Na een lange, ongewilde onderbreking stapten we in de lente van 2022 het allerlaatste, facultatieve stukje van onze Compostelatocht vanuit Bonheiden. Het gaat om de weg tot Fisterra, "het einde van de(ze) wereld". Een epiloog bij een mooi verhaal!
We voegden aan onze weg dit laatste trajectje van 92 km toe. Zo legden we in totaal 2935 km af in 123 dagen.
Van Corcubión tot Fisterra: "... le soleil qui meurt au Finisterre."
Dat zijn de laatste woorden van het bekendste Compostelalied. We zetten een definitief punt achter onze tocht naar Fisterra en achter onze hele Compostelatocht.
We hebben fris wandelweer (15°) wanneer we in de voormiddag naar het stadje Fisterra stappen. Het zijn 12 grotendeels vlakke kilometers en het gaat dus erg vlot. "In één, twee, drie", zoals men wel eens zegt. Tegelijk is de tocht van vandaag onze 123ste en laatste reisdag. Is het geen mooi cijfer?
In Concubión komen we langs het centrale plein, met zijn glazen balkons. Dan gaat het al vlug de heuvel over, zodat we aan de volgende baai komen. Daar kijken we vanuit het dorp Sardineiro over uit. En inderdaad, in de verte toont zich weer ons einddoel Cabo Finisterre, al heel wat dichterbij dan gisteren vanop de hoogtes.
Stappen langs het zoveelste pad tussen bomen en varens horen we achter ons het geluid van een kind. Marina herkent het ogenblikkelijk: we hoorden het eergisterennacht in de kamer naast de onze, en het hoort bij het jongetje dat we nu al vijf dagen na elkaar zagen en met wiens ouders en oom we telkens een babbeltje deden: de kleine Eneas met zijn 11 maanden de jongste peregrino die we ooit zagen. Als je elkaar echt elke stapdag weer ontmoet, is een selfietje toch logisch?
Aan het einde van een hellende weg door de bossen duikt de oceaan weer op in de verte. Ongelooflijk, hoe hoog die zeespiegel lijkt: een eind boven Paul zijn hoofd.
Tegen de middag wandelen we langs de stranden en komen na 12 km aan ons verblijf in Fisterra.
Natuurlijk moeten we 's avonds- de zon zal om 22.06 u ondergaan - nog de laatste 3,5 km tot aan de vuurtoren toren stappen, aan het uiteinde van het schiereiland. Daar staat bij de vuurtoren kilometerpaal 0,000 en eindigt het land. Definitief, zo dachten mensen tot geen 1000 jaar terug: "finis terrae".
En dan is het tijd om vanop de hoogte naar de zonsondergang te blikken, met tientallen anderen. Waar de zon sterft in zee, komen de werelden van levenden en doden mekaar nabij, zegden de oude Keltische bewoners van Galicie. Waarschijnlijk gaven ze daarom aan deze westelijke kuststrook haar naam: Costa da Morte. Later zou hier volgens de legende het lichaam van de apostel Jacobus aan land worden gebracht en verderop begraven in de dan naar hem genoemde stad Santiago de Compostela. Het werd voor vele duizenden een plaats om naartoe te stappen om een bijzondere reden of op een betekenisvol punt in hun leven.
Zo was het ook voor ons , in eigen pas. Tot aan kilometerpaal 0,000 zetten we vandaag 21 903 stappen, goed voor 15,5 km. Van Compostela tot Fisterra stapten we 92 km.
Van O Logoso tot Corcubión: "Et tout là-bas au bout du continent..."
" ... l'apôtre Jacques nous attend." Zo begint de laatste strofe van het bekendste Franse compostelalied. Het is nu niet ver meer om aan dat uiteinde te geraken.
Het begint nochtans somber: bij het opstaan klettert de regen tegen de ruit. Maar uiteindelijk zullen de regenjassen geen halfuur aan hoeven. Gelukkig maar, want bijna 15 km lang zien we geen dorp. We dalen en stijgen tussen Spaanse brem, varens en Iers aandoende heuvels. Mos ontbreekt in Galicië evenmin, we zien zelfs een soort met minuscule rode topjes.
En dan duikt heel in de verte onze bestemming van vandaag op: de baai van Cée. Erachter zien we zelfs al ons einddoel, Cabo Finisterre.(De pijl op de foto verscheen niet aan de hemel, maar hebben we er zelf op gezet.)
