De kleur van een paard wordt bepaald door de kleur van de dekharen. Op basis van deze haarkleur worden paarden onderverdeeld in eenkleurige en gemengdkleurige paarden.
De leeftijd van een paard bepalen aan de hand van zijn gebit.
De leeftijd van een paard kunt u pas zeker zijn als het tijdstip van geboorte vermeld staat op het geboortebewijs of op andere stamboekpapieren. Maar aan de hand van het gebit van het paard kunt u een goed idee krijgen van zijn leeftijd. Bij een paard dat jonger dan 5 jaar is bepaald men de leeftijd aan de hand van de melktanden en kiezen die te voorschijn komen en daarna wisselen. Vanaf 6 jaar kijkt men meestal naar hoever de snijtanden in de onderkaak afgesleten zijn.
1: pasgeborenen. De punten van de voortanden zijn net te zien.
2: 6 maanden. De veulenhoektanden komen door.
3: 2 jaar. De veulenhoektanden zijn nu geheel gevormd.
4: 3 jaar.
5: 4 jaar.
6: 5 jaar. De blijvende hoektanden zijn nu in gebruik.
7: 6 jaar.
8: 7 jaar. Let op de verdikking aan de binnenkant van de voortanden.
9: 10 jaar. De tanden worden langer en steken verder naar voren.
info over paarden (hoe een les in elkaar zit bij het paardrijden!)
Verloop van een les
1. Instappen
Laat het paard enkele rondjes stappen aan de lange teugel.
Stap in op beide handen.
2. Opwarmen
Neem de teugels wat strakker.
Controleer de singel.
Doe oefeningen in stap en draf op beide handen, neem regelmatig een pauze om het paard te belonen. (Pauze: bv. een halve toer stappen aan de lange teugel.) In dit moment van rust mag het paard eventjes met lange teugel stappen en zijn hals strekken, het is echter niet de bedoeling dat hij trager gaat wandelen of slenteren, hou hem dus voldoende actief.
Enkele goede oefeningen om te doen tijdens deze fase:
- Voltes - Slangenvoltes - Voltes verkleinen - Volte halve baan - Gebroken lijn - Vergroten van de passen en verkleinen - Verruimen en verkorten van de gangen - Versnellen en vertragen op een volte - Overgangen
Herhaal kort wat je vorige les nieuw hebt gezien of waar je veel hebt of geoefend.
3. De les
Leer iets nieuws.
Neem ook hier geregeld pauzes.
Als je niets nieuws leert kan je ook een bepaald onderwerp, oefening,. beter bekijken, verbeteren, op oefenen, .
Werk in alle gangen.
4. Tot rust komen
Doe enkele eenvoudige oefeningen met losse (niet lange) teugel in rustige gangen (=geen galop of snelle draf).