maaltijd
voor mij en twee andere 'hoevelingen' Dit alles in overweging
nemende zult gij het met mij eens zijn dat mij hier voor een paar dagen de hemel
op aarde te wachten staat. Daarnet hoorde ik voor mijn open onverwacht
lawaai. Ik dacht een ogenblik aan de spoken van Gogol. Het was evenwel een poes
die binnenkwam. Nu moet ik nog een keuze maken tussen 5 bedden waarvan 1 op
de kachel.