We passeren de kapellen van Nosa Senora das Neves en die van San Pedro Martin en steken er een kaars aan, denkend aan mensen die ons dierbaar zijn en het moeilijk hebben. Pas na de middag brengt een plotse afdaling ons naar de baai van Cée. Aan de overkant ligt Corcubión, onze bestemming van vandaag. Tijd om peinzend de baai en het continent uit te kijken.
We zetten vandaag 24 392 stappen, goed voor 17,5 km.
Van Santa Mariña tot O Logoso: 20 koeien per inwoner
De weersvoorspelling voor vandaag was negatief. Wanneer Paul de man van ons verblijf vroeg of het zou gaan regenen, antwoordde die binnen de twee seconden "No!". En hij krijgt gelijk. Het is bewolkt, 18°, nevelig boven de hoogtes, maar droog.
's Morgens passeren we de laatste berg van onze tocht, de Monte Aro.Hoger dan tot 450m hoeven we niet .
In deze dunbevolkte streek met minuscule dorpjes staan er ongelooflijk veel reusachtige runderstallen, telkens met een "bandencentrale" ernaast. Verder is er alleen nog de keuken van de koeien: eindeloze maïsvelden.
De bergen, soms met brem en heide bedekt, ogen heel stoer, al zijn ze hier geen 500 m meer hoog. In Olveiroa, het iets grotere dorp waar we langskomen, zien we voor het eerst een van de heel grote horreos die vanaf nu voorkomen. Het ding is 10 m lang, volledig uit natuursteen en staat op poten waarlangs zelfs de flinkste rat niet naar boven geraakt. We zijn in drie dagen zeker langs wel 100 horreos gestapt.
Sint-Jakob en de beleving omtrent Compostela zijn langs de Camino de Fisterra niet meer zo sterk aanwezig. We zien wel eens een gedachtenisplaatsje waar mensen een foto of kaartje achterlaten van een dierbare die ze verloren hebben.
We eindigen met een hoogteweg boven de Rio Xallias, weer langs heuvels die bergen lijken. In O Logoso eindigen we in zware bergnevel.
We zetten op deze zondag 24 944 stappen, goed voor 16,5km.
Van Negreira tot Santa Mariña: brem en varens, maar ook palmen en citroenen
Negreira is een wat zielloos stadje, maar er is wel een oude stadspoort bewaard. Daar zien we een bijzonder beeld: hoewel een broer hem probeert tegen te houden en moeder treurig achterblijft, gaat een jonge kerel gedecideerd op tocht. Al is hij geworteld in zijn geboortestreek, de wijde wereld zit in zijn hoofd en hij zal verbeten verdergaan. Mooi voor ons, toch? Het was gisteren een nogal zwaar traject, maar we doen er nog zo een bovenop.
De hele voormiddag volgen we typisch Galicische correidoras: beschaduwde paden langs de vele gehuchten tussen natuurstenen muurtjes, varens en brem. Die wordt hier soms wel 4 m hoog. Maar even goed groeien er palmen en citroenen. En eucalyptusbossen natuurlijk, waar de geur zo indringend is dat onze neus er telkens van begint te lopen.
Na de middag, vanaf Vilaserio, lopen we dikwijls langs het asfalt. Gelukkig wordt het niet te warm en rijdt er tussen de doodser wordende gehuchten maar zelden een auto. En het landschap, heuvelend tot boven de 400 m, is mooi.
Tegen vijven komen we in Santa Mariña. Natuurlijk hoort bij de aankomst in dit voor ons bijzondere plaatsje een fotosessie.
We zetten vandaag 30 194 stappen, goed voor 20,5 km.
Van Santiago de Compostela tot Negreira: tot ziens Compostela!
We zetten onze tocht verder vanuit Santiago de Compostela. Gisteren vlogen we er in 118 minuten naartoe, exact evenveel minuten als we dagen nodig hadden om de stad in juni 2019 voor het eerst te bereiken!
Na wat zigzaggen door het Alamedapark geraken we op de Camino de Fisterra. En ja, betrapt: we hebben onze vrienden verteld dat we een kleine 100 km te stappen hadden, hier blijkt dat het er vanuit hartje Compostela maar 90 zullen zijn...
Op deze zomerse dag zien we het heuvelende Galicie op z'n mooist: al vlug lopen we in eucalyptusbos, tussen eindeloos veel varens, langs hoge cruzeiros met hun beeldhouwwerk aan twee kanten, langs tientallen horreos, waarin maïs werd gedroogd. Anders dan in het oosten van Galicie, vóór Compostela, zijn de huizen hier bijna allemaal bewoond en zeer verzorgd.
Er zijn heel wat stappers onderweg, ook in de tegenovergestelde richting. Wel vijf keer zien we vandaag de jongste Compostelaganger (eigenlijk: Fisterraganger) die we ooit zagen. Het is een Duits jongetje van 11 maanden, dat vandaag dezelfde afstand aflegt als wij. Maar wel meestal op de rug van zijn papa.
Er is wel wat te veel asfalt en naar de Alto do Mar de Ovellas is het een klim van een paar honderd meter, maar de schitterende Ponte Maceira, 150 m over de rivier de Tambre, doet alle moeite vergeten.
We stoppen in het stadje Negreira. We zetten vandaag 32 835 stappen, goed voor 22 km.
Toen we in juni 2019 in Santiago de Compostela aankwamen
wisten we het niet zo goed: zouden we later nog verder lopen tot Fisterra aan de bekende
kaap? In het verleden al stapten sommige pelgrims verder tot wat men voor het
einde van de wereld hield, het laatste landpunt van waaruit men alleen nog verder
kon kijken naar de zon die er s avonds sterft in zee. Later werd het een
gewoonte daar bij zonsondergang pelgrimskledij te verbranden.
Na drie jaar van min of meer gedwongen stop doen we er die
laatste kleine 100 km nog bij. In 5 stapdagen moet dat lukken, al is het lijf
ondertussen voelbaar ouder geworden.
Met ons elfde traject, op de 118de reisdag, hebben we ons doel bereikt. Nu ja, het échte doel was altijd de weg zelf, het in eigen pas samen op weg zijn en de tijd hebben om meestal letterlijk bij zoveel en zovelen stil te staan als we wilden.
We zijn verder gestapt en gefietst dan strikt noodzakelijk. Door de grote kronkels naar oost en zuid die we in Frankrijk maakten, doordat we de 118 nachtverblijven vaak een stukje buiten de weg gingen zoeken en doordat we ook in Spanje altijd voor de langere want mooiere wegvariant kozen, zijn we van Bonheiden tot Compostela 1250 km gefietst en 1593 km gestapt. Zo hebben we 2843 km afgelegd. Wie voor de kortste route kiest, doet er ongeveer 2350 km over.
Misschien stappen we over niet te lange tijd nog verder tot Fisterra. Of misschien houden we het bij Compostela. Het laatste stukje, niet eens 100 km, is zo een beetje het facultatief gedeelte. Al in de middeleeuwen stapten sommige pelgrims verder tot wat, zo dacht men, het eind van de wereld was. We zijn blij dat we als alles behalve sportieve mensen tot in Compostela zijn geraakt. De aanmoediging van familieleden en vrienden heeft ons gesteund. Echt bedankt!
We hebben op dit laatste traject vóór Compostela schitterende heidegebieden gezien in Castilië León. Maar we hebben vooral Galicië leren kennen. Een land vol varens en bemoste natuursteen, met heerlijke oude wandelpaden tussen de dorpen. Weinig spectaculairs, maar wel mooi.
Hier volgen nog wat foto's van mooie plekken van de eerste vijf dagen van deze tocht:
* van de 1ste (van dit traject) / 104de (in het totaal) reisdag: baardmossen in de Montes de León
* van de 2de / 105de reisdag: varens en mossen in de Montes de León en na de storm in El Acebo de San Miguel
* van de 3de / 106de reisdag: in de historische kernen heerst verkrotting en staat de helft te koop de vroegere bewoners of hun kinderen huizen nu in de appartementsblokken aan de stadsrand. Hier: Ponferrada.
* van de 4de / 107de reisdag: twee vrije en blije vogels op weg; ook: een even vrij en blij insect op een bloem
* van de 5de / 108ste reisdag: de Bierzo: de kloekste wijnstokken die we ooit zagen: ook: wijngaarden in de bergen